VOORWOORD
Geachte ouders/ verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van KPO de Sponder. De gids bevat algemene informatie voor ouders die zich oriënteren op een school voor speciaal basisonderwijs. Het geeft een beeld van wat u van de school kunt verwachten. Hoe ziet ons onderwijs eruit en wat willen we bereiken. Ouders die aangewezen zijn om hun kind (voorlopig) naar het speciaal basisonderwijs te laten gaan, kunnen zich een beeld vormen van wat wij op school doen om de kinderen een goed en passend ontwikkeltraject aan te bieden. Daarnaast staat er informatie in die bestemd is voor ouders die een kind op onze school hebben. Deze gids informeert u over de activiteiten van dit schooljaar en er staat veel praktische informatie in. Hierbij is de huidige situatie het uitgangspunt, maar we willen ook de toekomstige ontwikkelingen van de school beschrijven. De schoolgids is naast een bron van informatie tevens een middel om aan de ouders en verzorgers* verantwoording af te leggen. De schoolgids, die jaarlijks wordt opgesteld, wordt samengesteld in samenspraak met het team en de ouders die binnen de MR vertegenwoordigd zijn. Uiteraard zijn suggesties tot verbetering van harte welkom. Mocht u over of naar aanleiding van de inhoud van deze gids iets willen weten, dan kunt u altijd contact met de school opnemen. Naast de eigen schoolgids is er ook een bovenschoolse gids welke u op de website van KPO Roosendaal kunt lezen. Graag gaan we met u en alle medewerkers van de school er een mooi en stralend jaar van maken. Roosendaal, augustus 2013.
KPO speciale school voor basisonderwijs de Sponder Dhr. R. Bastiaanssen, directeur Mevr. Y. Claerhoudt, hoofd onderwijs en begeleiding
*Als u in de verdere tekst “ouders” leest, bedoelen wij hiermee “ouder(s)/ verzorger(s)”.
1
INHOUD
2
De school 2.1 De geschiedenis van de school 2.2 Het bestuur 2.4 Huisvesting 2.4 Plattegrond 2.5 Schoolgrootte
5
Waar staat de school voor 3.1 Rooms- Katholieke school 3.2 Visie en Missie 3.3 Waarden
6
De leerlingen 4.1 Welke leerlingen bezoeken onze school 4.2 Instroomgegevens 4.3 De toelating 4.4 Aanmelden op school 4.5 Plaatsen in een groep 4.6 Het klimaat van de school
8
Het onderwijs 5.1 Algemeen 5.2 Ontwikkelingsperspectief (OPP) 5.3 De jonge risicoleerlingen (JRK) 5.4 Referentieniveaus 5.5 Lezen 5.6 Schrijven 5.7 Taal 5.8 Rekenen 5.9 Engels 5.10 Levensbeschouwing 5.11 Wereld oriënterende vakken 5.12 Expressie vakken 5.13 Bewegingsonderwijs 5.14 Differentiatie 5.15 Actief Burgerschap 5.16 Sociale vaardigheden (PAD) 5.17 Niet bij kennis alleen
11
2
Ondersteuning aan leerlingen 6.1 Ondersteuningsniveaus in de school 6.2 Groepsplannen 6.3 Individuele handelingsplannen 6.4 Mogelijkheden specifieke ondersteuning 6.5 Kinderen met een indicatie 6.6 Overgang naar het voortgezet onderwijs 6.7 Uitstroom
16
Toekomstige ontwikkelingen
20
De ouders 8.1 Ouderraad 8.2 Klassenouders 8.3 Medezeggenschapsraad(MR) 8.4 Ouderavonden en contacten met de school 8.5 Schoolcontactpersoon 8.6 Informatie aan gescheiden ouders 8.7 Nieuwsbrieven 8.8 Schoolgids 8.9 Informatie aan derden 8.10 Website
21
De medewerkers 9.1 Wijze van vervanging bij ziekte 9.2 Inzet onderwijsassistent 9.3 Begeleiding en inzet stagiaires en studenten 9.4 Scholing van de medewerkers
23
Regeling school- en vakantietijden 10.1 Schooltijden 10.2 Vakantierooster 10.3 Urenverantwoording 10.4 Ziekte, schoolverzuim en verlof
24
Verdere informatie 11.1 Vervoer 11.2 Fietsenstalling 11.3 Gevonden voorwerpen 11.4 Verjaardagen 11.5 Schoolfotograaf 11.6 Eten en drinken 11.7 Knutselmateriaal 11.8 Meenemen van speelgoed en waardevolle spullen 11.9 Hoofddeksels 11.10 Klachtenregeling 11.11 Gedragsprotocol intern 11.12 Sponsoring
26
3
Financiën 12.1 Ouderbijdrage en overblijfgeld 12.2 Schoolkamp 12.3 Schoolreis 12.4 Wijze van betalen
28
Namen, adressen en telefoonnummers 13.1 Het personeel 13.2 Teamsamenstelling 13.3 Leerling- lijsten
29
Externe contacten 14.1 Scholen 14.2 Gezondheid en welzijn 14.3 Rijksinstellingen 14.4 Gemeente
30
Bijlagen
33
1.
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage
2.
Stichting Leergeld Roosendaal
3.
Centrum Jeugd en Gezin
4.
Gebruikte afkortingen
5.
Plattegrond locatie Flaviadonk en locatie Voorstraat.
6.
Overzicht urenverantwoording
7.
Overzicht urenverantwoording per vakgebied
4
DE SCHOOL 2.1
DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHOOL
Sinds 1998 zijn er geen afzonderlijke scholen meer voor moeilijk lerende kinderen (MLK-scholen), scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (LOM-scholen). Voor kinderen met dit soort problemen zijn er nu de speciale scholen voor basisonderwijs. In de regio Roosendaal is dat de Sponder. SPONDER = Speciaal Onderwijs Roosendaal De school is een streekschool en onze leerlingen komen uit het samenwerkingsverband WSNS (nt. 4302) regio Roosendaal. Dit houdt in dat kinderen uit de volgende gemeentes bij ons aangemeld kunnen worden. Roosendaal, Rucphen, Halderberge, Steenbergen m.b.t. Kruisland en Dinteloord en de gemeente Moerdijk m.b.t. Noordhoek en Standdaarbuiten. De Sponder is voortgekomen uit het samengaan van het vroegere LOM- onderwijs (Leer- en opvoedingsmoeilijkheden) en het MLK- onderwijs (Moeilijk lerende kinderen) en hun afdelingen voor in hun ontwikkeling bedreigde kleuters (IOBK-afdelingen). Deze vormen van onderwijs zijn samengegaan en heet nu speciaal basisonderwijs. Dit is nu vijftien jaar geleden (1998). In de afgelopen tien jaar hebben daar ook locatiefusies op gevolgd. De Sponder telde eerst vier locaties, dit is teruggebracht naar twee locaties Onze leerlingen- en alle anderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben- komen niet automatisch op een school voor speciaal basisonderwijs terecht. Doel van het beleid “Passend Onderwijs” is juist, dat er op de basisschool zoveel mogelijk begeleiding en ondersteuning voor leerlingen beschikbaar is. Om dat te bereiken werken speciale scholen voor basisonderwijs samen met de basisscholen in een Samenwerkingsverband (WSNS). Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs vallen onder dezelfde wet: de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Voor beide scholen gelden ook dezelfde kerndoelen (streefdoelen voor wat een leerling moet kennen en kunnen aan het eind van de basisschool). Met behulp van ontwikkelingsperspectieven en op de onderwijsbehoeften gerichte onderwijsprogramma’s ontvangen de leerlingen hun onderwijs.
2.2
HET BESTUUR
KPO de Sponder maakt, zoals de naam al zegt, deel uit van Stichting Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal. Het bestuur van deze stichting beheert in totaal 21 scholen. Naast onze school is dat een school voor Speciaal Onderwijs, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZML)en 19 reguliere basisscholen. Het College van Bestuur wordt vertegenwoordigd door Dhr. A. Stadhouders en Dhr. K. Mens.
2.3
HUISVESTING
De school is gevestigd in twee gebouwen. Locatie Flaviadonk (hoofdvestiging) Flaviadonk 2, 4707 VV Roosendaal, tel: 0165- 541107, email:
[email protected] Locatie Voorstraat (hier zitten met name de leerlingen in de leeftijd 11 t/m 13 jaar) Voorstraat 157, 4702 EP Roosendaal, tel: 0165- 541107, email:
[email protected]
5
Al een aantal jaren wachten wij op samenvoeging van de twee locaties in een nieuw schoolgebouw. De ontwikkelingen zijn echter nog niet zover dat we concreet kunnen aangeven wanneer dit gaat plaatsvinden. Wij richten ons op dit moment op medio 2015.
2.4
PLATTEGROND
Zie voor plattegronden van de school hoofdstuk 15.
2.5
SCHOOLGROOTTE
Zoals veel scholen op dit moment hebben ook wij te maken met terugloop van het aantal leerlingen. We starten het schooljaar 2013- 2014 met ongeveer 225 leerlingen verdeeld over 17 groepen. Gedurende het schooljaar kunnen leerlingen met een beschikking ( zie toelating hoofdstuk 5) tussentijds instromen. Hierdoor kan het leerlingaantal en de groepsgrootte toenemen. Het is ons streven de maximale groepsgrootte van 16 leerlingen te hanteren.
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR 3.1
ROOMS- KATHOLIEKE SCHOOL
Als katholieke school geven wij kinderen onderwijs en ondersteuning vanuit de opvattingen over een samenleving, die gebaseerd is op een katholiek- christelijke levensbeschouwing. We gaan hierbij uit van de algemene levensbeschouwelijke waarden. Omdat op onze school ook kinderen welkom zijn met aan andere of soms geen geloofsovertuiging, is er ook aandacht voor anderen religieuze en culturele achtergronden. Van hun ouders verwachten wij dat zij de identiteit en de regels van de school respecteren en navolgen. Wij vinden, dat de identiteit van onze katholieke school meer moet zijn dan enkel de jaarlijks terugkomende godsdienstige activiteiten, die we ondernemen. Om die reden besteden we in het rooster structureel aandacht aan levensbeschouwing. In deze lessen praten en werken we met kinderen aan de hand van thema’s, die voor de kinderen herkenbaar zijn. Deze thema’s worden verbonden met de christelijke levensvisie en zijn vaak in overeenstemming met met andere levensbeschouwingen.
3.2
VISIE EN MISSIE De Visie van de Sponder luidt als volgt: Vanuit een goede relatie met de ouders en de kinderen, uitgaande van de sterke kanten en kansen van het kind, de kinderen op een liefdevolle wijze, op een vindingrijke manier, en als regisseur van hun eigen leerproces tot een optimale leerprestatie en ontwikkeling te brengen, waardoor ieder kind zal stralen!
