ZNA Jan Palfijn Lange Bremstraat 70 B2170 Merksem
Totale heupprothese Info voor patiënten
Toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg
GEHEUGENSTEUNTJE VOOR UW INGREEP Duidt voor uzelf aan wat je al gedaan hebt, zo bent u zeker van een vlot verloop van de opname o Ik heb de informatiebrochures gelezen voor mijn opname in het ziekenhuis o Ik breng alle gevraagde ,volledig , ingevulde documenten mee naar het ziekenhuis bij de infosessie 2 o Mijn coach is:.......................................................... o Mijn huisarts helpt mij zo nodig bij het invullen van de documenten o Ik noteer de data en het uur van de verplichte infosessie op mijn kalender o Ik kom naar de twee infosessie om 9uur stipt op afdeling 1B o Ik noteer de datum en uur van opname op mijn kalender o Ik noteer de datum en uur van ontslag op mijn kalender en verwittig mijn coach o Zo nodig, heb ik de thuisverpleging gecontacteerd? o Zo nodig, heb ik de thuiskinesist gecontacteerd? o Zo nodig, heb ik de thuishulp gecontacteerd? ( poetsdienst-maaltijddienst-bejaardenzorg, andere) o Heb ik de nodige hulpmiddelen gehaald ? (krukken, looprek,..) o Zijn de nodige aanpassingen in huis voor na mijn ontslag geregeld? o Ik breng alle resultaten van bloedonderzoek, radiografie, hartfilmpje mee naar de infosessie twee o Ik breng mijn normale medicatie mee de dag van opname o Ik heb informatie rond mijn hospitalisatieverzekering ingewonnen voor deze opname 3
1.
Inleiding
U bent samen met de arts tot het besluit gekomen om uw heup te laten vervangen door een heupprothese. De artsen en de medewerkers van het Jointcare® project gaan u al de informatie betreffende de ingreep geven. Het is de bedoeling om de informatie nog eens rustig na te lezen in deze brochure. Als u na het lezen van de brochure en het bekijken van de videofilm nog vragen mocht hebben aarzel dan niet deze te stellen aan iemand van het team.
4
2.
De Totale HeupProthese ( = THP)
Om u duidelijk te kunnen uitleggen wat een THP is willen we u graag even uitleggen hoe een heupgewricht er normaal uit ziet. Het heupgewricht wordt gevormd tussen het bovenbeen en het bekken. Zowel de kop (bovenbeen) als de kom ( bekken) zijn bekleed met kraakbeen. Naast de overlapping van de kom over de kop wordt het geheel op zijn plaats gehouden door een mantel van bil - heupspieren en een gewrichtskapsel.
fig 1. bouw van het heupgewricht. Door slijtage van het kraakbeen kunnen de gewrichtsvlakken niet meer soepel langs elkaar glijden. Hierdoor wordt het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker.
5
De slijtage kan zo erg zijn dat het gewricht moet vervangen worden door een prothese.
De prothese bestaat uit twee delen: de steel en kop van metaal de kom is van kunststof of van metaal en kunststof.
6
Het is de steel die in de schacht van het dijbeen wordt aangebracht en gefixeerd. Deze fixatie kan op verschillende manieren gebeuren: gecementeerd : hierbij wordt de kom en de steel met een speciale kleefstof bevestigd. ongecementeerd : hierbij moeten de kom en de steel vastgroeien in het bot. (= vaste groeiprothese) Bij deze prothese kan het langer duren voordat u volledig op het been mag steunen. hybride prothese: dit is een combinatie van de twee vorige. De kom is niet gecementeerd, de steel wel. De medewerkers van het Jointcare® team zullen u vertellen op welke wijze uw prothese wordt gefixeerd. In de meeste gevallen gebeurt de operatie zonder problemen, toch is het van belang dat u weet welke complicaties er zich kunnen voordoen: infectie : hiervoor wordt u behandeld met antibiotica. luxatie : hierbij schiet de kop uit de kom. ( cfr.oefenboekje) thrombose : hiervoor wordt u behandeld met antistollingsmiddelen. zenuwletsel.
7
Belangrijk : indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, is het van belang dat u de arts hiervan op de hoogte brengt.
3.
Voor de opname
U zal worden opgenomen op de afdeling orthopedie 1B waar zich de Jointcare®- unit bevindt. Door zo veel mogelijk informatie te geven trachten wij de zorgverlening te verbeteren en weet u perfect wat er van u verwacht wordt. Om hierin te slagen is het belangrijk dat u voor de opname met de volgende zaken rekening houdt. Informatiesessies : de behandelende arts geeft u de data wanneer en waar deze bijeenkomst plaatsvindt. U krijgt dan, samen met andere patiënten die opgenomen worden voor een THP of een Totale KnieProthese de nodige informatie. Deze informatie wordt u gegeven door de orthopedisch chirurg, een anesthesist, een verpleegkundige, een kinesitherapeut en iemand van de sociale dienst. Uiteraard kan u deze mensen al de nodige vragen stellen. Er zullen u hier ook formulieren overhandigd worden die bestemd zijn voor de resultaatsbeoordeling ( zie ook punt 9.)
