IVN voor natuureducatie & duurzaamheid.
De Groenbewuste Amsterdammer Jaargang 35 - Winter 2015 IVN Amsterdam - Natuurlijk - Voor U
www.ivn.nl/amsterdam
De Groenbewuste Amsterdammer is een uitgave van IVN Vereniging voor natuureducatie en duurzaamheid, afdeling Amsterdam. 35e jaargang – Winter 2015 Foto voorkant De Grutto, onze nationale vogel (bron: Adri de groot, Vogeldagboek.nl Redactieadres Nico Groos Pieter Nieuwlandstraat 81 B 1093 XN Amsterdam 020-7850123
[email protected] Redactie Maddie Bartels Ineke Deckers Laura van Furstenberg Nico Groos Ellen Huijsmans Peter Junge Corrie Leefkens Just Wiarda
Wat vindt u zoal in dit nummer? Een greep uit de inhoud: Onderwerp
Blz
Heemtuin en het ruige riet, wereld van verschil Is er wel voldoende duurzaam eten voor ieder? Paling als een toekomstige goudmijn voor beleggers ‘Koning van het weiland’ wordt symbool van natie Is er een leven zonder keep? Als we op pad gaan heb ik zo een slang te pakken ‘Amsterdam Wildlife’ toont spectaculaire stadsbeelden
4 6 8 10 12 13 16
En natuurlijk weer een schat aan informatie over de vele activiteiten, cursussen, wandelingen en things-to-do
Neem ook een kijkje op onze website
www.ivn.nl/amsterdam - advertentie -
Drukwerk Drukkerij Editoo www.editoo.nl Aanleveren van kopij: Kopij – teksten als Word 2003/2010 en foto’s als JPEG, PNG of TIFF – kunt u aanleveren middels e-mail aan
[email protected] Copyright Uw inzending wordt gepubliceerd onder de 'Creative Commons' licentie. Als u een artikel uit ons blad wilt kopiëren of gebruiken voor publicatie of andere niet-commerciële openbare doeleinden, dan vinden wij dat prima. Mits u bij dat artikel de naam van de auteur en de bron (Groenbewuste Amsterdammer nr. …, uitgegeven door IVN Amsterdam) vermeldt.. Deadlines 2016 1 februari (voor maart), 1 mei (voor juni), 1 augustus (voor september), 1 november (voor december) Bestuursvergaderingen Iedere maand vergadert het bestuur bij een bestuurslid thuis. De vergaderingen zijn openbaar. Wilt u ook komen of wilt u een bepaald onderwerp op de agenda hebben, neem dan van tevoren even contact op met het secretariaat (020-7850123 of
[email protected]).
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
2
Van de redactie Peter Junge Beleggen is hot. De lage spaarrente noopt mensen om geld te steken in bijvoorbeeld aandelen, grondstoffen of goud. Zelfverrijking is het belangrijkste motief voor een dergelijke stap. Dromen over gouden bergen in de toekomst. Alleen de kleine wereld rondom jou telt. Voor andere doelen is geen aandacht. Maar het kan ook op andere manieren. In dit nummer staan we stil bij een aantal voorbeelden daarvan. Zo wordt er op een industrieterrein in Volendam hard gewerkt aan het zelf kweken van paling, een vis die dreigt uit te sterven. Al met al is het een miljoenen kostend project. Maar slaagt die poging dan is de verwachting dat mensen die geld investeerden, beloond zullen worden met rendementen tot wel 125 procent. En de populatie van de paling kan zich dan weer in alle rust herstellen. Een ander geval. Onlangs is de grutto uitgeroepen tot Nationale Vogel van Nederland. Een verkiezing, die veel publiciteit opleverde. Het lot van deze bedreigde vogelsoort werd breed in de pers uitgemeten. Maar wat is nu de werkelijke betekenis van het winnen van deze gouden plak. Hierdoor komen mensen met de problematiek van deze weidevogel in aanraking en dat zet ze aan het denken. Het gevolg is dat men bereid is geld te doneren aan organisaties zoals Vogelbescherming Nederland, die zich al veel langer met campagnes over de grutto en in zijn kielzog over andere weidevogels ontfermt. We schrijven een artikel over biologisch en duurzaam eten, een hype waar zich steeds meer mensen aan overgeven. Men slaat twee vliegen in één klap: de etenswaren zijn voor de consument beter voor zijn gezondheid en door niet te werken met chemische bestrijdingsmiddelen krijg je niet alleen gezondere producten, maar ook een vruchtbaarder bodem die op langere termijn grotere hoeveelheden kan opleveren. We betalen weliswaar meer als consument voor de artikelen, maar die uitgaven dienen een doel. En tenslotte kan je ook in jezelf investeren, meer kennis vergaren. Neem één van onze redacteuren. Hij is een verwoed vogelaar. Als hij met een gids op pad gaat, ziet hij zijn eigen tekortkoming. “Waarneming begint en eindigt vaak met een geluid. Het brengt ons naar de vogel en verschaft niet zelden de zekere en bevrijdende determinatie. Dus oefenen in vogelgeluiden.”
In dit verband is het wel toevallig dat in dit winternummer een relatief nieuw bestuurslid zichzelf presenteert. Hij heeft zijn eigen adviesbureau ‘De Nauurmakelaar’ opgericht, dat zich ‘richt op het ontwikkelen en toepassen van verdienmodellen voor natuurbeheer’. Hij stelt: “Hier is tegenwoordig veel behoefte aan aangezien de subsidies voor natuurbeheer flink zijn teruggelopen.” Waarschuwende woorden, die goed aansluiten bij het thema van deze GBA.
Van het bestuur Paul de Dooij Deze keer is het mijn beurt, als relatief nieuw bestuurslid van IVN Amsterdam, om een stukje ‘Van het Bestuur’ te schrijven. Ik zal beginnen met een korte introductie over mezelf. Als zoon van de boswachter op het prachtige landgoed ‘De Groote Meer’ in ZuidWest Brabant heb ik van jongs af aan al een sterke passie voor groen ontwikkeld. Met vader een toertje doen in het bos, boomhutten bouwen en met de hond lange tochten afleggen hoorden tot mijn wekelijkse bezigheden. Op wat latere leeftijd kwamen hier ook allerlei ‘klusjes’ in het bos bij zoals rododendrons snoeien, zaailingen uittrekken en blad ruimen. Ook ging ik me steeds meer interesseren in het vak ‘natuurbeheer’ waarin mijn vader een inspirerende leermeester vormde. Na de middelbare school verkaste ik in 2003 naar Wageningen om bos- en natuurbeheer te studeren. Een prachtige studententijd volgde die na 6,5 jaar eindigde met een diploma als Master of Science ‘Forest and Nature Policy’. Al gauw kon ik aan de slag bij het Bosschap, het bedrijfschap voor bos en natuur (nu VBNE). Hier heb ik me vier jaar bezig gehouden met wet- en regelgeving, registratie van bos- en natuurterreinen en verdienmodellen voor natuurbeheer. Eind 2013 vond ik het tijd voor een nieuwe uitdaging en ben ik een klein half jaar naar India vertrokken. Naast waanzinnige reisavonturen meegemaakt te hebben heb ik aldaar gewerkt voor een lokale ‘environmental NGO’. Dit vormde een zeer interessante en leerzame werkervaring met als resultaat een duurzaam beheerplan voor de omringende bosgebieden.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
3
In de zomer van 2014 kwam ik terug naar ons kikkerlandje en ben ik vrijwel direct van Wageningen naar Amsterdam verhuisd. Amsterdam heeft me altijd al getrokken door de internationale setting, de rijkdom aan cultuur(historie) en het mooie clubje Ajax! In Amsterdam ben ik mijn eigen adviesbureau ‘De Natuurmakelaar’ begonnen dat zich richt op het ontwikkelen en toepassen van verdienmodellen voor natuurbeheer. Hier is tegenwoordig veel behoefte aan aangezien de subsidies voor natuurbeheer flink zijn teruggelopen. Groot voordeel voor mij was dat ik rond het thema verdienmodellen al veel expertise, ervaring en netwerk opgebouwd had bij het Bosschap. Nu was het in mijn ogen tijd om de kennis in de praktijk te brengen. Het leven als eigen ondernemer loopt voorspoedig met leuke opdrachten bij grote natuurgebieden en groene organisaties. Toen ik in Amsterdam neerstreek ben ik vrijwel direct aan de slag gegaan bij IVN Amsterdam als aspirant bestuurslid. Voor mij een mooie manier om betrokken te raken bij de stad, de mensen en het groen. Nu zijn we ruim een jaar verder en ben ik naast bestuurslid, coördinator van het cluster communicatie, organisator van infostands, lid van het Bestuurlijk overleg IVN Noord-Holland en lid van de Landelijke Raad IVN. Deze taken doe ik met liefde en overgave en ze geven me bovendien veel terug. Ik denk onder andere aan de vele nieuwe contacten, verschillende inspirerende activiteiten en ontwikkeling van groen en duurzaam denken en handelen. Bovendien draag ik bij aan het in contact brengen van mens en natuur. Vanuit mijn jeugd weet ik hoe belangrijk dat is voor je persoonlijke ontwikkeling. Daarom probeer ik via IVN Amsterdam ook zoveel mogelijk kinderen en jong volwassenen te betrekken bij onze activiteiten. Als Bestuur staan wij voor de opdracht en uitdaging om de organisatie van het brede scala van activiteiten te coördineren en te stroomlijnen. De inzet van actieve leden van IVN Amsterdam, en het vrijwilligerswerk dat zij leveren, is hierbij onmisbaar. In dit kader wil ik graag een aantal vacatures onder de aandacht brengen, die vrij zijn gekomen en waarvoor we dringend op zoek zijn naar invulling. Zo zijn we op zoek naar enthousiaste mensen die kinderactiviteiten willen organiseren en begeleiden, communicatief vaardige mensen die mee willen helpen met het organiseren evenementen en iemand die handig is met digitale media (website, nieuwsbrief en social media). De vacatures van deze functies zijn te vinden op de website.
Een volgende uitdaging die ons als Bestuur te wachten staat is de overgang van het projectbestuur naar een regulier bestuur. Op de speciaal ingelaste Algemene Ledenvergadering van 31 januari 2016 zal deze overgang plaatsvinden. Dan zullen ook de leden voor het reguliere bestuur gekozen worden. Ruth Bolt en Margreet Zickhardt hebben aangegeven niet verkiesbaar te zijn voor het reguliere bestuur. Dit betekent dat we op zoek moeten naar (minimaal) 2 nieuwe bestuursleden. Via deze weg wil ik dus ook graag een oproep doen voor nieuwe bestuursleden. 2016 beloof een inspirerend en interessant jaar te worden waarbij de nieuwe structuren vanuit het projectbestuur verder ontwikkeld worden. Wil jij hier graag aan meedoen en medebepalen hoe de ontwikkelingen vorm gegeven worden, geef je dan op als aspirant bestuurslid! Het lijkt me leuk jullie te zien op de extra Algemene Ledenvergadering en verder met elkaar kennis te maken! Uitnodiging Nieuwjaarsreceptie
Op zondag 31 januari 2016 zijn jullie van harte welkom in ons bezoekerscentrum de Rietschuur in het Amstelpark. Onder het genot van een hapje en een drankje gaan we het nieuwe jaar inluiden. Extra Algemene Ledenvergadering Tevens hebben wij een extra Algemene Ledenvergadering, waarin het nieuwe bestuur zal worden gekozen. Een agenda voor deze vergadering zal ongeveer 2 weken tevoren worden verstuurd. Het programma is als volgt: 14.00 - 15.30: Ontvangst met koffie en thee 15.30 – 16.30: Lezing Korte pauze 16.45 – 17.45: Algemene Ledenvergadering 17.45 – 18.30: Nieuwjaarsborrel Er zijn nog enkele vacatures in het bestuur. Voor de bestuursverkiezing kunt u schriftelijk kandidaten voordragen tot een half uur voor de aanvang van de vergadering.
