RENN4 schoolgids
De Atlas
2015 – 2016
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
2/59
Inhoudsopgave Voorwoord 6 1 Inleiding 7 1.1 Wat is RENN4 ....................................................................................................... 7 1.2 Hoe RENN4 is opgebouwd ...................................................................................... 7 1.3 Specialistisch onderwijs.......................................................................................... 8 1.4 Scholen en afdelingen van RENN4........................................................................... 8 1.5 Medezeggenschapsraden ....................................................................................... 8 1.6 Visie op goed onderwijs ......................................................................................... 9 1.7 Meer weten? ......................................................................................................... 9 2 De Atlas 10 3 Onderwijslocaties 13 4 Missie en uitgangspunten 15 4.1 Missie .................................................................................................................15 4.2 Uitgangspunten....................................................................................................15 5 Passend onderwijs 16 5.1 Samenwerkingsverbanden.....................................................................................16 5.2 Toelaatbaarheidsverklaring....................................................................................16 5.3 Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten .....................................17 5.4 Schoolondersteuningsprofiel ..................................................................................17 6 De organisatie van de school 18 6.1 Schoolorganisatie .................................................................................................18 6.2 De samenstelling van het team ..............................................................................18 6.3 Commissie voor de Begeleiding..............................................................................18 6.4 De aanmelding van nieuwe leerlingen ....................................................................18 7 Doelen van het onderwijs 20 7.1 Wat en hoe..........................................................................................................20 7.2 Uitstroomprofielen en leerroutes ............................................................................20 7.3 Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs ..........................................................................20 7.4 Uitstroomprofiel Arbeid .........................................................................................21 7.5 Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs ................................................22 7.5.1 Nederlandse taal 22 7.5.2 Engels 23 7.5.3 Rekenen/ Wiskunde 24 7.5.4 Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek 24 7.5.5 Kunst en cultuur 24 7.5.6 Bewegen en sport 25 7.5.7 Leren leren en leren taken uitvoeren 26 7.5.8 Leren functioneren in sociale situaties 26 7.5.9 Stage 26 7.5.10 Methoden 27 7.5.11 Actief burgerschap en Sociale Integratie 28 7.5.12 Kampen, excursies en schoolreizen 29 7.6 Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Arbeid ...............................................................29 7.7 Sociaal emotionele ontwikkeling (SEO) ...................................................................31 8 Resultaten van het onderwijs 32 8.1 Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) .......................................................................32 8.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerling .......................................................32 8.2.1 Toetsen en testen 32 Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
3/59
8.3 De uitstroom van onze leerlingen ...........................................................................34 8.3.1 Naar een andere school 34 8.3.2 Tussentijds schakelen 34 8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan 34 8.3.4 Doubleren 34 8.4 Cijfers over de doorstroming van leerlingen ............................................................35 8.5 Schoolontwikkeling ...............................................................................................38 8.5.1 Het afgelopen jaar 2014 – 2015 38 8.5.2 Het huidige jaar 2015 – 2016 39 8.6 Onderwijsinspectie ...............................................................................................40 9 Ouders 42 9.1 Samenwerken met ouders .....................................................................................42 9.2 Het belang van de betrokkenheid...........................................................................42 9.3 Informatievoorziening ...........................................................................................43 9.3.1 Schoolgids 43 9.3.2 Nieuwsbrief 43 9.3.3 Websites 43 9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie 43 9.3.5.1 Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) .........................................43 9.3.5.2 Rapportbespreking ..................................................................................43 9.3.5.3 Groepsouderavond..................................................................................43 9.3.5.4 Telefonisch contact .................................................................................43 9.4 Medezeggenschapsraad ........................................................................................44 9.5 Leerlingenraad .....................................................................................................44 9.6 Ouderraad ...........................................................................................................45 10 Geldzaken 46 10.1 Verzekering .........................................................................................................46 10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage .......................................................................................46 11 Regelzaken en verplichtingen 47 11.1 Schorsing ............................................................................................................47 11.2 Verwijdering ........................................................................................................47 11.3 Lesuitval..............................................................................................................48 11.4 Leerplicht en verlofregeling ...................................................................................48 11.4.1 Leerplicht 48 11.4.2 Verlof 48 11.4.3 Afwezigheid 49 11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim 49 11.4.5 Slechtweerprotocol 49 11.4.6 Ontheffingen 49 11.5 Dossiers ..............................................................................................................49 11.6 Klachtenregeling ..................................................................................................50 11.7 Veiligheid ............................................................................................................52 11.7.1 ABC-methodiek 52 11.7.2 Stappenplan agressie/Pestprotocol 52 11.7.3 Vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling 52 11.8 Schoolregels ........................................................................................................52 11.9 Reizen van en naar school.....................................................................................53 11.10 Onderwijsnummer.............................................................................................53 11.11 Sponsoring .......................................................................................................53 12 Schooltijden en vakanties 55 12.1 Lestijden .............................................................................................................55 12.2 Studiedagen en margedagen ................................................................................55 12.2 Vakanties ............................................................................................................56 Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
4/59
13
Contact
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
57
5/59
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van De Atlas voor het schooljaar 2015 – 2016. De schoolgids is bedoeld voor ouders van leerlingen die al op onze school zitten of hier binnenkort naartoe zullen gaan.1 Deze schoolgids is, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder verantwoordelijkheid van het bestuur, samengesteld door medewerkers van de school. In de gids staat allerlei nuttige informatie over onder andere schooltijden, vakanties en vrije dagen. Daarnaast kunt u ook lezen over de inhoud van het onderwijs, wat we vorig schooljaar hebben bereikt en de wijze waarop het team vorm geeft aan het onderwijs. De leerlingen die op De Atlas zitten, hebben extra ondersteuning en begeleiding in het onderwijs nodig en het is de primaire taak van de school om daar rekening mee te houden. De ondersteuning en begeleiding die de leerlingen ontvangen staan beschreven in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Op onze school worden de mogelijkheden en onmogelijkheden van elke leerling zorgvuldig in kaart gebracht, zodat we verantwoorde keuzes kunnen maken in ons aanbod en onze aanpak. Onze onderwijsprogramma’s in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs richten zich op het behalen van een diploma. In het uitstroomprofiel Arbeid worden leerlingen voorbereid op de arbeidsmarkt. In beide profielen is voortgezet speciaal onderwijs waar mogelijk schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs, zoals het reguliere onderwijs of een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Atlas mag verwachten.
Namens het team,
Ingrid Cornelissen provinciedirecteur RENN4 Drenthe
1
Wanneer gesproken wordt over ouders worden hiermee de ouder(s), verzorger(s) of opvoeder(s) bedoeld.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
6/59
1
Inleiding
De Atlas valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat RENN4 is, wat zij doet en hoe de organisatie is opgebouwd.
1.1
Wat is RENN4
RENN4 is een schoolbestuur voor scholen in het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in Noord Nederland. RENN4 biedt onderwijs aan leerlingen met leerproblemen en aan leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. In het schooljaar 2015 – 2016 vallen in totaal veertien scholen onder het bevoegd gezag van RENN4. De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over de provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd
De opbouw van de organisatie is in de figuur hieronder weergegeven. RENN4 als geheel staat onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de provinciedirecteuren. Zij worden daarbij ondersteund door de teamleiders. RENN4 heeft een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur.
Raad van Toezicht
GMR
College van Bestuur
Bestuurssecretaris Bedrijfsbureau Controller
RENN4-scholen
Organogram per 1 januari 2015
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
7/59
1.3
Specialistisch onderwijs
De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Voorheen waren dit de scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt, hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters: cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap; cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap. Op 1 augustus 2014 is er nieuwe wetgeving ingevoerd onder de naam Passend Onderwijs; verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie.
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4
RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor leerlingen van 13 tot 20 jaar en een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar. In onderstaande tabel worden de tot RENN4 behorende scholen en hoofdlocaties per provincie genoemd. Scholen De Witakker De Caleidoscoop De Monoliet De Zwaai Diamant College Erasmusschool
Locaties Rijs, Sneek, Bolsward Leeuwarden, Dokkum Leeuwarden Drachten Groningen Groningen
Afdeling SO en VSO SO VSO SO en VSO VSO VSO
Provincie Friesland Friesland Friesland Friesland Groningen Groningen
Prof. W.J. Bladergroenschool
Groningen, Haren, Winschoten, Appingedam
SO
Groningen
SBO VSO
Groningen Drenthe
SO en VSO
Drenthe
SO VSO SBO SBO
Drenthe Drenthe Drenthe Drenthe
SBO De Delta De Atlas De Aventurijn G.J. van der Ploegschool De Windroos De Carrousel De Kameleon
Appingedam Assen, Emmen, Hoogeveen Assen, Emmen, Hoogeveen, Smilde Hoogeveen Hoogeveen Hoogeveen Hoogeveen
Overzicht scholen RENN4 per 1 augustus 2015
1.5
Medezeggenschapsraden
Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de provinciedirecteur van de school. RENN4 heeft tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en de deelraad. De GMR is de gesprekspartner voor het College van Bestuur.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
8/59
1.6
Visie op goed onderwijs
Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat iedere jongere recht op onderwijs heeft en zich wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden. We willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. Daarom heeft RENN4 ervoor gekozen te werken vanuit het model CAREBAGS. CARE betekent dat we in alles wat we doen, zorg hebben voor de vier psychologische basisbehoeften: het verlangen van mensen naar Competentie (ik kan iets), Autonomie (wat ik wil, is belangrijk), Relatie (ik hoor erbij) en Engagement (ik ben met iets zinnigs bezig). De BAGS verwijzen naar onze aanpak. In alles wat we doen, richten we ons op: Beschermende factoren (niet de stoornis of de onmogelijkheden van leerlingen staan centraal, maar hun mogelijkheden); Adaptief onderwijs (we passen het onderwijsaanbod, instructie e.d. aan de mogelijkheden en behoeften van (groepen) leerlingen); Gedragsverandering (zichtbaar en blijvend) door het toepassen van gedragstherapeutische technieken (in samenwerking met jeugdhulpverlening); Systematisch en planmatig werken en Samenwerking met onze collega’s, ketenpartners in het onderwijs en de zorg, en met ouders en leerlingen. Alle leerlingen stromen in met een bepaald niveau aan competenties, autonomie, relaties en engagement. Bij leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is deze beginsituatie er per definitie een van disbalans. Het doel van ons onderwijs is deze disbalans te herstellen, zodat de leerling het uitstroomperspectief kan realiseren wat bij hem of haar past.
1.7
Meer weten?
Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website www.renn4.nl.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
9/59
2
De Atlas
RENN4 De Atlas is een neutraal bijzondere school, waarin de leerlingen centraal staan. De school geeft onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek, die onder andere daardoor moeilijkheden hebben met leren en moeilijk opvoedbaar zijn. De problemen hebben vaak te maken met gedrag, gebrek aan concentratie en moeilijkheden bij het volgen van een ‘gewone’ school. De Atlas bereidt haar leerlingen voor op regulier onderwijs, een beroepsopleiding of (beschermde) arbeid. We richten ons op het inrichten van een positief orthopedagogisch en didactisch leerklimaat voor al onze leerlingen met als doel een positieve beïnvloeding van het gedrag van de leerlingen, zodat hun maatschappelijke kansen toenemen. Centraal uitgangspunt voor De Atlas is dat alle cluster 4-leerlingen schakelleerlingen zijn en dat er in het kader van Passend Onderwijs vooral gekeken moet worden naar nauwe samenwerking met de andere scholen en ketenpartners in deze. Het doel is de leerlingen na een korte of langere tijd te schakelen naar een reguliere school, semi-reguliere school of naar (beschermde) arbeid Momenteel telt de school ongeveer 295 leerlingen, variërend in leeftijd van 12-20 jaar, verdeeld over zo’n 27 groepen. Op de school werken circa 75 personeelsleden. De contacten met andere scholen en instanties zijn de afgelopen jaren sterk uitgebreid. De belangrijkste contacten zijn: samenwerking op allerlei niveaus met Ambiq, Jeugdzorg Drenthe en Yorneo en Accare. participatie in het Regionaal Expertisecentrum Noord-Nederland; samenwerking schoolarts en leerplichtambtenaar; participatie door het College van Bestuur in landelijke en regionale samenwerkingsverbanden op het terrein van de eigen doelgroep, het regulier onderwijs en de jeugdzorg; de gebruikelijke contacten met andere scholen, de lokale en provinciale overheid en instellingen als Sociaal Cultureel Werk, Bibliotheek, MEE Drenthe en (jeugd)politie. Daarnaast nemen medewerkers van de school regelmatig deel aan consultatieteams. Deze teams bestaan naast medewerkers van de school uit mensen van Bureau Jeugdzorg, leerplichtambtenaren, maatschappelijk werk, jeugdagenten en vertegenwoordigers van andere scholen. Tijdens deze bijeenkomsten worden leerlingen besproken waarmee het niet goed gaat. Doel van deze teams is om deze probleemleerlingen duidelijk in beeld te brengen en waar mogelijk zorg te dragen voor een goede oplossing voor de problemen waar deze leerlingen mee te maken hebben. Ook participeert het management in diverse netwerken van samenwerkingsverbanden in de regio en staan er onderwerpen op de agenda in het kader van passend onderwijs voor alle leerlingen.