6
Dit betekent: Vanuit een goede relatie bereik je de kinderen veel meer en bereik je dus meer in de ontwikkeling. Niet uitgaan van wat kinderen niet kunnen, maar we nemen als uitgangspunt wat ze wel kunnen en waar hun interesses aan gekoppeld zijn Op een liefdevolle wijze en op basis van gelijkwaardigheid (niet gelijkheid) met veel respect naar elkaar toe met elkaar omgaan. Leerkrachten en leerlingen gaan respectvol met elkaar om en tonen respect. Leerlingen zijn uniek. Zij hebben een eigen authenticiteit. Een optimale leerprestatie bereik je wanneer je werkt aan de hand van het eigen aangepaste curriculum.
De Missie luidt:
de Sponder laat kinderen stralen
Deskundig: De Sponder wil haar expertise inzetten en uitlenen om passend onderwijs te stimuleren en mogelijk te maken. Opbloeiend: De Sponder biedt kansen voor ieder kind. Hier wordt niet uitgegaan van wat kinderen niet kunnen, maar van wat ze wel kunnen. Het team zoekt de factoren die het leerproces van iedere leerling bevorderen. De aan de Sponder toevertrouwde kinderen zijn gebaat bij een normale schoolontwikkeling. Toekomstgericht: Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. De Sponder vindt het belangrijk om haar leerlingen hier goed op voor te bereiden. Zowel wat betreft kennis als sociaal emotionele ontwikkeling (actief burgerschap). Vertrouwd: Ouders willen hun kind, zeker wanneer het extra aandacht nodig heeft, graag “in de buurt” houden. Maar dat is soms met passend onderwijs niet haalbaar. De Sponder heeft de mogelijkheid om kinderen, die aan hen worden toevertrouwd, een passend leerstofaanbod te doen in een omgeving die vertrouwd voelt.
3.3
WAARDEN
We kennen zeven kernwaarden, die zowel voor onszelf als voor onze kinderen betekenis hebben en krijgen. Deze kernwaarden zijn zichtbaar in ons gedrag, alledag! 1.Stabiliteit:
Als iedereen zich aan de regels houdt, blijft het gezellig en rustig op school
2.Vrolijkheid:
Met een glimlach de dag door
3.Rechtvaardigheid:
Behandel een ander zoals je zelf behandeld zou willen worden
4.Improvisatie:
Voor alles is een oplossing
7
5.Samenwerken met anderen: Ik kan van een ander veel leren en een ander van mij 6.Contacten met mensen:
Accepteer anderen zoals ze zijn
7.Groeien in werk:
Ik laat zien wat ik kan, ik ontwikkel
DE LEERLINGEN 4.1
WELKE LEERLINGEN BEZOEKEN ONZE SCHOOL
De Sponder is een school voor speciaal basisonderwijs, bedoeld voor kinderen die overwegend zijn aangewezen op een specifiek pedagogisch klimaat of een specifieke aanpak voor het leren of het gedrag. De kinderen die onze school bezoeken hebben een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband gekregen, omdat zij niet of in onvoldoende mate van het basisonderwijs hebben kunnen profiteren. Wij richten ons als school op die leerlingen die moeilijkheden ondervinden in hun ontwikkeling en zich door een vaak complexe problematiek de leerstof van het basisonderwijs niet vanzelfsprekend eigen maken. Van complexe problematiek is sprake bij ( een combinatie) van de volgende factoren: •
Een algehele ontwikkelingsachterstand
•
Achterstand, dan wel een problematisch verlopen sociaal emotionele ontwikkeling waardoor tevens de onderwijsachterstand is ontstaan
•
Een disharmonisch ontwikkelingsprofiel, waarbij een ernstige onderwijsachterstand geconstateerd wordt
•
Specifieke ontwikkelingsstoornissen, zoals o.a. ADHD, ODD of een aan autisme verwante stoornis
•
Specifieke leerstoornissen, zoals o.a. dyslexie en dyscalculie
Soms komt het voor dat de ondersteuningsstructuur van de basisschool niet toereikend is voor de hulp die de leerling nodig heeft. Dan kan besloten worden om de PCL van het samenwerkingsverband, waarbij de school is aangesloten, te vragen of het kind toelaatbaar wordt geacht voor het speciaal basisonderwijs. Als de commissie van mening is, dat de leerling is aangewezen op de ondersteuning die binnen het speciaal basisonderwijs wordt geboden, zal zij een (tijdelijke) beschikking afgeven. De ouders kunnen met deze beschikking hun kind aanmelden op een school voor speciaal basisonderwijs binnen het betreffende samenwerkingsverband.
8
4.2
INSTROOMGEGEVENS
Instroom school/ instantie van herkomst
1-102007/ 110-2008
1-102008/ 110-2009
1-102009/ 110-2010
1-102010/ 110-2011
*1-102011/ 108-2012
1-102012/ 110-2013
Basisonderwijs
73
58
49
45
16
26
Speciale school voor basisonderwijs
7
7
1
1
2
4
Speciaal onderwijs
6
1
3
2
1
5
Orthopedagogisch Didactisch centrum
3
3
2
2
2
4
Overig
8
2
2
5
2
97
71
57
55
25
39
totaal * instroom september 2011 is niet meegnomen in het overzicht. Totale instroom was hoger.
4.3
DE TOELATING
Bij de toelating van leerling wordt gehandeld conform de wettelijke voorschriften. Kinderen kunnen alleen worden toegelaten als de PCL (Permanente Commissie Leerlingzorg) van het Samenwerkingsverband (SWV 4302) een beschikking voor het SBO heeft afgegeven. Onder instroom van leerlingen verstaan we: Leerlingen met een door de PCL afgegeven positieve (definitieve) beschikking waarmee de leerlingen toelaatbaar zijn op het SBO. Leerlingen met een door de PCL afgegeven positieve tijdelijke beschikking. De tijdelijke beschikking wordt meestal afgegeven voor één of voor een half schooljaar na plaatsing. Na de periode of gedurende de periode brengt het ondersteuningsteam van de Sponder verslag uit aan de PCL aangaande de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind op het SBO. Op basis hiervan geeft de Sponder een advies over de continuering van het onderwijs op de school. Dit kan zijn: aanvraag voor positieve (definitieve) beschikking, aanvraag voor verlenging van de tijdelijke beschikking, aanvraag voor een negatieve beschikking. Leerlingen die wegens verhuizing van een SBO school elders, naar de Sponder komen, worden als gastleerling geplaatst in afwachting van de beschikking van het samenwerkingsverband (WSNS) waaronder de Sponder valt.
4.4
AANMELDEN OP SCHOOL
Als voor een leerling door de PCL een beschikking is afgegeven, kan het door de ouders worden aangemeld op de school. Uiteraard hoeft u niet te wachten tot u deze beschikking heeft, u kunt uw kind altijd aanmelden, al kan het pas geplaatst worden nadat de beschikking is afgegeven. Het plaatsen op de school gebeurt op vast momenten in het jaar. Het is ook mogelijk om contact op te
9
nemen met de school en een afspraak te maken voor een kennismaking of oriënterend gesprek. In dit gesprek wordt informatie gegeven over de school en de ouders kunnen even in de groepen kijken. Wanneer u als ouder een beschikking ontvangt, kunt u contact opnemen met de school voor een intakegesprek waarbij we de inschrijving verzorgen. Wij vragen ouders om bij dit gesprek een kopie van het identiteitsbewijs van het kind en een kopie van het pasje van de zorgverzekering mee te brengen. De kopieën kunnen eventueel ook op school gemaakt worden. De PCL zorgt dat het dossier bij ons op school komt wanneer u in de aanmelding bij de PCL hier toestemming voor hebt gegeven.
4.5
PLAATSEN IN EEN GROEP
Het kind wordt in principe geplaatst in een groep die het best past bij de leer- leeftijd, de mogelijkheden en de moeilijkheden van het kind. Als een kind in de loop van het schooljaar wordt geplaatst, zal ook mee spelen waar er nog plaats is. Na en soms samengaand met het intakegesprek ziet het kind de school en wordt het kind voorgesteld aan de leerkracht van de groep. Na een eerste kennismaking wordt de eerste weken gekeken hoe het kind functioneert en welke pedagogische en didactische benadering het beste past; welke mogelijkheden van het kind moeten worden versterkt, zodat het kind (weer) zelfvertrouwen krijgt en met welke moeilijkheden het kind moet worden begeleid, zodat het zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Alle belangrijke gegevens van het kind worden in deze weken verzameld en neergeschreven binnen het ontwikkelingsperspectief (OPP) van het kind. Dit perspectief is richtinggevend voor het onderwijs dat het kind gaat krijgen bij ons op school. We hebben hoge verwachtingen van de kinderen en stellen hoge doelen. Over het ontwikkelingsperspectief kunt u verder lezen in hoofdstuk 6.
4.6
HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL
Wij vinden het van wezenlijk belang dat onze kinderen zich veilig voelen. Pas dan komen ze toe aan het optimaal benutten van hun mogelijkheden. Een duidelijke en vooral voor kinderen herkenbare structuur en een sfeer van vertrouwen zijn daarbij erg belangrijk. Het is belangrijk dat kinderen zich bewust worden van hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden, zonder dat daar een waardeoordeel aan wordt verbonden. In een dergelijk klimaat wordt iedereen geaccepteerd zoals hij is. Dit wil niet zeggen dat alles zomaar wordt goedgekeurd. Binnen de school zijn heel duidelijke afspraken over hoe we met elkaar omgaan en wat wel en niet mag. Goed gedrag wordt beloond en onacceptabel gedrag wordt bestraft. Deze twee zaken dienen met elkaar in balans te zijn. Voor alle kinderen in de school is het belangrijk dat de dag zo voorspelbaar mogelijk verloopt. Dit proberen we onder andere te bereiken door een vaste, voor kinderen herkenbare dagindeling te hanteren. In iedere groep is het is het dagrooster voor de kinderen zichtbaar gemaakt. Bij de hoogste groepen hebben de kinderen soms het dagrooster in de eigen agenda. Daarnaast is ook voorspelbaarheid van het gedrag van de leerkracht belangrijk. Zij trachten op basis van de behoeften van de kinderen in de klas vaste routines vorm te geven. Ook proberen we voorspelbaar te zijn in het wel of geen aandacht geven aan de kinderen en in de benadering van de kinderen. In Trefwoord, een lesprogramma dat we gebruiken voor de lessen levensbeschouwing, worden veel thema’s behandeld die voor een goede sfeer in de school belangrijk zijn. Zoals; hoe ga je met elkaar om, elkaar helpen enz.
10
Om het gevoel van veiligheid ook tijdens de pauzetijden zoveel mogelijk te waarborgen spelen we in kleinere groepen buiten. Hierdoor zijn de pauzetijden wisselend. De kinderen in de onderbouw spelen op het eigen plein buiten. In de pauze lopen er altijd twee personeelsleden buiten om toezicht te houden en mogelijk te begeleiden bij sportactiviteiten.
