Totale heupprothese HAP-programma
1
Uw orthopedisch chirurg heeft met u besproken dat u binnenkort een heupoperatie ondergaat. Tijdens deze operatie wordt uw beschadigde heupgewricht vervangen door een kunstgewricht, een ‘heupprothese’. Dit is een veel voorkomende operatie bij mensen met een zogenaamde versleten heup. In deze folder informeren we u over de ingreep. Neem deze folder mee bij elk bezoek aan het Orthopedisch Centrum Máxima en de fysiotherapeut. Leest u de folders ‘Informatie bij opname’ en ‘Anesthesie’ eens goed door. Deze krijgt u bij de afdeling POS (pre-operatief spreekuur).
2
INHOUDSOPGAVE De meest gestelde vragen
4
Hoofdstuk 1
Algemene informatie
10
Hoofdstuk 2
De operatie
14
Hoofdstuk 3
Voorbereiding op de opname
17
Hoofdstuk 4
De opname in het ziekenhuis
22
Hoofdstuk 5
De herstelperiode thuis
24
3
De meest gestelde vragen en antwoorden 1. Hoe lang blijft mijn heup pijnlijk? De pijn na het plaatsen van een heupprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer twee weken na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. In het eerste jaar na de operatie voelt men soms een doffe pijn na lange wandelingen. ‘Startpijn’ (pijn bij de eerste paar stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent zeker niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit. U kunt ook last hebben van uw bilspieren. Deze spieren zijn tijdens de operatie opzij gelegd en weer teruggelegd. Het afnemen van deze pijn heeft tijd nodig en wordt bevorderd door training. U kunt de bilspier trainen met de volgende oefeningen: • op één been staan • bekken kantelen • been opzij tillen Vraag uw fysiotherapeut hiernaar. 2. Hoe lang blijft mijn been dik? De zwelling vermindert meestal gedurende de eerste maanden na ontslag. Het dik worden vermindert door regelmatig overdag de benen omhoog te leggen. De zwelling is in het algemeen ‘s avonds het grootst en neemt af als u de oefeningen goed blijft doen. 3. Wanneer mag ik weer gaan fietsen en autorijden? Als u voor de operatie ook regelmatig fietste, mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben en zich zeker genoeg voelen om te fietsen.
4
Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. U moet wel soepel kunnen fietsen zonder grote kracht of inspanning. Oefenen op een hometrainer is aan te raden. Autorijden is een individuele aangelegenheid. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been kunt u na ongeveer zes weken weer gaan autorijden. Het is niet verstandig om te rijden wanneer u nog pijnmedicatie slikt en op krukken loopt. Raadpleeg zo nodig uw arts om te vragen wanneer het verstandig is met autorijden te beginnen en raadpleeg ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. In het algemeen moet u voldoende kracht in uw benen hebben. 4. Wanneer mag ik weer gaan douchen en in bad? Als u het ziekenhuis verlaat zit er een waterdichte pleister op de wond waarmee u mag douchen. Als de wond droog is mag u ook zonder verband douchen. Algemene regel is: beperk het contact tussen de wond en het water tot enkele minuten, zodat de huid niet week kan worden. Het is het beste om de wond de eerste twee maanden met uw handen te wassen en niet met een washandje. Let erop dat u het litteken van boven naar beneden wast (niet van links naar rechts). Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. Een bad nemen mag als de wond helemaal gesloten is. 5. Wanneer mag ik weer trappen lopen? Het is belangrijk dat de verpleegkundigen en de fysiotherapeut weten dat u trappen moet kunnen lopen wanneer u weer thuis bent. Tijdens de opname in het ziekenhuis zal het trappen lopen voldoende met u worden geoefend, zodat dit voor u thuis geen problemen oplevert. 6. Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? De fysiotherapeut van het ziekenhuis leert u tijdens uw opname hoe u veilig op uw zij draait en zo kunt slapen.
5
7. Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven (zie ook vraag 4). De huid rondom de snede kan wat rood of geïrriteerd zijn. Wanneer de hechtingen opgelost zijn neemt de irritatie af. Is het wondgebied gezwollen en rood of er komt vocht uit, neem dan contact op met polikliniekassistente orthopedie. U krijgt bij ontslag instructies mee voor de wondverzorging. 8. Waar moet ik op letten na de heupoperatie? Gedurende de eerste drie maanden na de operatie is het, om luxatie te voorkomen (dit is het uit de kom raken van het heupgewricht), erg belangrijk dat u de volgende leefregels goed in acht neemt: • Uw knie niet in de richting van uw neus brengen (bijvoorbeeld om uw teennagels te knippen). • Niet bukken vanuit een stoel. • Niet met de benen over elkaar zitten. • Niet hurken. • Niet op een lage stoel of kruk gaan zitten. • Niet bukken vanuit een stand met de benen naast elkaar. Er wordt aan u geleerd hoe u iets van de grond kunt rapen met het geopereerde been naar achteren uitgestrekt. • Bij het geopereerde been niet op de ‘gewone’ manier de kous en schoen (veters) aantrekken. • Extreme bewegingen vermijden. • In deze periode moeten de benen enigszins gespreid worden gehouden bij het zitten en liggen. • Zwemmen kan en mag na ongeveer zes weken (overleg met uw arts!). • Gymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag na ongeveer drie maanden (overleg met uw arts!). • Patiënten met een heupprothese dienen (tot) minimaal zes weken na de operatie een loophulpmiddel gebruiken. • Draag de eerste drie maanden schoenen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Vermijd dus hoge hakken en slippers!
6
9.