8
Coach: het is de bedoeling om u tijdens de opname te laten bijstaan door een ‘coach’. Hiervoor kan u uw partner of iemand anders uit uw omgeving vragen. Deze persoon is goed op de hoogte van uw situatie wanneer u na uw ontslag uit het ziekenhuis weer thuis bent. Hij of zij staat u bij tijdens uw revalidatie. Thuiszorg : tijdens uw bezoek bij de chirurg zal deze u een patiëntenmap overhandigen. In deze map zitten alle papieren die u nodig zal hebben voor de ingreep. Hij zal met u deze formulieren overlopen en u vertellen welke afspraken er moeten gemaakt worden voor de verdere revalidatie en wie u daarvoor het beste kan contacteren. Uw huisarts kan u bijstaan in de keuze van een kinesist, (indien u die nog niet mocht hebben) en de mensen van de sociale dienst van het ziekenhuis staan ter uwe beschikking voor verdere thuishulp ( bvb: thuisverpleging of regeling voor een revalidatiecentrum.) Kinesitherapie en Ergotherapie: tijdens de infosessie maakt u reeds kennis met de mensen van deze afdeling. Zij zullen u op de hoogte brengen van de revalidatie in het ziekenhuis. Het is de bedoeling dat u enkele dagen voor de opname langs de dienst kinesitherapie gaat om samen het oefenschema te overlopen. Het oefenschema kan u terug vinden in het oefenboekje. Op deze manier heeft u al de
9
oefeningen reeds uitgevoerd en weet u perfect wat u moet en mag doen na de ingreep. De kinesist zal ook nagaan in hoe verre u het lopen met krukken beheerst, en overloopt, samen met de thuiskinesist, of thuis alles is aangepast ( bvb: wc-verhoger, aangepast bed enz…) 4. De opname De dag vóór of de dag zelf van de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Een verpleegkundige brengt u op de hoogte van de gang van zaken op de dienst. Het juiste tijdstip van de opname vindt u terug in uw patiëntenmap. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis? uw patiëntenmap de medicijnen die u reeds thuis gebruikte gemakkelijke kledij die u voldoende bewegingsvrijheid geeft en die u overdag kan dragen gemakkelijke schoenen die voldoende steun geven en geen hoge hiel hebben ( ook geen slippers) krukken 5. De operatiedag Zoals in de informatiesessies is verteld gebeurt de anesthesie (= verdoving) en de pijnstilling via een ruggenprik (epidurale katheter). Deze wordt toegediend door de
10
anesthesist. Tijdens de ruggenprik wordt er een slangetje aangebracht om de pijn te verzachten. Deze rugkatheter blijft de eerste dagen na de ingreep zitten zodat u optimaal en zonder al teveel pijn kan revalideren. Tevens zorgt de anesthesist er voor dat u een slaapmiddel krijgt zodat u tijdens de ingreep slaapt. Voor de operatie krijgt u een blaaskatheter en wordt u naar de operatieafdeling gereden. In de voorbereidingsruimte wordt u op een andere matras gelegd en de operatiekamer binnengereden. Na de operatie, die zo’n één à twee uur duurt, is uw heup ingepakt met een stevig verband en of pleisters. Daar uit komen één of meerdere slangetjes( = drains ). Via deze drains wordt er bloed en wondvocht afgevoerd. Ze worden na enkele dagen verwijderd. Om het risico van ontstekingen zo klein mogelijk te maken krijgt u tijdens en na de operatie antibiotica. Verder schrijft de arts u bloedverdunnende medicijnen voor om trombose (= klontering van het bloed) te voorkomen. Deze bloedverdunnende inspuitingen krijgt u tot ongeveer 4 tot 6 weken na de operatie.
11
6.
De dagen na de operatie
Belangrijk: omdat u de eerste dag na de ingreep op uw rug dient te slapen is het handig dit reeds thuis te oefenen!!!!! Vrijwel onmiddellijk na de ingreep kan u starten met de eerste oefeningen. Het verdere verloop van de revalidatie en medische handelingen zullen we nu even kort overlopen: dinsdag : oefeningen voor spierkracht en mobiliteit, indien mogelijk doet u in de namiddag al uw eerste stappen. De drains worden verwijderd. woensdag : naast de blaassonde zal ook de rugkatheter worden verwijderd en stapt u met een looprekje tot aan de zit- en oefenruimte. Hier zal u dan gezamenlijk de oefentherapie uitvoeren. donderdag: indien alles vlot verloopt kan u reeds met krukken leren gaan. vrijdag : naast de dagelijkse oefensessie leert men u vandaag aan hoe u op en af een trap moet gaan. Mocht om een of andere reden uw revalidatie er toch iets anders uitzien, aarzel dan niet om raad te vragen aan iemand van het team. (Het kan BV altijd dat een drain of infuus iets langer moet blijven zitten of dat u dinsdag nog niet aan stappen toe bent enz…)
12
7.
