Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
De financiële situatie van de Waalse OCMW’s
Voor de Waalse OCMW’s komen uit de budgetten 2013 en de rekeningen 2012 de volgende grote trends in de evolutie globaal naar voren:
→
De uitgaven nemen significant toe (+4,3 %) als gevolg van de stijging van het aantal begunstigden van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI), met een jaarlijkse groei van 4 % over de periode 2008-2012. De personeelsuitgaven nemen het leeuwendeel voor hun rekening (46,6 %) en ondervinden de eerste gevolgen van de hervorming van de pensioenen van het statutair personeel door de hogere bijdragepercentages. Het uitgekeerde leefloon, dat maar gedeeltelijk wordt terugbetaald door de hogere overheid (gemiddeld 69 %), in combinatie met de stijging van het aantal begunstigden RMI, maakt dat de tekorten van de OCMW’s nog groter worden. De inspanning van de OCMW’s neemt toe om de steun in de vorm van een leefloon zoveel mogelijk te koppelen aan de activering van de begunstigden op de arbeidsmarkt (+7,3 % van de steun door activering op de rekeningen over 2012 en +4,8 % op het budget van 2013). De toename van de steunverlening aan oudere personen tegen de achtergrond van de vergrijzing van de bevolking. Een bijdrage van de gemeente als belangrijkste financieringsbron van het OCMW, d.w.z. 22,5 % van de totale gewone ontvangsten voor het eigen dienstjaar. Een duidelijke terugval van de investeringen op het budget 2013 in vergelijking met vorige jaren en het significante aandeel van de activiteit rusthuizen en rvt (49,9 %). Een negatief saldo eigen dienstjaar dat nog verder verslechtert in 2013. Het tekort van de OCMW’s (vóór de tegemoetkoming van de gemeente) zou toenemen met 6 EUR per inwoner tot 130 EUR per inwoner in 2013. Een schuldenniveau van gemiddeld 153 EUR per inwoner.
21
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
1. Sociaaleconomische context De Waalse OCMW’s krijgen te maken met een moeilijk klimaat, dat het gevolg is van de financiële en de econo mische crisis, alsook van de steeds groter wordende saneringsinspanningen die wegen op de overheids financiën. Uit heel wat regionale analyses en statistieken blijken volgende sociaaleconomische evoluties: De vergrijzing van de bevolking zal OCMW’s hun dienstenaanbod verder doen afstemmen op ouderen Net als de meeste ontwikkelde landen zit België volop in een demografische overgangsfase, met als kenmerk een combinatie van een afnemend vruchtbaarheidscijfer en een veel hogere levensverwachting. De nieuwe demografische prognoses van het Planbureau gaan uit van een aangroei van de Waalse bevolking van 3,6 miljoen in 2012 tot 4,3 miljoen in 2060 (+21,4 %). Tegelijk vindt er ook een verschuiving plaats van de concentratie van de bevolking naar de hoogste leeftijdscategorieën, waarbij 65-jarigen en ouder een aandeel van 25,9 % zullen vertegenwoordigen. Binnen deze groep van ouderen zal maar liefst 38,6 % 80 jaar zijn en ouder.
Kaart 1 Intensiteit van de vergrijzing per gemeente in Wallonië (in %) – 2012
36 - 40 33 - 36 30 - 33 27 - 30 24 - 27 21 - 24
22
Met de leeftijd neemt de afhankelijkheidsgraad toe en ook de noodzaak aan aangepaste gebouwen en infra structuur, en wensen ouderen te kunnen rekenen op aanvullende thuiszorg. Bovendien zal een deel van deze leeftijdsgroep kampen met een precaire financiële situatie (voor het betalen van energie, voeding enz.). Die evolutie van het aantal ouderen betekent dat de al bestaande diensten niet alleen in stand zullen moeten worden gehouden maar ook moeten worden versterkt, en niet te verwaarlozen kosten met zich zal brengen op het vlak van sociale bijstand en voor het tot stand brengen van de aangepaste infrastructuur. Daarvoor zullen investeringen nodig zijn in de volgende domeinen: • de verblijfssector (rusthuizen/rust- en verzorgings tehuizen); • thuis blijven wonen (gezinshulp, maaltijden aan huis, thuiszorg en ondersteuning in het dagelijkse leven); • nieuwe en alternatieve opvangvormen (serviceflats, dagcentra, ondersteuning mantelzorgers …).
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
De uitdaging van de OCMW’s zal er dus in bestaan een antwoord te bieden op de verwachte demografische evolutie en tegelijkertijd rekening te houden met een veranderende institutionele context (de staatshervorming voorziet een bevoegdheidsoverdracht, onder meer op het vlak van de rusthuizen). Het financiële plaatje impliceert toenemende uitgaven voor infrastructuur-, personeels- en werkingskosten. Kaart 1 toont de coëfficiënt voor de intensiteit van de vergrijzing op gemeentelijke schaal. De intensiteit van de vergrijzing geeft het percentage van 80-jarigen en ouder aan binnen de groep van +65-jarigen en geeft zo weer welk deel van de oudere bevolking gevaar loopt haar autonomie te verliezen.
De opdracht van het OCMW om het respect voor de menselijke waardigheid te vrijwaren in het moeilijke klimaat van de financiële en economische crisis Uitgedrukt in financiële middelen waarover de gezinnen beschikken, ligt de armoededrempel op 60 % van het mediaan beschikbaar inkomen op individueel niveau. Toch is armoede in de eerste plaats een multidimensionale situatie van maatschappelijke uitsluiting, waarbij het individu er niet in slaagt toegang te krijgen tot een aantal bestaansnoodzakelijke domeinen. De studie die werd uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie1 stelt dat 15 % van de gezinnen het risico loopt op financiële armoede in 2011. Daarnaast wordt 6 % van de bevolking geconfronteerd met ernstige m ateriële noden en leeft 14 % van de mensen jonger dan 60 jaar in een huishouden met een lage arbeidsintensiteit. Wie te maken krijgt met een van deze drie risico’s (financiële armoede, ernstige materiële achterstand of lage werkintensiteit), wordt beschouwd als iemand met een risico op armoede of sociale uitsluiting voor de nieuwe Europese armoede-indicator in het kader van de strategie Europa 20202. 1 FOD Economie “Armoede en sociale uitsluiting in België” – Oktober 2012 statbel.fgov.be. 2 “De financiële uitdagingen van de gemeentelijke bestuursperiode 2013-2018” – Fiche 4 – Duurzame ontwikkeling – Tabel 2, pagina 28.