Ketenpartners Politie In het kader van een veilige leer- en werkomgeving werkt de school nauw samen met Politie Drenthe. De Politie is op afspraak beschikbaar voor de Commissie voor de Begeleiding. Daarnaast geeft de Politie indien gewenst voorlichting op school.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
10/59
Ambiq Ambiq te Hoogeveen is een orthopedagogisch behandelcentrum voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap en gedrags-, opvoedings- en/of ontwikkelingsproblemen. Tot de doelgroep behoren kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap (IQ tussen 50 en 85) in de leeftijd van 4 tot ongeveer 21 jaar. De Atlas geeft onderwijs aan leerlingen van 12 tot 20 jaar op de behandellocatie voor zeer intensieve behandeling (ZIB); een drie-milieu-voorziening aan de Voltastraat te Hoogeveen. Deze zeer intensieve behandelgroep is gericht op jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen, waarbij het gaat om specifieke behandeling waarin wonen, scholing en vrije tijd op één terrein en vanuit één klimaat worden aangeboden. Hierbij wordt uitgegaan van een veilige en gestructureerde omgeving. Ambiq is samenwerkingspartner en is partner in het overleg CVB groot. Yorneo Yorneo is samenwerkingspartner en is partner in het overleg CVB groot. Accare Accare is samenwerkingspartner en is partner in het overleg CVB groot. MEE De Atlas Assen werkt nauw samen met MEE. Aan de school is een medewerker van MEE toegevoegd: de navigator. Zij ondersteunt het onderwijsteam om een doorgaande werkwijze te organiseren voor leerlingen en ouders. Op deze wijze willen wij toeleiding naar arbeid en afstemming met ketenpartner organiseren, zolang de leerling op school zit, maar ook als de leerling de school heeft verlaten. Halt Een sociaal veilige schoolomgeving is cruciaal om goed onderwijs te kunnen geven. Halt werkt daarom samen met scholen aan een veiliger en socialer leef- en leerklimaat op en rondom de school. Er valt te denken aan activiteiten zoals: voorlichtingslessen die leerlingen aan het denken zetten; het aanpakken van overlast om de school; ouderbijeenkomsten; schoolbrede trajecten op maat over bijvoorbeeld het gebruik van social media; voorlichting met betrekking tot het gebruik van vuurwerk. Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) Onze school heeft preventie van gebruik van genotmiddelen structureel in haar beleid opgenomen. De onderwijsvoorlichting over genotmiddelen vindt plaats in de themaweek ‘Gezondheid’. Daarnaast is het mogelijk om op basis van indicatie, in overleg met ouders, lessen binnen de school te verzorgen in het kader van middelengebruik. Tevens is er op de locatie in Emmen een aantal momenten in het jaar een inloopspreekuur waar u als ouder, maar ook uw kind, terecht kunt met vragen. GGD/schoolarts De GGD wil een gezonde groei en ontwikkeling van de leerlingen bevorderen en kan een bijdrage leveren aan een gezond opgroeiklimaat. RENN4 De Atlas neemt deel aan het gezondheidsonderzoek. Van alle nieuwe leerlingen wordt er een dossieranalyse gedaan. Zo nodig wordt er een afspraak gemaakt tussen leerling en schoolarts. Het onderzoek beperkt zich in eerste instantie tot de groei (lengte en gewicht), het zien en het horen. Ouders hoeven daarbij niet aanwezig te zijn, maar zijn natuurlijk van harte welkom. U Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
11/59
kunt dit aangeven op de vragenlijst en aankondiging die u van te voren krijgt. Op uw verzoek of op verzoek van de school kan het onderzoek uitgebreid worden. Voor alle leerlingen en hun ouders geldt dat er ook naast de vaste onderzoekmomenten een beroep op de GGD gedaan kan worden. Dit kan rechtstreeks of via de school, per telefoon, e-mail of persoonlijk contact. Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Drenthe Heeft u ook wel eens een vraag over opgroeien en opvoeden? Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunnen alle inwoners van Midden-Drenthe terecht met vragen over opgroeien en opvoeden, voor advies, voorlichting en ondersteuning. Het CJG is er voor aanstaande ouders, ouders, verzorgers, jongeren van 0-23 jaar, professionals, buren, opa’s en oma’s. Het CJG is er om makkelijk en snel een antwoord te vinden op vragen over opvoeden en opgroeien. Als het mogelijk is dan krijgt u direct antwoord, advies of ondersteuning. En als dat niet kan, helpt het CJG u meteen aan het juiste adres. Het CJG is niet helemaal nieuw: het is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties die zich bezighouden met jeugd en opvoeden: Icare, GGD Drenthe, Noordermaat, Stichting Welzijn Midden-Drenthe en Bureau Jeugdzorg Drenthe. De jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en het schoolmaatschappelijk werk zijn dus bijvoorbeeld ook onderdeel van het CJG en zij zijn de CJG-contactpersonen voor de school. Praktijkonderwijs RENN4 De Atlas werkt nauw samen met de praktijkschool in Emmen, Hoogeveen en Assen en onderzoekt in welke vorm leerlingen van De Atlas in deeltijdprogramma’s kunnen deelnemen aan het onderwijs op de praktijkschool. Vervolgonderwijs RENN4 De Atlas werkt samen met het reguliere voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Specifiek zijn de partners in Hoogeveen in verband met de toekomstige huisvesting van Eduwiek. Meer informatie over dit project vindt u op de website van RENN4 (www.renn4.nl).
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
12/59
3
Onderwijslocaties
De Atlas telt vier onderwijslocaties en drie satellietvoorzieningen. VSO-locatie Vivaldilaan Assen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of een toelatingsbewijs van het samenwerkingsverband. Satellietgroep Op de Rails Assen De Op de Rails-groep is een groep waar leerlingen die zijn ingeschreven in het Reguliere Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Assen, gedurende een schooljaar hun onderwijs kunnen volgen. De toelating is geregeld via de permanente commissie leerlingenzorg. De Op de Rails-groep is gehuisvest bij het Vincent van Gogh College. Het onderwijsaanbod wordt in nauwe samenwerking met de scholen van herkomst vormgegeven. VSO-locatie Ullevi Emmen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of toelatingsbewijs van het samenwerkingsverband. De school heeft een nauwe samenwerkingsrelatie met de Praktijkschool, die eveneens aan de Ullevi is gehuisvest. Satellietgroepen Stadionplein Emmen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 15 tot 20 jaar. De leerlingen van deze locatie bezoeken praktische lessen binnen het MBO, eveneens gehuisvest aan het Stadionplein, en hebben een toelatingsbewijs van het samenwerkingsverband. Satellietgroep Op de Rails Emmen De Op de Rails-groep is een groep waar leerlingen die zijn ingeschreven in het Reguliere Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Emmen gedurende een schooljaar hun onderwijs kunnen volgen. De toelating is geregeld via de permanente commissie leerlingenzorg. De Op de Rails-groep is gehuisvest bij de lesplaats van het Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) te Emmen. Het onderwijsaanbod wordt in nauwe samenwerking met de scholen van herkomst vormgegeven. VSO-locatie De Atlas Lomanlaan 123 Hoogeveen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of toelatingsbewijs van het samenwerkingsverband. VSO-locatie De Atlas Voltastraat 4c en 4d Hoogeveen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De jongeren wonen aan de Voltastraat en volgen hun onderwijs voornamelijk op dezelfde locatie, een zogenaamde Zeer Intensieve Behandellocatie (ZIB-locatie). Ambiq verzorgt het woon- en behandelgedeelte, RENN4 het onderwijs. Er is sprake van een nauwe samenwerking tussen Ambiq en school. De leerlingen hebben niet per definitie een cluster4-indicatie, deze locatie werkt namelijk vanuit plaatsbekostiging. Dit schooljaar zijn er zeven woongroepen in Hoogeveen. Een aantal leerlingen krijgt elders onderwijs aangeboden. Dat kan zijn op de Lomanlaan (RENN4), binnen het regulier onderwijs of het mbo. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
13/59
Het managementteam van de school bestaat uit: Directeur: Mevrouw I. Cornelissen Teamleider Teamleider Teamleider
Vivaldilaan 46 Assen Ullevi Emmen Lomanlaan 123 Hoogeveen Voltastraat 4c en 4d Hoogeveen
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
de heer J. de Goede de heer R. Knegt mevrouw S. van der Meulen
14/59
4
Missie en uitgangspunten
4.1
Missie
Zoals eerder in deze gids is genoemd, streven wij naar goed onderwijs en goede zorg voor iedere jongere. Iedere jongere heeft recht op onderwijs en ieder jongere kan zich ontwikkelen en wil leren. Daarom willen de scholen van RENN4 de leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden, gericht op het realiseren van hun toekomstperspectief en daarmee op een optimale plaats in de samenleving. Dat willen wij doen door zorgvuldig en zo snel mogelijk te schakelen naar een andere vorm van (speciaal) onderwijs of arbeid.
4.2
Uitgangspunten
Bij het realiseren van het onderwijsaanbod gebruikt De Atlas onderstaande uitgangspunten:
Het onderwijsaanbod past binnen de beleidskaders van RENN4. Het onderwijsaanbod is regionaal geformuleerd. Het onderwijsaanbod is gericht op schakeling naar regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid. Het onderwijsaanbod geeft een uitwerking van de kerndoelen voor het voortgezet speciaal onderwijs voor de uitstroomprofielen vervolgonderwijs en arbeid. In de onderbouw van het uitstroomprofiel vervolgonderwijs geven de kerndoelen van het voortgezet onderwijs richting aan het aanbod. In het aanbod Nederlands en rekenen en wiskunde zijn de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen ijkpunten voor wat betreft de voor de leerlingen te halen eindniveaus. Voor leerlingen die niet in staat worden geacht referentieniveau 1f (Nederlands) of 2f (rekenen) te halen, zijn de te behalen niveaus aangegeven in passende perspectieven rekenen en taal.
Iedereen die bij de jongere betrokken is, levert een bijdrage aan het opvoedingsproces. Onderwijs is een specifiek onderdeel van de opvoeding, dat zich in nauwe samenwerking met de gezinssituatie afspeelt. Samenwerking met de ouders achten we dan ook van groot belang. Hoe de leerkrachten de contacten met de ouders onderhouden, kan per leerling verschillen.
5
Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze wet zijn dat: reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek); scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat we meer in de eigen regio kunnen regelen. Uitgebreide informatie kunt u vinden op de website over Passend Onderwijs: www.passendonderwijs.nl
5.1
Samenwerkingsverbanden
Alle scholen van RENN4 maken deel uit van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In welk samenwerkingsverband de school zit, is vastgesteld door de minister van Onderwijs. De Atlas maakt deel uit van de volgende samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs: Samenwerkingsverband VO 22.01, Samenwerkingsverband VO Zuidoost Drenthe 22.02, en Samenwerkingsverband VO 22.03. Meer informatie over de samenwerkingsverbanden vindt u op: http://www.passendonderwijs-vo-22-01.nl/ http://www.swvzodrenthe.nl http://www.vo2203.nl/ Alle scholen in het samenwerkingsverband hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Ook de scholen voor voorgezet speciaal onderwijs hebben dit gedaan. Daarnaast hebben alle scholen, dus ook de speciale scholen, vastgesteld welke specifieke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben scholen beschreven in een ondersteuningsprofiel U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze (alle RENN4 scholen hebben het profiel ook op de website geplaatst). Ieder schoolbestuur heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt, moet zorgen voor een passende plaats. Als het schoolbestuur dat passend aanbod niet zelf kan organiseren, zullen ze uw kind begeleiden naar een school die wel voor een passende plaats kan zorgen.
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring
Zonder toelaatbaarheidsverklaring mogen de scholen voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs uw kind niet inschrijven. Een toelaatbaarheidsverklaring vraagt de school waar uw kind nu op zit aan bij de Commissie van Advies2. Deze commissie beoordeelt de aanvraag en geeft een advies aan het bestuur van het 2
In sommige samenwerkingsverbanden wordt deze commissie de Commissie van Toewijzing genoemd.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
16/59
samenwerkingsverband. Als het bestuur het advies van de commissie overneemt, krijgt u een toelaatbaarheidsverklaring waarmee uw kind ingeschreven kan worden. Een toelaatbaarheidsverklaring kent een bepaalde geldigheidsduur; de Commissie van Advies doet op basis van het dossier een uitspraak over de termijn. Als de termijn afloopt en uw kind kan nog niet terug naar het regulier onderwijs dan moet opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Voor leerlingen die zijn geplaatst in een zogenaamde residentiële setting, bijvoorbeeld in een kliniek voor jeugdpsychiatrie, is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig.
5.3
Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten
Leerlingen die nu al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten, en in het bezit zijn van een geldige cluster4-beschikking, mogen nog maximaal twee jaar op de school blijven. Als na die twee jaar blijkt dat ze langer zijn aangewezen op speciale ondersteuning moet, net als voor nieuwe leerlingen, een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.
5.4
Schoolondersteuningsprofiel
In het ondersteuningsplan legt elk samenwerkingsverband vast hoe zij het passend onderwijs voor elke jongere wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd. In het ondersteuningsplan zijn de schoolondersteuningsprofiel van de deelnemende scholen opgenomen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. U kunt het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband waar uw school onder valt, vinden op de volgende websites: http://www.passendonderwijs-vo-22-01.nl/documenten/ondersteuningsplan-2014-2018 http://www.swvzodrenthe.nl http://vo2203.nl/website/passend-onderwijs/doelen Op deze site is ook meer informatie te vinden over de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Wat de school kan bieden, staat uitgebreider beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. In dit profiel vindt u onder andere informatie over de basisondersteuning en de extra vormen van ondersteuning die onze school kan bieden. Omdat het schoolondersteuningsprofiel een nogal uitgebreid document is, hebben we het niet volledig opgenomen in deze schoolgids. U kunt het profiel inkijken op onze website. Op de startpagina (www.renn4.nl) gaat u naar de keuzemogelijkheid Scholen en vervolgens kunt u het schoolondersteuningsprofiel van de school van uw keuze aanklikken.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
17/59
6
De organisatie van de school
6.1
Schoolorganisatie
VSO de Atlas wordt aangestuurd door de provinciedirecteur. De provinciedirecteur heeft maandelijks overleg met de teamleiders op provinciaal niveau. De dagelijkse aansturing vindt plaats door de teamleiders in een wekelijks overleg met de leden van de Commissie voor de Begeleiding (zie 6.3). Momenteel telt de school ongeveer 300 leerlingen, variërend in leeftijd van 10-20 jaar verdeeld over 4 locaties in Drenthe. Op de school werken ruim 75 personeelsleden.