Wanneer kan ik weer deelnemen aan het arbeidsproces? Dit kan per patiënt verschillend zijn en vraagt om een individueel advies. Raadpleeg hierover dus uw bedrijfsarts wanneer u het werk weer kunt hervatten. Maak samen met de bedrijfsarts een plan om terug te keren. 10. Ik loop mank, wat kan ik daar aan doen? Probeer met een kruk aan de gezonde zijde te lopen en de bilspier te trainen, op den duur gaat dit over. 11. Ik heb een beenlengteverschil, wat kan ik daar aan doen? Als het verschil daarna minder dan een halve centimeter is, hoeft u niets te doen. Tot 1 centimeter kunt u een inlegzooltje van een halve centimeter in de schoen doen. Als het meer is dan 1 centimeter kunt u een verhoging onder de hak van de schoen laten maken. Vaak voelt men in het begin een verschil omdat de spieren nog niet volledig zijn opgerekt. Dit is meestal binnen drie maanden weg. U kunt dit bespreken met uw fysiotherapeut of bij de controle in het ziekenhuis. 12. Mijn heup is stijf De stijfheid vermindert wel door de operatie, maar uw heup wordt nooit meer zo soepel als vóór het begin van de artroseklachten. Dit komt omdat op het moment van operatie de spieren rond de heup vaak al verkort zijn. Bovendien zorgt ook het inwendige littekenweefsel voor minder souplesse. 13. Hoe lang gaat de prothese mee? Dit is zeer wisselend van patiënt tot patiënt. Het materiaal slijt nauwelijks, maar de verbinding tussen de prothese en uw bot gaat op den duur loszitten. De één-, vijf of tienjaarlijkse polikliniekcontroles met een röntgenfoto zijn hiervoor van belang.
7
14. Hoe lang is er gevaar dat de heup uit de kom gaat? Dit kan eigenlijk uw hele verdere leven gebeuren. Het gevaar wordt wel minder naarmate het langer is geleden dat u bent geopereerd. De ervaring leert dat bijna alle luxaties (dit is het uit de kom gaan van de heup) optreden als de patiënt (per ongeluk) een verkeerde beweging maakt. Deze verkeerde beweging krijgt u uitvoerig uitgelegd door uw fysiotherapeut. 15. Ik heb veel last van het litteken, mag ik in de zon? Het litteken heeft een jaar nodig om tot rust te komen. U mag wel in de zon met het litteken, maar gebruik een hoge factor zonnebrandcrème. 16. Ik heb veel pijn in de rug Dit hoort deels bij het revalidatieproces. Er worden andere spieren gebruikt dan in de tijd dat de heup versleten was. Vaak hebben patiënten niet alleen slijtage van de heup, maar ook van de rug. Dit laatste probleem verandert natuurlijk niet door een heupoperatie. 17. Ik ben nog duizelig U kunt de eerste dagen nog duizelig zijn van de operatie. Wanneer dit zo blijft moet u contact opnemen met de polikliniekassistente orthopedie. 18. Moet ik iets aangeven bij de douane, kan ik door het poortje bij het vliegveld, problemen MRI-scan? De kop van de heupprothese is van staal/keramiek, de steel van titanium/roestvrij staal. Dit geeft bijna zeker een signaal bij een douanepoortje. Leg in dat geval rustig uit dat u een prothese heeft. Bij een eventuele MRI-scan in de toekomst, moet u melden dat u een prothese heeft. In het algemeen kan het onderzoek wel plaatsvinden. U krijgt bij ontslag op de afdeling een Engelse brief over uw prothese mee. Bij het groepsconsult krijgt u ook een röntgenfoto.
8
19. Hoeveel weegt een prothese? Ongeveer één pond. Dit is ongeveer even zwaar als het bot dat is verwijderd. 20. De huid is gevoelloos Dit klopt, de oppervlakkige huidzenuwen zijn doorgesneden, het duurt een tijd voordat dit weer is genezen. 21. Seksualiteit Gemeenschap na de operatie is geen probleem, als u de houdingsbeperkingen in acht neemt voor het uit de kom gaan van de heup (zie vraag 14).
9
1. Algemene informatie 1.1 Belangrijke telefoonnummers Voor vragen tijdens kantooruren: Polikliniek Orthopedisch Centrum Máxima ‘s Avonds of in het weekend: Afdeling spoedeisende hulp, locatie Veldhoven
(040) 888 86 00
(040) 888 88 11
Verpleegafdelingen 9e etage, locatie Eindhoven 10e etage, locatie Eindhoven Verpleegafdeling 227, locatie Veldhoven
(040) 888 54 92 (040) 888 59 31 (040) 888 93 10
Afdeling Radiologie
(040) 888 90 00
Fysiotherapie, Paramáx http://paramax.mmc.nl
(040) 888 90 40
P.O.S. (pre-operatief spreekuur)
(040) 888 50 30
Kijk op https://ocm.mmc.nl voor aanvullende informatie.