Ontslag
6 dagen na de operatie gaat u weer naar huis met een loophulpmiddel. De huisarts en uw kinesist worden op de hoogte gebracht van de verdere revalidatie. Indien dit afgesproken was komt de thuisverpleegkundige langs voor de verdere verzorging. Ongeveer 2 weken na de operatie worden de hechtingen en of krammen door de huisarts verwijderd. Het is mogelijke dat het wondgebied rood ziet en warm aanvoelt. Hierover moet u zich geen zorgen maken. Voor controle komt u na 6 weken op de raadpleging orthopedie. Deze afspraak wordt bij het ontslag reeds vastgelegd.
8.
Weer thuis
We proberen om u tijdens het verblijf in het ziekenhuis zo goed mogelijk voor te bereiden op uw thuissituatie. Graag overlopen we toch nog eens volgende aandachtspunten: vermijd een aantal bewegingen: te diep hurken en de benen over elkaar slaan. zwemmen mag na een 6-tal weken ( best na de controle bij de chirurg). indien u voldoende controle hebt over de heup kan u terug autorijden na 4 à 6 weken.
13
fietsen kan in overleg met de kinesist na een 6-tal weken. indien u slaapt op uw zij, doe dit dan het beste met een groot kussen tussen de benen. Zo zorgt u ervoor dat er niet teveel spanning op het gewricht komt. draaien gaat steeds stap voor stap. Niet staande draaien op de voet van het geopereerde been. gebruik bij traplopen aan een kant de leuning: om te stijgen: eerst het niet geopereerde been vervolgens de kruk en het geopereerde been. om te dalen: eerst de kruk en het geopereerde been, het niet geopereerde been volgt. bij toename van de pijn doet u het best wat rustiger aan. Forceer nooit. Belangrijk : raadpleeg uw chirurg en of uw huisarts wanneer: de pijn in het operatiegebied toeneemt in combinatie met roodheid en eventueel koorts het onderbeen dik, glanzend en pijnlijk is. 9.
Resultaatsbeoordeling
Zoals eerder reeds vermeld, krijgt u een aantal formulieren die dienen voor de resultaatsbeoordeling. De bedoeling van deze formulieren is 2-voudig: toestand preoperatief: door de formulieren voor de ingreep in te vullen, bekomt men een perfect beeld van de oude toestand ( wat kan er en wat niet, wanneer pijn en wanneer niet enz….).
14
toestand postoperatief: door de formulieren in te vullen na de ingreep ( in samenwerking met de chirurg, de huisarts, de kinésist …)bekomen we een goed beeld van de huidige, nieuwe toestand ( wat kan de patiënt meer in vergelijking met vroeger, is er minder pijn … ). Door het verwerken van de verkregen informatie kan de chirurg en zijn team perfect nagaan in hoeverre de ingreep geslaagd is (= hoeveel u na de ingreep meer kan dan voorheen. Op deze manier wordt het mogelijk om de werkwijze te controleren en steeds verder aan te passen aan nieuwe veranderingen.
15
10. Joint-Care® : ja of nee? Indien er, in samenspraak met de chirurg, wordt besloten u te behandelen buiten het ‘Joint-Care® project’ dan kan uw opname in het ziekenhuis anders verlopen dan daarnet besproken. Laten we even de veranderingen op een rijtje zetten. Het ontbreken van de infosessies. Indien u geen infosessie heeft bijgewoond proberen wij dit op te vangen door u tijdens uw opname alle informatie te geven. Uiteraard kan u de meeste informatie vinden in dit boekje. Vragen kan u natuurlijk altijd stellen. Ontslag uit het ziekenhuis. In tegenstelling tot de jointcare®-patienten is bij u de ontslagdatum niet op voorhand bepaald. Meestal varieert deze tussen de 7 en de 14 dagen. Uiteraard kan het zijn dat er na uw verblijf in het ziekenhuis nog een periode van revalidatie volgt in een revalidatiecentrum. De revalidatie in het ziekenhuis zal hetzelfde verlopen. Het is ook hier de bedoeling om u snel weer op de been te krijgen.
16
Al de medewerkers van het Jointcare® team wensen u een spoedig en volledig herstel.
17
Nota’s
18
19