Schoolgids Beste ouders en verzorgers,

Schoolgids 2012 - 2013

Beste ouders en verzorgers, De stichting ROOBOL is een overkoepelende organisatie voor 18 openbare basisscholen in de gemeenten Achtkarspelen, Kollumerland c.a., Dantumadiel en Dongeradeel. ROOBOL betekent Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland. Met deze gids willen wij u graag informeren over de afspraken en regels die gelden voor alle basisscholen van ROOBOL. De schoolspecifieke informatie afkomstig van de school van uw kind(eren), krijgt u via de school in de vorm van een schoolgids en jaarkalender. De meest actuele stand van zaken is ook te vinden op de website van ROOBOL via www.roobol-onderwijs.nl. We proberen de inhoud zo toegankelijk mogelijk voor u te presenteren. Dat is niet gemakkelijk, want wettelijke regelingen zijn vaak moeilijk leesbaar. U kunt altijd contact opnemen met de directeur van de school van uw kind(eren). Wij wensen u en uw kind(eren) een plezierig schooljaar toe. Namens het bestuur van ROOBOL, Trees Galama Directeur/bestuurder

0

Schoolgids 2012-2013

INHOUDSOPGAVE 1.

De school................................................................................................... 3

2.

Waar de school voor staat ........................................................................ 4

3.

De organisatie van het onderwijs ............................................................. 5

4.

De zorg voor kinderen .............................................................................. 7

5.

De leerkrachten ....................................................................................... 10

6.

De ouders / verzorgers .......................................................................... 10

7.

De ontwikkeling van het onderwijs in de school ................................... 12

8.

De resultaten van het onderwijs............................................................. 13

9.

School – en vakantietijden ...................................................................... 14

10.

Namen, adressen, telefoonnummers ...................................................... 16

11.

Jaarplanning ............................................................................................ 17

Informatiedeel met (wettelijke) regelingen ROOBOL schooljaar 2012 - 2013 ....... 18 1.

Algemene informatie Stichting ROOBOL .................................................... 19

2.

Missie en visie van ROOBOL ...................................................................... 20

2.1.

Missie. ...................................................................................................... 20

2.2.

Visie ......................................................................................................... 20

2.3.

Onze strategische doelen van 2008-2012 zijn:.......................................... 21

3.

De ROOBOL organisatie ............................................................................ 22

3.1.

De volgende criteria bepalen het toelatingsbeleid van de school: .............. 22

3.2.

Procedure schorsing en verwijdering ......................................................... 22

3.3.

Leerplicht/verzuim/verlof ......................................................................... 23

3.4.

Leerlingendossier ..................................................................................... 25

3.5.

Externe adviseurs of externe behandelaars ............................................... 25

3.6.

Vrijstelling voor bepaalde onderwijsactiviteiten (GVO/HVO) ...................... 26

3.7.

Sponsoring ............................................................................................... 26

1


4.

Communicatie .......................................................................................... 26

4.1.

Website..................................................................................................... 26

4.2.

Klachtenregeling ....................................................................................... 26

4.3.

Omgaan met moderne communicatiemiddelen ......................................... 26

4.4.

Informatievoorziening aan gescheiden ouders .......................................... 27

4.5.

Tevredenheidonderzoeken ........................................................................ 27

5.

Veiligheid ................................................................................................. 28

5.1.

Bedrijfshulpverlening (BHV) en preventiemedewerker ................................ 28

5.2.

WA verzekering......................................................................................... 28

5.3.

Speciale ongevallenverzekering................................................................. 28

5.4.

Protocol kindermishandeling..................................................................... 28

5.5.

De verwijsindex ........................................................................................ 28

5.6.

Hoe werkt de verwijsindex? ....................................................................... 29

5.7.

Centra voor jeugd en gezin (CJG) .............................................................. 29

6.

Zorg en begeleiden ................................................................................... 29

6.1.

Zorgverbreding door handelingsplannen................................................... 29

6.2.

De zorgstructuur van het samenwerkingsverband WSNS ........................... 29

6.3.

Schoolmaatschappelijk werk .................................................................... 31

6.4.

Verrichten van medische handelingen ................................................... 31

2


1. De school Naam: Openbare basisschool “It Twaspan” Schoolstraat 4 9287 LV Twijzelerheide Tel. 0511 – 443128 [email protected] www.obstwaspan.nl Denominatie: It Twaspan is een openbare basisschool. Dat wil zeggen dat de school open staat voor iedere culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. De school is toegankelijk voor kinderen uit alle gezindten. Situering: It Twaspan staat in een kindvriendelijke, rustige woonwijk. De school is gemakkelijk bereikbaar, lopend of op de fiets. Het plein komt niet rechtstreeks op de weg uit, wat bevorderlijk is voor de veiligheid. Leerlingenaantal: Wij zijn een middelgrote school met een variërend leerlingenaantal van 50 tot 70. Directie: De directeur van de school is Dhr. W van der Heide. Hij is in principe op dinsdag en vrijdag aanwezig. Als u bij afwezigheid van de directie toch met dringende zaken zit, kunt u zich in eerste instantie wenden tot de groepsleerkracht van uw kind. Ook kunt u vragen naar juf Anita de Bruin. Voorzieningen: Er is een toegang voor gehandicapten. Tevens zijn er aangepaste sanitaire voorzieningen. Vergaderingen: De teamvergaderingen vinden één keer per week plaats na schooltijd. Nascholing van de leerkrachten vindt plaats onder of na schooltijd. Studenten: Geregeld lopen er studenten van de pabo en andere opleidingen stage op onze school. De groepsleerkracht blijft eindverantwoordelijke tijdens de lessen.

3


2. Waar de school voor staat • • • •

• • • •

De school wil een goede samenwerking vormen tussen schoolleiding, leerkrachten, kinderen, ouders en het bestuur. Dit vormt een basis voor een goed schoolklimaat. Een goede school maak je met zijn allen. We gaan uit van zelfstandig werken en samenwerken op It Twaspan. Dit staat in het teken van respect voor elkaar en rekening houden met elkaar. We hanteren daarbij omgangsvormen en staan open voor andere opvattingen, meningen en geloofsovertuigingen. Het samen leren, samen werken en zorg dragen voor elkaar staat hoog in het vaandel. Daarom werken we met methoden en onderwijsmiddelen die rekening houden met de verschillen tussen onze leerlingen en die ook zelfstandig werken en samenwerkend leren mogelijk maken. Binnen onze werkwijze van zelfstandig werken stimuleren wij een kritische en actieve leerhouding. We stellen ons actief op, om achterstanden ten gevolge van sociale, economische en culturele omstandigheden op te heffen en/of te verkleinen. Vanuit een veilige leeromgeving, leren we vaardigheden aan op sociaal-emotioneel, motorisch, cognitief en creatief gebied. Dit met het doel, kinderen te laten groeien tot individuen die zelfstandig en evenwichtig kunnen functioneren. Met behulp van het leerlingvolgsysteem volgen we de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend. Naar aanleiding daarvan kunnen we zorg op maat geven. We willen goede contacten onderhouden met het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs om de overgang naar de verschillende schooltypen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Daarnaast schakelen wij indien nodig externe hulp of dienstverlenende instanties in voor kinderen en ouders.

Kerndoelen van het basisonderwijs We staan op het standpunt, dat kinderen de elementaire basisvaardigheden moeten leren. Deze staan omschreven in de kerndoelen. Vervolgens moeten de kinderen deze basisvaardigheden leren gebruiken om nieuwe kennisterreinen te verkennen en nieuwe inzichten te ontwikkelen. Ook willen we kinderen leren, zoveel mogelijk zelfstandig naar oplossingen te zoeken. Leren dat ze voor een oplossing niet afhankelijk zijn van een ander. Tegelijkertijd willen we kinderen laten ervaren dat samenwerking soms kan leiden tot een beter resultaat. Onze school is voorzien van moderne lesmethoden die de kerndoelen volledig dekken. Het streven is om iedereen deze kerndoelen zoveel mogelijk te laten halen. Voor kinderen die moeite met de leerstof hebben, proberen we tenminste het niveau van eind groep 6 te bereiken. In dat geval zal voor deze leerling een individuele leerlijn opgesteld moeten worden. Dat kan als er een extern onderzoek naar de mogelijkheden van de leerling heeft plaatsgevonden. Dit onderzoek is in het belang van de leerling en in het belang van de school. Bij extra hulp of aanpassingen van de leerstof worden de ouders altijd door de school op de hoogte gesteld.

4


Klimaat van de school De school staat in een veilige en rustige woonomgeving. De sfeer in de school en op het schoolplein moet veilig en vertrouwd zijn. We voelen ons er verantwoordelijk voor, dat alle kinderen zoveel mogelijk met plezier naar school gaan.