U bent allen van harte welkom! Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
4
Heemtuin en het Ruige Riet, wereld van verschil Edith Otten Het Sloterpark is een park gelegen rond de Sloterplas stadsdeel Nieuw-West in Amsterdam. Het park is opgehoogd met grond uit de afgegraven bovenlaag van de vroegere Sloterdijkermeerpolder, die tussen 1948 en 1956 werd vergraven tot Sloterplas, voor zandwinning. Het Sloterpark is aangelegd tussen 1958 en 1974 en heeft een oppervlakte van 91 hectare. Voorheen was dit het midden van het landelijke gebied van de in 1921 geannexeerde gemeente Sloten. De Sloterplas ligt op polderpeil NAP -2.10 en is via drie sluizen met verschillende grachten van de stad en de Ringvaart van de Haarlemmermeer verbonden.
In het meest noordwestelijke deel van het park nabij het Geuzeneiland ligt een terrein dat sinds de ophoging in de jaren vijftig aan zijn lot is overgelaten. Wegens gebrek aan financiële middelen bleef het in de eerste instantie zoals het was. Hier ontwikkelde zich spontaan een natuurgebied met wilde planten, riet en wilgen. Dat werd door de bewoners ook wel het Vogeleiland genoemd maar tegenwoordig staat het bekend als het Ruige Riet. Uit een enquête bleek, dat bewoners en wandelaars hier liever een Heemtuin en een kinderboerderij zagen, dan een conventioneel park met asfaltpaden en gazons. De Heemtuin is vanouds opgezet in om inheemse planten in stand te houden. Het is een verzamelplaats, een soort botanische tuin met inheemse zeldzame en soms bedreigde flora. Het is een prachtig, uniek natuurgebied met een oer-Hollands moeraslandschap.
De Heemtuin is 1,5 hectare groot en het heeft een beschermd vogeleiland van 0,5 hectare met aan beide zijden meertjes die verbonden zijn met de Sloterplas. Op dit eiland staan wat bijzondere wilgen. Je kunt het niet bezoeken maar met een drijvende ponton kan de beheerder erop. De Heemtuin herbergt een verzameling van inheemse planten die er gezaaid of geplant zijn én waar door mensenhanden de concurrentie tussen de verschillende soorten gereguleerd wordt. Het Ruige Riet met zijn 14,3 hectare, verschilt in dit opzicht. Het is een ‘ruig’ gebied waar de begroeiing en onderhoud aan de natuur wordt overgelaten en waar minder verschillende soorten groeien. In 1975 is de aanleg van de Heemtuin begonnen. Tijdens de nationale Boomplantdag dat jaar werden de eerste bomen geplant. Om zoveel mogelijk verschillende plantensoorten te herbergen, zijn er in de Heemtuin sterke hoogteverschillen gemaakt en diverse grondsoorten gebruikt, zoals mergel, grof zand, arme zandgrond en veengrond. Het hoogste punt in de tuin is de mergelheuvel, met een 50 centimeter dikke laag mergel die met de trein uit Limburg werd aangevoerd. Zodat uiteindelijk in zeer gevarieerde milieu omstandigheden en biotopen, een keur aan plantensoorten kon worden ingezaaid en geplant. Ondertussen is hier een afwisselend geheel van bos op humusgrond, vennetjes plas-oevers, rietlanden, een heideveldje en mergel- en duingebied ontstaan. Van dit oorspronkelijke idee is inmiddels het duingebied en het heideveldje wat meer vervaagd. De paden, ook afwisselend van zand en houtsnippers, lopen in organische vormen hier doorheen. Naast de flora kent de Heemtuin ook een rijke fauna. Je vindt er onder meer de buizerd, de ijsvogel, de hermelijn, de vos... en natuurlijk het konijn! De tuin wordt niet alleen beheerd door de mens, maar ook door de konijnen die er wonen. Die zijn in dit gebied gaan leven. Dit betekent dat de konijnen veel planten die zijn aangeplant of gezaaid weer opeten. William Frohn heeft er 40 jaar gewerkt. Hij heeft de Heemtuin opgebouwd en heeft in de loop der jaren ook het concept ‘Heemtuin’ losgelaten, waardoor het ook meer een natuurtuin is geworden. Per 1 juni 2014 is hij met pensioen gegaan. Het beheer is overgedragen aan de plantsoenendienst. Vrijwilligers hebben gesprekken gevoerd met de gemeente over de voortzetting van het beheer van de Heemtuin in een stichting Heemtuin/natuurtuin. Op het moment is de gemeente aan het uitzoeken wat de status van de Heemtuin voor de toekomst gaat worden.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
5
Dit naar aanleiding van vragen van de Stichting Vrienden van de Sloterplas aan de gemeenteraad, nadat was gebleken dat er na de pensionering van de beheerder geen opvolger kwam. Er zal gekozen worden uit drie scenario's waarlangs de heemtuin/natuurtuin zich zal ontwikkelen.
2015... het jaar dat de Heemtuin en het Ruige Riet 40 jaar bestaan! Op 21 september 2015 was er een feestelijke bijeenkomst. Er is een jubileumboekje uitgegeven, dat verkrijgbaar is in het gebouw ‘de Drijfsijs’. Rol van het terrein Verrassend is de grote hoeveelheid takkenrillen en gestapelde boomstammetjes langs de paden. Bladeren, houtsnippers (van de opgehaalde kerstbomen van de wijk), afkomstig plantsoenbeheer is dit een praktijkvoorbeeld van hergebruik. De Heemtuin was een werk- en leerervaringsplek voor scholen en Amsterdammers met een uitkering. Ook konden mensen met een beperking van werkleerbedrijven er terecht, zoals van Panter, Cordaan en de autisten school Mundus. Deze functies zijn helaas allemaal weggevallen omdat er geen nieuwe beheerder is gekomen. Wellicht komt in de toekomst in de stichting een oplossing hiervoor. Buurtgenoten bezoeken graag de Heemtuin, maar ook mensen uit andere delen van het land of zelfs het buitenland! Het is een rustig bezochte tuin, door de stilte ontstaat er een bijzondere mystieke sfeer. Bezoekers kunnen heerlijk genieten van de rust en luisteren naar de zangvogels die er volop zijn. Hoe meer de stad verstedelijkt, hoe meer de stadsmens en vooral de jeugd verwijderd raakt van de natuur. Naast de recreatieve functie mag de educatieve waarde niet vergeten worden daarom worden er rondleidingen en natuurlessen gegeven voor bedrijven en scholen. Het natuurgebied kent beschermde fauna: de meerval, de blauwe reiger, de huismus, de ransuil en de sperwer.
Het is een open tuin die gratis toegankelijk is, alleen honden moeten aan de lijn! Ligging en bereikbaarheid De Heemtuin Sloterpark en het Ruige Riet liggen ten westen van de Sloterplas nabij het gebouw en NME centrum ‘Het Drijfsijs’, President Allendelaan 4, 1064 GW Amsterdam-West. Het is een paar minuten lopen vanaf de weg en ligt naast de Natuurspeeltuin ‘Natureluur’ en de kinderboerderij. Edith Otten is IVN Natuurgids. Zij koos dit gebied als eindopdracht voor de opleiding en heeft dit gebied uitvoerig geobserveerd. Contactpersonen Heemtuin: groenbeheer, Rob de Beurs Vrienden van de Heemtuin: F.P la Crois en Edith Otten Email:
[email protected] Foto’s: F.P la Crois, E. Otten. Collages: C. Arink Facebook: Heemtuin-Sloterpark-en-het-RuigeRiet
Is er wel voldoende duurzaam eten voor ieder? Ellen Huijsmans Vroeger was biologisch en duurzaam eten verkrijgbaar in weinig opvallende reformwinkeltjes waar het personeel met geitenwollen sokken achter de toonbank met wortelcake en zuurdesembrood stond. Zo herinner ik me althans het natuurwinkeltje in de Jodenbreestraat. Tegenwoordig is het eten van natuurproducten hip en trendy en prijzen de producenten hun waren met marketingkreten aan. Steeds meer mensen eten biologisch en duurzaam en als deze trend doorzet, is de vraag of er voldoende eten voor iedereen zal zijn. Innovatie Biologische en duurzame landbouwgrond levert momenteel minder gewassen op dus zou je kunnen concluderen dat je veel meer grond nodig hebt voor dezelfde hoeveelheden (of meer) voedsel. Maar door de grond op een alternatieve manier te verzorgen, bijvoorbeeld zonder chemische bestrijdingsmiddelen, krijg je betere producten en een goed werkend landbouwsysteem met een vruchtbare bodem, die op lange termijn meer kan opleveren. Niet voor niets is 2015 door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Jaar van de Bodem (zie ook het lentenummer van GBA). Nieuwe innovatieve landbouwmethodes zouden de biologische landbouw moeten optimaliseren. Net zoals er naar reguliere landbouw ook altijd veel onderzoek is verricht naar productievergroting,
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
6
zou dat ook voor biologische landbouw moeten gelden. Met als resultaat het intensiveren van deze vorm van landbouw op een verantwoorde en duurzame wijze. Lokaal eten Voedsel lokaal kopen en consumeren zou ook helpen om eventuele tekorten tegen te gaan. Consumenten stimuleren hiermee namelijk de lokale productie van etenswaren. De kringloop van het eten wordt dan kleiner en zou duurzamer zijn omdat bijvoorbeeld afval wordt gerecycled. De lokale economie kan een impuls krijgen waardoor er nieuwe innovatieve biologische en duurzame bedrijven kunnen ontstaan. Lokale productie biedt bovendien de mogelijkheid om voedsel makkelijker te controleren en vergroot de betrokkenheid van consumenten. Als bewoners in hun buurt of regio, het liefst op de fiets of lopend, hun eten verzamelen, verbruiken ze ook minder energie en is er minder CO2-uitstoot.