Kaart 2 Aantal begunstigden van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) (per 1 000 inwoners) – 2012
23,32 - 52,12 17,57 - 23,32 14,53 - 17,57 12,46 - 14,53 9,67 - 12,46 7,85 - 9,67 6,07 - 7,85 2,10 - 6,07
23
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
Het is in die context dat het OCMW actief is en maatschappelijke hulp verleent die zorgt voor het welzijn van elke burger. Deze steun kan diverse vormen aannemen: financiële steun onder meer via het leefloon (in het kader van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI)) maar ook materiële, medische en andere steun. Het OCMW beschikt daartoe over drie instrumenten: tewerkstelling; een leefloon; een individueel project voor maatschappelijke integratie; of een combinatie van deze instrumenten. Het OCWW gaat na welke steun het meest geschikt is voor de individuele persoon of de gezinssituatie. Kaart 2 geeft per Waalse gemeente het aantal begunstigden weer van het RMI per 1 000 inwoners. Grafiek 1 geeft de evolutie van het aantal begunstigden RMI weer dat in de loop van het jaar steun heeft ontvangen. Na een stagnering in 2010-2011, blijkt het aantal begunstigden RMI toe te nemen in 2012. De jaarlijkse gemiddelde stijging in de periode 2008-2012 bedraagt 4 % in Wallonië tegenover 2,8 % nationaal.
Grafiek 1 Evolutie van het aantal begunstigden RMI per regio – 2008-2012 80 000 75 000 70 000
Het sociaaleconomisch profiel van de gemeente waarin het OCMW actief is, kan een invloed hebben op zowel het soort van dienstverlening als op de intensiteit ervan. De Belfiusstudie “Sociaaleconomische typologie van de gemeenten”3 van 2007 brengt de gemeenten onder in categorieën (of “clusters”) en wijst op het belang van de sociaaleconomische realiteit om de financiële situatie van de gemeenten te analyseren. Criteria die een invloed hebben op het soort dienstverlening zijn het landelijke of stedelijke karakter van de gemeente, het industrieel weefsel van de gemeente, het residentiële aspect ervan enz. Deze studie wordt aangevuld met een statistische bijlage waarin een aantal aanvullende gegevens worden uitgesplitst per sociaaleconomische categorie4.
2. Gewone uitgaven De gewone uitgaven van het eigen dienstjaar die de OCMW’s voorzien in het budget 2013, bedragen per inwoner 562 EUR (zie tabel 1). Het uitgavenniveau hangt echter in grote mate af van het sociaaleconomisch profiel van de gemeente. Zo noteren de OCMW’s van woongemeenten een gemiddeld lager uitgavenniveau van 321 EUR per inwoner, terwijl de OCMW’s van de grote steden hun gemiddeld uitgavenniveau zien uitkomen op 770 EUR per inwoner.
65 000 60 000 55 000 50 000 45 000 40 000 35 000 30 000
2008 Brussel
2009
2010 Vlaanderen
2011 Wallonië
2012
Uitgavenstructuur De voornaamste rubrieken van de gewone uitgaven bieden een overzicht van de evolutie tijdens de laatste twee jaren, uitgedrukt in euro per inwoner en op basis van de economische verdeling. De uitgaven voor het eigen dienstjaar zijn toegenomen met 4,3 % in vergelijking met het jaar ervoor. Hoewel het budget voor 2013 een prognose vormt, is het toch interessant om de reëel gedane uitgaven op de rekeningen te bekijken. De O CMW’s schreven een bedrag van 513 EUR per inwoner in op de totale gewone uitgaven op basis van de beschikbare steekproef van de rekeningen 2012. Voor een constante steekproef zijn die bedragen gestegen met 6,3 % in vergelijking met de totale uitgaven van het jaar ervoor, dat is 2 % meer dan aanvankelijk voorzien in de budgetten.
3 De studie Sociaaleconomische typologie van de gemeenten van 2007 is beschikbaar op de website van Belfius Bank www.belfius.be (rubriek Public&Social/Onze Expertise/Onze studies/Themastudies) en op PubliLink, het intranet van de lokale overheden. 4 Bijlagen statistieken beschikbaar op de site www.belfius.be/onzestudies, Lokale financiën, rubriek “OCMW en politiezones”.
24
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
Steekproeven Met de medewerking van de Federatie van Waalse OCMW’s werden de financiële gegevens van de Budgetten 2013 bijeengebracht op basis van elektro nische financiële staten of SIC-bestanden die worden aangemaakt door de software eComptes1. Op basis van de beschikbare gegevens kunnen de ontvangsten- en uitgavenelementen meer in detail worden geanalyseerd. Niet minder dan 161 OCMW’s op 2532 hebben hun budget en rekening beschikbaar gesteld. Zij vertegenwoordigen 76 % van de Waalse bevolking. Omdat de aangeboden diensten van de OCMW’s onderling sterk verschillen, is het echter niet mogelijk om de ontbrekende gegevens te extrapoleren. 1 Het SIC-bestand is een elektronische versie van het “papieren” document budget rekening en balans samengebracht door de software “eComptes” van het Waalse Gewest. 2 Omdat de OCMW’s van de Duitstalige Gemeenschap geen gebruik maken van de eComptes-software zijn hun gegevens niet in de analyse opgenomen.