3. De organisatie van het onderwijs Organisatie: De organisatie van de school is vastgelegd in het schoolplan en de schoolgids. Het schoolplan ligt op school ter inzage. De groepen: De indeling van de groepen is op basis van combinatiegroepen. De groepen zijn als volgt samengesteld: 1/ 2/ 3, 4 / 5/6 en 7/ 8. Werkwijze voor de kinderen: Door de gehele school wordt een vaste werkwijze gehanteerd wat betreft het zelfstandig werken. In de onderbouw varieert dit van één tot twee vakgebieden. In de bovenbouw van twee tot vier vakgebieden op een ochtend, tot een gehele week. De aanpak in groep 1/2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van het lokaal en de manier van werken is anders. Groep 1/ 2 start in de kring en de kinderen komen daar ook steeds weer terug. Daarnaast wordt er gewerkt en gespeeld aan tafels, in hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Ieder schooljaar wordt er één of twee keer gewerkt aan een thema door de gehele school heen Zelfstandig werken: a. Planbord In groep 1 en 2 wordt gewerkt met een planbord. Na de kring kiezen de kinderen “zelfstandig” voor een bepaalde activiteit. De activiteiten zijn door middel van een plaatje zichtbaar gemaakt. De kinderen hebben een eigen naambordje en hangen hun naam bij de gekozen activiteit. Gedurende een bepaalde tijd zijn ze bij dit onderdeel aan het werk. b. Taken Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een dagtaak. Deze wordt na de herfstvakantie geïntroduceerd. De kinderen krijgen elke dag een overzicht met daarop 3 kolommen. In de eerste kolom staan de vakken. Deze zijn aangegeven met letters en symbolen. Zo leren ze de vakken kennen. Als ze kunnen lezen, worden de symbolen vervangen door woorden. In de tweede kolom staan de “moettaken”; het werk wat ze die dag voor dat vak moeten maken. In de derde kolom staat het extra werk. Hier staat wat je moet doen als je dat vak af hebt. De kinderen kunnen dan zelfstandig verder, zonder de leerkracht of andere kinderen te storen. In groep 4 werken we met een weektaak. In het begin van het schooljaar wordt de taak nog per dag aangeboden. Dit wordt steeds uitgebreid met één dag. Aan het eind van het jaar kunnen de kinderen dus werken met de gehele weektaak. In de loop van het schooljaar worden er door de leerkracht kruisjes voor de vakken gezet. Als er een kruisje voor een vak staat, wil dit zeggen dat de leerling dit vak zelfstandig mag maken, wanneer hij/zij wil. Als er geen kruisje voor een vak staat, betekent dit dat de leerkracht bij dit vak een korte uitleg moet geven of dat het een instructieles is.

5


In de groepen 5 en 6 wordt er vanaf het begin van het schooljaar gewerkt met de gehele weektaak. De kruisjes staan er nu ook bij. Het principe is hier hetzelfde als bij de andere groepen. Nu mogen de kinderen echter ook alvast werk van de volgende dag gaan maken, als ze hun geplande werk al af hebben. In de groepen 7 en 8 wordt op dezelfde wijze gewerkt als in 5 en 6. Het rode en groene bordje In alle groepen wordt gewerkt met het rode en groene bordje. Het rode bordje geeft aan dat je de leerkracht niet mag storen. Dat kan bijvoorbeeld omdat hij/zij bezig is met de andere groep of alleen met een kind aan het werken is aan de instructietafel. De kinderen die de leerkracht op dat moment iets willen vragen, moeten dit even uitstellen, of proberen het probleem zelf op te lossen. Een andere mogelijkheid is om degene die naast je zit te vragen of die wil helpen. We beperken dit tot de buurman/vrouw, zodat veel lopen door de klas voorkomen wordt. Het groene bordje wil zeggen dat je bij de leerkracht kan komen wanneer je bepaalde dingen niet snapt of iets wilt vragen. In groep 1 en 2 wordt het gebruik van het bordje langzaam aan uitgebreid door het steeds vaker en langer op rood te zetten. De instructietafel Vanaf groep 3 wordt gewerkt met een instructietafel. De instructietafel wordt gebruikt wanneer de leerkracht een kind of meerdere kinderen nog iets extra uit wil leggen, of bijvoorbeeld bij het niveau lezen. Het bordje wordt dan op rood gezet en de kinderen in de klas werken zelfstandig. Ook kinderen die aan een ander programma werken, roept de leerkracht vaak even aan de instructietafel om bepaalde zaken door te nemen en instructie te geven. “Zelfstandig werken” kasten In alle groepen is een “zelfstandig werken” kast. In deze kast staan de materialen voor extra werk. Dit kunnen de kinderen gaan doen die een bepaald vak af hebben of als de gehele taak voor die dag af is. De materialen zijn veelal zelfcorrigerend. Dat wil zeggen dat de kinderen deze vakken zelf kunnen nakijken. Zij kunnen dan direct zien wat goed of fout is. De materialen zijn verdeeld over de verschillende vakgebieden Actief burgerschap en sociale integratie Bij ons op school draait alles om de leerlingen, leerkrachten en ouders. De kwaliteit van hun leven en voor de leerlingen de vorming van een stevig fundament voor hun latere sociaal en maatschappelijk leven is essentieel. Zo werken wij: aan de brede vorming van kinderen; een schoolklimaat waarin opvoeding en onderwijs samengaan; respect en vertrouwen in elkaar; aan het vergroten van de veiligheid; Vanuit deze visie mogen de kinderen in een veilige omgeving verschillend zijn, kritisch zijn en leren ze op een plezierige, verdraagzame manier met elkaar om te gaan en voor elkaar iets te betekenen. Het gaat om ervaringen in de school waarbij de leerlingen kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen opdoen die hen in staat stellen om deel uit te maken van de gemeenschap en het vermogen en de wil om actief mede vorm te geven aan die gemeenschap. Gedurende hun schooltijd wordt de (leef)wereld van de kinderen steeds groter. In feite is burgerschap en sociale integratie geen nieuwe taak. Onze school geeft daar al lange tijd en op allerlei manieren vorm aan. Het vormt een integraal deel van onze pedagogische opdracht, van de sociale- en levensbeschouwelijke vorming.

6


4. De zorg voor kinderen Nieuwe leerlingen De opvang van nieuwe leerlingen in de school vindt als volgt plaats: - introductie bij de desbetreffende leerkracht door de directeur. - kennismaking personeel met ouders en kind(eren). - plaatsen in een groepje leerlingen, die de nieuwe leerling(en) wegwijs maken in de school. Leerlingenzorg De ontwikkeling van de leerlingen wordt o.a. geregistreerd aan de hand van toetsen. We gebruiken toetsen die bij de leermethoden horen en methode onafhankelijke toetsen (CITO). Methode gebonden toetsen zijn de toetsen van: rekenen: “Pluspunt”, taal/spelling “Taalactief”, begrijpend lezen: “Onderste boven van lezen” en de toetsen van de overige vakken. De CITO toetsen zijn niet aan een methode gebonden. Deze toetsen laten zien hoe de leervorderingen van een kind zich verhouden ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Van het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling) worden de volgende toetsen afgenomen: in de groepen 1 en 2 worden afgenomen: “ruimte en tijd”, “ordenen” en “taal voor kleuters”. In de groepen 3 tot en met 8 worden toetsen afgenomen op het gebied van lezen, begrijpend lezen, spelling, taal, woordenschat en rekenen. Ook voor sociaalemotionele ontwikkeling gebruiken we een leerlingvolgsysteem (Viseon). Het bekijken en beoordelen van het werk van de leerlingen wordt dagelijks uitgevoerd door iedere leerkracht. De gegevens over de vorderingen van de leerlingen worden geregistreerd in de groepsregistratie mappen van de leerkrachten. Leerlingenbesprekingen vinden 6x per jaar plaats. Dit gebeurt samen met de intern begeleider. Onderzoeken, verslagen en bijzonderheden komen in een leerlingendossier. De zorgprocedure voor een bepaalde leerling gaat volgens het “stappenplan zorgverbreding”. De leerlingen die extra hulp nodig hebben, worden met behulp van een stappenplan door de leerkracht geholpen. Voor de kleuters wordt het kleutervolgsysteem “Dorr” gebruikt. Stappenplan zorgverbreding Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem is een basis voor planmatig handelen en dient als uitgangspunt voor het signaleren en diagnosticeren van ontwikkelings-, leer- en/of gedragsproblemen. Daarbij is het een evaluatie-instrument waarmee beoordeeld kan worden in hoeverre bestaande problemen verergerd, gelijk gebleven, verminderd of verdwenen zijn. Met het leerlingvolgsysteem wordt als het ware van boven (schoolniveau) naar beneden (groepsniveau en uiteindelijk leerling) gekeken naar leerlingenresultaten. Op It Twaspan maken we gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem. Hiermee worden de vorderingen van de kinderen systematisch in kaart gebracht en verwerkt in het computerprogramma ‘CITO-LOVS’. Administratie en analyse vinden plaats op school-, groeps- en individueel niveau. Afnamemomenten van de toetsen staan in de “toetskalender”. Bij het leerlingvolgsysteem is de werkwijze “top-down”. Dit wil zeggen dat er vanuit schoolen groepsniveau doorgewerkt wordt naar de individuele leerling. Drie keer per schooljaar zijn op It Twaspan leerlingenbesprekingen gepland, waar de verkregen toetsresultaten worden besproken. Naast deze leerlingenbesprekingen zijn er drie keer per jaar groepsbesprekingen. Het doel van deze besprekingen is om de stappenplannen te evalueren. Na deze besprekingen vindt overleg plaats tussen de directie en de intern begeleider. Alle besprekingen zijn vooraf vastgelegd in de toetskalender. In de groepen 2, 3 en 4 worden de kinderen gevolgd volgens het “Protocol Leesproblemen en Dyslexie” (PLD). T.a.v. eventuele rekenproblemen volgen we de kinderen m.b.v. de Utrechtse Getallenlijn.

