De psychiatrische patiënt met diabetes
18 november 2014 Dr. Ann Verhaegen ZNA Jan Palfijn UZA
Casus 1. Sandra ° 1972 • Antecedenten • Type 1 diabetes sinds 1983 • Verwikkeld met een retinopathie waarvoor reeds panretinale laserfotocoagulatie (2010) • Pijnlijke polyneuropathie (2008)
• • • •
G1P1A0 – dochter, geboren in 1997 Majeure depressie ( eerste episode ?) Obsessief compulsieve stoornis Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
• Familiale voorgeschiedenis • Grootmoeder depressie • Moeder is eveneens herhaald opgenomen in psychiatrische instellingen en werd uiteindelijk uit haar ouderlijke rechten ontzegd. Sandra is opgevoed bij grootmoeder. Zij heeft haar vader nooit gekend
Casus 1. Sandra, ° 1972 • Eerste contact op onze afdeling eind 2007 omwille van een ketoacidose naar aanleiding van een relatiebreuk • Slecht geregelde diabetes – HbA1c 11,5 % • Extreem zelden zelfcontrole, spuit meer niet dan wel • Depressieve gemoedsstemming
• Psychiatrisch advies • Depressieve regressie • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, sterke passiviteit in gedrag • OCD – leeft continu in cijfers – telt alles
• Behandeling aangepast: • • • • •
Psychologische en psychiatrische begeleiding Maandelijks controle bij educatoren Basaal bolus Novorapid, Levemir Efexor Exel 150, Mirtazapine 30, Lexotan 6 Lyrica 2 x 300 mg/d
• Sociaal moeilijk – woont alleen op appartement – financieel erg krap
Casus 1. Sandra , °1972 • Evolutief • Ambulante begeleiding verloopt met ups en downs • Slaagt erin om meeste tijd alleen te wonen, af en toe toevlucht bij grootmoeder • Sociaal isolement • Op momenten dat het goed gaat, zie je ook metabole controle verbeteren • Schommelt HbA1c tussen 7,5 en 8,5 %
• 09/2010: grootmoeder opgenomen met borstcarcinoom is aanleiding voor een psychische decompensatie • Wordt opgenomen op psychiatrische afdeling en vervolgens doorverwezen naar semiambulante psychiatrische opvang waar ze in totaal 9 maand verblijft • Achteraf is er begeleiding via Adante
• Tijdens opname psychiatrie is er een gewichtstoename van bijna 25 kg ! • Metabole controle verbetert: haalt zelfs HbA1c van 6,9 % • Via psychologische begeleiding is er verhoogde socialisatie
Casus 1. Sandra, ° 1972 • Alles verloopt voorspoedig tot eind 2012 – grootmoeder is overleden • Weigert nieuwe opname • Therapie aangepast: • ICIT • Efexor exel, Abilify, seroquel, Lyrica, Rivotril, Lormetazepam
• HbA1c 9,5 %, nauwelijks zelfcontrole en spuit regelmatig niet in, “vergeten” • In overleg met psychiater wordt besloten tot thuisverpleging voor injecties insuline ‘s morgens + ‘s avonds – middagdosis doet ze nog steeds zelf • Wordt ingeschakeld in vrijwilligerswerk en alles gaat terug wat beter • Houdt haar HbA1c onder controle tussen 6.8 en 7.8 % • Slaagt erin terug wat af te vallen
• Opname 17/08/2014 volledig onverwacht naar aanleiding van ruzie met partner • • • •
Zelfmoordpoging met insuline Wordt niet tijdig gevonden ( waarschijnlijk + 12 u) – aspiratie Opname IZ, zwaar hersenbeschadiging 5/9 wordt in overleg met de familie besloten om alle therapie te stoppen
Casus 2. Joanna 52 jaar • Psychiatrische voorgeschiedenis
• 1995 opname paranoide psychose op 33 jarige leeftijd • 1998 opname Bipolaire stoornis met manische episode • 2000 opname bipolaire stoornis, vermoeden cluster B persoonlijkheidsproblematiek. Relationele problematiek
• Medische voorgeschiedenis: • • • • • •
Type 2 diabetes sinds 2004 ( retinopathie waarvoor laser in 2010, nefropathie, polyneuropathie) Gemengde hyperlipidemie Arteriele hypertensie Cardiale stenting 2008 Hysterectomie Thyroidectomie