6.2
De samenstelling van het team
Het dagelijkse onderwijs wordt verzorgd door de leerkrachten. Ze werken met elkaar samen en kunnen voor een deel van de tijd geassisteerd worden door onderwijsassistenten of leerkrachtondersteuners. De leerkrachten worden hierbij ondersteund door de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Deze commissie bestaat uit de teamleider, de gedragsdeskundigen, de intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werk en de schoolarts. Daarnaast kunnen er andere disciplines, zoals logopedie, op school ingezet worden. Om de organisatie verder zo soepel mogelijk te laten verlopen, beschikt de school nog over enkele medewerkers op facilitair en administratief gebied. De school heeft regelmatig stagiaires van onder andere de PABO-, SPH-, SPW- en ALOopleidingen.
6.3
Commissie voor de Begeleiding
De Commissie voor de Begeleiding (CvB) bestaat uit gedragsdeskundigen, intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werkende, schoolarts en de teamleiders van de school. De commissie heeft de volgende taken: het vaststellen en bijstellen van het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) van de leerling; het evalueren van het ontwikkelingsperspectief en hiervan verslag doen aan het bevoegd gezag en de ouders; het adviseren over het schakelen van de leerling; het adviseren van het samenwerkingsverband over de begeleiding van de leerlingen; inzicht hebben in de onderwijsbehoeften van de leerling-populatie; het coachen en begeleiden van leerkrachten; het samenwerken met ketenpartners op leerling- en groepsniveau. De leden van de Commissie voor Begeleiding, de leerkrachten en de ouders werken samen bij de opstelling en uitvoering van het Ontwikkelingsperspectiefplan. Zo nodig wordt een multidisciplinair overleg gevormd om specifieke ondersteuningsvragen in kaart te brengen, doelen te bepalen en activiteiten te formuleren en uit te voeren.
6.4
De aanmelding van nieuwe leerlingen
Nadat de Commissie van Advies (CvA) positief heeft geadviseerd over de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring voor een leerling en het bestuur van het samenwerkingsverband de verklaring heeft afgegeven, wordt het dossier naar onze school gestuurd. Daarna wordt u gebeld voor een intakegesprek. Tijdens de intake wordt informatie verzameld over: cognitieve mogelijkheden, Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
18/59
leervorderingen, sociaal-emotionele vaardigheden, leervaardigheden, arbeidsvaardigheden, belangstelling en interesse, bevorderende en -belemmerende factoren en onderwijsbehoefte
De gedragsdeskundige en waar nodig de intern begeleider, doen op basis van dossieranalyse en het intake gesprek een voorstel voor het ontwikkelingsperspectief aan de Commissie voor de Begeleiding van de school. De Commissie voor de Begeleiding van de school stelt bij plaatsing binnen zes weken voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast in overleg met de ouders. Het ontwikkelingsperspectief wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan. In het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) staan naast de algemene gegevens van de leerlingen: De onderwijsrelevante beginsituatie; Het onderwijsaanbod: uitstroomprofiel, uitstroombestemming, de beoogde uitstroomdatum, de leerroute, het onderwijstraject en het vakkenpakket; Het integratief beeld van de leerling waarin de keuze van de uitstroombestemming en leerroute onderbouwd wordt. Leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben (ouder dan 16 jaar) worden actief betrokken bij de inhoud van het OPP en mogen daar ook zelf voor tekenen. Leerlingen krijgen de gelegenheid om van tevoren een kijkje te nemen en kennis te maken met de school en de leerkrachten.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
19/59
7
Doelen van het onderwijs
7.1
Wat en hoe
Binnen RENN4 richt het onderwijsaanbod zich op het schakelen van leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid. Binnen die doelstelling biedt De Atlas binnen de uitstroomprofielen Vervolgonderwijs en Arbeid verschillende leerroutes aan.
7.2
Uitstroomprofielen en leerroutes
De Atlas werkt haar onderwijsaanbod uit aan de hand van uitstroomprofielen en leerroutes. De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute. Binnen RENN4 kennen we twee uitstroomprofielen, namelijk vervolgonderwijs en arbeid, met daarbinnen verschillende leerroutes. Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs worden de leerlingen voorbereid op een uitstroom naar de leerroutes in het voortgezet onderwijs of naar de leerroutes in het middelbaar beroepsonderwijs. Binnen het uitstroomprofiel arbeid worden de leerlingen opgeleid voor een uitstroom naar arbeid of het praktijkonderwijs. Voor de beide uitstroomprofielen heeft RENN4 op schoolniveau streefdoelen vastgesteld. Uitstroomprofiel
Ambitieniveau
Vervolgonderwijs
80% van de leerlingen moet zijn uitgestroomd op het niveau en de bestemming die bij toelating zijn vastgelegd 80% van de leerlingen moet zijn uitgestroomd op het niveau en de bestemming die bij toelating zijn vastgelegd
Arbeid
7.3
Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs
De leerroutes binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs richt zich op het behalen van een vmbo-, havo of vwo-diploma. Leerlingen in dit uitstroomprofiel stromen in vanuit het speciaal onderwijs, het (speciaal) basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. De leerlingen zijn, cognitief gezien, in staat examen te doen en een diploma te halen. Zij zijn echter vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoeften op een school voor voortgezet speciaal onderwijs aangewezen. Met name in de onderbouw wordt gewerkt aan de schakeling naar het regulier voortgezet onderwijs. In de bovenbouw waar het realiseren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling steeds dichterbij komt, zal het onderwijs zich richten op het behalen van een diploma dat toegang biedt tot een middelbare beroepsopleiding. Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs wordt onderwijs gegeven in de volgende leergebieden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Nederlands Engels Wiskunde Mens en natuur Mens en maatschappij Kunst en cultuur
7. 8. 9. 10. 11.
Bewegen en sport Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief
Het onderwijsaanbod binnen dit profiel voorziet ook in stage (maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage) en burgerschap. De schoolloopbaan wordt afgesloten met een diploma of een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. In paragraaf 7.5 ‘Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs’ staat op welke wijze De Atlas invulling geeft aan de leergebieden.
7.4
Uitstroomprofiel Arbeid
De leerroute Arbeid is er voor leerlingen bij wie tijdens de overgang naar het VSO wordt ingeschat dat zij (eenvoudige) werkzaamheden zullen kunnen verrichten in loonvormende arbeid op de arbeidsmarkt, maar niet een volledig kwalificerend diploma kunnen behalen. Leerlingen in deze leerroute stromen vooral in vanuit speciaal onderwijs en het (speciaal) basisonderwijs, maar ook uit het regulier voortgezet onderwijs. Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaalemotionele vaardigheden en/of executief functioneren, biedt De Atlas binnen het profiel Arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden. Het onderwijs in de leerroute arbeid is gericht op een brede persoonlijke vorming, participatie in de samenleving en op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties maakt daar deel van uit. Daarnaast richt het onderwijs zich op het leren omgaan met de beperking of stoornis en bevordering van de zelfredzaamheid van leerlingen. Binnen het uitstroomprofiel arbeid wordt onderwijs gegeven in de volgende leergebieden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Nederlands Engels Rekenen en wiskunde Mens, natuur en techniek Mens en maatschappij Culturele oriëntatie en creatieve expressie Bewegen en sport Leren leren Leren taak uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van persoonlijk toekomstperspectief Voorbereiding op arbeid (beroepsoriënterende , interne en externe stage)
Het onderwijsaanbod binnen dit profiel voorziet ook in stage en burgerschap. De schoolloopbaan wordt afgesloten met een diploma of een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. In paragraaf 7.6 ‘Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Arbeid’ staat op welke wijze De Atlas invulling geeft aan de leergebieden.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
21/59
7.5
Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs
Bij het aanbieden van de vakken wordt gestreefd naar een zo breed mogelijk aanbod. De school probeert om bij de keuze voor een sector of profiel goed aan te sluiten bij de mogelijkheden en interesses van de leerling, maar ook bij het aanbod in het regulier voortgezet onderwijs. 7.5.1 Nederlandse taal Uitwerking Visie op Taal Onderstaande uitwerking geeft de betekenis weer van de visie op het taalonderwijsaanbod binnen het VSO voor het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Binnen het taalonderwijsaanbod worden de vakken Nederlands en Moderne Vreemde Talen gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen VSO en het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs leidend: 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2. De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3. De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4. De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. 6. De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10. De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten. Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 2S/3F en waar passend 3S/4F. Leerroute vmbo gt/havo Referentieniveau 3F (=2S) De leerling: kan actief en effectief deelnemen aan discussies, debatten en overleg, reageert adequaat op gesprekspartners, beschikt over een goede woordenschat; kan relatief complexe teksten lezen en de hoofdgedachte in eigen bewoordingen weergeven; kan de tekstsoorten benoemen en trekt conclusies over intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch lezen; kan met leeftijdgenoten discussiëren over de interpretatie en kwaliteit van de literaire teksten; kan gedetailleerde teksten schrijven waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden; kan aantekeningen maken van een helder gestructureerd verhaal. Opbrengsten meten Om de opbrengsten van het taalonderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende middelen ingezet: Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
22/59
Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar); Mogelijk: AVO-examen (onderbouw) en examentraining (bovenbouw), afhankelijk van het gevolgde onderwijsprogramma in individuele trajecten; Portfolio.
Taalgericht Vakonderwijs Alle teams binnen het VSO zijn getraind in Taalgericht Vakonderwijs (TVO). De kern van TVO is het volgende: "Docenten in alle vakken hebben te maken met leerlingen die verschillen in taalvaardigheid. Daarom werken we in TVO niet alleen gericht aan de ontwikkeling van schoolse taalvaardigheden, maar doen we binnen de vakdidactiek ook recht aan die variatie in taalvaardigheid door contextrijk vakonderwijs te bieden met taalsteun en vol interactie. Context is alles waarbinnen nieuwe lesstof past: alledaagse en vakkennis alsook voorkennis van leerlingen. Taalsteun aanbrengen houdt in: deelnemers zo lang als nodig is steun bieden bij het uitvoeren van de taaltaken. Interactie wordt bewerkstelligd door 'natuurlijke' gesprekken te voeren, taalgebruik uitlokken, variëren in verwerkings- en toepassingsopdrachten, samenwerken met de leerling en aandacht besteden aan strategieën. Kortom: docenten die taalgericht lesgeven zorgen voor contextuitbreiding, stellen taalsteun ter beschikking, geven feedback op taaluitingen, geven het goede voorbeeld en versimpelen niet, maar controleren begrip en hebben hoge verwachtingen”.
Interactie
1. De docent geeft gelegenheid tot natuurlijk gesprek tussen hem/haar en de leerlingen en tussen leerlingen onderling; 2. De docent biedt een variatie aan verwerkings- en toepassingsopdrachten; 3. De docent stimuleert het werken in duo's en groepjes; 4. De docent speelt in op de verschillende manieren van leren van de leerlingen. De leerlingen krijgen aanwijzingen voor een flexibel en alternatief gebruik van leerstrategieën.
Leren met taalsteun
5. De docent geeft duidelijke voorbeelden van de gewenste producten (bijv. schrijfopdrachten, presentaties, verslagen); 6. De leerlingen krijgen (talige) steun bij opdrachten (bijv. hulp in de kantlijn, specifieke katernen, reeksen van ondersteunende opdrachten); 7. De docent stimuleert de reflectie op product en proces door de leerlingen na terugkijken verbeterpunten te laten formuleren. Zowel vak- als taaldoelen worden besproken.
Leren in context
8. De docent geeft ruimte om de alledaagse en vakspecifieke voorkennis op te halen. De voorkennis sluit aan bij de leerstof; 9. De docent varieert in tekstsoort en media; 10. De docent verbindt alledaagse kennis en taal aan de schooltaal door de relatie te leggen met wat leerlingen al weten.
7.5.2 Engels Een zekere beheersing van de Engelse taal is belangrijk voor een brede maatschappelijke participatie en in veel vervolgopleidingen. Onderwijs in de Engelse taal is daarom van grote betekenis voor leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs. De inhoud van de kerndoelen en het niveau dat hierbij kan worden nagestreefd zijn, net als in het regulier voortgezet onderwijs, gekoppeld aan het Europees Referentiekader. Voor leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs geldt dat A2 uiteindelijk het streefniveau is. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
23/59
Om de opbrengsten van het Engels onderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende middelen ingezet:
Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar).
7.5.3 Rekenen/ Wiskunde Het wiskunde onderwijs in het VSO sluit aan bij het beheersingsniveau dat de leerling in het primair of speciaal onderwijs heeft bereikt en bij de leefwereld van de leerling. Bij sommige leerlingen kan, als gevolg van de beperking, sprake zijn van een wat andere, vertraagde of beperkte ontwikkeling op de gebieden ruimtelijk inzicht en/of begripsvorming. Problemen in de algemene informatieverwerking werken soms door in het automatiseren van vaardigheden op het gebied van rekenen-wiskunde. Voor leerlingen met een beperking of stoornis die doorwerkt in het sociale en communicatieve functioneren zal vaak een specifieke uitwerking van de kerndoelen op het gebied van het opzetten van een argumentatie, het uitleggen aan en begrijpen van anderen, het samenwerken en het met respect kritiek geven en krijgen nodig zijn. De leerlingen kunnen moeite hebben met het luisteren naar elkaar en met het accepteren van door anderen gevonden oplossingen. Het onderscheiden van meningen en beweringen en het werken met schattingen kan in het bijzonder voor leerlingen met een stoornis uit het autistisch spectrum moeilijk zijn.
Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar).
