Schoolgids. De Atlas RENN

Schoolgids

RENN4

De Atlas

2011-2012

Inhoudsopgave Voorwoord

4

1. Inleiding

5 8 8 9

De Atlas Onderwijslocaties De doelen van ons onderwijs

2. De resultaten van het onderwijs Het volgen van de ontwikkeling van de leerling Handelingsplan en leerling-bespreking Richtpunten voor het komende schooljaar De uitstroom van onze leerlingen Onderwijsinspectie

3. De organisatie van het onderwijs CVI. Hoe wordt een leerling toegelaten Commissie van begeleiding Handelingsplan Leerstromen Stage Contacten Kampen, excursies en schoolreis Bewegingsonderwijs

4. De medewerkers De directeur De teamleiders Groepsleerkracht, vakleerkracht, onderwijsassistent en leerkrachtondersteuner Gedragsdeskundige Intern begeleider Stagebegeleider Ondersteunend personeel School Video interactiebegeleider Opleider in de school Bedrijfshulpverleners en preventiemedewerker Aandachtfunctionarissen ABC en SM&G Vervangers Stagiaire

5. Contacten met ouders Informatieavonden Huisbezoeken Oudergesprekken Onderwijskundig rapport Contactschrift Telefonisch contact Nieuwsbrief

6. Geldzaken Verzekering Vrijwillige Ouderbijdrage Sponsoring

Schoolgids De Atlas schooljaar 2011-2012

14 14 15 15 17 18 18 18 19 19 19 20 20 21 21 22 22 22 22 22 23 23 23 23 23 23 24 24 24 24 24 24 25 25 25 25 25 25 25 26 26

2

7. Regelzaken en verplichtingen Lestijden Vakantierooster Lesuitval Leerplicht en verlofregeling Schoolregels Het veiligheidsbeleid Agressie en vernieling Vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik Toelating, schorsing en verwijdering Dossiers Klachtenregeling Medezeggenschapsraad Ziekmelding Contact met school Vervoer van leerlingen

8. Samenwerking / overige namen en adressen Politie Ambiq Praktijkonderwijs Vervolgonderwijs GGD / schoolarts Namen en adressen Lijst van afkortingen


27 27 27 28 28 29 30 31 31 31 34 34 36 36 36 36 37 37 37 37 37 37 38 40

3

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van De Atlas voor het schooljaar 2011-2012. De schoolgids is bedoeld voor ouders en/of verzorgers van leerlingen die op één van de locaties van De Atlas zitten of binnenkort hier naar toe zullen gaan. De schoolgids is samengesteld door de school, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de school. In deze gids staat allerlei nuttige informatie. Naast allerlei praktische informatie zoals de schooltijden, vakanties en vrije dagen, kunt u ook informatie lezen over de inhoud van het onderwijs en de wijze waarop de school hieraan invulling geeft. De leerlingen die onze school bezoeken krijgen allemaal extra zorg en begeleiding. De leerlingen verkeren in bijzondere omstandigheden en het is de taak van de school om daar rekening mee te houden. De problematiek van elke leerling wordt zorgvuldig in kaart gebracht, zodat het aanbod is afgestemd op zijn/haar mogelijkheden. Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Atlas kan en mag verwachten. Wij gaan er van uit dat uw zoon of dochter een goede tijd bij ons op school zal hebben. Namens het team en de medezeggenschapsraad, wens ik u een prettig schooljaar toe. Mevrouw I. Cornelissen Directeur De Atlas


4

1. Inleiding Voor u ligt de schoolgids van De Atlas. De school valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat RENN4 is, wat zij doet en hoe de organisatie is opgebouwd. Wat is RENN4 RENN4 staat voor: Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland, cluster 4 – gedrag. RENN4 is een onderwijsorganisatie voor leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. Onder het bestuur van RENN4 vallen meerdere scholen en RENN4 SENSOR. De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over Groningen, Friesland en Drenthe. RENN4 SENSOR biedt diensten aan scholen en ouders. Ouders die op zoek zijn naar de juiste onderwijsplek voor hun kind kunnen terecht bij de dienst Ouderondersteuning. Voor leerkrachten en ondersteunend personeel is er bij Schoolondersteuning een breed scala aan producten die in en buiten de klas zijn te gebruiken. Extra scholing van personeel kan via de dienst Deskundigheidsbevordering. Ondertussen draagt de dienst Ontwikkeling bij aan de continue verbetering van inzichten, producten en diensten, om kinderen met een cluster 4-indicatie betere kansen te geven. Hoe RENN4 is opgebouwd De opbouw van de organisatie is in de figuur hiernaast weergegeven. RENN4 als geheel staat onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen en RENN4 SENSOR ligt in handen van de directeuren. Zij worden daarbij ondersteund door hun teamleiders.

Raad van Toezicht

GMR

Bedrijfsbureau

College van Bestuur

Raad van Advies

BMO

Regionale expertisecentra RENN4 is een regionaal RENN4-scholen RENN4 SENSOR expertisecentrum (REC). REC’s zijn samenwerkingsverbanden van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in een bepaalde regio. RENN4 bestrijkt Groningen, Friesland en Drenthe, met uitzondering van de gemeenten Meppel en de Wolden. Deze gemeenten vallen weer onder een ander REC. Zo zijn er meerdere REC’s voor cluster 4 in Nederland. Clusters 1, 2, 3 en 4 De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en dus ook de REC’s zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld voor leerlingen met gedragsproblemen. Voorheen waren dit de scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt, hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters: cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap; cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap.


5

Scholen en afdelingen van RENN4 RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (so) voor leerlingen van 4 - 12 jaar en voortgezet speciaal onderwijs (vso) voor leerlingen van 12 - 20 jaar. De scholen en afdelingen van RENN4 zijn: • De Witakker (so/vso) in Rijs • De Zwaai (so/vso) in Drachten • De Caleidoscoop (so) in Leeuwarden • VSO Leeuwarden (vso) in Leeuwarden • Prof. W.J. Bladergroenschool (so) in Groningen • Erasmusschool (vso) in Groningen • Th. Hart de Ruyterschool (vso) in Groningen • Van Heemskerckschool (vso) in Groningen • De Aventurijn (so/vso) in Smilde • De Atlas (vso) in Assen, Emmen en Hoogeveen • RENN4 SENSOR • Bedrijfsbureau RENN4 heeft een College van Bestuur met een Raad van Toezicht en een Raad van Advies. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur. De Raad van Advies heeft een adviserende rol. BMO ondersteunt het bestuur en management. Medezeggenschapsraden Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de directeur van de school of de directeur/het hoofd van de afdeling. RENN4 heeft tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden. De GMR is de gesprekspartner voor het College van Bestuur. Visie op goed onderwijs Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat elk kind recht op onderwijs heeft en zich wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijszorg bieden. We willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. We willen zorgen voor een optimale plaats in de samenleving. Hoe we dit willen bereiken kunt u lezen in onze folder ‘goed onderwijs goede zorg’. Elke RENN4-school werkt vanuit deze visie. De folder kunt u op school opvragen of downloaden van de website. Passend Onderwijs Passend Onderwijs is de naam die de minister heeft gegeven aan een grote verandering in het onderwijs. Het staat voor maatwerk; elk kind en iedere jongere moet onderwijs kunnen volgen dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Dit gebeurt bij voorkeur op een reguliere school met extra begeleiding voor het kind. Als dat niet mogelijk is, vindt het kind een plek in het speciaal onderwijs. RENN4 ondersteunt van harte het uitgangspunt van Passend Onderwijs: ‘Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’. Ook zijn we van mening dat de aanhoudende groei van met name het cluster 4 ongewenst is en dat de begeleiding van leerlingen met een rugzak efficiënter kan worden ingericht dan nu het geval is. RENN4 maakt zich wel zorgen over het feit dat het kabinet tegelijkertijd fors gaat bezuiniging op het speciaal onderwijs en op de ambulante begeleiding. Het kabinet wil Passend Onderwijs per augustus 2013 invoeren. Op dit moment kunnen we nog niet inschatten wat voor gevolgen dit heeft voor de scholen van RENN4. Wel is zeker dat de begeleiding van rugzakleerlingen met ingang van 1 augustus 2013 ingrijpend gaat veranderen.

Meer weten? Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website www.renn4.nl.


6

Verder in deze schoolgids In deze schoolgids vindt u informatie over De Atlas. Hoe ziet het onderwijs en de zorg voor leerlingen op onze school eruit? Hoe werken wij? Welke regels gelden daarbij? Wie vormen het team? Hoe willen we u als ouders/verzorgers betrekken bij het onderwijs? Op deze en andere vragen vindt u hier het antwoord.


7

1.1

De Atlas

RENN4 De Atlas is een neutraal bijzondere school, waarin de leerlingen centraal staan. De school geeft onderwijs aan jongeren met gedragsproblemen en/ of psychiatrische problematiek van 12 tot 20 jaar, die onder andere daardoor moeilijkheden hebben met leren en moeilijk opvoedbaar zijn. De problemen hebben vaak te maken met gedrag, gebrek aan concentratie en moeilijkheden bij het volgen van een ‘gewone’ school. De Atlas bereidt haar leerlingen voor op regulier onderwijs, een beroepsopleiding of (beschermde) arbeid. We richten ons op het inrichten van een positief ortho – pedagogisch en - didactisch leerklimaat voor al onze leerlingen met als doel een positieve beïnvloeding van het gedrag van de leerlingen, zodat hun maatschappelijke kansen toenemen. Centraal uitgangspunt voor De Atlas is dat alle cluster 4- leerlingen schakelleerlingen zijn en dat er in het kader van passend onderwijs vooral gekeken moet worden naar nauwe samenwerking met de andere scholen en ketenpartners in deze. Het doel is de leerlingen na een korte of langere tijd te schakelen naar een reguliere school, semireguliere school of naar (beschermde) arbeid Momenteel telt de school ongeveer 220 leerlingen, variërend in leeftijd van 10-20 jaar verdeeld over zo’n 22 groepen. Op de school werken ruim 64 personeelsleden.

1.2

Onderwijslocaties

Het onderwijs wordt gegeven op 5 onderwijslocaties: • • • • •

Vivaldilaan in Assen voor jongeren van 12 – 20 jaar uit de regio Houtweg in Emmen voor jongeren van 12 – 20 jaar uit de regio Lomanlaan in Hoogveen voor jongeren van 12 – 20 jaar uit de regio Voltastraat in Hoogeveen Voor jongeren die woonachtig zijn bij Ambiq Hoogeveen Asserstraat in Rolde Voor jongeren die woonachtig zijn bij Ambiq Rolde

Het managementteam van de school bestaat uit: Directeur: mw. I. Cornelissen Teamleider Teamleider Teamleider

Assen Emmen Hoogeveen


dhr. J.W. Wolke Mw. S. Deterink a.i. dhr. J. de Goede

8

1.3

De doelen van ons onderwijs

Leerlingen binnen De Atlas zijn schakelleerlingen. Dit betekent dat de onderwijsomgeving, de onderwijsinhoud en de onderwijszorg direct gericht zijn op het schakelen. Het perspectief van de individuele leerling is hierbij leidend.

Om dit optimaal te kunnen realiseren heeft RENN4 De Atlas een samenhangend en gecoördineerd onderwijsaanbod in samenwerkwerking met andere scholen en ketenpartners.