• Familiale voorgeschiedenis • Depressie bij moeder
• Sociaal:
• Gepensioneerd kassierster • Geen tabak noch alcoholgebruik • Woont samen met echtgenoot
Casus 2. Joanna 52 jaar • • • • •
Verloop diabetes en metabole status: Steeds “gezond” geweest tot opname psychiatrie in 1998 Gewichtstoename van 25 kg op 1 jaar tijd en diagnose diabetes Initieel goede regeling onder PO farmaca 2006 progressief moeilijker metabole controle doorverwijzing conventiecentrum • HbA1c 10,2 % • G 96 kg, L 159 cm, BMI 37,9 kg/m² • Wordt omgeschakeld naar ICIT
• Verdere evolutie:
• Wisselend activiteiten patroon • Eetstoornis met binge eating en nachtelijke eetbuien waarvoor ze psychiatrische begeleiding weigert • Medical shopping, medicatie inname van buitenaf op eigen initiatief • HbA1c schommelt tussen 7,5 % en 10 %
• Vanaf 2010 meer en meer psychiatrische problematiek waarvoor ambulante begeleiding gestart wordt
Casus 2. Joanna 52 jaar • Opname 10/2012 wegens onhoudbare thuissituatie
• Ontregelde diabetes, HbA1c 10,7 % met ondanks dat toch zeer regelmatig hypoglycemieën • Gewicht 107 kg, L 159 cm, BMI 42 kg/m² • Innerlijke onrust, nachtelijk dwalen • Emotionele uitbarstingen • Nachtelijk eten
• Medicatie: • • • •
Insuline basaal bolus met Actrapid (3 x 30 E) en Lantus (60 E) + metformin Lipitor Emconcor, losartan Abilify, Efexor, Zolpidem, Zyprexa, Lambipol
• Aansluitend transfer naar psychiatrische afdeling ( open afdeling)
Casus 2. Joanna 52 jaar • Opname psychiatrie – diagnose ( 2012)
• Delirante episodes soms maar niet steeds gerelateerd aan glycemie ontregeling; deels mede tgv. oversedatie • Stemmingsstoornis • Partnerrelatieproblematiek • Persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke kenmerken
• Therapie • • • • •
Gedragstherapie wordt gestart Kinesitherapie : actieve bewegingstherapie Koppelgesprekken en sociale contacten worden benadrukt ( oorzaak van relationele problematiek) verder in daghospitalisatie wegens beroepsactiviteit van echtgenoot Dienstencentrum voor daginvulling
• Medicamenteus: • • • •
Abilify, Efexor, Lambipol ICIT: Actrapid 16-12-10, Lantus 36, metformin Lipitor Emconcor, losartan
• K.O.: G 87 kg bij ontslag begin 2013 • 10/2014 : G 88 kg – HbA1c laatste 18 maand steeds tss 7 en 8 %
Psychiatrische aandoeningen en diabetes Diabetes is caused by long sorrow and other depressions Thomas Willis , 17 e eeuw
Diabetes is a disease which often shows itself in families in which insanity prevails Sir H. Maudsley, 1879
Psychiatrische aandoeningen en diabetes • Verband tss psychiatrische aandoeningen en diabetes • Beide relatief hoge prevalentie in populatie toevallig samen aanwezig • Diabetes geassocieerd met hogere graad van depressie • Psychiatrische aandoening beïnvloedt diabetes controle en risico op diabetes gerelateerde verwikkelingen • • • • •
Non adherence Roken, alcoholabusus Fobieën naald,… Uitstellen hulpvraag Vooroordeel/houding van behandelend diabetes team
• Depressie en schizofrenie zijn onafhankelijke risicofactor voor ontwikkelen van diabetes • Relatie tussen antidepressiva/antipsychotica en gewichtstoename en diabetes ontregeling Indian J Endocrinol Metabol 2011;15(4):274-283
ICD -10: international classification of diseases and health related conditions Category
Name
Disorders
F00-F09
Organic mental disorders
Delirium Dementia Brain damage en dysfunction secondary to physical conditions
F10-F19
Mental disorders due to psychoactive substance use