Stadslandbouw en -tuinen De laatste jaren zie je stadslandbouw en -tuinen oprukken in de stad. Zo telt Amsterdam momenteel al minsten vijf stadsboerderijen. Onlangs is in West bijvoorbeeld de eerste Amsterdamse pluktuin geopend. Een fruittuin met prachtige boomgaarden waar iedereen tegen een redelijke vergoeding zijn fruit kan plukken en eieren kan rapen (zie www.fruittuinvanwest.nl). Verder zijn er verspreid over de stad tientallen moes-, kruidenen volkstuinen. Bij veel boerderijen en tuinen denken de eigenaren, beheerders en buurtbewoners op allerlei manieren na over duurzaam en biologisch produceren van voedsel. Dat betekent nog niet dat je met een paar stadsboerderijen en -tuinen een hele stad kunt voeden maar het leidt wel tot een verder bewustwording over ons eten.
Zelf fruit plukken bij Fruittuin van West
Verminder voedselverspilling Volgens onder meer Milieu Centraal gooit iedereen in Nederland per jaar bijna vijftig kilo voedsel weg. Inmiddels verschijnen er kookboeken en websites met recepten voor etensresten. Handig want daar valt ook enige winst te behalen. Dat dachten een paar supermarktmedewerkers ook. Zij openden een pop-up restaurant op het Westergasfabriekterrrein waar ze van nietverkochte producten uit Amsterdamse supermarkten gerechten maakten. Vanwege het succes van het restaurant is er inmiddels een vaste stek in de Czaar Peterstraat. Het eten is overigens niet alleen biologisch, het betreft het reguliere aanbod van de supermarkten. Maar het werkt. Het restaurant zet hiermee niet alleen originele gerechten op de kaart maar ook het thema ‘voedselverspilling’.
Of zoals Carolyn Steel in haar boek ‘De hongerige stad’ schrijft: “... deze vormen van kleinschalige productie kunnen de band tussen de stadsbewoner en zijn voedsel weer herstellen. Deze culturele functie is erg van belang, want voedsel speelt een centrale rol in het goede leven.” Stadstuinen, -boerderijen en markten kunnen voedselbehoeftes niet eenvoudig oplossen maar kunnen wel een opmaat zijn naar nieuwe denkwijzen en inzichten. Of het nu hip, ambachtelijk of geitenwollensokachtig is, de eerste schreden naar een duurzame samenleving zijn gezet. Bronnen: www.hungrycitybook.co.uk, De hongerige stad, Carolyn Steel.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
7
Paling als een toekomstige goudmijn voor beleggers Peter Junge De wegen van de paling zijn ondoorgrondelijk. Volop met mysteries omgeven. De wilde Europese paling zwemt zo’n zesduizend kilometer westwaarts naar de Sargasso Zee om te paren. De reis duurt ongeveer zes maanden. Nadat de vrouwtjes hun eieren hebben gelegd worden de larven door de stroming meegevoerd terug richting Europa. Onderweg groeien die uit tot glasaal. De moedervis blijft na gedane zaken uitgeput achter en sterft. Een onomkeerbaar proces. Maar de palingstand wordt ernstig bedreigd door obstakels in de trekroute, overbevissing, vervuiling van het zeewater en ziektes. In Nederland is het aantal palingen in vijftig jaar met 95 procent gedaald. Creatieve oplossingen zijn geboden.
handen. De wereldwijde vraag van 300.000 kilo staat daar borg voor. Kwekers, die nu glasaal vangen, vetmesten en verkopen, zijn op die manier niet meer afhankelijk van de wilde palingpopulatie. Met als voordeel dat de paling in een natuurlijke leefomgeving kan blijven voortbestaan. Want deze vissoort is in dertig jaar tijd één van de vele diersoorten op de gevreesde ‘Rode Lijst’.
Glasaal
Het industrieterrein van Volendam. De reuk van vislucht is dringend aanwezig. Vrachtwagens rijden af en aan. Een bescheiden naambordje ‘Glasaal Volendam’ trekt nauwelijks aandacht. Binnen worden we opgewacht door het voltallige personeel, bestaande uit twee biologen: de Nederlandse Petra van Dijk en de Fransman Bastien Debeuf, tevens manager van de kweekfaciliteit. Geen secretaresse. Geen opsmuk, maar eenvoud overheerst. Een laptop wordt weggeschoven, de tafel van papieren en rommel vrijgemaakt, het interview kan beginnen.
De palingcyclus
Wie Volendam zegt, zegt paling. Zonder deze vis zou Volendam, Volendam niet zijn. Maar de tijden veranderden. De teruglopende palingvangsten eisten hun tol. Vissers werden werkloos, tientallen schepen lagen met behulp van EU-subsidies aan de ketting en ook allerlei aanverwante activiteiten verdwenen uit het dorp. Tijd voor ingrijpen. Een viertal ondernemers sloeg de handen ineen om de palingcultuur voor Volendam te behouden. Ze zetten een kwekerij op die de productie van glasaal (jonge paling) tot doel had. Een commerciële aanpak met natuurbehoudende gevolgen. Anders gezegd; een diersoort redden en rijk worden. Want een bedrijf dat op eigen kracht glasalen kan kweken, heeft goud in
Petra van Dijk vertelt: “Wij zijn, in samenwerking met de Universiteit van Leiden, bezig met een uniek project. Maar we zijn niet de enige. Ook in Denemarken en Italië wordt er hard aan een oplossing gewerkt. Tot nu toe allemaal nog zonder succes. Alleen de Japanners hebben als eerste in 2010 een eigen glasaal gekweekt, die opgroeide en zich voortplant. Die hele levenscyclus is daar in het lab tot stand gekomen. Bovendien wisten zij de larven te voederen en groot te brengen met dooiers van de eieren van een, naar later bleek, bedreigde haaiensoort. Dat is de belangrijkste stap voorwaarts geweest.” Zij vervolgt: “Helaas is de Europese paling raadselachtiger dan zijn Japanse soortverwant. We weten eigenlijk heel weinig van deze vissoort. In 1923 hebben Deense vissers bij toeval de paaigronden van de Europese soort ontdekt.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
8
Dat was een plek, die tweeduizend kilometer ten oosten van Florida ligt, in de zogeheten Bermudadriehoek. Niemand heeft ze echter ooit zien paaien. Aangenomen wordt dat dit op een diepte van tweehonderd tot driehonderd meter gebeurd. De larven bereiken door de stroming na maanden of jaren, ook die periode is onbekend, weer de West-Europese kust. Veel van die jonge palingen verdwijnen dan in de netten van vissers. De rest zwemt de rivieren op een past zich aan een leven in zoetwater aan tot ze volwassen en geslachtsrijp zijn. En daar gaan heel wat jaren overheen.” De larven ondergaan tijdens hun tocht een complexe metamorfose van prepuberaal tot paairijp. Hoe is niet duidelijk. Waar ze zich mee voeden, evenmin. Geen enkele van de negentien palingsoorten maakt zo’n lange reis als de Europese soort. En dat heeft consequenties. Als gevolg daarvan is de hypofyse, het hersendeel dat de geslachtshormonen produceert, heel sterk onderdrukt. De palingen mogen niet ‘afrijpen’ voor ze bij de paaigronden komen. Eenmaal aangekomen bij het einddoel is er echter geen houden meer aan; niet één, tien, honderd, duizend, maar anderhalf miljoen eitjes worden per vrouwelijk exemplaar afgescheiden. De mannetjes zorgen met hun sperma voor de bevruchting. Hoe deze natuurlijke gang van zaken achter stenen muren na te bootsen? Daar draait het allemaal om.
Petra van Dijk, bioloog
Petra van Dijk: “Pogingen om de lange trektocht te simuleren door palingen in bassins zesduizend kilometer tegen de stroom in te laten zwemmen, hebben niets opgeleverd. Doel was om te zien of de geslachtsrijping daardoor werd bevorderd. Wij passen een methode toe, die min of meer afgekeken is van de Japanners. Wij spuiten bij de vrouwtjes een hormoon in, CPE genaamd en afkomstig van geslachtsrijpe karpers. Door deze ‘kunsthypofyse’ gaan de palingen zelf hormonen aanmaken, die de rijping van eicellen stimuleren. Onze aanpak heeft als voordeel dat het proces onafhankelijk is van het seizoen of de migratie. De eitjes komen op een natuurlijke wijze naar buiten, de mannetjes scheiden hun sperma af.
En dat vocht wordt dan over de eitjes gesprenkeld. Vervolgens is het afwachten geblazen. De goede eitjes blijven drijven en worden opgevangen, de slechte exemplaren zinken naar de bodem en worden uit de bak gefilterd.”
Paling
Want ook hier gaat alles om kwaliteit. Sterke larven zijn nodig. Ze moeten levensvatbaar zijn. En dat proces gaat met horten en stoten. “Het is ons al een paar keer gelukt om larven te kweken. We krijgen het proces dus steeds beter onder de knie. In maart dit jaar hebben we een record gevestigd door larven 23 dagen in leven te houden. De eerste dagen is geen probleem. Dan leven ze nog op voedingsstoffen uit de dooierzak. Na tien dagen is echter de mond ontwikkeld en zal het mogelijk zijn ze voer aan te bieden. En in die fase duikt er een probleem op. We hebben namelijk geen idee wat larven eten. Van nature eten ze een soort plankton, maar over de samenstelling daarvan tasten we in het duister. Eerst concentreren we ons op het voortbrengen van grotere aantallen larven en daarna gaan we experimenteren met voedsel.” Tijd voor een rondleiding. Ruimtes, elk gevuld met zes vierkante bassins van 450 liter en vier bakken van tachtig liter. Daarin zwemmen palingen, afkomstig van een kweker uit Limburg. Vrouwtjes zijn aanmerkelijk zwaarder dan mannetjes. Het zoute water komt uit de Oosterschelde. Plastic kokers op de bodem geven de vissen een zekere bescherming en bovenal rust, zoals ze dat in het echt in de modder ook beleven. De bassins zijn hermetisch afgesloten. “Dat is niet voor niets. Palingen kunnen springen en bovendien lang op het droge blijven leven. Het risico dat we ze ’s morgens dood vinden, willen we niet nemen. Maar het is een feit dat bij het naderen van het tijdstip van de paringstocht volwassen exemplaren zich over vochtige weilanden van het ene water naar het andere water richting Noordzee kronkelen. En die afstanden over land kunnen best lang zijn.”
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
9
Terug naar kantoor. Eén vraag rest ons nog, de financiering. Want de kosten zijn niet mis, gezien de geavanceerde apparatuur en de inkomsten uit productie nog steeds nul. Petra van Dijk beaamt dat volledig. “Toen dit bedrijf begin 2012 begon, was er een behoorlijk groot startkapitaal. Allereerst kreeg het van de provincie een subsidie van ruim zeven ton, Daarnaast brachten negentig aandeelhouders van allerlei pluimage een bedrag van 1,2 miljoen euro bij elkaar. Daarmee kon het bedrijf prima aan de slag. Maar het bleek toch niet genoeg. Tot het jaar 2023 hebben ze een bedrag van een miljoen euro nodig. Het was de bedoeling om drie ton bij particulieren op te halen, het zogeheten crowd-funding. Want zolang je geen cashflow hebt, geven de banken niet thuis.
