RENN4 schoolgids
De Aventurijn VSO
2015 – 2016
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
2/47
Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inleiding 1.1 Wat is RENN4 1.2 Hoe RENN4 is opgebouwd 1.3 Specialistisch onderwijs 1.4 Scholen en afdelingen van RENN4 1.5 Medezeggenschapsraden 1.6 Visie op goed onderwijs 1.7 Meer weten? 2 De Aventurijn VSO 3 Onderwijslocaties 4 Missie en uitgangspunten 4.1 Missie 4.2 Uitgangspunten 5 Passend onderwijs 5.1 Samenwerkingsverbanden 5.2 Toelaatbaarheidsverklaring 5.3 Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten 5.4 Schoolondersteuningsprofiel 6 De organisatie van de school 6.1 Schoolorganisatie 6.2 De samenstelling van het team 6.3 Commissie voor de Begeleiding 6.4 De aanmelding van nieuwe leerlingen 7 Doelen van het onderwijs 7.1 Wat en hoe 7.2 Uitstroomprofielen en leerroutes 7.3 Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs 7.4 Uitstroomprofiel Arbeid 7.5 Onderwijsaanbod 7.5.1 Nederlandse taal 7.5.2 Engels 7.5.3 Wiskunde 7.5.4 Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek 7.5.5 Kunst en cultuur 7.5.6 Bewegen en sport 7.5.7 Leren leren en leren taken uitvoeren 7.5.8 Leren functioneren in sociale situaties 7.5.9 Methoden 7.5.10 Actief burgerschap en Sociale Integratie 7.5.11 Kampen, excursies en schoolreizen 8 Resultaten van het onderwijs 8.1 Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 8.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerling Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
6 7 7 7 8 8 8 9 9 10 12 13 13 13 14 14 14 15 15 16 16 16 16 17 18 18 18 18 19 19 20 22 22 23 23 24 24 24 25 26 26 27 27 27 3/47
8.2.1 Toetsen en testen 8.3 De uitstroom van onze leerlingen 8.3.1 Naar een andere school 8.3.2 Tussentijds schakelen 8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan 8.3.4 Doubleren 8.4 Cijfers over de doorstroming van leerlingen 8.5 Schoolontwikkeling 8.5.1 Het afgelopen jaar 2014 – 2015 8.5.2 Het huidige jaar 2015 – 2016 8.6 Onderwijsinspectie 9 Ouders 9.1 Samenwerken met ouders 9.2 Het belang van de betrokkenheid 9.3 Informatievoorziening 9.3.1 Schoolgids 9.3.2 Nieuwsbrief 9.3.3 Websites 9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie 9.3.5.1 Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 9.3.5.2 Rapportbespreking 9.3.5.3 Groepsouderavond 9.3.5.4 Huisbezoek 9.3.5.5 Telefonisch contact 9.4 Medezeggenschapsraad 9.5 Leerlingenraad 9.6 Foto’s en video’s 10 Geldzaken 10.1 Verzekering 10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage 11 Regelzaken en verplichtingen 11.1 Schorsing 11.2 Verwijdering 11.3 Lesuitval 11.4 Leerplicht en verlofregeling 11.4.1 Leerplicht 11.4.2 Verlof 11.4.3 Afwezigheid 11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim 11.4.5 Slechtweerprotocol 11.4.6 Ontheffingen 11.5 Dossiers 11.6 Klachtenregeling 11.7 Veiligheid 11.7.1 ABC-methodiek 11.7.2 Stappenplan agressie/Pestprotocol 11.7.3 Vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling 11.8 Schoolregels 11.9 Reizen van en naar school 11.10 Onderwijsnummer 11.11 Sponsoring 12 Schooltijden en vakanties 12.1 Lestijden Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
27 28 28 28 28 28 28 29 29 30 31 32 32 32 33 33 33 33 33 33 33 33 34 34 34 35 35 36 36 36 37 37 37 38 38 38 38 39 39 39 39 39 40 42 42 42 42 43 43 43 43 45 45 4/47
12.2 Vakanties 13 Contact
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
45 46
5/47
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van De Aventurijn VSO voor het schooljaar 2015 – 2016. De schoolgids is bedoeld voor ouders van leerlingen die al op onze school zitten of hier binnenkort naartoe zullen gaan.1 Deze schoolgids is, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder verantwoordelijkheid van het bestuur, samengesteld door medewerkers van de school. In de gids staat allerlei nuttige informatie over onder andere schooltijden, vakanties en vrije dagen. Daarnaast kunt u ook lezen over de inhoud van het onderwijs, wat we vorig schooljaar hebben bereikt en de wijze waarop het team vorm geeft aan het onderwijs. De leerlingen die op De Aventurijn VSO zitten, hebben extra ondersteuning en begeleiding in het onderwijs nodig en het is de primaire taak van de school om daar rekening mee te houden. De ondersteuning en begeleiding die de leerlingen ontvangen staan beschreven in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Op onze school worden de mogelijkheden en onmogelijkheden van elke leerling zorgvuldig in kaart gebracht, zodat we verantwoorde keuzes kunnen maken in ons aanbod en onze aanpak. Onze onderwijsprogramma’s in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs richten zich op het behalen van een diploma. In het uitstroomprofiel Arbeid worden leerlingen voorbereid op de arbeidsmarkt. In beide profielen is voortgezet speciaal onderwijs waar mogelijk schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs, zoals het reguliere onderwijs of een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Aventurijn VSO mag verwachten.
Namens het team,
Ingrid Cornelissen provinciedirecteur RENN4 Drenthe
1
Wanneer gesproken wordt over ouders worden hiermee de ouder(s), verzorger(s) of opvoeder(s) bedoeld.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
6/47
1
Inleiding
De Aventurijn VSO valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat RENN4 is, wat zij doet en hoe de organisatie is opgebouwd.
1.1
Wat is RENN4
RENN4 is een schoolbestuur voor scholen in het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in Noord Nederland. RENN4 biedt onderwijs aan leerlingen met leerproblemen en aan leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. In het schooljaar 2015 – 2016 vallen in totaal veertien scholen onder het bevoegd gezag van RENN4. De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over de provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd
De opbouw van de organisatie is in de figuur hieronder weergegeven. RENN4 als geheel staat onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de provinciedirecteuren. Zij worden daarbij ondersteund door de teamleiders. RENN4 heeft een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur.
Raad van Toezicht
GMR
College van Bestuur
Bestuurssecretaris Bedrijfsbureau Controller
RENN4-scholen
Organogram per 1 januari 2015
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
7/47
1.3
Specialistisch onderwijs
De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Voorheen waren dit de scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt, hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters: cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap; cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap. Op 1 augustus 2014 is er nieuwe wetgeving ingevoerd onder de naam Passend Onderwijs; verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie.
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4
RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor leerlingen van 13 tot 20 jaar en een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar. In onderstaande tabel worden de tot RENN4 behorende scholen en hoofdlocaties per provincie genoemd. Scholen De Witakker De Caleidoscoop De Monoliet De Zwaai Diamant College Erasmusschool
Locaties Rijs, Sneek, Bolsward Leeuwarden, Dokkum Leeuwarden Drachten Groningen Groningen
Afdeling SO en VSO SO VSO SO en VSO VSO VSO
Provincie Friesland Friesland Friesland Friesland Groningen Groningen
Prof. W.J. Bladergroenschool
Groningen, Haren, Winschoten, Appingedam
SO
Groningen
Appingedam Assen, Emmen, Hoogeveen Assen, Emmen, Hoogeveen Smilde Hoogeveen Hoogeveen Hoogeveen Hoogeveen
SBO VSO SO VSO SO VSO SBO SBO
Groningen Drenthe
SBO De Delta De Atlas De Aventurijn G.J. van der Ploegschool De Windroos De Carrousel De Kameleon
Drenthe Drenthe Drenthe Drenthe Drenthe
Overzicht scholen RENN4 per 1 augustus 2015
1.5
Medezeggenschapsraden
Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de provinciedirecteur van de school. RENN4 heeft tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en de deelraad. De GMR is de gesprekspartner voor het College van Bestuur.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
8/47
1.6
Visie op goed onderwijs
Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat iedere jongere recht op onderwijs heeft en zich wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden. We willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. Daarom heeft RENN4 ervoor gekozen te werken vanuit het model CAREBAGS. CARE betekent dat we in alles wat we doen, zorg hebben voor de vier psychologische basisbehoeften: het verlangen van mensen naar Competentie (ik kan iets), Autonomie (wat ik wil, is belangrijk), Relatie (ik hoor erbij) en Engagement (ik ben met iets zinnigs bezig). De BAGS verwijzen naar onze aanpak. In alles wat we doen, richten we ons op: Beschermende factoren (niet de stoornis of de onmogelijkheden van leerlingen staan centraal, maar hun mogelijkheden); Adaptief onderwijs (we passen het onderwijsaanbod, instructie e.d. aan de mogelijkheden en behoeften van (groepen) leerlingen); Gedragsverandering (zichtbaar en blijvend) door het toepassen van gedragstherapeutische technieken (in samenwerking met jeugdhulpverlening); Systematisch en planmatig werken en Samenwerking met onze collega’s, ketenpartners in het onderwijs en de zorg, en met ouders en leerlingen. Alle leerlingen stromen in met een bepaald niveau aan competenties, autonomie, relaties en engagement. Bij leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is deze beginsituatie er per definitie een van disbalans. Het doel van ons onderwijs is deze disbalans te herstellen, zodat de leerling het uitstroomperspectief kan realiseren wat bij hem of haar past.
1.7
Meer weten?
Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website www.renn4.nl.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
9/47
2
De Aventurijn VSO
De Aventurijn VSO verzorgt onderwijs aan leerlingen van 12 tot 20 jaar in Smilde. De leerlingen van de afdeling VSO zijn veelal geplaatst vanwege hun behandeling bij Accare. Het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behandeling. Deze leerlingen verlaten in principe de school bij beëindiging van de behandeling. De afdeling VSO biedt, naast het onderwijs aan leerlingen die in behandeling zijn bij Accare, twee onderwijsarrangementen. Dit betreft een onderwijsarrangement havo 2e fase (bedoeld om na het doorlopen van een havo 4-programma bij ons op school door te stromen naar de sprint havo) en een onderwijsarrangement VMBO TL eindonderwijs bovenbouw (3e en 4e leerjaar). Bij voorkeur volgen de leerlingen onderwijs in combinatie met een behandeling bij Accare. De Aventurijn VSO biedt geen onderwijs aan binnen het uitstroomprofiel arbeid, alleen binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. De Aventurijn biedt schakelonderwijs. Het doel is de leerlingen voor te bereiden op het schakelen naar het reguliere onderwijs, naar andere vormen van speciaal onderwijs of naar beschermde arbeid. De Aventurijn VSO richt zich op beïnvloeding van het gedrag van de leerlingen, zodat hun kansen op een zinvolle deelname aan de maatschappij toenemen. Wij gaan ervan uit dat alle leerlingen kunnen leren. Leerlingen die denken dat ze niet kunnen leren en vaak niet willen leren, willen we succeservaringen laten opdoen, waarbij we steeds aansluiten bij hun mogelijkheden en positieve kanten. Momenteel telt de afdeling ongeveer 75 leerlingen, variërend in leeftijd van 12-20 jaar. Op De Aventurijn werken in totaal ruim 60 personeelsleden. Daarvan werken er ongeveer 16 op de VSO locatie in Smilde. Ketenpartners De Aventurijn VSO werkt nauw samen met verschillende partners om het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven.
Accare
Accare is onze natuurlijke kernketenpartner. Accare is een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie met verschillende locaties in de noordelijke provincies. De Aventurijn VSO is gevestigd op het terrein van De Ruyterstee, locatie van Accare in Smilde. De hulpverlening die Accare biedt varieert van zeer intensief tot ambulant. Er is intensief overleg en afstemming tussen school en behandeling in het kader van 1 kind 1 plan. Het onderwijsaanbod en de onderwijstijd worden afgestemd op de behandeling.
Politie
In het kader van een veilige leer- en werkomgeving werkt de school nauw samen met de Politie Drenthe. De politie heeft te allen tijde toegang tot de school en kan preventief controleren op alcohol-, drugs- en wapenbezit.
GGD/Schoolarts
Voor alle leerlingen en hun ouders geldt dat er een beroep op de GGD gedaan kan worden. Dit kan rechtstreeks of via de school per telefoon, mail of in een persoonlijk contact.
Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Drenthe
Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunnen alle inwoners van de gemeente MiddenDrenthe terecht met vragen over het opgroeien en opvoeden van de jeugd van 0-23 jaar. Het CJG is geen nieuwe organisatie, maar een samenwerkingsverband van bestaande organisaties Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
10/47
die zich bezighouden met jeugd en opvoeden: Stichting Noordermaat, GGD Drenthe, de Toegang, Bureau Jeugdzorg en Welzijnswerk Midden-Drenthe. De jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en het schoolmaatschappelijk werk zijn onderdeel van het CJG en zijn tevens de CJG-contactpersonen voor de school. Het CJG-gebouw is gevestigd aan de Nassaukade in Beilen. Hier kunt u persoonlijk langskomen voor vragen en advies over opvoeden en opgroeien. Ook kunt u mailen of bellen. Het CJG is vierentwintig uur per dag telefonisch bereikbaar. Verder vindt u op de website van het CJG veel informatie en kunt u uw vragen stellen aan Else, de virtuele medewerker van het CJG.
Leerplicht
Naast de reguliere contactmomenten tussen de scholen en de afdelingen leerplicht van de diverse gemeenten, kan de vertegenwoordiger vanuit het overleg Leerplicht Provincie Drenthe bij het zorgoverleg van de scholen aansluiten.
Onderwijsinstellingen
De Aventurijn werkt samen met het reguliere en speciale basisonderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Deze contacten zijn er op gericht om het schakelonderwijs, hetgeen één van onze doelstellingen is, zo goed mogelijk te realiseren.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
11/47
3
Onderwijslocaties
De Aventurijn VSO Fazantenlaan 1 9422 EZ Smilde voor jongeren van 12 – 20 jaar tel. fax
0592-420099 0592-480823
Directeur
:
mw. I.E.M. Cornelissen
Teamleider VSO
:
dhr. J. Grootjans
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
12/47
4
Missie en uitgangspunten
4.1
Missie
Zoals eerder in deze gids is genoemd, streven wij naar goed onderwijs en goede zorg voor iedere jongere. Iedere jongere heeft recht op onderwijs en ieder jongere kan zich ontwikkelen en wil leren. Daarom willen de scholen van RENN4 de leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden, gericht op het realiseren van hun toekomstperspectief en daarmee op een optimale plaats in de samenleving. Dat willen wij doen door zorgvuldig en zo snel mogelijk te schakelen naar een andere vorm van (speciaal) onderwijs of arbeid.
4.2
Uitgangspunten
Bij het realiseren van het onderwijsaanbod gebruikt De Aventurijn VSO onderstaande uitgangspunten:
Het onderwijsaanbod past binnen de beleidskaders van RENN4. Het onderwijsaanbod is regionaal geformuleerd. Het onderwijsaanbod is gericht op schakeling naar regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid. Het onderwijsaanbod geeft een uitwerking van de kerndoelen voor het voortgezet speciaal onderwijs voor de uitstroomprofielen vervolgonderwijs en arbeid. In de onderbouw van het uitstroomprofiel vervolgonderwijs geven de kerndoelen van het voortgezet onderwijs richting aan het aanbod. In het aanbod Nederlands en rekenen en wiskunde zijn de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen ijkpunten voor wat betreft de voor de leerlingen te halen eindniveaus. Voor leerlingen die niet in staat worden geacht referentieniveau 1f (Nederlands) of 2f (rekenen) te halen, zijn de te behalen niveaus aangegeven in passende perspectieven rekenen en taal.
Iedereen die bij de jongere betrokken is, levert een bijdrage aan het opvoedingsproces. Onderwijs is een specifiek onderdeel van de opvoeding, dat zich in nauwe samenwerking met de gezinssituatie afspeelt. Samenwerking met de ouders achten we dan ook van groot belang. Hoe de leerkrachten de contacten met de ouders onderhouden, kan per leerling verschillen.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
13/47
5
Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze wet zijn dat: reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek); scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat we meer in de eigen regio kunnen regelen. Uitgebreide informatie kunt u vinden op de website over Passend Onderwijs: www.passendonderwijs.nl
5.1
Samenwerkingsverbanden
Alle scholen van RENN4 maken deel uit van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In welk samenwerkingsverband de school zit, is vastgesteld door de minister van Onderwijs. De Aventurijn VSO maakt deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 22.01. Meer informatie over dit samenwerkingsverband vindt u op: http://www.passendonderwijs-vo-22-01.nl/ Alle scholen in het samenwerkingsverband hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Ook de scholen voor voorgezet speciaal onderwijs hebben dit gedaan. Daarnaast hebben alle scholen, dus ook de speciale scholen, vastgesteld welke specifieke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben scholen beschreven in een ondersteuningsprofiel U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze (alle RENN4 scholen hebben het profiel ook op de website geplaatst). Ieder schoolbestuur heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt, moet zorgen voor een passende plaats. Als het schoolbestuur dat passend aanbod niet zelf kan organiseren, zullen ze uw kind begeleiden naar een school die wel voor een passende plaats kan zorgen.
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring
Zonder toelaatbaarheidsverklaring mogen de scholen voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs uw kind niet inschrijven. Een toelaatbaarheidsverklaring vraagt de school waar uw kind nu op zit aan bij de Commissie van Advies2. Deze commissie beoordeelt de aanvraag en geeft een advies aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Als het bestuur het advies van de commissie overneemt, krijgt u een toelaatbaarheidsverklaring waarmee uw kind ingeschreven kan worden. Een toelaatbaarheidsverklaring kent een bepaalde geldigheidsduur; de Commissie van Advies doet op basis van het dossier een uitspraak over de termijn. Als de termijn afloopt en uw kind kan nog niet terug naar het regulier onderwijs dan moet opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. 2
In sommige samenwerkingsverbanden wordt deze commissie de Commissie van Toewijzing genoemd.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
14/47
Voor leerlingen die zijn geplaatst in een zogenaamde residentiële setting, bijvoorbeeld in een kliniek voor jeugdpsychiatrie, is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig.
5.3
Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten
Leerlingen die nu al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten, en in het bezit zijn van een geldige cluster4-beschikking, mogen nog maximaal twee jaar op de school blijven. Als na die twee jaar blijkt dat ze langer zijn aangewezen op speciale ondersteuning moet, net als voor nieuwe leerlingen, een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.
5.4
Schoolondersteuningsprofiel
In het ondersteuningsplan legt elk samenwerkingsverband vast hoe zij het passend onderwijs voor elke jongere wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd. In het ondersteuningsplan zijn de schoolondersteuningsprofiel van de deelnemende scholen opgenomen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. U kunt het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband waar uw school onder valt, vinden op de volgende website: http://www.passendonderwijs-vo-22-01.nl/documenten/ondersteuningsplan-2014-2018 Op deze site is ook meer informatie te vinden over de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Wat de school kan bieden, staat uitgebreider beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. In dit profiel vindt u onder andere informatie over de basisondersteuning en de extra vormen van ondersteuning die onze school kan bieden. Omdat het schoolondersteuningsprofiel een nogal uitgebreid document is, hebben we het niet volledig opgenomen in deze schoolgids. U kunt het profiel inkijken op onze website. Op de startpagina (www.renn4.nl) gaat u naar de keuzemogelijkheid Scholen en vervolgens kunt u het schoolondersteuningsprofiel van de school van uw keuze aanklikken.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
15/47
6
De organisatie van de school
6.1
Schoolorganisatie
Provinciedirecteur De provinciedirecteur geeft leiding aan de scholen binnen de provincie Drenthe en is verantwoordelijk voor de schoolzaken en mede verantwoordelijk voor het beleid van RENN4. Teamleider De teamleider is voorzitter van de Commissie voor de Begeleiding en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de onderwijsafdeling in afstemming met de directeur. Hij geeft leiding aan de organisatie en de werkwijze van de activiteiten binnen de afdelingen van De Aventurijn.