7


Het stappenplan Naast deze top-down werkwijze vraagt de praktijk ook om een meer bottom up manier van werken. Hiermee doelen we op het signaleren van ontwikkelings-, leer- en/of gedragsproblemen door de leerkracht in de groep. Hij of zij vormt een belangrijke factor in het vroegtijdig signaleren van (mogelijke) problemen. Op It Twaspan is hier gehoor aan gegeven middels de invoering van het “stappenplan zorgverbreding”. Dit stappenplan valt te typeren als een “bottom up” werkwijze. Er is in het stappenplan een centrale rol weggelegd voor de groepsleerkracht. Hij/zij is degene die de eerste stappen onderneemt als er moeilijkheden zijn met een leerling, een groepje leerlingen of zijn/haar gehele groep. Het stappenplan geeft op systematische manier de stappen weer, die genomen kunnen worden. Het uitgangspunt van het plan is dat de zorgbreedte wordt vergroot. Ieders rol en verantwoordelijkheid is hierbij duidelijk omschreven. Het stappenplan zorgverbreding wordt in werking gezet, wanneer er een probleem is gesignaleerd door de leerkracht, kind of ouders. Het stappenplan kan ook worden gebruikt voor bijvoorbeeld uitbreiding van het leerstofaanbod. Van stap 1 tot en met stap 3 wordt de ondersteuning steeds omvangrijker en intenser. Parallel hieraan loopt de verschuiving van schoolinterne naar schoolexterne hulp. De leerkracht blijft echter steeds een actieve rol spelen, hij/zij blijft de eerste verantwoordelijke voor het leren en welbevinden van de leerling. Leerlingendossier Van elke leerling worden de gegevens bijgehouden. Specifieke gegevens zitten in de map “leerling gegevens”. Hierin bevinden zich de gegevens over inschrijving, de gegevens uit leerlingenbesprekingen en andere persoonlijke gegevens. Hierin bevinden zich ook de contacten met externe instanties. Bij aanmelding voor een extern onderzoek wordt een compleet dossier aangemaakt volgens de “werkmap zorgvarianten WSNS 307”. De kast met leerlingengegevens wordt elke dag afgesloten. De gegevens worden altijd vertrouwelijk behandeld. Ouders/ verzorgers hebben het recht, het dossier van hun kind, in te zien. Naast het bijhouden van deze gegevens vindt registratie van de methode onafhankelijke toetsen plaats (CITO en AVI). Deze toetsen en registraties bevinden zich in de map “toetsresultaten”. Alle mappen zijn gerangschikt per jaargroep. Het stappenplan per stap Stap Stap Stap Stap

1: 2: 3: 4:

Probleem afbakenen en bieden van hulp door de leerkracht in de klas. Werken met een handelingsplan. Betrekken van externe hulp. Doorverwijzing naar speciaal onderwijs

De volledige uitwerking van het stappenplan ligt op school ter inzage en wordt op verzoek verstrekt. Mogelijkheden en grenzen van onze zorg De grenzen van onze zorgverbreding Onze school streeft er naar de zorg voor leerlingen op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen worden bereikt. Verstoring van de rust en de veiligheid Indien een leerling een handicap of stoornis heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, die leiden tot een verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor onze school de grens bereikt. Het is dan voor ons niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind te bieden.

8


Verzorging en de behandeling van het kind met een handicap en onderwijs aan het kind met een handicap Indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt waardoor zowel de zorg als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor onze school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind te bieden. Verstoring van het leerproces voor de andere leerlingen Indien het onderwijs aan een leerling met een handicap of stoornis een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor onze school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te beiden aan de leerlingen in de groep. De mogelijkheden van onze zorgverbreding Om een leerling binnen de school te kunnen houden is het noodzakelijk dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De leerbaarheid van een leerling moet zodanig zijn, dat hij of zij het reguliere onderwijsaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken. De leerling verlaat onze school met de minimale beheersing van de leerstof van eind groep 6. Het kind voelt zich veilig en vertrouwd op onze school. Het kind kan zich aan de groeps- en schoolregels houden. Het kind is in staat om zelfstandig te werken. Ouders komen gemaakte afspraken na. De teamleden hebben per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties die bijdragen aan de zorg. De school heeft zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in beginsel zelfredzaam zijn. De school beschikt over de gangbare communicatiemiddelen en heeft geen extra voorzieningen voor dove of slechthorende kinderen. Procedure bij aanmelding van een leerling met een handicap Indien ouders op onze school een kind met een handicap aanmelden dan volgen wij een draaiboek met een aantal afspraken, zoals die zijn verwoord in het protocol “Toelating, schorsen en verwijdering van leerlingen”. Ook maken we gebruik van de werkmap “zorgvarianten” van ons samenwerkingsverband WSNS 307. toelating a. opstellen van een handelingsplan b. realiseren van eventuele aanpassingen in het gebouw of het lokaal en de aanschaf van specifieke materialen en methoden. c. realisatie en evaluatie van het handelingsplan. Procedure bij schorsing en/ of verwijdering Indien de grenzen van de zorg zijn bereikt kan de school een procedure opstarten voor schorsing en/ of verwijdering.

9


5. De leerkrachten Aan It Twaspan zijn momenteel 1 directeur, 5 leerkrachten en 1 conciërge verbonden. De directie is voor twee dagen verbonden aan It Twaspan. Er is één leerkracht die volledig werkt, de anderen hebben allen een parttime baan. Taken kunnen worden onderscheiden in lesgebonden en niet lesgebonden taken. De niet lesgebonden taken zijn verdeeld over alle teamleden naar verhouding van hun werktijd. Elk teamlid is verantwoordelijk voor haar eigen taken. Ieder leerkracht is aanspreekpunt voor de eigen groep en voor het reilen en zeilen binnen die groep. Als team vergaderen wij iedere week op donderdagmiddag van half 4 tot 5 uur. Verder zijn er overlegmomenten over allerlei activiteiten met de betreffende leerkrachten. Één keer per maand wordt er een hele donderdagmiddag vergaderd. Deze zijn opgenomen in het vakantierooster. Bij afwezigheid van de leerkracht (b.v. ziekte of studieverlof) dan wordt allereerst geprobeerd dat de leerkrachten van de betreffende groep elkaar vervangen. Helaas is dat niet altijd mogelijk. Dan wordt een beroep gedaan op een vervanger / ster. Er is voor alle leerkrachten gedurende het schooljaar gelegenheid om nascholingscursussen te volgen. Regelmatig ziet u bij ons op school ook stagiaires rondlopen, om aan hun praktijk opleiding te werken. Als school willen wij hier een bijdrage aan leveren. Dit kan variëren van PABO studenten, onderwijsassistentes, administratieve krachten en ICT - studenten. Dankzij deze stagiaires kunnen we soms net iets meer realiseren dan wanneer ze er niet zijn. Voor namen, adressen en groepsverdeling van de leerkrachten zie de achterkant van de maand oktober van onze jaarkalender.

6. De ouders / verzorgers Informatie en communicatie Wij vinden een goede communicatie en samenwerking tussen school en ouders zeer belangrijk. De school informeert de ouders op de volgende wijze: -

de jaarlijks aangepaste schoolgids met daarin alle praktische informatie de informatiebrief die elke twee weken verschijnt, met daarin een opsomming van schoolen groepsactiviteiten schoolkrant (4x per jaar) de inloopochtenden de koffieochtenden op vrijdag ouder- en contactmiddag/avonden. het huisbezoek bij nieuwe leerlingen. de contacten die er ’s morgens en/of ’s middags zijn als u uw kind brengt of haalt. de website van It Twaspan www.obstwaspan.nl als uw kind extra hulp op school nodig heeft en daarvoor buiten de klas geholpen wordt, zult u daar van op de hoogte gebracht worden.

10 


-

open dag huisbezoek voordat het kind 4 jaar wordt. ziekte van leerling (na 2 weken thuis of 1 week ziekenhuis)

Wat kunnen ouders/verzorgers van de school verwachten? De school informeert de ouders regelmatig. De school zorgt ervoor dat de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen op school. De school werkt aan een goed pedagogisch klimaat. De school besteedt aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. De school besteedt aandacht en tijd aan culturele en creatieve activiteiten. De leerkrachten houden dagelijks, bij voorkeur na 15.15 uur, tijd vrij voor ouders die vragen hebben. U kunt bij de leerkrachten, de intern begeleider en/ of de directie van de school een afspraak maken om zaken uitgebreider te bespreken. De school doet wat binnen haar mogelijkheden ligt om de leerlingen op een zo hoog mogelijk niveau te laten functioneren. De school besteedt extra zorg aan leerlingen die achterblijven. Ook leerlingen die meer kunnen, zullen daarin gestimuleerd worden. In de communicatie naar ouders zullen steeds meer moderne communicatiemiddelen, zoals internet, gebruikt gaan worden. Wat verwacht de school van de ouders/verzorgers? Ouders zien erop toe dat hun kinderen de leerplicht nakomen. Ouders zien erop toe dat hun kinderen op tijd op school aanwezig zijn. Ouders zijn aanwezig op contactavonden, ouderavonden en rapportbesprekingen. Ouders zien er op toe dat de kinderen hun huiswerk maken. Daarnaast vinden wij het vanzelfsprekend dat: Ouders zorg dragen voor gezonde voeding, voldoende nachtrust en voldoende hygiëne. Hier onder verstaan we, onder andere, wassen, tanden poetsen, schone kleding en het voorkomen van luizen. Ouders belangstelling tonen voor school, schoolactiviteiten en de schoolprestaties van hun kinderen. U ons op de hoogte houdt van belangrijke gebeurtenissen thuis. Dan kunnen wij daar op school rekening mee houden. Ouderhulp Om er voor u kind(eren) een fijne schooltijd van te maken hebben wij uw hulp, inbreng en betrokkenheid hard nodig op de volgende terreinen: - feestelijke ouderavond in mei - Ouderraad - Medezeggenschapsraad - Sint inpakavond - activiteiten zoals bazaar of rommelmarkt. - hulp bij handvaardigheid - hulp in de schoolbibliotheek - kerstviering - afscheid groep 8 - verkeersactiviteiten geïnitieerd door verkeersouder - dorpsfeest - meester/juffendag - ideeënbus (bus waarin ouders/leerlingen ideeën kunnen deponeren) - open dag - laatste schooldag - sportdag - voetbaltoernooi