Tobacco use Alcohol use disorders Drug disuse
F20-F29
Schizofrenia and delusional disorders
Schizofrenia Persistant delusional disorder
F30-F39
Mood disorders
Depressive disorder Bipolar affective disorder
F40-F48
Neurotic, stress related and somatoform disease
Anxiety disorders Panic disorder Obsessive compulsive disorders
F50-F59
Behavioral syndromes associated with physiological disturbances
Eating disorders Sexual dysfunction
F60-F69
Disorders of adult personality and behavior
F70-F79
Mental retardation
F80-F89
Disorders of psychological development
Autism
F90-F98
Behavioral and emotional disorders with onset occurring in childhood and adolescence
Hyperkinetic disorders Conduct disorders
Alcohol use and diabetes therapy adherence exercise
diet
Self monitoring
Follow up HbA1c
Antidiabetic drug compliance
Ahmed AT et al. Diabet med. 2006;23:795-802
Quit smoking
Depressie
Diabetes
Diabetes en depressie - prevalentie Prevalentie (%)
Prevalentie (%)
Diabetes
25.3
Niet diabetes
Type 1 DM
21.3
Type 2 DM
27
Vrouwen
28.2
Mannen
18
Interview
11.4
Self report
31
Andersen et al. The prevalence of comorbid depression in adults with diabetes: a meta-analysis.Diabetes Care. 2001 Jun;24(6):1069-78
11.4
Psychiatrische syndromen Vast omlijnde diagnose
Niet specifieke psychologische stress
Depressieve symptomen
Diabetes gerelateerde distress
DSM IV criteria voor depressie • Depressieve gemoedsstemming en/of gebrek aan interesse en/of gebrek aan plezier in dagelijkse activiteit gedurende minstens 2 weken • Geassocieerd met • • • • • • •
Slapeloosheid of slaperigheid Vermoeidheidsklachten Verandering in eetlust en/of eetpatroon en/of gewicht Verminderde concentratie en/of aandacht Agitatie of psychomotore vertraging Gevoel van nutteloosheid of schuld Denken aan/plannen/idealisatie van dood/zelfmoord
Affective and anxiety disorders in a German sample of diabetic patients.
Diabetic Medicine 2005;22(3):293-300, 16 FEB 2005
Prevalence of undiagnosed depression among U.S. adults with diabetes: The Behavioral Risk Factor Surveillance System, 2006 men
women
120 100 80 60 40
74,6
72,3 55,8 39,9
20
61,4
46,5
0 major
minor
combined
major diagnosed
minor
combined
undiagnosed
Major depression is defined as meeting at least five of the eight PHQ-8 criteria, one of which must be depressed mood or loss of interest or pleasure, for >7 days during the previous 2 weeks. Minor depression is defined as meeting two to four of the criteria, one of which must be depressed mood or loss of interest or pleasure, for <7 days during the previous 2 weeks. C Li. Et al. Diabetes Research and Clinical Practice. 2009; 83(3):268 - 279
Screenen voor depressie • Nog steeds onder gerapporteerd en onder gediagnosticeerd • Patiënten komen hier meestal niet spontaan mee • Educatie dat depressie vaak voorkomt bij diabetes en omgekeerd • Wegnemen schaamtegevoel • Gevoel “non coping” • Aandacht bij sommige ethnische groepen waar depressie nog meer gestigmatiseerd is • Eens behandeld meestal positief • Navragen naar depressieve gevoelens, gedachten, moeilijkheden,… • Eventueel systematische vragenlijst (PHQ-9, Beck, CES-D,…)
Gary, Diabetes care 2000; Wagner et al. Diab Res Clin Pract 2009
Diabetes en depressie - prevalentie • 1 op 4 patienten met diabetes zal in zijn leven geconfronteerd worden met depressie • Cijfers verschillen wel sterk van land tot land en bevolkingsgroep