6.2
De samenstelling van het team
Het dagelijkse onderwijs wordt verzorgd door de leerkrachten. Ze werken met elkaar samen en kunnen voor een deel van de tijd geassisteerd worden door leerkrachtondersteuners. De leerkrachten worden ondersteund door een team van intern begeleiders, gedragsdeskundigen en andere disciplines; dit team wordt de Commissie voor de Begeleiding genoemd. Om de organisatie verder zo soepel mogelijk te laten verlopen, beschikt de school nog over enkele medewerkers op facilitair en administratief gebied. De school beschikt over een aantal oproepbare invalleerkrachten en leerkrachtondersteuners maar soms lukt het vinden van invallers niet. Als er geen vervangende leerkracht is, worden de leerlingen over de andere groepen verdeeld. In uitzonderlijke gevallen wordt met de ouders overlegd of het verstandiger is om de leerling thuis te houden. Iedere groep heeft een klassenmap waarin klassenregels, roosters, medicijngebruik en korte aanwijzingen per leerling staan. Voor de invalleerkracht is dit belangrijke informatie; hij/zij kan op deze manier zoveel mogelijk dezelfde structuur bieden als de reguliere groepsleerkracht. De school heeft daarnaast regelmatig stagiaires van onder andere de PABO-, SPH-, SPW- en ALO- opleidingen.
6.3
Commissie voor de Begeleiding
De Commissie voor de Begeleiding (CvB) bestaat uit gedragsdeskundigen, intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werkende, schoolarts en de teamleiders van de school. De commissie heeft de volgende taken: het vaststellen en bijstellen van het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) van de leerling; het evalueren van het ontwikkelingsperspectief en hiervan verslag doen aan het bevoegd gezag en de ouders; het adviseren over het schakelen van de leerling; en het adviseren van het samenwerkingsverband over de begeleiding van de leerlingen. De leden van de Commissie voor Begeleiding, de leerkrachten en de ouders werken samen bij de opstelling en uitvoering van het Ontwikkelingsperspectiefplan. Zo nodig wordt een multidisciplinair overleg gevormd om specifieke ondersteuningsvragen in kaart te brengen, doelen te bepalen en activiteiten te formuleren en uit te voeren.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
16/47
6.4
De aanmelding van nieuwe leerlingen
Nadat de Commissie van Advies (CvA) positief heeft geadviseerd over de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring voor een leerling en het bestuur van het samenwerkingsverband de verklaring heeft afgegeven, wordt het dossier naar onze school gestuurd. Daarna wordt u gebeld voor een intakegesprek. Tijdens de intake wordt informatie verzameld over: cognitieve mogelijkheden, leervorderingen, sociaal-emotionele vaardigheden, leervaardigheden, arbeidsvaardigheden, belangstelling en interesse, bevorderende en -belemmerende factoren en onderwijsbehoefte De gedragsdeskundige en waar nodig de intern begeleider, doen op basis van dossieranalyse en het intake gesprek een voorstel voor het ontwikkelingsperspectief aan de Commissie voor de Begeleiding van de school. De Commissie voor de Begeleiding van de school stelt bij plaatsing binnen zes weken voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast in overleg met de ouders. Het ontwikkelingsperspectief wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan. In het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) staan naast de algemene gegevens van de leerlingen: De onderwijsrelevante beginsituatie; Het onderwijsaanbod: uitstroomprofiel, uitstroombestemming, de beoogde uitstroomdatum, de leerroute, het onderwijstraject en het vakkenpakket; Het integratief beeld van de leerling waarin de keuze van de uitstroombestemming en leerroute onderbouwd wordt. Leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben (ouder dan 16 jaar) worden actief betrokken bij de inhoud van het OPP en mogen daar ook zelf voor tekenen. Leerlingen krijgen de gelegenheid om van tevoren een kijkje te nemen en kennis te maken met de school en de leerkrachten. Leerlingen die vanuit Accare aangemeld zijn, worden op basis van de regeling over residentiële plaatsing toegelaten. Dit betekent dat ze geen toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig hebben. Bij beëindiging van de behandeling gaan de leerlingen in principe terug naar de school van herkomst.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
17/47
7
Doelen van het onderwijs
7.1
Wat en hoe
Binnen RENN4 richt het onderwijsaanbod zich op het schakelen van leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid. Binnen die doelstelling biedt De Aventurijn VSO alleen binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs leerroutes aan.
7.2
Uitstroomprofielen en leerroutes
De Aventurijn VSO werkt haar onderwijsaanbod uit aan de hand van uitstroomprofielen en leerroutes. De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute. Binnen RENN4 kennen we twee uitstroomprofielen, namelijk vervolgonderwijs en arbeid, met daarbinnen verschillende leerroutes. Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs worden de leerlingen voorbereid op een uitstroom naar de leerroutes in het voortgezet onderwijs of naar de leerroutes in het middelbaar beroepsonderwijs. Binnen het uitstroomprofiel arbeid worden de leerlingen opgeleid voor een uitstroom naar arbeid of het praktijkonderwijs. De Aventurijn VSO verzorgt geen onderwijs in het uitstroomprofiel arbeid. Voor de beide uitstroomprofielen heeft RENN4 op schoolniveau streefdoelen vastgesteld. Uitstroomprofiel
Ambitieniveau
Vervolgonderwijs
80% van de leerlingen moet zijn uitgestroomd op het niveau en de bestemming die bij toelating zijn vastgelegd 80% van de leerlingen moet zijn uitgestroomd op het niveau en de bestemming die bij toelating zijn vastgelegd
Arbeid
7.3
Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs
De leerroutes binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs richt zich op het behalen van een vmbo-, havo of vwo-diploma. Leerlingen in dit uitstroomprofiel stromen in vanuit het speciaal onderwijs, het (speciaal) basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. De leerlingen zijn, cognitief gezien, in staat examen te doen en een diploma te halen. Zij zijn echter vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoeften op een school voor voortgezet speciaal onderwijs aangewezen. Met name in de onderbouw wordt gewerkt aan de schakeling naar het regulier voortgezet onderwijs. In de bovenbouw waar het realiseren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling steeds dichterbij komt, zal het onderwijs zich richten op het behalen van een diploma dat toegang biedt tot een middelbare beroepsopleiding. Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs wordt onderwijs gegeven in de volgende leergebieden: 1. 2. 3. 4. 5.
Nederlands Engels Wiskunde Mens en natuur Mens en maatschappij
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
18/47
6. 7. 8. 9. 10. 11.
Kunst en cultuur Bewegen en sport Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief
Het onderwijsaanbod binnen dit profiel voorziet ook in stage (maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage) en burgerschap. De schoolloopbaan wordt afgesloten met een diploma of een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. In paragraaf 7.5 ‘Onderwijsaanbod Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs’ staat op welke wijze De Aventurijn VSO invulling geeft aan de leergebieden.
7.4
Uitstroomprofiel Arbeid
De leerroute Arbeid is er voor leerlingen bij wie tijdens de overgang naar het VSO wordt ingeschat dat zij (eenvoudige) werkzaamheden zullen kunnen verrichten in loonvormende arbeid op de arbeidsmarkt, maar niet een volledig kwalificerend diploma kunnen behalen. Leerlingen in deze leerroute stromen vooral in vanuit speciaal onderwijs en het (speciaal) basisonderwijs, maar ook uit het regulier voortgezet onderwijs. Het onderwijs in de leerroute arbeid is gericht op een brede persoonlijke vorming, participatie in de samenleving en op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties maakt daar deel van uit. Daarnaast richt het onderwijs zich op het leren omgaan met de beperking of stoornis en bevordering van de zelfredzaamheid van leerlingen. De Aventurijn VSO biedt echter geen onderwijs aan binnen het uitstroomprofiel Arbeid.