11 


- koekebeam - website Via de nieuwsbrief doen wij een beroep op uw hulp, ook bij incidentele activiteiten Overleg De ouders worden drie keer per jaar uitgenodigd voor een contactmiddag en/of –avond. De eerste keer is facultatief: op verzoek van de ouders of van de leerkracht. De tweede en derde keer zijn verplicht: dan wordt het rapport besproken. Zijn er tussentijds ontwikkelingen gaande waarbij overleg nodig is, dan wordt er contact opgenomen met de ouders. Als er thuis belangrijke ontwikkelingen gaande zijn, dan wil de school hierover graag geïnformeerd worden. We kunnen daar dan op school rekening mee houden. Ook kan er een huisbezoek afgelegd worden. Bij groep 8 wordt dit jaar in februari de drempeltoets afgenomen. Ook in februari wordt de Eindtoets Basisonderwijs van Cito gemaakt door de leerlingen van deze groep.De uitslag van de toetsen wordt met de ouders besproken. In dat gesprek doet de school een schoolkeuzeadvies voor het voortgezet onderwijs. Het is voor ouders altijd mogelijk, op afspraak, na schooltijd met de leerkracht te spreken. Het is ook mogelijk een afspraak met de intern begeleider of de directeur te maken. Inspraak Op It Twaspan is een Medezeggenschapsraad (MR) en een Ouderraad(OR). De OR is wettelijk niet verplicht, maar is onmisbaar voor ondersteuning en hulp op het gebied van allerlei schoolactiviteiten. De OR bestaat uit 6-10 personen. De MR bestaat uit een ouder- en personeelsgeleding met 4 vertegenwoordigers en heeft een vijftal rechten en bevoegdheden. Naast adviesbevoegdheid en instemmingbevoegdheid heeft de MR informatierecht, recht op overleg en initiatiefrecht. De zaken waarover onder andere gesproken wordt, zijn het formatieplan, de groepsindeling, nascholing, overleg met het bevoegd gezag en onderwijskundig beleid. De vrijwillige ouderbijdrage Wij kunnen niet alle schoolactiviteiten uit het reguliere budget van de school betalen. Derhalve wordt van de ouder(s)/verzorger(s) een bijdrage gevraagd. De bijdrage bestaat dit schooljaar uit: € 27,50 per leerling. Dit geld wordt o.a. besteed aan: sinterklaasviering, kerstviering en laatste schooldag. Schoolreis of schoolkamp geld: Groep 1 tot en met 6: € 30,00 Groep 7 en 8 : € 75,00 Let wel: De bedragen voor het schoolreisje zijn enkel een richtbedrag. Op de zakelijke ouderavond zal in overleg het juiste bedrag kenbaar worden gemaakt. Het beheer van de vrijwillige ouderbijdrage is in handen van de OR. Op de zakelijke ouderavond in november vindt de financiële verantwoording plaats. Ook het meegaan met het schoolreisje gebeurt op basis van vrijwilligheid.

7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school Als leidraad voor ons onderwijs gaan wij uit van de door het ministerie opgestelde "kerndoelen". Deze kerndoelen zijn per vakgebied beschreven. Het leerstofaanbod bestaat uit: - Nederlandse taal (lezen, taal en spelling): groep 1 en 2 “Schatkist” en verschillende andere bronnen. Leidraad hierbij zijn de tussendoelen uit “Dorr”.

12 


Groep 3: “Veilig Leren lezen”. Groep 4 tot en met 8: “Taalactief” en “Nieuwsbegrip”. - Rekenen en wiskunde: “Wereld in getallen”. - Sociaal emotionele ontwikkeling: “Leefstijl”. - Lichamelijke opvoeding: “Basislessen bewegingsonderwijs”. - Expressievakken: muzikale vorming (vakleerkracht), tekenen “100 tekenopdrachten, 1000 tekendictees”. - Sociale redzaamheid: Verkeer: “Klaar over”. - Bevordering gezond gedrag: diverse bronnen. - Engels: “The team”. - Zeker tot zomer 2013 hebben de leerlingen van groep 7 en 8 contact met Ierland via Skype. - Fries: “Studio F”. - Aardrijkskunde: “Meander”. - Geschiedenis: “Brandaan”. - Natuuroriëntatie en techniek: “Naut” De afgelopen jaren zijn er verschillende nieuwe methoden ingevoerd: 2004-2005: Engels: “The team”. 2005/ 2006: sociaal emotionele ontwikkeling: “Leefstijl”, handvaardigheid en tekenen: “Uit de kunst”, verkeer: “Klaar over”. 2007/2008: taal, spelling, woordenschat: “Taalactief”, Fries: “Studio F”. 2010/2011: gr.1/2: Schatkist, gr. 3/4 nieuwste methode “Veilig Leren Lezen, gr. 3 t/m 8: Aardrijkskunde: “Meander”, Geschiedenis: “Brandaan”, Natuur en techniek: “Naut”.” 2011-2012: begrijpend lezen ‘Nieuwsbegrip”, voortgezet technisch lezen: “Lekker Lezen”, kleutervolgsysteem “Dorr” Computers in de klas. De computer wordt in alle groepen ingezet bij de verschillende vakgebieden. Zij worden ingezet bij extra programma's voor o.a. taal, rekenen, wereldoriëntatie, tekenen, lezen, tekstverwerking en internet. Ook op de twee lespleinen zijn computers beschikbaar. In de toekomst zal internet een belangrijke plaats innemen in het onderwijs. Sinds 2001/2002 is een netwerkaansluiting gerealiseerd, zodat ook het zgn. “kennisnet” binnen onze school kan worden gebruikt Na de verbouwing van onze school in 2007/ 2008 wordt er vanaf het schooljaar 2008/ 2009 in alle groepen gebruik gemaakt van het digitale schoolbord. In 2011 is het hele I.C.T. systeem aangepakt. Er zijn nu 30 werkplekken voor de leerlingen. Bovendien is de school aangesloten op het glasvezelnetwerk. Buitenschoolse activiteiten. De buitenschoolse activiteiten van It Twaspan zijn: voetbaltoernooi, korfbaltoernooi, schaatswedstrijden, toertochten, dorpsfeest, sportdag en deelname aan incidentele evenementen (bv. n.a.v. projecten), bezoek aan een museum, deelname aan Uur Cultuur (poëzie, drama, dans, beeldende kunst). .

8. De resultaten van het onderwijs De vorderingen van de leerlingen worden regelmatig binnen het gehele team besproken. Wij gebruiken daarvoor als leidraad de methodegebonden toetsen en landelijk genormeerde toetsen (CITO) voor rekenen, spelling, lezen, begrijpend lezen, taal, woordenschat, ruimte en tijd en ordenen. Voor leerlingen met leerproblemen wordt het ‘stappenplan zorgverbreding’ gevolgd. Dit bestaat uit individuele hulp, hulp voor een subgroep of de gehele groep. In eerste instantie doen we dit binnen de groep, maar indien nodig kan het ook buiten de groep. Als de zorg op

13 


school niet meer toereikend is, kan een kind worden doorverwezen naar een school voor speciaal basisonderwijs of een Regionaal Expertise Centrum. Cijfers over doorverwijzing naar het speciaal onderwijs Ondanks alle zorg en inzet bij een leerling met problemen, zijn we soms toch genoodzaakt kinderen te verwijzen naar het speciaal basisonderwijs. Het aantal leerlingen dat de afgelopen jaren is verwezen is als volgt: 2009/ 2010 1 2010/ 2011 0 2011/ 2012 1 Gegevens over het vervolgonderwijs De leerlingen uit groep 8 gaan na de basisschool naar de scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs in Dokkum, Kollum, Burgum en Buitenpost. Met deze scholen hebben wij regelmatig contact over de leerlingen. Wij informeren deze scholen over de van onze school afkomstige leerlingen en worden op de hoogte gehouden van de prestaties van onze oud-leerlingen. De voorbereiding op het voortgezet onderwijs vindt plaats in groep 8. De ouders worden geïnformeerd over de open dagen van de diverse scholen van het voortgezet onderwijs en de groep bezoekt met de groepsleerkracht een aantal scholen. In februari/ maart wordt het advies met de ouders besproken. Uitstroom: 2009/2010 HAVO/ VWO VMBO

2 3

2010/2011 VMBO / TL

4

2011/2012 HAVO/VWO VMBO – T VMBO – KB

1 2 4

9. School – en vakantietijden schooltijden Maandag: 8.30 - 11.45 Dinsdag: 8.30 - 11.45 Woensdag: 8.30 – 12.00 Donderdag: 8.30 - 11.45 Vrijdag: 8.30 - 11.45 De onderbouw gaat op vrijdagmiddag niet

13.00 - 15.15 13.00 - 15.30 13.00 - 15.15 13.00 - 15.15 naar school.

14 


Vakantieregeling 2012-2013 Groep 1

Groep 2

Groep 3

Groep 4

Groep 5

Groep 6

Groep 7

Groep 8

Beschikbaar in 52 weken vakantie

1235,00

1235,00

1235,00

1235,00 1339,00

1339,00

1339,00

1339,00

Herfstvakantie

20-10-2012 t/m 28-10-2012

23,75

23,750

23,75

23,75

25,75

25,75

25,75

25,75

Kerstvakantie

22-12-2012 t/m 06-01-2013

47,50

47,50

47,50

47,50

51,50

51,50

51,50

51,50

Voorjaarsvakantie

16-02-2012 t/m 24-02-2013

23,75

23,750

23,75

23,75

25,75

25,75

25,75

25,75

Paasvakantie

29-03-2013 t/m 01-04-2013

9,00

9,00

9,00

9,00

11,00

11,00

11,00

11,00

27-04-2013 t/m 12-05-2013

47,50

47,50

47,50

47,50

51,50

51,50

51,50

51,50

Pinkstervakantie

18-05-2013 t/m 20-05-2013

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

Zomervakantie

06-07-2013 t/m 18-08-2013

142,5

142,5

142,5

142,5

154,5

154,5

154,5

154,5

Team dag

3,75

3,75

3,75

3,75

3,75

3,75

3,75

3,75

Studiedag Roobol

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

Facultatieve uren huidige schooljaar per leerjaar

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

5,50

314,25

314,25

314,25

314,25

340,25

340,25

340,25

340,25

40,75

40,75

40,75

40,75

58,75

58,75

58,75

58,75

880,00

880,00

880,00

880,00 940,00

940,00

940,00

940,00

Meivakantie / Koninginne-dag en bevrijdingsdag en Hemelvaartvakantie

Vrije dagen

Totaal klokuren vakantie en vrije dagen

Marge-uren verplichte klokuren per leerjaar voor huidige schooljaar

Minimaal verplichte klokuren onderwijs (gr 1t/m 4: 3520 uren) Minimaal verplichte klokuren onderwijs ( gr 5 t/m 8: 3760 uren) Minimaal verplichte klokuren onderwijs (gr 1 t/m 8: 7520 uren)

Totaal klokuren onderwijs per leerjaar (gr 1 t/m 8)

920,75

920,75

920,75

920,75

998,75

998,75

998,75

998,75

Totaal aantal klokuren onderwijs gr 1 t/m 8

920,75

1841,50

2762,25

3683,00

4681,75

5680,50

6679,25

7678,00

15 


10.