De sterkere toename in de rekeningen is in hoofdzaak toe te schrijven aan de overdrachten (stijging met +9,5 % in plaats van de aanvankelijk voorziene +3,9 %). Ze omvatten de uitgaven voor de sociale bijstand waarvoor er een tegemoetkoming is van de hogere overheid. We vermelden hier in het bijzonder het feit dat er, als gevolg van de crisis, meer uitgaven voor het leefloon waren dan was ingeschat bij het opstellen van de budgetten. De personeelsuitgaven vertegenwoordigen 46,6 % van de totale uitgaven voor het eigen dienstjaar (grafiek 3). Zij vormen de grootste uitgavenpost voor het budget van 2013. Met 21,5 % van de totale uitgaven vormen de overdrachten van de OCMW’s in verband met het leefloon de tweede grootste bron van uitgaven en de grootste op het vlak van de overdrachten.
Onze analyse werkt dus enkel met de samengestelde steekproef, die een hoge representativiteit heeft en toelaat de voornaamste krachtlijnen in de evolutie van de financiën van de OCMW’s af te leiden. Net omdat de situatie van elk OCMW verschilt, moet het resultaat echter voorzichtig worden geïnterpreteerd op lokaal niveau. Binnen de steekproef beschikken een zestigtal OCMW’s over minstens één rusthuis (rh) of rust- en verzorgingstehuis (rvt). De bedragen voor die activiteit (functie 8341), zowel voor ontvangsten als voor uitgaven, werden in de onderstaande analyse verwerkt. Eén paragraaf handelt specifiek over de analyse van de rh-rvt (zie verder). Overigens bevat de statistische bijlage op de website de voornaamste tabellen zonder de ontvangsten en de uitgaven voor rh-rvt.
Grafiek 2 Steekproef per categorie van gemeenten (in % van de bevolking) – Budget 2013 en rekening 2012 100 100 % 100 %
80 60
68,8 % 66,0 %
40
69,0 % 58,0 %
75,7 %
76,0 %
72,4 %
63,4 %
71,6 %
44,2 % 35,0 %
20 0
69,1 %
Woon Landelijke Gemeenten gemeenten gemeenten met een concentratie van economische activiteiten Budget
Semi Centrumstedelijke gemeenten, gemeenten zonder grote of agglosteden meratiegemeenten
Grote steden
Waals Gewest
Rekening
25
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
Tabel 1 Structuur en evolutie van de gewone uitgaven – Budget 2013 en rekening 2012 Rekening
Budget
In EUR/inw
Evolutie
In EUR/inw
Evolutie
2012
2011-2012
2013
2012-2013
235
4,5 %
262
4,9 %
46
5,0 %
55
4,9 %
Overdrachten
211
9,5 %
227
3,9 %
Toekenning van het leefloon
Personeel Werking
113
6,3 %
121
5,8 %
Van de overheid terugvorderbare sociale bijstand
30
6,2 %
33
2,5 %
Sociale bijstand door tewerkstelling
27
7,3 %
31
4,8 %
8
4,4 %
11
3,8 %
10
4,7 %
13
5,3 %
Sociale bijstand voor terugbetaling verblijfs-, vervoers-, medische kosten
5
2,7 %
7
1,3 %
Bijdrage sociale bijstand in de werkingskosten en specifieke lasten
3
-32,8 %
4
-20,6 %
Sociale bijstand voor huur en huurlasten (water, gas, elektr., verwarming) Sociale bijstand in speciën, in natura, voorschotten op prestaties
Bijdragen aan verenigingen enz.
2
6,5 %
2
-28,5 %
Overige overdrachten
13
185,2 %
5
7,4 %
Schuld
12
16,1 %
16
9,3 %
9
-17,8 %
2
-45,3 %
513
6,3 %
562
4,3 %
Overboekingen voor werkingsuitgaven Totale gewone uitgaven (eigen dienstjaar)
Grafiek 3 Structuur van de gewone uitgaven van de Waalse OCMW’s (eigen dienstjaar) – Budget 2013 Overige overdrachten 3,2 % 2,2 % Sociale bijstand in speciën, in natura, voorschotten op prestaties Sociale bijstand voor huur en huurlasten (water, gas, elektr., verwarming) 1,9 % Sociale bijstand door tewerkstelling 5,6 % Van de overheid terugvorderbare sociale bijstand 5,9 %
Toekenning van het leefloon 21,5 %
2,9 % Schuld Overboekingen 0,3 %
Personeel 46,6 %
Werking 9,8 %
Evolutie van de nettolasten en de dekkingsgraad van de Waalse OCMW’s per functionele groep (Budget 2012-2013) De nettolasten per grote functie van de gemeentebegroting worden verkregen door van de totale uitgaven van elke functie de totale ontvangsten voor diezelfde functie af te trekken. De begrotingsprioriteiten verschillen van OCMW tot OCMW en hangen af van de omvang van de gemeente, van haar stedelijk of landelijk karakter en van de aangeboden of uitbestede dienstverlening. Bovendien kan voor elk OCMW zowel het dienstenaanbod als de organisatie ervan, verschillen. Het OCMW kan diensten in eigen beheer hebben of sommige diensten via een overeenkomst toevertrouwen aan bepaalde partners. Het OCMW kan eveneens samenwerkingsverbanden aangaan met andere centra of met andere overheden om een publiekrechtelijke vereniging te vormen zoals een vereniging in het kader van “Hoofdstuk XII” van de organieke wet van 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. Die verscheidenheid in de werking van de OCMW’s heeft natuurlijk gevolgen voor de indeling en de grootte van de financiële rubrieken. De gewone ontvangsten die vermeld staan in grafiek 4 onder de rubriek “Algemeen bestuur” omvatten de gemeentedotatie, het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn en de tegemoetkomingstoelagen van de hogere overheid. Dit zijn de financieringsbronnen van algemene aard. Het gaat overwegend om nettolasten geconcentreerd bij de activiteit van de sociale bijstand5 en gecompenseerd door algemene netto-ontvangsten. De dekkingsgraad is de verhouding in procenten tussen het bedrag aan ontvangsten en het bedrag aan uitgaven van die functie (grafiek 5). De dekkingsgraad van de sociale bijstand (zonder de subfunctie rh-rvt) is de laagste van alle functies, terwijl de sociale bijstand gemeten naar het bedrag verreweg de grootste is. Een van de voornaamste componenten ervan is het leefloon, dat maar gedeeltelijk wordt terugbetaald door de hogere overheid op basis van diverse criteria. De terugbetalingsbasis bedraagt 50 % 6 maar kan worden opgetrokken bv. als gevolg van een groot aantal rechthebbenden in de gemeente, van het statuut van de rechthebbende, gelinkt aan een individueel begeleidingstraject voor maatschappelijke integratie … Aan bepaalde criteria zal men in grote steden gemakkelijker kunnen voldoen dan in kleinere gemeenten. Dat is met name het geval voor het criterium van het aantal rechthebbenden. De sociaaleconomische 5 De sociale bijstand omvat de maatschappelijke dienstverlening, de steun voor ouderen inclusief de bijpassing voor verblijf in rh-rvt hulp aan kinderen, lokale opvanginitiatieven enz. 6 Artikel 32, wet van 26 mei 2002 betreffende het Recht op Maatschappelijke Integratie.