7.5
Onderwijsaanbod
Bij het aanbieden van de vakken wordt gestreefd naar een zo breed mogelijk aanbod. De school probeert om bij de keuze voor een sector of profiel goed aan te sluiten bij de mogelijkheden en interesses van de leerling, maar ook bij het aanbod in het regulier voortgezet onderwijs. Indien er geen school is waarmee samengewerkt wordt ten aanzien van het onderwijsprogramma, maakt De Aventurijn VSO gebruik van het onderwijsaanbod zoals opgenomen in het Onderwijsmodel VSO RENN4 Drenthe. Dit is op te vragen bij de school. De locatie verzorgt onderwijs aan leerlingen van 12 – 20 jaar in combinatie met behandeling bij Accare. De school verzorgt het onderwijs, Accare de behandeling. Er wordt gestreefd naar optimale samenwerking en afstemming tussen alle betrokkenen; 1 kind 1 plan. Uitgangspunt voor het onderwijs is het onderwijsprogramma dat de leerling volgde voor de behandeling. Indien mogelijk wordt dit gecontinueerd in samenwerking met de school van herkomst. Observatie en onderzoek De eerste periode (6 – 8 weken) staat in het teken van integrale beeldvorming. Op de locatie wordt informatie verzameld over leervorderingen, leergedrag en sociale en emotionele ontwikkeling. Wij doen dossieronderzoek, school- en beroepskeuzeonderzoek en capaciteitenonderzoek om te komen tot een afgewogen advies ten aanzien van het ontwikkelingsperspectief. Bij Accare wordt onderzoek gedaan naar de psychiatrische achtergrond van de problematiek. Onderzoeksresultaten worden multidisciplinair besproken en er worden integrale doelstellingen geformuleerd voor onderwijs en behandeling. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
19/47
Individuele trajecten Leerlingen worden na de observatieperiode ingedeeld in een uitstroomprofiel. Daar er echter grote verschillen in niveau, leeftijd en problematiek zijn, is het vaak niet haalbaar om leerlingen per onderwijszorgprofiel te groeperen en wordt er veelal individueel gewerkt. Bovendien is er sprake van een hoge doorstroom van leerlingen, wat een continue wisselende samenstelling van de klas veroorzaakt. Voor sommige problematieken hebben wij een bovenregionale functie. De ontwikkeling binnen Accare naar ambulantisering maakt dat het aantal wisselingen in de klassen toeneemt. Hierop proberen wij te anticiperen door de leerlingen individuele trajecten aan te bieden. Wij bieden verschillende onderwijs zorgarrangementen zoals: observatieprogramma gericht op het ontwikkelen van onderwijsperspectief psychiatrische onderwijszorg (onderwijsprogramma i.c.m. behandeling) met schakeling op kortere of langere termijn naar vervolgonderwijs of arbeid crisisopvang schoolvermijding. Hiernaast bieden wij twee onderwijsarrangementen voor leerlingen met een toelaatbaarheids– en/of behandelverklaring van Accare: vmbo-TL bovenbouw eindonderwijs bovenbouw: 3e en 4e leerjaar; havo 2e fase: 4e leerjaar, waarna schakeling naar het vavo (sprinthavo). Op verzoek van het samenwerkingsverband VO 22.01 wordt onderzocht of de locatie een aanbod kan doen aan leerlingen uit havo/vwo onderbouw met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Het onderwijsaanbod varieert op onze school van een zeer intensieve onderwijszorg naar een regulier VO-programma. Accare bepaalt voor de opgenomen leerlingen de duur van de behandeling, maar de school bepaalt de inhoud van het onderwijsprogramma. Op de locatie wordt gebruik gemaakt van de methoden uit het reguliere voortgezet onderwijs. De leerlingen werken op eigen niveau, in eigen tempo volgens een vast rooster. Er zijn jaarlijks diverse excursies en projecten. Bewegingsopvoeding wordt aangeboden in de vorm van gymnastiek en zwemmen, waarbij de nadruk ligt op de ontwikkeling van de sociale competentie. Dit schooljaar start de locatie met 6 klassen. 7.5.1 Nederlandse taal Uitwerking Visie op Taal Onderstaande uitwerking geeft de betekenis weer van de visie op het taalonderwijsaanbod binnen het VSO voor het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Binnen het taalonderwijsaanbod worden de vakken Nederlands en Moderne Vreemde Talen gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen VSO en het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs leidend: 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2. De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3. De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4. De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. 6. De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
20/47
8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10. De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten. Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 2S/3F en waar passend 3S/4F. Leerroute vmbo gt/havo Referentieniveau 3F (=2S) De leerling: kan actief en effectief deelnemen aan discussies, debatten en overleg, reageert adequaat op gesprekspartners, beschikt over een goede woordenschat; kan relatief complexe teksten lezen en de hoofdgedachte in eigen bewoordingen weergeven; kan de tekstsoorten benoemen en trekt conclusies over intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch lezen; kan met leeftijdgenoten discussiëren over de interpretatie en kwaliteit van de literaire teksten; kan gedetailleerde teksten schrijven waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden; kan aantekeningen maken van een helder gestructureerd verhaal. Opbrengsten meten Om de opbrengsten van het taalonderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende middelen ingezet: Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar); Mogelijk: AVO-examen (onderbouw) en examentraining (bovenbouw), afhankelijk van het gevolgde onderwijsprogramma in individuele trajecten; Portfolio. Taalgericht Vakonderwijs Alle teams binnen het VSO zijn getraind in Taalgericht Vakonderwijs (TVO). De kern van TVO is het volgende: "Docenten in alle vakken hebben te maken met leerlingen die verschillen in taalvaardigheid. Daarom werken we in TVO niet alleen gericht aan de ontwikkeling van schoolse taalvaardigheden, maar doen we binnen de vakdidactiek ook recht aan die variatie in taalvaardigheid door contextrijk vakonderwijs te bieden met taalsteun en vol interactie. Context is alles waarbinnen nieuwe lesstof past: alledaagse en vakkennis alsook voorkennis van leerlingen. Taalsteun aanbrengen houdt in: deelnemers zo lang als nodig is steun bieden bij het uitvoeren van de taaltaken. Interactie wordt bewerkstelligd door 'natuurlijke' gesprekken te voeren, taalgebruik uitlokken, variëren in verwerkings- en toepassingsopdrachten, samenwerken met de leerling en aandacht besteden aan strategieën. Kortom: docenten die taalgericht lesgeven zorgen voor contextuitbreiding, stellen taalsteun ter beschikking, geven feedback op taaluitingen, geven het goede voorbeeld en versimpelen niet, maar controleren begrip en hebben hoge verwachtingen”.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
21/47
Interactie
1. De docent geeft gelegenheid tot natuurlijk gesprek tussen hem/haar en de leerlingen en tussen leerlingen onderling; 2. De docent biedt een variatie aan verwerkings- en toepassingsopdrachten; 3. De docent stimuleert het werken in duo's en groepjes; 4. De docent speelt in op de verschillende manieren van leren van de leerlingen. De leerlingen krijgen aanwijzingen voor een flexibel en alternatief gebruik van leerstrategieën.
Leren met taalsteun
5. De docent geeft duidelijke voorbeelden van de gewenste producten (bijv. schrijfopdrachten, presentaties, verslagen); 6. De leerlingen krijgen (talige) steun bij opdrachten (bijv. hulp in de kantlijn, specifieke katernen, reeksen van ondersteunende opdrachten); 7. De docent stimuleert de reflectie op product en proces door de leerlingen na terugkijken verbeterpunten te laten formuleren. Zowel vak- als taaldoelen worden besproken.
Leren in context
8. De docent geeft ruimte om de alledaagse en vakspecifieke voorkennis op te halen. De voorkennis sluit aan bij de leerstof; 9. De docent varieert in tekstsoort en media; 10. De docent verbindt alledaagse kennis en taal aan de schooltaal door de relatie te leggen met wat leerlingen al weten.
7.5.2 Engels Een zekere beheersing van de Engelse taal is belangrijk voor een brede maatschappelijke participatie en in veel vervolgopleidingen. Onderwijs in de Engelse taal is daarom van grote betekenis voor leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs. De inhoud van de kerndoelen en het niveau dat hierbij kan worden nagestreefd zijn, net als in het regulier voortgezet onderwijs, gekoppeld aan het Europees Referentiekader. Voor leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs geldt dat A2 uiteindelijk het streefniveau is. Om de opbrengsten van het Engels onderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende middelen ingezet:
Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar).
7.5.3 Wiskunde Het wiskunde onderwijs in het VSO sluit aan bij het beheersingsniveau dat de leerling in het primair of speciaal onderwijs heeft bereikt en bij de leefwereld van de leerling. Bij sommige leerlingen kan, als gevolg van de beperking, sprake zijn van een wat andere, vertraagde of beperkte ontwikkeling op de gebieden ruimtelijk inzicht en/of begripsvorming. Problemen in de algemene informatieverwerking werken soms door in het automatiseren van vaardigheden op het gebied van rekenen-wiskunde. Voor leerlingen met een beperking of stoornis die doorwerkt in het sociale en communicatieve functioneren zal vaak een specifieke uitwerking van de kerndoelen op het gebied van het opzetten van een argumentatie, het uitleggen aan en begrijpen van anderen, het samenwerken en het met respect kritiek geven en krijgen nodig zijn. De leerlingen kunnen moeite hebben met het luisteren naar elkaar en met het accepteren van door anderen gevonden oplossingen. Het onderscheiden van meningen en beweringen en het werken met schattingen kan in het bijzonder voor leerlingen met een stoornis uit het autistisch spectrum moeilijk zijn. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
22/47
Methodegebonden toetsen; AMN toets; CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar).
7.5.4 Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek In dit leergebied staat de toerusting van leerlingen voor hun rol als burger in de Nederlandse maatschappij centraal. Door middel van praktische ervaringen en reflectie daarop leren de leerlingen deze rol in verschillende situaties in te vullen: op school, op stage, op de arbeidsplaats en in de bredere maatschappij. Het leergebied is voor de leerlingen met uitstroomprofiel arbeid gericht op de zelfredzaamheid en de participatie van leerlingen in het private en publieke domein en op de participatie in arbeidsorganisaties en de (toekomstige) rol als werknemer. De onderdelen natuur en techniek van dit leergebied zijn gericht op vier thema's, namelijk zorg, planten en dieren, duurzaamheid en techniek. Deze thema's worden geplaatst in de context van school-, leef- en (toekomstige) werksituaties. Kenmerkend is dat de leerlingen op een praktische manier ervaringen opdoen waar ze in hun dagelijks leven, nu en in de toekomst, gebruik van kunnen maken. Ze verwerven kennis over en leren te zorgen voor zichzelf en andere planten en dieren duurzaamheid en het milieu en zij leren om te gaan met technische producten en processen. Het ontwikkelen van een onderzoekende houding, het begrijpen van verschijnselen in de omgeving en de duurzame beheersing van de omgeving staat hierbij centraal, net zoals dat bij veel vervolgopleidingen voor dit vak centraal zal staan. Onderwijs in dit leergebied is daarom ook van grote betekenis voor onze leerlingen in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs. Voor ‘Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek’ gaat het om het overbrengen van kennis waardoor de leerling beter in staat is de omringende wereld te begrijpen. 7.5.5 Kunst en cultuur RENN4 Drenthe stelt zichzelf tot doel kwalitatief goed cultuuronderwijs te bieden aan haar leerlingen, dat aansluit bij de kerndoelen van het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ze vindt cultuuronderwijs vooral van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen: cultuuronderwijs leert hen op een nieuwe manier te communiceren over de eigen gevoelens en ervaringen. Juist leerlingen met psychiatrische en gedragsproblemen, zoals bij RENN4 Drenthe, kunnen veel baat hebben bij de aangereikte alternatieven voor het uiten van gevoelens en ervaringen (Projectgroep Passende Kwalificaties – kerndoelen VSO, 2011). Wel is de organisatie zich ervan bewust dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van haar leerlingen. Ze houdt in het cultuuronderwijs daarom rekening met de mogelijke beperkte verbeeldingskracht van veel cluster4-leerlingen. Daarnaast gaat RENN4 Drenthe mee in de huidige ontwikkelingen ten aanzien van cultuuronderwijs. De Rijksoverheid wil dat cultuuronderwijs een vast onderdeel wordt van het lesprogramma. Hiervoor is een speciaal programma ontwikkeld, Cultuureducatie met Kwaliteit (Onderwijsraad, 2012), dat scholen, die aangeven hun cultuuronderwijs verder te willen ontwikkelen, subsidieert. Ook hebben OCW, de PO-Raad en de gemeenten en provincies een bestuurlijk kader ondertekend waarin ze zich gezamenlijk verantwoordelijk noemen voor de financiële ondersteuning van de ontwikkeling van het cultuuronderwijs (Ministerie van OCW, 2013). RENN4 Drenthe maakt gebruik van deze mogelijkheden en heeft aangegeven medio 2015 de volgende doelstellingen te willen bereiken: RENN4 Drenthe heeft een eigen visie ontwikkeld op cultuuronderwijs en dit vastgelegd in een beleidsplan; De school voert zelf de regie op het cultuuraanbod: ze geeft desgewenst instellingen opdracht om op basis van de vraag aanbod te ontwikkelen en te organiseren; Er wordt gewerkt aan een goede relatie met de directe (lokale) culturele omgeving; Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
23/47
Er werkt een opgeleide ICC-er of cultuuronderwijsdeskundige binnen elk team; De school is verbonden aan het cultuureducatieve netwerk van de gemeente; De school heeft jaarlijks een cultureel programma met structurele activiteiten. Er is nog geen doorgaande leerlijn, maar de school werkt aan de ontwikkeling van horizontale en verticale leerlijnen (medio 2017).