Namen, adressen, telefoonnummers

School O.B.S. “It Twaspan” Schoolstraat 4 9287 LV Twijzelerheide T 0511 - 443128 [email protected] www.obstwaspan.nl

Groeps- en vakleerkrachten Mevr. Anke van Dijk Mevr. Ineke Scholten Mevr. Meike Elzinga - Dijkstra Mevr. Froukje de Haan Mevr. Anita de Bruin Mevr. Tineke Faber Mevr. Evertje Gatsonides

Directeur Dhr. W van der Heide It Paedsje 3 9144 CN Hantumhuizen T 0519 – 571818 [email protected]

groepsleerkracht groep 1/2/3 groepsleerkracht groep 1/2/3 groepsleerkracht groep 4/5/6 en 7/8 en I.B.- er groepsleerkracht groep 4/5/6 groepsleerkracht groep 7/8 vakleerkracht humanistisch vormingsonderwijs vakleerkracht muzikale vorming

De decoratiegroep: Mevr. R. Toonstra Mevr. J. de Boer Mevr. M. Koster Vaak worden zij bijgestaan door een wisselend aantal ouders. Onderwijs Ondersteunend Personeel Dhr.Teije Baas Mevr. J. Boonstra Mevr. R. v.d. Ploeg

conciërge schoolschoonmaakster schoolschoonmaakster

Bestuur ROOBOL, Postbus 6 9285 ZV Buitenpost T 0511 – 548390

Bezoekadres: Kerkstraat 51 Buitenpost

Medezeggenschapsraad Voorzitter Mevr. M. van der Let Overige leden namens de ouders Mevr. H. Veenstra

namens het personeel Mevr F. de Haan Mevr.I. Scholten

16 


Ouderraad Voorzitter Mevr. M. Koster Penningmeester Dhr. E. Dijkstra Overige leden namens de ouders Mevr. J. de Boer Mevr. A. Toonstra Mevr. S. Veenstra Mevr. S. Douma namens het team Mevr. A. van Dijk Inspectie Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl

Vertrouwenspersoon Mevr. C. Wicherson GGD De Friese Wouden Harlingertrekweg 58 Postbus 612 8901 BK Leeuwarden

Schoolarts Mevr. P. Meijer GGD De Friese Wouden Harlingertrekweg 58 Postbus 612 8901 BK Leeuwarden T 06 – 55387846

Schoolmaatschappelijk werker Mevr. M. Schutte Nije Jirden 12a 9231 KT Surhuisterveen T 06 46072173 F 0512 362595 E [email protected]

Peuterspeelzaal It Boartershûske Bjirkewei 103a 9287 LC Twijzelerheide T 0511 – 442144

Tussenschoolse opvang Mevr.T. Visser Tsjerkepaed 20 9287LS Twijzelerheide T 0511- 443776 M 06-18285582

11.

Jaarplanning

Voor de jaarplanning willen we verwijzen naar de kalender 2012-2013. Hier kunt u naast de planning op de achterkant nog nuttige informatie vinden.

17 


Informatiedeel met (wettelijke) regelingen ROOBOL schooljaar 2012 - 2013

18 


1. Algemene informatie Stichting ROOBOL Stichting ROOBOL Stichting ROOBOL staat voor Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs in het gebied Lauwersland, gelegen in het noordoosten van Friesland. In de gemeenten Achtkarspelen, Kollumerland c.a, Dantumadiel en Dongeradeel is de stichting ROOBOL verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs. De stichting ROOBOL is een zelfstandig rechtsorgaan, met een toezichthoudend bestuur en een directeur/bestuurder. Bijna elke school heeft een eigen directeur. Meer informatie vindt u op: www.roobol-onderwijs.nl De scholen Elke school heeft zijn eigen schoolprofiel en identiteit. Eén ding hebben we gemeen: we willen op alle scholen het beste uit ieder kind halen! Dat betekent aandacht voor de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind. De scholen binnen de Stichting ROOBOL werken nauw samen. Bestuursbureau ROOBOL Het bestuursbureau ondersteunt de scholen. Het bestuursbureau is gevestigd op de eerste verdieping van de openbare bibliotheek in Buitenpost aan de Kerkstraat 51, waar gebruik wordt gemaakt van de achteringang. Op het bestuursbureau werken naast de directeur/bestuurder, een managementassistent, een stafmedewerker P & O en een administratief medewerker. Onderwijsbureau Meppel De werkzaamheden op het gebied van de personeelsadministratie, de salarisadministratie, de financiële administratie en het gebouwenbeheer zijn bijna volledig uitbesteed aan het Onderwijsbureau te Meppel. Het toezichthoudend bestuur ROOBOL Het bestuur ROOBOL bestaat uit 8 personen. Het bestuur vergadert ongeveer zes keer per jaar. De vergaderingen vinden plaats op de scholen. Voorafgaand aan de bestuursvergadering is er een informeel overleg met de Medezeggenschapsraad van de betreffende school. Het bestuur van de Stichting ROOBOL wordt gevormd door: Voorzitter Penningmeester/vice voorzitter Secretaris Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Directeur/bestuurder

De heer drs. J.I. Jongejan De heer G. de Jong De heer J. Meinema vacature vacature Mevrouw H. Dortmond-Visser Mevrouw A. Postma-Kuipers Mevrouw T. Galama

Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR van de Stichting ROOBOL wordt gevormd door een afvaardiging van ouders en personeelsleden van alle ROOBOL-scholen. De GMR vergadert ongeveer 6 keer op maandagavond. De vergaderingen vinden plaats op één van de scholen van ROOBOL.

19 


2. Missie en visie van ROOBOL ROOBOL heeft de ambitie om kinderen voor te bereiden op de wereld van morgen. Dit doen we graag in samenspraak met ouders. ROOBOL telt op dit moment 18 basisscholen. Alle scholen hebben hun eigen identiteit en inrichting van het onderwijs, afgestemd op de leerlingen op hun scholen. Diverse scholen werken met elkaar samen aan bepaalde projecten. ROOBOL werkt samen met twee samenwerkingsverbanden “weer samen naar school”, namelijk in Drachten en in Dokkum. Met deze instellingen wordt de leerlingenzorg op elkaar afgestemd en geregeld. Wij verwijzen kinderen die naar het speciaal onderwijs gaan, meestal door naar Drachten of naar Dokkum.

2.1. Missie. Wij willen het beste uit kinderen halen. De ROOBOL scholen staan voor de opdracht voor het behoud van openbaar onderwijs in de regio Noordoost Friesland en zorgen voor een optimale ontwikkeling van kinderen van 4 – 12 jaar in overeenstemming met hun mogelijkheden, waarbij respect voor verschillende culturen, verschillende geloofsvormen of levensbeschouwing en verschillen in mensen belangrijk zijn voor dit ontwikkelproces.

2.2. Visie De visie van ROOBOL vinden we terug in de volgende gebieden: De pedagogische visie: Kinderen komen tot de beste prestaties in een omgeving, waarin ze zich competent voelen (zich veilig voelen, zich gewaardeerd voelen, zichzelf kunnen zijn, betrokken zijn bij de leerstof, plezier hebben in leren en een volgende stap kunnen zetten in hun ontwikkeling); De visie op leren: Wij willen het beste uit ‘onze’ kinderen halen. De uitdagende stimulerende leeromgeving biedt kinderen de mogelijkheid om zich competent te voelen en om zich te ontwikkelen. De drie psychologische basisbehoeftes: het leggen van relaties, het zich competent voelen en het ontwikkelen van autonomie zijn leidend bij het inrichten van leerprocessen. Dat betekent naast aandacht voor cognitieve vakken, specifieke aandacht voor de individuele leerlijnen, zelfstandig werken èn aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen (adaptief onderwijs; zorg op maat). Samenwerken, communiceren en eigen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces, bereidt hen voor op de wereld van morgen; De visie op personeel: Leerkrachten en ondersteuners presteren het beste in een omgeving waar ze zich competent voelen (zich veilig voelen, zich gewaardeerd voelen, zichzelf kunnen zijn, betrokken zijn bij de school, plezier hebben in hun werk) en waar ruimte is voor een persoonlijke en professionele ontwikkeling die zich beweegt in de richting van een zo optimaal mogelijke begeleiding van kinderen. We streven naar een gezamenlijke afstemming binnen de scholen waardoor het personeel zich gewaardeerd voelt en ervaart dat men werk doet dat zinvol is en bijdraagt tot het bereiken van gemeenschappelijke doelstellingen;

20 


De visie op de organisatie: De organisatie van de school is de lerende organisatie, we willen leren van zaken die niet op orde zijn of beter kunnen. Dat betekent een open en lerende houding van alle betrokkenen in en om de school. Scholen en bestuur hebben altijd een open oog naar de buitenwereld en zijn ondernemend. Om ontwikkeling van kinderen een optimale kans te geven werken we nauw samen met ouders en andere disciplines in en rond de school (brede schoolgedachte).