‘Koning van het weiland’ wordt symbool van natie Peter Junge Hij heeft lange poten. Zijn kleed is oranje. En hij maakt veel lawaai. De ‘koning van het weiland’ wordt hij ook wel genoemd. Wie anders kan dat zijn dan de grutto. Het Nederlands publiek heeft hem inmiddels uitgeroepen tot Nationale Vogel. De verkiezing was georganiseerd door het VARA-programma Vroege Vogels, in samenwerking met Vogelbescherming Nederland. Bijna 42.000 mensen brachten hun stem uit op één van de 28 genomineerde soorten. Een kwart daarvan stemde op deze weidevogel. Zilver ging naar de merel, brons naar de huismus. Wat verandert deze gouden plak voor het leven en de toekomst van de grutto?
Jong aaltje (bron: wikimedia)
Voor elke inleg van honderd euro krijg je een aandelencertificaat en ben je dus aandeelhouder. Het is investeren in de toekomst. Je hebt geen zekerheid. Want anders dan bij andere bedrijven gaat de kassa pas rinkelen bij een doorbraak op het glasaalvlak. Helaas is het benodigde bedrag niet gehaald en zijn we blijven steken op 180.000 euro. Al dat geld is weer teruggestort op de rekening van de 350 investeerders, die zich hadden aangemeld. Dat was nu eenmaal de voorwaarde als we ons doelbedrag niet zouden bereiken. Maar ik maak me geen zorgen over geld. Dat komt er wel, linksom of rechtsom.” In het jaar 2020 moet het gebeuren. Dan zal de eigen kweek van glasaal geld, veel geld, moeten opleveren. Aandeelhouders krijgen dan waarop zij ooit hoopten, want er worden rendementen van tussen de 25 en 105 procent voorgespiegeld. En, Petra van Dijk? “Het is een grote uitdaging. Maar als het lukt, zou het fantastisch zijn voor iedereen, die bij Glasaal Volendam betrokken is.”
De grutto, onze nationale trots (bron: wikimedia)
Niet het roodborstje van pleitbezorger professor Pieter van Vollenhoven, de koolmees van tvomroepster Astrid Kersseboom, de huismus van sportpresentator Kees Jansma, de ijsvogel van tv-recensent Jan Pierre Geelen of de merel van schrijver/dichter Nico Dijkshoorn. Nee, de grutto van zanger/componist Syp van der Ploeg is de grote winnaar van de verkiezing tot Nationale Vogel geworden. Een opsteker voor deze bedreigde typisch Hollandse vogel. Van alle grutto’s broedt namelijk 85 procent in ons land. Want deze soort voelt zich goed thuis op het Nederlandse polderlandschap. “De grutto is daarom terecht de Nationale Vogel.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
10
Nergens broeden zoveel grutto’s als in ons land. Zelfs binnen de stadsgrenzen van Amsterdam broeden meer vogels van deze soort dan in heel Groot-Brittannië en Frankrijk samen,” aldus de eerste reactie van Vogelbescherming Nederland. Maar wat is nu de echte betekenis? In de encyclopedie staat “Een nationale vogel is een vogel, die traditioneel of anderszins wordt gebruikt om een natie te symboliseren of representeren”.
Schokkende cijfers. Vandaar dat de uitslag van de verkiezing bij medeorganisator Vogelbescherming Nederland met gejuich werd ontvangen. Persvoorlichtster Marieke Dijksman: “Wij voeren al jaren campagne voor betere leefomstandigheden van de weidevogels. Niet alleen de grutto, maar ook onder meer de kievit en de veldleeuwerik hebben het zeer zwaar. Door de verkiezing van de grutto wordt deze problematiek nog meer op de kaart geplaatst. Anders gezegd: door de publiciteit rondom deze uitslag staat het bij mensen op hun netvlies. En we hopen dat er op die manier geld loskomt. De intensieve melkveehouderij heeft ervoor gezorgd dat de bloemrijke weides vol insecten en vogels steeds zeldzamer geworden zijn. De weilanden zijn stil, kaal en leeg. Daardoor is sinds 1960 meer dan zestig procent van de weidevogels verdwenen. Wij willen ze die broedplaatsen teruggeven. Ons doel is om in 2020 een gebied van 200.000 hectare bloemrijke weide te realiseren. Dat is een vijfde van al het grasland. Op dit moment zijn er al honderd boeren, verspreid over het hele land, die achter onze doelstelling staan.”
Vliegende grutto’s (bron: wikimedia)
En verder: “De status kan zowel officieel als officieus zijn.” Dat laatste is bijvoorbeeld het geval met de haan van Frankrijk. Maar er zijn ook diverse landen, die dezelfde Nationale Vogel hebben gekozen. Zo is de Afrikaanse steenarend het symbool van zowel Namibië, Zambia als Zimbabwe. De keuze van de in totaal 87 landen, die zich een Nationale Vogel hebben toegeëigend, loopt sterk uiteen. Van exotische vogels als de witwangbuulbuul (Bahrein), wenkbrauwmotmot (El Salvador), himalayaglansfazant (Nepal) en naaktkeelklokvogel (Paraguay) tot voor ons bekende namen als roodborstje (Verenigd Koninkrijk), boerenzwaluw (Oostenrijk), waterspreeuw (Noorwegen) en de merel (Zweden). De gouden plak voor de grutto is desondanks slechts een doekje voor het bloeden. Want het jaar 2015 staat te boek als het aller slechtste gruttojaar uit de geschiedenis. Van de 120.000 paren die er in de jaren zestig in Nederland rondvlogen zijn er nu hoogstens nog 60.000 exemplaren over. Elk jaar gaat twintig procent van de populatie dood, wat neer komt op vijftienduizend exemplaren. Daar tegenover worden er zo’n vierduizend kuikens geboren. Snel rekenwerk leert ons dat het komende voorjaar het aantal grutto’s met elfduizend zal verminderen.
Ei van een grutto (bron: wikimedia)
Hoe deze doelstelling te realiseren? Dijksman: “Het zal een lastige klus worden. Samenwerking tussen de overheid, boeren, zuivelfabrieken, supermarkten en consumenten is daarbij hard nodig. Concreet gesteld: boeren gaan wat minder melk produceren en meer natuur. Zuivelfabrieken en supermarkten kopen melk en kaas van de bloemrijke weides tegen een eerlijke prijs. Van elke verkochte kilo van ‘Red de Rijke Weide-kaas’ wordt één euro besteed aan de redding van de weidevogels, zoals het bekostigen van de aanleg van natte poeltjes. Daarnaast betalen consumenten een paar cent meer voor een liter melk.”
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
11
De grutto is een zeer geziene vogel bij jong en oud. Niemand weet hoe hij het doet, maar ze doen het: een grutto keert altijd terug naar het weiland waar hij geboren is. In de winter zitten de vogels in de rijstvelden van Senegal en andere West-Afrikaanse landen om in februari/maart weer neer te strijken in het dan nog vergeelde gras. Blijde gezichten alom als de snel achter elkaar uitgestoten roep van ‘utto, utto, utto’ weerklinkt. Want de grutto is een ‘bode van de lente’. De omschakeling in het genuttigde voedsel is frappant. Voedt de grutto zich in de winter met rijst, terug in Holland zijn het regenwormen, insecten en larven van insecten, zoals van de langpootmug. Soms verdwijnen wel 1200 van deze zogeheten emelten in hun magen. Dit tot grote vreugde van veehouders, want de larven voeden zich met het groen van het gras en dat leidt tot kale plekken. Maar kan een vogel, die maanden op vakantie is in Afrika, wel tot nationaal symbool van Nederland worden uitgeroepen? Hoogleraar trekvogelecologie aan de Groningse Universiteit, Theunis Piersma, geeft daar in het AD een passend antwoord op: “Waarom niet? Een expat, die acht maanden naar Hong Kong gaat, blijft toch ook een Nederlander. De grutto vertegenwoordigt het Hollandse landschap zoals buitenlanders dat zien op de schermen als ze aankomen op Schiphol.”
Is er een leven zonder keep? Just Wiarda De winter komt eraan, maar het is zo zacht dat je eigenlijk niet kan geloven dat het nog koud gaat worden. De vogeltrek is nu in volle gang. Dat helpt om deze donkere maanden vrolijk door te komen. Je hoort sterke trekverhalen. Op één dag 300 goudhaantjes geringd op Vlieland (zie ook www.trektellen.nl). Honderen roodborsten die neerstrijken in een geul tussen de Hondsbossche Zeewering en de nieuwe duinen die zeewaarts ernaast zijn aangelegd. Je ziet in het Vogeldagboek van Adri de Groot een fitis die van vermoeidheid in een schotel vol mayo op een Scheveningens strandterras is neergeploft. Trekvogels zijn moedige helden. Als wij thuis de kachel aandoen, verlaten zij hun kouder wordende broedgebieden in het noorden en trekken door weer en wind zuidwaarts langs kusten, maar soms ook over zee. Hoog in de lucht bij wind mee, en lager als het tegen zit. Dodelijk vermoeid komen de overlevers hier aan om op adem en aan voedsel te komen.
Zij blijven hier overwinteren of trekken door, als ze weer op krachten zijn gekomen. Ook voor deze vreemdelingen moeten we gastvrij zijn.
De keep (bron: Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl)
Als gevolg van de vogeltrek heb ik weer veel trek in vogelen gekregen. Dan zou ik best een meestervogelaar willen worden, maar dat is een ambitie die gelukkig uitsluitend in mijn verbeelding tot leven komt. Je hebt vogelaars die een (jaar)lijst van waarnemingen bijhouden. Als ze in het vaderland zijn uitgekeken, trekken ze Europa in, en vervolgens naar andere werelddelen, om te eindigen op een exotisch eiland in de stille Zuidzee om de trek van de bijna uitgestorven Siberische befdraaihals met eigen ogen te zien. Zo ben ik niet. Ik ben bescheiden en al gauw tevreden. Ik houd geen lijstjes bij, ga niet systematisch te werk, bezit niet een voor effectief vogelen onmisbare telescoop en ben niet verslaafd aan soortenjagerij. Ik heb me er al lang geleden bij neergelegd dat ik de befdraaihals nooit zal zien. Maar ik kan intens genieten als ik een nieuwe vogel in beeld krijg of een al eens waargenomen vogel aantref op een onverwachte plaats. Zo stond ik laatst thuis naar buiten te kijken en zag tot mijn grote verbazing en opwinding een klein vogeltje met een lange staart scharrelen op een plat en nat afdakje in de achtertuinen. Ik wist niet wat ik zag: zo maar een grote gele kwikstaart in een stadstuin in Amsterdam Zuid (‘In Nederland schaarse broedvogel en algemene doortrekker en wintergast (‘ook bij vijvers en op platte daken in steden’, zo lees ik in de onvolprezen ANWB Vogelgids van Europa). Ik heb er wel een kwartier naar gekeken. Waar is hij vandaan gekomen, blijft hij hier als wintergast hangen of trekt hij verder zuidwaarts? Niemand die het weet. Zou hij het zelf weten? Ik vogel alleen of met makkers, maar ik laat me soms graag leiden door een echte vogelaar. Af
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
12
en toe ga ik daarom op stap met Steven Wytema om bij te tanken en kleine stapjes vooruit te maken. Steven heeft van zijn passie zijn werk gemaakt. Hij is een van de weinige beroepsvogelaars in Nederland. Jizzbirding heet zijn bedrijfje (www.jizzbirding.nl). Steven ontsluit wat mijn ogen, oren en kennis tekortkomen. Meer met je oren kijken, houdt hij mij voor, want het schouwend determinatievermogen is beperkt. De vogel laat zich niet zien, is te ver weg of heeft een kleed dat wel erg op dat van een soortgenoot gelijkt. Waarneming begint en eindigt vaak met een geluid. Het brengt ons naar de vogel en verschaft niet zelden de zekere en bevrijdende determinatie. Dus oefenen in vogelgeluiden. Ik leer over gedrag, territoir en voedsel. Wat een vreugde om een gretige leerling te zijn, en zo veel te zien, te horen en te weten te komen.