7.5.4 Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek In dit leergebied staat de toerusting van leerlingen voor hun rol als burger in de Nederlandse maatschappij centraal. Door middel van praktische ervaringen en reflectie daarop leren de leerlingen deze rol in verschillende situaties in te vullen: op school, op stage, op de arbeidsplaats en in de bredere maatschappij. Het leergebied is voor de leerlingen met uitstroomprofiel arbeid gericht op de zelfredzaamheid en de participatie van leerlingen in het private en publieke domein en op de participatie in arbeidsorganisaties en de (toekomstige) rol als werknemer. De onderdelen natuur en techniek van dit leergebied zijn gericht op vier thema's, namelijk zorg, planten en dieren, duurzaamheid en techniek. Deze thema's worden geplaatst in de context van school-, leef- en (toekomstige) werksituaties. Kenmerkend is dat de leerlingen op een praktische manier ervaringen opdoen waar ze in hun dagelijks leven, nu en in de toekomst, gebruik van kunnen maken. Ze verwerven kennis over en leren te zorgen voor zichzelf en andere planten en dieren duurzaamheid en het milieu en zij leren om te gaan met technische producten en processen. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding, het begrijpen van verschijnselen in de omgeving en de duurzame beheersing van de omgeving staat hierbij centraal, net zoals dat bij veel vervolgopleidingen voor dit vak centraal zal staan. Onderwijs in dit leergebied is daarom ook van grote betekenis voor onze leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs. Voor ‘Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek’ gaat het om het overbrengen van kennis waardoor de leerling beter in staat is de omringende wereld te begrijpen. 7.5.5 Kunst en cultuur RENN4 Drenthe stelt zichzelf tot doel kwalitatief goed cultuuronderwijs te bieden aan haar leerlingen, dat aansluit bij de kerndoelen van het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ze vindt cultuuronderwijs vooral van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen: Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
24/59
cultuuronderwijs leert hen op een nieuwe manier te communiceren over de eigen gevoelens en ervaringen. Juist leerlingen met psychiatrische en gedragsproblemen, zoals bij RENN4 Drenthe, kunnen veel baat hebben bij de aangereikte alternatieven voor het uiten van gevoelens en ervaringen (Projectgroep Passende Kwalificaties – kerndoelen VSO, 2011). Wel is de organisatie zich ervan bewust dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van haar leerlingen. Ze houdt in het cultuuronderwijs daarom rekening met de mogelijke beperkte verbeeldingskracht van veel cluster4-leerlingen. Daarnaast gaat RENN4 Drenthe mee in de huidige ontwikkelingen ten aanzien van cultuuronderwijs. De Rijksoverheid wil dat cultuuronderwijs een vast onderdeel wordt van het lesprogramma. Hiervoor is een speciaal programma ontwikkeld, Cultuureducatie met Kwaliteit (Onderwijsraad, 2012), dat scholen, die aangeven hun cultuuronderwijs verder te willen ontwikkelen, subsidieert. Ook hebben OCW, de PO-Raad en de gemeenten en provincies een bestuurlijk kader ondertekend waarin ze zich gezamenlijk verantwoordelijk noemen voor de financiële ondersteuning van de ontwikkeling van het cultuuronderwijs (Ministerie van OCW, 2013). RENN4 Drenthe maakt gebruik van deze mogelijkheden en heeft aangegeven medio 2015 de volgende doelstellingen te willen bereiken: RENN4 Drenthe heeft een eigen visie ontwikkeld op cultuuronderwijs en dit vastgelegd in een beleidsplan; De school voert zelf de regie op het cultuuraanbod: ze geeft desgewenst instellingen opdracht om op basis van de vraag aanbod te ontwikkelen en te organiseren; Er wordt gewerkt aan een goede relatie met de directe (lokale) culturele omgeving; Er werkt een opgeleide ICC-er of cultuuronderwijsdeskundige binnen elk team; De school is verbonden aan het cultuureducatieve netwerk van de gemeente; De school heeft jaarlijks een cultureel programma met structurele activiteiten. Er is nog geen doorgaande leerlijn, maar de school werkt aan de ontwikkeling van horizontale en verticale leerlijnen (medio 2017). Voor komend schooljaar staan er twee projectweken op het programma op iedere locatie van de school met als thema’s onder andere: Kunst & Cultuur, theater, museum, muziek, dans. Deze weken worden in de week voor de herfstvakantie en in de week voor de meivakantie georganiseerd. 7.5.6 Bewegen en sport Bewegingsonderwijs wordt minimaal twee keer per week aangeboden in de sporthal/gymzaal. De lessen worden gegeven door vakleerkrachten. Naast de reguliere bewegingsonderwijslessen wordt er ook regelmatig naar een alternatief gezocht in de vorm van fietsen, schaatsen, zwemmen etcetera. Het project Special Heroes draagt ook bij aan een bredere kennismaking met verschillende ‘takken van sport’. De kennismakingsprogramma’s starten altijd binnen de school. De regionale projectleider van Special Heroes werkt nauw samen met sportverenigingen en andere sportaanbieders in de buurt van de school én van de woonplaats van de leerlingen. Via de school worden ook ouders betrokken bij de sportkeuze. Zo ontstaan er voor de leerlingen mogelijkheden om in hun vrije tijd bij een sportvereniging te gaan sporten en bewegen. Tijdens de sportlessen mogen, in verband met de veiligheid, geen sieraden worden gedragen. Wanneer sieraden niet af kunnen of leerlingen weigeren ze af te doen worden ouders gevraagd schriftelijk toestemming te geven voor het dragen van de sieraden tijdens de les. Ouders zijn dan zelf aansprakelijk voor letsel dat tijdens de gymles ontstaat. Wanneer andere leerlingen letsel oplopen door leerlingen die hun sieraden niet af kunnen of willen doen, zijn de ouders eveneens zelf wettelijk aansprakelijk.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
25/59
7.5.7 Leren leren en leren taken uitvoeren ‘Leren leren’ en ‘leren taken uitvoeren’ zijn thema’s die vakoverstijgend worden aangeboden binnen de Atlas. Bij de start van een leerling en standaard één keer per jaar doen wij een meting met de Leervoorwaardentest om in kaart te krijgen wat een leerling kan en waar een leerling nog op uitvalt op deze gebieden. Daarnaast schalen wij de leerlingen in op de ‘Leerlijn leren leren’ om een nog duidelijker beeld te krijgen van ontwikkelingspunten maar ook van talenten van onze leerlingen. De leerlijn geeft duidelijk aan wat een leerling op een bepaald onderdeel in een bepaalde fase moet kunnen en geeft de leerkracht handreikingen voor vakoverstijgende doelen in de klas. Doelen met betrekking tot leren leren worden verwerkt in het didactisch groepsplan. Als een leerling een specifiekere individuele aanpak nodig heeft dan wordt er een doel met aanpak geformuleerd in het doelendeel van het ontwikkelperspectiefplan. De leerlingen met uitstroomperspectief vervolgonderwijs vullen zelf ook twee keer per jaar een competentielijst in, waarbij ze hun eigen arbeidscompetenties moeten beoordelen. De mentor controleert en bespreekt de uitkomsten hiervan met de leerling. Tijdens stage wordt er logischerwijs ook veel aandacht besteed aan leren leren en leren taken uitvoeren. Onder kopje ‘7.5.10 Stage’ wordt dit verder toegelicht. 7.5.8 Leren functioneren in sociale situaties De beperking en/of problematiek van leerlingen in het VSO maakt dat bepaalde competenties op sociaal, emotioneel en communicatief gebied, niet door iedereen als vanzelf worden ontwikkeld of kunnen worden geleerd. De ontwikkeling van deze competenties vraagt vaak extra zorg en aandacht. Binnen de Atlas geven wij hier invulling aan door de methode Positive Action en positief opgroeien. Aan de hand van deze methodes worden er elke week lessen gegeven over verschillende thema’s die betrekking hebben op het leren functioneren in sociale situaties. Naast deze lessen wordt er gedurende de week in de klas vakoverstijgend aandacht besteed aan de behandelde thema’s. Met name tijdens praktijkvakken en interne of externe stages wordt er door de docenten veel aandacht besteed aan het leren samenwerken, passend communiceren en het hierop reflecteren. 7.5.9 Stage Stage-activiteiten Emmen Voor de groepen in Emmen geldt dat er interne en externe stages zijn. Het doel van de stages is het opdoen van ervaring en het werken aan competenties. Tijdens de interne stage lopen de leerlingen mee met de conciërge of administratief medewerker, hebben ze keukendienst en verzorgen ze de koffie en thee. Naast de interne stages lopen de leerlingen externe stages. Dat begint met een snuffelstage en kan eindigen bij een plaatsingsstage, om vervolgens te kunnen schakelen naar arbeid of opleiding. De stagecoördinator, de heer G. Rass, werkt nauw samen met het stagebureau van de praktijkschool Emmen. Ook is er een aantal vaste stageplekken beschikbaar bij onder andere Broekman personeelsdiensten en Drenthea. Stage-activiteiten Assen Leerlingen van de locatie Assen kunnen gebruik maken van een intern en extern stage-aanbod. Het is de bedoeling dat leerlingen (werknemers) vaardigheden opdoen die hen kunnen helpen met een realistisch toekomstperspectief. Tijdens deze stage gaan leerlingen onder andere naar een camping in de buurt waar ze diverse werkzaamheden uitvoeren of werken leerlingen in groenactiviteiten om de school, waarbij het verzorgen van de omgeving centraal staat. Daarnaast lopen leerlingen externe stages bij een variatie aan bedrijven en instellingen in de regio. In samenwerking met UWV worden op school beroepskeuzetesten afgenomen bij leerlingen om zo de juiste richting te kunnen bepalen voor stage en vervolgonderwijs.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
26/59
Stage-activiteiten Hoogeveen ( Voltastraat en Lomanlaan ) Hoewel de locatie Voltastraat onderdeel is van een drie-milieuvoorziening i.s.m. Ambiq, waarbij wonen, dagbesteding / onderwijs en vrije tijd op één terrein plaatsvinden, gaan ook deze leerlingen aan het einde van hun behandeltraject, indien mogelijk, extern op stage. Op beide locaties volgen de leerlingen binnen uitstroomprofiel Arbeid als vast roosteronderdeel interne stages en leren op locatie als onderdeel van het arbeidstoeleidingstraject. Interne stages vinden bijvoorbeeld plaats binnen de sectoren groen, horeca, techniek en schoonmaak. Onder begeleiding van een docent vinden er ook buiten de school stages plaats (Leren Op Locatie) waarin een moestuin wordt aangelegd / onderhouden en werken we samen met Drentsch Landschap, SBB en Alescon. Bij de laatste (sociale werkvoorziening) doen leerlingen vooral ervaring op met productiewerk. Binnen al deze interne- en LOL stages wordt vooral gewerkt aan algemene competenties die nodig zijn in een arbeidsmatige situatie. Naast de interne stages lopen de leerlingen externe stages bij bedrijven in de directe omgeving. Er is dan al meer sprake van een arbeidsvoorbereidende fase waar meer aan vakspecifieke competenties gewerkt wordt. Deze kan ook overgaan in een plaatsingsgerichte stage waarna leerlingen geschakeld kunnen worden naar arbeid en/of opleiding. Laatstgenoemde groep leerlingen loopt meerdere dagen stage per week. Binnen uitstroomprofiel Vervolgonderwijs lopen leerlingen, indien mogelijk, stage wanneer dit in het belang is van hun ontwikkeling. Leerlingen die de stap moeten maken naar entree-onderwijs (of hoger niveau) zijn er vaak bij gebaat om door middel van een stage al te wennen aan datgene wat van hun ook verlangd wordt (het werken aan algemene- en beroepscompetenties) binnen het MBO onderwijs. 7.5.10 Methoden Leergebieden Nederlands
Vakken Nederlands
Wiskunde
Wiskunde Rekenen
Economie
Economie
Engels
Engels
Duits
Duits
Mens en natuur
Biologie Nask1
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
Methoden UPV Taallijnen Nieuw Nederlands Deviant Strux Netwerk Getal en ruimte Moderne Wiskunde Deviant Strux Economisch bekeken Praktische economie Pincode Worldwide Stepping Stones Real English Go for It Of Course Unicom Deviant Neue Kontakte Na Klar Biologie voor jou Reflex Nectar 27/59
Mens en maatschappij
Maatschappijleer Aardrijkskunde Geschiedenis
Kunst en cultuur Bewegen en sport Leren leren
Burgerschap Handvaardigheid, TeHaTex, muziek, themaweken Gymnastiek Persoonlijke ontwikkeling
Leren taken uitvoeren
Sociaal emotionele vorming Techniek, verzorging, stage, Horeca
Leren functioneren in sociale situaties
Sociaal emotionele vorming Stage
Ontwikkelen persoonlijk toekomstperspectief
Persoonlijke ontwikkeling Techniek, verzorging Stage
Blikopener WereldWijs, De Geo, Buitenland Feniks, sprekend verleden, Indigo
Inclusief inzet Special Heroes Breingeheimen Leren op maat Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Positief opgroeien Werkportfolio Verzorging voor jou Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Positief opgroeien, Positive Action Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Positief opgroeien Werkportfolio Tutorial in Opleiding: veiligheidscertificaat [VCA] Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma.
7.5.11 Actief burgerschap en Sociale Integratie Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lange tijd vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Wij achten het van belang dat onze scholen een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen. Vanaf 1 februari 2006 zijn scholen verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen, is vastgelegd in de wet en luidt: Het onderwijs: a. Gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
28/59
Binnen onze school worden de volgende activiteiten binnen het thema ‘sociale veiligheid, actief burgerschap en sociale integratie’ aangeboden: Aandacht voor de schoolregels; Schooltelevisie en gesprekken naar aanleiding van het nieuws; Nieuwsbegrip/nieuwsrekenen; Methode Positive Action; Deelname aan cultuurweken; Methode Kies (voor uitstroomprofiel arbeid) 7.5.12 Kampen, excursies en schoolreizen Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie, anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma. Aan deze activiteiten zijn soms kosten verbonden. De bijdrage die aan de ouders wordt gevraagd, is vrijwillig en deze mag geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact opnemen met de school als de gevraagde bijdrage een probleem vormt.