• Personen met diabetes hebben 2 x zo vaak een depressie dan vergelijkbare niet diabetes populatie • Depressie rate is ongeveer dezelfde bij type 1 als bij Type 2 diabetes patiënten • Depressie bij diabetes is chronische aandoening • 60 % van patienten hebben depressieve symptomen 6 maand na initiele vaststelling <-> algemene populatie tss 10 en 12 weken • 70 % van patienten hervallen binnen periode van 5 jaar De Groot. Diabetes Care. 2006 Mar;29(3):549-53 Lustman. Diabetes Care. 1988 Sep;11(8):605-12
Rate of Depression Over 3.1 Years by Baseline Glucose Status
Rate per 1000 Person-Years
Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis 50
40% elevated following adjustment
40
30
20
10
0 Normal fasting glucose
Impaired fasting glucose
Untreated Diabetes
*Depression defined as CES-D>16 or initiation of depression meds
Treated diabetes
Affective disorders in a German sample of diabetic patients: prevalence, comorbidity and risk factors OR no disorder/subclinical
OR no disorder/clinical
Male
1
1
Female
2
3.2
• 18-48
1
1
• 49-62
0.8
0.9
• >62
0.5
0.2
• No
1
1
• Yes
1.5
2.5
• Type 1
1
1
• Type 2 without insulin
1.3
2.2
• Type 2 with insulin
3.6
5
Age
Living alone
Disease type
Hermanns. Diabet Med. 2005 Mar;22(3):293-300
Affective disorders in a German sample of diabetic patients: prevalence, comorbidity and risk factors OR no disorder/subclinical
OR no disorder/clinical
• <6 y
1
1
• 7-16 y
0.7
0.8
• > 16 y
0.5
0.9
• <7.5 %
1
1
• 7.5-8.3 %
1.4
2.5
• > 8.3%
1.9
1.5
• 0
1
1
• 1-2
0.9
1.1
• >2
1.3
1.4
• No
1
1
• Yes
2.7
4.4
Duration disease
HbA1c
Complications
Severe hypoglycemia
Hermanns. Diabet Med. 2005 Mar;22(3):293-300
Diabetes- depressie bidirectioneel?
Diabetes- depressie pathogenese traditioneel idee
Diabetes en depressie- bidirectioneel??? • Verschillende studies hebben aangetoond dat depressie op zich een risicofactor is voor ontwikkelen van diabetes • Bij majeure depressie prevalentie diabetes tss 30 en 60 % afhankelijk van populatie • Knol: • Risico op diabetes + 37 % hoger wanneer ooit in leven depressieve klachten
• Chen: • HR voor ontwikkelen van depressie door diabetes = 1.43 • HR voor ontwikkelen van diabetes door depressie = 2.02
Opm na correctie voor confounding factors zoals obesitas, sedentariteit, levensstijl, roken,…. Eaton, Diabetes Care 1996; Kawakami, Diabetes Care 1999; Arroyo, Diabetes care 2004 Knol, Diabetologia 2006; Chen, Diabetes Care 2013
prospective studies of depression and type 2 diabetes. Depression diabetes Risico + 60 %
Diabetes depression
Mezuk B et al. Dia Care 2008;31:2383-2390
Depressive disorders and incident diabetes mellitus Incidence ratio (/1000 ptyears)
HR
12.36
1.00
• Non severe
20.15
1.66
• Severe
17.65
1.57
• First ever
18.42
1.59
• Previous
27.27
2.06
• Baseline +FU
28.87
2.09
• Only baseline
16.29
1.43
• Untreated
19.96
1.83
• treated
18.42
0.823
Non depressed Depression type
History
Persistance
Treatment for depression
Campayo. Am J Psychiatry. 2010 May;167(5):580-8.
Talbot. Diabetes Care 2000; 23: 1556-1562
Prevalence of Adverse Health Behaviors and Obesity by Lifetime Diagnosis of Depression Status
32,8
30,8
Percent
30,6
23,3
22,6
17,3 14,8
14,8
5,9
SMOKING
OBESITY
Lifetime diagnosis of depression Gen Hosp Psychiatry. 2008 Mar-Apr;30(2):127-37
PHYSICAL INACTIVITY
BINGE DRINKING
No lifetime diagnosis of depression
4,8
HEAVY DRINKING
Prevalence of Adverse Health Behaviors and Obesity by Current Depression Status
43 37,9
Percent
35,2
23,6 21,2
17,6
16,8
15
7,7 4,8 SMOKING
OBESITY
Currently depressed Gen Hosp Psychiatry. 2008 Mar-Apr;30(2):127-37
PHYSICAL INACTIVITY
Not currently depressed
BINGE DRINKING
HEAVY DRINKING
Odds Ratio
.