De Atlas wil: • leerlingen het plezier in school weer teruggeven • het geloof van leerlingen in eigen kunnen herstellen • leerlingen inzicht geven in de eigen mogelijkheden en onmogelijkheden • de opgelopen leerachterstand bij de basisvakken lezen, spelling en rekenen/wiskunde zoveel mogelijk verkleinen • leerlingen weerbaarder maken • leerlingen en ouders ondersteunen en begeleiden naar een passende vervolgschool • leerlingen ondersteunen bij het maken van een verantwoorde beroepkeuze en een goede start geven in het arbeidsproces

Wij doen dat door: • te werken volgens de CARE BAGS * ( voor toelichting zie verderop in de schoolgids) • rekening te houden met de problematiek van de leerlingen • aan te sluiten bij capaciteiten en vaardigheden van de leerlingen en deze op individueel niveau te benutten • het bieden van veiligheid en structuur door voorspelbaar te zijn • leerlingen zoveel mogelijk positieve ervaringen te laten opdoen • aan te sluiten bij de kerndoelen • maatwerk in afstemming op het onderwijsaanbod en individuele handelingsplannen voor elke leerling passend binnen het groepsplan van de groep • samenwerking met regulier onderwijs • samenwerking met zorginstellingen • samenwerking met bedrijven in de regio De kernwaarden die centraal staan bij het verzorgen van het onderwijs binnen onze school zijn: • kwaliteit • duidelijkheid • respect • betrouwbaarheid • openheid

1.4

Leerlingzorg

De Atlas staat voor goed onderwijs met als uitgangspunt dat elk jongere recht heeft op onderwijs en zich wil ontwikkelen/wil leren. We gaan er binnen De Atlas vanuit dat al onze leerlingen schakelleerlingen zijn. Dit betekent dat de onderwijsomgeving, de onderwijsinhoud en de onderwijszorg direct gericht zijn op het schakelen naar vervolgonderwijs. De leerlingen stromen bij ons op school in met een bepaald niveau aan CARE: competenties (capaciteiten / mogelijkheden) , autonomie ( mate van zelfstandigheid ), relaties (betrokkenheid bij anderen) en engagement ( manier van omgaan met de ander ).


9

Het doel van cluster 4 onderwijs is bovenstaande dusdanig te ontwikkelen dat de leerling kan schakelen naar een reëel toekomstperspectief. Dit betekent dat we de beginsituatie van de leerling in termen van CARE in beeld moeten hebben / brengen, om vervolgens doelen te formuleren in een handelingsplan. Als de doelen zijn beschreven, kunnen we de aanpak en de juiste middelen (BAGS) bepalen. BAGS staat voor de onderwijskundige aandacht voor de beschermende factoren (de intelligentie en de mogelijkheden van een leerling), adaptief onderwijs (onderwijs dat uitdaagt en aanspreekt), gedragsverandering (het bewerkstelligen van zichtbare en blijvende gedragsveranderingen in schoolprestaties, in motivatie en sociaal-emotionele handelingsgerichte factoren ) en systematisch en planmatig werken ( volgens handelingsplan opgesteld door school en ouders samen). De Atlas schept een basisklimaat, waarin gestreefd wordt naar veiligheid voor elke jongere. Hierbij horen algemene omgangs- en gedragsregels. Zodra jongeren op school komen, worden deze regels met hen besproken. Concrete uitingsvormen van de gedragsproblemen worden regelmatig door middel van werkpunten geoefend. Bedoeling is dat de jongere leert om zijn gedrag beter te hanteren. In veel gevallen zijn de jongeren bekend met een problematische schoolgang: schoolverzuim, schorsing i.v.m. gedragsproblemen, slachtoffer zijn van pesterijen enz. In het kader van het project De Veilige School hebben alle leerkrachten van De Atlas zich de ABCmethodiek eigen gemaakt. Deze methodiek is in eerste instantie gericht op preventie en reductie van agressie. Er wordt een verklaring gezocht voor het agressieve gedrag en preventieve maatregelen ingezet. Hierbij wordt ook expliciete aandacht besteed aan de beroepshouding van de leerkracht en het onderwijsondersteunend personeel. De Atlas probeert op school vanaf de eerste dag zicht en grip te krijgen op de problematiek van de jongere, om van daaruit extra ondersteuning en begeleiding te kunnen bieden aan de jongere gedurende zijn verblijf op de school. Daar waar sprake is van opname en behandeling, zal dit gebeuren in nauwe samenwerking en afstemming met het behandelteam. Bij ernstig probleemgedrag worden maatregelen en interventies besproken met team, teamleider, directie en ouders/ verzorgers. Indien nodig wordt het protocol ‘Schorsing en verwijdering’ ingezet. Binnen RENN4 De Atlas zijn drie onderwijszorgprofielen met als uitstroomperspectief: • Onderwijszorgprofiel 1 met als uitstroomprofiel regulier VO Het perspectief van het uitstroomprofiel regulier VO is onderwijs volgen binnen een reguliere onderwijssetting. Het gaat in dit geval om leerlingen die in de combinatieklassen onderbouw en bovenbouw van RENN4 De Atlas zitten en die binnen 1 à 2 jaar worden geschakeld naar het regulier voortgezet onderwijs. Dit houdt in de praktijk in dat deze leerlingen onderwijs volgen op VMBO TLniveau. Op een aantal locaties binnen De Atlas kunnen leerlingen in de bovenbouw van OZP 1 middels het staatsexamen hun VMBO diploma op TL niveau halen. • Onderwijszorgprofiel 2 met als uitstroomprofiel semi-regulier VO Het perspectief van het uitstroomprofiel semi-regulier VSO is doorstromen naar het MBO onderwijs niveau 1 (assistent niveau) of niveau 2. De leerlingen doorlopen het VSO en gaan aan het eind van hun voortgezet onderwijsperiode naar het MBO om daar aan een vervolgopleiding te beginnen. De leerlingen in OZP2 volgen onderwijs op een niveau vergelijkbaar met VMBO Basis of Kader (met of zonder LWOO). In de praktijk zullen ook regelmatig leerlingen naar praktijkonderwijs [PRO] of via een stage rechtstreeks naar arbeid doorstromen. Onderwijszorgprofiel 3 met als uitstroomprofiel praktijk VO Het perspectief van het uitstroomprofiel Praktijk is een [beschermde] arbeidssetting. De leerlingen doorlopen het VSO en gaan vervolgens naar een [beschermde] werkplek en in sommige gevallen naar het MBO. Er wordt gewerkt aan de hand van de methode Promotie. Dit is een methode ontwikkeld voor leerlingen voor praktijkonderwijs.


10

Methode gebruik: Vak Nederlands

Methoden OZP 1 - Taallijnen - Op nieuw niveau

Engels

- Worldwide - Stepping stones - Real English - Go for it! - Of Course! - Unicom - Neue Kontakte - Na Klar! - Blikopener - Thema`s maatschappijleer - Memo - Indigo - Sprekend verleden - Wereldwijs - Terra - Buitenland n.v.t.

Duits Maatschappijleer (1: bovenbouw) Geschiedenis

Aardrijkskunde

Mens & Maatschappij Economie Wiskunde Rekenen Biologie

Natuurkunde (Nask1) Natuurkunde (Nask2) Mens & Natuur

-

Economisch bekeken Praktische economie Netwerk Moderne wiskunde Netwerk Getal en ruime Biologie voor jou Reflex Nectar Nu voor Straks 1

Methoden OZP 2 - Taallijnen - Nieuw Nederlands - Op nieuw niveau - Worldwide - Stepping stones - Real English - Go for it!

Beeldende Vorming (Tehatex) Mentoraat & Studiebegeleiding LOB (Loopbaan Oriëntatie begeleiding & stage) VCA Verkeer

- Promotie - Stepping stones

n.v.t. - Blikopener

- Promotie

- Memo - Sporen

- Promotie

- Wereldwijs - Terra

- Promotie

- Gamma

n.v.t.

- Economisch bekeken

- Promotie

-

Netwerk Moderne wiskunde Netwerk Getal en ruime Biologie voor jou Reflex Nectar

Promotie - Promotie - Promotie

- Promotie

- Nu voor straks 2

- Promotie

n.v.t.

n.v.t. - Promotie

Techniek Verzorging

Methoden OZP 3 - Promotie

-Verzorging voor jou

- Verzorging voor jou - Bekijk het

- Promotie - Promotie

- Breingeheimen - Leren op maat

- Breingeheimen - Leren op maat

- Breingeheimen - Leren op maat - Promotie

- B-VCA

n.v.t.

- B-VCA “Tutorial in opleiding en advies” n.v.t.


- Promotie

11

Lichamelijke Oefening Sociale & Emotionele Ontwikkeling

-

Ik ben speciaal Oma training Oma PDD Taakspel Positive Action

-

Ik ben speciaal Oma training Oma PDD Taakspel Positive Action

- Promotie (Ik en de ander) - Ik ben speciaal, versie ‘Dit ben ik’ - Oma training - Oma PDD - Taakspel - Positive Action

1.4.1 VSO locatie Emmen De locatie verzorgt aan jongeren van 12 -20 jaar. De leerlingen van de regio locaties bezoeken de school vanuit de thuissituatie en hebben een cluster 4 indicatie. Dit schooljaar zijn er op de locatie Houtweg in totaal 7 groepen en één Op de rails groep. De Op de rails groep is een groep waar leerlingen uit het Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Emmen gedurende 1 schooljaar hun onderwijs kunnen volgen, wanneer zij voldoen aan de landelijke criteria voor deelname aan de Op de rails groep. De op de rails voorziening is een project en voorloper op passend onderwijs. Naast de wettelijk verplichte theorievakken [volgens de wet artikel 14 WEC] is er een aanbod op het gebied van bewegingsonderwijs, zorg en welzijn beeldende vorming en techniek Alle groepen worden begeleid door een eigen groepsleerkracht, vakleerkrachten en leerkrachtondersteuners. Zij worden ondersteund door een gedragsdeskundige, een intern begeleider en een video-interactiebegeleider. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van de individuele handelingsplannen van alle leerlingen, die in nauwe samenwerking met ouders worden vastgesteld. Het ESF(Europees Sociaal Fonds) speelt een rol bij de arbeidstoeleidende lesactiviteiten op de verschillende locaties

1.4.2 VSO locatie Lomanlaan Hoogeveen De locatie verzorgen onderwijs aan jongeren van 12 -20 jaar. De leerlingen van de locatie bezoeken de school voor het merendeel vanuit de thuissituatie en hebben een cluster 4 indicatie. Dit schooljaar zijn er op de locatie Lomanlaan 3 groepen. Naast de wettelijk verplichte theorievakken [volgens de wet artikel 14 WEC] is er een aanbod op het gebied van bewegingsonderwijs, koken en techniek. Alle groepen worden begeleid door een eigen groepsleerkracht en vakleerkrachten. Zij worden ondersteund door een gedragsdeskundige, een intern begeleider en hebben de mogelijkheid tot begeleiding van een video-interactiebegeleider. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van de individuele handelingsplannen van alle leerlingen, die in nauwe samenwerking met ouders worden vastgesteld. IVIO-examens De locatie Lomanlaan biedt samen met het examenbureau van de Stichting IVIO examens aan voor verschillende vakken op verschillende niveaus. Deze niveauslopen parallel met de onderwijszorgprofielen, zoals die op de locatie worden gehanteerd. De examens van de Stichting IVIO hebben een landelijke, zelfs Europese erkenning via de Wet Educatie beroepsonderwijs en zijn methode onafhankelijk. De examens hebben een officieel karakter en worden landelijk genormeerd. Leerlingen krijgen een echt diploma bij een voldoende, maar kunnen ook zakken. Deelname aan één of meerdere examens wordt sterk aanbevolen, maar is niet verplicht. Leerlingen die een diploma hebben gehaald voor één of meerdere vakken krijgen deze op een officieel moment uitgereikt.