10
1.2 Het programma HAP Orthopedisch Centrum Máxima organiseert na uw operatie een programma voor nazorg en revalidatie: HAP (heup actief programma). Dit is erop gericht om u weer snel en verantwoord op de been te helpen. U heeft daarbij veel steun aan uw ‘coach’ (zie 2.3) en medepatiënten. U volgt het programma als u opgenomen wordt op de tiende etage in Eindhoven. Als u op de negende etage óf in MMC Veldhoven wordt opgenomen, revalideert u op uw eigen tempo. Het programma bestaat uit: a. Voorlichting Voor, tijdens en na uw opname wordt u uitgebreid voorgelicht over wat u te wachten staat. U kunt voor al uw vragen ook terecht bij de polikliniekassistente orthopedie. b. Vooraf oefenen Voor uw opname krijgt u van de fysiotherapeut van ons ziekenhuis een uitnodiging voor een groepsbijeenkomst waarbij u voorlichting krijgt over het lopen met een loophulpmiddel. c. Vooraf voorzieningen thuis Vóór uw opname kunt u thuis voorzieningen treffen, om uw revalidatie te vergemakkelijken. De polikliniek assistente orthopedie heeft hier informatie over. d. Samen sterk met uw medepatiënten In het programma HAP wordt u samen met andere patiënten, die ook een heup- of knieprothese krijgen, opgenomen, omdat u aan elkaar veel steun heeft. e. Huiskamer Op de verpleegafdeling is een ‘huiskamer’ ingericht, waar u samen met uw medepatiënten revalideert. U oefent er stapsgewijs de dagelijkse dingen. f. Zorgdossier De zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg rondom uw heupoperatie noteren hun bevindingen in uw zorgdossier. 11
1.3 De coach Uw persoonlijk begeleider, uw ‘coach’, speelt een belangrijke rol. Hij of zij ondersteunt u voor, tijdens én na uw opname. Uw partner of iemand anders kan uw coach zijn. Een coach is niet verplicht, maar we raden het u wel aan. Ervaring leert dat patiënten veel aan hun coach hebben. U heeft een kaart over de coach gehad, deze kunt u aan hem of haar geven. Door samen met u het hele traject van voorbereiding, opname en herstel te doorlopen, weet uw coach precies hoe u met uw kunstheup om moet gaan. Uw coach kent uw thuissituatie en neemt deel aan alle gesprekken. Coaches zijn de hele dag welkom op de verpleegafdeling en kunnen een maaltijd nemen op de afdeling. Een broodmaaltijd kost €3.50, een warme maaltijd €7.50. 1.4 De polikliniek assistente orthopedie De polikliniek assistente informeert en begeleidt u rondom uw opname voor de heupprothese. Ook heeft zij 2 weken voor de operatie nog telefonisch contact met u om u de uitslag van de eerder afgenomen neuskweek te vertellen en om eventuele vragen te beantwoorden. Verder is zij het vaste aanspreekpunt voor uw vragen, voor én na de opname. Meestal kan zij direct een antwoord geven en anders overlegt zij met de betreffende zorgverlener. Telefonisch spreekuur De polikliniek assistenten zijn dagelijks bereikbaar van 8.3017.00 voor vragen, telefoonnummer (040) 888 86 00. Minder dringende vragen mag u ook stellen via
[email protected]. Bij spoed buiten kantoortijden neemt u contact op met de spoedeisende hulp, locatie Veldhoven, telefoonnummer (040) 888 88 11.
12
Overige taken De polikliniek assistente is ook het vaste aanspreekpunt voor uw huisarts, fysiotherapeut en wijkverpleegkundige. Bij vragen kunnen zij contact met haar opnemen. Na uw opname wordt u gebeld door de verpleegkundige van de verpleegafdeling. Zij informeert of de nabehandeling thuis goed verloopt. Zij stelt vragen over bijvoorbeeld uw mobiliteit, de wondgenezing, pijn en dergelijke. 1.5 Informatie over de anesthesie Voor de totale heupoperatie krijgt u een ruggenprik. Informatie hierover leest u in de folder “Anesthesie”. Deze krijgt u bij uw bezoek aan het POS (pre-operatief spreekuur).
13
2. De operatie 2.1 Informatie over de totale heupprothese Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit.
heupgewricht
normale heup
versleten heup
Kraakbeen is een glad verend weefsel. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft het de gewone slijtage op oudere leeftijd, de zogenaamde artrose. Bij aangeboren heupafwijkingen, zoals heupdysplasie, is er een verhoogde kans op artrose. Ook kan het kraakbeen van de heup aangetast zijn door reuma. Een andere reden om de heup te vervangen is een dijbeenhalsbreuk. De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. De pijn wordt gevoeld in de lies, in de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. Verder wordt het gewricht steeds stijver. Er is vaak sprake van ‘startpijn’ (stijfheid bij het opstaan), moeilijk kunnen lopen, bukken en traplopen. Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen vaak niet meer. Een heupprothese is dan de enige oplossing. Pijn is vaak de voornaamste reden om operatief in te grijpen. Omdat een kunstgewricht (prothese) geen onbeperkte levensduur heeft, wordt de operatie bij jonge patiënten zo lang mogelijk uitgesteld.
14
De pijn die u voor de operatie had, is na de operatie vrijwel altijd sterk verminderd. Meestal is het gebied rond de heup de eerste maanden nog enigszins gevoelig, maar na een jaar is meer dan negentig procent van de patiënten tevreden over het resultaat van de ingreep. De stijfheid van de heup vermindert ook, maar hij wordt niet meer zo soepel als hij ooit geweest is. Dit komt omdat de spieren rond de heup door de langdurig bestaande pijn vaak enigszins verkort zijn. 2.2. De operatie Er zijn verschillende soorten heupprothesen. Het belangrijkste verschil is de manier van vastzetten: met of zonder cement. De orthopedisch chirurg bepaalt welk soort prothese bij u geplaatst wordt. Bij de operatie wordt de heupkop verwijderd. In de heupkom wordt een kom van kunststof of metaal geplaatst. Hierna wordt in het bovenbeen een metalen pen geplaatst waarop de kop is vastgemaakt die precies in de kom past. Het hele heupgewricht wordt dus vervangen.