HET ONDERWIJS 5.1
ALGEMEEN
Als school voor speciaal basisonderwijs bevat ons lespakket dezelfde vakken als het reguliere onderwijs. Ook richten wij ons sterk op het halen van doelen passend binnen de ontwikkelmogelijkheden van het kind. De kinderen zijn aangewezen op een specifiek pedagogisch klimaat of een specifieke aanpak. Dit betekent dat, hoewel er dus dezelfde vakken worden aangeboden, de leerstof wordt aangeboden op niveau en op een “speciale”, dat wil zeggen een andere manier. In vaktermen noemt men dit “orthopedagogisch en orthodidactisch handelen. Voor de leerlingen betekent dit, dat ze op hun eigen niveau mogen werken. Ze hoeven dus niet iets te doen wat veel te moeilijk is, maar hoeven ook niet iets te doen wat ze allang door hebben. Het doel is natuurlijk om een leerling in de leerstof zo ver mogelijk te krijgen. Binnen de school wordt op verschillende manieren gewerkt: Met de hele klas dezelfde les. In de groep in een kleinere groep een extra moment voor instructie Met kinderen uit andere groepen, soms bij een andere leerkracht, om leerling op hetzelfde niveau les te kunnen geven (niveaulessen) In de groep individueel voor hulp en instructie bij een specifiek probleem Voor de leerkrachten betekent dit, dat zij de leerlingen met alle middelen waarover zij beschikken terzijde staan. Hierbij kunt u denken aan de manier waarop de leerkracht instructie geeft, aangepast aan de behoeften van de kinderen; een speciale methode voor bijvoorbeeld rekenen; extra hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld programma’s op de computers. De positieve houding van de leerkracht, die de leerlingen uitnodigt om zelf actief aan slag te gaan, is van wezenlijk belang in ons onderwijs.
5.2
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
Bij plaatsing wordt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Binnen het termijn van 6 weken wordt dit ontwikkelingsperspectief opgesteld en daarna in het ondersteuningsteam besproken en vastgesteld. Hierna wordt het ontwikkelingsperspectief met de ouders besproken. Het ontwikkelingsperspectief is eigenlijk het “handboekje” van het kind. In dit “handboekje” is het kind beschreven vanuit alle positief werkende factoren van het kind en de omgeving en de negatief werkende factoren. Van hieruit worden doelen en aanpak voor het leren beschreven. Hierbij worden beredeneerde keuzes in het onderwijs-, begeleidings- en leerstof aanbod gemaakt. Zo wordt de ontwikkeling van elke leerling optimaal gestimuleerd. Werken met het OPP dient niet de ontwikkeling te volgen, maar hierin juist vooruit te kijken en te plannen.
11
Twee maal per jaar worden de ontwikkeldoelen op basis van OPP geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Deze evaluatie wordt in de OPP- bespreking met u tijdens een ouderavond besproken. Wanneer kinderen 3 schooljaren onderwijs hebben gekregen vanaf het niveau van groep 3 en hun didactische leeftijd (leerleeftijd) 30 is, wordt er in het OPP ook een uitstroombestemming aangegeven. De uitstroombestemming is de vorm van voortgezet onderwijs, waar het kind op basis van de mogelijkheden, de leer ontwikkeling, de sociaal emotionele ontwikkeling en de haalbaarheid, naar uit kan stromen. Bij de planning van de leerstof voor de leerling is dit perspectief richting gevend. Binnen een SBO school stroomt een groot deel van de kinderen uit naar het VMBO VMBO Basis en Kader met LWOO). Het VMBO kent meerdere niveaus. Een gering deel van de kinderen kan uitstromen naar VMBO gemengd Theoretisch of Theoretische leerweg. Voor ruim een kwart van onze leerlingen, al kan dat per schooljaar verschillen, is het VMBO niet haalbaar. Deze leerlingen stromen uit naar het Praktijkonderwijs. De geplande leerstof, gekoppeld aan de doelen voor de leerlingen wordt door de leerkrachten uitgewerkt in een groepsplan. In dit groepsplan wordt gewerkt met maximaal 3 instructieniveaus, ook wel aanpakken genoemd. We kennen de basisaanpak, de intensieve aanpak, en de verdiepte aanpak. Zo kunnen kinderen binnen dezelfde les toch de instructie en de aanpak krijgen die ze nodig hebben. De groepsplannen hebben vaste evaluatiemomenten die verwerkt worden als bijstelling en ter onderbouwing van het ontwikkelingsproces van de leerling. Wij passen dit toe bij vier hoofd leergebieden. Te weten; rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling.
5.3
DE JONGE RISICOKINDEREN(JRK)
In de kleutergroep wordt de brede basis gelegd voor de specifieke vakken die in de latere leerjaren aan de orde komen. In deze groep richten wij ons vooral op de algehele ontwikkeling van kinderen en de werkwijze wijkt dan ook enigszins af van die van de latere leerjaren. Het onderwijs wordt aangeboden in thema’s, waarin de voorbereidende vaardigheden die in de kleuterperiode aangeboden worden, verpakt zitten. Met observatielijsten brengen de leerkrachten de ontwikkeling in beeld en stellen zij doelen. Daarnaast worden ook citotoetsen afgenomen. Net als in de rest van de school vormt het bereikte eindpunt aan het einde van de kleuterperiode het startpunt voor de volgende groep. Op deze wijze wordt de doorgaande lijn gewaarborgd. Wanneer de kinderen er aan toe zijn, wordt er vakmatig met lezen, schrijven, en rekenen begonnen.
5.4
REFERENTIENIVEAUS
Sinds 1 augustus 2010 is de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. In die wet is vastgelegd dat scholen vanaf het schooljaar 2010/ 2011 de referentieniveaus in het onderwijsaanbod als uitgangspunt moeten nemen. Voor het primair onderwijs, waar wij ook onder vallen, worden twee niveaus onderscheiden: het fundamentele niveau (1F) en het streefniveau (1S). Het doel van deze niveaus is om doelgericht te werken en de leeropbrengsten in het onderwijs te verbeteren. Wij streven op onze school ook naar goede leeropbrengsten en willen voor de kinderen in wiens mogelijkheden dit ligt ons richten naar het behalen van deze niveaus.
5.5
LEZEN
Leren lezen is een moeilijk proces en binnen het SBO hebben veel leerlingen hier extra tijd en ondersteuning bij nodig. Voor het aanvankelijk lezen werken we met de methode Veilig Leren Lezen. Voor het voortgezet technisch lezen gebruiken we de methode Estafette. De leeslessen vinden in het bijzonder plaats in de eigen groep.
12
Waar nodig vindt er soms ook uitwisseling tussen groepen plaats om alle kinderen het juiste en haalbare aanbod te kunnen geven. Goed en vlot kunnen lezen is een hele belangrijke vaardigheid om ook allerlei teksten te kunnen begrijpen.
5.6
SCHRIJVEN
Een goed handschrift is praktisch en een net visitekaartje. In de kleutergroep vinden voorbereidende motorische vaardigheden plaats om in SBO 3 te kunnen starten met het schrijven. We werken in de hele school met de methode Pennenstreken. Deze methode sluit goed aan op de methode Veilig Leren Lezen.
5.7
TAAL
Bij aanvang van dit schooljaar (2013-2014) werken we nog met de methode Taalleesland. In het laatste deel van vorig schooljaar zijn we gestart met de oriëntatie op een nieuwe methode voor Taal en spelling. Tot minimaal de herfstvakantie zullen 3 nieuwe methodes uitgeprobeerd worden. In het tweede deel van het schooljaar willen we starten met het implementeren van een nieuwe taalmethode.
5.8
REKENEN
Rekenen is naast begrijpend lezen een belangrijk leervak op school. Per week wordt er ongeveer 5 uur aan rekenonderwijs gegeven wat het belang van rekenen mede weergeeft. We werken met de methode Pluspunt. Dit is een methode voor realistisch rekenonderwijs. De reken- specialist op onze school, juf Karin Dekkers, is gestart met het ontwikkelen van de eerste leerarrangementen voor kinderen die een zeer moeizame rekenontwikkeling kennen.
5.9
ENGELS
De kinderen in de hoogste groepen hebben ook het vak Engels op het rooster staan. We gebruiken hiervoor, afhankelijk van de leermogelijkheden van de kinderen, verschillende methodes. De methodes en materialen die we gebruiken zijn: Early Start, Let’s do it! en digitaal het programma Groove me.
5.10
LEVENSBESCHOUWING
Voor de lessen levensbeschouwing werken we met het lesprogramma Trefwoord. In dit lesprogramma worden veel thema’s behandeld die voor een goede sfeer in de school belangrijk zijn. Vaak zijn de lessen in de vorm van een verhaal met aansluitend een gesprek. Ook wordt er gewerkt met een kalender, met gedichten en met liedjes.
5.11
WERELDORIËNTERENDE VAKKEN
Voor de lessen in wereldoriëntatie werken we met drie vrij nieuwe methodes. Voor verkeerskennis en vaardigheden werken we met de methode Wijzer door het Verkeer. Voor de geschiedenislessen maken we gebruik van de methode Speurtocht en voor aardrijkskunde gebruiken we de methode Blauwe Planeet. De laatste twee methodes zijn ook heel goed toe te passen op de digiborden in de klas. Dit maakt vergroten van kennis op deze leergebieden voor kinderen extra leuk. De school wil zich komend schooljaar gaan oriënteren op het vormgeven van het onderwijs aangaande natuureducatie en wetenschap en techniek.
13
5.12
EXPRESSIE VAKKEN
Expressie, je belevingen uiten, kan op veel verschillende manieren gebeuren. We doen dit op onze school binnen de lessen tekenen, handvaardigheid, muziek en eventueel muziek en dans of drama met de methode Moet je doen. Voor het vormgeven van de lessen wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes en materialen. Daarnaast nemen we deel aan het kunstmenu wat jaarlijks verzorgd wordt door het Centrum van de Kunsten (CVK) in Roosendaal. Bij het kunstmenu kun je denken aan; bezoek aan musea, theater voorstelling, gastlessen handvaardigheid en muziek. Voor de wekelijkse lessen muziek die in het reguliere lesprogramma van de school zijn opgenomen hebben we de beschikking over twee vakdocenten muziek.
