KETENPROTOCOL TOTALE HEUPPROTHESE transmuraal fysiotherapeutisch protocol
Nuenen, 6 januari 2010
GERARD KIEBERT bestuurslid RGF Midden- en Oost-Brabant
LAURENS ARTS KNGF regiokantoor Nuenen
PROGRAMMA • Inleiding Gerard Kiebert, bestuurslid RGF Midden- en Oost-Brabant Laurens Arts, regiomedewerker KNGF regiokantoor Nuenen
• Presentatie hip resurfacing prothese en ASI hip procedure Thea Sijbesma en Jur Vellema, orthopeden St. Annaziekenhuis Geldrop
• Presentatie ketenprotocol totale heupprothese Paul Chatrou, fysiotherapeut Máxima Medisch Centrum Hans Boerrigter, Boerrigter Fysiotherapie
• Presentatie Hand-Held Dynamometer Jan Willem Wisselink, Biometrics
• Afsluiting en borrel
KETENPROTOCOL TOTALE HEUPPROTHESE
ONTWIKKELING KETENPROTOCOL TOTALE HEUPPROTHESE Aanleiding: • Ligduurverkorting en extramuralisering van fysiotherapeutische zorg • Zorg aan patiënten met een totale heupprothese nog verder verbeteren • Samenwerking tussen de eerste-, tweede-, en derdelijn beter op elkaar af stemmen
KETENPROTOCOL TOTALE HEUPPROTHESE
Doel: Het protocol moet bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit, eenduidigheid en uniformiteit van de fysiotherapeutische zorg bij een primaire totale heupprothese en hip resurfacing prothese.
WERKGROEP Fysiotherapeuten • J.E.M. Boerrigter (eerstelijn) • Mw. E.J.C.M. Swinkels-Meewisse (eerstelijn) • Mw. S. Tabor (eerstelijn) • J.L.J. Teerling (eerstelijn) • P.C.M. Truijens (eerstelijn) • P.P.H.H. Chatrou (tweedelijn) • Mw. J.E. Eijssen-van Maurik (tweedelijn) • A.K. Kelderman (tweedelijn) • Mw. P.B.M. Verkleij (tweedelijn) • Mw. W.P.J.A.M. van Deurzen (derdelijn) Het protocol is op basis van consensus binnen de werkgroep tot stand gekomen en is mede gebaseerd op reeds bestaande (transmurale) protocollen en beschikbare literatuur.
INHOUD FYSIOTHERAPEUTISCH PROTOCOL I.
Preoperatieve fase •
voorlichting en instructies
•
fysiotherapeutisch onderzoek
II. Klinische fase •
fysiotherapeutische behandeling
•
fysiotherapeutische overdracht
III. Postklinische fase •
fysiotherapeutisch onderzoek
•
fysiotherapeutische behandeling
•
rapportage naar orthopeed
VERSCHILLEN TUSSEN DE ZIEKENHUIZEN
Preoperatieve voorlichting en instructies
Ja
Ja
Ja
Ja
Preoperatief fysiotherapeutisch onderzoek
Ja
Nee
Nee, alleen inventarisatie woonsituatie en thuiszorg
Nee
Operatietechniek (benaderingswijze)
Posterolateraal
Anterolateraal en Posterolateraal
Anterolateraal en Posterolateraal
Posterolateraal en sinds kort incidenteel via ASI (anterior supine intermuscular) Hip procedure
Luxatiegevaar van prothese
Posterolateraal: Gecombineerd flexie, adductie en endorotatie
Anterolateraal: gecombineerd flexie >90°, exorotatie en adductie. Posterolateraal: gecombineerd flexie >90°, endorotatie en adductie
Anterolateraal: gecombineerd flexie >90°, exorotatie en adductie. Posterolateraal: gecombineerd flexie >90°, endorotatie en adductie
Posterolateraal: gecombineerd flexie, adductie en endorotatie. ASI Hip procedure: gecombineerd extensie, abductie en exorotatie
VERSCHILLEN TUSSEN DE ZIEKENHUIZEN
Maximaal toelaatbare flexie postoperatief
Geen beperking mits in combinatie met exorotatie en abductie
Flexie max. 90° gedurende 6 weken
Flexie max. 90° gedurende 6 weken
Flexie max. 90° gedurende 4 tot 6 weken
Belastbaarheid postoperatief
80% gedurende 6 weken
50% gedurende 6 weken
100% met krukken gedurende 6 weken
100% met krukken gedurende 6 weken
Gebruik van krukken (of ander loophulpmiddel)
Eerste 6 weken: 2 krukken. In huis 1 kruk toegestaan Na 6 weken: 1 kruk buiten (afbouwend) en in huis zonder kruk
Eerste 6 weken: 2 krukken, indien noodzakelijk in huis met 1 kruk (tot minimum beperken)
Eerste 6 weken: 2 krukken Na 2 weken met 1 kruk kleine afstanden toegestaan. Na 6 weken krukken afbouwen
Eerste 4 weken: 2 krukken 5e en 6 e week postoperatief: 1 kruk
VERSCHILLEN TUSSEN DE ZIEKENHUIZEN
Toegestane lighoudingen in bed
-Ruglig met kussen tussen de benen -Zijlig op de niet geopereerde zijde met kussen tussen de benen -Zijlig op de geopereerde zijde (mits de wond dit toelaat) -Buiklig
-Ruglig alleen toegestaan met kussen tussen de benen gedurende 6 weken. Resurfacing mogen op geopereerde zijde liggen (met kussen tussen de benen).