2.3. Onze strategische doelen van 2008-2012 zijn: 1. Ondernemende directeuren, die zorgen voor: • Een vergroting van het marktaandeel per dorp of stad; • Ruim voldoende inspectiebeoordelingen op de school; • Het verhogen van de resultaten van de leerlingen; • Passend, kwalitatief goed en uitdagend onderwijs voor elk kind; • Een veilige en uitdagende leeromgeving door meertaligheid, ICT en techniek; • Tevreden ouders, personeel en leerlingen; 2. Flexibele vernieuwende teams met goede leerkrachten; 3. Een goede communicatie met betrokken en tevreden ouders; 4. Samenwerking op alle niveaus in en buiten de school; 5. Een alert bestuur, zorgvuldig de kansen en bedreigingen afweegt ten opzichte van schaalvergroting. In de volgende gemeenten vindt u de openbare basisscholen van de stichting ROOBOL. Gemeente Achtkarspelen: • Jan van Zuilenskoalle te Boelenslaan • It Skriuwboerd te Surhuisterveen • ‘t Holdersnêst te Harkema • Maskelyn te Augustinusga • De Mienskip te Buitenpost • Lytse Wiman te Twijzel • It Twaspan te Twijzelerheide • De Balkwar te Kootstertille Gemeente Kollumerland c.a.: • Professor Casimirschool te Kollum • o.b.s.van Heemstra te Oudwoude Gemeente Dantumadiel: • Dr. Theun de Vriesskoalle te Feanwâld • Dr. J. Botkeskoalle te Damwâld • De Westreen te Westereen • i.b.s. Driezum te Driezum Gemeente Dongeradeel: • De Burgerschool te Dokkum • Nynke van Hichtumschool te Dokkum • Ids Wiersmaskoalle te Brantgum • De Tsjelke te Holwerd De adressen + telefoonnummers vindt u op www.roobol-onderwijs.nl

21 


3. De ROOBOL organisatie ROOBOL is sinds 2004 een zelfstandige stichting en kent vanaf die tijd een onafhankelijk bestuur. Het bestuur bestaat uit 8 personen. Toezichthoudende bestuursleden worden benoemd door de gemeenteraden van de vier gemeenten op voordracht van het bestuur en/of de GMR (de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) Het is een toezichthoudend bestuur, de meeste taken zijn gedelegeerd aan de directeur/bestuurder. Het bestuur stelt het strategisch beleid vast en geeft advies aan de directeur/bestuurder. De directeur/bestuurder legt verantwoording af aan het bestuur en heeft overleg met de GMR van ROOBOL. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de directeur/bestuurder en bespreken het schoolbeleid met hun MR (medezeggenschapsraad). ROOBOL heeft taken op het gebied van financiën, personeelszaken en huisvesting uitbesteed aan het onderwijsbureau Meppel. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en Medezeggenschapsraad (MR): De GMR bestaat uit 12 personen, zes personeelsleden en zes ouders. Men wordt gekozen via verkiezingen. Twee scholen hebben een DR (deelraad), omdat ze een nevenvestiging zijn. De 16 andere scholen hebben een MR. Hierin zitten vier (2 leerkrachten en 2 ouders) of zes (3 leerkrachten en 3 ouders) leden.

3.1. De volgende criteria bepalen het toelatingsbeleid van de school: • De leerbaarheid van een leerling moet zodanig zijn, dat hij of zij het reguliere onderwijsaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken. • De leerling verlaat de school met de minimale gemiddelde beheersing van de leerstof van eind groep 6. • Het kind voelt zich veilig en vertrouwd op de school. • Het kind kan zich aan de groeps- en schoolregels houden. • Het kind is in staat om zelfstandig te werken. • Ouders en school moeten goed kunnen samenwerken en volgen binnen hun mogelijkheden elkaars adviezen op. • De teamleden hebben per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties die bijdragen aan de zorg. • Een kind moet in beginsel zelfredzaam zijn. • De school heeft geen extra voorzieningen voor dove, slechthorende, blinde of slechtziende kinderen. Indien ouders op de school een kind met een handicap aanmelden dan wordt het draaiboek gehanteerd, met een aantal richtlijnen, zoals die zijn verwoord in het protocol “Toelating, schorsen en verwijdering van leerlingen”, terwijl ook gebruik gemaakt wordt van de werkmap “zorgvarianten” van het samenwerkingsverband Drachten en Dokkum.

3.2. Procedure schorsing en verwijdering Soms is er sprake van storend of agressief gedrag van een leerling. Ook ouders of verzorgers van leerlingen kunnen zich bedreigend of agressief gedragen. Als daardoor de veiligheid van de leerlingen, van het personeel en/of de ongestoorde voortgang van het onderwijs in gevaar dreigt te komen, kan de directeur van de school de directeur/bestuurder inschakelen, om een leerling te schorsen. Een schorsing duurt maximaal

22 


een week en kan maximaal met een week worden verlengd, tenzij wordt besloten om de leerling te verwijderen. De maximale schorsingsduur is dan gelijk aan de periode dat de verwijderingprocedure is afgerond. Een schorsing vindt pas plaats na overleg door de directeur/bestuurder met de leerling, ouders en de leerkracht. De directeur/bestuurder informeert in geval van schorsing de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Ouders, die het niet eens zijn met het besluit, kunnen bezwaar aantekenen bij de directeur/bestuurder. Verwijdering. Bij regelmatig en voortdurend wangedrag van leerlingen of ouders/verzorgers, of in geval definitief is gebleken dat de school niet langer in staat is, om het onderwijs of de zorg te bieden die de leerling nodig heeft, kan de directeur/bestuurder van ROOBOL namens het bevoegd gezag besluiten om tot verwijdering van de leerling over te gaan. Voordat de directeur/bestuurder dit besluit neemt, worden alle betrokkenen (directeur, groepsleerkracht, leerling, ouders/verzorgers en overige betrokkenen, zoals leerplichtambtenaar en vertrouwenspersoon e.d.) gehoord. Indien één van de partijen het wenst, kan ook de mening worden gevraagd van een andere, door de school en ouders geaccepteerde deskundige. Van het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt, dat aan de ouders/verzorgers wordt uitgereikt of aangetekend wordt verstuurd en dat door ouders/verzorgers bij voorkeur wordt getekend. Tegen een besluit tot verwijdering kunnen ouders bezwaar aantekenen bij het bestuur van ROOBOL. Ouders/verzorgers worden dan eerst opnieuw gehoord. Binnen vier weken krijgen ouders dan schriftelijk een reactie. Na het besluit tot verwijdering moet ROOBOL proberen binnen acht weken een andere school te vinden voor de leerling. Zodra dat is gelukt, wordt de leerling verwijderd. Lukt het niet, dan wordt de leerling formeel volgens de wettelijke regels na acht weken verwijderd. Het formele protocol “Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen” vindt u op onze website www.roobol-onderwijs.nl

3.3. Leerplicht/verzuim/verlof Alle kinderen in Nederland moeten naar school, er is sprake van leerplicht van 5 tot 16 jaar. Onderwijs is onmisbaar voor een goede voorbereiding voor een plek in de maatschappij. Vanaf het begin van de basisschool moeten kinderen leren om naar school te gaan. Het is gebruikelijk dat een kind naar de basisschool gaat zodra het vier jaar wordt. Leerplichtwet In deze wet staan de spelregels rondom de leerplicht. De wet gaat er vanuit dat u: • uw kind inschrijft op een school • ervoor zorgt dat uw kind de school bezoekt Uw kind is wettelijk verplicht om onderwijs te volgen vanaf de eerste schooldag in de maand na de vijfde verjaardag. Verzuim/verzuimregistratie Elke dag registreren de scholen welke kinderen aanwezig zijn. Wanneer een kind niet aanwezig kan zijn moeten ouders/verzorgers dit voor schooltijd, met opgaaf van reden melden. Is op school niet bekend waarom een leerling afwezig is, dan wordt dezelfde ochtend/middag contact opgenomen met de ouder/verzorger. Wanneer een leerling regelmatig verzuimt, meldt de leerkracht dit bij de directeur. Deze schakelt vervolgens de leerplichtambtenaar in. Deze stelt een onderzoek in en zoekt naar een oplossing.

23 


Geoorloofd verzuim • Ziekte Als uw kind ziek is, hoeft het niet naar school. U dient het wel meteen aan de school te melden. Wanneer uw kind regelmatig ziek gemeld wordt, kan de school aan de schoolarts of de leerplichtambtenaar vragen om een onderzoek in te stellen. • Godsdienst of levensovertuiging Als uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging hoeft het niet naar school. Wel dient u dit twee dagen van te voren te melden aan de school. • Vier- en vijfjarigen Tot uw kind zes jaar wordt, mag u het vijf uur per week thuishouden. U dient dit uiteraard wel aan de school te melden. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u speciale toestemming nodig van de directeur. Het is mogelijk voor nog eens maximaal vijf uur. Ongeoorloofd verzuim Als uw kind zonder geldige reden niet naar school gaat, is er sprake van ongeoorloofd verzuim. De directeur van de school neemt dan maatregelen, zoals omschreven in de leerplichtwet. Meestal neemt de directeur eerst contact met u op, om na te gaan wat er aan de hand is. Als dit niet tot een goede oplossing leidt, schakelt deze de leerplichtambtenaar in. Ook probeert deze in overleg met u tot een oplossing te komen. Extra verlof en leerplicht In principe moet iedereen zich aan de vastgestelde schoolvakanties houden. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of familiebezoek in het buitenland. In de leerplichtwet is opgenomen dat de directeur in bijzondere gevallen toestemming mag geven voor een extra vakantie buiten de schoolvakanties. Deze uitzondering geldt alleen voor ouders, die door hun beroep geen vakantie kunnen nemen tijdens de schoolvakanties. In dat geval heeft u een schriftelijke verklaring nodig van uw werkgever, waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt gaan. De directeur mag hier slechts één keer per jaar toestemming voor geven voor ten hoogste tien dagen. In de leerplichtwet staat, dat deze regeling niet kan worden toegepast voor de eerste twee weken van een nieuw schooljaar. Ook staat in de leerplichtwet dat de uitvoering van deze regeling geen recht is. Het gaat dus niet om snipperdagen; ze kunnen niet worden opgespaard en het is evenmin mogelijk zo nu en dan een losse dag op te nemen. Gewichtige omstandigheden en verlof In een aantal gevallen is het mogelijk om verlof aan te vragen: • Voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover het niet buiten schooltijd kan worden geregeld; • Voor een verhuizing ten hoogste voor 1 dag; • Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- en aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of het huwelijk gesloten wordt in of buiten de woonplaats van het kind; • Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad in overleg met de directeur; • Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in overleg met de directeur; • Bij een 25, 40- en 50 jarig ambtsjubileum en het 12 ½, 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders; • Voor een andere, naar het oordeel van de directeur belangrijke reden, met uitzondering van vakantieverlof.