5.13
BEWEGINGSONDERWIJS
Met de term bewegingsonderwijs willen we uitdrukken dat het om meer gaat dan alleen gymnastiek. Kinderen bewegen graag en als dit goed gaat geeft dat een plezierig gevoel. “Door spel en bewegen, kom je anderen tegen”. Alle groepen vanaf SBO 3, hebben twee keer per week gym. Eén les wordt gegeven door onze vakdocent gym. De andere les wordt door de eigen leerkracht gegeven. Op beide locaties hebben we de beschikking over een gymzaal. Om hygiënische redenen is het niet wenselijk dat kinderen in hun dagelijkse kleren gymmen. We stellen daarom aparte gymkleding verplicht. Na de gymles wordt er door de kinderen (jongens en meisjes gescheiden) gedoucht. Dit gebeurt alleen met fris water. Shampoo en douchegel worden niet gebruikt. De kinderen wordt gevraagd hiervoor een handdoek mee te brengen. Gymkleding is een korte broek (maximaal tot de knie) met een T-shirt of een gympakje en gymschoenen. Gymschoenen mogen niet buiten gedragen zijn en geen zwarte zool hebben. Als kinderen niet mee mogen of kunnen doen met de gymles, verwachten we een briefje van de ouders met opgave van reden. Zonder briefje moeten de kinderen deelnemen aan de les. Vanuit veiligheidsoogpunt mag er niet gegymd worden met sieraden, een hoofddoek en scherpe haarversiering. Kinderen (jongens en meisjes) met lang haar vragen wij om tijdens de les het haar vast te zetten met een haarelastiek. De kinderen moeten dit elastiek zelf meebrengen.
5.14
DIFFERENTIATIE
Omdat er met individuele verschillen op het gebied van leer- en/ of gedragsproblemen van kinderen rekening moet worden gehouden, wordt er gedifferentieerd gewerkt. Dit stelt specifieke eisen aan methodes, hulpmiddelen, organisatie en leerkrachtvaardigheden. Naast de basisaanpak voor een vak kan er afhankelijk van wat een kind nodig heeft, geïnvesteerd worden. Dit kan door verlengde instructie of door meer leertijd. Ook kan het aanbod voor een kind verdiept worden, als een kind meer aan kan. De leerkracht beschrijft de aanpak voor de groep in een groepsplan. Daarnaast wordt hierbij gebruik gemaakt van de computer. Een motiverend hulpmiddel voor het inoefenen van bepaalde leerstof. De computers in de klas zijn voorzien van voor onze school geschikte en aan de gebruikte methodes gekoppelde software.
5.15
ACTIEF BURGERSCHAP
Actief burgerschap is deel willen uitmaken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan leveren. De kern van burgerschap is het ontwikkelen van een eigen identiteit en van democratisch denken en handelen. Burgerschap is een competentie waarbij kennis, houding en vaardigheden een rol spelen. Bij burgerschap gaat het om adequaat handelen in de gemeenschap of samenleving. Sociale competentie is een onderdeel van burgerschap. Hierbij gaat het om adequaat handelen in sociale situaties.
14
Op de Sponder wordt intensief gewerkt aan het bevorderen van de sociale competentie van de leerlingen. Deze is dan ook terug te lezen is onze visie.
5.16
SOCIALE VAARDIGHEDEN (PAD PROGRAMMA)
In alle groepen worden de sociale vaardigheden dagelijks geoefend. We gebruiken hiervoor de methode PAD. PAD is een lesmethode voor kinderen in het basis- en speciaal (basis)onderwijs en is bedoeld om de sociaal emotionele ontwikkeling te bevorderen. In PAD- lessen worden sociaal emotionele vaardigheden op een speelse en leuke manier gestimuleerd, waarbij verschillende werkvormen worden afgewisseld. Het leerplan PAD is gericht op alle kinderen van vier tot 12 jaar. Voor elke leeftijdsgroep zijn lessen ontwikkeld. Hierdoor besteden we in het lesprogramma structureel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van onze kinderen. PAD richt zich vooral op de preventie, door te werken aan: •
Achterliggende normen en waarden
•
Gedachten en gevoelens van het kind en van andere betrokkenen
•
Verschillende manieren om problemen op te lossen
Doelstelling van PAD: PAD is gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. PAD wil gedrags- en agressieproblemen voorkomen door de leerlingen te helpen zelfcontrole te ontwikkelen, hun gevoelens te onderkennen en zelfstandig sociale problemen op te lossen. De lessen in de methode gaan over het zelfbeeld van de leerlingen, het vergroten van de zelfcontrole, het onderkennen van gevoelens en aan het oplossen van problemen. Het programma biedt een uitgebreid pakket lessen , dat een opbouw in moeilijkheidsgraad kent. PAD is niet alleen een lessenserie, maar biedt ook handvatten die in de dagelijkse lessituatie (en thuis) ingezet kunnen worden. PAD heeft 5 aandachtsgebieden die centraal staan: •
Zelfbeeld
•
Omgaan met leeftijdsgenoten
•
Zelfcontrole
•
Emoties
•
Probleem oplossen
Deze aandachtsgebieden komen elk leerjaar terug. De accenten verschillen hierin per leerjaar. In de onderbouw ligt de nadruk op het leren van zelfcontrole, bij de middenbouw op het omgaan met gevoelens en bij de bovenbouw ligt de nadruk op het oplossen van problemen.
15
5.17
NIET BIJ KENNIS ALLEEN
Als basisschool zijn wij er om onze leerlingen onderwijs te geven. Daar wordt bij ons op school dan ook veel tijd aan besteed. Maar we zijn ook een speciale school. Bepaalde behoeftes van onze kinderen hebben niet direct met het schoolse leren te maken. Mede daarom hechten wij veel waarde aan wat nog meer kan bijdragen aan de persoonlijkheidsontwikkeling van onze leerlingen, door middel van kennismakingsactiviteiten, projecten, feesten, vieringen of andere activiteiten. In deze activiteiten zijn: kamp in de schoolverlatersgroep en de schoolreis voor alle andere groepen vast opgenomen. Het schoolkamp en alle andere activiteiten en vieringen, maken deel uit van het schoolprogramma en we gaan er dan ook van uit dat alle kinderen hieraan deelnemen. Een deel van de extra activiteiten wordt betaald vanuit de ouderbijdrage. U kunt hier meer over lezen in hoofdstuk 13. Sommige activiteiten en het schoolkamp en de schoolreis worden apart betaald. Uiteraard proberen we deze kosten zo laag mogelijk te houden.
ONDERSTEUNING AAN LEERLINGEN 6.1
ONDERSTEUNINGSNIVEAUS IN DE SCHOOL
Binnen de school werken we met de 1 ondersteuningsroute. Deze route kent 5 niveaus van ondersteuning binnen de school. Binnen de verschillende niveaus kunnen medewerkers betrokken zijn.
Binnen de niveaus 1 en 2 is de eigen leerkracht de proceseigenaar. Worden voor leer- en of gedragsproblemen na interventies in niveau 1en 2 geen adequaate oplossingen gevonden, dan zal het kind op niveau 3 komen. Op niveau 3 gaat de intern begeleider samen met de leerkracht de uitgevoerde interventies na en kijkt of er nog andere intervertenties mogelijk zijn. Dit gesprek noemen wij een leerlingbespreking. Waneer ook vanuit niveau 3 de interveties niet doelmatig zijn, kan een leerling op niveau 4 besproken worden. Binnen niveau 4 wordt het kind met specialisten besproken. Deze specialisten kunnen zijn; de psycholoog of orthopedagoog, de rekenspecialist of de taal/lees
16
specialist, de maatschappelijk werkende of de logopedist. In niveau 4 is er altijd eerst een klein ondersteuningsoverleg met één van de genoemde specialisten. Daarna kan een leerling multidisciplinair ( alle specialisten met alkaar aan tafel) in niveau 4 besproken worden. Deze specialisten die in de ondersteuningsstructuur aanwezig kunnen zijn, vormen samen het ondersteuningsteam van de school. Vanuit ondersteuningsniveau 4 kan het voorkomen dat we concluderen dat wij een leerling niet het meestpassend leeraanbod kunnen bieden. Dan komt een leerling in ondesteuningsniveau 5. Ondersteuningniveau 5 heeft verplaasting naar een meer passende setting tot gevolg. Hierbij kan gedacht worden aan speciaal onderwijs, regulier basisonderwijs of een specialistische zorginstelling. Het doel van de ondersteuningniveaus 1 tot en met 4 is het komen tot een juiste afstemming van aanbod en ondersteuning in de eigen groep. Soms worden kinderen na het doorlopen van ondersteuningniveau 4 niet terug geplaatst naar de eigen groep, maar naar een andere groep in de school wanneer dit beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerling.
6.2
GROEPSPLANNEN
In de groepen wordt gewerkt met groepsplannen voor de leergebieden rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. Wij kennen twee groepsplanperiodes in een schooljaar. Elke periode kent halverwege een tussenevaluatie en een eventuele bijstelling. Daarnaast wordt het groepsplan bij aanvang en bij afsluiting besproken. De eindevaluatie van een groepsplanperiode valt kort voor de bespreking van het ontwikkelingsperspectief waarbinnen de doelen voor de leerling beschreven staan. De evaluatie van het groepsplan is daarmee een belangrijk middelen om het leerproces en de leeropbrengsten van een leerlingen voor de vier leergebieden doelgericht vorm te geven.
6.3
INDIVIDUELE PLANNEN
Het kan voorkomen dat de onderwijsbehoeften van een leerling dusdanig specifiek zijn dat alleen het groepsplan niet volstaat in de totaalaanpak voor de leerling. In dat geval kan een individueel handelingsplan gehanteerd worden naast het groepsplan. Afhankelijk van de doelstelling van het individuele handelingsplan, kan dit plan didactisch gekoppeld zijn aan het groepsplan.
6.4
MOGELIJKHEDEN SPECIFIEKE ONDERSTEUNING
Het is onze doelstelling om het leeraanbod en de ondersteuning aan onze leerlingen binnen de groep plaatst te laten vinden. We werken dus minimaal met individuele leerlingen of kleine groepjes leerlingen buiten de groep. Toch kan het voorkomen dat kinderen zich bepaalde vaardigheden in onvoldoende mate eigen maken in de groep, waarvoor we een aparte training van een aantal weken starten. De inzet voor specifieke ondersteuning wordt vastgesteld in ondersteuningsniveau 4. Bij vragen over de leer- en/of sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen is er de mogelijkheid nader psychologisch onderzoek of observatie te doen door de psycholoog of orthopedagoog van de school: Specifieke ondersteuning die we in kunnen zetten bestaat uit: Logopedie: Alle nieuw geplaatste leerlingen krijgen een logopedische screening waarna handelingsadviezen voor in de groep kunnen volgen of eventueel logopedische begeleiding. Fysiotherapie: Een aantal dagdelen in de week is er een gespecialiseerde kinderfysiotherapeut op school (zij is geen medewerker van de school) die kinderen (de jongere kinderen) op school fysiotherapeutisch behandelt. Dit gaat volgens de reguliere verwijzing van de eigen huisarts. Er vindt afstemming tussen de fysiotherapeut en de leerkrachten plaatst met betrekking tot de motorische ontwikkeling van de leerling.