-Ruglig al dan niet met kussen tussen de benen -Zijlig op de niet geopereerde zijde na 2 weken toegestaan (bij controle vermeld) -Na 6 weken alle houdingen toegestaan
-Gestrekte ruglig gedurende 6 weken, mag zonder kussen. -Zijlig met kussen tussen knieën na 6 weken toegestaan.
Fysiotherapie na ontslag uit ziekenhuis
Direct na ontslag
Direct na ontslag
Start fysiotherapie 6 weken postoperatief (na controle orthopeed) Evt. start fysiotherapie 2 weken postoperatief (na controle fysiotherapeut ziekenhuis), indien controle aanleiding geeft
Direct na ontslag
VERVOLGTRAJECT • Ontwikkeling en presentatie versie 1 • Gebruik in de praktijk (testfase) • Geven van feedback • Evt. aanpassing versie 1 versie 2 • Implementatie versie 2 in de praktijk
PAUL CHATROU Máxima Medisch Centrum
HANS BOERRIGTER Boerrigter Fysiotherapie Eindhoven
I. PREOPERATIEVE FASE VOORLICHTING EN INSTRUCTIES FYSIOTHERAPEUTISCH ONDERZOEK
I. PREOPERATIEVE FASE VOORLICHTINGBIJEENKOMST • Informatie en instructies
I. PREOPERATIEVE FASE FYSIOTHERAPEUTISCH ONDERZOEK •
Stoornissen in functies en beperkingen in activiteiten en participatie
•
Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren (ICF)
1.
Anamnese
2.
Inspectie
3.
Bewegingsonderzoek
4.
Spierfunctie-onderzoek
I. PREOPERATIEVE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 1. ANAMNESE Hulpvraag en verwachtingen van de patiënt a. Pijn Numerieke Pijn Schaal b. Heupfunctie en functioneringsniveau van patiënt Harris Hip Score
NUMERIEKE PIJN SCHAAL Aan de patiënt wordt gevraagd aan te geven op een schaal van 0 tot en 10 hoeveel pijn hij/zij: • op dit moment heeft • gemiddeld afgelopen week heeft gehad • heeft gehad toen deze afgelopen week op zijn ergst was 0 = geen pijn, 10 = ondraaglijke pijn Nagegaan wordt tijdens of na welke activiteit de pijnintensiteit op zijn ergst was.
HARRIS HIP SCORE
0 - 69 pnt. = slecht 70 - 79 pnt. = matig 80 - 89 pnt. = goed 90 - 100 pnt. = uitstekend
I. PREOPERATIEVE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 2. INSPECTIE 2.1. Inspectie in rust I. Algemeen II. Specifiek a. Bekkenscheefstand b. Stabiliteit/kracht heupmusculatuur 2.2. Inspectie tijdens bewegen a. Looppatroon
I. PREOPERATIEVE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 3. BEWEGINGSONDERZOEK 3.1. Functioneel bewegingsonderzoek 3.2. Passief bewegingsonderzoek b. Goniometer c. Neutrale-0-methode
GONIOMETER Flexie – extensie:
Abductie – adductie:
GONIOMETER Exorotatie – endorotatie (heup in 0°):
Exorotatie – endorotatie (heup in 90° flexie):
NEUTRALE-0-METHODE Noteer de twee eindstanden van de beweging en de 0-positie. Indien de 0-positie is gepasseerd, dan staat de nul altijd in het midden …..…. / …..…. / …..…. Bijvoorbeeld: 135° flexie en 15° extensie:
= flexie/extensie: 135/0/15
135° flexie en flexiecontractuur van 10°
= flexie/extensie: 135/10/0
25° abductie en 0° adductie
= abductie/adductie: 25/0/0
35° exorotatie en exorotatiecontractuur van 5° = exorotatie/endorotatie: 35/5/0
I. PREOPERATIEVE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 4. SPIERFUNCTIE-ONDERZOEK
a. Looppatroon b. Medical Research Council – schaal (spierkracht 0 – 5)
(hand-held dynamometer presentatie Jan Willem Wisselink)
II.
KLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCHE BEHANDELING FYSIOTHERAPEUTISCHE OVERDRACHT
II. KLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCHE BEHANDELING •
Verminderen van stoornissen en het optimaliseren van activiteiten
•
Gericht op het zelfstandig en veilig kunnen functioneren van de patiënt in de thuissituatie
2.
Stoornissen in functies en anatomische eigenschappen Beperkingen in activiteiten
3.
Beperkingen in participatie
4.
Behandelduur en frequentie Ontslagcriteria
1.
5.
II. KLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 1. STOORNISSEN a.
Verminderde gewrichtmobiliteit
b.
Verminderde propriocepsis, verminderde spierkracht/coördinatie en verminderde spieruithoudingsvermogen
c.
Afwijkend looppatroon
d.
Pijngewaarwording
II. KLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 2. BEPERKINGEN IN ACTIVITEITEN a.
Het uitvoeren van transfers
b.
Het lopen en zich verplaatsen
c.
De zelfverzorging
d.
Het huishouden
II. KLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 3. BEPERKINGEN IN PARTICIPATIE a.
Tussenmenselijke interacties en relaties, uitvoeren van beroep, hobby en sport
Fysiotherapeutische behandeling – 4. BEHANDELDUUR 3 - 4 dagen, 1 tot 2 maal per dag
II. KLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 5. ONTSLAGCRITERIA -
Patiënt kan zelfstandig veilig transfers uitvoeren en lopen met een loophulpmiddel (en indien nodig traplopen)
-
De eventuele (mantel)zorgverlening in de thuissituatie is voldoende geregeld
-
De wond lekt niet of nauwelijks
-
Patiënt heeft geen symptomen van infectie
II. KLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCHE OVERDRACHT - Naam en geboortedatum van de patiënt - Naam orthopeed - Type operatie (totale heupoperatie of hip resurfacing), operatiezijde, benaderingswijze (anterolateraal of posterolateraal) en operatiedatum - Beschikbare preoperatieve fysiotherapeutische gegevens (Numerieke Pijn Schaal, Harris Hip Score, heupmobiliteit, stabiliteit/kracht heupmusculatuur, looppatroon, bekkenscheefstand) - Belastbaarheid van de prothese - Klinische behandeling - Klinisch verloop - Status ten tijde van ontslag (heupmobiliteit, spierfunctie, bekkenscheefstand, uitvoeren van de transfers, looppatroon, gebruik loophulpmiddel, verplaatsbaarheid, zelfverzorging) - Niet toegestane activiteiten - Behandeladvies - Naam fysiotherapeut
III.
POSTKLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCH ONDERZOEK FYSIOTHERAPEUTISCHE BEHANDELING RAPPORTAGE NAAR DE ORTHOPEED
III. POSTKLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCH ONDERZOEK •
Stoornissen in functies en beperkingen in activiteiten en participatie Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren (ICF)
1.
Anamnese
2.
Inspectie
3.
Palpatie
4.
Bewegingsonderzoek
5.
Spierfunctie-onderzoek
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 1. ANAMNESE Hulpvraag en verwachtingen van de patiënt a. Pijn Numerieke Pijn Schaal b. Dagelijks fysiek functioneren Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) c. Heupfunctie en functioneringsniveau van patiënt Harris Hip Score
PATIENT SPECIFIEKE KLACHTENLIJST
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 2. INSPECTIE 2.1. Inspectie in rust I. Algemeen II. Specifiek a. Bekkenscheefstand b. Stabiliteit/kracht heupmusculatuur 2.1. Inspectie tijdens bewegen a. Looppatroon
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 3. PALPATIE a. Algemeen b. Palpatie en inspectie van de wond/litteken
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 4. BEWEGINGSONDERZOEK 4.1. Functioneel bewegingsonderzoek 4.2. Actief en Passief bewegingsonderzoek b. Goniometer c. Neutrale-0-methode
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutisch onderzoek – 5. SPIERFUNCTIE-ONDERZOEK a. Looppatroon b. Medical Research Council – schaal (spierkracht 0 – 5) c. Timed Stands Test (na 6 weken postoperatief)
(hand-held dynamometer)
TIMED STANDS TEST
Een eenvoudige test voor de globale spierkracht van de extensoren van de benen. Tijd die een patiënt nodig heeft om tien keer te gaan staan vanuit een zittende positie.