26
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
verschillen tussen de OCMW’s kunnen groot zijn. In de OCMW’s van de woongemeenten bedraagt de dekkingsgraad 61 %, tegen 72 % in de grote steden, juist omdat die laatste categorie een veel groter aantal begunstigden telt. Personeelsuitgaven De personeelsuitgaven bedragen 262 EUR per inwoner voor het budget 2013 en omvatten de lonen van de personeelsleden van het OCMW, de werkgeversbijdragen, de sociale uitkeringen, de verplaatsingskosten en de andere geldelijke voordelen en de pensioenlasten (grafiek 6). De lonen van het personeel dat wordt tewerkgesteld door het OCMW op basis van artikel 60 vinden we terug bij de overdrachtuitgaven in de rubriek sociale en beroepsherinschakeling. Volgens de vooruitzichten van het planbureau zal de spil index voor de sociale uitkeringen en de lonen in de overheidssector, die momenteel 122,01 bedraagt (november 2013), wellicht overschreden worden in juni 2014. Bijgevolg zullen de lonen en uitkeringen waarschijnlijk stijgen met 2 %, respectievelijk in juli 2014 en augustus 2014. Diverse factoren werken de stijging van de personeelsuitgaven in de hand, zowel in de budgetten 2012-2013 (+4,9 %) als in de rekeningen 2011-2012 (+4,5 %). We vermelden hier: • de hervorming van de pensioenen van het statutair personeel, dat onder meer de eerste geleidelijke verhogingen voorziet van de bijdragen vanaf 2012 voor alle pensioenstelsels van de lokale besturen (wet van 24 oktober 2011)7; • een aanpassing van de organisatie van bepaalde diensten (in eigen beheer, via een overeenkomst of via een vereniging “Hoofdstuk XII”), wat een weerslag kan hebben op de personeelsuitgaven die rechtstreeks terug te vinden zijn in de boekhouding van het OCMW of die ten laste worden genomen door een andere structuur.
Grafiek 4 Evolutie van de nettolasten per functionele groep (in EUR/inw.) – Budget 2012 en 2013
Huisvesting (+339,3 %) Volksgezondheid (+10,4 %) Sociale en beroepsherinschakeling (+2,1 %) Gezinshulp (+2,8 %) Sociale bijstand (+3,7 %) Rh & rvt (-14,4 %) Sociale werking (+10,8 %) Algemeen bestuur (+2,5 %) -120,0 -100,0 -80,0
-60,0
2012
-40,0
-20,0
0,0
20,0
40,0
60,0
80,0
100,0
2013
Grafiek 5 Evolutie van de dekkingsgraad per functionele groep (ontvangsten in % van de uitgaven) – Budget 2012 en 2013
90 %
Huisvesting
97 %
77 % 79 %
Volksgezondheid Sociale en beroepsherinschakeling
76 % 76 %
Gezinshulp
80 % 81 % 68 % 68 %
Sociale bijstand
96 % 95 %
Rh & rvt 75 % 76 %
Sociale werking
0 % 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % 90 % 100 % 2012
2013
De loonlasten voor het personeel komen uit op 71,7 % (grafiek 6). De werkgeversbijdragen voor de RSZPPO belopen 14,8 %, terwijl de pensioenlasten voor het statutair personeel becijferd worden op 3,9 %, wat evenwel neerkomt op een stijging ten opzichte van het budget van het jaar ervoor. De impact van de hogere basisbijdragen op alle personeelsuitgaven is minder uitgesproken dan bij de gemeenten, aangezien het statutair personeel van de Waalse OCMW’s slechts 18 % vertegenwoordigt van het totaal aantal voltijdse equivalenten. Het is echter 7 Voor meer details verwijzen wij naar fiche nr. 9 “De pensioenen van de lokale ambtenaren” van het dossier “Financiële uitdagingen voor de gemeentelijke bestuursperiode (2013-2018)”.
27
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
waarschijnlijk zo dat de responsabiliseringsbijdragen (die in principe worden ingeschreven bij de uitgaven voor de vorige dienstjaren volgens de aanbevelingen van de begrotingscirculaire) nog meer financiële problemen zullen opleveren voor een aantal OCMW’s.