17
MRT: (Motorische remedial teaching) Leerlingen in de lagere groepen worden tijdens de gymles twee keer per jaar gescreend (door de vakleerkracht gym) op met name de grof motorische ontwikkeling. Bij grote achterstand worden kinderen kortdurend begeleid om de achterstand te verkleinen. RT: (Remedial Teaching) Leerlingen die op een specifiek leergebeid een hiaat in de ontwikkeling hebben welke in de reguliere lessen niet afdoende begeleid kan worden, kunnen kortdurend (meestal in een groepje) begeleid worden door de remedial teacher. Rots en Water training: Rots en water is een weerbaarheidtraining welke we in kunnen zetten voor kleine groepen kinderen. TOM training: TOM staat voor "Theory of Mind", letterlijk "een theorie maken van de geest van de ander". TOM heeft betrekking op de vaardigheid aan jezelf en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en bedoelingen toe te schrijven en op basis daarvan in te spelen op gedrag van anderen. Deze vaardigheden zijn noodzakelijk om wederzijds adequaat te kunnen communiceren. De TOM training is een groepstraining. Het is bedoeld voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar die voorbereidende sociale vaardigheden nog missen. Het doel is om sociaal inzicht en invoelend vermogen zo goed mogelijk aan te leren.” Begeleidingsgesprekken: Leerlingen van onze school komen weleens in een situatie op school of buiten school waar ze zorg om hebben. Om leerlingen hier op school in te kunnen ondersteunen in de vorm van praten over je gedachten en gevoelens en het krijgen van handvatten om met deze gedachten en gevoelens om te gaan, kan een leerlingen met toestemming van de ouders, hierover gesprekken hebben op school. Deze gesprekken kunnen gevoerd worden door de maatschappelijk werkende of de leerkracht bij ons op school die hierin zich sterk heeft ontwikkeld.
6.5
KINDEREN MET EEN INDICATIE
Sommige leerlingen van onze school hebben een indicatie voor speciaal onderwijs. Met een dergelijke indicatie hebben de ouders in principe de keuze om hun kind op een school voor speciaal onderwijs te plaatsen of op een basisschool. In dit laatste geval krijgen deze leerlingen een zogenaamde rugzak mee. Dit betekent dat er voor een leerling met een rugzak ambulante begeleiding komt vanuit de school van speciaal onderwijs, om samen met de school en de ouders de begeleiding en afstemming van onderwijs en ondersteuning op de school vast te stellen in de vorm van een begeleidingsplan. Bij ons op school is het doel dit begeleidingsplan in te zetten binnen de groep, mogelijk aangevuld met extra middelen of specialistische ondersteuning. Op dit moment en zeker met ingang van augustus 2014 wordt er fors bezuinigd op het speciaal onderwijs en de begeleiding die zij aan scholen bieden.
6.6
OVERGANG NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
Waar gaan kinderen naar toe na de eindgroep op de Sponder. Het streven is om de kinderen naar het reguliere voortgezet onderwijs te laten gaan. De grootste groep kinderen gaat naar het VMBO. Binnen het VMBO gaan de meeste kinderen naar de Basisberoepsgerichte leerweg en de Kaderberoepsgerichte leerweg. ( VMBO-B/ VMBO-BK/ VMBO-K)Enkele kinderen stromen uit naar VMBO Gemengde leerweg of de Theoretische leerweg. (VMBO GT/ VMBO-T) Soms is er een leerling die uit kan stromen naar HAVO. Naast de uistroom naar het VMBO stroomt ruim een kwart van de leerlingen uit naar het Praktijkonderwijs. Binnen het VMBO zijn de meeste van onze kinderen aangewezen op het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)binnen de VMBO school. Hiervoor moet bij de RVC (Regionale Verwijzings Commissie) een beschikking aangevraagd worden. Dit wordt gedaan door de school voor voortgezet onderwijs waar het kind wordt aangemeld. Met deze indicatie kan de school voor voortgezet onderwijs extra zorg vormgeven voor deze leerling.
18
Dit doen zij bijvoorbeeld door kleinere klassen te maken, extra mentoruren in te zetten, huiswerkbegeleiding te bieden enz. De scholen verzorgen zelf de keuze hoe de LWOO- gelden in te zetten. U kunt dit bij uw aanmelding bij de school navragen. Binnen de verwijzing naar voorgezet onderwijs moeten wij ons, evenals basisscholen, houden aan de landelijke toelatingscriteria. Via onze interne schooladviesprocedure wordt het schooladvies opgesteld door een groot deel van het ondersteuningteam. Wanneer uw kind in het schoolverlaterjaar van de Sponder zit, wordt u op een aparte ouderavond deze adviesprocedure uitgelegd en toegelicht. Wanneer regulier voortgezet onderwijs niet haalbaar is voor een leerling, wordt minimaal in het laatste jaar in samenspraak met de ouders een indicatie aangevraagd voor het speciaal voortgezet onderwijs.
6.7
UITSTROOM
Het afgelopen jaar hebben 63 leerlingen de school verlaten. Hieronder ziet u een overzicht waar onze leerlingen naar zijn verwezen. Uitstroomadviezen schooljaar 2012- 2013. Totaal aantal leerlingen
PRO
VMBO
63
Aantal leerlingen
%
Aantal leerlingen
%
20
32%
43
68%
Niveau VMBO
Aantal leerlingen
%
VMBO B- LWOO
30
70%
VMBO BK- LWOO
4
9%
VMBO K- LWOO
3
7%
VMBO-K- RUGZAK REC 4
1
2%
VMBO K
1
2%
VMBO GT- LWOO
4
9%
19
Uitstroomgegevens 2008 t/m 2012
2012
2011
2010
2009
2008
aantal lln
65
%
73
%
71
%
71
%
77
%
VWO
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
HAVO
0
0%
1
1%
0
0%
1
1%
0
0%
VMBO-TL
0
0%
7
9%
0
0%
0
0%
5
6%
VMBO-GL
0
0%
0
0%
3
4%
10
14%
0
0%
VMBO-KB
5
8%
9
12%
6
8%
0
0%
3
4%
VMBO-BB
33
51% 37
50%
37
52%
31
44%
35
45%
PRO
26
40% 17
23%
19
27%
27
38%
21
27%
VSO
1
1%
3
4%
3
4%
0
0%
7
9%
Anders
0
0%
0
0%
3
4%
0
0%
4
5%
Onbekend
0
0%
0
0%
0
0%
2
3%
2
3%
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN De Sponder, school voor speciaal basisonderwijs vervult een belangrijke rol binnen het Passend Onderwijs. We willen graag intern een sterke school zijn. Daarnaast willen we met basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs binnen het samenwerkingsverband ondersteunend samenwerken. De komende jaren werken we hard aan het versterken van de onderwijskwaliteit van de school. Deze verbeteringen zijn met name gericht op het leerstofaanbod, het opbrengstgericht werken, de instructiekwaliteit, de interne ondersteuning en de contacten met ouders. De eerste aanzetten om tot deze verbeteringen op langere termijn te komen zijn afgelopen schooljaar uiteengezet. Zo zijn de kaders gesteld m.b.t. het werken naar leerroutes, het afstemmen van leerstofaanbod en de hieraan gekoppelde doelen. De eerste onderwijsarrangementen buiten de basis van ons onderwijs zijn in ontwikkeling. Dit schooljaar werken we met andere groepbenamingen en de groepen worden anders dan voorheen samengesteld. Daarnaast wordt er continu gewerkt aan verder professionalisering van de medewerkers van de school. In het schoolplan van de school en het jaarplan voor dit schooljaar zijn alle doestellingen hieromtrent meer omschreven terug te vinden.
20
OUDERS 8.1
OUDERRAAD
De school kent één ouderraad voor de twee locaties tezamen. De ouderraad vergadert ongeveer zes keer per jaar. De ouderraad ondersteunt vele activiteiten van de Sponder waarbij de inbreng van ouders gewenst is. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt die door andere ouders op school zijn in te zien.
8.2
KLASSENOUDERS
Op groepsniveau zijn er activiteiten en lessen waar hulp van ouders welkom is. Voor leerkrachten werkt het prettig om bij de organisatie in en om de klas hulp te hebben van ouders. Het is ons streven dat er voor elke groep één of twee klassenouders beschikbaar zijn. De leerkrachten benaderen hiervoor zelf ouders.
8.3
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD(MR)
Het schoolbestuur heeft bij bepaalde beleidsvoornemens op schoolniveau de instemming van de MR nodig. Daarnaast is de MR een adviesorgaan. De raad bestaat uit een ouder- en personeelsgeleding van elk vier personen. De taken en bevoegdheden liggen vast in het reglement van de medezeggenschapsraad. Dit kan op school worden ingezien. De MR mag advies uitbrengen over alle zaken m.b.t. onderwijs en de organisatie. Daarnaast heeft het bestuur de instemming van de MR nodig bij onder andere wijzigingen van het beleid, fusies, schoolplan, schoolgids e.d.. Ouders kunnen op school de verslagen van de MR inzien. In het MR jaarverslag staan alle onderwerpen waarover de raad het afgelopen jaar heeft vergaderd. De MR bestaat op dit moment uit: Namens de ouders:
Namens de school:
Max Philips
Karin Dekkers, voorzitter/ secretaris
Mirella Tol
Cisca Didden
Matty Jongmans
Bert Hofmans
Mirjam Raams
Iris Flipsen
8.4
OUDERAVONDEN EN CONTACTEN MET DE SCHOOL.
De betrokkenheid van ouders bij de school is op de Sponder iets vanzelfsprekends. Een goede samenwerking en afstemming tussen ouders en medewerkers van de school is in het belang van de ontwikkeling van het kind. Wij worden graag geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen betreffende het kind in ondermeer de thuissituatie. Zo kunnen we tot goede afstemming komen en zorgen delen en mogelijk helpen oplossen. Vergeet u ook niet de juiste telefoonnummers door te geven aan de school zodat u voor ons altijd goed te bereiken bent.
21
Reguliere ouderavonden Gedurende het schooljaar zijn er verschillende onderavonden. Twee avonden in februari en juni noemen we de OPP gesprekken. Hierin wordt het (OPP) ontwikkelingsperspectief van uw kind met u besproken. Daarnaast is er aan het begin van het schooljaar een algemene informatieavond voor de klas en zijn er tussentijds 1 tot 2 momenten waarop er een spreekuur ouderavond is. Dit spreekuur is bestemd om specifieke vragen van uw of onze kant met elkaar te bespreken. Deze gesprekken worden gevoerd door de leerkracht(en) van uw kind. Extra contacten Wanneer wij met u willen praten buiten de vaste momenten in het kader van de ontwikkeling van uw kind, wordt u persoonlijk uitgenodigd. Dit kan telefonisch of schriftelijk gebeuren. Wilt u zelf een extra gesprek met de school dan kunt u de leerkracht benaderen om een extra afspraak te maken. U kunt ook specifiek een afspraak maken met bijvoorbeeld de intern begeleider of met de directie.
8.5
SCHOOLCONTACTPERSOON.