12

Doelen IVIO-examens 1. Met het behalen van IVIO diploma’s kan de leerling in het doorstroomtraject van het MBO op een hoger niveau instromen. De IVIO diploma’s zijn landelijk erkend en vertegenwoordigen meer maatschappelijke “waarde” dan schoolcertificaten. Leerlingen tonen aan “toetsvaardig” te zijn, ze bezitten de kennis, de houding en de vaardigheden om een diploma te behalen. 2. Leerlingen die in voldoende mate aan de leervoorwaarden voldoen en aangeven het belangrijk te vinden dat er diploma’s gehaald worden. Deze diploma’s geven een leerling een gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen: ‘ik kan toch iets’ en het geeft een status. Voor deze leerling vergroot het motivatie om met leren bezig te zijn. Ze doen het ergens voor. Overzicht onderwijszorgprofielen in relatie tot de kwalificatiestructuur Educatie (KSE) Onderwijszorgprofiel OZP 3

OZP 2

OZP 1-2

OZP 1

Kwalificatiestructuur KSE 1 Redzaamheid Leerstof die van belang is voor leerlingen die tot nu toe weinig profijt hebben gehad van onderwijs. (voor Biologie en Geschiedenis worden geen examens op KSE niveau 1 aangeboden). KSE 2 Drempelniveau Leerstof van dit niveau biedt de leerling de mogelijkheid uit te stromen naar de assistent-opleiding in het beroepsonderwijs of naar functietrainingen van een laag niveau op de werkplek (of daarmee te vergelijkbare leertrajecten van organisaties van arbeidsvoorziening. KSE 3 Basisniveau Dit niveau is min of meer vergelijkbaar me de basisvorming in het VMBO. De leerling die dit niveau beheerst kan uitstromen naar het (secundair) beroepsonderwijs. KSE 4 Startniveau 1 De competenties van dit niveau liggen op het niveau van VMBO theoretische leerweg. Leerlingen die het startniveau 1 beheersen kunnen uitstromen naar middenkader- en vakopleidingen in het secundair beroepsonderwijs.

1.4.3 VSO locatie Voltastraat Hoogeveen en Rolde De locaties verzorgen onderwijs aan jongeren van 10 -20 jaar. De jongeren wonen aan de Voltastraat in Hoogeveen of Asserstraat in Rolde en volgen hun onderwijs op de school op voornamelijk dezelfde locatie, een zogenaamde ZIB-locatie.[ Zeer intensieve behandel locatie] Ambiq verzorgt het woon- en behandelgedeelte, RENN4 het onderwijs. Er is sprake van een nauwe samenwerking tussen Ambiq en school. De leerlingen hebben niet per definitie een cluster 4 indicatie, deze locatie werkt namelijk vanuit plaatsbekostiging. Dit schooljaar zijn er 4 woongroepen in Hoogeveen en 2 woongroepen in Rolde. Een aantal leerlingen krijgt elders onderwijs aangeboden. Dat kan zijn op een van de andere locaties van RENN4 De Atlas, maar ook het MBO is een mogelijkheid. Naast de wettelijk verplichte theorievakken [volgens de wet artikel 14 WEC] is er een aanbod op het gebied van bewegingsonderwijs, koken en techniek. Alle groepen worden begeleid door een groepsleerkracht, vakleerkracht, leerkrachtondersteuner en een leerkrachtondersteuner. Zij worden ondersteund door een gedragsdeskundige, een intern begeleider en hebben de mogelijkheid tot begeleiding van een video-interactiebegeleider. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van de individuele handelingsplannen van alle leerlingen.


13

1.4.4 VSO locatie Vivaldilaan Assen De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 -20 jaar. De leerlingen van de locaties bezoeken de school vanuit de thuissituatie en hebben een cluster 4 indicatie. Dit schooljaar zijn er op de locatie Vivaldilaan 7 groepen en 1 Op de rails groep. De Op de rails groep is een groep waar leerlingen uit het Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Assen en omstreken gedurende 1 schooljaar gedurende 1 schooljaar hun onderwijs kunnen volgen, wanneer zij voldoen aan de landelijke criteria voor deelname aan de Op de rails groep. De op de rails voorziening is een project en voorloper op passend onderwijs. Naast de wettelijk verplichte theorievakken [volgens de wet artikel 14 WEC] is er een aanbod op het gebied van sport, koken en techniek. Alle groepen worden begeleid door een eigen groepsleerkracht, vakleerkrachten en leerkrachtondersteuners. Zij worden ondersteund door een gedragsdeskundige, een intern begeleider en een video-interactiebegeleider. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van de individuele handelingsplannen van alle leerlingen, die in nauwe samenwerking met ouders worden vastgesteld. Het ESF(Europees Sociaal Fonds) speelt een rol bij de arbeidstoeleidende lesactiviteiten op de verschillende locaties

2. De resultaten van het onderwijs 2.1

Het volgen van de ontwikkeling van de leerling

De resultaten van het onderwijs worden gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied extra hulp moet worden ingezet. Het leerlingvolgsysteem bestaat uit het ontwikkelingsvolgmodel en toetsen die de leerkracht zicht geven op het gebied van bijv. “spelling”, “het omgaan met elkaar”, enzovoort. Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting ontwikkeld. Er wordt gebruik gemaakt van allerlei toetsen testmateriaal. We gebruiken cito toetsen, methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen. CITO toetsen Binnen RENN4 is gekozen voor het Volg- en adviessysteem (VAS) van cito, een leerlingenvolgsysteem voor het voortgezet onderwijs. Met het VAS zijn we instaat de ontwikkeling van elke leerling op de voet te volgen en kunnen we daar waar nodig is bij- en of ondersteunen. Het VAS is ontwikkeling controlerend, waar methodegebonden toetsen sturend worden ingezet. Het VAS bestaat uit een Entreetoets VO; De Entreetoets VO is een beginmeting voor het volgen en begeleiden van de leerlingen. Hij wordt aangeboden in drie versies: vmbo-bb Vmbo-kb/gt Havo/vwo De moeilijkheidsgraad van de toetsing is afgestemd op het niveau van de leerlingen. De toets deze wordt afgenomen in de periode van augustus –oktober (start schooljaar) Naast de Entreetoets VO hanteren we; • Toelatingstoets voor lwoo en pro; laat zien of leerlingen die uit het basisonderwijs instromen in aanmerking komen voor leerwegondersteunend of praktijkonderwijs. • Volgtoets; brengt aan het einde van het eerste leerjaar (mei-juli) de voortgang van leerlingen ten opzichte van de Entreetoets VO in kaart. Daarnaast biedt de toets ondersteuning bij de keuze voor vwo,havo of een leerweg in het vmbo.


14

•

Adviestoets; brengt aan het eind van het tweede leerjaar (mei-juli) de voortgang van de leerlingen ten opzichte van de Volgtoets in kaart. Daarnaast biedt de toets ondersteuning bij de keuze voor vwo,havo of een leerweg in het vmbo.

Methodegebonden toetsen Deze toetsen hebben als doel de voortgang van de dagelijkse leerstof op gezette tijden te toetsen. De toetsen geven details aan en helpen de leerkracht de leerstof in een korte periode goed aan te passen aan het individuele kind. De toetsing vindt regelmatig plaats. Niet-methodegebonden toetsen Deze toetsen gaan niet uit van het dagelijks werk. De toetsen bewaken meer de algemene voortgang van het kind. De toetsen staan niet in relatie tot de leermethodes die dagelijks worden gebruikt. De resultaten worden gekoppeld aan een niveau-indicatie. De ouders mogen van de school verwachten dat zij alles in het werk stelt om tot maximale resultaten te komen.

2.1.1 Handelingsplan en leerling-bespreking [CVB] Binnen 4 weken na plaatsing van een leerling wordt een handelingsplan opgesteld. Dit plan wordt met ouders/verzorgers en leerling besproken en door hen ondertekend en is het uitgangspunt van handelen. Het handelingsplan wordt tijdens de leerling-bespreking geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Er vinden meerdere leerling-besprekingen [ Commissie voor de Begeleiding - klein [CVB-k] ] per schooljaar plaats. Aan de CVB-k nemen deel: de leerkracht, de intern begeleider, de orthopedagoog en facultatief andere betrokkenen. Het leerlingvolgsysteem en de toetsen zijn mede uitgangspunt voor het nieuw op te stellen handelingsplan. Op de locatie Voltastraat wordt aangesloten bij de besprekingen van de zorginstelling. De doelen worden daarin gezamenlijk bepaald vanuit de visie “een kind een plan”. Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling een onderwijskundig rapport. Dit rapport gaat eveneens naar de vervolgschool.

2.2

Richtpunten voor het komende schooljaar

Het schoolplan 2011-2015 geeft de richtpunten voor het komende schooljaar. Gedurende het schooljaar 2011- 2012 werken we aan: Klimaat en handelen

• •

Methodiek gebruik

• • • • • • • •

Oriëntatie op methodegebruik inclusief beschrijven projectplan leefklimaat: Positive Action i.s.m. Yorneo [ zie verder projectplan ] klassenconsultatie / ondersteuning lesgeven volgens instructiemodel middels video interactie begeleiding privacy protocol opstellen vaststellen / implementeren onderzoek schoolarts [ zie ook verder op in de schoolgids ] inzet consultatieve leerlingbegeleiding vervolg invoer branche gerichte cursus werken in de keuken beschrijven projectplan en 1e aanzet tot implementatie Positive Action ten behoeve van positief leerklimaat en gedrag uitbreiding leerlijn Promotie ozp3 i.s.m. SENsor / onderwijsadviseur vervangen / uitbreiden methodiek Nederlands invoer methodiek VCA [veiligheid certificaat] voor loopbaan en oriëntatie


15

Inrichting onderwijszorg profielen

Scholing

• • • • • • • • • • • • • •

Kwaliteitszorg

Bouw / verbouw Organisatie

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

taalverbetertraject: Invoering leerlijn Nederlandse taal inclusief dyslexieprotocol vervolg beschrijven leerlijn arbeidstoeleiding nieuwe kwaliteitswet i.s.m. stagecoördinatoren vervolg beschrijven leerlijn Engels OZP 1 voorstel tot implementatie bredere invoer ivio- examens en staatsexamens vervolg invoering digitaal leerlingvolgsysteem [MLS] continuering samenwerking onderwijszorg aanbod SOVA i.s.m. met Accare uitrol nieuwe visie op voortgezet speciaal onderwijs RENN4 De Atlas update /scholing omgaan met seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag voor alle medewerkers update / scholing omgaan met agressie [ABC] voor deel medewerkers taaltraining team Emmen en Assen vervolg opleiden taalspecialisten kpc cursus werken in de keuken [ is bij te veel deelname landelijk uitgesteld ] update bedrijfshulpverlening intervisie, video interactie begeleiding voor medewerkers met opleiders in school training consultatieve leerlingbegeleiding voor gedragsdeskundigen en intern begeleiders Intern begeleiders overleg in kader implementatietrajecten Gedragsdeskundigen overleg in kader leerlingenzorg Oplis overleg / evaluatie a.d.h.v. van leerkrachten competenties klassenobservaties en consultaties door IB-er / GD-er en teamleider effectstudie OMA i.s.m. RUG Groningen invullen vacature LC Leerkracht en Schoolmaatschappelijk werk intervisie, video interactie begeleiding voor medewerkers met opleiders in school management overleg / werk overleg teamleiders in kader voortgang jaarplan Evaluatie instroom en uitstroom gegevens / opbrengsten / jaarverslag Veiligheidsgevoel personeel en leerlingen meten Verbeterplan taal Verbeterplan leerlingenzorg n.a.l.v. Audit vervolg inhoudelijke / fysieke voorbereiding Huisvesting Eduwiek Hoogeveen voorbereidingen nieuwbouw Assen en Emmen i.s.m. Gemeenten invoer Renn4 De Atlas nieuwsbrief voor ouders inrichten werkgroep / bespreken hoe een ouderraad in te richten invoer communicatiestructuur samenwerking keten versterken d.m.v. symbiose onderwijs inrichten onderwijs op ZIB locaties in Rolde

Resultaten 2010 - 2011 We kunnen tevreden terugkijken naar de manier waarop er is gewerkt aan de richtpunten; die we ons zelf ten doel hadden gesteld voor het schooljaar 2010-2011: • • • •

Zo zijn alle leerkrachten geschoold / begeleid in het werken met het directe instructiemodel en zijn alle personeelsleden geschoold in het werken met een digitaal leerling volgsysteem en is het team in Hoogeveen geschoold in het geven van taalgericht vakonderwijs. Ook zijn er collega’s die in het kader van hun persoonlijk ontwikkelingsplan de PABO opleiding, de Master Sen opleiding, de opleiding orthopedagoog Generalist en de opleiding tot taalspecialist met goed gevolg hebben afgerond. Zijn de locaties in Hoogeveen en Emmen in het kader van kwaliteitsverbetering; door inspectie van onderwijs bezocht met als resultaat; dat beide locaties nu een basisarrangement hebben. Dit betekent dat het onderwijs van voldoende kwaliteit is. Is er een RENN4 breed evaluatieonderzoek naar de tevredenheid van de ouders, leerlingen, personeelsleden en ketenpartners zoal;s reguliere VO scholen en hulpverleningsorganisaties.