heupkom met kom van kunststof of metaal
bovenbeen met metalen pen
15
2.3 Duur van de operatie De operatie duurt ongeveer anderhalf uur. In totaal bent u twee tot drie uur op het operatiecomplex aanwezig. Tijdens en ook na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. 2.4 Exprex Tijdens de operatie verliest u bloed. Dit bloedverlies wordt gecontroleerd. Is er veel bloedverlies dan is een bloedtransfusie noodzakelijk. Dit komt vaker voor bij patiënten die vóór de operatie al een laag gehalte aan rode bloedcellen hebben. Daarom wordt vóór de opname uw bloed onderzocht. Heeft u een laag gehalte aan rode bloedcellen, dan krijgt u ongeveer drie weken vóór de operatie een behandeling met Eprex. U wordt dan gebeld door de Eprex-Thuis Service, telefoon (0800) 020 00 92. Eprex is een medicament dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. De behandeling bestaat uit het toedienen van enkele injecties. 2.5 Registratie operatiegegevens Om een beeld te krijgen van de ‘levensduur’ van heupprotheses worden uw operatiegegevens geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopaedische Implantaten (LROI) van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Ook wordt u gevraagd een vragenlijst in te vullen voor en na de operatie over uw situatie en het verloop van de behandeling. Deze informatie kan gebruikt worden voor onderzoek. Mocht u bezwaar hebben tegen deze registraties en/of vragenlijsten geef dit dan door aan uw behandelend specialist.
16
PROMs Om inzicht te hebben in de effectiviteit van behandelingen kan de orthopedisch chirurg u vragen de zogenaamde PROMs (Patient Reported Outcome Measures) vragenlijst in te vullen. De uitkomst van deze gegevens geven ons inzicht in uw situatie en het verloop van uw behandeling. Deze gegevens worden ook door de zorgverzekeraars en de Nederlandse Orthopedie Vereniging (NOV) steeds meer verplicht gesteld. De gegevens worden in uw medisch dossier geregistreerd en kunnen anoniem voor kwaliteitsbewaking en verbetering worden gebruikt. Botdonatie De verwijderde botdelen kunnen gedoneerd worden aan de Botbank indien u een geschikte donor bent. Hiermee wordt nieuw bot gemaakt. De arts heeft deze mogelijkheid met u besproken als u hiervoor in aanmerking komt. U krijgt op de polikliniek hierover verdere informatie en een vragenlijst.
3. Voorbereiding op de opname Vanwege het risico op infecties, verzoeken wij u het operatiegebied minimaal een week voor de operatie niet meer te ontharen. Als ontharen nodig is, gebeurt dit op het operatiecomplex, vlak voor de ingreep. Voorafgaand aan de operatie Om uw opname zo goed mogelijk voor te bereiden heeft u drie afspraken in het ziekenhuis: 1. Gesprek op het pre-operatief spreekuur (POS) U bezoekt, nadat u bij de polikliniek bent geweest, het preoperatief spreekuur (POS). Daar vult u een vragenlijst in over uw medische (voor)geschiedenis. Een apothekersassistente noteert welke geneesmiddelen u gebruikt. Voor uw opname krijgt u een lijst toegestuurd, waarop alle medicijnen die u gebruikt zijn vermeld met een eventuele aangepaste dosering op of voor de dag(en) voor de operatiedag.
17
U heeft tevens een gesprek met een POS-assistent. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over onder andere nuchter blijven. De POS assistent bepaalt of er vooraf aanvullend onderzoek nodig is en informeert u over de anesthesie (verdoving). De voorkeur gaat uit naar een verdoving met een ruggenprik (regionale anesthesie). Wanneer een ruggenprik niet mogelijk is, krijgt u een algehele narcose. Verder wordt er bloed afgenomen en in sommige gevallen wordt er ook een ECG (hartfilmpje) gemaakt. Afhankelijk van het tijdstip kan dit allemaal dezelfde dag plaatsvinden. 2. Gesprek met de fysiotherapeut In de week voorafgaand aan de operatie wordt u door de fysiotherapeut van het MMC uitgenodigd voor een groepsbijeenkomst. Deze vindt plaats in de Mathijssenzaal op de poli Orthopedie, route 71 in Eindhoven. In deze bijeenkomst krijgt u voorlichting over het lopen met een loophulpmiddel en maakt u kennis met patiënten die op dezelfde dag geopereerd worden aan een heup- of knieprothese. Deze bijeenkomst hoort bij uw behandeling en er zijn geen kosten aan verbonden. Na de operatie heeft u krukken nodig, tenzij u al gebruik maakt van een rollator, deze kan u gebruiken tijdens uw revalidatie. Indien u krukken nodig heeft, moet u voor de operatie zelf huren of kopen bij een thuiszorgwinkel in uw woonomgeving of in de centrale hal van het MMC in Eindhoven. Voor actuele tarieven informeert u bij de thuiszorgwinkel. 3. Voorlichtingsbijeenkomst Als u op de 10e etage wordt opgenomen heeft u op de polikliniek een datum meegekregen voor een voorlichtingsbijeenkomst op locatie Eindhoven. Het is belangrijk dat ook uw coach hierbij aanwezig is. Tijdens de bijeenkomst, die ongeveer twee uur duurt, krijgt u informatie van een orthopedisch chirurg, een POS-assistent, een fysiotherapeut en 18