De schoolcontactpersoon kan luisteren naar de klacht van u of uw kind en u doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de GDD en/of naar de vertrouwenspersoon van de vertrouwensinspecteur. Sommige vormen van seksuele intimidatie zijn volgens de wet strafbaar. We spreken dan van een zedenmisdrijf of een strafbaar feit. Als u bij de schoolcontactpersoon van de school melding maakt van een strafbaar feit (ontucht, aanranding, verkrachting) is deze persoon verplicht dit te melden aan het bestuur. Het bestuur is op haar beurt verplicht hierover de vertrouwensinspecteur van het onderwijs te raadplegen. Als zij beiden vermoeden dat hier sprake is van een strafbaar feit, is het bestuur verplicht hiervan aangifte te doen bij justitie. De schoolcontactpersonen op onze school zijn. Mevr. M. Petit Mevr. A.Blom Mevr. M. van Hassent
8.6
INFORMATIE AAN GESCHEIDEN OUDERS
Een echtscheiding meemaken gaat vaak gepaard met een moeizame periode, waarin niet altijd duidelijk ligt hoe de zaken het best georganiseerd worden. Duidelijk is vaak wel dat het kind bij één van de ouders gaat wonen en de andere ouder een omgangsregeling heeft met het kind. We spreken dan over verzorgende en niet- verzorgende ouder. Sinds 1998 is er na een echtscheiding bijna altijd sprake van een gezamenlijk gezag. We hebben de volgende afspraken gemaakt betreffende het verstrekken van informatie aan beide ouders. Beide ouders hebben evenveel recht op schoolinformatie Het is de plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke (schoolse) zaken die hun kind betreffen, dus ook alle verslagen vestrekken over de schoolontwikkeling van het kind. Mocht dit door omstandigheden niet gebeuren, dan kan de niet- verzorgende ouder alsnog de school verzoeken om informatie over de schoolontwikkeling van het kind te geven. De school zal deze gegevens dan “moeten” verstrekken. Daarnaast zal de school de andere ouder hierover inlichten.
22
Het feit dat de verzorgende ouder bezwaar heeft tegen het verschaffen van informatie aan de andere ouder, kan voor de school geen reden zijn om de gevraagde schoolinformatie niet te verschaffen. De school is verplicht om twee aparte gesprekken te organiseren wanneer dit niet kan plaatsvinden met de ouders samen en beide ouders wel over hun kind willen komen praten.
8.7
NIEUWSBRIEVEN
Regelmatig verschijnt er een Nieuwsbrief, waarin ouders op de hoogte gebracht worden van alle activiteiten en ontwikkelingen van de school.
8.8
SCHOOLGIDS
Elk jaar verschijnt deze schoolgids met praktische informatie over de school. U kunt hem in het nieuwe schooljaar lezen op de website van de school; www.desponderkpo.nl
8.9
INFORMATIE AAN DERDEN
Informatie aan derden over leerlingen wordt alleen op verzoek en met schriftelijke toestemming van de ouders door de school vertrekt. Met derden wordt bedoeld, instanties buiten de school die bemoeienis hebben met uw kind. De toestemming wordt verleend door de persoon die het bevoegd gezag heeft over het kind.
8.10
WEBSITE
Onze website kan wel een vernieuwde uitstraling gebruiken. Hierin zijn de ontwikkelingen en het ontwerpen ervan in volle gang. www.desponderkpo.nl Op de website worden ook foto’s van schoolactiviteiten geplaatst. Als u niet wilt dat foto’s van uw kind op de website te zien zijn, vragen wij u dit bij de administratie van de school door te geven. 0165 541107 of via de mail:
[email protected]
DE MEDEWERKERS 9.1
WIJZE VAN VERVANGING BIJ ZIEKTE.
Bij plotselinge afwezigheid van een onderwijsgevende (bijv. ziekte) worden de kinderen zoveel mogelijk opgevangen door een andere (vervangende) leerkracht. Wanneer er geen vervangende leerkracht beschikbaar is proberen we de kinderen intern op te vangen. Soms delen we kinderen in een dergelijk situatie op over de andere groepen. De leerpakketten voor deze omstandigheid liggen klaar in de eigen groep. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan aan ouders gevraagd worden hun kind een dag thuis te houden. Ouders worden hierover dan vooraf schriftelijk geïnformeerd.
23
9.2
INZET ONDERWIJSASSISTENT
In de lagere groepen (JRK 1-2 en SBO 3-4) worden onze onderwijsassistenten meer ingezet dan in de hogere groepen. De inzet van de onderwijsassistent is mede afhankelijk van de ondersteuningsbehoeften binnen de groepen. Het kan dus zijn dan in sommige hogere groepen een onderwijsassistent de groep op bepaalde momenten of bij bepaalde lessen ondersteunt.
9.3
BEGELEIDING EN INZET VAN STAGIAIRES EN STUDENTEN
Wij bieden studenten van de PABO (Pedagogische Academie Basisonderwijs) de mogelijkheid bij ons op school stage te lopen. Soms is dit een korte stage van een aantal dagen of weken. Voor dit jaar zijn er echter ook LIO studenten, die in het laatste leerjaar van hun opleiding na inwerken zelfstandig een groep gaan overnemen. Ook lopen er studenten stage die in opleiding zijn tot onderwijsassistent. Studenten worden alleen geplaatst na een gesprek en op basis van beschikbaarheid binnen de school. Alle groepsleerkrachten hebben een training gevolgd om deze studenten goed te begeleiden. De stagiaires voeren, afhankelijk van hun opleiding, opdrachten uit die vallen onder de verantwoordelijkheid van de persoon die hen begeleidt. Alle stages worden ondersteund door de stagebegeleider van de school Dhr. B. Hofmans.
9.4
SCHOLING VAN MEDEWERKERS
Onze medewerkers werken continu aan hun eigen persoonlijke professionalisering en daarmee aan de professionalisering van de school. Dit kunnen opleidingen en/ of cursussen zijn op individueel niveau of teamscholingen welke aansluitend zijn op de schoolontwikkelingen.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 10.1
SCHOOLTIJDEN
Dagen
Flaviadonk
Voorstraat
maandag
08.45 – 15.00 uur
08.50 – 15.05 uur
dinsdag
08.45 – 15.00 uur
08.50 – 15.05 uur
woensdag
08.45 – 12.30 uur
08.50 – 12.35 uur
donderdag
08.45 – 15.00 uur
08.50 – 15.05 uur
vrijdag
08.45 – 12.30 uur
08.50 – 12.35 uur
Flaviadonk: De leerlingen gaan vanaf 08.30 uur zelfstandig naar binnen. Vanaf deze tijd is er toezicht op het plein. Voorstraat: De leerlingen mogen vanaf 08.30 uur, als de surveillant de poort open doet, het plein op om hun eventuele fiets op het fietsenplein te plaatsen. Vanaf 08.35 gaan de leerlingen zelfstandig naar binnen. Middagpauze: op maandag, dinsdag en donderdag hebben de leerlingen een middagpauze van 45 minuten. Zij eten in de pauze 20 minuten in de eigengroep waarna zij nog 20 minuten buiten gaan spelen. Dit alles onder begeleiding van medewerkers van de school.
24
10.2
VAKANTIEROOSTER 2013/ 2014
Zomervakantie 2013
1 juli t/m 9 augustus 2013
Eerste schooldag 2013/2014
12 augustus 2013
Herfstvakantie
14 t/m 18 oktober 2013
Kerstvakantie
23 december 2013 t/m 3 januari 2014
Voorjaarsvakantie
3 maart t/m 7 maart 2014
Pasen
2 Paasdag, 21 april 2014
Meivakantie
28 april t/m 9 mei 2014
Hemelvaart
29 en 30 mei 2014
Pinkstervakantie
2 Pinksterdag , 9 juni 2014
Zomervakantie 2014
14 juli t/m 22 augustus 2014
Eerste schooldag 2014/ 2015
25 augustus 2014
10.3
e
e
URENVERANTWOORDING.
Voor een overzicht van de urenverantwoordingen schooljaar 2013/ 2014 verwijs ik u naar de bijlage.
10.4
ZIEKTE, SCHOOLVERZUIM, EN VERLOF
Ziekte Wanneer uw kind ziek is verzoeken wij u dit op de eerste ziektedag, voor aanvangstijd van de school, door te geven. Dit kunt u telefonisch doen op nummer; 0165 541107. Wanneer uw kind met tussenkomst van een weekeinde nog steeds ziek is, vragen wij u de ziekmelding op maandag opnieuw aan ons door te geven. Wanneer een leerling niet wordt afgemeld wegens ziekte of een andere omstandigheid en er geen verlof is verleend, is de school verplicht dit verzuim als ongeoorloofd door te geven aan de leerplichtambtenaar. Is de ziekte van dien aard dat het een lange herstelperiode vraagt, dan vragen wij u dit tijdig aan ons door te geven, zodat we met u afspraken kunnen maken over het geven van bijvoorbeeld huiswerk. Bij zeer ernstige en langdurige ziektegevallen gaan we in overleg met de leerplichtambtenaar en met u een passende oplossing bespreken. Verzuim Wanneer een leerling veel ziekteverzuim heeft en wij hierbij zorg hebben, geven wij dit door aan de schoolarts. Zij zal de leerling oproepen voor een algemeen gezondheidsonderzoek en nagaan of het verzuim passend is bij de gezondheidsproblematiek.
25
Wanneer er sprake is van veel verzuim waarbij de ouders de school niet tijdig in kennis stellen, of het verzuim geen geldige reden kent, melden we dit verzuim bij de leerplichtambtenaar. Zij kan de ouders dan oproepen voor een gesprek. Verlof Extra vakanties zijn in principe niet toegestaan, ook het verlengen van een vakantie niet. Alleen bij heel bijzondere gelegenheden kunnen ouders via een speciaal formulier vrij vragen bij de directie van de school. Het is belangrijk dat dit tijdig wordt gedaan, want sommige aanvragen lopen via de leerplichtambtenaar en dat kost tijd. De verlofformulieren zijn te verkrijgen bij de school. U kunt dit vragen bij de leerkracht of bij de schooladministratie. Zij geven u dan het juiste formulier mee.
VERDERE INFORMATIE 11.1
VERVOER
Omdat wij een regioschool zijn en waarschijnlijk niet de school bij u om de hoek, kunnen een aantal leerlingen gebruik maken van het schoolvervoer wat via de gemeente wordt geregeld. Dit vervoer is gebonden aan strenge regels. Niet iedereen met een beschikking komt automatisch in aanmerking voor dit schoolvervoer. De huidige regels zijn: (Gemeente Roosendaal) Kinderen waarbij de afstand tussen woning en school groter is dan 4 km komen in aanmerking voor schoolvervoer. Het schoolvervoer van leerlingen die binnen een afstand van 4 km van school wonen, valt onder de zorgplicht van de ouders. (De verantwoordelijkheid, dat een kind op school komt, ligt bij de ouders.) Een aanvraag voor schoolvervoer wordt beoordeeld door de gemeente. Hierbij wordt gekeken naar de eigen mogelijkheden; die van het kind zelf; de begeleidingsmogelijkheden; de afstand tot de school; de reistijd en het gezinsinkomen. Als er geen andere opties meer over zijn, kan er vervoer worden ingezet. Om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer, ondanks dat de afstand tussen de woning en school kleiner is dan 4 kilometer, is het noodzakelijk om: Een aanvraag voor leerlingenvervoer in te dienen met daarbij een verklaring van een medisch specialist (geen huisarts), waaruit de handicap /beperking van het kind blijkt met daarbij de noodzaak voor vervoer. Daarnaast is het van belang dat ouders /verzorgers kunnen aantonen dat ze niet in staat zijn om hun kind naar school te brengen en /of begeleiden. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een werkgeversverklaring of medische verklaring Voor verdere informatie over schoolvervoer verwijzen wij u naar uw gemeente.