Grafiek 6 Uitsplitsing van de personeelsuitgaven – Budget 2013 Verplaatsingskosten, vergoedingen en andere 1,4 % Pensioenlasten 3,9 % Werkgeversbijdragen aan de RSZPPO 14,8 %
Loonlasten voor het personeel 71,7 %
Verzekeringen en sociale uitkeringen 6,5 % Andere loonlasten 1,8 %
Grafiek 7 Belangrijkste componenten van de werkingsuitgaven – Budget 2013 Erelonen, andere externe vergoedingen 5,9 %
Verzekeringskosten (personeel niet meegerekend) 2,5 %
Diverse technische kosten 4,5 %
Belastingen ten laste van het OCMW 1,4 % Huur en huurlasten 3,8 %
Elektriciteit, gas, water enz. voor de gebouwen 12,5 % Technische prestaties van derden 7,1 % Huur, onderhoud en beheer van meubels en kantoor- en infor maticamateriaal 5,2 % Aankopen voor direct verbruik en directe verkoop 18,3 %
Levering van voeding, drank, bereide maaltijden enz. 21,0 %
Overige 17,9 %
Grafiek 8 Uitsplitsing van overdrachtuitgaven – Budget 2013
Bijdrage van de sociale bijstand in de werkingskosten en specifieke lasten 1,9 % Sociale bijstand voor terugbetaling verblijfskosten, vervoer, geneesmiddelen 3,0 %
Sociale bijstand door tewerkstelling 13,9 % Bijdragen aan verenigingen enz. 0,8 % Overige overdrachten 2,4 %
Van de overheid terugvorderbare sociale bijstand 14,5 % Sociale bijstand in speciën, in natura, voorschotten op prestaties 5,5 % Sociale bijstand voor huur en huurlasten (water, gas, elektr., verwarming) 4,7 %
28
Toekenning van het leefloon 53,4 %
Werkingsuitgaven De werkingsuitgaven omvatten uitgaven zoals de administratieve uitgaven, de kosten voor verwarming, het onderhoud van de gebouwen, informatica, diverse benodigdheden enz. Die uitgaven komen uit op 55 EUR per inwoner in het budget 2013, wat een toename is met 4,9 %. We stellen een soortgelijke toename vast in de rekeningen 2012 in vergelijking met het jaar ervoor. Bij de voornaamste componenten van de werkingsuitgaven (grafiek 7) vermelden we het grootste aandeel van de rubriek aankopen voor direct verbruik en directe verkoop (18,3 %). Dit is duidelijk toegenomen op het budget 2013 in vergelijking met het dienstjaar daarvoor en kan in verband worden gebracht met de diensten die door de OCMW’s worden verleend in het domein van de maal tijden. Energie vertegenwoordigt niet minder dan 12,5 % van de totale werkingsuitgaven. Overdrachtuitgaven De overdrachtuitgaven hebben voornamelijk betrekking op de steun die het OCMW verleent aan personen in moeilijkheden onder de vorm van financiële middelen of in natura. Ook initiatieven op het vlak van de sociale en beroepsherinschakeling behoren tot de steunverlening. De overdrachtuitgaven vormen de tweede grootste uitgavenrubriek van de OCMW’s in het budget 2013. Meer dan de helft van de overdrachten gaat naar de tegemoetkomingen van het OCMW in de vorm van het leefloon (grafiek 8), een uitgave die voortdurend toeneemt. De financiële en economische crisis beïnvloedt de evolutie van het aantal begunstigden. Het deel van de sociale bijstand via tewerkstelling (activering) is de derde grootste rubriek van de overdrachtuitgaven. Die uitgaven vertonen een uitgesproken evolutie, zowel in de laatste budgetten als in de laatste rekeningen, en weerspiegelen het belang dat de OCMW’s hechten aan het activeren van de begunstigden van het RMI. Financiële lasten De financiële lasten, die in het budget 2013 uitkomen op 16 EUR per inwoner, bestaan in hoofdzaak uit rentelasten en kosten voor de aflossing van leningen (grafiek 9). Zij vertegenwoordigen 2,9 % van de totale gewone uitgaven van de OCMW’s van de steekproef.
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
3. Gewone ontvangsten Tegenover de voorziene uitgaven moeten de OCMW’s zorgen voor voldoende financieringsbronnen om het budget in evenwicht te houden. Op basis van onze steekproef beschikken de 161 Waalse OCMW’s over 556 EUR aan ontvangsten per inwoner voor het eigen dienstjaar van het budget 2013. Net als bij de uitgaven hangen de verschillen echter af van de sociaaleconomische context van de OCMW’s. Structuur van de ontvangsten De voornaamste rubrieken van de gewone ontvangsten in euro per inwoner op basis van de economische verdeling, bieden een overzicht van de evoluties volgens het budget 2012-2013 en de rekening 2011-2012, de functie rh-rvt inbegrepen (tabel 2). De ontvangsten uit overdrachten vormen de voor naamste financieringsbron van de Waalse OCMW’s, met 466 EUR per inwoner. De omvang ervan verschilt volgens het sociaaleconomische profiel van de OCMW’s. Zo beschikken de OCMW’s van woongemeenten over een bedrag van 317 EUR per inwoner, terwijl de OCMW’s van de grote steden een bedrag te zien geven van 762 EUR per inwoner. De overdrachten zorgen voor 85,2 % van de totale ontvangsten in het budget 2013 van de OCMW’s van de steekproef (grafiek 10). De overdrachten in de strikte zin van het woord, d.w.z. zonder tegemoetkoming van de gemeente, belopen echter 63 %, omdat de gemeentelijke toelage net tot doel heeft om het budget in evenwicht te houden. Die toelage op zich vertegenwoordigt op het budget 2013 22,5 % van de gewone ontvangsten voor het eigen dienstjaar. Zij bedraagt zelfs 27,6 % in de rekening 2012, dat is meer dan een vierde van de OCMW-ontvangsten. De toelage van de gemeente bedraagt 125 EUR per inwoner op het OCMW-budget 2013. Uit een analyse per sociaaleconomische categorie blijkt dat de toelage 97 EUR per inwoner bedraagt voor de OCMW’s van landelijke gemeenten, tegen 148 EUR per inwoner voor de OCMW’s van de grote steden.