Als we op pad gaan heb ik zo een slang te pakken Marisa Stoffers Enkele weken geleden publiceerde vier stadsecologen Het Amsterdamse Beestenboek: een boek met levendige beschrijvingen van zestig spannende, spraakmakende beesten. Om deze dieren in de stad te kunnen vinden, staat bij elk dier een kaartje. Ook op het Twitteraccount van de schrijvers (@stadsecoloog020) passeren fascinerende beesten. Een interview met één van de schrijvers, Geert Timmermans, is zeker zo bijzonder. Wat is je favoriete top drie? “De ringslang vind ik een spannend beest… de visdief… en de boommarter.”
Ringslang
Fitis na bad in mayonaise (bron: Michiel Hartkamp, www.vogeldagboek.nl)
Ik trek de komende maanden er weer op uit. Wat verder weg en ook dicht bij huis, in stadsparken en in de omgeving van Amsterdam. Over de stedelijke vogelwereld (in Amsterdam) zijn alleraardigste boekjes verschenen. Die zijn een bron van kennis en inspiratie en geven guidance bij verkenningen en omzwervingen. Ik noem Sijsjes en drijfsijsjes, de vogels van Amsterdam onder redactie van Martin Melchers en Remco Daalder, 1996, Vogelen in Amsterdam van Ellen de Bruin, Jip Louwe Kooijmans en Geert Timmermans, 2007, Stadsvogels, bouwen, beleven, beschermen van Jip Louwe Kooijmans, 2009, van dezelfde auteur Stadsvogels in hun domein, 2014 en – elders in dit nummer beschreven – Het Amsterdamse Beestenboek. Ik heb dit jaar mijn zinnen gezet op een prachtige vink uit het Noorden. Ik wil op eigen kracht de keep zien. Ik geef mezelf een goede kans, maar het is niet zeker of we elkaar zullen treffen. Die onzekerheid houdt het vogelen spannend en roept luchtige existentiële vragen op. Is er een leven zonder keep?
De ringslang… “Van jongs af aan ben ik gefascineerd door amfibieën en reptielen. Ik had een terrarium, vaak met inheemse beesten. De ringslang komt in Amsterdam voor, dat vond ik wel wat, zo dicht bij. Mensen associëren slangen met de Veluwe of Drenthe, maar ze zitten gewoon hier. Ik weet een aantal goede plekken. Ze zijn nu in winterslaap, maar tot een paar weken geleden, als we op pad zouden gaan, heb ik binnen tien minuten een slang te pakken. Bijvoorbeeld in het Diemerbos. Als je daar wandelt dan vind je ze bijna nooit, maar de buitenkant langs het spoor, dat is een goed leefgebied: het talud. Daar overwinteren ze en in het voorjaar liggen ze daar op te warmen. Daarna trekken ze het bos in om voedsel te zoeken. Ze leven aan de randen, waar ze ook in de zon kunnen liggen. Het bos is te nat om te overwinteren, dus aan het eind van het seizoen in september, trekken ze terug naar het spoortalud. Op dat talud heb ik een aantal zwarte kunststof plaatjes gelegd, die warmen snel op. Slangen weten dat, die voelen dat en daarom gaan ze er onder liggen. Op dagen dat het niet al te zonnig is, geven die plaatjes net wat meer warmte.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
13
Dat is het moment dat je ze even optilt om er onder te kijken. De grootste slang die ik ooit gevonden heb was 1 meter 31 lang! Een vrouwtje, vrouwtjes worden groter dan mannen.”
We wilden alle dieren, alle natuur van Amsterdam beschrijven. Daar is het boek ‘Haring in het IJ’ (1991) uit voortgekomen. En dat is allemaal begonnen met die dode boommarter.”
[Hij laat de huid van een ringslang zien] “Deze lag langs het spoor. Ze vervellen nog een keer voor de winterslaap. Als je goed zoekt, kun je ze elk jaar vinden. Als de vellen een tijdje blijven liggen, verpulveren ze helemaal, ze vergaan heel snel. Het vel is binnenstebuiten, hij stroopt het af, de kleur blijft op de slang zitten. Kijk deze huid is 1 meter 10. De slangen vervellen van kop tot staart, zelfs hun ogen. Als hij gaat vervellen, zie je dat het oog troebel is, melkachtig, het vliesje laat dan al snel los.”
Boommarter Visdief
De visdief… “… staat voor mij voor de lente. Die vogel komt zo rond half april uit Afrika, hij heeft dan een lange reis achter de rug. Dat geeft me altijd een gevoel van ‘hé, de lente begint!’. Je hoort ze weer roepen en ze baltsen, vaak komen ze op hun oude plek terug. Je hoort ze overal wel in de stad en er is een aantal plekken waar ze broeden, op platte daken in Zuidoost en het Westelijk havengebied.” De boommarter… “… is het beest waar het ooit allemaal mee begonnen is. Martin Melchers en ik vonden in 1987 een dode boommarter op de Transformatorweg (bij Sloterdijk). We hebben het beest beschreven en gedetermineerd. Het was een bijzondere waarneming, de eerste van Amsterdam. We wilden ook aan de professionele wereld laten weten dat dit er was, dus gingen we naar de Universiteit, het Zoölogisch Museum Amsterdam. We legden het dode beest op tafel, daar maakten de deskundigen er in eerste instantie een steenmarter van. Dat vonden we vreemd. Toen dachten we, we moeten aan meer mensen laten weten dat dit er allemaal is, al die beesten in de stad, en zo kwam het idee van een boek tot stand.
Een boek dat alle dieren en planten van Amsterdam beschrijft? “Ja, helemaal compleet, een ambitieus idee. Al snel bleek dat we het qua mankracht niet redden. We hebben het plan toen ingeperkt tot alle zoogdieren, alle vissen en alle amfibieën en reptielen. We wisten al heel veel, maar nog niet zo precies, dus gingen we op pad met schepnetten en we hielden interviews met mensen in het veld, vrijwilligers. De Stadsuitgeverij wilde het wel uitgeven, dus gingen we anderhalf jaar heel hard aan het werk. Wat heel nieuw was, waren de kaartjes met de locaties. Die kostten het meeste tijd. En natuurlijk een verhaal schrijven, maar dat gaat redelijk snel, uit je geheugen. Je hebt zo veel meegemaakt en zo veel anekdotes dat je wel een heel boek kan schrijven. Verder met tekeningen van verschillende mensen, limericks, maar ook recepten, van hoe je de verkarpering tegen zou kunnen gaan. Voor het eerst gaf het inzicht in welke dieren er in de stad te vinden zijn en waar. Dat was voor veel mensen een eye-opener.” Sloeg het aan? “Er zijn ruim zevenduizend exemplaren verkocht, dat is heel veel. En er ontstond bij beleidsmakers een andere kijk op de stad, dat heeft er voor gezorgd dat de afdeling stadsecologie werd opgericht.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
14
Vanaf 1992 is die gestaag gegroeid. Uiteindelijk zijn Martin en ik beiden als stadsecoloog bij de gemeente gaan werken, hij in 1992, ik in 2000. Bovendien zijn anderen begonnen met het in kaart brengen van vogels, slakken, insecten, paddenstoelen, planten. Om de twee, drie jaar verscheen er wel een boekje. De stijl van een verhaal met een kaartje en een tekening is door al die andere boekjes steeds gehanteerd, daardoor horen ze bij elkaar. We weten nu hoeveel vogels in de stad broeden, hoeveel paddenstoelen er voorkomen, hoeveel planten, slakken… bij elkaar 10.000 soorten. In heel Nederland zijn er 40.000 soorten dieren en planten, waarvan dus 25% in Amsterdam, keurig in kaart gebracht. Dat is best veel.”
En is het nu verschenen Amsterdamse Beestenboek net zo iets? “Voor Het Amsterdamse Beestenboek hebben we een selectie gemaakt. Veel mensen vroegen: ‘Waar kan ik nou die vos vinden of de ringslang? En wanneer moet ik kijken?’ Dat is het doel van dit boek, voor het publiek zestig spraakmakende beesten dichterbij brengen. De anekdotische opzet, onze ervaring met een beest, is hetzelfde.”
verbindingsbanen. Dat netwerk, de ecologische structuur hebben we vastgelegd. En het heeft een planologische bescherming, men kan dus niet zomaar in die ecologische structuur bouwen. En we hebben alle knelpunten in kaart gebracht, meestal een weg of kanaal die een groene verbinding doorsnijdt. We weten dat, omdat we daar veel platgereden beesten of drenkelingen vinden. Er zijn 180 van dat soort knelpunten in Amsterdam. Ons streven is om jaarlijks een aantal van die knelpunten op te heffen. Er is geld beschikbaar om passages aan te leggen: geen grote ecoducten maar kleinschalige oplossingen. Bijvoorbeeld zes eekhoornbruggen (van boom naar boom) over drukke straten in Buitenveldert, waar veel eekhoorns werden doodgereden. Nu kunnen de eekhoorns hoog boven de weg van het Amsterdamse Bos naar het Amstelpark. En binnenkort maken we een passage onder de weg waardoor ringslangen veilig kunnen oversteken van het Diemerbos naar het talud dat ik net noemde. Ook zijn er sinds kort drie fup’s (fauna-uitstapplaatsen) in het Amsterdam-Rijnkanaal. Dat is een hellingbaantje waardoor een dier dat naar de overkant zwemt eruit kan. Want we vonden op die plekken veel verdronken reeën. Op andere plaatsen in het land blijken deze fup’s al succesvol. Dus bij nieuwe verbindingen, zoals de bruggen bij de verbreding van de A1 en A9, leggen we ze standaard aan.”