Obesitas en Psychopathologie 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,1 1 0,9 0,8 0,7 0,6
1,47 1,28 1,21
0,78 majeure depressie
angststoornis
Bipolaire stoornis
drug verslaving
Simon et al. Arch Gen Psychiatry 2006; 63:824-830.
Depressie en diabetes - gezondheidsrisico • Therapie non compliance • Dieet • Lichaamsbeweging • Medicatie
• Hoger aantal ambulante raadplegingen • Hogere medicatie nood • Hogere kost
• Tot 4.5 x hogere gezondheidskost voor DM met depressie tov zonder depressie • Ondanks lager bereik van kwaliteitsparameters bv. oogfundus, regelmatige lab bepaling etc
• Risico op invaliditeit door beide aandoeningen gecombineerd 7x hoger dan populatie met alleen diabetes • 30-60 % van patiënten met diabetes en depressie hebben geen werk • Sociaal isolement
From Egede LE. Medical costs of depression and diabetes. In: Depression and Diabetes. Katon W, Maj M, Sartorius N (eds). Chichester: Wiley, 2010 Van Korff. Diabetes Care. 2005 Jun;28(6):1326-32
Health care utilization is significantly higher among depressed compared with non-depressed diabetes patients (US 1996 data).
From Egede LE. Medical costs of depression and diabetes. In: Depression and Diabetes. Katon W, Maj M, Sartorius N (eds). Chichester: Wiley, 2010.
Study subjects with work disability (being disabled or otherwise employed, having missed ≥5 days of work in the prior month, and/or having severe difficulty with work tasks) by number of diabetes complications and depression status.
Von Korff M et al. Dia Care 2005;28:1326-1332
Self reported health
Moussavi et al., Lancet 2007;370:851-858
Association between depressive symptoms and increased mortality in people with diabetes after adjusting for socio-demographic and lifestyle factors
Diabetic population
Survival functions in a nondiabetic population stratified by Centers for Epidemiologic Studies Survival functions in a diabetic population stratified by Centers for Epidemiologic Studies Depression (CES-D) Scale score, NHANES I Epidemiologic Follow-up Study, 1982-1992 Depression (CES-D) Scale score, NHANES I Epidemiologic Follow-up Study, 1982-1992
Non-diabetic population
NS
p <0.001
Zhang, X. et al. Am. J. Epidemiol. 2005 161:652-660; doi:10.1093/aje/kwi089
Copyright restrictions may apply.
Zhang et al., Am. J. Epidemiol. 2005;161:652-660
Zhang, X. et al. Am. J. Epidemiol. 2005 161:652-660; doi:10.1093/aje/kwi089
Copyright restrictions may apply. CES-D= Center for Epidemiological Studies - Depression Scale
Diabetes en depressie: verhoogde mortaliteit
All-cause mortality hazard ratio
No Diabetes No Depression
1.00 (reference)
No Diabetes Depressed
1.20
Egede et al., 2005, Diabetes Care, 28(6), 1339-1345.
Diabetes Diabetes No Depression Depressed
1.88*
2.50*
Depression and increased mortality in diabetes: unexpected causes of death Baseline and Adjusted Models
All-Cause
Cardiovascular
Cancer
Noncardiovascular, Noncancer
Not depressed
428 (12.8)
187 (5.6)
123 (3.7)
118 (3.5)
Minor depression
65 (18.2)
29 (8.1)
13 (3.6)
23 (6.4)
Major depression
88 (17.8)
32 (6.5)
20 (4.1)
36 (7.3)
Events, No. (%)
Adjusted for demographic characteristics,HR Minor depression
1.48 (1.14–1.93)
1.51 (1.02–2.24)
1.04 (0.59–1.85)
1.87 (1.19–2.93)
Major depression
2.26 (1.79–2.85)
2.00 (1.37–2.94)
1.61 (0.99–2.59)
3.35 (2.30–4.89)
Adjusted for demographic, clinical characteristics, health habits and disease control measures
Minor depression
1.24 (0.95–1.61)
1.20 (0.81–1.78)
0.94 (0.53–1.68)
1.54 (0.98–2.42)
Major depression
1.52 (1.19–1.95)
1.25 (0.83–1.86)
1.27 (0.77–2.10)
2.15 (1.43–3.24)
Lin et al. Ann Fam Med. 2009 Sep-Oct;7(5):414-21.