een verpleegkundige van de verpleegafdeling. U kunt ook uw vragen stellen. Bent u op een andere afdeling opgenomen, dan revalideert u op uw eigen tempo en is de voorlichtingsmiddag niet van toepassing. 3.2 Hulp thuis Huishoudelijke hulp en/of hulpmiddelen, maaltijdservice of personenalarmering regelt u zelf via uw gemeente bij de afdeling WMO. Zij bepalen welke hulp gesubsidieerd is. Daarna kunt u de zorg zelf aanvragen bij een thuisorganisatie naar keuze. Belangrijk is dit tijdig te regelen. Mocht op de verpleegafdeling blijken dat u thuis persoonlijke verzorging nodig heeft, dan helpt de afdeling met de aanvraag. Eventueel wordt de transferverpleegkundige ingeschakeld. Voordat thuiszorg wordt ingezet wordt gekeken of partner of inwonende kinderen de zorg op zich kunnen nemen. 3.3 Zelf regelen vóór opname Coach Uw coach, uw persoonlijk begeleider, kan vóór, tijdens en na uw opname een grote steun voor u zijn. Uw partner kan uw coach zijn, of iemand anders die u daarvoor vraagt. Een coach is niet verplicht, maar we raden het u wel aan. U heeft een kaart over de coach gehad, deze kunt u aan hem of haar geven. De coach krijgt vier uitrijdkaarten om gratis te parkeren. Fysiotherapeut Na uw opname krijgt u ook thuis fysiotherapie. Het is raadzaam om u vóór de opname aan te melden bij een fysiotherapeut bij u in de buurt, zodat hij/zij u alvast kan inplannen ná de operatie. U krijgt folders van verschillende fysiotherapiepraktijken waaruit u uw keuze kunt maken. Afspraak huisarts U heeft zelf oplosbare hechtingen. Heeft u na drie weken nog restanten van de hechtingen en irriteren deze, maak dan een afspraak bij uw huisarts of de polikliniek assistente orthopedie van het OCM. 19
Hulpmiddelen van de thuiszorgwinkel Om uw revalidatie thuis gemakkelijker te maken, kunt u vóór uw opname bij de thuiszorgwinkel hulpmiddelen huren of kopen. Bijvoorbeeld een verlengde schoenlepel, een ‘helping hand’ (waar u dingen mee op kunt pakken), een toiletverhoger en elastische schoenveters. Let op: Ga na of uw zorgverzekeraar fysiotherapie en verbandmiddelen vergoed. 3.4 Bloed prikken De laatste werkdag voor de opnamedag laat u bloed prikken. U kunt hiervoor terecht bij de bloedafname van Máxima Medisch Centrum locatie Eindhoven of Veldhoven (een afspraak is niet nodig), of bij een prikpost in uw omgeving. Mocht het voor u moeilijk zijn om een prikpost te bereiken, dan kunt u ook bij u thuis bloed laten prikken. Bel (040) 214 12 02 om hiervoor een afspraak te maken. Woont u niet in de omgeving dan vertelt de POS assistent u wanneer en waar u moet prikken. Neem de bon voor bloedafname mee. 3.5 De opnametijd De laatste werkdag voor de opnamedag wordt u door de afdeling tussen 13.30 en 16.00 gebeld. Tijdens dit telefoongesprek hoort u: • het tijdstip waarop u in het ziekenhuis wordt verwacht • vanaf wanneer u nuchter moet zijn • waar u zich kunt melden • hoe laat de operatie is Eventuele vragen die u heeft kunt u stellen.
20
Als u voor opname ziek of verhinderd bent Bent u in de dagen voor uw opname ziek of bent u om een andere dringende reden verhinderd? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek van Orthopedisch Centrum Máxima, telefoonnummer (040) 888 86 00. Buiten kantoortijden belt u met (040) 888 80 00 en vraagt u naar de dienstdoende orthopedisch chirurg. Belt u ook met de polikliniek als u in de dagen voor uw opname een wondje in de buurt van het operatiegebied heeft of een ontsteking in uw lichaam. 3.6 Nuchter zijn Deze informatie vindt u in de folder “Anesthesie”. Deze heeft u gekregen bij de afdeling POS (pre-operatief spreekuur).
21
4. De opname in het ziekenhuis 4.1 De ontvangst Op de afgesproken dag en tijd komt u samen met uw coach, naar de verpleegafdeling. U meldt zich aan de balie. Tijdens het opnamegesprek vraagt de verpleegkundige naar uw actuele medicatielijst. Deze kunt u kort voor uw operatie bij uw eigen apotheek halen. 4.2 Voor de operatie De operatie vindt plaats op de dag van opname. Afhankelijk van het tijdstip van de operatie, moet u vanaf een bepaald moment nuchter blijven. U heeft hiervoor instructies gekregen tijdens het pre-operatief spreekuur. Heeft u een positieve neuskweek, dan gebruikt u de speciale zeep en neuszalf vanaf de dag vóór de operatie. U heeft een aparte folder hiervoor gekregen. De polikliniekassistente brengt u op de hoogte van de uitslag. 4.3 Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar de afdeling. Na de operatie heeft u een: • Infuus De eerste dag(en) heeft u een infuus in uw arm. Dit infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht in uw lichaam krijgt. Zo nodig krijgt u via het infuus ook medicijnen. Het infuus wordt verwijderd als u weer voldoende drinkt, de urine-productie op gang is gekomen, het bloedgehalte weer in orde is en u via het infuus geen medicijnen meer krijgt. • Blaaskatheter Soms wordt de urine opgevangen door een blaaskatheter. Dit is een flexibel slangetje dat zorgt dat de urine uit de blaas kan lopen.