Grafiek 9 Belangrijkste componenten van de financiële kosten – Budget 2013 Diverse financiële kosten 3,7 %
Financiële kosten van leningen 35,6 %
Terugbetaling van leningen 60,7 %
Tabel 2 Structuur en evolutie van de gewone ontvangsten – Budget 2013 en rekening 2012 Rekening
Prestaties
Budget
In EUR/inw
Evolutie
2012
2011-2012
In EUR/inw
Evolutie
2013 2012-2013
72
2,9 %
81
2,9 %
Overdrachten
416
4,6 %
466
5,0 %
Gemeentetoelage
115
4,8 %
125
4,5 %
Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn
17
4,5 %
18
2,4 %
Terugvordering leefloon bij de hogere overheid
94
7,1 %
104
6,1 %
Terugvorderbare sociale bijstand bij de overheid (wet 2 april 1965)
39
8,6 %
42
1,7 %
Werkingstoelagen ontvangen van de hogere overheid
54
0,4 %
61
4,4 %
Werkingstoelagen ontvangen van de andere overheidsniveaus
57
6,1 %
65
6,8 %
BIjdragen in de loonlasten van het gedetacheerd personeel
13
7,3 %
14
6,9 %
Overige
27
-5,3 %
37
5,6 %
1
12,7 %
1
-5,6 %
14
115,5 %
8
-19,6 %
504
5,9 %
556
4,2 %
Financiële opbrengsten Overboekingen Totaal gewone ontvangsten eigen dienstjaar
Grafiek 10 Structuur van de gewone ontvangsten van de Waalse OCMW’s – Budget 2013 Werkingstoelagen ontvangen van de hogere overheid 11,0 % Terugv. sociale bijstand bij de overheid (wet 2 april 1965) 7,6 % Terugvordering leefloon bij de hogere overheid 18,6 %
Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn 3,5 % Gemeentetoelage 22,5 %
Werkingstoelagen ontvangen van de andere overheids niveaus 11,6 % BIjdragen in de loonlasten van het gedetacheerd personeel 2,6 % Overige 6,5 % Overboekingen 1,4 %
Prestaties 14,6 % Financiële opbrengsten 0,2 %
29
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
Grafiek 11 Evolutie van de gemeentetoelage aan OCMW’s – Gemeentebudget van de Waalse gemeenten 2000-2013 In % van de gewone uitgaven 9,3 %
9,6 %
9,4 %
9,3 %
8,9 % 8,8 %
8,7 %
8,7 %
8,5 %
8,8 %
8,8 %
9,1 %
9,2 %
9,1 %
120
121
130 120 110
115
100
106
90 80
93
96
98
98
97
98
100
107
99
87
70 60 50
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 In EUR per inwoner
Grafiek 12 Belangrijkste componenten van de ontvangsten uit prestaties – Budget 2013
Bijdrage van begunstigden en van thuismaaltijden, gezinshulp, oppas … 15,2 %
Opbrengst verhuring gebouwen aan ondernemingen en aan gezinnen 6,7 % Opbrengst van prestaties voor de overheden 2,3 %
Bijdrage voor medische, para medische en farmakosten 1,5 % Overige 21 % Opbrengst van de verkoop van goederen 0,9 % Bijdrage voor maaltijdkosten 1,0 %
Bijdrage van gepensioneerden in rh en rvt 51,4 %
De gemeentedotatie Een analyse van de evolutie van de gemeentedotatie aan de OCMW’s op basis van de gemeentebudgetten over de periode 2000 tot 2011 geeft een aanvullende kijk op de bijdrage van de gemeente in de financieringsbronnen van de OCMW’s (grafiek 11). De periode vóór de economische en financiële crisis valt duidelijk te onderscheiden van de periode erna. Tussen 2000 en 2008 nam de gemeente dotatie in EUR per inwoner maar heel lichtjes toe. Ze vermindert zelfs in percentage van de totale gemeente- uitgaven (van 9,3 % tot 8,5 %). Sinds 2009 daarentegen, neemt de gemeentedotatie continu toe zowel in EUR per inwoner (+4,2 % gemiddeld op jaarbasis) als in percentage van de gemeente-uitgaven (van 8,8 % tot 9,1 %). Ontvangsten uit overdrachten Bij de ontvangsten uit overdrachten vormen de bedragen die worden geboekt als terugvordering van het leefloon bij de hogere overheid de tweede grootste rubriek, met 104 EUR per inwoner op het budget 2013. De dekkingsgraad van het leefloon8, d.w.z. het bedrag dat wordt teruggevorderd in verhouding tot het uitgegeven bedrag, beloopt gemiddeld 69 %, met evenwel grote verschillen afhankelijk van het OCMW. OCMW’s van de woon gemeenten laten een dekkingsgraad optekenen van gemiddeld 58 %, terwijl OCMW’s van de grote steden een dekkingsgraad van 75 % hebben. Gelet op het overwicht van die laatste groep in absolute bedragen, hebben zij een grotere invloed op het regionaal gemiddelde. De dekkingsgraad van de OCMW’s van de overige clusters ligt tussen beide extreme waarden in. De aanhoudende toename van het aantal begunstigden van het RMI, enerzijds, en de slechts gedeeltelijke terugvordering van de uitgegeven bedragen, anderzijds, hebben een bepalende invloed op de deficitaire financiële situatie van de OCMW’s. Ontvangsten uit prestaties De ontvangsten uit prestaties bevatten de inkomsten uit door het OCMW geleverde diensten en uit het beheer van eigen goederen. Ze vertegenwoordigen gemiddeld 81 EUR per inwoner en 14,6 % van de totale ontvangsten op het budget 2013. Prestatieontvangsten bestaan vooral uit bijdragen die terugvorderbaar zijn bij de begunstigden of de rechthebbenden van de verleende diensten. Meer dan de helft van de ontvangsten uit prestaties komen van bijdragen van gepensioneerden in rusthuis en rvt (grafiek 12). De bijdragen voor gezinshulp, maaltijden enz. vertegenwoordigen 15,2 % van de ontvangsten uit prestaties. Merk op dat de 8 De dekkingsgraad wordt verkregen door de ontvangen bedragen voor artikel (831-46701) te delen door de uitgegeven bedragen voor artikel (831-33301).