7.6
Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Arbeid
De leerroute Arbeid is voor leerlingen van 12 tot 20 jaar, waarvan wordt ingeschat dat deze leerlingen toeleidbaar zijn naar loonvormende arbeid, maar niet in staat zullen zijn om een volledig diploma te behalen. Binnen dit uitstroomprofiel kunnen de leerlingen uitstromen naar: praktijkonderwijs (in de onderbouw); arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met landelijk erkend(e) certificaat/certificaten; arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten en (beschermde) arbeid in sociale werkvoorziening Leerlingen stromen in deze route voornamelijk in vanuit het speciaal onderwijs, (speciaal) basisonderwijs, praktijkonderwijs en regulier voortgezet onderwijs. Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaal-emotionele vaardigheden en/of executief functioneren, biedt De Atlas binnen het profiel Arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden. Het onderwijs in de leerroute arbeid is gericht op een brede persoonlijke vorming, participatie in de samenleving en op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties maakt daar deel van uit. Daarnaast richt het onderwijs zich op het leren omgaan met de beperking of stoornis en bevordering van de zelfredzaamheid van leerlingen. In de onderstaande tabel zijn de leergebieden van de kerndoelen VSO uitgewerkt in het vakkenaanbod van de school. Leergebied Nederlands Engels Rekenen en wiskunde Mens, natuur en techniek
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
Vak Nederlands Engels Rekenen en wiskunde Koken Verzorging Biologie
Methode Deviant Deviant Deviant
29/59
Mens en maatschappij Culturele oriëntatie en creatieve expressie Bewegen en sport Leergebied overstijgend: Leren leren
Leren taken uitvoeren
Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief
Techniek Aardrijkskunde Geschiedenis Burgerschap Tehatex Techniek Sport Vak Nederlans, Engels, Rekenen en wiskunde, Mens, natuur en techniek, Mens en maatschappij. Stage Techniek Koken Sociaal emotionele ontwikkeling Sociaal emotionele ontwikkeling Stage LOB (LoopbaanOriëntatie en -Begeleiding) Stage Techniek Koken
Eigentijds Grenzeloos Deviant
Integraal onderdeel van alle lessen. Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma.
Positive Action Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma.
Voorbereiding op arbeid: stage Stages en Arbeidstoeleiding nemen een belangrijke plaats in binnen het onderwijs van De Atlas. Zo zullen leerlingen in de toekomst in de praktijk aan het werk gaan of zich aanmelden voor een mbo-opleiding. In beide situaties is het van essentieel belang dat de leerlingen hierop voorbereid zijn en bieden de stages de mogelijkheid om arbeidsvaardigheden te trainen. Onze school heeft een stagebureau die interne, STERK en externe stages voor de leerlingen organiseert. De interne stages zijn onder andere gericht op verzorging, (groen) onderhoud en technische vaardigheden. Leerlingen krijgen hier de kans om vaardigheden te oefenen, in sociale situaties te functioneren, taken uit te voeren en zich op een vakgebied te oriënteren. De STERK stages (van STage naar wERK) zijn bedoeld om leerlingen te laten voorbereiden op de externe stages. Leerlingen gaan met een begeleider van school op externe stage in kleine groepjes. De STERK stages zijn zoveel mogelijk gericht op de verschillende sectoren (landbouw, techniek, economie en zorg en welzijn). De externe stages zijn bedoeld als een oriëntatie op de arbeidsmarkt en om de dagelijkse praktijk op de arbeidsmarkt met zijn sociaal emotionele aspecten aan den lijve te ondervinden. Het betreft een brede persoonlijke vorming naar een participatie in de samenleving en een duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties kan daar een deel van uitmaken. De werkzaamheden en leerdoelen van een stage worden altijd contractueel in een stageovereenkomst vastgelegd. De stages zijn een integraal onderdeel van het lesstofaanbod. Het aanbod is gekoppeld aan het OPP (OntwikkelPerspectiefPlan) van de leerling. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
30/59
7.7
Sociaal emotionele ontwikkeling (SEO)
De lessen SEO worden geboden middels de methode Positive Action. Dit is een schoolbreed programma dat zich richt op het creëren van een plezierige leef- en leerklimaat. De lessen worden gegeven aan de hand van zes thema’s.
Thema Thema Thema Thema Thema Thema
1 2 3 4 5 6
: : : : : :
Wie ben ik? Gezond denken en gezond zijn. Hoe zorg ik voor mij zelf? Hoe ga ik om met anderen? Eerlijk tegenover jezelf en anderen. Jezelf blijven ontwikkelen
Een thema wordt behandeld aan de hand van verschillende onderwerpen. Elke thema bestaat uit vijf basislessen en één à twee optionele lessen. Tijdens de lessen komen de verschillende onderdelen van de Denken-Doen-voelen cirkels aan bod.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
31/59
8
Resultaten van het onderwijs
8.1
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
In het ontwikkelingsperspectiefplan staat beschreven hoe het ontwikkelingsperspectief van de leerling bereikt gaat worden. Dat doet de Commissie voor de Begeleiding van de school door een inschatting te maken van de doelen die een leerling kan behalen. Het ontwikkelingsperspectiefplan bestaat uit een leerrendementsverwachting en een uitstroombestemming. Een uitstroombestemming stelt de school vast door het combineren van de leerrendementsverwachting van alle leergebieden. Het OPP biedt handvatten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbegeleidingsbehoefte van een leerling. Het ontwikkelingsperspectiefplan laat duidelijk zien waar de school samen met een leerling naartoe werkt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn op de uitstroombestemming.
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling
De resultaten van de leerling worden onder andere gevolgd door het afnemen van methode gebonden en methode onafhankelijke toetsen. De resultaten van de toetsen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied extra hulp moet worden ingezet. Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting ontwikkelt. 8.2.1 Toetsen en testen Cito Cito wordt gebruikt om methode onafhankelijk te toetsen op leerontwikkeling. De Cito toets wordt afgenomen in Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en in de groepen Uitstroomprofiel Arbeid met een VMBO aanbod. Cito wordt begin van het schooljaar afgenomen. Hiervoor is gekozen omdat we veel wisselingen van leerlingen hebben gedurende een schooljaar. Er stromen veel leerlingen begin van het schooljaar in. Door de Cito aan het begin van het schooljaar te plannen, zijn direct bij de start alle gegevens aanwezig. Deviant De Devianttoetsen worden in Uitstroomprofiel Arbeid afgenomen. Deze toetsen worden net als Cito aan het begin van het schooljaar afgenomen. Het betreft de volgende toetsen: Reken niveautoets (RNT) Taal niveautoets (TNT) Engels niveautoets (LLA) Voor zowel de toetsen van Cito als Deviant geldt dat wanneer een leerling later in het schooljaar instroomt, de leerling alsnog de Cito of Devianttoetsen maakt (zo snel mogelijk na instroming). Assess Manage Navigate (AMN) AMN toetst net als Cito de vaardigheden rekenen en taal. AMN toetst aan de hand van de referentiekaders van de commissie Meijerink. AMN toetst verder, zodat de leerkracht beter inzicht krijgt waar een leerling nog aan moet werken. Op basis van deze toetsen kunnen de instructiegroepen geëvalueerd en eventueel aangepast worden. AMN zetten we in om de leerlingen gedurende het schooljaar te volgen, de toets wordt twee keer per jaar afgenomen in
alle groepen (in januari en mei) met uitzondering van leerjaar 4. In leerjaar 4 werken leerlingen naar de examens toe, waardoor deze toets niet meer ingezet hoeft te worden. In het volgende overzicht staan de niveaus waarop getoetst wordt. Ingedeeld per fase en per leerjaar. Fase 1 2 3
Niveau Op weg naar 1F 1F 1F / 2F
Leerjaar 1 2 3
Niveau 1F 2F 2F
Methoden gebonden toetsen (MTG) Methode gebonden toetsen worden door leerkrachten op basis van leerstofjaarplanners afgenomen. De normering van de methode wordt daarbij gehanteerd. Wanneer er geen normering vanuit de methode is vastgesteld wordt aan de volgende regel vastgehouden: 10 : aantal totale punten x aantal behaalde punten; of aantal behaalde punten : aantal totale punten x 10. Toetsen, werkstukken en boekverslagen worden tweemaal meegeteld voor het rapport. Een schriftelijke overhoring telt één maal mee. Voor zowel het uitstroomprofiel Arbeid als voor het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs zijn we bezig met het ontwikkelen van overgangsnormen. Naast de leertoetsen die in deze weken worden afgenomen, zijn leerlingen ook voor andere zaken op school, namelijk: Andere toetsen (luistertoets, schriftelijke overhoring); Werkstukken; Boekverslagen; Projecten; Remedial teaching en Praktijklessen. Competentielijsten De leerkracht vult voor de leerlingen competentielijsten in. Aan elke groep / fase is een competentielijst gekoppeld. In uitstroomprofiel arbeid, worden de competentielijsten ingezet voor stage. Leerlingen worden op de competenties beoordeeld. In het uitstroomprofiel vervolgonderwijs worden de lijsten ingezet om de voortgang en de ontwikkeling van de leerlingen te volgen, zodat de leerkrachten weten waar de leerlingen goed in zijn en waar de leerlingen nog aan moeten werken. Staatsexamen Leerlingen in uitstroomprofiel vervolgonderwijs kunnen certificaten halen middels het Staatsexamen. Leerlingen die de leerroute VMBO TL volgen, kunnen door middel van het behalen van bovengenoemde certificaten aan de eisen voldoen van een regulier VMBO TL diploma. Leerlingen die de leerrouten VMBO BB en KB volgen, kunnen de certificaten alleen voor de theorievakken gebruiken. Voor het praktijkgedeelte kunnen geen certificaten behaald worden. IVIO examens Leerlingen in het uitstroomprofiel arbeid kunnen diploma’s behalen door mee te doen aan IVIO examen. Leerlingen doen mee aan een algemeen vak en wanneer ze een voldoende behalen krijgen ze voor dat vak een diploma. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
33/59
Branchegerichte certificaten VCA is een branche certificaat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers. VCA wordt in fase 3 van het uitstroomprofiel arbeid aangeboden. Leerlingen kunnen hieraan meedoen en een VCA diploma behalen. Andere branchegerichte certificaten worden op maat aangeboden in het uitstroomprofiel arbeid. In de toekomst willen we meer branchegerichte cursussen aan gaan bieden. Leer voorwaardentest (LVT) De Leer voorwaardentest wordt twee keer per jaar afgenomen (september en mei) voor alle leerlingen. De leerkrachten vullen de test in, waarna de gedragsdeskundige deze kan interpreteren. De gedragsdeskundige koppelt dit terug naar de leerkracht. Door de LVT in te zetten, kan een beeld gevormd worden hoe de leerling zich ontwikkelt ten opzichte van de directe en indirecte leervoorwaarden. Wanneer dit is gesignaleerd, kan er door middel van aanknopingspunten gewerkt worden aan het wegnemen van belemmeringen. Leerlijn leren/leren De leerkracht scoort de leerlingen aan de hand van de leerlijn leren/leren. Hier is een werknormering voor vastgesteld, waardoor duidelijk is waar een leerling behoort te zitten op de leerlijn. Door dit te scoren, wordt duidelijk wat het volgende doel van de leerling is. De leerlijn leren/leren wordt drie keer per schooljaar ingevuld (september, januari en mei) en wordt in alle groepen afgenomen.
8.3
De uitstroom van onze leerlingen
8.3.1 Naar een andere school Om goed te kunnen beoordelen of een leerling er aan toe is om naar een andere school te gaan, houden we de ontwikkelingen van elke leerling bij. Op grond van de resultaten van het leerlingvolgsysteem, waaronder de toetsuitslagen, en op basis van de uitkomsten uit het Vraag Profiel Instrument (VPI) wordt een schakeladvies opgesteld. Met de uitkomsten uit het VPI wordt ook de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart gebracht voor de vervolgschool. Het advies bespreken we met de ouders. Als ouders er toestemming voor geven, verstrekken wij het laatste OPP eveneens aan de vervolgschool. Wij verzorgen de overdracht naar de vervolgschool. 8.3.2 Tussentijds schakelen Zoals gezegd zijn wij schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen op alle momenten geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs en niet alleen aan het einde van een schooljaar. Dit kan terug naar het reguliere voortgezet onderwijs zijn, naar het middelbaar beroepsonderwijs, praktijkonderwijs of een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. De Commissie voor de Begeleiding geeft hierover een advies. 8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs een diploma of een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. In het rapport staat informatie over de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van de leerling. De leerling binnen het uitstroomprofiel Arbeid krijgt een VSO-getuigschrift en eveneens een overgangsdocument. 8.3.4 Doubleren Doubleren betekent een schooljaar overdoen. Doubleren wordt op De Atlas over het algemeen niet als zinvol ervaren. Toch zijn er uitzonderingen mogelijk die de Commissie voor de Begeleiding kunnen doen besluiten om een leerling te laten doubleren. Dit kan bijvoorbeeld als een leerling een bijzonder heftige periode heeft meegemaakt waardoor de ontwikkeling is komen stil te staan. De leerling kan ook, om welke reden dan ook, een periode Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
34/59
hebben gehad waarin het minder de school bezocht. De Commissie voor de Begeleiding zal dan een afweging maken op basis van de volgende factoren: cognitieve-, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling, werkhouding en thuissituatie.