22
Drukverband Meestal heeft u na de operatie een pleister op de operatiewond, soms heeft u een drukverband om uw heup. Het drukverband zit er 24 uur op en wordt dan vervangen door een pleister. •
Het litteken zit aan de zijkant van de heup en is ongeveer 20 cm lang. U moet er rekening mee houden dat u enige dagen pijn kunt hebben. U krijgt hiervoor goede pijnstilling. In het ziekenhuis én thuis krijgt u tabletten om trombose (bloedpropjes) te voorkomen. De instructies voor deze medicijnen krijgt u van de verpleegkundige. Bij ontslag krijgt u een doosje met 30 tabletten Xarelto mee, die u moet opmaken. 4.4 Revalidatie Fysiotherapie Door goede pijnstilling en door de operatietechniek is de heupprothese meteen belastbaar. Dat wil zeggen dat u er op de operatiedag al gelijk op mag lopen. De fysiotherapeut komt na de operatie bij u langs en laat u met behulp van een speciaal looprek al de eerste pasjes zetten. Dit is alleen mogelijk als de spieractiviteit en het gevoel in uw benen voldoende is. Doordat u op de operatiedag al uit bed mag, voorkomt het complicaties en voelt u zich de volgende dag minder stijf. Het geeft ook vertrouwen in het lopen. De dagen daarna komt de fysiotherapeut iedere dag twee keer langs om oefeningen met u te doen. Deze oefeningen zijn bedoeld om de beweeglijkheid van de heup te verbeteren en de spieren eromheen te versterken. De instructies en oefeningen van de fysiotherapeut vindt u onder hoofdstuk 5.
23
De huiskamer De dag na de operatie verblijft u overdag met uw medepatiënten in de huiskamer. Deze is speciaal ingericht voor patiënten met een nieuwe heup of knie die op de 10e etage zijn opgenomen. Het is de bedoeling dat u de huiskamer bezoekt in makkelijk zittende kleding (dus niet in uw nachtkleding).
In de huiskamer staan comfortabele stoelen en u kunt er de dagelijkse dingen oefenen die u straks ook thuis weer moet doen. Bijvoorbeeld zelf koffie en thee zetten. Stapsgewijs ontdekt u wat gemakkelijk gaat en waarbij u nog instructie of hulp nodig heeft van de verpleegkundige, de fysiotherapeut of uw coach. Met uw medepatiënten kunt u ervaringen uitwisselen. Zo werkt u samen aan uw herstel. 4.5 Opnameduur De duur van uw verblijf op de verpleegafdeling wordt in overleg met uw orthopedisch chirurg bepaald. De gemiddelde opnameduur is twee tot drie dagen.
24
5. De herstelperiode thuis 5.1 Met ontslag Vóór ontslag heeft u een gesprek met de verpleegkundige. U krijgt van de verpleegkundige mee naar huis: een overdracht, een machtiging voor de fysiotherapie en een Engelse brief over uw prothese. Uw huisarts krijgt bericht over het verloop van uw operatie en revalidatie. De zorgverleners kunnen met vragen terecht bij de polikliniekassistente orthopedie. Medicijnen en materialen voor thuis Eén dag voor u naar huis gaat krijgt u een recept en een materialenlijst. Apotheek De Karpen of De Run bezorgt deze medicijnen en materialen, die u thuis nodig heeft, bij u op de kamer. U betaalt een eigen bijdrage voor sommige materialen, zoals wondverbandmiddelen. Op de afdeling betaalt u deze contant. Bij de apotheek kunt u pinnen. Vervoer naar huis Na de ingreep mag u niet zelf deelnemen aan het verkeer. Ook mag u niet met het openbaar vervoer reizen. Regel daarom dat iemand u met de auto ophaalt of u gaat onder begeleiding met de taxi naar huis. 5.2 Complicaties Soms kunnen er complicaties optreden, zoals: • Infectie van de heupprothese of het gebied eromheen. • Luxatie. Dit betekent dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie. Houdt u zich daarom goed aan de bewegingsinstructies. • Nabloedingen. • Beenlengteverschil. • Trombose (bloedpropjes). U krijgt in het ziekenhuis en thuis tabletten om trombose te voorkomen. • Zenuwschade. Hierdoor kan een klapvoet ontstaan.
25
•
Materiaalslijtage. Op de lange termijn bestaat er een kleine kans dat één van de prothesedelen los gaat zitten. Daarom krijgt u bij 1, 5, en 10 jaar een controle met röntgenfoto. Na deze periode jaarlijks.
Neem contact op met het ziekenhuis, als (één van) de volgende complicaties binnen twee weken na uw ontslag voorkomen: • De wond gaat lekken. • De wond en/of uw been wordt extreem dik en/of gaat meer pijn doen. • U kunt niet meer op uw geopereerde been staan, terwijl dit daarvoor goed mogelijk was. • U krijgt koorts. Tijdens kantooruren neemt u contact op met de polikliniek, telefoonnummer (040) 888 86 00. Buiten kantooruren belt u met de afdeling spoedeisende hulp (eerste hulp) van Máxima Medisch Centrum locatie Veldhoven, telefoonnummer (040) 888 88 11. Controle Het groepsconsult (indien opgenomen op de 10e etage) Ongeveer 6 weken na de operatie heeft u een afspraak voor het groepsconsult. Samen met uw medepatiënten met een nieuwe heup komt u op controle bij de polikliniekassistente en de verpleegkundig specialist. Bent u op een andere afdeling opgenomen geweest, dan heeft u een afspraak bij uw orthopedisch chirurg. Voorbereiding: vooraf röntgenfoto laten maken Voorafgaand aan het groepsconsult laat u een röntgenfoto maken van uw heupprothese. Deze afspraak wordt voor u gemaakt op de afdeling. Heeft u een afspraak met uw specialist, kom dan een half uur eerder voor het maken van een röntgenfoto. Vergeet u niet uw servicepas mee te nemen?