Non CV, non cancer = infection, dementia, renal failure, chronic obstructive pulmonary disease, and other causes.
Effect van depressie op hyperglycemie
Lustman. Diabetes Care. 2000 Jul;23(7):934-42
Depressie en diabetes – slechte therapie compliance • Bevragen naar slechte zelfzorg vooral sterk gecorreleerd met missen van afspraken • • • •
Sociaal isolement Vermijdensgedrag Verstoorde interpersoonlijke relaties Niet nemen van engagement bij activiteiten
• Depressie eveneens gecorreleerd met minder tevredenheid over zorgverleners • Gemiste afspraak frustratie bij zorgverlener minder empathie/communicatie + minder continuïteit van zorg slechtere therapie compliance, metabole regeling
Behandeling gevoelens
• Psychotherapie
gedachten
• Cognitieve gedragstherapie
• Antidepressiva • Nortryptiline ( hogere dosissen dan bij neuropathische pijn) • SSRI’s en SNRI’s
gedrag
Effect van behandeling met Bupropion A1C values at baseline, after 10 weeks of (acute-phase) treatment, and during the subsequent 24 weeks of maintenance treatment.
Predictoren van goede respons op hbA1c: uitgangs HbA1c verbetering van de depressie score Δ BMI Niet significant: Zelfcontrole, lichaamsbeweging
Lustman P J et al. Dia Care 2007;30:459-466
Psychotherapie bij patienten met depressie • Cognitieve gedragstherapie • RCT vs diabetes educatie • 85 % remissie rate na beëindigen behandeling • 70 % remissie na 6 maand FU
• Problem solving therapie • RCT met 3 armen PST, SSRI, gewone zorg • Betere tevredenheid bij PST • Verbetering van de depressie scores na 12 maand • Verschillende therapieën gelijkaardig effect op HbA1c
Lustman. Arch Int med, 1998; Katan. Arch Gen Psych 2004
Psychotherapie verschillende mogelijkheden, evoluties • Individueel
• Mental health providers ( Lustman, Arch Int med, 1998) • Trained nurse case managers (Katon, Arch Gen psych,2004)
• Multidisciplinair team ( Katon, NEJM, 2010)
• Primary care physician + medically supervised nurse • 12 maand • Problem solving therapy: intensive therapy vs conventional • • • • •
HbA1c : -0.58 % Systolic blood pressure: -5.1 mmHg Total cholesterol: -6.9 mg/dl SCL-20 depression score: -0.4 Greater satisfaction with their diabetes, increase QOL, more adaptations to insulin, anti hypertensive and antidepressant therapy
• Web based approach: cognitive behavior therapy ( Van Bastelaar, Diabetes Care, 2011) • Self directed care • Improvement of depression scores and of diabetes related distress • No effect on HbA1c ( but low baseline 7.4%)
Psychosen ( oa. Schizofrenie) en diabetes Effect van psychotrope medicatie op diabetes
Psychosen en diabetes • Risico op diabetes bij patienten met psychose 2-4 x hoger dan in algemene populatie • Hogere mortaliteitscijfers dan bij diabetes alleen of bij psychose alleen • Onderliggende factoren • Genetisch Risico tot X 4 bij familiaal diabetes
omgevingsfactoren sedentariteit dieet poor healthcare behandeling antipsychotica
• Risico voor therapie non compliance : > 50 % Br J Psychiatry suppl 2004;47:S112-114. Br J Psychiatry. 2010;197:272-277. J Psychofarmacol 2005;19(6suppl):56-65
Estimated survival rates in patients with diabetes at age 60
vrouwen
mannen
Vinogradova Y et al. BJP 2010;197:272-277