26
11.2
FIETSENSTALLING
Flaviadonk: Leerlingen die met de fiets naar school komen plaatsen hun fiets in het eerste deel van de fietsenstalling op het schoolplein. Zet je fiets op slot! Voorstraat: Leerlingen die met de fiets naar school komen plaatsen hun fiets in de fietsenrekken aan de linkerkant, achter het schoolgebouw. Via een grijze poort bereik je het plein met de fietsenrekken. Zet je fiets op slot!
11.3
GEVONDEN VOORWERPEN
De school is niet aansprakelijk voor het kwijtraken van kleding en andere eigendommen van leerlingen. Wilt u gymkleding zoveel mogelijk merken. Dit voorkomt verwisseling. Bovendien kunnen wij gevonden voorwerpen aan de juiste eigenaar terug geven. Gevonden voorwerpen waarvan we de eigenaar niet kennen, worden ingeleverd bij de conciërge van de locatie.
11.4
VERJAARDAGEN
Het is natuurlijk leuk om in de groep je verjaardag te vieren en dat mag ook. In de groep wordt de jarige kort in het zonnetje gezet en mag de leerling trakteren. Bij voorkeur zien we gezonde traktaties omdat we hechten aan gezonde voeding. Naast het trakteren in de groep krijgt de leerling een grote verjaardagskaart waarmee de leerling op de eigen locatie langs de groepen mag gaan. De leerkrachten schrijven hun naam op de kaart en plaatsen een sticker of felicitatie.
11.5
SCHOOLFOTOGRAAF
Elk schooljaar komt de schoolfotograaf op bezoek om groepsfoto’s en de individuele foto’s te maken. U wordt hierover vooraf geïnformeerd.
11.6
ETEN EN DRINKEN
In de alle groepen hebben de kinderen een kleine ochtendpauze, waarin ze wat kunnen eten en drinken. De rest van het eten is voor de middagpauze. We verzoeken de ouders om bij voorkeur gezonde dingen mee te geven voor de pauze. Graag zien wij in de ochtendpauze dat de kinderen fruit eten. Op vrijdag is het koeken- dag, er mag dan een gezonde koek meegebracht worden. Het is niet toegestaan om koolzuurhoudende dranken zoals cola, sinas, ijsthee met prik en sport- en energiedranken te nuttigen. Ook kauwgom is niet toegestaan. Chips, zoutjes, noodles zijn voor thuis en niet voor op school. Bij feestactiviteiten op school, kan er wel eens afgeweken worden van deze afspraken. In de middagpauze bij de lunch mogen kinderen zelf drinken meebrengen of ze kunnen thee op school krijgen.
11.7
KNUTSELMATERIAAL
Mocht u materialen hebben wat we tijdens de handvaardigheidlessen goed kunnen gebruiken, laat het ons dan weten.
27
11.8
MEENEMEN VAN SPEELGOED EN WAARDEVOLLE SPULLEN, TELEFOONS E.D.
Als bij uitzondering kinderen speelgoed en dergelijke mee brengen naar school, dan is dat geheel op eigen risico. We raden u dan ook aan om geen kwetsbare of dure voorwerpen mee te geven. Fietssleutels en mobiele telefoons worden in de kluis in de klas bewaard. Wanneer de leerling op het plein komt, moet de telefoon uitgezet worden. Tijdens schooltijd hebben leerlingen geen telefoon nodig. Bij de start van de les leggen de leerlingen fietssleutel en mobiele telefoon in het kluisje. Aan het einde van de dag worden de spullen weer uit de kluis gehaald. Pas na het verlaten van het plein mag de telefoon weer aangezet worden. Bij gebruik van de telefoon zonder toestemming van de leerkracht of de schoolleiding tijdens de schooltijden, wordt de telefoon direct ingenomen. Na contact met de ouders hierover wordt de telefoon weer terug gegeven.
11.9
HOOFDDEKSELS
Het is voor onze leerlingen niet toegestaan om onder schooltijd binnen de school hoofddeksels te dragen. Petten en dergelijke kunnen bij de jas in de gang worden bewaard.
11.10 KLACHTENREGELING Hiervoor verwijzen wij naar de bovenschoolse gids van KPO.
11.11 GEDRAGSPROTOCOL INTERN. Wanneer kinderen gedrag laten zien wat ontoelaatbaar is,wordt dit gedrag, de aanleiding en de vervolgafspraken geregistreerd in het digitale leerling-dossier en met de ouders besproken. In de loop van dit schooljaar zult u dit protocol ontvangen.
11.12 SPONSORING De laatste tijd hoor je steeds meer over sponsoring van scholen. Hierbij gaat het om geld, goederen of diensten die door een sponsor worden gegeven. Hiervoor verwacht men natuurlijk een tegenprestatie. Vaak in de vorm van folders of administratieve afwikkeling rondom abonnementen e.d.. Deze vorm van sponsoring komt ook op onze school voor.
FINANCIËN 12.1
OUDERBIJDRAGE EN OVERBLIJFGELD
Aan de plaatsing van uw kind op de Sponder zijn financiële consequenties verbonden. Hieronder treft u een overzicht aan van de verschillende kosten: Vrijwillige ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbijdrage is € 20,Alle kinderen nemen deel aan de schoolactiviteiten zoals Sinterklaas, Kerst en Carnaval. Om deze activiteiten voor de kinderen op een fijne manier vorm te geven vraagt de school deze bijdrage. Zonder deze geldelijke bijdrage is het voor de school erg moeilijk extra activiteiten voor de kinderen te organiseren.
28
De bijdrage is door de oudergeleding van de MR goedgekeurd. Het is echter geen wettelijke verplichting om deze te betalen. Ouders ontvangen een verklaring ter ondertekening, die aan het begin van het schooljaar wordt aangeboden. (zie bijlage) Onder strikte voorwaarden kan de stichting Leergeld iets voor u betekenen voor het betalen van de bijdrage. Overblijven op school. Omdat de school werkt met een korte middagpauze blijven alle kinderen over. Voor het overblijven wordt € 35,- per schooljaar berekend.
12.2
SCHOOLKAMP
De schoolkamp bijdrage in het laatste jaar van de Sponder, is afhankelijk van de kampplaats en activiteitenplanning tijdens het kamp en zal een bedrag tussen de €30,- en €45,- bedragen.
12.3
SCHOOLREIS
Alle leerlingen, met uitzondering van de leerlingen in de schoolverlatergroepen, gaan op schoolreis. Afhankelijk van waar we heen gaan zal deze bijdrage tussen de €20,- en €25,- bedragen.
12.4
WIJZE VAN BETALEN
Voor alle betalingen krijgt u aan het begin van het schooljaar een overzicht waarin de bedragen voor de hier genoemde activiteiten zijn opgesplitst. Hierin staat ook geschreven hoe u kunt betalen en wat de mogelijkheden zijn betreffende gespreid betalen.
NAMEN ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS. 13.1
HET PERSONEEL
Wij verstrekken in onze schoolgids geen adres en telefoongegevens van onze medewerkers. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een overzicht van de indeling van de leerkrachten en overige medewerkers in relatie tot de groepen.
13.2
TEAMSAMENSTELLING
Functie- taakoverzicht
totaal
Directeur
1
Hoofd Onderwijs en Begeleiding
1
1
Orthopedagoog
1
1
Psycholoog
1
1
Intern begeleider (taak)*
4
3
ICT/ Facilitaire zaken (taak)*
1
29
vrouw
man 1
1 1
Logopedist
4
4
Leerkracht
21
19
2
Vakleerkracht
3
1
2
Rekenspecialist*
1
1
Taal- leesspecialist*
1
1
Onderwijsassistent
5
5
Remedial Teacher (taak)*
2
1
Psychologisch assistent
1
1
Maatschappelijk werker
1
1
Administratief medewerker
2
2
Conciërge
2
Interieur verzorgers
3
3
Totaal
55
45
1
2
10
*Leerkrachten die naast het lesgevende taak een andere taak hebben binnen de school zijn geteld binnen de andere taak en niet in de functie van leerkracht.
13.3
LEERLING-LIJSTEN
Wij vertrekken standaard geen leerling-lijsten meer waarop de adresgegevens en de telefoonnummers van de leerlingen vermeld staan. Wilt u contact leggen met de ouders van een vriendje of vriendinnetje van uw kind, dan kunt u dit het beste doen middels het uitwisselen van een briefje via de kinderen of via bijvoorbeeld een vriendenboekje.
EXTERNE CONTACTEN Hieronder volgt een opsomming van instellingen, diensten en verenigingen, waar wij als school regelmatig contact mee hebben:
SCHOLEN •
Basisscholen welke vallen binnen het samenwerkingsverband, WSNS Roosendaal
•
Scholen voor Voortgezet onderwijs in de regio
•
Avans Hogeschool
•
Kellebeekcollege
•
Andere SBO scholen in Nederland
30
14.2
GEZONDHEID EN WELZIJN.
•
GGD
•
GGZ
•
BJZ (Bureau Jeugdzorg)
•
JUZT
•
Zorg voor Jeugd
•
CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin)
•
SDW (Stichting Dag- en Woonvoorziening)
•
MEE West Brabant
•
Franciscus Ziekenhuis Roosendaal
14.3
Rijksinstellingen
•
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
•
Rijksinspectie van het Onderwijs
•
AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling)
•
Raad voor de Kinderbescherming
14.4
Gemeente
•
Gemeente Roosendaal, Rucphen, Halderberge Steenbergen m.b.t. Kruisland en Steenbergen Moerdijk m.b.t. Noordhoek en Standdaarbuiten.; div. bestuurlijke afdelingen
•
Politie district Roosendaal
•
Openbare bibliotheek
•
Centrum voor de Kunsten
31
BIJLAGEN
1.
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage
2.
Stichting Leergeld Roosendaal
3.
Centrum Jeugd en Gezin
4.
Gebruikte afkortingen
5.
Plattegrond locatie Flaviadonk en locatie Voorstraat.
6.
Overzicht urenverantwoording
7.