16

• • • • • • • • •

2.3

Is de locatie van RENN4 De Atlas verhuisd van Smilde naar Assen en is de locatie Strogoffstraat in Emmen verhuisd naar de locatie Houtweg in Emmen. Heeft de school een nieuwe naam gekregen: RENN4 De Atlas met als ondertitel: er gaat een wereld voor je open. Is er een start gemaakt met een digitale nieuwsbrief voor alle ouders en ketenpartners Is er een nieuwe visie voor de school vastgesteld voor: ICT onderwijs, praktijkvakken en onderwijszorgaanbod en samenwerking met de reguliere scholen Is de leerlingenzorg van in- tot uitstoom beschreven en gaat deze het traject in van vaststelling en implementatie van schooljaar 2011-2012 Is in een nieuw onderwijszorgmodel het onderwijsaanbod binnen de 3 onderwijszorgprofielen beschreven ter voorbereiding op de implementatie in het schooljaar 2011-2012 Is de CITO toets en de CLLEO meerdere malen bij leerlingen afgenomen, waardoor resultaten beter te meten, te volgen en bij te sturen zijn Is er naast een regulier management overleg een werk management overleg ingebouwd om het jaarplan en de acties die daaruit voortvloeien goed te kunnen monitoren. Is de leerlijn techniek en metaal, zorg en welzijn per onderwijszorgprofiel per leerjaar beschreven.

De uitstroom van onze leerlingen

Om goed te kunnen beoordelen of een leerling er aan toe is om naar een andere school te gaan, houden we de ontwikkelingen van elke leerling bij. Op grond van de resultaten van het leerlingvolgsysteem en toetsuitslagen wordt een advies voor vervolgonderwijs gegeven. Dit advies wordt met ouders/verzorgers besproken. De ouders/verzorgers nemen op grond van het advies een besluit. Aanmelding bij vervolgonderwijs wordt door ouders in overleg met de huidige school gedaan. Onze leerlingen gaan naar: • het regulier (speciaal) basisonderwijs • een andere vorm van (voortgezet) speciaal onderwijs (cluster 2 of 3) • het VO (regulier voortgezet onderwijs) • het MBO (middelbaar beroepsonderwijs) • Praktijkonderwijs • (beschermde) arbeid • specifieke zorginstellingen Onze school kende het afgelopen jaar de volgende uitstroom: resultaten Hoogeveen ? Naar:

Hoogeveen

Emmen

Assen

Andere vorm van VSO (voortgezet speciaal onderwijs)

6

1

2

2

2

Cluster 2 Cluster 3

3

VMBO MBO (middelbaar beroepsonderwijs) niveau 1 en 2

11

12

11

Praktijkonderwijs

3

1

3

(beschermende) arbeid

1

8

2

Specifieke zorginstellingen

1

1


17

Wajongtrajecten gericht op arbeid

5

Project Gemeente Emmen gericht op bestrijding jeugdwerkeloosheid

2

Overig

2.4

1

2

1

Onderwijsinspectie

De Onderwijsinspectie heeft tot taak toezicht te houden op het onderwijs. Per 1 september 2002 is de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht (WOT) ingegaan. Binnen het inspectietoezicht staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”. Van de bevindingen wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt doorgesproken met het team, de medezeggenschapsraad en het bestuur.

3. De organisatie van ons onderwijs 3.1

CvI - Hoe wordt een leerling toegelaten?

Een leerling moet schriftelijk aangemeld worden bij de Commissie voor de Indicatiestelling, die uiteindelijk beoordeelt of de leerling in aanmerking komt voor een indicatiestelling. De commissie gebruikt hiervoor wettelijke criteria, die er voor zorgen dat alle leerlingen op dezelfde manier beoordeeld worden namelijk objectief en onafhankelijk. De criteria zijn: • Er is sprake van gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek. • De gevolgen zijn zowel op school als thuis en/of in de vrije tijd merkbaar. • De gevolgen hiervan zijn geconstateerd door Jeugdzorg, GGZ of een andere hulpverlenende instantie. • Deelname aan het reguliere onderwijs is niet of in beperkte mate mogelijk. Zo moet het voor ouders/verzorgers duidelijk worden waarom de leerling wel of niet in aanmerking komt voor cluster-4 onderwijs of extra voorzieningen. Door ondertekening van het formulier geven de ouders/verzorgers de commissie toestemming om informatie op te vragen bij de school van herkomst, de onderwijsbegeleidingsdienst of een hulpverleningsorganisatie. De procedure moet binnen acht weken afgerond zijn. Het aanmeldpunt is te bereiken van maandag t/m donderdag op nummer 050-3097100. Bureau Aanmelding is de hele week geopend. Een verwijzing naar het regionale informatiepunt is ook aan te bevelen. Zie verder ook de folder van het RENN4 - GEWOON SPECIAAL? Of ga naar de website www.renn4.nl NB De plaatsing op Ambiq verloopt in overleg met de zorginstelling. Voor de leerlingen die op deze afdelingen onderwijs volgen is geen cluster 4 indicatie nodig. Het betreft hier de zogenaamde. plaatsbekostigde leerlingen. Na de indicatiestelling Als een leerling toelaatbaar verklaard is voor het speciaal onderwijs, kunnen de ouders kiezen uit twee mogelijkheden: 1. Plaatsing op één van de RENN4 scholen. Plaatsing op een RENN4 school kan gedurende het hele jaar plaats vinden. Voorafgaand aan de plaatsing wordt door de school een plan van aanpak (het handelingsplan) gemaakt. School en ouders/verzorgers ondertekenen dit.


18

Plaatsing op een gewone (reguliere) school met extra faciliteiten en ambulante begeleiding (begeleiding van de leerling maar ook van de leerkrachten). Deze extra zorg wordt geleverd door het RENN4 en wordt betaald uit het Leerling gebonden budget ook wel “het rugzakje” genoemd.

2. Het rugzakje Voor meer informatie zie: www.oudersenrugzak.nl of www.ouderhulp.nl Informatie over het rugzakje en voortgezet onderwijs is te vinden op de infosite van het Ministerie van onderwijs www.minocw.nl en het informatiepunt van RENN4

3.2

Commissie van de begeleiding

Vanaf het moment dat een dossier van de CvI op school komt is de Commissie van de Begeleiding hiervoor verantwoordelijk. De commissie heeft een aantal taken: - het verrichten van intakegesprekken/onderzoeken voor het eerste handelingsplan - het verrichten van onderzoeken ten behoeve van de herindicatie om te beoordelen welke resultaten met het onderwijs zijn bereikt en hoe de leerling zich, al dan niet door overplaatsing naar een andere school, zo goed mogelijk kan ontwikkelen - het verrichten van facultatieve onderzoeken die nodig zijn in verband met de beantwoording van specifieke vragen/hulpvragen - het beoordelen en evalueren van het handelingsplan In de CvB wordt besloten welke locatie het beste aansluit bij de vraag van de leerling. Aansluitend worden ouders hierover geïnformeerd en wordt de datum van plaatsing vastgesteld. De CvB wordt gevormd door teamleiders, orthopedagogen, intern begeleiders, maatschappelijk werker en de GGD arts.

3.3

Handelingsplan

Op grond van de, door de Commissie van de Begeleiding, aangeleverde informatie wordt door de leerkrachten een handelingsplan opgesteld. Hierin staan naast de algemene en specifieke hulpvragen ook de doelstellingen voor de kortere en langere termijn omschreven en aan welke eindtermen de leerling moet voldoen om naar een andere school of een arbeidsopleiding/arbeidsplaats te kunnen gaan. Het handelingsplan wordt met de ouders besproken en door hen ondertekend.

Uitvoering van het handelingsplan Van toelating tot uitplaatsing dient er een proces plaats te vinden van handelingsgerichte diagnostiek. Dat wil zeggen dat er, door middel van multidisciplinaire diagnostiek en overleg, een vertaling van diagnostiek naar handelen plaatsvindt. De uitvoering van het handelingsplan staat in een lesrooster vermeld. Hierop staat per groep, per leerling en per uur aangegeven aan welke activiteit de leerling deelneemt en bij wie. Over het algemeen zal de leerling de meeste lestijd doorbrengen bij de eigen leerkracht.

3.4

Leerstromen

Binnen De Atlas zijn er drie verschillende onderwijs zorgtrajecten met verschillende uitstroomperspectieven te weten: • Uitstroomprofiel regulier VO


[ / VMBO / HAVO / VWO / MBO niveau 3 en 4 ]

19

• Uitstroomprofiel semi-regulier VO • Uitstroomprofiel praktijk

3.5

[ VMBO met lwoo / MBO niveau 1 en 2 ] [/ VSO / cluster 3 / [beschermd] werk ]

Stage

De Atlas biedt de leerlingen interne stages en externe stages. Leerlingen krijgen op deze manier de kans om werkvaardigheden te oefenen en zich op een vakgebied te oriënteren. De werkzaamheden en leerdoelen van een stage worden altijd contractueel vastgelegd en periodiek geëvalueerd.