Voor komend schooljaar staan er twee projectweken op het programma op iedere locatie van de school met als thema’s onder andere: Kunst & Cultuur, theater, museum, muziek, dans. Deze weken worden in de week voor de herfstvakantie en in de week voor de meivakantie georganiseerd. 7.5.6 Bewegen en sport Bewegingsonderwijs wordt minimaal twee keer per week aangeboden in de sporthal/gymzaal. De lessen worden gegeven door vakleerkrachten. Naast de reguliere bewegingsonderwijslessen wordt er ook regelmatig naar een alternatief gezocht in de vorm van fietsen, schaatsen, zwemmen etcetera. Het project Special Heroes draagt ook bij aan een bredere kennismaking met verschillende ‘takken van sport’. De kennismakingsprogramma’s starten altijd binnen de school. De regionale projectleider van Special Heroes werkt nauw samen met sportverenigingen en andere sportaanbieders in de buurt van de school én van de woonplaats van de leerlingen. Via de school worden ook ouders betrokken bij de sportkeuze. Zo ontstaan er voor de leerlingen mogelijkheden om in hun vrije tijd bij een sportvereniging te gaan sporten en bewegen. Tijdens de sportlessen mogen, in verband met de veiligheid, geen sieraden worden gedragen. Wanneer sieraden niet af kunnen of leerlingen weigeren ze af te doen worden ouders gevraagd schriftelijk toestemming te geven voor het dragen van de sieraden tijdens de les. Ouders zijn dan zelf aansprakelijk voor letsel dat tijdens de gymles ontstaat. Wanneer andere leerlingen letsel oplopen door leerlingen die hun sieraden niet af kunnen of willen doen, zijn de ouders eveneens zelf wettelijk aansprakelijk. 7.5.7 Leren leren en leren taken uitvoeren ‘Leren leren’ en ‘leren taken uitvoeren’ zijn thema’s die vakoverstijgend worden aangeboden binnen de Aventurijn. Bij de start van een leerling en standaard één keer per jaar doen wij een meting met de Leervoorwaardentest om in kaart te krijgen wat een leerling kan en waar een leerling nog op uitvalt op deze gebieden. Daarnaast schalen wij de leerlingen in op de ‘Leerlijn leren leren’ om een nog duidelijker beeld te krijgen van ontwikkelingspunten maar ook van talenten van onze leerlingen. De leerlijn geeft duidelijk aan wat een leerling op een bepaald onderdeel in een bepaalde fase moet kunnen en geeft de leerkracht handreikingen voor vakoverstijgende doelen in de klas. Doelen met betrekking tot leren leren worden verwerkt in het didactisch groepsplan. Als een leerling een specifiekere individuele aanpak nodig heeft dan wordt er een doel met aanpak geformuleerd in het doelendeel van het ontwikkelperspectiefplan. De leerlingen met uitstroomperspectief vervolgonderwijs vullen zelf ook twee keer per jaar een competentielijst in, waarbij ze hun eigen arbeidscompetenties moeten beoordelen. De mentor controleert en bespreekt de uitkomsten hiervan met de leerling. Tijdens stage wordt er logischerwijs ook veel aandacht besteed aan leren leren en leren taken uitvoeren. Onder kopje ‘7.5.10 Stage’ wordt dit verder toegelicht. 7.5.8 Leren functioneren in sociale situaties Voor veel leerlingen van het VSO is het aanleren van sociale en emotionele competenties niet vanzelfsprekend. Daarom is hiervoor vakoverstijgend extra aandacht binnen de reguliere lessen en worden er binnen de lessen mentoraat en studie-begeleiding verschillende thema’s behandeld die betrekking hebben op het leren functioneren in sociale situaties.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
24/47
7.5.9 Methoden Leergebieden Nederlands
Vakken Nederlands
Wiskunde
Wiskunde Rekenen
Economie
Economie
Engels
Engels
Duits
Duits
Mens en natuur
Biologie Nask1
Mens en maatschappij
Maatschappijleer Aardrijkskunde Geschiedenis
Kunst en cultuur Bewegen en sport Leren leren
Burgerschap Handvaardigheid, TeHaTex, muziek, themaweken Gymnastiek Persoonlijke ontwikkeling
Leren taken uitvoeren
Sociaal emotionele vorming Techniek, verzorging, Horeca
Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen persoonlijk toekomstperspectief
Sociaal emotionele vorming
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
Persoonlijke ontwikkeling Techniek, verzorging
Methoden UPV Taallijnen Nieuw Nederlands Deviant Strux Netwerk Getal en ruimte Moderne Wiskunde Deviant Strux Economisch bekeken Praktische economie Pincode Worldwide Stepping Stones Real English Go for It Of Course Unicom Deviant Neue Kontakte Na Klar Biologie voor jou Reflex Nectar Blikopener WereldWijs, De Geo, Buitenland Feniks, sprekend verleden, Indigo
Inclusief inzet Special Heroes Breingeheimen Leren op maat Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Verzorging voor jou Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma. Integraal onderdeel van het hele onderwijsprogramma.
25/47
7.5.10 Actief burgerschap en Sociale Integratie Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lange tijd vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Wij achten het van belang dat onze scholen een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen. Vanaf 1 februari 2006 zijn scholen verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen, is vastgelegd in de wet en luidt: Het onderwijs: a. Gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Binnen onze school worden de volgende activiteiten binnen het thema ‘sociale veiligheid, actief burgerschap en sociale integratie’ aangeboden: project ‘Special Heroes’ excursies cultuurweken verkeersmarkt aandacht voor maatschappelijke actualiteiten in de klas en lessen aandacht voor gedragsafspraken in en om de school (voor leerlingen en personeel). 7.5.11 Kampen, excursies en schoolreizen Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie, anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma. Aan deze activiteiten zijn soms kosten verbonden. De bijdrage die aan de ouders wordt gevraagd, is vrijwillig en deze mag geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact opnemen met de school als de gevraagde bijdrage een probleem vormt.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
26/47
8
Resultaten van het onderwijs
8.1
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
In het ontwikkelingsperspectiefplan staat beschreven hoe het ontwikkelingsperspectief van de leerling bereikt gaat worden. Dat doet de Commissie voor de Begeleiding van de school door een inschatting te maken van de doelen die een leerling kan behalen. Het ontwikkelingsperspectiefplan bestaat uit een leerrendementsverwachting en een uitstroombestemming. Een uitstroombestemming stelt de school vast door het combineren van de leerrendementsverwachting van alle leergebieden. Het OPP biedt handvatten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbegeleidingsbehoefte van een leerling. Het ontwikkelingsperspectiefplan laat duidelijk zien waar de school samen met een leerling naartoe werkt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn op de uitstroombestemming.
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling
De resultaten van de leerling worden onder andere gevolgd door het afnemen van methode gebonden en methode onafhankelijke toetsen. De resultaten van de toetsen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied extra hulp moet worden ingezet. Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting ontwikkelt. 8.2.1 Toetsen en testen
Methode-gebonden toetsen
Deze toetsen horen bij de lesmethode waar uit gewerkt wordt en hebben als doel de voortgang van de dagelijkse leerstof op gezette tijden te toetsen. De toetsen geven details aan en helpen de leerkracht de leerstof in een korte periode goed aan te passen aan de individuele leerling. De toetsing vindt regelmatig plaats.
Methode-onafhankelijke toetsen (CITO)
Deze toetsen staan niet in relatie tot de lesmethoden die dagelijks worden gebruikt. De toetsen bewaken meer de algemene voortgang van de leerling. De resultaten worden gekoppeld aan een niveau-indicatie. De ouders mogen van de school verwachten dat zij alles in het werk stelt om tot maximale resultaten te komen.
Sociaal emotionele ontwikkeling en leervaardigheden
De sociale ontwikkeling van de leerling volgt de school door het jaarlijks afnemen van de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL). De leervaardigheden worden gevolgd door het jaarlijks afnemen van de Leer Voorwaarden Test (LVT). De resultaten van de SCOL en LVT worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem
Stage
De diverse stage-onderdelen worden getoetst door de stagedocenten of stagebegeleider. De verworven competenties en vaardigheden van leerlingen worden vastgelegd in het portfolio van de leerling en/of in het leerlingvolgsysteem.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
27/47
8.3
De uitstroom van onze leerlingen
8.3.1 Naar een andere school Om goed te kunnen beoordelen of een leerling er aan toe is om naar een andere school te gaan, houden we de ontwikkelingen van elke leerling bij. Op grond van de resultaten van het leerlingvolgsysteem, waaronder de toetsuitslagen, en op basis van de uitkomsten uit het Vraag Profiel Instrument (VPI) wordt een schakeladvies opgesteld. Met de uitkomsten uit het VPI wordt ook de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart gebracht voor de vervolgschool. Het advies bespreken we met de ouders. Als ouders er toestemming voor geven, verstrekken wij het laatste OPP eveneens aan de vervolgschool. Wij verzorgen de overdracht naar de vervolgschool. 8.3.2 Tussentijds schakelen Zoals gezegd zijn wij schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen op alle momenten geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs en niet alleen aan het einde van een schooljaar. Dit kan terug naar het reguliere voortgezet onderwijs zijn, naar het middelbaar beroepsonderwijs, praktijkonderwijs of een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. De Commissie voor de Begeleiding geeft hierover een advies. 8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs een diploma of een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. In het rapport staat informatie over de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van de leerling. De leerling binnen het uitstroomprofiel Arbeid krijgt een VSO-getuigschrift en eveneens een overgangsdocument. 8.3.4 Doubleren Doubleren betekent een schooljaar overdoen. Doubleren wordt op De Aventurijn VSO over het algemeen niet als zinvol ervaren. Toch zijn er uitzonderingen mogelijk die de Commissie voor de Begeleiding kunnen doen besluiten om een leerling te laten doubleren. Dit kan bijvoorbeeld als een leerling een bijzonder heftige periode heeft meegemaakt waardoor de ontwikkeling is komen stil te staan. De leerling kan ook, om welke reden dan ook, een periode hebben gehad waarin het minder de school bezocht. De Commissie voor de Begeleiding zal dan een afweging maken op basis van de volgende factoren: cognitieve-, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling, werkhouding en thuissituatie.