Je werk bij de gemeente komt dus eigenlijk voort uit dat ambitieuze project begin jaren negentig? “Zoiets ja. Ik ben nu ecoloog bij de gemeente Amsterdam, verantwoordelijk voor de ecologische structuur en de ecologische visie.” Ecologische structuur… vertel daar eens over. “De stad is opgebouwd met het idee dat elke Amsterdammer binnen tien, vijftien minuten in het groen kan zijn. Dat begon met het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934, bedacht door planologen. Vanuit het centrum zijn er uitbreidingen: Zuidoost, Amstelveen, Geuzenveld, et cetera, dat noem je de lobben. Daartussen liggen groene scheggen: de Amstelscheg, Diemerscheg, het Amsterdamse Bos, de Tuinen van West, de Brettenzone, die steken als groene vingers diep de stad in. En er zijn groene verbindingen tússen die vingers. Spoorbanen zijn bijvoorbeeld belangrijke
Geert Timmermans
Wat is je mooiste natuurervaring in de stad? “Wat ik recent een hele ontroerende en indrukwekkende ervaring vond, gaat over de aal (paling). Dat is een mysterieus beest. Als ze volwassen zijn trekken ze van hier naar de Sargassozee. Eerst worden ze moddervet, de oogjes worden kleiner, ze eten niet meer, de organen worden kleiner. Dan zwemmen ze zesduizend kilometer, duiken een trog in, drie, vier kilometer diep, en paren. Men heeft nog nooit gezien hoe die paring plaatsvindt.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
15
Op gegeven moment zweven er larven omhoog. Zo’n larve gaat met de zeestroom naar het Europese continent. In de twee jaar dat hij onderweg is, verandert hij van een larve in een glasaaltje, een klein beestje, helemaal doorzichtig. Het laatste deel van de reis kan hij zwemmen. Hier in Nederland duiken ze ergens een rivier of kanaal in om groot te worden. Na tien jaar vertrekken ze weer naar de Sargassozee, planten zich voort en sterven. Nou zijn wij bezig met vispassages, zodat vissen makkelijker langs sluizen en dijken kunnen trekken. Bij Gemaal Halfweg hebben we een grote doorgang gemaakt: een pijp onder de dijk, van het IJ naar de Ringvaart en de oude trekvaart. Dan wil je weten of het werkt, je investering. Op gegeven moment zwom daar de glasaal massaal doorheen. Dat die dan door jouw passage zwemmen, die je mee hebt helpen maken, en dat ze zo onder je voeten doorzwemmen, dat vond ik heel bijzonder. Een ontroerend moment. Die beesten doen het al miljoenen jaren en als je een passage aanlegt, maken ze er meteen gebruik van. Magisch. Het begint half april, die intrek van de glasaal. Als je daar 's avonds met een zaklamp gaat staan, dan kan je ze zien.”
Het Amsterdamse Beestenboek (2015), Anneke Blokker, Auke Brouwer, Remco Daalder, Geert Timmermans, ISBN: 9789059374065, prijs: € 19,99 Haring in het IJ is niet meer nieuw te verkrijgen, maar wel tweedehands op internet, prijs ca. € 8,- tot € 15,-
‘Amsterdam Wildlife’ toont spectaculaire stadsbeelden Maddie Bartels Buiten is het een miezerige oktoberdag. In het café van Vondelpark3 (in het Paviljoen, na het vertrek van het Filmmuseum) is het donker. Als ik binnenkom zit Martin Melchers al met een vrolijk gezicht op mij te wachten. Hij heeft alle reden tot tevredenheid. De tweede film over stadsnatuur van Amsterdam, die hij samen met Merel Westrik maakte is immers klaar. Het blijkt het eerste vraaggesprek te worden met Martin over de film. Maar veel vragen hoef ik niet te stellen, want hij is een enthousiast en smakelijk verteller.
Amsterdam Wildlife Op zondagochtend 27 september werd de documentaire Amsterdam Wildlife voor het eerst vertoond in het Tuschinsky theater. De grote zaal zat vol met genodigden, die de (stads) natuur een warm hart toedragen. Velen hadden het filmproject financieel gesteund, als bescheiden donateur of meer zakelijke sponsor. Daarnaast maakte veel belangeloze medewerking in natura het mogelijk dat de film tot stand kwam met het bescheiden budget van € 15.000,-. De documentaire werd met groot enthousiasme ontvangen.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
16
Stadsnatuur in de belangstelling Er is op het moment een ware explosie te bespeuren van nieuwe Nederlandse documentaires, artikelen en boeken over stadsnatuur. Er wordt gewerkt aan de ambitieuze film De Wilde Stad, die in 2017 uitkomt. Het wordt de derde film in de serie kassuccessen, waarvan de De Nieuwe Wildernis de eerste was. Dit jaar kwam Holland, Natuur in de Delta uit, volgens Trouw met een budget van 1.800.000 euro. Het Amsterdams Beestenboek verscheen ook dit jaar: een aanstekelijke gids over stadsdieren (zie bespreking elders in dit blad). En met het recente boekje Wandelen buiten de binnenstad van Amsterdam is kennismaken met de natuur in minder bekende stadsdelen een waar genoegen. Samenwerking Martin Melchers over hoe het begon: “In 1992 was ik de eerste stadsecoloog van de gemeente Amsterdam met kennis over de wilde natuur van de stad. Daarmee was ik vanzelfsprekend voor mijn collega's (Peter Kollee, Johan van Zoest, Auke Brouwer en Jan van Dijk) ook de eerste voorlichter over de Amsterdamse wildernis.” Merel Westrik was lange tijd verslaggeefster bij AT5 en zij was erg betrokken bij de stadsnatuur. Samen maakten zij sinds 2002 journalistieke natuurfilmpjes voor de TV in de stad, zoals van een haas die op raadselachtige wijze in een schoenenwinkel in de Kalverstraat belandde. Ze kwamen op de meest curieuze plekken, lagen vaak uren te wachten in een bosje, kropen langs een dijk of door een sloot om dieren te spotten. “Dat gaf een bijzondere band en die is gebleven.”, aldus Melchers, “Ik ben voor Merel vriend, vader en door de leeftijd misschien ook nog grootvader tegelijk. Wij vullen elkaar goed aan en leren van elkaar. Er gaat heel veel tijd in zitten, maar we doen het voor de lol. En als een van de twee iets niet wil gaat het niet door. De film is een persoonlijk inkijkje in wat we hebben meegemaakt in de natuur.” Honderden uren filmmateriaal heeft het duo in die jaren geproduceerd. Dit grotendeels nog op banden vastgelegd materiaal vormde de basis voor de documentaire Haring in het IJ, die zij ter gelegenheid van de pensionering van Martin als stadsecoloog in 2009 maakten. Merel is inmiddels overgestapt naar RTL, maar haar passie voor de Amsterdamse natuur is gebleven. 24 uur wilde stadsnatuur In Amsterdam Wildlife krijgen we het dierenleven in de stad te zien, dat 24 uur doorgaat. In de drukte blijkt er meer ruimte te zijn voor wilde natuur dan je zou verwachten. We kijken er vanuit verschillende perspectieven naar. Zo wanen we ons een vliegende duif, die op de stad neerkijkt. Spectaculaire beelden,
waarvoor drones werden gebruikt. We worden getrakteerd op schitterende, kleurige close ups van vissen, exotische kreeften en ringslangen, die we in en bij het water in de stad kunnen tegenkomen.
Martin Melchers en Merel Westrik (bron: Martijn de Jonge)
Dieren blijken op slimme manieren in de stad te kunnen (over)leven. Zo zien we een kolonie visdiefjes hun eieren uitbroeden en de jongen voeren op een plat dak. Zij zitten daar veilig en onbereikbaar voor vijanden, zoals vossen. Een vrij lange scene geeft een aandoenlijk beeld van een familie visdief. Steeds opnieuw als pappa (of is het mama?) met een hapje arriveert komt het jong krijsend onder de vleugels van zijn (andere) ouder vandaan. Juist dit herhalen geeft een extra dimensie aan deze scene. De toegewijde ouders kunnen niet anders dan steeds maar weer nieuwe hapjes manoeuvreren in het onverzadigbare bekje. “Wij vroegen ons af of deze scene niet te lang zou zijn. De meningen daarover lopen nogal uiteen. Je doet het eigenlijk nooit goed.”, zegt Martin. “Planten zijn er overigens een beetje bekaaid vanaf gekomen. Merel vindt ze te statisch. Zij wil liever beweeglijke dieren volgen.” De film besteedt veel aandacht aan het feit dat er nogal wat uitheemse soorten Amsterdam binnendringen en vaak ingeburgerd raken. Melchers pleit voor acceptatie van veranderingen: “Opwarming van het klimaat biedt kansen voor nieuwe soorten. Dat daardoor andere worden verdrongen is nou eenmaal niet anders. Het is net zoals bij ons mensen. Niets blijft zoals het is.”
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
17
Het proces “ik houd van fotograferen en filmen, maar het gaat wel erg snel met de technische ontwikkelingen. Mijn mooie, dure camera van een paar jaar geleden kan nu eigenlijk al niet meer, vinden de jonge collega’s”, verzucht Martin. Dus gingen de filmers met hun tijd mee en gebruikten nieuwe waterproof en schokvrije GoPro camera’s, die via wifi ook op afstand te bedienen zijn. Daarmee konden de meest extreme situaties worden vastgelegd. Maar dieren zijn niet te regisseren. Het vergt dan ook eindeloos veel geduld, trial and error en geploeter om het toestel zo op te stellen dat de dieren goed in de kijker komen. Met veel gevoel voor humor hebben de filmers ons deelgenoot gemaakt van mislukte pogingen. Een ijsvogel die niet of helemaal verkeerd in beeld komt omdat hij niet op het verwachte paaltje gaat zitten; een jonge vos die over de draaiende camera heen loopt, er aan snuffelt en er zelfs op poept. Fluisterend commentaar van de makers draagt bij aan het hilarisch effect. “We hebben eigenlijk niet veel gepland.”, zegt Martin met een zekere (paradoxaal aandoende) trots. “De montage van de film was pas vlak voor de vertoning klaar. We hebben er wel voor moeten zorgen dat alles zakelijk netjes is geregeld, zoals het gebruik van rechtenvrije muziek. Mijn zoon maakte trouwens drie stukjes muziek voor de film.” Komt dat zien Deze prachtige en leerzame documentaire verdient het om door veel mensen te worden gezien. “Alle Amsterdamse scholen zouden er een DVD van moeten hebben,” vindt Melchers, “maar de uitwerking van dit voorstel is door de gemeente helaas niet opgepakt. Op het moment wordt de film voornamelijk in buurthuizen en bij verenigingen getoond.” Er zijn inmiddels wat verbeteringen aangebracht en Engelse ondertiteling. Op 5 december om 11 uur is in Eye de publiekspremière van Amsterdam Wildlife. Het is de bedoeling dat de film begin volgend jaar in meer bioscopen gaat draaien. In een later stadium zal de televisie hem uitzenden. Komt dat zien! De DVD van Amsterdam Wildlife’ kost 9.95 euro en is verkrijgbaar bij: ● Bezoekerscentrum in het Amsterdamse Bos ● Stadsarchief aan de Vijzelstraat ● Filmmuseum Eye
Een wandeling door de stad van 227 kilometer Maddie Bartels “Amsterdam is een heerlijke stad om te verlaten en áán te komen.” schreef Simon Carmiggelt. Als je dit verlaten en aankomen al wandelend wilt uitvoeren, kun je veel profijt hebben van de pas verschenen gids Wandelen buiten de binnenstad van Amsterdam. Hierin wordt er een langeafstandswandeling van maar liefst 227 kilometer beschreven, die als één grote spaghettisliert Amsterdam in en uit meandert. De lengte van een half Pieterpad, maar dan kronkelend over slechts enkele tientallen vierkante kilometers. De wandeling is ingedeeld in 14 aaneensluitende, maar afzonderlijk beschreven etappes, variërend van 12 tot 22 kilometer lang. Ze leiden je in alle windrichtingen de stad in en uit, langs plantsoenen, parken en pleinen; via hofjes, grachten en straten; door karakteristieke woonwijken of industrieterreinen; langs oevers en dijken. Alex Buis, de samensteller: “Ik ontdekte dat wandelen in de stad eigenlijk afwisselender is dan een tochtje door Drenthe. Die velden en bossen kunnen soms zo eindeloos zijn, maar in de stad hoef je maar een hoekje om te slaan of je wordt weer getroffen door een imposante kerk, of je staat ineens in een postzegelmoeras.” Het is een fraai uitgegeven kleurige gids geworden. Heldere routebeschrijvingen, duidelijke kaartjes, gevarieerde foto’s en illustraties en interessante teksten over bezienswaardigheden onderweg. De opgenomen informatie over het openbaar vervoer is ook erg praktisch. Er is en mooie balans tussen aandacht voor historie, architectuur en vooral ook voor de natuur. Je moet natuurlijk wel van wandelen houden en het juist leuk vinden om een eind om te lopen als je van A naar B gaat. Maar de nieuwsgierige omwandelaar wordt zeker beloond.