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen
Het afgelopen schooljaar hebben 104 leerlingen de school verlaten. Dit betrof 23 leerlingen van de locaties in Assen, 37 leerlingen van de locaties in Hoogeveen en 44 leerlingen van de locaties in Emmen. Voor 22 leerlingen3 uit het uitstroomprofiel arbeid was dit het laatst gevolgde onderwijs. In de onderstaande tabellen staat per locatie aangegeven om hoeveel leerlingen het gaat en waar ze naar toe zijn gegaan. Per tabel staat ook aangegeven of het uitstroomniveau van de leerlingen overeenkomt met wat we bij plaatsing op De Atlas hadden ingeschat. Locatie Assen Voorlopige schoolverlaters schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen Aantal in overeenstemming met uitstroomperspectief VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 3 n.v.t. VSO VMBO 8 n.v.t. MBO entree 1 1 Reguliere arbeidsplaats 3 3 Sociale werkvoorziening/sociale 1 1 werkplaats/beschermde werkomgeving Arbeidsmatige dagbesteding 2 2 Thuiszitter, niet meer leerplichtig 4 0 Anders 1 1 Locatie Hoogeveen Voorlopige schoolverlaters schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen Aantal in overeenstemming met uitstroomperspectief VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 16 n.v.t. VSO VMBO 1 1 Praktijkonderwijs 5 5 VMBO 1 1 MBO entree 5 5 Reguliere arbeidsplaats 2 0 Sociale werkvoorziening/sociale 1 1 werkplaats/beschermde werkomgeving Thuiszitter met leerplichtontheffing 2 0 Anders 4 0 Locatie Emmen Voorlopige schoolverlaters schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen Aantal in overeenstemming met uitstroomperspectief VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 3 3 VSO VMBO 1 1 MBO entree 8 6 MBO 2/3/4 17 17 3
Dit betrof 8 leerlingen uit Assen, 5 leerlingen uit Hoogeveen en 9 leerlingen uit Emmen.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
35/59
Reguliere arbeidsplaats Sociale werkvoorziening/sociale werkplaats/beschermde werkomgeving Arbeidsmatige dagbesteding Thuiszitter, niet meer leerplichtig Thuiszitter met leerplichtontheffing Thuiszitter zonder leerplichtontheffing Anders
8 1
8 1
1 1 1 2 1
0 0 0 0 0
Van de leerlingen die in het schooljaar 2013 – 2014 zijn uitgestroomd hebben we geïnformeerd hoeveel van hen nog op de vervolgopleiding zitten waar ze in september 2014 naar toe zijn gegaan. In de onderstaande tabellen ziet u per locatie het resultaat. Locatie Assen Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 Aantal leerlingen Aantal leerlingen dat nog op de vervolgopleiding zit VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 5 onbekend VSO VMBO 10 onbekend VMBO 1 onbekend MBO entree 8 8 MBO 2/3/4 9 8 Reguliere arbeidsplaats 2 2 Arbeidsmatige dagbesteding 2 2 Thuiszitter, niet meer leerplichtig 8 8 Thuiszitter met leerplichtontheffing 1 1 Locatie Hoogeveen Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 Aantal leerlingen Aantal leerlingen dat nog op de vervolgopleiding zit VSO cluster 3 1 1 VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 33 16 Cluster 4 Praktijkonderwijs 5 3 VMBO 2 1 MBO entree 3 2 Sociale werkvoorziening/sociale 6 2 werkplaats/beschermde werkomgeving Thuiszitter, niet meer leerplichtig 1 onbekend Anders 1 1 Locatie Emmen Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 Aantal leerlingen Aantal leerlingen dat nog op de vervolgopleiding zit VSO dagbesteding 1 1 VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs 10 8 Praktijkonderwijs 2 2 VMBO 2 2 MBO entree 2 2 Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
36/59
Reguliere arbeidsplaats Sociale werkvoorziening/sociale werkplaats/beschermde werkomgeving Anders
6 2
5 1
1
1
In onderstaande tabellen staat per locatie aangegeven het aantal leerlingen dat doorgestroomd is naar het daarop volgende leerjaar. Locatie Assen Doorstroom naar hoger leerjaar schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen naar hoger leerjaar
Percentage doorstroom
Van leerjaar 1 naar leerjaar 2
14 van de 17
82%
Van leerjaar 2 naar leerjaar 3
17 van de 20
85%
Van leerjaar 3 naar leerjaar 4
12 van de 16
75%
Van leerjaar 4 naar leerjaar 5
3 van de 20
15%
Locatie Hoogeveen Doorstroom naar hoger leerjaar schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen naar hoger leerjaar
Percentage doorstroom
Van leerjaar 1 naar leerjaar 2
4 van de 6
67%
Van leerjaar 2 naar leerjaar 3
8 van de 8
100%
Van leerjaar 3 naar leerjaar 4
5 van de 6
83%
Locatie Emmen Doorstroom naar hoger leerjaar schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen naar hoger leerjaar
Percentage doorstroom
Van leerjaar 1 naar leerjaar 2
13 van de 16
81%
Van leerjaar 2 naar leerjaar 3
11 van de 13
85%
Van leerjaar 3 naar leerjaar 4
19 van de 22
86%
Van leerjaar 4 naar leerjaar 5
9 van de 10
90%
Op het moment dat de schoolgids werd aangeleverd waren de gegevens in bovenstaande tabellen nog niet allemaal definitief. Het betreft een voorlopige stand van zaken. Conclusie Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs is 90 procent uitgestroomd op het vastgestelde uitstroomperspectief. Een jaar later zit 72 procent van de uitgestroomde leerlingen nog op een Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
37/59
vervolgopleiding. Het uitstroompercentage ligt boven het ambitieniveau (80 procent) voor het uitstroomprofiel. Binnen het uitstroomprofiel arbeid is 90 procent uitgestroomd naar betaalde arbeid. Een jaar later heeft 64 procent van de uitgestroomde leerlingen nog een arbeidsbetrekking. Het uitstroompercentage ligt boven het ambitieniveau (80 procent) voor het uitstroomprofiel.
8.5
Schoolontwikkeling
8.5.1 Het afgelopen jaar 2014 – 2015 Het afgelopen schooljaar hebben we op verschillende terreinen verbetertrajecten ingezet, geëvalueerd en/of afgerond. Hieronder een niet volledige opsomming: Locatie Assen: Het is een goed jaar geweest voor De Atlas Assen. Het onderwijsteam is stabiel en kwalitatief op orde. Uitgaande van het feit dat de leerkracht voor de klas, de sleutelfunctionaris is in borging van kwaliteit; is De Atlas Assen op de goede weg. Het inspectiebezoek in oktober 2014 met een positief resultaat is hiervan een bevestiging. De Atlas Assen is trots op: haar aantoonbare kwaliteit, vastgesteld door inspectie van onderwijs. een jong en ambitieus team, volop in ontwikkeling. Locatie Hoogeveen: Het schooljaar 2014 – 2015 is een jaar waarin kwaliteitsverbetering voorop stond. Medewerkers zijn ruimschoots geschoold en hebben gelegenheid gekregen om kennis te vergaren. Er zijn duidelijke protocollen, instroom, doorstroom, uitstroom , evaluatie OPP/HP en opbrengsten notitie . Wij zijn trots op: Hechtere samenwerking met Ambiq in het kader 1 kind een plan. Opbrengsten beter in beeld door toetsrooster en opbrengstennotitie. Invoeren Kwaliteits Management Systeem KMS. Aantoonbare kwaliteit, vastgesteld door inspectie van onderwijs in maart 2015 Locatie Emmen: Afgelopen schooljaar was een intensief schooljaar waarin er een grote verhuizing heeft plaats gevonden. De oude locatie aan de Houtweg is gesloten en de nieuwe locatie aan de Ullevi is in februari 2014 in gebruik genomen. Deze nieuwe locatie heeft ruimte voor 6 lesgroepen, echter er moesten 10 lesgroepen ingericht worden. De lesgroepen die niet ondergebracht konden worden aan de Ullevi zijn ondergebracht aan de Flintstraat, een oude voorziening van het Drenthe College. De Op de Rails, is ondergebracht bij het OPDC . Door de verhuizing(en) is er een intensieve samenwerking met de buren ontstaan: de praktijkschool Pro Emmen, het Drenthe College en het OPDC Emmen. Het team heeft intensief gewerkt aan het neerzetten van een positieve werkcultuur en leercultuur in de nieuwe school op basis van de 5 kernwaarden van RENN4. De locatie Emmen is trots op: De nieuwe locatie Haar leerlingen Haar Personeel De volledig in eigen beheer omschreven leerlijn koken en Welzijn! Haar positie in het Samenwerkingsverband
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
38/59
8.5.2 Het huidige jaar 2015 – 2016 Voor dit schooljaar staan onder andere de volgende punten op de agenda: Beleid: Invoer Schoolveiligheid (MAP). Evaluatie in 2015-2016 Cultuur visie is geschreven. Implementatie leerlijn cultuur 2015-2016 Rookvrije school: Hoogeveen en Assen moeten hier nog vorm aan geven. Samenwerkingspartners worden hierin meegenomen. SOP. Jaarlijkse evaluatie is noodzakelijk in 2015-2016 Opbrengsten notitie VSO moet worden aangepast nav onderwijsmodel aanpassingen VSO 2015-2016 Herijken ICT beleid op basis evaluatie 2014-2015 ism onderwijsadviseurs Organisatie: Kwaliteitsnorm speciaal onderwijs audits en evaluaties 2015-2016 Beleid ontwikkelen op maatwerk ism de onderwijsadviseurs ICT implementatie DOTCOM school Financiën Werkprocessen centraal en decentraal beleggen Mensen: Scholing DOTCOM school Professionaliseren vak leerkrachtondersteuners tot praktijkleerkrachten. Professionaliseren allround leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten middels centrale scholing Teamgericht aansturen Integratie medewerkers nieuwe scholen in Drenthe binnen RENN4 Primair proces: Implementatie Positive Action VSO De Atlas Implementatie herijkt onderwijsmodel en opbrengsten notitie inclusief Edunova Vervolg special Heroes fase 2 naschoolse sportactiviteiten Realisatie doelen Eduwiek vanuit gezamenlijkheid windroos en Atlas Hoogeveen Partners: Gezamenlijk optrekken met partners met als doel inrichten maatwerk volgens 1 kind 1 plan Actief op zoek naar samenwerkingspartners in kader symbiose onderwijs Warme overdracht leerlingen naar MBO mbv Intergrip Deelname aan relevante adviesorganen, werkoverleggen met netwerkpartners Reflectie: Klanttevredenheidsonderzoek Audits in kader landelijke kwaliteitsnorm Kwaliteit management Systeem (KMS) evaluaties Schoolondersteuningsprofielen Jaarplannen Evaluatie opbrengsten onderwijs, scholing,
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
39/59
Locatie Assen De Atlas Assen is een nieuwbouwproces opgestart. De nieuw te bouwen locatie is geschikt voor 105 leerlingen. Nu is de school ingericht op 120 leerlingen. Dat betekent dat de schoolorganisatie mogelijk een andere vorm zal krijgen. Daarnaast is van belang dat de kwaliteit van het onderwijsteam op orde blijft. Dit is een bijzonder punt van aandacht. Leerkrachten van nu zijn veelal ingestroomd via invalwerk, andere mogelijkheden om nieuw personeel te werven zijn niet voorhanden. Uit de praktijk blijkt de afgelopen maanden dat kandidaten voor invalwerk niet of nauwelijks te werven zijn. Naast borgen van de onderwijskwaliteit in de klas, wil de locatie nog doelgerichter anticiperen op de zorgvragen rondom de leerlingen, waarbij uitgangspunt is: Onderwijs is leidend De leerkracht in zijn klas is leidend, met de leerling met zijn context, afgestemd met ketenpartner. Locatie Hoogeveen Het schooljaar 2015 – 2016 zal mede in het teken staan van de nieuwbouw Eduwiek. Naar verwachting is in juni 2015 bekend welke aannemers worden gecontracteerd. Vervolgens kan voor de vakantie nog gestart worden met bouwen, zodat de school eind 2016 kan worden opgeleverd. De school kan dan na de kerstvakantie, in januari 2017 in gebruik worden genomen. Verder zal in 2015-2016 de kwaliteitsverbetering op de locatie verder doorgevoerd worden, hiervoor wordt het kwaliteitsteam de Atlas Hoogeveen ingezet en zullen er analyses uitgevoerd worden op de kwaliteit van OPP/HP, klassenobservaties en schorsingen. Locatie Emmen Komende schooljaar staat vooral in het teken van: het opbrengstgericht werken. Het implementeren van de verschillende tools die daar voor nodig zijn en het in trainen van de vaardigheden bij de leerkrachten met betrekking tot opbrengstgericht werken. De bijzondere trajecten in symbiosecontracten vormgeven. Participeren in werkgroep Tussenvoorziening. Verder ontwikkelen van ervarend leren. Het normaliseren van het onderwijs om op die manier een betere aansluiting met het VO te bewerkstelligen, dit kan door middel van het optuigen van symbiose klassen. Door ontwikkelen van het ervarend leren, met als eind doel 3 excursie waarvan 1 buitenlandse, net als in regulier VO gebruikelijk is.
8.6
Onderwijsinspectie
De Onderwijsinspectie heeft tot taak om toezicht te houden op het onderwijs. Binnen het inspectietoezicht staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”. Van de bevindingen wordt een rapport gemaakt. Dit rapport maakt de inspectie openbaar op haar website www.onderwijsinspectie.nl. RENN4 maakt de inspectierapporten ook zelf openbaar door publicatie op de website. Als u op de startpagina (www.renn4.nl) bij de keuzemogelijkheid Scholen de school kiest waarin u geïnteresseerd bent, kunt u daar het laatste inspectierapport inzien. Alle locaties van De Atlas staan onder basistoezicht van de Inspectie van het Onderwijs. Dit betekent dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende is Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
40/59
De Atlas valt onder de Inspectie van het Onderwijs kantoor Zwolle, Postbus 10048, 8000 GA Zwolle. Voor vragen over het onderwijs in het algemeen of de Inspectie in het bijzonder kunt u bellen met telefoonnummer 088-669 60 60 of mailen naar
[email protected]. Informatie over de Onderwijsinspectie vindt u op www.onderwijsinspectie.nl Vertrouwensinspectie Binnen de Inspectie van het Onderwijs heeft een klein team van inspecteurs naast hun toezichthoudende taak een bijzondere taak: zij zijn vertrouwensinspecteur (VI). De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111. U kunt contact opnemen met de vertrouwensinspectie als er sprake is van fysiek geweld, pesten, discriminatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vindt u op: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
41/59
9
Ouders
9.1
Samenwerken met ouders
Als uw kind bij ons aangemeld wordt, betekent het dat er problemen zijn met betrekking tot het gedrag van uw kind. Deze problemen kunnen zich op school, thuis en in de vrije tijd voordoen. Samenwerking met u en andere instanties vinden wij daarom van groot belang. Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Aan het onderwijs voor uw kind kunt u een belangrijke bijdrage leveren als ervaringsdeskundige. Immers, u bent degene die uw kind vanuit de thuissituatie het beste en het langste kent. De leerkracht kan van u dan ook belangrijke informatie krijgen over het functioneren en de behoeften van uw kind. Bovendien hebt u wellicht al ervaring met verschillende vormen van aanpak en de effecten daarvan. Wij spreken van educatief partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen voor het onderwijs. Dit wordt ondersteund door het ondertekenen van het document gezamenlijke verantwoordelijkheid en het agressiedocument. Leerkrachten kijken vanuit hun eigen specifieke deskundigheid naar uw kind. U mag van hen verwachten dat zij u regelmatig en objectief informeren over het functioneren van uw kind op school, dat zij actief luisteren naar u en dat zij betrokken zijn bij het welzijn van uw kind. U en de leerkracht zijn gelijkwaardige gesprekspartners bij de samenwerking voor uw kind. Dat betekent dat u beiden elkaars deskundigheid en mening respecteert. Het opbouwen van een vertrouwensband is belangrijk voor een goede samenwerking. De school heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de ondersteuning van uw kind. Deze ontstaat wanneer uw kind naar de mening van de school wordt bedreigd in zijn of haar ontwikkeling en niet de hulp krijgt die het nodig heeft. In overleg met u zullen dan externe hulpverleningsinstanties ingeschakeld kunnen worden of de school zal zelf contact opnemen met de aangewezen hulpverlenende instanties. Samen bereiken we meer. U als ouder en wij als school hebben immers dezelfde opdracht: uw kind voorbereiden op en begeleiden naar de volwassenheid.