Overzicht urenverantwoording per vakgebied
32
BIJLAGE 1
OVEREENKOMST VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGE (VOORBEELD)
1. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Roosendaal, zijnde het bevoegd gezag van de SBO-school De Sponder, vertegenwoordigd door de directeur R. Bastiaanssen, verder te noemen: “de school” en 2.
de Heer/Mevrouw ______________________________ zijnde de
ouder/verzorger van __________________________________________ wonende ___________________________________________________ te _________________________________________________________ verder te noemen: “de ouder/verzorger”, in aanmerking nemende, dat de ouder/verzorger de leerling heeft ingeschreven bij de school, welke inschrijving de school heeft aanvaard; dat de school naast het verzorgen van het reguliere onderwijs zich tevens sterk maakt voor een verdieping van het onderwijs door middel van diverse activiteiten, welke ten doel hebben de maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling van de leerling te bevorderen; dat voor genoemde activiteiten volgens artikel 40 lid 1 Wet op het Primair Onderwijs (WPO), c.q. artikel 27 lid 2 Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), c.q. artikel 40 lid 1 Wet op de Expertisecentra (WEC) een overeenkomst voor een ouderbijdrage gesloten kan worden; dat deze ouderlijke bijdrage vrijwillig is, zodat deze overeenkomst niet behoeft te worden aangegaan, doch wanneer deze overeenkomst is ondertekend er wel een verplichting tot betaling van de overeengekomen bijdrage door de ouder/verzorger bestaat; dat het de ouder/verzorger bovendien vrij staat de overeenkomst slechts voor een gedeelte van de door de school aangeboden activiteiten aan te gaan; dat de ouder/verzorger het van belang acht dat de leerling naast het reguliere onderwijs tevens deelneemt aan de hierna genoemde, door de school verzorgde activiteiten, en bereid is de daaraan verbonden kosten aan de school te voldoen; dat de ouder/verzorger door het aangaan van deze overeenkomst eveneens gehouden is de daarin opgenomen bijdrage aan de school volledig en tijdig te voldoen; verklaren te zijn overeengekomen: 1.
De ouder/verzorger wenst de leerling deel te laten nemen aan de volgende activiteiten:
Interne vieringen zoals: Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, expressiemiddag/-avond, musicals e.d. Externe activiteiten zoals: Sportdag, excursie, schouwburgbezoek, schoolkamp e.d.
33
U ontvangt een nota ouderbijdrage van € 20,-- . De schoolkampbijdrage is afhankelijk van de kampplaats en varieert van € 35,-- tot € 45,--. 2. De ouder/verzorger betaalt de hiervoor vermelde bedragen binnen de aangegeven termijn door middel van door de school verstrekte nota’s. 3.
Ten aanzien van de ouderbijdrage hanteert de school de volgende kwijtscheldingsregeling:
De school kan in uitzonderlijke gevallen de verschuldigde ouderbijdrage op verzoek van de ouder/verzorger gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding verlenen na overleg met de directie. 4.
Deze overeenkomst wordt voor de duur van één schooljaar aangegaan.
Aldus overeengekomen en opgemaakt in tweevoud te Roosendaal d.d.
…………………….
_____________________ de school
___________________ de ouder/verzorger
* Dit formulier wordt in de tweede schoolweek apart uitgereikt.
34
BIJLAGE 2:
STICHTING LEERGELD ROOSENDAAL
Stichting Leergeld laat alle kinderen meedoen. Voor steeds meer gezinnen is het financieel moeilijk haalbaar om kinderen mee te laten doen op school en in sport en spel. De kosten die de school met zich meebrengt, zoals schoolmateriaal, schoolkamp en/of reisje lopen vaak hoog op. Dit geldt ook voor kosten met betrekking tot sportclubs zoals contributies en sportkleding. Veel van deze kosten worden niet door de bijzondere bijstand vergoed. Is dit bij u ook het geval, dan kan Stichting leergeld, u misschien verder helpen. Voor wie is Stichting Leergeld bedoeld? Stichting Leergeld richt zich op ouders van schoolgaande kinderen in de leeftijd 4 tot 18 jaar, met een minimum inkomen of iets erboven en wonend in de gemeente Roosendaal; Die hun kosten niet of slechts gedeeltelijk vergoed krijgen via de I.B.G., Sociale Zaken of een andere instelling; Die hun kosten pas op een later tijdstip vergoed krijgen en nu de rekening moeten betalen. Hoe komt u in contact met Stichting Leergeld? U kunt ons altijd bereiken door: in te spreken op ons antwoordapparaat; een klein briefje naar onze postbus te sturen: Stichting leergeld Roosendaal Postbus 215 4700 AE Roosendaal Tel. 0165-399150
35
BIJLAGE 3:
CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN
Heb je als ouder of verzorger grote of kleine vragen over opvoeden? Maak je je zorgen of wil je graag weten hoe anderen het aanpakken? Opvoeden is leuk, uitdagend en spannend. Soms is het ontroerend of vervelend. Het is ook wel eens teveel en te moeilijk om het alleen te doen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een laagdrempelig inlooppunt waar u als (toekomstige) ouder, opvoeder of verzorgers van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar terecht kunt voor alle vragen over opvoeden en opgroeien. Ook als kind of jongere loop je misschien wel met vragen rond. Bijvoorbeeld als je gepest wordt, als je ouders gaan scheiden of als je om wat voor reden dan ook niet helemaal lekker in je vel zit. Blijf er niet mee zitten maar kom naar het Centrum voor Jeugd en Gezin of stuur ons een mail. Je staat er niet alleen voor! Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal Langdonk 5 – 4707 TG Roosendaal 24 uur per dag bereikbaar via telefoon: 088-CJG INFO (088- 254 46 36)
Voor het vragen van advies kunt u altijd bellen of mailen, u wordt dan z.s.m. teruggebeld of gemaild. Telefoonnummer:088-254 4636 Mailadres:
[email protected] Website: www.cjgroosendaal.nl Locatie langdonk: Langdonk 5 Er is hier geen inloopspreekuur, bel voor een afspraak 088-254 4636 Locatie Kalsdonk:Heilig Hartplein 36 Inloopspreekuur op donderdag van 13.30-14.30 Locatie Westrand: Lucas van Leydenstraat 12 A Inloopspreekuur op donderdag van 14.15-14.45 Locatie Wouw: Venpoorten 7 Inloopspreekuur donderdag van 14.00-14.30
36
BIJLAGE 4:
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
Bapo
Seniorenregeling onderwijs
OTO
Ondersteuningsteam overleg
CvI
Commissie voor Indicatiestelling
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GMR
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
IB-er
Intern begeleider
ICT
Informatie Communicatie Technologie (computeronderwijs)
JRK
Jonge risico kinderen
KPO
Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal (schoolbestuur)
LIO-er
Leerkracht in opleiding
Loc.
Locatie
LWOO
Leerwegondersteunend Onderwijs
Lz
Langdurig zieken
MR
Medezeggenschapsraad
NAW
Gegevens met betrekking tot Naam Adres en Woonplaats
OPP
Ontwikkelingsperspectief
OC
Oudercommissie
PAD
Programma Alternatieve Denkstrategieën
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
REC
Regionaal Expertise Centrum
RT
Remedial teaching
SBO
Speciale school voor basisonderwijs
SOVA
Sociale vaardigheden
WSNS
Weer Samen Naar School
37
BIJLAGE 5:
PLATTEGRONDEN
38
39
BIJLAGE 6:
URENVERANTWOORDING
Urenberekening schooljaar
2013 Het jaar telt van 1 oktober 2013
Februari 29 sept. 30 sept.
Bijtelling:
2014 niet 2014 valt op 2014 valt op
schrikkeljaar
in een schrikkeljaar, dus geen maandag dus wel dinsdag Uren les maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag totaal per week op jaarbasis 29 sept.
2014 tot en met 30 september
totaal schooljaar
bijtelling voor 30 sept. De Sponder 5,5 5,5 3,75 5,5 5,5 25,75 1339 0 1344,5
omschrijving: herfst kerst voorjaar 2e Paasdag koninginnedag meivakantie
vrije dagen:
hemelvaart pinksteren
do en vrij maandag
25,75 51,5 25,75 5,5 0 51,5
maandag woensdag
11 5,5
zomervakantie 2014
154,5
totaal Urentotaal
331 1013,50
Studiedagen datum: activiteit: 18-09-2013 15 jr. KPO
uren 3,75 3,75
Totaal Lesuren netto Consequentie 940 uur model 39,2 weken compensatie van het 940 uur model = 39,2 x 1,3/4 uur = (15.00 -/- 1 3/4 = 13.15 -/- 3/4 pauze = 12.30 uur, gelijk woensdag) Vrijdag eindigen de lessen daarmee om 12.30 uur. Pauze vervalt. Lesuren netto
40
2014
bijtelling voor 29 sept.
5,5
30 sept. Vakanties van - t/m:
-
1009,75
68,6
1,15
BIJLAGE 7:
URENVERANTWOORDING PER VAKGEBIED
SBO 4 t/m SBO 6
vakgebied
SBO 3
onderdeel taal & woordenschat
taal
zintuigelijke &lichamelijke oefening
creatieve vakken
sociale redzaamheid
onderdeel
taal
taal & woordenschat technisch lezen en spelling
3,25
technisch en begrijpend lezen
3
spelling
2
rekenen
wereldorientatie
vakgebied
rekenen
5 aardrijkskunde
0,75
geschiedenis
0,75
natuur
0,5
motorische ontwikkeling
1,5
zwemmen
wereldoriëntatie
zintuigelijke &lichamelijke oefening
buitenspel
9
5
schooltv
0,25
motorische ontwikkeling
1,5
schrijven
1
schrijven
muziek
1
muziek
0,75
handvaardigheid
1
handvaardigheid
0,75
creatieve vakken
2
tekenen
0,5
tekenen
0,75
verkeer
0,75
0.50
PAD
1,25
1,75
0,5
verkeer sociale PAD redzaamheid levensbeschouwing
1,25
ochtend pauze
1,25
levensbeschouwing
0,5
Engels ochtend pauze totaal
24
41
24
SBO 7 en SBO 8 vakgebied
onderdeel taal & woordenschat
taal
3,25
technisch en begrijpend lezen
3
spelling
2
rekenen wereldorientatie
zintuigelijke &lichamelijke oefening
5 aardrijkskunde
0,75
geschiedenis
0,75
natuur
0,5
motorische ontwikkeling
1,5
zwemmen buitenspel schrijven
creatieve vakken
sociale redzaamheid
1
muziek
0,75
handvaardigheid
0,75
tekenen
0,5
verkeer
0,75
PAD
1,25
levensbeschouwing
0,5
Engels
0,5
ochtend pauze
1,25 totaal
24
JRK 1-2 ontwikkelingsgebied taal
7,25
rekenen
2,50
wereldoriëntatie zint & lich oefen.
creatieve vakken
sociale redzaamheid levensbeschouwing
1 motorische ontw.
4,25
buitenspel
3,25
voorbereidend schrijven
0,50
muziek
0,75
handvaardigheid
0,75
tekenen
0,75
PAD
2,50 0,50 24
42
43