30
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
huuropbrengst van gebouwen 6,7 % van het totaal voor zijn rekening neemt. Rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen Binnen de steekproef beschikken iets meer dan zestig OCMW’s over minstens één rusthuis (rh) of één rust- en verzorgingstehuis (rvt). De uitgaven voor de functie rhrvt bedragen 119 EUR per inwoner voor alle OCMW’s die beschikken over op zijn minst één rh-rvt (tabel 3), d.w.z. 21,2 % van de totale gewone uitgaven voor het eigen dienstjaar van het OCMW. Die activiteit vertoont een licht tekort zowel op het budget 2013 (5 EUR/inwoner) als op de rekeningen 2012 (4 EUR/inwoner).
4. De investeringen van de Waalse
OCMW’s
De balansen van de OCMW’s leren ons meer over hun vermogenssituatie op het einde van het dienstjaar. De activa omvatten alle bezittingen en tegoeden van het OCMW, terwijl de passiva een overzicht geven van de middelen waarover het beschikt (eigen vermogen en schulden). Om na te gaan hoe de vermogenstoestand evolueert, nemen we twee aspecten onder de loep die in financieel opzicht belangrijk zijn, nl. de investeringen en de schulden. De link tussen beide is dat investeringen grotendeels via leningen worden gefinancierd en zo in grote mate de evolutie van de schulden bepalen. De budgetboekhouding verschaft dus informatie over de stromen (nieuwe investeringsplannen en leningen), maar zegt niets over de boekwaarde van de uitstaande schulden en van het vermogen. OCMW-patrimonium: balans en vaste activa De totale activa van de OCMW’s belopen 528 EUR per inwoner voor het dienstjaar 2012. De vaste activa nemen een belangrijke plaats in met 77,7 % van de totale activa. Bij de vaste activa nemen de materiële vaste activa 83,7 % van de totale vaste activa voor hun rekening. De rubriek van de gebouwen en hun terreinen is de grootste met 79,8 % van de totale vaste activa en 354 EUR per inwoner (grafiek 13). De door de overheden toegezegde investeringstoelagen vertegenwoordigen het grootste deel van de financiële vaste activa. Aan de passiefzijde komen de schulden van de OCMW’s op de balans 2012 uit op 153 EUR. In vergelijking met de rekening 2012 van de OCMW’s vertegenwoordigen de schulden 28,6 % van de totale ontvangsten van het eigen dienstjaar.
Tabel 3a Evolutie van de courante uitgaven van de functie rh-rvt van de Waalse OCMW’s voor het eigen dienstjaar – Budget 2013 en rekening 2012 Rekeningen (*)
Budget (**)
In EUR/inw
Evolutie
In EUR/inw
2012
2011-2012
Evolutie
Personeel
86
4,3 %
85
Werking
19
4,4 %
19
3,6 %
Overdrachten
1
8,3 %
1
-0,2 %
Interne facturatie
4
6,6 %
5
1,4 %
Overboekingen
0
-94,3 %
0
–
Financiële kosten
7
13,1 %
9
8,9 %
118
4,9 %
119
4,6 %
2013 2012-2013
UITGAVEN
Totaal gewone uitgaven eigen dienstjaar
4,6 %
(*) Op een steekproef van 64 OCMW’s met rh-rvt. (**) Op een steekproef van 62 OCMW’s met rh-rvt.
Tabel 3b Evolutie van de courante ontvangsten van de functie rh-rvt van de Waalse OCMW’s voor het eigen dienstjaar – Budget 2013 en rekening 2012 Rekeningen (*)
Budget (**)
In EUR/inw
Evolutie
In EUR/inw
2012
2011-2012
Evolutie
Prestaties
44
2,4 %
45
Overdrachten
67
5,8 %
67
6,9 %
Financiële opbrengsten
0
35,6 %
0
50,8 %
Interne facturatie
3
-1,8 %
3
-3,6 %
Overboekingen
0
0 %
0
-12,9 %
114
4,3 %
114
5,6 %
-4
26,3 %
-5
-16,0 %
2013 2012-2013
ONTVANGSTEN
Totaal gewone ontvangsten eigen dienstjaar
4,4 %
(*) Op een steekproef van 64 OCMW’s met rh-rvt. (**) Op een steekproef van 62 OCMW’s met rh-rvt.
SALDO Saldo gewone dienst - eigen dienstjaar
Grafiek 13 Samenstelling van de vaste activa – Balans 2012 Effecten, participaties, andere 6,1 % Onroerende goederen in leasing 1,3 %
Toegezegde investerings toelagen van de openbare instellingen 10,2 % Roerend patrimonium 2,6 %
Onroerend patrimo nium, gebouwen en hun terreinen 79,8 %
31
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
Investeringsinspanning en de financiering ervan De investeringen die gepland zijn op het budget belopen 83 EUR per inwoner, dat is 14,9 % van de totale gewone ontvangsten van het eigen dienstjaar van de OCMW’s. De geplande investeringsinspanningen zijn de voorbije drie jaar duidelijk teruggelopen. De geplande investeringen op de budgetten vinden we niet integraal terug in de vastleggingen, net zomin als de aanrekeningen op de rekeningen (grafiek 14). Ten slotte worden voor tal van investeringsprojecten bedragen
Grafiek 14 Evolutie van de investeringsuitgaven – Rekening en budget 2011 – 2012 – 2013 (in EUR/inw.) 90 80 70
12
60 50
6
4
14
7
7
10
14
12
1 2
40
20
10 48
10 0
5
18
12
10
2 2
30
2
2 2 5 4
41
1 2 5 2
30
38
20
17
Initiële VastAanreInitiële VastAanreInitiële VastAanrekredieten legging kening kredieten legging kening kredieten legging kening (Budget) (Rekening) (Rekening) (Budget) (Rekening) (Rekening) (Budget) (Rekening) (Rekening) 2011
2012
Rh - rvt
Woonvoorzieningen
Sociale bijstand
Overige
2013
Grafiek 15 Financieringsstructuur van de investeringen – Budget 2013 Opbrengst van de verkoop van activa 9,6 %
Kapitaalsubsidies 20,0 %
Leningen 57,4 %
32
5. Budgetsaldi en
resultatenrekeningen
In de budgettaire boekhouding wordt de financiële gezondheid van een OCMW doorgaans beoordeeld door het berekenen van de saldi, d.w.z. het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven.