9.2
Het belang van de betrokkenheid
Om het doel, dat we ons samen met u gesteld hebben, zo goed en snel mogelijk te bereiken, vinden wij het van groot belang dat school en ouders de verantwoordelijkheid voor de begeleiding delen. We verwachten van ouders een constructieve opstelling. Dat houdt ook in dat we ouders voor OPP-besprekingen op school verwachten, dat de leerkrachten welkom zijn op een eventueel huisbezoek maar ook dat u bij ziekte of ander verzuim tijdig (tussen 8.00 en 8.30 uur ‘s morgens) contact met ons opneemt. Wij nemen contact met u op als dat nodig is (bijvoorbeeld bij onverwachte gebeurtenissen of ontwikkelingen). Wij moeten hiervoor kunnen beschikken over de juiste gegevens zoals uw adres, telefoonnummer en e-mailadres. Het is uw taak de gegevens en eventuele wijzigingen door te geven aan de leerkracht en de administratie. De ouders van nieuwe leerlingen vragen wij een formulier in te vullen met vragen over onder andere het sofinummer van de leerling, adresgegevens van de ouders en adresgegevens van iemand die in geval van nood, als u niet bereikbaar bent, benaderd kan worden.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
42/59
9.3
Informatievoorziening
9.3.1 Schoolgids Aan het begin van het schooljaar is voor iedereen de schoolgids beschikbaar via de website van RENN4: www.renn4.nl Onder de knop Scholen kunt u de schoolgids van de betreffende school aanklikken. In principe geven we geen “papieren” schoolgids meer uit. U kunt aangeven dat u toch een papieren schoolgids wilt ontvangen; wij zullen daar dan voor zorgen. 9.3.2 Nieuwsbrief Gedurende het schooljaar verschijnt enkele malen per jaar een nieuwsbrief voor ouders met nieuws en wetenswaardigheden van de school of een groep. 9.3.3 Websites Op de website van RENN4 www.renn4.nl, vindt u onder andere de algemene informatie over RENN4 en haar scholen. U kunt daarbij denken aan contactgegevens, de schoolgids en de vakantieregeling. 9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie De school kent verschillende momenten waarop u als ouder in de gelegenheid wordt gesteld over uw kind te praten of om meer van de werkwijze van de school te weten te komen. Als ouders gescheiden zijn en het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, gaat de informatie van school in beginsel naar beide ouders, tenzij anders gezamenlijk is afgesproken. Uitgangspunt is dat beide ouders ook voor besprekingen en andere activiteiten gelijktijdig worden uitgenodigd. Alleen als één van de ouders bezwaar maakt tegen de aanwezigheid van de andere ouder, wordt de mogelijkheid geboden om een apart gesprek te voeren. De Atlas hecht veel waarde aan het contact met u en aan uw betrokkenheid bij het onderwijs. We organiseren de volgende contactmogelijkheden. 9.3.5.1 Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Aan het einde van het schooljaar worden de OPP’s geëvalueerd. U krijgt het OPP van tevoren opgestuurd. Tijdens de bespreking wordt het plan dan geëvalueerd en tegelijk worden de doelen voor het nieuwe schooljaar besproken en vastgesteld. Het OPP voor het nieuwe schooljaar wordt dan ondertekend. 9.3.5.2 Rapportbespreking
De leerlingen krijgen twee maal per jaar een rapport mee. Het eerste rapport in januari/februari. De rapporten worden met de ouders besproken. 9.3.5.3 Groepsouderavond
Aan het begin van het schooljaar wordt er een groepsouderavond georganiseerd. U wordt dan geïnformeerd over de gang van zaken in de groep van uw kind en ouders kunnen kennismaken met elkaar. Het is tijdens deze avond niet de bedoeling om over individuele leerlingen te spreken. 9.3.5.4 Telefonisch contact
Ouders kunnen elke werkdag tussen 08.00 uur en 08.30 uur en ’s middags tussen 14.30 uur en 16.00 uur telefonisch contact met de school opnemen voor het maken van een afspraak met de leraar. Het telefoonnummer van de diverse scholen is te vinden in Hoofdstuk 13 Contact.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
43/59
9.4
Medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van leerlingen, personeel, ouders en school. De MR van De Atlas en De Aventurijn vergaderen samen. De provinciedirecteur is op uitnodiging bij de vergadering aanwezig. De MR vergadert zeven keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. De MR houdt zich vooral bezig met beleidsmatige zaken rond de school. Tijdens de vergaderingen van de MR kunnen de volgende zaken besproken worden: Vaststellen van het schoolplan; Vaststellen van het formatieplan; Ondersteuningsstructuur; Begroting; Fusies/reorganisaties; Nieuwbouw en ingrijpende organisatorische veranderingen. Ook levert de MR een lid voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van RENN4. De MR onderhoudt, via de GMR, contacten met het College van Bestuur van RENN4. De leden van de MR hebben een zittingsduur van drie jaar en kunnen daarna herkozen worden. Zolang hun kinderen op school zitten, kunnen ouders zich beschikbaar stellen voor de MR. Wanneer er nieuwe leden nodig zijn voor de MR krijgt u hiervan schriftelijk bericht. Ouders hebben dan tien dagen de gelegenheid om zich aan te melden als kandidaat. Bij meerdere kandidaten volgt er een schriftelijke stemming. Bij evenveel kandidaten als zetels worden de aangemelde kandidaten automatisch gekozen, indien er bij de ouders geen bezwaren tegen de kandidaten zijn. De MR onderhoudt contact met de ouders via de schoolkrant, de nieuwsbrief en de website. De notulen van de vergadering liggen ter inzage op school en worden gepubliceerd op de website. De MR van De Atlas bestaat in het schooljaar 2015 – 2016 uit de volgende leden: MR De Atlas PMR Linda Eikenaar Nadine Figaroa (penningmeester) Jelle Hiemstra (notulist) MR De Aventurijn PMR Margot Reinink (voorzitter) Marion Schuitema (secretaris)
9.5
OMR Vacature Vacature
Leerling geleding Vacature Vacature
Vacature
OMR Michel Jansen Jessica Boelen
Leerling geleding Vacature Vacature
Leerlingenraad
Op alle locaties van de Atlas zijn leerlingadviesraden (LAR) geïnstalleerd. Uit elke klas is een leerling gekozen d.m.v. verkiezingen in de klas. De school wil door deze LAR de band met de leerling versterken. De LAR komt één keer per maand bijeen en vergadert dan met de teamleider van de locatie. Thema’s kunnen zijn: gebruik van mobiele telefoons, veiligheid, feestelijke bijeenkomsten, pedagogisch klimaat (sfeer op school) maar ook het onderhoud van de gebouwen of inrichting van het schoolplein.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
44/59
9.6
Ouderraad
De ouderraad bestaande uit ouders, medewerkers van de school en de voorzitter van de LAR. De voorzitter van de LAR heeft een voortrekkersrol en een voorbeeldfunctie als het gaat om het laten zien van positief gedrag. Positief gedrag zet aan tot positieve acties en dit leidt tot een positief gevoel en werk- en leeromgeving voor alle jongeren, ouders en personeelsleden in en om de school. Daarnaast zorgt de ouderraad ervoor dat: de ouders en de buurtgemeenschap bij evenementen en activiteiten in het kader van het positief pedagogisch klimaat worden betrokken; er evenementen en activiteiten in het kader van het positief pedagogisch klimaat worden georganiseerd; er complimentjes worden gegeven aan leerlingen, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel om positief gedrag te bekrachtigen; de leerkrachten bij de uitvoering van het lesaanbod worden ondersteund met passend materiaal; toezicht op een positief pedagogisch klimaat in en om de school.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
45/59
10 Geldzaken 10.1 Verzekering Ieder jaar wordt voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een scholenongevallenverzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone ziektekostenverzekering wordt gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. Het is ook aan te raden dat u zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluit.
10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld. Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken, wordt een bijdrage naar evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij stellen uw bereidwilligheid om een vrijwillige bijdrage te leveren erg op prijs. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden. De ouderbijdrage is vastgesteld op € 50,00.
11 Regelzaken en verplichtingen 11.1 Schorsing In de praktijk kan het in voorkomende gevallen nodig zijn dat een leerling tijdelijk niet op school aanwezig is. De provinciedirecteur van de school is bevoegd tot het schorsen van leerlingen; hij kan de teamleider mandateren om namens hem een schorsing uit te spreken. Wanneer de leerling daadwerkelijk wordt geschorst dienen de ouders of verzorgers de leerling zo nodig op te halen van school. Het schorsen van leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het gaat daarbij om het volgende:
de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna schriftelijk bevestigd. bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging, is het van belang aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen). de provinciedirecteur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders plaatsvindt. Dit wordt in het telefonisch contact en in de brief aangekondigd.
Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de leerling. Dit betekent dat gezorgd moet worden voor huiswerk en dat een afspraak gemaakt wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief bevat ook informatie over de bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag (het College van Bestuur van RENN4) schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de provinciedirecteur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking. De schorsingsbrief gaat in afschrift naar het College van Bestuur van RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (bij schorsing voor meer dan één dag).
11.2 Verwijdering In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot verwijdering van de leerling. Dit is het geval als het gedrag van de leerling een veiligheidsrisico vormt voor de andere leerlingen en/of de medewerkers van de school. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet van toepassing is, vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een school voor voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling voor educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten. Van een verwijdering krijgt u schriftelijk bericht. In de brief wordt tevens gewezen op de bezwaarmogelijkheden die u hebt. Het bevoegd gezag deelt een verwijdering voorafgaand aan een verwijdering aan ouders mee. Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunt u bij het bevoegd gezag schriftelijk uw bezwaren kenbaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren. De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet overgedragen aan de provinciedirecteur van de school. Verwijdering van leerlingen kan alleen plaatsvinden door het College van Bestuur. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
47/59
Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en nakijken).
11.3 Lesuitval Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is ervoor te zorgen dat de groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende leerkracht, is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats. Als er geen vervanging of alternatief voorhanden is, kan als uiterste maatregel besloten worden om leerlingen thuis te laten blijven. In verband met vervoer maken wij dit waar mogelijk een dag van te voren bij u bekend. Wanneer een ouder niet wordt bereikt, wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd contact te krijgen met u.
11.4 Leerplicht en verlofregeling 11.4.1 Leerplicht In Nederland kan elk kind naar school. Het belang van onderwijs voor het kind zelf en de samenleving is zo groot dat hiervoor de leerplicht is ingesteld. Iedereen is vanaf de leeftijd van vijf jaar tot en met het schooljaar waarin hij of zij zestien jaar wordt geheel leerplichtig (zie ook de website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht). 11.4.2 Verlof Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de specifieke aard van het beroep van één van de ouders van de leerling. Dit verlof mag één keer per jaar voor maximaal tien schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd bij de provinciedirecteur. Dit verlof mag niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar vallen. Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewichtige omstandigheden”. Bij minder dan tien schooldagen kan de provinciedirecteur dit verlof verlenen. Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de leerplichtambtenaar nodig. Voorbeelden van gewichtige omstandigheden: Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan geschieden; Verhuizing; Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad. Bevalling van moeder of verzorgster; Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
48/59
Per situatie zal door de provinciedirecteur van de school (tot en met de eerste tien dagen verlof) of door de leerplichtambtenaar (wanneer het gaat om meer dan tien dagen verlof) bekeken worden of het verlof wordt toegewezen. 11.4.3 Afwezigheid Afwezigheid van een leerling moet voor de start van de lessen worden gemeld. De afwezigheid wordt vervolgens geregistreerd. Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is, worden deze bezoeken op school gemeld. Vergeet u niet, in geval van taxivervoer, de afwezigheid ook tijdig te melden bij het taxibedrijf. 11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot een geldboete. De provinciedirecteur heeft de wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. Indien leerlingen, door omstandigheden, buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient u dit, in verband met wettelijke bepaling, vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de leerplichtwet worden gevolgd. Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken. 11.4.5 Slechtweerprotocol In de wintermaanden kan het voorkomen dat het erg slecht weer is. Voor leerlingen die met de taxi naar school komen, kan dit betekenen dat ze niet naar school kunnen komen omdat de taxibedrijven niet rijden. Leerlingen die dicht genoeg bij school wonen om veilig naar school te komen, worden op deze dagen gewoon op school verwacht. Als vanwege naderend slecht weer het openbaar vervoer besluit om vanaf een bepaald tijdstip niet langer te rijden, kan de school besluiten de leerlingen eerder naar huis te sturen. Er wordt dan wel eerst nagevraagd of er thuis iemand aanwezig is. 11.4.6 Ontheffingen Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de Inspectie van het Onderwijs ontheffing voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd.