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen
Het afgelopen schooljaar hebben 37 leerlingen de school verlaten. Geen van de leerlingen De Aventurijn VSO is uitgestroomd op het uitstroomprofiel arbeid. In onderstaande tabel staat aangegeven om hoeveel leerlingen het gaat en waar ze naar toe zijn gegaan. In de tabel staat ook of het uitstroomniveau van de leerlingen overeenkomt met wat we bij plaatsing op De Aventurijn VSO hadden ingeschat. Voorlopige schoolverlaters schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen Praktijkonderwijs VMBO Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
1 4
Aantal in overeenstemming met uitstroomperspectief 1 4 28/47
HAVO/VWO MBO entree MBO 2/3/4 Thuiszitter met leerplichtontheffing Anders
17 3 10 1 1
17 2 10 0 1
Van de leerlingen die in het schooljaar 2013 – 2014 zijn uitgestroomd hebben we geïnformeerd hoeveel van hen nog op de vervolgopleiding zitten waar ze in september 2014 naar toe zijn gegaan. In onderstaande tabel ziet u het resultaat. Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014 Aantal leerlingen Praktijkonderwijs VMBO HAVO/VWO Arbeidsmatige dagbesteding Anders
2 9 27 1 7
Aantal leerlingen dat nog op de vervolgopleiding zit 2 6 25 1 7
In onderstaande tabel staat het aantal leerlingen aangegeven dat doorgestroomd is naar het daarop volgende leerjaar. Doorstroom naar hoger leerjaar schooljaar 2014 – 2015 Aantal leerlingen naar hoger leerjaar
Percentage doorstroom
Van leerjaar 1 naar leerjaar 2
2
67%
Van leerjaar 2 naar leerjaar 3
3
100%
Van leerjaar 3 naar leerjaar 4
12
80%
Van leerjaar 4 naar leerjaar 5
10
91%
Op het moment dat de schoolgids werd aangeleverd waren de gegevens in bovenstaande tabellen nog niet allemaal definitief. Het betreft een voorlopige stand van zaken. Conclusie Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs is 95 procent uitgestroomd op het vastgestelde uitstroomperspectief. Een jaar later zit 89 procent van de uitgestroomde leerlingen nog op een vervolgopleiding. Het uitstroompercentage ligt boven het ambitieniveau (80 procent) voor het uitstroomprofiel.
8.5
Schoolontwikkeling
8.5.1 Het afgelopen jaar 2014 – 2015 Het afgelopen schooljaar hebben we op verschillende terreinen verbetertrajecten ingezet, geëvalueerd en/of afgerond. We kunnen, ondanks veel hectiek, tevreden terugkijken naar de manier waarop er is gewerkt aan de richtpunten die we ons zelf ten doel hadden gesteld voor het schooljaar 2014-2015. Hieronder een niet volledige opsomming: Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
29/47
Kwaliteit van het onderwijs vervolg inzet consultatieve leerlingbegeleiding implementatie SCOL en VPI pilot havo/vwo onderbouw certificering Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs Personeel update /scholing omgaan met seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag voor alle medewerkers update /scholing omgaan met agressie (ABC) voor deel medewerkers update bedrijfshulpverlening coaching (nieuwe) medewerkers studiedagen in het kader van de Veilige School, Oplossingsgericht werken en teambuilding opleiden orthopedagoog generalist individuele scholingen personeelsleden in het kader van loopbaanontwikkeling. Monitoring en bijstelling analyses instroom- en uitstroomgegevens/opbrengsten/jaarverslag vanuit Dot Com School, CITO verbeterplan leerlingenzorg naar aanleiding van interne audit volgens borgingskalender uitvoer verbeterplan Landelijke Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO) er zijn dit schooljaar geen leerlingen geschorst. 8.5.2 Het huidige jaar 2015 – 2016 Voor dit schooljaar staan onder andere de volgende punten op de agenda: Kwaliteit van het onderwijs visievorming en schrijven van beleid voor omgang met social media door leerlingen onderzoek invoering gelijke schooltijdenmodel/aanpassing schooltijden nieuwe wettelijke kaders toets- en registratiecyclus vaststellen en implementeren borging van opbrengstgericht werken volgens pdca-cyclus migratie van MLS (Maatwerk Leerlingvolgsysteem) naar DCS (Dotcomschool) Personeel scholing in DCS voor medewerkers coaching medewerkers door middel van intervisie studiedag in het kader van kennisdeling binnen RENN4 afronding opleiden orthopedagoog generalist individuele scholingen personeelsleden i.v.m. loopbaanontwikkeling actieve participatie van medewerkers in kennisnetwerken in het kader van Netwerkleren RENN4 Faciliteiten en huisvesting/ICT inhoudelijke/fysieke huisvesting Fazantenlaan Smilde implementeren DCS als leerlingvolgsysteem Monitoring en bijstelling intern begeleiders overleg in kader implementatietrajecten gedragsdeskundigenoverleg in kader leerlingenzorg Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
30/47
8.6
kwaliteitsteambijeenkomsten t.b.v. monitoren van de kwaliteit in kader zelfevaluatie/audits en opbrengstenanalyses volgen/monitoren uitgestroomde leerlingen.
Onderwijsinspectie
De Onderwijsinspectie heeft tot taak om toezicht te houden op het onderwijs. Binnen het inspectietoezicht staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”. Van de bevindingen wordt een rapport gemaakt. Dit rapport maakt de inspectie openbaar op haar website www.onderwijsinspectie.nl. RENN4 maakt de inspectierapporten ook zelf openbaar door publicatie op de website. Als u op de startpagina (www.renn4.nl) bij de keuzemogelijkheid Scholen de school kiest waarin u geïnteresseerd bent, kunt u daar het laatste inspectierapport inzien. De Aventurijn VSO staat onder basistoezicht van de Inspectie van het Onderwijs. Dit betekent dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende is. De Aventurijn VSO valt onder de Inspectie van het Onderwijs kantoor Zwolle, Postbus 10048, 8000 GA Zwolle. Voor vragen over het onderwijs in het algemeen of de Inspectie in het bijzonder kunt u bellen met telefoonnummer 088-669 60 60 of mailen naar
[email protected]. Informatie over de Onderwijsinspectie vindt u op www.onderwijsinspectie.nl Vertrouwensinspectie Binnen de Inspectie van het Onderwijs heeft een klein team van inspecteurs naast hun toezichthoudende taak een bijzondere taak: zij zijn vertrouwensinspecteur (VI). De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111. U kunt contact opnemen met de vertrouwensinspectie als er sprake is van fysiek geweld, pesten, discriminatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vindt u op: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
31/47
9
Ouders
9.1
Samenwerken met ouders
Als uw kind bij ons aangemeld wordt, betekent het dat er problemen zijn met betrekking tot het gedrag van uw kind. Deze problemen kunnen zich op school, thuis en in de vrije tijd voordoen. Samenwerking met u en andere instanties vinden wij daarom van groot belang. Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Aan het onderwijs voor uw kind kunt u een belangrijke bijdrage leveren als ervaringsdeskundige. Immers, u bent degene die uw kind vanuit de thuissituatie het beste en het langste kent. De leerkracht kan van u dan ook belangrijke informatie krijgen over het functioneren en de behoeften van uw kind. Bovendien hebt u wellicht al ervaring met verschillende vormen van aanpak en de effecten daarvan. Wij spreken van educatief partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen voor het onderwijs. Dit wordt ondersteund door het ondertekenen van het document gezamenlijke verantwoordelijkheid en het agressiedocument. Leerkrachten kijken vanuit hun eigen specifieke deskundigheid naar uw kind. U mag van hen verwachten dat zij u regelmatig en objectief informeren over het functioneren van uw kind op school, dat zij actief luisteren naar u en dat zij betrokken zijn bij het welzijn van uw kind. U en de leerkracht zijn gelijkwaardige gesprekspartners bij de samenwerking voor uw kind. Dat betekent dat u beiden elkaars deskundigheid en mening respecteert. Het opbouwen van een vertrouwensband is belangrijk voor een goede samenwerking. De school heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de ondersteuning van uw kind. Deze ontstaat wanneer uw kind naar de mening van de school wordt bedreigd in zijn of haar ontwikkeling en niet de hulp krijgt die het nodig heeft. In overleg met u zullen dan externe hulpverleningsinstanties ingeschakeld kunnen worden of de school zal zelf contact opnemen met de aangewezen hulpverlenende instanties. Samen bereiken we meer. U als ouder en wij als school hebben immers dezelfde opdracht: uw kind voorbereiden op en begeleiden naar de volwassenheid.