Percentages of healthy comparison group at baseline and first episode psychotic patient (FEP) group at baseline and after 6 months of antipsychotic treatment
Lean = BMI < 25 kg/m²; overweight =BMI 25-29.9 kg/m²; obese = BMI ≥ 30 kg/m² Graham. Schizophr Res. 2008 Apr;101(1-3):287-94
Atypische antipsychotica en gewichtstoename epidemiologie + antipsychotica Antipsychotica (%) (%) P85 < BMI
BMI > P95 IGT
31
15
21,5
7,5
Prospectieve analyse bij 432 psychiatrische opnames van jongeren tss 12 en 18 jaar Can J psychiatry 2009; 54(11): 743-9
Effect op gewicht van neuroleptica Gewichtstoename over 1 jaar (kg) Aripiprazole (Abilify)
1
Amisulpiride (Solian)
1.5
Quetiapine (Seroquel)
2–3
Risperidone (Risperdal)
2–3
Olanzapine (Zyprexa)
>6
Clozapine (Leponex)
>6
Tandon et al. J Ser Res. 1997;4:159-177
Atypische antipsychotica – gewichtstoename % pt met gewichtstoename > 7 % 30 25 20 15 10 5 0
olanzapine
Tandon et al. J Ser Res. 1997;4:159-177
quetiapine
risperidone ziprasidone aripiprazole
Antidepressiva: Gewichtstoename in kg na 1 jaar behandeling 6
5,2
Δ gewicht (kg)
5 4 3 2 1 0 -1
3,6 2,2
2,2 1,4
1 -0,4
-0,4
-0,1
Atypische antipsychotica : Toename van insuline resistentie • Vnl. clozapine, olanzapine, risperdone, quetapine • Onafhankelijk van BMI, wel met abdominale vetaccumulatie • Toename bij jonge leeftijd • Toename van insulineresistentie • Verhoogde conversie (X6) naar overte Type 2 diabetes vanuit IGT en IFG • Stoppen van therapie leidt in 70 % van pt naar reconversie naar IGT of IFG • Incidentie nieuwe Type 2 diabetes: 6,5 ‰/j • Hypertensie • Dyslipidemie
J Clin Psychiatry 2004;65:857-863
Atypical Antipsychotics: Case Reports Summary New Onset DM
DKA/Coma
Deaths
Clozapine
242
80
25
Olanzapine
225
100
23
Risperidone
131
36
5
Quetiapine°
69
21
11
Ziprasidone
1
1
0
Aripiprazole
?
?
?
*Data from MedWatch and Koller et al. Am J Med. 2001;111:716-23/ Koller et al. Pharmaotherapy. 2002;22:841-52. °J Clin Psychiatry 2004;65:857-863
CATIE Study Findings Olanzapine N=336
Quetiapine N=337
Risperidone N=341
Perphenazine N=261
Ziprasidone N=185
>7% weight
30%
16%
14%
12%
7%
Weight Change (lbs)
9.4
1.1
0.8
-2.0
-1.6
FBG (mg/dl)
15.0
6.8
6.7
5.2
2.3
HbA1c (%)
0.41
0.05
0.08
0.10
-0.10
Cholesterol (mg/dl)
9.7
5.3
-2.1
0.5
-9.2
Triglycerides (mg/dl)
42.9
19.2
-2.6
8.3
-18.1
Liebermann. N Engl J Med. 2005 Sep 22;353(12):1209-23
Terug naar beide casussen • Glycemie regeling ≈ psychiatrische toestand • Gewicht bij beide een belangrijk element in pathologie • Medicatie effect • Sociaal isolement • Therapie non compliance – gebrek aan zelfmonitoring • Verwaarlozing van algemene opvolging • Gemeenschappelijke opvolging en communicatie ! psychiatrie/psycholoog/educator/huisarts/endocrinoloog /…
Psychiatrische aandoeningen en diabetes samenvattend • Associatie tussen verschillende psychiatrische ziekte beelden en diabetes • Meest bestudeerd is relatie diabetes – depressie en angststoornis • Multifactorieel bepaald • Bidirectionele beïnvloeding op outcome • Verhoogde comorbiditeit verhoogde mortaliteit
• Behandeling van depressieve kenmerken: gunstig effect op metabole controle
• Screening naar psychiatrische ziektebeelden is noodzakelijk om tijdig te herkennen en behandelen • Aandacht noodzakelijk voor nagenoeg alle psychofarmaca ivm metabole gevolgen van gewichtstoename en verhoogd risico op diabetes