Stageactiviteiten Emmen Voor de groepen in Emmen geldt dat er interne en externe stages zijn. Het doel van de stages zijn; het opdoen van ervaring en het werken aan competenties. Tijdens de interne stage lopen de leerlingen mee met de conciërge of administratief medewerker, hebben ze keukendienst en verzorgen ze de koffie en thee. Naast de interne stages lopen de leerlingen externe stages. Dat begint met een snuffelstage en kan eindigen bij een plaatsingsstage, om vervolgens te kunnen schakelen naar arbeid of opleiding. Stageactiviteiten Assen Leerlingen van de locatie Assen kunnen gebruik maken van een intern- en extern- stageaanbod. Het is de bedoeling dat leerlingen (werknemers-) vaardigheden opdoen die hen kunnen helpen naar een realistisch toekomstperspectief. Tijdens deze stage gaan leerlingen o.a. naar een camping in de buurt waar ze diverse werkzaamheden uitvoeren of werken leerlingen in groenactiviteiten om de school, waarbij het verzorgen van de omgeving centraal staat. Daarnaast lopen leerlingen externe stages bij een variatie aan bedrijven en instellingen in de regio. In samenwerking met UWV worden op school beroepskeuzetesten afgenomen bij leerlingen om zo de juiste (stage en vervolgonderwijs) richting te kunnen bepalen. Stageactiviteiten Ambiq Hoewel de locatie Voltastraat onderdeel is van een 3-milieu's voorziening, waarbij wonen, dagbesteding en vrije tijd op één terrein plaatsvinden, gaan er leerlingen die in het eind van hun behandeltraject zitten extern op stage. Op school volgen de oudere leerlingen als vast roosteronderdeel een arbeidstoeleidingstraject. De externe stages zijn nooit bedoeld als onderdeel van een vakopleiding maar hebben als primaire doelstelling ervaring opdoen op de arbeidsmarkt, waarbij sociale vaardigheden een belangrijk onderdeel vormen. Gezocht wordt in voorkomende gevallen uiteraard naar een stagebedrijf die aansluit bij de interesses van de leerling. Stageactiviteiten Lomanlaan Op de locatie Lomanlaan gaat het er vooral om dat leerlingen ‘proeven’ aan de praktijk. Binnen een bedrijf, winkel of andere plek worden toch weer vaak andere dingen van ze verwacht dan op school. Het ontwikkelen en vooral toetsen van sociale vaardigheden in de praktijk neemt een centrale plaats in. De drempel voor het doorstromen van onze leerlingen naar een BBL- opleiding (beroepsbegeleidend leren) wordt op deze manier eveneens verlaagd. Bij het zoeken naar stage-adresssen kijken we in eerste instantie naar het interesseveld van de leerling. Op dit moment vragen we ook vaak ouders om met suggesties te komen zodat zij zich ook op deze manier bij hun kind betrokken voelen. Op termijn hopen we dat zo steeds meer leerlingen (voor wie we dat nodig vinden) een plek te kunnen aanbieden. In het schooljaar 2010-2011 hebben leerlingen stage gelopen bij bv. een supermarkt, tuinbouwbedrijf, bloemist, peuterspeelzaal en diverse metaalbedrijven.


20

3.6

Contacten

De contacten met andere scholen en instanties zijn de afgelopen jaren sterk uitgebreid. De belangrijkste contacten zijn: • samenwerking op allerlei niveaus met Ambiq, Jeugdzorg Drenthe en Yorneo • participatie in het Regionaal Expertisecentrum Noord-Nederland • samenwerking schoolarts en leerplicht ambtenaar • participatie door de directie in landelijke en regionale samenwerkingsverbanden op het terrein van de eigen doelgroep, het regulier onderwijs en de jeugdzorg • de gebruikelijke contacten met andere scholen, de lokale en provinciale overheid en instellingen als Sociaal Cultureel Werk (S.K.W.), Bibliotheek, M.E.E. Drenthe en (jeugd) politie. Daarnaast nemen medewerkers van de school regelmatig deel aan consultatieteams. Deze teams bestaan naast medewerkers van de school uit mensen van Bureau Jeugdzorg, leerplichtambtenaren, maatschappelijk werk, jeugdagenten en vertegenwoordigers van andere scholen. Tijdens deze bijeenkomsten worden leerlingen besproken waarmee het niet goed gaat. Doel van deze teams is om deze probleemleerlingen duidelijk in beeld te brengen en waar mogelijk zorg te dragen voor een goede oplossing van de problemen waar deze leerling mee te maken heeft. Ook participeert het management in diverse netwerken van samenwerkingsverbanden in de regio en staan er onderwerpen op de agenda o.a. in het kader van passend onderwijs voor alle leerlingen.

3.7

Kampen, excursies, schoolreizen

Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie, anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma. Aan deze activiteiten zijn kosten verbonden. Deze mogen geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact opnemen met de school als de gevraagde bijdrage een probleem vormt.

3.8

Bewegingsonderwijs

Bewegingsonderwijs wordt minimaal 2 keer per week aangeboden in de sporthal/gymzaal De lessen worden gegeven door vakleerkrachten. Naast de reguliere bewegingsonderwijs lessen wordt er ook regelmatig naar een alternatief gezocht in de vorm van fietsen, schaatsen, zwemmen, etc. Tijdens de sportlessen mogen er, in verband met de veiligheid geen sieraden worden gedragen. Wanneer sieraden niet af kunnen of leerlingen weigeren ze af te doen worden ouders / verzorgers gevraagd schriftelijk toestemming te geven voor het dragen van de sieraden tijdens de les met daarbij de afspraak dat: als een desbetreffende leerling letsel op loopt gedurende de gymles ouders/ verzorgers zelf aansprakelijk zijn. Wanneer andere leerlingen echter letsel op lopen door leerlingen die hun sieraden niet af kunnen of willen doen, zijn de ouders eveneens zelf wettelijke aansprakelijk.


21

4. De medewerkers Alle medewerkers van VSO Drenthe hebben een gezamenlijk doel: het geven van goed onderwijs, waardoor schakelmogelijkheden optimaal zijn. Uiteraard in nauwe samenwerking met ouders en leerlingen. Bovenstaande betekent dat: -

4.1

er in de school waar nodig multidisciplinair gewerkt wordt we een lerende organisatie zijn, waarbij medewerkers elkaar constructief en positief ondersteunen De Atlas investeert in professionalisering van de medewerkers met als doel de kwaliteit van het onderwijszorgaanbod te waarborgen de medewerkers zich bewust zijn van eigen gedrag t.o.v. leerlingengedrag, ze dit gedrag doelgericht inzetten de medewerkers een positieve grondhouding t.o.v. de leerlingen hebben de medewerkers gekwalificeerd, bevoegd en competent voor de functie zijn de medewerkers zorgen voor een veilige prettige school met veel aandacht voor sociale interactie er wordt gewerkt met vaste invallers het management faciliterend en ondersteunend is de medewerkers elkaar onderling aanspreken binnen een professionele cultuur aan vanuit respect

Directeur

De directeur is verantwoordelijk voor de schoolzaken en mede verantwoordelijk voor het beleid van RENN4 in het algemeen.

4.2

Teamleider

De teamleider is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de onderwijsafdeling in afstemming met de directeur. Hij/zij coördineert de organisatie en de werkwijze van de activiteiten binnen de locaties van De Atlas.

4.3

Groepsleerkracht, vakleerkracht en leerkrachtondersteuner

De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de uitvoering van de lessen vanuit de handelingsplannen in de groep. Hij/zij werkt daarvoor samen met een aantal mensen uit het multidisciplinaire team zoals de onderwijsassistent, de leerkrachtondersteuner en de vakleerkracht. De groepsleerkracht draagt ook zorg voor de begeleiding van stagiaires van o.a. de pabo opleiding of sociaal pedagogisch werk.

4.4

Gedragsdeskundige

De gedragsdeskundige is verbonden aan het multidisciplinaire team en begeleidt leerlingen door middel van dossieranalyse, psychologisch onderzoek, het vertalen van diagnostiek naar orthopedagogisch en didactisch handelen en het ontwikkelen van specifieke programma’s. De gedragsdeskundige zorgt er voor dat de betreffende medewerkers er mee aan de slag kunnen en levert een inhoudelijke bijdrage aan scholing en deskundigheidsbevordering van alle teamleden.


22

4.5

Intern begeleider (IB-er)

De IB-er heeft als taak er voor te zorgen dat, bij hulpvragen van leerlingen, een passend onderwijsaanbod wordt gezocht. Teamleden worden gecoacht en begeleid om er voor te zorgen dat ze hun werk optimaal kunnen verrichten. De IB-er coördineert de specifieke hulpvragen, organiseert evaluatiebesprekingen en bewaakt de doorgaande lijn.

4.6

Stagecoördinator

De stagebegeleider is verantwoordelijk voor het stagetraject van interne en externe stages. Deze stages kunnen zowel oriënterend, als beroepsgericht zijn. De begeleiding van de stages is intensief en gebeurt in samenwerking met de groepsleerkracht, die eindverantwoordelijk is voor het traject van de leerling.

4.7 Ondersteunend personeel (conciërge, administratie, ICT medewerker) Het ondersteunend personeel is medeverantwoordelijk voor: Gebouwzaken, ICT en administratie zoals dossierverwerking, correspondentie en telefonisch contact bij ziekmelding.

4.8

School video-interactiebegeleider (SVIB)

Onze school heeft een eigen School Video Interactie Begeleider. Met behulp van video-opnames kan deze specialist, op aanvraag, medewerkers en leerlingen helpen inzicht te krijgen in hun eigen manier van werken en communiceren. Naast deze individuele trajecten, kan SVIB ook ingezet worden bij veranderingsprocessen op locatieen schoolniveau. Door het gebruik van concrete beelden kan SVIB een nauwkeurige, praktische, oplossingsgerichte manier van begeleiden zijn. SVIB-trajecten moeten aangevraagd worden via de teamleider. Er is voor SVIB een eigen beleidsstuk: Professionals in beeld. Het is op aanvraag te krijgen bij de SVIB-er.

4.9

Opleider in school (OPLIS)

Een opleider in school heeft een ondersteunende taak naar onderwijsgevenden, stagiaires en studenten. In de praktijk houdt dit in dat de opleider: Stages coördineert, studenten begeleidt, contacten onderhoudt met de diverse opleidingen, individuele leerkrachten begeleidt en leiding geeft aan intervisiegroepen. De opleider kan ook een adviserende rol hebben bij studie.

4.10 Bedrijfshulpverlener en preventiemedewerker De Arbo-wetgeving schrijft voor dat iedere organisatie bedrijfshulpverleners moet hebben. Dit geldt ook voor het onderwijs. Hiervoor zijn binnen De Atlas voor iedere locatie personeelsleden opgeleid. Deze mensen worden regelmatig getraind om in geval van nood te kunnen handelen en zaken op te pakken die dan geregeld moeten worden. Ieder jaar oefenen de afdelingen van De Atlas bijvoorbeeld de ontruiming van het gebouw in geval van een noodsituatie. De bedrijfshulpverleners houden dan toezicht op de juiste gang van zaken. Daarnaast hebben zij kennis van zaken betreffende EHBO en


23

houden zij de ongevallenregistratie bij. Binnen De Atlas is ook een preventiemedewerker actief omdat het belangrijk is om kennis te hebben van de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid. Er kan dan gericht gezocht worden naar oplossingen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De preventiemedewerker signaleert aan de hand van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) de risico’s en wenselijke verbeteringen. Met de resultaten van de RI&E wordt een plan van aanpak opgesteld. De preventiemedewerker verleent medewerking aan het opstellen, up-to-date houden, uitvoeren en evalueren van de RI&E. De preventiemedewerker brengt advies uit aan alle geledingen binnen de organisatie, fungeert als vraagbaak voor medewerkers over (de uitvoering van het) arbobeleid en is signalerend en adviserend.

4.11 Aandachtfunctionarissen ‘Omgaan met agressie’ en ‘Omgaan met seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag’ Het is erg belangrijk dat zowel de leerlingen als de medewerkers zich veilig en vertrouwd voelen op school. Daarom heeft De Atlas alle medewerkers getraind in het omgaan met agressie en seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. Om het geleerde ook na de training onder de aandacht van de medewerkers te houden, is er op elke locatie van De Atlas voor beide onderwerpen een aandachtsfunctionaris aangesteld. De aandachtsfunctionaris - één van de medewerkers - heeft als taak deze onderwerpen regelmatig op de agenda van de teamvergaderingen te zetten. Ook kunnen de andere medewerkers voor vragen terecht bij de aandachtsfunctionaris. Daarnaast heeft de aandachtsfunctionaris regelmatig contact met de trainers en de andere aandachtsfunctionarissen van RENN4.

4.12 Vervangers Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is er voor te zorgen dat iedere groep een vervanger heeft

4.13 Stagiaire De Atlas biedt, middels stageplaatsen, de mogelijkheid aan studenten van verschillende opleidingen (PABO, SPH, SPW, etc.) tot het opdoen van praktijkervaring. Stagiaires zijn gekoppeld aan een team, groep of teamlid en hebben meestal stageopdrachten, die ze in het kader van hun opleiding moeten uitvoeren. Daarnaast worden stagiaires ingezet voor het uitvoeren van een aantal taken. Zo kan er bijvoorbeeld extra hulp worden gegeven aan leerlingen.