26
Opzet van het groepsconsult Het groepsconsult bestaat uit twee delen. In het eerste deel vragen de polikliniek assistenten hoe het met u gaat en beantwoorden uw vragen. In het tweede deel wordt besproken wat u wel en niet mag doen met uw heup. Het vervolg van het revalidatieproces komt hierin aan bod. Ook worden alle overige (medische) vragen en onduidelijkheden beantwoord door de verpleegkundig specialiste. De röntgenfoto’s worden beoordeeld door een orthopedisch chirurg en u krijgt te horen of de foto’s in orde zijn. Mochten er bijzonderheden wordt dit gemeld. Indien u persoonlijke vragen heeft of er lichamelijk onderzoek nodig is, dan vindt dit plaats na het groepsconsult in een aparte ruimte. Onderwerpen tijdens het groepsconsult zijn: • Zwemmen, fietsen en/of autorijden. • Ouderengymnastiek en (beperkt) sporten. • Lopen zonder loophulpmiddelen. • Levensduur prothese. Als u op de negende etage of in Veldhoven opgenomen bent geweest, komt u na zes weken terug bij uw orthopedisch chirurg. Vervolgcontroles Na het eerste consult vinden de controles als volgt plaats: • na 1 jaar • na 5 jaar • na 10 jaar • daarna ieder jaar
27
5.4 Fysiotherapie: instructies Op de dag van uw heupoperatie begint u met revalideren met de fysiotherapeut. In dit hoofdstuk vindt u instructies en oefeningen van de fysiotherapeut die van belang zijn tijdens uw revalidatie. Instructies van de fysiotherapeut Voorkom luxatie Een van de mogelijke complicaties bij een totale heupprothese is luxatie. Dit betekent dat de kop van de heupprothese uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie. Het gewrichtskapsel, dat tijdens de operatie is opengemaakt, is dan bij bepaalde bewegingen nog niet sterk genoeg om de kop en de kom op hun plaats te houden. Het is daarom van belang dat u de eerste drie maanden na de operatie bij al uw activiteiten: • Het geopereerde been niet naar binnen draait. • De benen niet kruist (de benen niet over elkaar heen slaat). Dit geldt zowel als u staat, zit of ligt. • Tijdens het buigen van de heup bovenstaande bewegingen niet maakt. Als u de benen gespreid houdt voorkomt u dus dat de prothese luxeert. Ook na de eerste drie maanden blijft een (gering) risico bestaan dat de prothese luxeert en dient u voorzichtigheid in acht te nemen. Lopen met elleboogkrukken De eerste zes weken na de operatie mag u uw geopereerde been nog niet volledig belasten. Daarom moet u gedurende deze periode lopen met 2 elleboogkrukken (of met een rollator of een ander loophulpmiddel). In overleg met de fysiotherapeut mag u binnenshuis eventueel met 1 elleboogkruk lopen. Uit ervaring blijkt dat wanneer u vóór de operatie alvast leert lopen met krukken, het lopen na de operatie voorspoediger verloopt.
28
Juiste hoogte elleboogkrukken Ga rechtop staan en laat uw armen langs uw lichaam hangen. De kruk heeft de juiste hoogte als het handvat zich ter hoogte van uw polsgewricht bevindt. Als u het handvat vastpakt, moet de bovenrand van de manchet (de plastic ‘ring’) zich minimaal 5 cm onder uw ellebooggewricht bevinden. Lopen met twee elleboogkrukken 1. Breng beide elleboogkrukken tegelijk naar voren. 2. Plaats de voet van het geopereerde been tussen de twee krukken. 3. Plaats vervolgens het niet geopereerde been een staplengte ervoor. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Lopen met één elleboogkruk 1. Pak de elleboogkruk aan de zijde van het niet geopereerde been. 2. Breng de elleboogkruk naar voren. 3. Plaats de voet van het geopereerde been ter hoogte van de kruk. 4. Plaats vervolgens het niet geopereerde been een staplengte ervoor. Handeling 2 en 3 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Over een drempel stappen met één of twee krukken 1. Plaats de elleboogkruk(ken) over de drempel. 2. Stap met uw geopereerde been over de drempel. 3. Stap vervolgens met het niet geopereerde been over de drempel. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Trottoir opstappen 1. Zet uw niet geopereerde been op het trottoir. 2. Stap met uw geopereerde been op het trottoir. 3. Zet vervolgens de elleboogkrukken op het trottoir. Handeling 2 en 3 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd.
29
Trottoir afstappen 1. Zet de elleboogkrukken een niveau lager op de grond. 2. Zet uw geopereerde been een niveau lager op de grond. 3. Stap vervolgens met uw niet geopereerde been van het trottoir. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Trap oplopen 1. Pak met één hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk. 2. Zet uw niet geopereerde been een trede hoger. 3. Zet vervolgens uw geopereerde been en de elleboogkruk op dezelfde trede naast uw niet geopereerde been (aansluitpas). Trap aflopen 1. Pak met één hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk. 2. Zet de elleboogkruk een trede lager. Steun goed op de armleuning en de elleboogkruk. 3. Zet uw geopereerde been op dezelfde trede naast de elleboogkruk. 4. Zet vervolgens uw niet geopereerde been op dezelfde trede. Liggen / slapen Na de operatie mag u zowel op uw rug als op uw zij liggen / slapen (liggen op de geopereerde zijde kan in het begin pijnlijk zijn vanwege de operatiewond). Het is echter wel noodzakelijk dat u een groot kussen tussen uw benen legt om te voorkomen dat u de benen kruist of dat het geopereerde been naar binnen draait, waardoor de prothese kan luxeren. Het heeft de voorkeur om aan de geopereerde zijde het bed uit te stappen. Voorkom dat u de benen kruist of dat het geopereerde been naar binnen draait. Dit om de luxatiekans te verkleinen.