24 


Verlof aanvraag Tot 10 dagen Wanneer u een verzoek voor verlof wilt aanvragen, moet u dit ruim van tevoren schriftelijk en met opgave van redenen doen bij de directeur van de school. Hebt u een dienstbetrekking, dan moet u een werkgeversverklaring kunnen overleggen. U ontvangt schriftelijk bericht van de directeur of het verzoek wel of niet wordt toegestaan. Langer dan 10 dagen Als u een aanvraag indient voor een periode langer dan 10 dagen, dan stuurt de directeur de aanvraag door naar de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente. Deze geeft u schriftelijk bericht. Bij een afwijzing kunt u bezwaar aantekenen. In de beschikking van de leerplichtambtenaar staat, hoe u dit kunt doen. Meer informatie over leerplicht is beschikbaar op de school. Ook is het mogelijk om contact op te nemen met de leerplichtambtenaar van uw gemeente.

3.4. Leerlingendossier De school houdt een leerlingenadministratie bij en een dossier van uw kind waar onder meer de volgende zaken zijn opgenomen: • Teambesprekingen over uw kind; • Notities over gesprekken met ouders/verzorgers; • Verslagen van onderzoeken, indien gedaan; • Toets- en rapportgegevens; • Eventuele handelingsplannen en de evaluaties ervan; • Schriftelijke observaties van leerkrachten over de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind; • De werkhouding en taakaanpak van uw kind. De meeste scholen houden de gegevens bij in een elektronisch systeem. Het leerlingendossier is strikt vertrouwelijk en is niet openbaar toegankelijk. Ouders hebben recht om het dossier in te kijken. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de directeur van de school of de intern begeleider. Het kan zijn dat de school het dossier aan derden wil laten zien b.v. aan de schoolbegeleidingsdienst. Dit is alleen mogelijk als u toestemming geeft.

3.5. Externe adviseurs of externe behandelaars De scholen hebben de mogelijkheid om (indien nodig) erkende adviseurs op het gebied van onderwijsbegeleiding in te schakelen. Deze ondersteunen bij het diagnosticeren en begeleiden van leerlingen die extra hulp nodig hebben vanwege bepaalde leer- of gedragsproblemen. Ook maken ouders/verzorgers in toenemende mate gebruik van adviseurs (onderwijsbegeleidingsdiensten, onderwijsadviesbureaus, remedial teachers, logopedisten, orthopedagogen, fysiotherapeuten) ten behoeve van een optimale ontwikkeling van hun kind. Er zijn dus adviseurs die op verzoek van de school worden ingeschakeld en externe adviseurs op verzoek van de ouders/verzorgers. Regelmatig doen deze (externe) adviseurs een verzoek tot samenwerking met de leerkrachten of intern begeleiders. Hieraan zijn echter voorwaarden verbonden. Wij hechten aan een goede samenwerking tussen personeel en adviseurs. De samenwerking moet gericht zijn op een positieve ontwikkeling van de leerling en mag de school als organisatie en de groep waar de leerling in zit geen schade berokkenen, in welke zin dan ook.

25 


3.6. Vrijstelling voor bepaalde onderwijsactiviteiten (GVO/HVO) Op alle ROOBOL scholen wordt het vak godsdienst en/of levensbeschouwelijk onderwijs gegeven. Het is mogelijk om een vrijstelling te krijgen van deze activiteiten. Kinderen van ouders, die bezwaar hebben tegen het volgen van de lessen Godsdienstig Vormingsonderwijs of Humanistisch Vormingsonderwijs krijgen andere lessen onder leiding van de groepsleerkracht. Informatie hierover treft u aan in de schoolgids van de school.

3.7. Sponsoring Bij sponsoring gaat het om het verstrekken van geld, goederen of diensten door een sponsor aan het bevoegd gezag, directeur, onderwijzend personeel of leerlingen. Leerlingen en/of ouders/verzorgers kunnen hiermee in schoolverband worden geconfronteerd. Het is mogelijk dat de sponsor een tegenprestatie verlangt. ROOBOL sluit zich aan bij het landelijk convenant van de onderwijspartners (o.a. Ministerie, VOO en PO-raad) op het gebied van sponsoring. Hierin staat ondermeer dat sponsoring: • Verenigbaar dient te zijn met de pedagogische en didactische taak en doelstelling van de school en in overeenstemming met goede smaak en goed fatsoen • Geen gevaar moet opleveren aangaande objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid • Niet van invloed is op de onderwijsinhoud of de continuïteit van het onderwijs.

4. Communicatie 4.1. Website Veel informatie is te vinden op onze website www.roobol-onderwijs.nl, waar ook wordt doorverwezen naar de scholen. De meeste informatie, die voor u van belang is, kunt u vinden op de websites van de scholen.

4.2. Klachtenregeling Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen. Ook op een school. Degenen die zich het slachtoffer voelen van gedragingen of beslissingen van anderen, kunnen dat als een klacht beschouwen. Het is altijd van belang om de klacht eerst te bespreken met de juf of meester of daarna met de directeur. Als u er niet samen uitkomt en een klacht heeft over de school of iemand op de school kunt u zich wenden tot onze vertrouwenspersoon mw. Carolien Wicherson van de GGD in Leeuwarden 088-2299444. Zij kan een bemiddelende rol vervullen of u begeleiden naar de Stichting Onderwijsgeschillen. Het bestuur of de directeur/bestuurder neemt geen klachten in behandeling, maar zal doorverwijzen naar de Stichting Onderwijsgeschillen. U kunt wel uw verhaal kwijt, mocht u dat willen, maar de klacht wordt niet in behandeling genomen. ROOBOL is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD te Utrecht. Wilt u een klacht indienen, vraag dan op school om de volledige klachtenregeling of kijk op www.onderwijsgeschillen.nl. Aarzel niet, om een klacht in te dienen. Dat is in ieders belang en vooral in het belang van uw kind. Aan het indienen van een klacht zijn voor u geen kosten verbonden.

4.3. Omgaan met moderne communicatiemiddelen Het gebruik van moderne communicatiemiddelen mag de goede gang van zaken in en rond de school niet verstoren. Gebruik van mobiele telefoon en gameboys wordt tijdens schooltijd niet toegestaan. Voor het gebruik van internet heeft ROOBOL een protocol ontwikkeld.

26 


Een protocol is een lijst met afspraken die je met iemand maakt. In een protocol staan afspraken waar de leerling zich aan moet houden bij het internetten op school. We maken deze afspraken om te voorkomen dat er problemen ontstaan door het gebruik van internet op school en om er voor te zorgen dat Internet leuk blijft. Als een leerling het eens is met deze regels kan het protocol ondertekend worden. De meesters en juffen gaan er daarna van uit dat een leerling zich hieraan houdt. De afspraken zijn als volgt: • Ik spreek met meester of juf af wanneer en hoe lang ik op Internet mag en van welke programma’s ik gebruik mag maken; • Ik zal nooit mijn naam (e-mail ) adres of telefoonnummer doorgeven via Internet zonder toestemming van meester of juf; • Ik verstuur geen e-mail zonder toestemming van meester of juf; • Bij gebruik van een zoekmachine gebruik ik normale woorden (zoektermen). Ik gebruik geen woorden die te maken hebben met grof woordgebruik, racisme, discriminatie, seks of geweld. Bij twijfel overleg ik met meester of juf; • Ik vertel meester of juf als ik informatie zie waar ik me niet prettig bij voel of wat ik niet vertrouw; • Ik mag geen bestanden downloaden zonder toestemming van meester of juf; • Chatten of MSN-nen mag niet. Chatten met andere scholen mag alleen wanneer meester of juf daar toestemming voor geeft; • Ik zal nooit afspreken met iemand die ik ‘online’ op Internet tegenkom zonder toestemming van meester of juf; • Ik zal nooit een foto of iets anders van mijzelf of andere kinderen versturen zonder toestemming van meester of juf; • Als ik dit protocol onderteken, maar me er toch niet aan houd, mag ik niet meer internetten of e-mailen voor de periode die meester of juf aangeven;

4.4. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden is het soms moeilijk te bepalen welke positie een school moet innemen bij het verstrekken van informatie over een leerling. De wet biedt hierin een duidelijke richtlijn. De school is verplicht om beide ouders op gelijke wijze te informeren. Dus ook de ouder, die niet met het ouderlijk gezag is belast, heeft recht op informatie. De school informeert beide ouders, als de adresgegevens van beide ouders op school bekend zijn. De wet schrijft niet voor welke informatie aan ouders moet worden verstrekt. ROOBOL heeft gekozen voor de volgende zaken: schoolgids, schoolkrant, ouderavonden, contactavonden (desgewenst op een ander tijdstip dan de andere ouder), schoolresultaten, toetsresultaten, rapporten, informatie aangaande schoolreizen, verwijzing naar vervolgonderwijs en aanmeldingen bij de schoolbegeleidingsdienst voor een onderzoek of de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. Alleen in geval van zwaarwegende argumenten (rechtelijke uitspraak) kan de school van deze richtlijn afwijken. In dat geval moet de directeur wel een schriftelijk bewijs van de gerechtelijke uitspraak hebben.