11.5 Dossiers Afspraken over het omgaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd. Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de volgende eisen:
Onderzoeken en testen ouder dan twee jaar worden niet meer gebruikt voor de beeldvorming van de leerling; Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard; Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd; Ouders hebben inzagerecht in het dossier van hun kind; Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien; Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien; Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers; Dossiers worden bewaard op school en mogen niet worden meegenomen;
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
49/59
Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de ouders.
11.6 Klachtenregeling Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de pagina Over RENN4 - klachtenregeling op www.renn4.nl. Voor wie is de regeling bedoeld De klachtenregeling is bedoeld voor (ex-)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige (ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager als aangeklaagde zijn. Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen? Als er iets is voorgevallen, kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen: bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht; bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de teamleider van de school of met de provinciedirecteur; bespreek een voorval dat de provinciedirecteur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het College van Bestuur van RENN4. Binnen tien werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen. Een klacht indienen U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord. Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld. Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina Over RENN4 onder klachtenregeling op www.renn4.nl. Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school/afdeling. De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen tien werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de klachtenregeling. Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag Hebt u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt: 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor. 3. Binnen vier weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager en aangeklaagde. Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie Hebt u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt: 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting. Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
50/59
3. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het bevoegd gezag. 4. Binnen vier weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van de school. Contactgegevens Contactpersoon van de school Mevrouw T. Frie Postbus 17 9422 ZG Smilde t. 0592-414508
[email protected] Externe vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders Vertrouwenspersoon GGD voor de provincies Friesland en Groningen: Mevrouw A. Tadema Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden t. 088-2299222
[email protected] Vertrouwenspersoon GGD voor de provincie Drenthe: De heer G. Helder Postbus 144, 9400 AC Assen t. 0592-306300
[email protected] Klachtencommissie RENN4 Klachtencommissie RENN4 Postbus 8091, 9702 KB Groningen
[email protected] Landelijke klachtencommissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht t. 030-2809590
[email protected] Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4 Drs. L. de Boom en J. Jonker MSc Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050-3098888
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
51/59
11.7 Veiligheid Een veilig schoolklimaat vinden wij erg belangrijk. Wij geven met elkaar inhoud aan de “Veilige School” door o.a.
Gedragsregels en afspraken; Het ontruimingsplan; Bijhouden van risico’s en ongelukken; Inspectie van het plein, de lokalen en andere ruimtes.
Een aantal leden van het team is opgeleid tot bedrijfshulpverlener en volgt herhalingscursussen. 11.7.1 ABC-methodiek Alle medewerkers zijn geschoold in de ABC methodiek (Agressievisie, Beroepshouding en Communicatie), een preventie en agressiehanteringsmethodiek. De ABC-methodiek biedt interventietechnieken voor het omgaan en het voorkomen van uitingsvormen van boosheid en agressie. De methodiek is gericht op het vroegtijdig signaleren van kenmerken van spanning en agressie en het creëren van win-win situaties. Uitgangspunt daarbij is dat de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag zoveel als mogelijk bij de leerling blijft liggen, wat leidt tot betrokkenheid, motivatie en zelfsturing. Wanneer de veiligheid in het geding is, zijn de medewerkers geschoold om op een professionele wijze leerlingen fysiek te begeleiden. 11.7.2 Stappenplan agressie/Pestprotocol Het komt voor dat we te maken hebben met agressie van leerlingen. Deze agressie kan gericht zijn tegen zichzelf, tegen andere leerlingen of tegen leerkrachten. Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen vernielen. Deze schade wordt niet door de verzekering gedekt. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de veroorzaker zelf worden vergoed. Gelet op de wetgeving ten aanzien van aansprakelijkheid, is het verstandig dat u een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Wanneer er sprake is van verbaal en/of fysiek agressief gedrag tegen medeleerlingen en/of personeel van onze school, kan in het uiterste geval de politie worden ingeschakeld. De school heeft een stappenplan agressie waarin aangegeven is hoe er in bovenstaande situaties wordt gehandeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden bij de toelating gevraagd dit stappenplan te ondertekenen. De Atlas heeft behalve het stappenplan agressie ook een pestprotocol. Dit is op aanvraag te verkrijgen. 11.7.3 Vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling Op De Atlas zijn de teamleden geschoold in het signaleren van huiselijk geweld en/ of kindermishandeling. Bij vermoedens hiervan wordt gehandeld volgens de “Meldcode huislijk geweld en kindermishandeling”. Dit Meldcode ligt ter inzage bij de administratie van onze school.
11.8 Schoolregels Algemene regels Meegebrachte spullen bewaar je in je tas of in je kluisje; Leerlingen in de onderbouw mogen op school niet roken; Locatie Emmen heeft een rookvrije school; Jassen hangen aan de kapstok/petten bewaar je in je kluisje of vak; Gymspullen neem je mee naar huis om ze te laten wassen; Mobiele telefoons zijn gedurende de schooldag m.u.v. de pauzes uit en zijn niet in zicht; Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
52/59
Ruilen, weggeven en verkopen van spullen doen we op school niet; Je zorgt ervoor dat de omgeving netjes blijft en ruimt je eigen rommel op; We gaan zorgvuldig om met onze eigen en andermans spullen; We respecteren elkaar en zijn beleefd; Leerlingen spreken de docenten aan met meneer of mevrouw en achternaam.
Afdelingsregels/klassenregels Iedere afdeling kent zijn eigen specifieke afdelingsregels en klassenregels. Deze ontvangt u bij de start van het schooljaar van de groepsleerkracht. Gebruik pennen, geodriehoek Alle leerlingen moeten bij de start van het schooljaar een etui met een pen, potlood, geodriehoek en gum meenemen. Binnen de school zijn rekenmachines en passers aanwezig. Foto’s en video Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten. Formeel horen ouders hier toestemming voor te geven. Hierbij verzoeken wij de ouders die bezwaar hebben tegen dergelijke foto's en/of video-opnames om dit te melden bij de schoolleiding. In voorkomende gevallen zullen dan van de desbetreffende leerling(en) geen opnames worden gemaakt. Wanneer er sprake is van een individueel begeleidingstraject van een leerling door de videointeractiebegeleider van de school, gaat dit altijd in overleg met ouders. Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelperspectiefplan.
11.9 Reizen van en naar school U bent zelf verantwoordelijk voor het vervoer van uw kind naar school. In eerste instantie komt uw kind in aanmerking voor openbaar vervoer, eventueel met uw begeleiding. In uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken en wordt speciaal vervoer (per taxi) vergoed. U kunt aangepast vervoer aanvragen op het gemeentehuis van uw woongemeente bij de afdeling Leerlingenzaken. Klachten over het vervoer kunt u doorgeven aan het taxibedrijf of aan de woongemeente. Het openbaar vervoer en het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op. Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze leerlingen niet altijd mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de school, chauffeurs en ouders kan hen helpen om ‘goed reisgedrag’ te leren. Structuur bieden door een vaste plaats in de taxi kan al helpen.
11.10 Onderwijsnummer Door het ministerie worden scholen verplicht om van elke leerling door te geven wat zijn of haar Burgerservicenummer is. Dit nummer vormt de basis voor het toe te kennen onderwijsnummer.
11.11 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs.
De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn:
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
53/59
Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen; Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen; De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. RENN4 onderschrijft de uitgangspunten van het convenant. De Atlas maakt incidenteel gebruik van sponsoring.
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
54/59
12 Schooltijden en vakanties 12.1 Lestijden VSO de Atlas Assen Maandag 08.30 Dinsdag 08.30 Woensdag 08.30 Donderdag 08.30 Vrijdag 08.30 -
14.30 14.30 12.30 14.30 14.30
VSO de Atlas Emmen Maandag 8.30 - 14.45 Dinsdag 8.30 - 14.45 Woensdag 8.30 - 12.30 Donderdag 8.30 - 14.45 Vrijdag 8.30 - 14.45 Pauze: De leerlingen hebben gedurende de dag 2 keer een pauze buiten hun groep. Ochtendpauze 15 minuten. Middagpauze 30 minuten. Met uitzondering van de woensdag. VSO de Atlas Lomanlaan Hoogeveen Maandag 08.30 - 14.30 Dinsdag 08.30 - 14.30 Woensdag 08.30 - 12.15 Donderdag 08.30 - 14.30 Vrijdag 08.30 - 14.30 VSO de Atlas Voltastraat Hoogeveen Maandag 08.45 - 14.45 Dinsdag 08.45 - 14.45 Woensdag 08.45 - 12.30 Donderdag 08.45 - 14.45 Vrijdag 08.45 - 14.45 Tijdens proefwerk- of tentamenweken kunnen andere lestijden gelden. Op de locatie Lomanlaan en Voltastraat is er voor gekozen om de Sociaal Emotionele Ontwikkeling (SEO) dagelijks te laten terugkeren vooraf aan de middagpauze. Tijdens de SEO wordt er aandacht besteed aan de leerlijn Leren Leren en de leerlijn Sociaal Emotionele ontwikkeling, ook worden er vanuit Positive Action relevante thema’s besproken. Je kunt hierbij denken aan pesten en pestgedrag, omgaan met medeleerlingen in de vrije momenten, omgaan met uitgestelde aandacht, nee durven zeggen, mening geven, relaties etc. Tijdens het SEO mag er gegeten en gedronken worden aansluitend hierop is de middagpauze.
12.2 Studiedagen en margedagen Over de margedagen ten behoeve van ontwikkeling en scholing van personeel en organisatie van de diverse locaties wordt u middels een nieuwsbrief tijdig geïnformeerd. Onderstaand is Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
55/59
weergegeven welke margedagen reeds vast gesteld zijn. Houdt u er rekening mee dat er nog een aantal margedagen ingepland kunnen worden! Reeds vastgestelde margedagen zijn: Hoogeveen: 23-09-2015 06-11-2015 (Volta) 13-11-2015 (Loman) 16-12-2015 Alle locaties: Vrijdag 18 december 2015: Vrijdag 15 juli 2016:
Emmen: 21-09-2015 22-09-2015 27-01-2016 17-06-2016 20-06-2016
Assen: nog te bepalen
leerlingen om 12.00 uur vrij leerlingen om 12.00 uur vrij
12.2 Vakanties Soort vakantie
Vakantieperiode
Herfstvakantie
17 oktober t/m 25 oktober 2015
Kerstvakantie
19 december 2015 t/m 3 januari 2016
Voorjaarvakantie
27 februari t/m 6 maart 2016
Paasvakantie
25 maart t⁄m 28 maart 2016
Koningsdag
27 april 2016
Meivakantie
28 april t/m 8 mei 2016
2e Pinksterdag
16 mei 2016
Zomervakantie
16 juli t/m 28 augustus 2016
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
56/59
13 Contact RENN4 De Atlas Algemeen postadres: Postbus 30017 9400 RA Assen Algemeen telefoonnummer: t. 0592-414508 Centraal Secretariaat: Mevrouw C. Lammers Postbus 30017 9400 RA Assen t. 0592-414508 Directeur Mevrouw I. Cornelissen Elzenlaan 10 9422 ES Smilde t. 0592-414508 Teamleider Assen De heer J. de Goede Vivaldilaan 46 9402 VE Assen t. 0592-340497 Teamleider Emmen De heer R. Knegt Ullevi 26 7825 SE Emmen t. 0591-629998, f. 0591-623898 Teamleider Hoogeveen Mevrouw S. van der Meulen Lomanlaan 123 7906 HW Hoogeveen t. 0528-260370 Voltastraat 4c en 4d 7903 AB Hoogeveen t. 0528-231577 Klachtencommissie RENN4 Klachtencommissie RENN4 Postbus 8091, 9702 KB Groningen
[email protected] Onderwijsgeschillen/klachtencommissie Postbus 85191 3508 AD Utrecht Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
57/59
t. 030-2809590 www.onderwijsgeschillen.nl
[email protected] Vertrouwensinspecteur Meldpunt vertrouwensinspecteurs: t. 0900 1113111 (lokaal tarief). Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor vragen over onderwijs: t. 0800-8051 (gratis) College van Bestuur RENN4 De heer drs. L. de Boom, voorzitter De heer J. Jonker MSc, lid Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050-3098888 Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs SWV VO-22.01 Postbus 109 9410 AC Beilen SWV VO-22.02 Postbus 95 7800 AB Emmen SWV VO-22.03 Postbus 178 7940 AD Meppel
Ketenpartners GGD Vestiging Assen (hoofdvestiging) Postbus 144, 9400 AC Assen Bezoekadres: Overcingellaan 17 9401 LA Assen t. 0592-306300 (werkdagen 8.00-12.30 uur en 13.00-17.00 uur) f. 0592-314248
[email protected] www.ggddrenthe.nl CJG Midden-Drenthe Nassaukade 4 BEILEN t. 0593-524136
[email protected] www.cjgmiddendrenthe.nl CJG Borger-Odoorn Noorderdiep 125 9521 BC Nieuw-Buinen t. 0800-8505050 CJG Coevorden Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
58/59
Van Ewijcklaan 6 7741 VX Coevorden t. 0800-8505050 CJG Emmen Parallelweg 36 7822 GM Emmen t. 0800-8505050 Halt Team Noord Nederland Postbus 8059 9702 KB Groningen t. 050 3138165
[email protected] VNN Parallelweg 36 7822 GM Emmen t. 0592-614660 Yorneo Papenvoort 21 9447 TT Papenvoort t. 0592-367987
[email protected] Oudervereniging Balans De Kwinkelier 40 3722 AR Bilthoven t. 030-292204 www.balansdigitaal.nl Informatieplatform voor ouders www.50tien.nl t. 0800-5010 (gratis) Bereikbaar tussen 10.00 – 15.00 uur Nederlandse Vereniging voor Autisme www.autisme-nva.nl Landelijke oudervereniging De Knoop www.deknoop.org
Schoolgids De Atlas 2015 – 2016
59/59