Algemeen bestuur
Zelffinanciering 12,9 %
Op basis van de functionele indeling gaan de investeringen zowel op de budgetten als in de rekeningen vooral naar de rusthuizen (rh en rvt). Op het budget 2013 tekent de activiteit rh-rvt voor niet minder dan 49,8 % van de investeringsprojecten, gevolgd door sociale bijstand en algemeen bestuur. Merk op dat de investeringen voor de functie huisvesting stijgen van 5 EUR op het budget 2011 tot 7 EUR op de budgetten 2012 en 2013. Financieringsstructuur De buitengewone uitgaven van de OCMW’s worden in hoofdzaak gefinancierd door leningen ten belope van 57,4 %, dat is 52 EUR per inwoner op het budget 2013. De overige componenten van de financieringsmiddelen omvatten de kapitaaltoelagen, de zelffinanciering en de verkoop van patrimonium (als vorm van desinvestering). Die gemiddelde financieringsstructuur varieert van jaar tot jaar en verschilt overigens gevoelig tussen de OCMW’s onderling afhankelijk van hun financierings mogelijkheden.
3 5
ingeschreven op het budget, maar krijgen ze geen concrete uitvoering tijdens het voorziene jaar en worden ze meestal gespreid over meerdere jaren ofwel uitgesteld en zelfs afgeblazen (als gevolg van bijvoorbeeld vertraging bij de voorbereiding van het dossier, het afblazen of uitstellen van projecten, problemen rond de financiële haalbaarheid enz.).
De boekhouding van de lokale besturen maakt een systematisch onderscheid tussen de verrichtingen die verband houden met het eigen dienstjaar en die van de vorige dienstjaren. Dat onderscheid leidt tot de berekening van twee soorten saldi: • het saldo voor het eigen dienstjaar, dat enkel slaat op de ontvangsten en de uitgaven van het betrokken dienstjaar. Het omvat evenwel alle functionele overboekingen die worden aangerekend op het eigen dienstjaar; • het algemeen totaal, dat zowel rekening houdt met de verrichtingen voor de vorige dienstjaren (met inbegrip van de overgedragen boni of mali) als met de algemene overboekingen.
Lokale financiën | De financiële situatie van de Waalse OCMW’s | 2013
De saldi van de rekeningen (die het verschil vormen tussen de vastgestelde rechten en de vastleggingen) hebben betrekking op een concrete financiële realiteit, terwijl de budgetsaldi het resultaat zijn van ramingen over de omvang van de ontvangsten en uitgaven voor een welbepaald budgettair dienstjaar. Aangezien de gemeenten de financiële plicht hebben9 het tekort te dekken aan middelen die de OCMW’s nodig hebben om hun opdracht uit te voeren, is een analyse nodig van de evolutie van het budgetsaldo vóór de gemeentelijke toelage wordt toegekend (grafiek 16).
Grafiek 16 Evolutie van de gewone saldi – Rekening en budget (in EUR/inw.) 60
54
46
40 20 3
0 -20
1
-8
-5
-10
-4
-6
-6
-40 -60 -80
In de rekeningen 2011 en 2012 bedraagt het tekort voor toekenning van de gemeentelijke toelage 125 EUR per inwoner. De lichte verslechtering van het tekort voor het eigen dienstjaar (na de tegemoetkoming van de gemeente) van 8 EUR in 2011 tot 10 EUR per inwoner in 2012 is in werkelijkheid het gevolg van de verlaging van de gemeentelijke toelage met 2 EUR per inwoner. Het saldo algemeen totaal is nagenoeg in evenwicht want het bedraagt 1 EUR per inwoner in de rekeningen 2012. In vergelijking met 2011 laat dit saldo een lichte verslechtering optekenen met 2 EUR per inwoner. De financiële druk op de OCMW’s komt meer tot uiting via de sterkere terugval van de gewone reserves (van 54 EUR in 2011 tot 46 EUR in 2012).
-100 -120 -140
-125
Rekening 2011
-125
Rekening 2012
-124
-130
Budget 2012
Eigen dienstjaar (vóór gemeentedotatie)
Algemeen totaal
Eigen dienstjaar
Reserves
Budget 2013
Bij de budgetten stellen we vast dat het aanvankelijk voorziene saldo in 2012 (vóór de tegemoetkoming door de gemeente) heel dicht in de buurt ligt van wat was toegelicht voor de rekening van datzelfde dienstjaar (grafiek 16). Het tekort voor het eigen dienstjaar ligt daarentegen hoger bij de rekeningen (10 EUR per inwoner tegen 5 EUR in de budgetten), eenvoudigweg omdat de gemeente dotatie een soortgelijke daling vertoont (van 120 EUR per inwoner in de budgetten 2012 tegen 115 EUR in de rekeningen 2012). Volgens de budgetten van 2013 zou het tekort van de OCMW’s (vóór de tegemoetkoming van de gemeente) stijgen met 6 EUR per inwoner tot 130 EUR per inwoner in 2013. 9 Krachtens artikel L 1321-16° van de “Code wallon de la démocratie locale” en artikel 106 van de organieke wet op de OCMW’s.
33