Na 6 weken postoperatief
referentiewaarde Indicatie voor spierkrachttraining: ------------------------------ = < 70% tijd patiënt
Referentiewaarden:
leeftijd 50 60 70 80
vrouw 20,9 sec 22,6 sec 24,3 sec 26,1 sec
man 18,1 sec 20,1 sec 22,0 sec 24,0 sec
III. POSTKLINISCHE FASE FYSIOTHERAPEUTISCHE BEHANDELING •
Verminderen van stoornissen en het optimaliseren van activiteiten en participatie
1.
Stoornissen in functies en anatomische eigenschappen
2. 3.
Beperkingen in activiteiten Beperkingen in participatie
4.
Behandelduur en frequentie
5.
Evaluatie
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 1. STOORNISSEN a.
Verminderde gewrichtmobiliteit
b.
Verminderde propriocepsis, verminderde spierkracht/coördinatie, veranderde spiertonus en verminderde spieruithoudingsvermogen
c.
Afwijkend looppatroon
d.
Stoornissen in anatomische eigenschappen van de bekkengordel, onderste extremiteiten en de romp
e.
Stoornissen in de (herstel)functie van de huid
f.
Pijngewaarwording
g.
Gestoorde sensibiliteit
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 2. BEPERKINGEN IN ACTIVITEITEN a.
Het uitvoeren van transfers
b.
Het lopen en zich verplaatsen
c.
De zelfverzorging
d.
Het huishouden
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 3. BEPERKINGEN IN PARTICIPATIE a.
Tussenmenselijke interacties en relaties, uitvoeren van beroep, hobby en sport Geschikte sporten: - wandelen
Beperkt geschikte sporten: - joggen
Niet geschikte sporten: - skiën
- fietsen - zwemmen
- tafeltennis - tennis
- schaatsen - balsporten
- langlaufen - gymnastiek
- badminton
- atletiek - contactsporten
- fitness - golf
III. POSTKLINISCHE FASE Fysiotherapeutische behandeling – 4. BEHANDELDUUR EN FREQUENTIE De behandelfrequentie en duur afhankelijk de behandeldoelen. Gemiddelde behandelduur 3 maanden.
Fysiotherapeutische behandeling – 5. EVALUATIE
III. POSTKLINISCHE FASE RAPPORTAGE NAAR ORTHOPEED - Naam en geboortedatum van de patiënt - Naam orthopeed - Type operatie (totale heupoperatie of hip resurfacing) en operatiezijde (links of rechts) - Operatiedatum en aantal weken/maanden postoperatief. - Behandeldoelen - Gegeven behandeling - Pijn (Numeriek Pijn Schaal) - Heupmobiliteit - Spierkracht (gluteaalmusculatuur, quadriceps, ...) - Bekkenscheefstand (door anatomisch beenlengte verschil of dwangstand) en advies hieromtrent - Loophulpmiddel en looppatroon en advies hieromtrent - Harris Hip Score (preoperatief of aanvang postklinische fase, 6 en 12 weken postoperatief) - Beperkingen in activiteiten (transfers, verplaatsen, zelfverzorging, huishouden e.d.) en participatie (hobby, beroep e.d.) - Prognose t.a.v. eindresultaat - Naam fysiotherapeut
KLINIMETRIE 1.
Numerieke Pijn Schaal (NPS) Pijn
2.
Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) Beperkingen in het dagelijks fysiek functioneren
3.
Harris Hip Score Heupfunctie en functioneren van patiënt
4.
Goniometer Gewrichtmobiliteit
5.
Medical Research Council (MRC-schaal) Schatting van de spierkracht
6.
Timed Stands Test Globale spierkracht van de extensoren van de benen
DOEL KLINIMETRIE Objectiveren van gezondheidsproblemen Bepalen van behandeldoelen Evalueren van behandelverloop Evalueren van uiteindelijk behandeleffect
VERVOLGTRAJECT • Ontwikkeling en presentatie versie 1 • Gebruik in de praktijk (testfase) • Geven van feedback • Evt. aanpassing versie 1 versie 2 • Implementatie versie 2 in de praktijk
Bedankt voor uw aandacht
www.rgfmob.nl