5. Contacten met ouders 5.1

Informatieavonden

In de periode tussen de herfst - en de kerstvakantie worden er voor ouders informatieavonden georganiseerd.

5.2

Huisbezoeken

De groepsleerkrachten proberen één keer per jaar op huisbezoek te gaan met uitzondering van de locatie Voltastraat in Hoogeveen en Asserstraat in Rolde.


24

5.3

Oudergesprekken

Twee keer per jaar worden er oudergesprekken gehouden, die gekoppeld zijn aan het handelingsplan of de evaluatie van het handelingsplan en het rapport van de leerling. U praat dan met de groepsleerkracht van de leerling.

5.4

Onderwijskundig rapport

Wanneer een leerling de school verlaat, wordt er een onderwijskundig rapport geschreven. Daarin staat schoolspecifieke informatie, zoals de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van een leerling.

5.5

Contactschrift

Wanneer regelmatig contact tussen ouders/verzorgers en de leerkracht wenselijk is, kan er gebruik gemaakt worden van een contactschrift.

5.6

Telefonisch contact

Veel leerkrachten en ouders/verzorgers stellen telefonisch contact op prijs. Het regelmatig terugkoppelen hoe de zaken er voor staan is wenselijk, opdat de thuis- en schoolsituatie goed op elkaar is afgestemd. Tijdens lesuren is het voor de leerkrachten moeilijk u te woord te staan. U kunt daarom beter voor of na schooltijd telefonisch contact opnemen met de leerkracht of een afspraak maken.

5.7

Nieuwsbrief locaties

Alle locaties van De Atlas verzorgen ieder hun eigen nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief informeert u over allerlei actuele zaken van de school en de specifieke informatie van de locatie en verschijnt 3 à 4 keer per jaar. We werken er dit jaar naar toe dit in een hernieuwde lay-out vorm te geven

6. Geldzaken 6.1

Verzekering

De school heeft een verzekeringspakket afgesloten bestaande uit een collectieve ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone ziektekostenverzekering worden gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schade claims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Om misverstanden te voorkomen wijzen we op het volgende: Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Dat is echter een misverstand. De school heeft pas schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort geschoten zijn in hun


25

rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

6.2

Vrijwillige Ouderbijdrage

De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld. Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken wordt een bijdrage naar evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij rekenen op uw bereidwilligheid om bij te dragen. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden. De ouderbijdrage voor niet onderwijsgebonden activiteiten waarvoor de school geen vergoeding ontvangt (uitstapjes en vieringen) is voor het komend schooljaar vastgesteld op € 50,00 voor VSOleerlingen.

6.2

Sponsoring

Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolgids aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Wij onderschrijven de uitgangspunten van het convenant. De Atlas maakt geen gebruik van sponsoring.


26

7. Regelzaken en verplichtingen 7.1

Lestijden

Assen maandag 8:30 dinsdag 8:30 woensdag 8:30 donderdag 8:30 vrijdag 8:30 Middagpauze 12.15 –

14.30 uur 14.30 uur 12:00 uur 14.30 uur 14.30 uur 12.30 uur

Voltastraat en Asserstraat maandag 9.00 - 15.30 uur dinsdag 9.00 - 15.30 uur woensdag 9.00 - 12.45 uur donderdag 9.00 - 15.30 uur vrijdag 9.00 - 15.30 uur Middagpauze 12.15 – 13.00 uur

Emmen Lomanlaan maandag 8:30 - 14.20 uur maandag 8:30 - 14.30 uur dinsdag 8:30 - 14.20 uur dinsdag 8:30 - 14.30 uur woensdag 8:30 - 12:15 uur woensdag 8:30 - 12:00 uur donderdag 8:30 - 14.20 uur donderdag 8:30 - 14.30 uur Op de locaties Lomanlaan en de locatie in Assen de middagpauze vrijdag 8:30 - 14.20 uur vrijdagwordt na 8:30 - 14.30 uur in de klas gegeten. Tijdens het eten wordt er aandacht besteed aan sociale vaardigheden, aandacht voor gezonde voeding en Middagpauze 12.15 – 12.35 uur Middagpauze 12.15 - 12.30 uur bevordering van de groepscohesie

7.2

Vakantierooster RENN4 De Atlas 2011- 2012

Vakantie

Periode

Eerste schooldag

Zomervakantie 2011

tot en met 4 september 2011

maandag 5 september 2011

Herfstvakantie

15 t/m 23 oktober 2011

maandag 24 oktober 2011

Kerstvakantie

24 december 2011 t/m 8 januari 2012

maandag 9 januari 2012

Voorjaarsvakantie

25 februari t/m 4 maart 2012

maandag 5 maart 2012

Paasvakantie

6 april t/m 9 april 2012

dinsdag 10 april 2012

Meivakantie

28 april t/m 6 mei 2012

maandag 7 mei 2012

Hemelvaartvakantie

17 t/m 18 mei 2012

maandag 21 mei 2012

Pinksteren

28 mei 2012

Woensdag 30 mei 2012 *

Zomervakantie

start maandag 23 juli 2012

Studiedagen schooljaar 2011 -2012: Alle locaties: Vrijdag 23 december 2011: Dinsdag 29 mei 2012: Woensdag 16 mei: Vrijdag 20 juli 2012:

leerlingen om 12.00 uur vrij de hele dag * de hele dag i.v.m. studiedag / personeelsdag van de school leerlingen om 12.00 uur vrij


27

Er kunnen naast de hierboven genoemde dagen nog studiedagen worden ingezet t.b.v. ontwikkeling en scholing van personeel en organisatie. U ontvangt hierover tijdig bericht van de desbetreffende teamleider d.m.v. de nieuwsbrief

7.3

Lesuitval

Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is er voor te zorgen dat iedere groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende leerkracht is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats. Als er geen vervanging of alternatief voor handen is, kan als uiterste maatregel besloten worden om leerlingen thuis te laten blijven. I.v.m. vervoer maken wij dit zo mogelijk, een dag van te voren bij de ouders bekend. Daarom is het van groot belang, dat er op school juiste telefoonnummers en mogelijke noodnummers bij geen gehoor, beschikbaar zijn. Wanneer een ouder / verzorger niet wordt bereikt wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd contact te krijgen met ouders / verzorgers.

7.4

Leerplicht en verlofregeling

Leerplicht is de plicht die ouders hebben t.a.v. het schoolbezoek van hun kind. De leerplicht is geregeld in de zogenaamde leerplichtwet. In de jaren dat uw kind leerplichtig is moeten ouders of verzorgers van een kind er zorg voor dragen dat hun kind de school ook bezoekt en de lessen volgt. De leerplicht is als volgt geregeld: Leerlingen van vier jaar zijn niet leerplichtig. Leerlingen van vijf jaar zijn gedeeltelijk leerplichtig. Dat wil zeggen dat een kind voor ten hoogste 5 uren per week kan worden vrijgesteld van de verplichting om de school te bezoeken. Wanneer ouders of verzorgers van deze regeling gebruik maken, dient dit te worden gemeld bij de directeur van de school. Leerlingen van zes jaar en ouder zijn leerplichtig. Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de specifieke aard van het beroep van één van de ouders of verzorgers van het kind. Dit verlof mag één keer per jaar voor maximaal 10 schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd bij de directie. Dit verlof wordt gegeven door de afdelingsleider van de school en mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewichtige omstandigheden”. Bij minder dan 10 schooldagen kan de afdelingsleider van de school dit verlof verlenen. Indien er voor meer dan 10 dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de leerplichtambtenaar nodig. Wat zijn gewichtige omstandigheden? Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan geschieden. Verhuizing. Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten t/m de vierde graad. Bevalling van moeder of verzorgster. Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd. Andere gevallen die zeer “gewichtig” zijn. Afwezigheid In geval van afwezigheid van een leerling gelden de volgende regels: Afwezigheid wordt gemeld voor aanvang van de lessen. Er wordt genoteerd of er sprake is van geoorloofd of ongeoorloofd verzuim.


28

Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is worden deze bezoeken op school gemeld bij de groepsleerkracht of bij de teamleider (graag tussen 8.00 -8.30 uur). Tevens dient u dit tijdig door te geven aan het taxibedrijf.

Ongeoorloofd schoolverzuim Indien zich ongeoorloofd schoolverzuim voordoet kan dit tot een geldboete leiden. De directeur heeft de wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. Indien door omstandigheden kinderen buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient u dit in verband met wettelijke bepaling vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de leerplichtwet worden gevolgd. Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken.

Ontheffingen Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de inspectie ontheffing voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de brochure over de leerplichtwet.

7.5

Schoolregels

Algemene regels • Meegebrachte spullen bewaar je in je tas of in je kluisje. • Jassen hangen aan de kapstok / Petten bewaar je in je kluisje of vak. • Zwemspullen neem je dezelfde dag weer mee naar huis om te laten wassen. • Gymspullen neem je elke dag mee naar huis om ze te laten wassen. • Mobiele telefoons zijn tijdens schooltijden uit en zijn niet in zicht. • Ruilen, weggeven en verkopen van spullen doen we op school niet. • Je zorgt ervoor dat de omgeving netjes blijft en ruimt je eigen rommel op. • We gaan zorgvuldig om met onze eigen en andermans spullen. Afdelingsregels / klassenregels Iedere afdeling kent zijn eigen specifieke afdelingsregels en klassenregels. Deze ontvangt u bij de start van het schooljaar van de groepsleerkracht. Gebruik pennen, geodriehoek Alle leerlingen moeten bij de start van het schooljaar een etui met een pen, potlood, geodriehoek en gum meenemen. Binnen de school zijn rekenmachines en passers aanwezig. Foto en video Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten. Formeel horen ouders / verzorgers hier toestemming voor te geven. Hiermee verzoeken wij de ouders/verzorgers die bezwaar hebben tegen dergelijke foto's en/of video-opnames om dit te melden bij de schoolleiding. In voorkomende gevallen zullen van de desbetreffende leerling(en) dan geen opnames plaatsvinden. Wanneer er sprake is van een individueel begeleidingstraject van een leerling door de video interactiebegeleider van de school, gaat dit altijd in overleg met ouders / verzorgers en wordt dit vastgelegd in het handelingsplan.