9.2
Het belang van de betrokkenheid
Om het doel, dat we ons samen met u gesteld hebben, zo goed en snel mogelijk te bereiken, vinden wij het van groot belang dat school en ouders de verantwoordelijkheid voor de begeleiding delen. We verwachten van ouders een constructieve opstelling. Dat houdt ook in dat we ouders voor OPP-besprekingen op school verwachten, dat de leerkrachten welkom zijn op een eventueel huisbezoek maar ook dat u bij ziekte of ander verzuim tijdig (tussen 8.00 en 8.30 uur ‘s morgens) contact met ons opneemt. Wij nemen contact met u op als dat nodig is (bijvoorbeeld bij onverwachte gebeurtenissen of ontwikkelingen). Wij moeten hiervoor kunnen beschikken over de juiste gegevens zoals uw adres, telefoonnummer en e-mailadres. Het is uw taak de gegevens en eventuele wijzigingen door te geven aan de leerkracht en de administratie. De ouders van nieuwe leerlingen vragen wij een formulier in te vullen met vragen over onder andere het sofinummer van de leerling, adresgegevens van de ouders en adresgegevens van iemand die in geval van nood, als u niet bereikbaar bent, benaderd kan worden.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
32/47
9.3
Informatievoorziening
9.3.1 Schoolgids Aan het begin van het schooljaar is voor iedereen de schoolgids beschikbaar via de website van RENN4: www.renn4.nl Onder de knop Scholen kunt u de schoolgids van de betreffende school aanklikken. In principe geven we geen “papieren” schoolgids meer uit. U kunt aangeven dat u toch een papieren schoolgids wilt ontvangen; wij zullen daar dan voor zorgen. 9.3.2 Nieuwsbrief Gedurende het schooljaar verschijnt enkele malen per jaar een nieuwsbrief voor ouders met nieuws en wetenswaardigheden van de school of een groep. 9.3.3 Websites Op de website van RENN4 www.renn4.nl, vindt u onder andere de algemene informatie over RENN4 en haar scholen. U kunt daarbij denken aan contactgegevens, de schoolgids en de vakantieregeling. 9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie De school kent verschillende momenten waarop u als ouder in de gelegenheid wordt gesteld over uw kind te praten of om meer van de werkwijze van de school te weten te komen. Als ouders gescheiden zijn en het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, gaat de informatie van school in beginsel naar beide ouders, tenzij anders gezamenlijk is afgesproken. Uitgangspunt is dat beide ouders ook voor besprekingen en andere activiteiten gelijktijdig worden uitgenodigd. Alleen als één van de ouders bezwaar maakt tegen de aanwezigheid van de andere ouder, wordt de mogelijkheid geboden om een apart gesprek te voeren. De Aventurijn VSO hecht veel waarde aan het contact met u en aan uw betrokkenheid bij het onderwijs. We organiseren de volgende contactmogelijkheden. 9.3.5.1 Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Twee keer per jaar worden er oudergesprekken georganiseerd. Deze gesprekken zijn gekoppeld aan het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) van de leerling. Bij het oudergesprek is de mentor aanwezig. Uiteraard kan het voorkomen dat het wenselijk is dat de inhoudelijk begeleider, gedragsdeskundige of teamleider van de school bij het gesprek aanwezig is. Dit is op aanvraag mogelijk. Op aanvraag is het ook mogelijk om een gesprek te voeren met één van de vakleerkrachten. 9.3.5.2 Rapportbespreking
Wanneer een leerling de school verlaat, wordt er een onderwijskundig rapport geschreven. Daarin staat informatie zoals de leerprestaties, de werkhouding en het gedrag van een leerling. Op de school worden ook de behandeldoelen en –resultaten van Accare opgenomen. 9.3.5.3 Groepsouderavond
Aangezien onze leerlingen vanuit een groot spreidingsgebied komen is het houden van een centrale ouderavond moeilijk te organiseren. Per groep wordt gekeken hoe de ouders geïnformeerd worden over de gang van zaken in de groep van de leerlingen en hoe ouders kunnen kennismaken met elkaar. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
33/47
9.3.5.4 Huisbezoek
Huisbezoek is voor onze afdeling niet vanzelfsprekend. Dit mede gezien het al eerder genoemde grote spreidingsgebied van onze leerlingen. De mentor van de klas maakt hierover individuele afspraken met ouders/verzorgers. 9.3.5.5 Telefonisch contact
Veel leerkrachten en ouders/verzorgers stellen telefonisch contact op prijs. Het regelmatig uitwisselen van informatie is wenselijk, zodat de thuis- en schoolsituatie goed op elkaar zijn afgestemd. Wanneer regelmatig contact tussen ouders/verzorgers en de leerkracht wenselijk is, kan er gebruik gemaakt worden van een contactschrift of emailcontact. Tijdens lesuren is het voor de leerkrachten moeilijk ouders te woord te staan. U kunt daarom beter voor of na schooltijd telefonisch contact opnemen met de leerkracht of een afspraak maken. Ouders kunnen elke werkdag tussen 07.45 en 08.30 uur en ’s middags tussen 12.00 en 12.20 uur telefonisch contact met de school opnemen voor het maken van een afspraak met de leraar. Het telefoonnummer van de school is: 0592-420099.
9.4
Medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van leerlingen, personeel, ouders en school. De MR van De Aventurijn en De Atlas vormen samen de MR RENN4 Drenthe en vergaderen samen. De provinciedirecteur is op uitnodiging bij de vergadering aanwezig. De MR vergadert zeven keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. De MR houdt zich vooral bezig met beleidsmatige zaken rond de school. Tijdens de vergaderingen van de MR kunnen de volgende zaken besproken worden: Vaststellen van het schoolplan; Vaststellen van het formatieplan; Ondersteuningsstructuur; Begroting; Fusies/reorganisaties; Nieuwbouw en ingrijpende organisatorische veranderingen. Ook levert de MR een lid voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van RENN4. De MR onderhoudt, via de GMR, contacten met het College van Bestuur van RENN4. De leden van de MR hebben een zittingsduur van drie jaar en kunnen daarna herkozen worden. Zolang hun kinderen op school zitten, kunnen ouders zich beschikbaar stellen voor de MR. Wanneer er nieuwe leden nodig zijn voor de MR krijgt u hiervan schriftelijk bericht. Ouders hebben dan tien dagen de gelegenheid om zich aan te melden als kandidaat. Bij meerdere kandidaten volgt er een schriftelijke stemming. Bij evenveel kandidaten als zetels worden de aangemelde kandidaten automatisch gekozen, indien er bij de ouders geen bezwaren tegen de kandidaten zijn. De MR onderhoudt contact met de ouders via de schoolkrant, de nieuwsbrief en de website. De notulen van de vergadering liggen ter inzage op school en worden gepubliceerd op de website. De MR van De Aventurijn bestaat in het schooljaar 2015 - 2016 uit de volgende leden: MR De Aventurijn PMR Margot Reinink (voorzitter) Marion Schuitema (secretaris) Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
OMR Michel Jansen Jessica Boelen
Leerling geleding Vacature Vacature 34/47
MR De Atlas PMR Linda Eikenaar Nadine Figaroa (penningmeester) Jelle Hiemstra (notulist)
9.5
OMR Vacature Vacature
Leerling geleding Vacature Vacature
Vacature
Leerlingenraad
De afdeling heeft een leerlingenadviesraad (LAR). Inspraak van leerlingen is als volgt georganiseerd: In elke eerste week van de maand behandelt de mentor van de klas vragen/opmerkingen die via de LAR aan de schoolleiding voorgelegd worden; Een aangewezen leerkracht verzamelt de maandag na die week de reacties, zet deze in een overzicht dat naar de teamleider gestuurd wordt; In de eerstvolgende teamvergadering worden zaken die van belang zijn besproken binnen het vaste agendapunt ‘Medezeggenschap’; De aangewezen leerkracht verwerkt het besprokene uit tot notulen en zorgt dat deze in alle klassen terecht komen; Indien nodig kan de teamleider een toelichting in de klas geven.
9.6
Foto’s en video’s
Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten. Ouder behoren hier toestemming voor te geven. In voorkomende gevallen zullen wij ouders en leerling daartoe schriftelijk toestemming vragen. Mocht er geen toestemming gegeven worden, dan zullen van de desbetreffende leerling(en) geen opnames gemaakt worden. Wanneer er sprake is van een individueel begeleidingstraject van een leerling door de video interactiebegeleider van de school, gaat dit altijd in overleg met ouders en wordt dit vastgelegd in het ontwikkelperspectiefplan.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
35/47
10 Geldzaken 10.1 Verzekering Ieder jaar wordt voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een scholenongevallenverzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone ziektekostenverzekering wordt gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. Het is ook aan te raden dat u zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluit.
10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld. Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken, wordt een bijdrage naar evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij stellen uw bereidwilligheid om een vrijwillige bijdrage te leveren erg op prijs. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden. Een deel van de bijdrage is bedoeld voor schoolreisjes. Het resterende deel is voor vieringen en andere bijzondere activiteiten, zoals Sinterklaas, Kerst- en Paasontbijt en excursies. De bijdrage voor de schoolreisjes is vastgesteld op € 50,00.
11 Regelzaken en verplichtingen 11.1 Schorsing In de praktijk kan het in voorkomende gevallen nodig zijn dat een leerling tijdelijk niet op school aanwezig is. De provinciedirecteur van de school is bevoegd tot het schorsen van leerlingen; hij kan de teamleider mandateren om namens hem een schorsing uit te spreken. Wanneer de leerling daadwerkelijk wordt geschorst dienen de ouders of verzorgers de leerling zo nodig op te halen van school. Het schorsen van leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het gaat daarbij om het volgende:
de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna schriftelijk bevestigd. bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging, is het van belang aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen). de provinciedirecteur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders plaatsvindt. Dit wordt in het telefonisch contact en in de brief aangekondigd.
Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de leerling. Dit betekent dat gezorgd moet worden voor huiswerk en dat een afspraak gemaakt wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief bevat ook informatie over de bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag (het College van Bestuur van RENN4) schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de provinciedirecteur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking. De schorsingsbrief gaat in afschrift naar het College van Bestuur van RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (bij schorsing voor meer dan één dag).
11.2 Verwijdering In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot verwijdering van de leerling. Dit is het geval als het gedrag van de leerling een veiligheidsrisico vormt voor de andere leerlingen en/of de medewerkers van de school. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet van toepassing is, vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een school voor voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling voor educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten. Van een verwijdering krijgt u schriftelijk bericht. In de brief wordt tevens gewezen op de bezwaarmogelijkheden die u hebt. Het bevoegd gezag deelt een verwijdering voorafgaand aan een verwijdering aan ouders mee. Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunt u bij het bevoegd gezag schriftelijk uw bezwaren kenbaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren. De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet overgedragen aan de provinciedirecteur van de school. Verwijdering van leerlingen kan alleen plaatsvinden door het College van Bestuur. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
37/47
Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en nakijken).
11.3 Lesuitval Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is ervoor te zorgen dat de groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende leerkracht, is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats. Als er geen vervanging of alternatief voorhanden is, kan als uiterste maatregel besloten worden om leerlingen thuis te laten blijven. In verband met vervoer maken wij dit waar mogelijk een dag van te voren bij u bekend. Wanneer een ouder niet wordt bereikt, wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd contact te krijgen met u.