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
18
Je te voet verplaatsen is misschien wel de beste en leukste manier om de omgeving te ontdekken. Alex Buis, Wandelen buiten de binnenstad van Amsterdam Uitgave: Gegarandeerd Onregelmatig (2015).
Bomencursus
Opgave en kosten: Opgave bij Joost van der Horst, bij voorkeur via mail:
[email protected], of 0612035201. De cursus kost € 55,- voor leden/donateurs en € 65,- voor niet-leden. Dit bedrag kan overgemaakt worden op bankrekeningnummer NL81INGB 0004740601 t.n.v. IVN Amsterdam o.v.v. ‘Bomencursus’.
IVN excursies en activiteiten
in en rond Amsterdam
Bomen van de winter naar het voorjaar. Een cursus bedoeld voor iedereen die bomen (beter) wil leren kennen en begrijpen. We maken ze mee van ‘koud kaal en grauw’ naar ‘sappig fleurig en groen’. Van januari tot half juni vier lesavonden, vijf excursies en een spannend ‘eindexamen’ in het Amstelpark, afgerond met een gezamenlijke lunch! Zoveel mogelijk het seizoen volgend komen aan de orde: ● Algemene kennis van loofbomen coniferen en het bos. ● Groei, bouw en fysiologie. ● Herkennen van de belangrijkste inheemse soorten aan o.a. winterkenmerken en silhouet. ● Bladvormen, bloei, bestuiving en extra aandacht voor katjes. ● En een vragenuurtje voor alles wat we anders zouden vergeten. Data en locatie: 4 theorielessen op dinsdagavond van 19.30 tot 21.45 uur op 26 januari, 23 februari, 5 april en 24 mei in de Rietschuur in het Amstelpark 5 excursies en één eindexamen op zaterdagochtend van 10.30 tot 12.30 uur op 30 januari, 27 februari, 9 april, 14 mei, 28 mei en 11 juni in het Amsterdamse bos, Frankendael, Beatrixpark, Nieuwe Ooster begraafplaats, Kasteel Groeneveld en het Amstelpark. Docenten: Gert Snoei in nauwe samenwerking met Annie Oude Avenhuis en Yvon Kraaijeveld
IVN publieksexcursies worden gegeven door ervaren natuurgidsen, zowel voor leden als nietleden. Amsterdammers ontdekken op deze manier vaak onbekende kanten van de stadsnatuur dichtbij huis. Gratis deelname. Vrijwillige bijdrage welkom. Voor meer informatie kijk op www.ivn.nl/amsterdam of neem contact op met de excursieleider. Aanmelden is niet verplicht, maar wel praktisch. Het is raadzaam om voor elke excursie even te informeren of deze doorgaat. Dan komt u niet voor niets. IVN geeft ook excursies op maat voor bedrijf, school of familie uitje. Kosten € 75,- per excursie. Info: 06-29208182 of mail:
[email protected]. = Tijd - = Start - = Info
- Januari Zondag 3 januari
Beatrixpark: Winterkenmerken De natuur lijkt nu volledig in winterslaap te zijn... of houdt ze alleen maar even de adem in voor het nieuwe seizoen? Op deze wandeling gaan we loofbomen herkennen als ze niet in blad staan. En misschien zien we ook al winterbloeiers. 14.00–15.30 uur Parkingang Diepenbrockstraat, tegenover de Herman Gorterstraat Henk Wolters, 020-6644506,
[email protected]
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
19
- Februari-
Zondag 17 januari
Planten op Oostelijke Eilanden
Zondag 7 februari
Beatrixpark: de dagen lengen Nog steeds is het volop winter, maar de dagen gaan al wat lengen en er komt een beetje leven in de brouwerij. Vaak meer dan menigeen denkt. We gaan kijken welke verrassingen het park voor ons heeft. 14.00-15.30 uur Parkingang Diepenbrockstraat, tegenover de Herman Gorterstraat Henk Wolters, 020-6644506,
[email protected] Zaterdag 20 februari
Seizoenswandeling in Zuidoost Een winterse natuurexcursie langs de Kattenburgervaart, de Marinierskade en de Dijkgracht. Welke planten bloeien er nog midden in de winter en welke dieren vinden we nog in de stad. Wist u bijvoorbeeld dat er beren zitten langs de Kattenburgervaart? 14.00-15.30 uur Kippebrug, Kattenburgervaart/Wittenburgerkade. Arend Wakker, 020-4191412,
[email protected] Vrijdag 29 januari
Bomen in park Frankendael De natuur is in rust. Ook als een boom geen blad meer heeft zijn er allerlei kenmerken waaraan je de soort kunt herkennen. Knoppen, stam en vorm zijn juist nu goed te zien. In Frankendael staan veel soorten bomen. We gaan ze samen met een boomspecialist bekijken. 10.30-12.00 uur Huize Frankendael op de Middenweg Gert Snoei,
[email protected], 0610683729 (alleen te bellen op excursiedag)
Een heerlijke wandeling rond de Gaasperplas of de Riethoek. Hoewel het nog winter is speuren we onderweg naar tekenen van de lente. In principe is dit een wandeling bedoeld voor 50 plussers, maar als je nog geen 50 bent mag je best mee! 9.30–11.30 uur Start bij de seniorenwoongroep Anand Joti, Mijehof 4, Amsterdam Zuidoost (Holendrecht) Karine Klappe,
[email protected], 0627536797 Zondag 21 februari
Amstelpark: schuivende knoppen Boomknoppen die uitlopen noem je schuivende knoppen. Sommige bomen bloeien al vroeg en verspreiden stuifmeel. We kijken of er al geschoven en gestoven wordt. 13.00-14.30 uur Hoofdingang Amstelpark, Europaboulevard Gert Snoei,
[email protected], 06 10683729 (alleen te bellen op excursiedag) Zondag 28 februari
Sarphatipark: op stadssafari
Zaterdag 30 januari
Geschiedenis van het Flevopark
Dit park in Amsterdam Oost is ontworpen en aangelegd voor de Tweede Wereldoorlog. Goos van der Seijde van de Vereniging Vrienden van het Flevopark zal in het kort iets over het park vertellen, waarna we op pad gaan met IVN-gids Gert Snoei om winterkenmerken van de bomen in het park te ontdekken. 11.00-12.30 uur voor het Flevoparkbad (zwembad) Jikke Veltman,
[email protected], Gert Snoei,
[email protected], 06-10683729 (alleen te bellen op excursiedag)
We gaan in het Sarphatipark op jacht naar klein en groot wild! We zoeken dieren en diersporen van vliegend, klimmend, kleumend, gravend en bedelend wild. Het park is vanmiddag onze Urban Jungle. Camouflagekleding, kijker en zachte zolen zijn aanbevolen, maar het geweer kan thuis gelaten worden. 14.00-15.30 uur Sarphatipark bij het standbeeld/monument. Arend Wakker, 020-4191412,
[email protected]
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
20
- MaartZondag 6 maart
Bladontluiking in het Beatrixpark De lente is nu echt begonnen. De knoppen zijn goed aan het uitlopen en er verschijnen steeds meer blaadjes en bloemen. In het park is hier heel veel van te zien. 14.00-15.30 uur Parkingang Diepenbrockstraat, tegenover de Herman Gorterstraat Henk Wolters, 020-6644506,
[email protected] Zondag 6 maart (Fietsexcursie)
Ganzenexcursie in Waterland De jaarlijkse IVN Ganzenexcursie in Waterland. Welke ganzen zien we, welke vertrekken binnenkort, welke blijven en wat zijn de gevolgen en de overlast van niet meer wegtrekkende ganzen voor de boeren in het Waterland? Onderweg bezoeken we een boerderij en discussiëren we over het ganzenprobleem. Neem een verrekijker mee!. 10.00-14.00 uur Kruising Liergouw en Zuiderzeeweg, Amsterdam-Noord Vooraf opgeven gewenst! Maarten Hoeve, 06-22569569,
[email protected] Zondag 13 maart
Rondwandeling park Vrije Geer De Vrije Geer is en bijzonder gebied. Het is één van de twee niet-uitgeveende poldertjes in Amsterdam. De lente komt eraan en dat gaan we bekijken! 11.00–12.30 uur Zuidingang Natuurpark Vrije Geer, bij het informatiepaneel aan de weg Vrije Geer, tussen Ditlaar en de Osdorperweg Juultje Joosten en Ineke Deckers,
[email protected] Zondag 20 maart
Westerpark: de Lente is gekomen!