29

7.6

Het veiligheidsbeleid

Door het centraal stellen van het veiligheidsgevoel en de ruimte om te mogen groeien voelen zowel leerlingen als medewerkers zich optimaal op hun plek binnen een RENN4 school. Elke school streeft naar een pestvrije omgeving voor iedereen, een omgeving waar je mag zijn als individu (Autonomie), je mogelijkheden centraal staan (Competentie) en gerespecteerd wordt om wie je bent. Het behouden en bevorderen van een veilig schoolklimaat is onontbeerlijk voor een prettige leer- en werkomgeving op de scholen van RENN4. Wij verankeren veiligheid binnen het pedagogisch klimaat en creëren daarbinnen een goed evenwicht tussen de zorg voor sociale binding (Relatie), de omgang met incidenten en de zorg voor veilige voorzieningen. Het inrichten van een veilige omgeving voor leerlingen en medewerkers ziet RENN4 als randvoorwaardelijk en dient derhalve geen invloed te hebben op de ervaren veiligheid. Bij het werken aan veiligheid in en om de school vinden wij de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen van fundamentele betekenis omdat zij vaak zowel slachtoffer als dader zijn. De inbreng van leerlingen wordt op alle scholen op een adaptieve (Adaptief) wijze binnen RENN4 systematisch (Systematisch) serieus genomen. Deze inbreng gaat verder dan een leerlingenstatuut, een leerlingenraad en een actieve participatie in activiteiten binnen de school. Binnen ons veiligheidsbeleid is sprake van concrete betrokkenheid van leerlingen (Engagement) bij de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Leerlingen worden betrokken bij het signaleren van onveilige situaties, bij het bespreken van problemen en bij het bedenken en uitwerken van oplossingen. Leerlingen weten zelf vaak het beste wat er onderling gaande is, wat er kan worden verbeterd. Naast de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen is de rol van de ouders en ketenpartners van belang. De mening van ouders en ketenpartners in relatie tot de ervaren veiligheid binnen de RENN4 scholen wordt systematisch in beeld gebracht. Ook onze partners worden betrokken bij het signaleren van onveilige situaties, bij het bespreken van problemen en bij het bedenken en uitwerken van oplossingen (Samenwerkend). Medewerkers van de RENN4 scholen weten dat ze een voorbeeldfunctie (Gedrag) vervullen, zijn zich hier terdege van bewust en dragen de voorbeeldfunctie uit. Goed voorbeeld doet goed volgen. Het open karakter in de scholen van RENN4 staat garant voor een vertrouwensbasis, teamleden willen elkaar aanspreken en kunnen dat. De directie en het team van De Atlas geeft uitvoering aan het veiligheidsbeleid en zullen zorg blijven dragen voor ontwikkeling, vaststelling en actualisering van hun veiligheidsbeleid binnen de school. Zij spannen zich ervoor in dat de daaruit voortvloeiende activiteiten worden uitgevoerd. Zij doen dit door: - Het schrijven van incidentnotities bij overtreden van regels door de leerling, waarbij de genomen maatregelen van de school eveneens wordt beschreven. Deze incidentnotities maken onderdeel uit van het digitale leerlingvolgsysteem. - Het melden van ernstig strafbare feiten bij de contactfunctionaris van de politie. In andere gevallen dan ernstig strafbare feiten stelt de school de contactfunctionaris bij de politie zo nodig op de hoogte. - Zich in te spannen om te voorkomen dat leerlingen van school verwijderd worden. De leerplichtambtenaar zal in een zo vroeg mogelijk stadium worden ingeschakeld. - Leerlingen beter te leren omgaan met conflicten: Voor de jongeren is hiervoor de training ‘Omgaan met agressie’ [ OmA ] ontwikkeld en deze wordt aangeboden binnen reguliere lessen of op vraag. [zie ook methodiek beschrijving] - Alle personeelsleden te blijven scholen in het omgaan met agressie, waarbij de ABC methodiek [ zie ook de methodiek omschrijving] wordt ingezet om beter te kunnen omgaan met agressie en conflicten in de onderwijsleersituatie. - Het toepassen van de aangeleerde polsklem in het geval van gevaarlijke situaties waarbij agressieregulatie noodzakelijk is, omdat er gevaar dreigt voor de leerling zelf, medeleerlingen of personeel van de school. Met als doel de leerling uit een gevaarlijke situatie weg halen.


30

-

Door het vastleggen van specifieke afspraken in een handelingsplan

Situaties waarin het bieden van onderwijs niet mogelijk is en er over gegaan wordt tot een schorsing zijn o.a.: Het onder schooltijd onder invloed zijn van drugs en/of alcohol, het op weg naar/van school of op/rond school gebruiken van of het handelen in deze middelen. Het bezit van (bij wet verboden) wapens en/of het bedreigen van medeleerlingen of personeel waardoor de veiligheid van medeleerlingen en/of personeel in gevaar komt. In dergelijke situaties zal in overleg met betrokkenen bepaald worden welke maatregelen getroffen worden. [ zie verder het agressieprotocol en het schorsingsbeleid van de school ]

7.7

Agressie en vernieling

Agressie komt voor, ook bij ons op school. De Atlas gaat uit van de opgestelde school- en gedragsregels. Binnen deze regels worden agressie en geweld niet geaccepteerd. Onder agressie verstaan wij zowel verbale als fysieke agressie. Als de schoolregels worden overtreden, zijn er een aantal afspraken over hoe te handelen. Dit kan variëren van korte tijd uit het lokaal verwijderd worden, tot een leerling voor bepaalde tijd te schorsen. Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen vernielen. Deze schade wordt niet door de verzekering gedekt. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de veroorzaker zelf worden vergoed. Gelet op de wetgeving t.a.v. aansprakelijkheid, is het gewenst een WA-verzekering af te sluiten. Wanneer er sprake is van verbaal en/of fysiek agressief gedrag ten opzichte van personeel van onze school, wordt de politie ingeschakeld. In het geval van gevaarlijke situaties waarbij agressieregulatie noodzakelijk is, omdat er gevaar dreigt voor de leerling zelf, medeleerlingen of personeel van de school, wordt de polsklem door het personeel toegepast. De leerling wordt uit een gevaarlijke situatie weggehaald en naar een rustige plaats gebracht.

7.8

Vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik

De medewerkers van De Atlas zijn geschoold in het signaleren van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Bij vermoedens hiervan is de school verplicht de landelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te volgen. Deze meldcode is opgenomen in het protocol van de school. Dit protocol ligt ter inzage bij de centrale administratie van onze school en is in overleg met de teamleider van de locatie in te zien

7.9

Toelating , schorsing en verwijdering is dit de nieuwe ? Weet ik niet.

Bevoegdheid tot besluitneming: De bevoegdheid tot toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag van een school. Het doen van aangifte of melding bij de politie kan onderdeel uitmaken van deze procedure. Een melding bij de politie wordt vastgelegd in het politiesysteem zodat bij herhaling een eventuele voorgeschiedenis bekend is. Een aangifte wordt opgenomen en verwerkt in het politiesysteem. Naar aanleiding van de aangifte wordt er, indien mogelijk, een onderzoek ingesteld om te kijken of er een dader bij de aangifte kan worden gevonden. Deze dader zal strafrechtelijk worden vervolgd door het Openbaar Ministerie. (zie ook bijlage 1, pagina 18 stappenplan Omgaan met agressie) Het toelaten van leerlingen is geregeld in artikel 40 van de Wet op de Expertisecentra (hierna WEC). Alle bepalingen binnen dit artikel zijn van belang maar rondom toelating zijn met name lid 3 en 4 relevant. Volledigheidshalve worden deze artikelen hieronder opgenomen:


31

- een leerling wordt niet tot een school toegelaten dan nadat een commissie voor de indicatiestelling heeft verklaard dat de leerling toelaatbaar is tot een van de onderwijssoorten die door de school worden verzorgd, dan wel tot het cluster waartoe de school behoort. - de toelating tot een school wordt niet geweigerd op de grond dat een leerling niet is aangewezen op het onderwijs van de school indien een commissie voor de indicatiestelling heeft verklaard dat de leerling toelaatbaar is tot een van de onderwijssoorten die door de school worden verzorgd dan wel tot het cluster waartoe de school behoort. Met andere woorden een geïndiceerde leerling dient altijd geplaatst te worden. Schorsing: De WEC kent, anders dan bijvoorbeeld de Wet op het Voortgezet Onderwijs, geen regeling voor het schorsen van leerlingen. In de praktijk echter wordt, ook door de Inspectie van het Onderwijs, onderkend dat het in voorkomende gevallen nodig kan zijn dat een leerling tijdelijk niet op school aanwezig is. Volgens de in november 2006 in het MT-breed vastgestelde volmachten is de directeur van de school bevoegd tot het schorsen van leerlingen. Het schorsen van leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het gaat daarbij om het volgende: - de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna schriftelijk bevestigd. - bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging is het van belang aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen). - de directeur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders/verzorgers plaatsvindt. Dit wordt in het telefonisch contact en in de brief aangekondigd. Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de leerling. Dit betekent dat er gezorgd moet worden voor huiswerk en dat er een afspraak gemaakt wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief moet naast informatie over de aanleiding tot schorsing, de duur van de schorsing en de eventuele afspraak voor een gesprek ook informatie te bevatten over de bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de directeur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking. De schorsingsbrief wordt ondertekend door de directeur van de school en gaat in afschrift naar de voorzitter van het College van Bestuur van RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (zie voorbeeldbrief bijlage 2b). Criteria voor het hanteren van schorsingen: Criteria: - Bedreigend, gewelddadig gedrag waarbij een gevaarlijke situatie ontstaat voor de leerling of de omgeving van de leerling (medeleerling/personeel). (Extreem) fysiek geweld of (extreem) verbaal geweld (met de dood bedreigen) - Storend of agressief gedrag waardoor deelname aan, of voortgang van het onderwijsprogramma niet meer mogelijk is - Alcohol en/of drugs gebruik waardoor de leerling niet van het onderwijs kan Profiteren [ bij het vermoeden van het in bezit zijn van alcohol of drugs doorzoekt de school de tas en de jas van de leerling ]

Duur van de schorsing: De eerste keer dat zich een situatie voordoet waarvoor een schorsing wordt uitgedeeld, wordt met 1 dag geschorst zonder dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de diverse redenen om tot schorsing te kunnen overgaan of de ernst van de overtreding. In het geval dat er iemand gewond is geraakt door een actie, verdubbelt de schorsing. Bij zeer ernstig vergrijp bestaat de mogelijkheid dat er door de directeur wordt afgeweken van de norm. Schorsing gebaseerd op een andere categorie betekent een nieuwe, eerste stap in de schorsingsprocedure, en begint dus weer met 1 dag schorsing. Bij elke schorsing vindt er een gesprek plaats met een vertegenwoordiger van de school,de leerling en zijn wettelijke vertegenwoordiger(s) om herhaling te voorkomen waarbij heldere


32

afspraken worden gemaakt wat de leerling moet doen en wat hij mag verwachten van de school om hem daarbij te ondersteunen. De afspraken worden vastgelegd t.b.v. het leerlingendossier. Als de school een vastgelegde afspraak aantoonbaar niet nakomt, houdt in dat de leerling niet geschorst kan worden. Het stappenplan schorsing wordt gehanteerd; als zijnde onderdeel van het schorsingsbeleid. Verwijdering: De artikelen 40 en 61 van de WEC geven aanwijzingen voor het verwijderen van leerlingen. In artikel 40 gaat het om lid 5 en in artikel 61 om lid 2, 3 en 4. Volledigheidshalve wordt de tekst van de artikelen (op hoofdlijnen) hieronder vermeld: - Voordat besloten wordt tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken leraar of leraren. Tevens vindt overleg plaats met de onderwijsconsulent. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, een instelling voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel een instelling voor educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de vorige volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. - Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school een leerling verwijdert deelt het deze beslissing schriftelijk en met redenen omkleed, mede door toezending of uitreiking aan de ouders. In de brief wordt tevens gewezen op de bezwaarmogelijkheden van de ouders. Voordat het bevoegd gezag van een bijzondere school beslist tot verwijdering van een leerling, hoort het de ouders van de leerling. - Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunnen de ouders bij het bevoegd gezag schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders. - Het bevoegd gezag beslist niet eerder op de bezwaren dan: a. na overleg met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen. b. nadat de ouders kennis hebben kunnen nemen van de op de beslissing betrekking hebbende adviezen of rapporten. c. de ouders opnieuw zijn gehoord. In uitzonderlijke situaties kan een leerling verwijderd worden. Geldende redenen kunnen o.a. zijn: - Herhaaldelijk buitensporig agressief gedrag van de leerling; - Herhaaldelijk buitensporig storend gedrag van de leerling. De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet per volmacht overgedragen aan de directeur van de school. Verwijdering van leerlingen kan pas plaatsvinden na overleg met het College van Bestuur. De brieven rondom het voorgenomen besluit tot verwijdering en het definitieve besluit tot verwijdering worden door het College van Bestuur, namens het bevoegd gezag ondertekend (zie voorbeeldbrief, bijlage 3b). Voor cluster 4 geldt bovendien dat er sprake moet zijn van zeer ernstige problematiek die de verwijdering rechtvaardigt. Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en nakijken). Het stappenplan verwijdering wordt gehanteerd als zijnde onderdeel van het verwijderingbeleid.