4.5. Tevredenheidonderzoeken Eén keer per vier jaar laat ROOBOL door een extern onafhankelijk bureau de tevredenheid onderzoeken van ouders, leerlingen van de groepen 5 t/m 8 en de leerkrachten. Op die manier komen we aandachtspunten op het spoor waarover ouders tevreden of niet tevreden zijn en kunnen de scholen hun beleid op die punten bijstellen. Voor leerlingen wordt ook de sociale veiligheid op school ondervraagd.

27 


Twee jaar later wordt er apart voor de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 opnieuw een vragenlijst afgenomen op het gebied van sociale veiligheid. Op die manier hopen we snel informatie te krijgen als de school als onveilig wordt ervaren. Elke twee jaar ontvangen wij daar gegevens over.

5. Veiligheid 5.1. Bedrijfshulpverlening (BHV) en preventiemedewerker Elke school heeft minimaal één opgeleide en bevoegde bedrijfshulpverlener. ROOBOL biedt jaarlijks een herhalingscursus aan, om de bevoegdheid gegarandeerd te houden. Volgens de Arbo wet zijn scholen ook verplicht om deze functionaris op school te hebben. Op school is bekend, wie het is. Naast kennis van zaken van EHBO zijn ze ook getraind om in geval van nood (b.v. brand) snel te handelen. Naast de BHV-er heeft ook elke school een preventiemedewerker. Deze draagt zorg voor het uitvoeren van het Arbo beleid op de school.

5.2. WA verzekering. ROOBOL heeft ten behoeve van het personeel een WA verzekering afgesloten. Als een leerkracht materiële schade veroorzaakt aan een leerling, dan kan deze schade worden vergoed. De beoordeling hiervan ligt bij de schademaatschappij. Er is geen verzekering afgesloten als leerlingen onderling schade veroorzaken aan andere leerlingen. Vaak denken ouders, dat dit wel geregeld is. Dat is niet het geval. Ouders zijn aansprakelijk voor schade, die hun kinderen veroorzaken en zijn hier meestal ook voor verzekerd (WA). Een leerling die schade heeft, veroorzaakt door een andere leerling, zal proberen de schade te verhalen op de WA verzekering van de ouders. De school speelt hier verder geen rol in.

5.3. Speciale ongevallenverzekering. ROOBOL heeft een speciale ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen, het personeel en per school 20 ouders, die in opdracht van de school activiteiten verrichten. Deze verzekering dekt extra kosten bij ongevallen op en op weg naar school, die niet door de basis ziektekostenverzekering en/of aanvullende verzekering worden vergoed. Op de school is een polis (plus de voorwaarden aanwezig).

5.4. Protocol kindermishandeling Er is een landelijke meldcode kindermishandeling ontwikkeld door het Nederlands Jeugd Instituut. Deze code beschrijft de rol van beroepskrachten en geeft richtlijnen voor het handelen in situaties of bij vermoedens van kindermishandeling. Zie www.kindermishandeling.info en vraag met de zoekfunctie naar ‘meldcode kindermishandeling’. Op basis van deze meldcode zijn voor het primair onderwijs in opdracht van het Ministerie van OCW voorbeeldprotocollen opgesteld hoe te handelen bij huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. De protocollen zijn een uitwerking van de meldcode en bevatten concrete stappenplannen.

5.5. De verwijsindex De verwijsindex is een digitaal landelijk systeem, waarin risicomeldingen over kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar worden vastgelegd vanuit alle beroepsgroepen die met kinderen omgaan. Het gaat om kinderen en jongeren met problemen die hun persoonlijke ontwikkeling bedreigen en die hen buiten de maatschappij dreigen te

28 


plaatsen. De risicosignalen kunnen door bijvoorbeeld het onderwijs, hulpverleners in de jeugdgezondheidszorg, de jeugdzorg of bij justitie worden gemeld aan deze centrale verwijsindex. Wanneer eerdere meldingen over een bepaald kind of bepaalde jongeren zijn gedaan, dan worden de betreffende instanties geïnformeerd over elkaars melding. Hierdoor ontstaat een sluitende jeugdketen en kan er betere zorg geleverd worden (men werkt minder langs elkaar heen).

5.6. Hoe werkt de verwijsindex? Basisschoolleerlingen met ernstige problemen worden op school besproken en na de leerlingenbespreking wordt bepaald of het kind in aanmerking komt voor invoering in de verwijsindex. De gegevens in de verwijsindex zijn niet vrij toegankelijk. Alleen de school of instelling die de gegevens van de leerling heeft ingevoerd, kan de gegevens zien. Als een leerling verhuist naar een andere school, vraagt deze school toestemming om de gegevens te mogen inzien.

5.7. Centra voor jeugd en gezin (CJG) Sinds 2010 zijn er per gemeente centra voor jeugd en gezin ingericht. In Noordoost Friesland probeert men de bestaande hulpverleners samen te laten werken in deze centra. Deze centra hebben ook een lijn naar de basisscholen. De scholen zijn bij uitstek vindplaatsen van problemen. Kinderen komen elke dag op school. Via het schoolmaatschappelijk werk of de intern begeleider kunnen na overleg met ouders of verzorgers worden doorverwezen naar de centra voor jeugd en gezin.

6. Zorg en begeleiden 6.1. Zorgverbreding door handelingsplannen Met zorgverbreding ( de zogenaamde 1 zorgroute) bedoelen we de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, gericht op een meer intensieve zorg voor leerlingen. In het bijzonder voor leerlingen met een specifieke pedagogische en/of didactische behoefte. Voor deze kinderen wordt de hulpvraag vertaald in een zogenaamd handelingsplan. Hierin staan de te bereiken doelen en tussendoelen, inclusief het tijdpad. Na maximaal zes weken worden de handelingsplannen geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Handelingsplannen worden ondertekend door ouders/verzorgers. De scholen evalueren de zorgverbreding enkele keren per jaar tijdens de leerling-besprekingen. Indien nodig wordt externe deskundigheid ingeschakeld voor een onderzoek of advies. De school probeert steeds een balans te vinden tussen: • De hulpvraag van het kind • De (on)mogelijkheden van de school Wanneer de balans verstoort raakt kan het kind indien nodig worden aangemeld bij de commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband.

6.2. De zorgstructuur van het samenwerkingsverband WSNS De zorgstructuur van het samenwerkingsverband begint op school in de groep (= zorgvariant 0), waarbij de interactie tussen de leerkracht en het kind uitgangspunt is voor

29 


handelen. Vervolgens kan de leerling een aantal zorgtrajecten doorlopen binnen het samenwerkingsverband (zorgvarianten 0 tot en met 5) en buiten het samenwerkingsverband (zorgvariant 6). Het samenhangend geheel van zorgvoorzieningen in het samenwerkingsverband bestaat uit de volgende zorgvarianten: Zorgstructuur in de basisscholen: • • •

zorgvariant 0: de leerling heeft geen problemen en volgt het basiszorgprofiel van de school. zorgvariant 1: de leerling komt in de interne leerlingenzorg en wordt gevolgd door het zorgteam op de school (intern begeleider en directeur). zorgvariant 2: nadere diagnostiek is geboden, al of niet met behulp van de commissie leerlingenzorg (externe procedure).

Zorgstructuur tussen de basisscholen (voorlopig nog op het niveau van het deelwerkverband): • zorgvariant 3: nadere diagnostiek is geboden, daarna verwijzing naar een basisschool met een speciale voorziening of een extra zorgprofiel. De CLZ (Commissie Leerlingenzorg) kan daarbij een adviserende rol spelen. Zorgstructuur in het samenwerkingsverband met de speciale scholen voor basisonderwijs: • zorgvariant 4: nadere diagnostiek is geboden, daarna verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg voor een beschikking voor de Heechhof in Drachten of de Twine in Dokkum of elders. •

zorgvariant 5: de leerling heeft geen speciaal basisonderwijs meer nodig en kan opgevangen worden in zorgvariant 0 of 1 (terugplaatsingvariant).

Zorgstructuur buiten het samenwerkingsverband: • zorgvariant 6: de leerling wordt verwezen naar een regionaal expertisecentrum (REC). Zorgbeleid, grenzen aan de zorg en toelatingsbeleid De school streeft er naar de zorg voor leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen worden bereikt, zoals: a. Verstoring van de rust en de veiligheid: indien een leerling een handicap heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, die leiden tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor de school de grens bereikt. Voor ons is het dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden. b. Wederzijdse beïnvloeding van enerzijds de verzorging en de behandeling van het kind met een handicap en anderzijds het onderwijs aan het kind met die handicap: indien een leerling een handicap heeft die een zodanige verzorging of behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en de behandeling voor de desbetreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is

30 


voor de school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden. c. Verstoring van het leerproces voor de andere leerlingen: indien het onderwijs aan een leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige zorgleerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor de school de grens bereikt. Het is dan niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de zorgleerlingen in de groep.

6.3. Schoolmaatschappelijk werk Op elke school kan gebruik gemaakt worden van het zogenaamde schoolmaatschappelijk werk. De intern begeleider van de school (de IB-er) kan u hierover informeren. De schoolmaatschappelijk werker kan uw verhaal aanhoren, u ondersteunen of helpen verder hulp te zoeken.

6.4. Verrichten van medische handelingen Het beleid van ROOBOL voor het verrichten van medische handelingen sluit aan bij de modelregeling van de GGD Fryslân. Deze regeling ligt ter inzage op de scholen.

31 

Schoolgids Beste ouders en verzorgers,

Recommend Documents