30
Zitten Ga de eerste weken in een stoel met armleuningen zitten. De stoel mag niet te laag zijn. De ideale zithoogte is die waarbij tijdens het zitten de hoek tussen uw bovenbeen en romp 90° is. Gebruik de armleuningen als u gaat zitten en gaat staan. Laat de knieën daarbij steeds naar buiten wijzen. Zo voorkomt u dat het geopereerde been naar binnen draait, waardoor de prothese kan luxeren. Auto Zet de auto niet te dicht bij het trottoir, zodat er bij het in- en uitstappen geen onnodig hoogteverschil ontstaat. Bij het instappen in de auto moet u eerst gaan zitten en dan de voeten één voor één naar binnen zetten. Bij het uitstappen moet u eerst de voeten één voor één naar buiten zetten en dan pas gaan staan. Door een plastic zak op de zitting te leggen zal het draaien makkelijker gaan. Oprapen Als u iets van de grond wilt oprapen, dan steunt u op uw niet geopereerde been en op de elleboogkruk aan de geopereerde zijde (of met uw hand op bijvoorbeeld een stoel of tafel). Vervolgens brengt u uw geopereerde been naar achteren en iets naar buiten, de tenen blijven contact houden met de grond. U kunt dan met de hand aan de zijde van het niet geopereerde been hetgeen op de grond ligt oprapen. U kunt ook gebruik maken van een zogenaamde ‘helping hand’. Voetverzorging / schoen aantrekken Als u uw voet verzorgt of uw sok of schoen aan- of uittrekt, let er dan op dat u het geopereerde been niet naar binnen draait. Laat de knie van het geopereerde been naar buiten wijzen en benader de voet via de binnenzijde van uw been. U kunt ook gebruikmaken van diverse hulpmiddelen, zoals een lange schoenlepel, aankleedstokje, tenenwasser e.d.
31
Beenlengteverschil Het is mogelijk dat na de operatie een beenlengteverschil is ontstaan. Dit kan veroorzaakt zijn door te strakke spieren in de lies; in dat geval verdwijnt het in de loop van de tijd. Als het beenlengteverschil echter veroorzaakt is tijdens de operatie, om een betere spanning rond de heupprothese te krijgen, dan dient er een verhoging onder één van uw schoenen worden aangebracht. Bespreek dit met uw fysiotherapeut of bij controle in het ziekenhuis. Activiteiten en handelingen die u de eerste zes weken NIET mag verrichten: • • • • •
zelf autorijden zonder stok of kruk lopen dóórlopen op de trap (gebruik altijd de aansluitpas). fietsen (in overleg met uw fysiotherapeut eventueel wel op een hometrainer) zwemmen
Uw fysiotherapeut bepaalt wanneer u genoemde activiteiten weer mag verrichten. Dit is afhankelijk van uw herstel.
32
5.5 Fysiotherapie: Oefeningen Oefeningen van de fysiotherapeut De oefeningen die u in deze paragraaf vindt, zijn bedoeld om de beweeglijkheid van uw geopereerde heup te verbeteren en de spieren eromheen te versterken. Uw fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen u moet doen. Het is belangrijk deze oefeningen dagelijks te doen. Herhaal de oefeningen tien keer en voer ze twee tot drie keer per dag uit. Met oefening 1 en 2 kunt u direct na de operatie beginnen, zodra het gevoel in uw benen weer terug is.
33
Oefeningen U.H. = uitgangshouding 1. U.H. = rugligging met gestrekte benen Til uw voeten op en strek ze. Draai cirkeltjes met uw voet.
2. U.H. = rugligging met gestrekte benen Span uw bovenbeenspieren en bilspieren aan.
3. U.H. = staand aan tafel of aan het aanrecht Hef uw geopereerde been gebogen en strek het daarna.
4. U.H. = staand aan tafel of aan het aanrecht Ga goed rechtop staan en hef uw geopereerde been zijwaarts.
34
5. U.H. = rugligging Laat uw niet geopereerde been gestrekt op de onderlaag liggen. Buig uw geopereerde been en beweeg dan de knie naar de borst. U kunt eventueel met uw handen meehelpen.
6. U.H. = rugligging Trek uw niet geopereerde been zover mogelijk gebogen naar uw borst. U kunt eventueel met uw handen meehelpen. Duw uw geopereerde been gestrekt op de onderlaag.
7. U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Beweeg uw knieën zover mogelijk uit elkaar.
8. U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Span uw buik- en bilspieren aan en til uw bekken op.
35
9. U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Span uw buik- en bilspieren aan en til uw bekken op. Til uw niet geopereerde been gebogen op en beweeg het naar uw borst.
10. U.H. = rugligging met de benen gestrekt Leg uw niet geopereerde been naar buiten. Schuif het geopereerde been nu zover mogelijk naar buiten over de onderlaag.
11. U.H. = zijligging op de niet geopereerde zijde met een kussen tussen de benen Hef uw geopereerde been met gebogen knie en gestrekte heup.
36
12. U.H. = buikligging Hef uw geopereerde been met gebogen knie. Til uw bekken niet op. Span uw buik- en bilspieren aan.
Notities Heeft u vragen over uw behandeling? We raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet.
37
Hoe tevreden bent u over uw arts, specialist of ziekenhuis? Geef uw mening over MMC op ZorgkaartNederland.nl
Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven
Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven
De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC.220.300_02_16