Als we aan de excursie beginnen is de Lente al 5 uur oud. We gaan het beleven. Kijken naar alles wat uitkomt, al wat groeit en bloeit. • 11.00-12.30 uur verzamelen op het plein voor het voormalig stadsdeelkantoor Westerpark Gert Snoei,
[email protected], 0610683729 (alleen te bellen op excursiedag) Zaterdag 26 maart (Fietsexcursie)
Vogelexcursie Landje van Geijsel Bestaat het landje van boer Geijsel nog? We hopen het! En als het nog bestaat kunnen we honderden trekvogels zien, elke lente weer een spektakel. Voor de 'net niet meer beginnende' vogelliefhebber. 10.00-14.00 uur Bij aanmelding hoort u het startpunt. Aanmelden en informatie bij Ruth Bolt,
[email protected]
Kinderactiviteiten Voor kinderen in de basisschoolleeftijd (vanaf 7 jaar) heeft IVN Amsterdam, in samenwerking met de Jeugdvogelclub van de Vogelwerkgroep Amsterdam, een aantal leuke en spannende vogelexcursies georganiseerd. Zondag 17 januari
Vogels kijken in Waterland Welke vogels overwinteren in Waterland? We gaan kijken naar verschillende soorten ganzen en eenden. En misschien zien we ook goudplevieren, kieviten en wulpen. Je kan een verrekijker lenen, en om de vogels nog beter te zien kan je om de beurt door de telescoop kijken. Op een vogelkaart kun je aantekenen welke vogels je gezien hebt. 14.00-15.30 uur Bij aanmelding hoor je waar wij verzamelen Voor kinderen vanaf 7 jaar en hun ouders. Aanmelding verplicht bij Annelies de Kleyn, zie www.vogelsamsterdam.nl/jeugd Vrijdagavond 12 februari
Een spannende boswandeling We gaan op stap met uilenman Arend de Jong. Hij kan het geluid van bosuilen nadoen. De uilenmannetjes denken dan dat er een vreemde bosuil in het bos zit en komen dichterbij om hem weg te jagen. Want elk bosuilenmannetje heeft zijn eigen gebiedje voor hem, zijn vrouwtje en hun jongen. Daar mogen geen andere bosuilen komen want alle muizen in dat gebied zijn voor zijn gezin. 19.00-20.30 uur Bij aanmelding hoor je waar wij verzamelen Voor kinderen vanaf 7 jaar en hun ouders. Aanmelding verplicht bij Annelies de Kleyn, zie www.vogelsamsterdam.nl/jeugd Zondag 6 maart
Vogels op het Landje van Geijsel De lente is in aantocht! Veel vogels komen terug uit het zuiden waar ze overwinterd hebben. Ze zijn moe en hongerig van hun lange reis en komen bij op het Landje van Geijsel, iets ten zuiden van Ouderkerk aan de Amstel. Voor steltlopers en eenden is dit een heerlijke plek om aan te sterken, voordat ze verder vliegen naar het noorden of een plekje zoeken in Nederland om te gaan broeden. Samen met Mark Kuiper gaan we de vogels bekijken. Je kan een verrekijker lenen en om de beurt mag je door onze telescopen kijken. Op een vogelkaart kruis je aan welke vogels je gezien en gehoord hebt. 11.00-12.30 uur Bij aanmelding hoor je waar wij verzamelen Voor kinderen vanaf 7 jaar en hun ouders. Aanmelding verplicht bij Annelies de Kleyn, zie www.vogelsamsterdam.nl/jeugd
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
21
Zondag 20 maart
zondag 13 maart 2016
In de lente zingen de vogels. Waarom eigenlijk? En is het moeilijk om vogels te herkennen aan hun zang? Om dat te leren is het nu een handige tijd. De meeste zangvogels zijn nog niet terug uit het zuiden. We horen daarom nu de zang van een beperkt aantal vogels. Die zijn nog best uit elkaar te houden, dus die gaan we leren! Maar we gaan natuurlijk ook goed kijken hoe ze eruit zien. Je mag een verrekijker lenen. Op een vogelkaart kan je aankruisen welke vogels je hebt gezien en gehoord 10.00-11.30 uur Bij aanmelding hoor je waar wij verzamelen Voor kinderen vanaf 7 jaar en hun ouders. Aanmelding verplicht bij Annelies de Kleyn, zie www.vogelsamsterdam.nl/jeugd
Dit keer staat het Vogeleiland op het excursie programma. Het vogeleiland wordt door de gidsen bestempeld als "geheime tuin". Dit midden in het bos gelegen gebied is een heel spannend stukje Amsterdamse bos. Vertrek: 10.00 uur vanaf de Parkeerplaats Groot kinderbad Kosten: geen Aanmelden: niet nodig
Vogels kijken in park Frankendael
Activiteiten IVN Amstelveen zondag 13 december 2015
Natuurexcursie door De Braak
Natuurgidsen van IVN Amstelveen nemen in mee op excursie De Braak. We gaan vooral kijken hoe planten en dieren kunnen overleven in de winter. Vertrek: 10.00 uur ingang Amstelveenseweg, naast nr 204. Bij de banpaal Kosten: geen Aanmelden: niet nodig zondag 10 januari 2016
Natuurexcursie door de Middelpolder
De jaarlijkse januari natuurexcursie gaat ook dit jaar door de Middelpolder. Elk jaar is het en verrassing wat de weergoden voor ons in petto hebben. Wordt het een prachtige januari dag met een wandeling door de sneeuw? Wie weet. Vertrek: 10.00 uur vanaf De Arc, Jeanne 'd Arclaan 8, Amstelveen Kosten: geen Aanmelden: niet nodig zondag 14 februari 2016
Natuurexcursie door De Braak
Natuurgidsen van IVN Amstelveen nemen je graag mee op deze excursie door De Braak. Dit keer krijgen vooral de in het park staande bomen aandacht. Vertrek: 10.00 uur ingang Amstelveenseweg, naast nr 204. Bij de banpaal Kosten: geen Aanmelden: niet nodig zondag 21 februari 2016
Natuurexcursie de Noordelijke Oeverlanden van het Nieuwe Meer
IVN Amstelveen organiseert dit jaar ook een aantal excursies buiten Amstelveen. Deze zijn in gebieden die Natuurgidsencursus in opleiding hebben gemonitoord. Vandaag gaan we naar de Noordelijke Oeverlanden van het Nieuwe Meer. Ga je mee? Vertrek: 10.00 uur Verzamelen: Ingang Landschapspark "De Oeverlanden".
Natuurexcursie over het Vogeleiland
Activiteiten KNNV Amsterdam Uitgebreide informatie op www.knnv.nl/amsterdam Zaterdag 12 december
J. Walters, Amsterdamse natuuronderzoeker
Lezing door Martin Melchers 20.00 uur De Nieuwe Ooster begraafplaats Donderdag 17 december
Amsterdamse Waterleidingduinen Excursie o.l.v. Ria Simon 11.00 uur bushalte Waterleiding Zandvoort Zaterdag 30 januari 2016
Winter in heempark De Braak
Excursie o.l.v. Ria Simon 11.00 uur hoek Amsterdamseweg / Prins Bernhardlaan Zaterdag 6 februari
Zee- en kustvogels IJmuiden Excursie o.l.v. Evert Pellenkroft 10.00 uur eindhalte bus 82 IJmuiden Zaterdag 13 februari
De gierzwaluw
Lezing door Gert de Jong & Koen Wolters 20.00 uur De Nieuwe Ooster begraafplaats Zaterdag 5 maart
Amstelland
Fietsexcursie o.l.v. Finette van der Heide 13.30 uur café Vrijdag hoek Vrijheidslaan en Amsteldijk Zaterdag 26 maart
Stinsenplanten in de Haarlemmer Hout Excursie o.l.v. Ria Simon 10.30 bushalte Tempelierstraat Haarlem
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
22
Verenigingsgegevens
Zoals het huishoudelijk reglement van het IVN bepaalt, dienen (huisgenoot)leden hun lidmaatschap minimaal 6 weken voor het einde van het kalenderjaar op te zeggen. (artikel 1 lid 5).
Actief lid: €.19,00 per kalenderjaar Huisgenootlid: € 3,00 per kalenderjaar Donateur: € 17,00 per kalenderjaar Met Stadspas krijgt u € 2,00 korting
Wat houdt lid, huisgenootlid en donateur in?
Een lid wil actief deelnemen aan het afdelingswerk en krijgt: 4x per jaar het afdelingsblad ‘de Groenbewuste Amsterdammer’; het landelijke kwartaalblad ‘Mens en Natuur’; reductie op IVN-cursussen; stemrecht op de algemene ledenvergadering; aanvullende WA-verzekering (schade aan derden) tijdens begeleiding van IVN-activiteiten; korting bij activiteiten van andere IVN-afdelingen. Als u huisgenootlid wordt, betaalt u minder maar krijgt geen post toegestuurd. U hebt verder dezelfde privileges als een gewoon lid. Als donateur steunt u de afdeling Amsterdam en krijgt u: 4x per jaar het afdelingsblad ‘de Groenbewuste Amsterdammer’; reductie op IVN-cursussen; korting bij aanschaf van een aantal artikelen bij de IVN-winkel.
Bestuur:
Voorzitter Secretaris Penningmeester ad interim Cluster Interne activiteiten Cluster Rietschuur Cluster Communicatie Cluster Publieksactiviteiten
Vacature Nico Groos Ben de Graaf Ruth Bolt Margreet Zichkardt Paul de Dooij Arend Wakker
Voor aanmeldingen van juli t/m september geldt dat maar de helft van de contributie hoeft te worden overgemaakt. Indien een aanmelding na september binnenkomt, betaalt men de contributie met ingang van het volgende jaar. Doorgeven wijzigingen: Ledenadministratie IVN Amsterdam Riek Somsen V T. van Serooskerkenstraat 5 1391 EN Abcoude - 06-46076279
[email protected]
020-7850123 06-17038035 06-40777779 06-14159611 020-4191412
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Contactadres secretariaat:
IVN Amsterdam, Pieter Nieuwlandstraat 81 B, 1093 XN Amsterdam, 020-7850123,
[email protected]
Verenigingsinformatie: ING Bankrekening Ledenadministratie Informatiecentrum De Rietschuur Parkwacht Amstelpark Webmaster
Werkgroepen:
NL81 INGB 0004 7406 01 t.n.v. IVN Amsterdam Riek Somsen V T. van Serooskerkenstraat 5 - 1391 EN Abcoude 06-46076279 -
[email protected] Naast Stadsboerderij de Amsteldieren p/a Amstelpark 22 - 1083 HZ Amsterdam Voor navigatie/tomtom: A.J. Ernststraat 1 020-6444216 of 06-22075058 Vacature
Cluster Publieksactiviteiten Coördinator: bestuurslid Cursussen (organiseren) Joost van der Horst Excursies op aanvraag Diana Straten Excursies regulier Joke van der Boon Kinderactiviteiten Vacature Cluster Communicatie Coördinator: bestuurslid Groene Routes Ineke Deckers Informatiemarkten Vacature PR en communicatie Paul de Dooij Redactie GBA Nico Groos Cluster Rietschuur Coördinator: bestuurslid Balie/info-centrum Vacature Tentoonstellingen Vacature (Balie, Rooster, Tentoonstellingen, Kinderactiviteiten) Cluster Interne Zaken Coördinator: bestuurslid (Vrijwilligersbeleid, Activiteiten voor leden) Overige werkgroepen / moestuinen Werkgroep Diemen Carry Pot Prinses op de erwt Markus Schmidt Sweetgrass in de Polder Rowin Snijder De Harmonie Sara Wessemius
Arend Wakker 06-12035201 06-29208182 020-6112121 Paul de Dooij 06-10732443
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
06-14159611
[email protected] 020-7850123
[email protected] Margreet Zickhardt
Ruth Bolt 020-6902283 020-6812777
Groenbewuste Amsterdammer - Jaargang 35 - Winter 2015
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
23
Indien onbestelbaar retour: IVN Amsterdam, Pieter Nieuwlandstraat 81 B, 1093 XN Amsterdam
www.ivn.nl/amsterdam