33

7.10

Dossiers

Afspraken hoe om te gaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd. Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de volgende eisen: • Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard. • Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd. • Ouders/verzorgers hebben inzagerecht in het dossier van hun kind . • Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien. • Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien. • Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers. • Dossiers worden bewaard op school en mogen niet mee worden genomen. • Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers.

7.11 Klachtenregeling Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de pagina klachtenregeling op www.renn4.nl, de website van RENN4. Voor wie is de regeling bedoeld De klachtenregeling is bedoeld voor (ex-)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige (ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager als aangeklaagde zijn. Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen? Als er iets is voorgevallen kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen: • bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht; • bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de directeur van de school; • bespreek een voorval dat de directeur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het College van Bestuur van RENN4. Binnen 10 werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen.

Een klacht indienen U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord. Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld. Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina klachtenregeling op www.renn4.nl. Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school. De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen 10 werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de klachtenregeling.

Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag Heeft u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt: 1. Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt.


34

2. Binnen 4 weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor. 3. Binnen 4 weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager en aangeklaagde. Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie Heeft u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt: 1. Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen 4 weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting. 3. Binnen 4 weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het bevoegd gezag. 4. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van de school. Contactgegevens Contactpersoon van de school: De heer L. Sluiter Postbus 30017 9400 RA Assen t. 0592- 340497 [email protected] Vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders GGD Fryslân Adriaentsje Tadema, t. 058-233 43 34 Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden GGD Groningen Christian Schelwald, t. 050-367 40 00 Postbus 584, 9700 AN Groningen [email protected] Ineke Lieben, t. 0598-69 44 00 Postbus 292, 9640 AG Veendam [email protected] GGD Drenthe Geert Helder, t. 06-158 74 952 / 0592-30 63 00 Postbus 144, 9400 AC Assen [email protected] [email protected] Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4 Drs. L. de Boom Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050-3098893

Landelijke klachtencommissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD UTRECHT Tel. 030-2809590 [email protected]


35

7.12 Medezeggenschapsraad Ouders hebben het recht mee te praten op school via de medezeggenschapsraad (MR). De MR houdt zich vooral bezig met het toetsen van beleidsmatige zaken van de school en het schoolbestuur. De leden van de MR worden steeds voor een periode van drie jaar gekozen. Als er nieuwe leden gekozen moeten worden, krijgen ouders daarvan bericht. De Medezeggenschapsraad (afgekort MR) bestaat uit 2 geledingen. Vertegenwoordigers namens het personeel: Mw. M. Reinink-Holterman [locatie Hoogeveen] Dhr. M. Meins [locatie Emmen] Dhr. J.W. van Katwijk [locatie Assen] Vertegenwoordigers namens de ouders: Mw. J. Altena-van Ree [locatie Hoogeveen] Vacature [locatie Emmen] vacature [locatie Assen] De MR overlegt met de directie over zaken als: - besteding van gelden - personeelsaangelegenheden - Arbo beleid voor zowel personeel als kinderen, bijvoorbeeld de veiligheid op school De MR vergadert ongeveer 7 keer per jaar. De directie bespreekt met de MR het voorgenomen beleid. De MR kent wettelijk twee vormen van inspraak: instemmingsrecht en adviesrecht. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. Zo moeten ouders/verzorgers en personeel beide instemmen met het schoolplan en het activiteitenplan. Als u meer wilt weten over de MR, dan kunt u contact opnemen met de voorzitter: dhr. J.W. van Katwijk Tel. 0592-340497.

7.13 Ziekmelding In geval van ziekte / afwezigheid van een leerling gelden de volgende regels: Afwezigheid moet worden gemeld door ouders/ verzorgers voor aanvang van de lessen. Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is worden deze bezoeken op school gemeld bij de groepsleerkracht (graag tussen 8.00 -8.30 uur). Tevens dient u dit tijdig door te geven aan het taxibedrijf.

7.14 Contact met school Een goed contact tussen thuis en school is belangrijk. Tijdens lesuren is het voor de leerkrachten echter moeilijk u te woord te staan. U kunt daarom het beste voor of na schooltijd [telefonisch] contact opnemen met de leerkracht of een afspraak maken.

7.15 Vervoer van leerlingen Het leerlingenvervoer wordt geregeld volgens de richtlijnen van de diverse gemeenten van herkomst. Dit houdt in dat in alle gemeenten de kinderen tot ongeveer 9 jaar in aanmerking komen voor speciaal vervoer (taxivervoer). Daarna wordt bekeken of het betreffende kind ook kan reizen met het openbaar vervoer. Dit gebeurt in overleg met de ouders. In de provincie Drenthe komen leerlingen pas in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van leerlingenvervoer, indien de afstand huis - school meer dan 3 kilometer bedraagt. In eerste


36

instantie komen deze leerlingen in aanmerking voor openbaar vervoer, eventueel met begeleiding door de ouder. In uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken en wordt speciaal vervoer (taxi) vergoed. Voor het vervoer van leerlingen wordt geen eigen bijdrage van de ouders gevraagd. Het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op. Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze kinderen vaak niet mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de school en chauffeurs kan hen helpen om “goed reisgedrag” te leren. Structuur bieden door een vaste plaats in de taxi kan al helpen. Klachten over het vervoer moeten door de ouders worden doorgegeven aan het taxibedrijf of aan de gemeente. De ouders/verzorgers zijn zelf verantwoordelijk voor het contact met het taxi bedrijf/gemeente. Bij excursies van en naar school, wordt voor het vervoer van de leerlingen soms gebruik gemaakt van auto’s. Wij vragen u hiervoor, bij de start ven het schooljaar, een akkoordverklaring te ondertekenen.

8. Samenwerking / overige namen en adressen

8.1

Politie

In het kader van een veilige leer- en werkomgeving werkt de school nauw samen met Politie Drenthe.

8.2

Ambiq

Ambiq te Hoogeveen is een orthopedagogisch behandelcentrum voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap en gedrags- opvoedings- en/of ontwikkelingsproblemen. Tot de doelgroep behoren kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap (IQ tussen 50 - 85) in de leeftijd van 4 tot ± 21 jaar. De Atlas geeft onderwijs op de behandellocatie voor zeer intensieve behandeling [ZIB]; een drie milieus voorziening aan de Voltastraat te Hoogeveen en aan de Asserstraat te Rolde. Deze zeer intensieve behandelgroep is gericht op jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen, waarbij het gaat om specifieke behandeling waarin wonen, scholing en vrije tijd op één terrein en vanuit één klimaat worden aangeboden. Hierbij wordt uitgegaan van een veilige en gestructureerde omgeving.

8.3

Praktijkonderwijs

RENN4 De Atlas werkt nauw samen met de praktijkschool in Emmen, Hoogeveen en Assen en onderzoekt in welke vorm leerlingen van De Atlas in deeltijd programma’s kunnen deelnemen aan het onderwijs op de praktijkschool [‘Het Arbeidstrainingscentrum van de praktijkschool in Emmen is in het kader van de bezuinigingen / beëindigen van de ESF subsidie opgeheven ]

8.4

Vervolgonderwijs

RENN4 De Atlas werkt samen met het reguliere voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

8.5

GGD/schoolarts

De GGD wil een gezonde groei en ontwikkeling van de leerlingen bevorderen en kan een bijdrage leveren aan een gezond opgroeiklimaat. RENN4 De Atlas maakt daarom in het schooljaar 2011-2012


37

weer een start met gezondheidsonderzoek van de leerlingen geboren in 2006, 2002 en 1998. Het onderzoek beperkt zich in eerste instantie tot de groei (lengte en gewicht), het zien en het horen. Ouders hoeven daar niet bij aanwezig te zijn, maar zijn natuurlijk van harte welkom. U kunt dit aangeven op de vragenlijst en aankondiging die u van te voren krijgt. Op uw verzoek of van de school kan het onderzoek uitgebreid worden. Voor alle leerlingen en hun ouders geldt dat er ook naast de vaste onderzoeksmomenten een beroep op de GGD gedaan kan worden. Dit kan rechtstreeks of via de school per telefoon, mail of in een persoonlijk contact. De schoolartsen van De Atlas zijn dhr. G. Helder voor de locatie in Emmen en Assen en mw. H.J. Heijberg voor de locatie in Hoogeveen.

8.6

Namen en adressen

RENN4 De Atlas Postadres: Postbus 30017 9400 RA Assen Tel. 0592-340497 Centraal Secretariaat: Mw. C. Lammers Postbus 30017 9400 RA Assen Tel. 0592-340497 Directeur Mw. I. Cornelissen Teamleider Assen: Vivaldilaan 46, 9402 VE Assen Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen Tel. 0592-340497

Dhr. J.W. Wolke

Teamleider Emmen: Houtweg 400, 7823 PS Emmen Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen Tel. 0591-629998, Fax 0591-623898

Mw. S. Deterink a.i.

Teamleider Hoogeveen: Lomanlaan 123, 7906 HW Hoogeveen Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen Tel. 0528-260370 Voltastraat 4c, 7903 AB Hoogeveen Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen Tel. 0528-231577

Dhr. J. de Goede

Asserstraat 23, 9451 AA Rolde Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen RENN4 SENsor Groningen Schweitzerlaan 6 9728 NP Groningen T 050 520 91 70 E [email protected] I www.renn4.nl


38

Commissie voor de Indicatiestelling (CvI) Postbus 8091 9702 KB GRONINGEN Tel: 050-3097100 Fax: 050-3098880 cvi@renn4 Commissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD UTRECHT GGD Vestiging Assen (hoofdvestiging) Postadres: postbus 144, 9400 AC Assen Bezoekadres: Overcingellaan 17 9401 LA Assen Tel. 0592-306300 (werkdagen 8.00-12.30 uur en 13.00-17.00 uur) Fax 0592-314248 E-mail GGD Drenthe: [email protected] Website GGD: www.ggddrenthe.nl Onderwijsinspectie Tel. 0800-8051 (gratis) www.onderwijsinspectie.nl [email protected] Oudervereniging Balans De Kwinkelier 40 3722 AR Bilthoven Tel. 030-292204 www.balansdigitaal.nl Informatieplatform voor ouders Voor www.50tien.nl 0800-5010 [ gratis telefoonnummer] Bereikbaar tussen 10.00 – 15.00 uur Nederlandse Vereniging voor Autisme www.autisme-nva.nl Landelijke oudervereniging De Knoop www.deknoop.org Voor vragen over onderwijs Postbus 51 Tel. 0800-8051 (gratis) Vertrouwensinspectie De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch- of fysiek geweld


39

8.7

Lijst van afkortingen

CvB CvI MBO MR Oplis REC RENN4 ROC SO VIB VSO BMO OMA VCA ABC S&GG Positive Action CLLEO

Commissie voor de begeleiding Commissie voor indicatiestelling Middelbaar beroepsonderwijs Medezeggenschapsraad Opleider in de school Regionaal expertise centrum Regionaal expertise centrum noord Nederland, cluster 4 Regionaal opleidingscentrum Speciaal onderwijs video-interactiebegeleiding Voortgezet speciaal onderwijs Bestuur en Management Ondersteuning Omgaan met Agressie Veiligheid, gezondheid en milieu Agressievisie, beroepshouding en communicatie Seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag Positieve gedachten acties gevoelens / leiden tot positief gedrag Communicatie lijst leer – en omgangsgedrag


40

Schoolgids. De Atlas RENN

Recommend Documents