11.4 Leerplicht en verlofregeling 11.4.1 Leerplicht In Nederland kan elk kind naar school. Het belang van onderwijs voor het kind zelf en de samenleving is zo groot dat hiervoor de leerplicht is ingesteld. Iedereen is vanaf de leeftijd van vijf jaar tot en met het schooljaar waarin hij of zij zestien jaar wordt geheel leerplichtig (zie ook de website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht). 11.4.2 Verlof Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de specifieke aard van het beroep van één van de ouders van de leerling. Dit verlof mag één keer per jaar voor maximaal tien schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd bij de provinciedirecteur. Dit verlof mag niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar vallen. Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewichtige omstandigheden”. Bij minder dan tien schooldagen kan de provinciedirecteur dit verlof verlenen. Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de leerplichtambtenaar nodig. Voorbeelden van gewichtige omstandigheden: Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan geschieden; Verhuizing; Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad; Bevalling van moeder of verzorgster; Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
38/47
Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd.
Per situatie zal door de provinciedirecteur van de school (tot en met de eerste tien dagen verlof) of door de leerplichtambtenaar (wanneer het gaat om meer dan tien dagen verlof) bekeken worden of het verlof wordt toegewezen. 11.4.3 Afwezigheid Afwezigheid van een leerling moet voor de start van de lessen worden gemeld. De afwezigheid wordt vervolgens geregistreerd. Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te vinden. Indien dit niet mogelijk is, worden deze bezoeken op school gemeld. Vergeet u niet, in geval van taxivervoer, de afwezigheid ook tijdig te melden bij het taxibedrijf. 11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot een geldboete. De provinciedirecteur heeft de wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. Indien leerlingen, door omstandigheden, buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient u dit, in verband met wettelijke bepaling, vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de leerplichtwet worden gevolgd. Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken. 11.4.5 Slechtweerprotocol In de wintermaanden kan het voorkomen dat het erg slecht weer is. Voor leerlingen die met de taxi naar school komen, kan dit betekenen dat ze niet naar school kunnen komen omdat de taxibedrijven niet rijden. Leerlingen die dicht genoeg bij school wonen om veilig naar school te komen, worden op deze dagen gewoon op school verwacht. Als vanwege naderend slecht weer het openbaar vervoer besluit om vanaf een bepaald tijdstip niet langer te rijden, kan de school besluiten de leerlingen eerder naar huis te sturen. Er wordt dan wel eerst nagevraagd of er thuis iemand aanwezig is. 11.4.6 Ontheffingen Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de Inspectie van het Onderwijs ontheffing voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd.
11.5 Dossiers Afspraken over het omgaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd. Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de volgende eisen:
Onderzoeken en testen ouder dan twee jaar worden niet meer gebruikt voor de beeldvorming van de leerling;
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
39/47
Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard; Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd; Ouders hebben inzagerecht in het dossier van hun kind; Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien; Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien; Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers; Dossiers worden bewaard op school en mogen niet worden meegenomen; Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de ouders.
11.6 Klachtenregeling Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de pagina Over RENN4 - klachtenregeling op www.renn4.nl. Voor wie is de regeling bedoeld De klachtenregeling is bedoeld voor (ex-)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige (ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager als aangeklaagde zijn. Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen? Als er iets is voorgevallen, kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen: bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht; bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de teamleider van de school of met de provinciedirecteur; bespreek een voorval dat de provinciedirecteur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het College van Bestuur van RENN4. Binnen tien werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen. Een klacht indienen U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord. Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld. Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina Over RENN4 onder klachtenregeling op www.renn4.nl. Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school/afdeling. De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen tien werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de klachtenregeling. Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag Hebt u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt: 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor. 3. Binnen vier weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager en aangeklaagde. Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
40/47
Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie Hebt u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt: 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt. 2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting. 3. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het bevoegd gezag. 4. Binnen vier weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van de school. Contactgegevens Contactpersoon van de school mw. T. Frie Postbus 17 9422 ZG Smilde t. 0592-414508
[email protected] Externe vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders Vertrouwenspersoon GGD voor de provincies Friesland en Groningen: Mevrouw A. Tadema Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden t. 088-2299222
[email protected] Vertrouwenspersoon GGD voor de provincie Drenthe: De heer G. Helder Postbus 144, 9400 AC Assen t. 0592-306300
[email protected] Klachtencommissie RENN4 Klachtencommissie RENN4 Postbus 8091, 9702 KB Groningen
[email protected] Landelijke klachtencommissie Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht t. 030-2809590
[email protected] Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4 Drs. L. de Boom en J. Jonker MSc Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050-3098888
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
41/47
11.7 Veiligheid Een veilig schoolklimaat vinden wij erg belangrijk. Wij geven met elkaar inhoud aan de “Veilige School” door o.a.
Gedragsregels en afspraken; Het ontruimingsplan; Bijhouden van risico’s en ongelukken; Inspectie van het plein, de lokalen en andere ruimtes.
Een aantal leden van het team is opgeleid tot bedrijfshulpverlener en volgt herhalingscursussen. 11.7.1 ABC-methodiek Alle medewerkers zijn geschoold in de ABC methodiek (Agressievisie, Beroepshouding en Communicatie), een preventie en agressiehanteringsmethodiek. De ABC-methodiek biedt interventietechnieken voor het omgaan en het voorkomen van uitingsvormen van boosheid en agressie. De methodiek is gericht op het vroegtijdig signaleren van kenmerken van spanning en agressie en het creëren van win-win situaties. Uitgangspunt daarbij is dat de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag zoveel als mogelijk bij de leerling blijft liggen, wat leidt tot betrokkenheid, motivatie en zelfsturing. Wanneer de veiligheid in het geding is, zijn de medewerkers geschoold om op een professionele wijze leerlingen fysiek te begeleiden. 11.7.2 Stappenplan agressie/Pestprotocol Het komt voor dat we te maken hebben met agressie van leerlingen. Deze agressie kan gericht zijn tegen zichzelf, tegen andere leerlingen of tegen leerkrachten. Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen vernielen. Deze schade wordt niet door de verzekering gedekt. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de veroorzaker zelf worden vergoed. Gelet op de wetgeving ten aanzien van aansprakelijkheid, is het verstandig dat u een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Wanneer er sprake is van verbaal en/of fysiek agressief gedrag tegen medeleerlingen en/of personeel van onze school, kan in het uiterste geval de politie worden ingeschakeld. De school heeft een stappenplan agressie waarin aangegeven is hoe er in bovenstaande situaties wordt gehandeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden bij de toelating gevraagd dit stappenplan te ondertekenen. De Aventurijn VSO heeft behalve het stappenplan agressie ook een pestprotocol. Dit is op aanvraag te verkrijgen. 11.7.3 Vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling Op De Aventurijn VSO zijn de teamleden geschoold in het signaleren van huiselijk geweld en/ of kindermishandeling. Bij vermoedens hiervan wordt gehandeld volgens de “Meldcode huislijk geweld en kindermishandeling”. Dit Meldcode ligt ter inzage bij de administratie van onze school.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
42/47
11.8 Schoolregels Algemene regels Jassen hangen altijd op de kapstok. Het gebruik van mobiele telefoons is op alle locaties verboden; dit geldt niet alleen voor telefoneren, maar ook voor online gaan, sms’en en het maken van foto-, video- en geluidsopnamen. Meegenomen telefoons worden in de uit-stand bij de leerkracht ingeleverd en aan het einde van de dag weer meegegeven. Zwemspullen neem je dezelfde dag weer mee naar huis om te laten wassen. Gymspullen neem je elke week mee naar huis om ze te laten wassen. Ruilen, weggeven en verkopen van spullen is verboden. Je zorgt ervoor dat de omgeving netjes blijft. Je ruimt je eigen rommel op. Gooien met spullen is verboden. Schooleigendommen die je moedwillig stuk maakt, moet je zelf betalen. Klassenafspraken De klassenafspraken worden aan het begin van het schooljaar en met alle nieuwe leerlingen gemaakt. De school- en klassenafspraken worden met alle nieuwe leerlingen besproken en zijn zichtbaar in de school.
11.9 Reizen van en naar school U bent zelf verantwoordelijk voor het vervoer van uw kind naar school. In eerste instantie komt uw kind in aanmerking voor openbaar vervoer, eventueel met uw begeleiding. In uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken en wordt speciaal vervoer (per taxi) vergoed. U kunt aangepast vervoer aanvragen op het gemeentehuis van uw woongemeente bij de afdeling Leerlingenzaken. Klachten over het vervoer kunt u doorgeven aan het taxibedrijf of aan de woongemeente. Het openbaar vervoer en het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op. Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze leerlingen niet altijd mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de school, chauffeurs en ouders kan hen helpen om ‘goed reisgedrag’ te leren. Structuur bieden door een vaste plaats in de taxi kan al helpen.
11.10 Onderwijsnummer Door het ministerie worden scholen verplicht om van elke leerling door te geven wat zijn of haar Burgerservicenummer is. Dit nummer vormt de basis voor het toe te kennen onderwijsnummer.
11.11 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen; Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
43/47
Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen; De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring.
RENN4 onderschrijft de uitgangspunten van het convenant. De Aventurijn VSO maakt incidenteel gebruik van sponsoring.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
44/47
12 Schooltijden en vakanties 12.1 Lestijden maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
08.30 08.30 08.30 08.30 08.30
-
14.30 14.30 13.30 14.30 14.30
uur uur uur uur uur
ochtendpauze middagpauze
10.15 - 10.30 uur 12.00 - 12.20 uur; op woensdag 12.00 – 12.15 uur.
Een deel van de leerlingen in havo 4 volgt wekelijks op de dinsdagmiddag, in het kader van symbioseonderwijs, natuurkunde en/of scheikunde op het Drenthe College, locatie Anne de Vriesstraat in Assen. Voor deze leerlingen geldt op die dag een aangepaste eindtijd. Tijdens proefwerk- of tentamenweken kunnen andere lestijden gelden.
12.2 Vakanties Soort vakantie
Vakantieperiode
Herfstvakantie
17 oktober t/m 25 oktober 2015
Kerstvakantie
19 december 2015 t/m 3 januari 2016
Voorjaarvakantie
27 februari t/m 6 maart 2016
Paasvakantie
25 maart t⁄m 28 maart 2016
Koningsdag
27 april 2016
Meivakantie
28 april t/m 8 mei 2016
e
2 Pinksterdag
16 mei 2016
Zomervakantie
16 juli t/m 28 augustus 2016
Studiedagen en margedagen schooljaar 2015-2016: Er kunnen naast de hierboven genoemde vakanties nog studiedagen worden ingezet ten behoeve van de ontwikkeling en scholing van personeel en organisatie. U ontvangt hierover tijdig bericht van de teamleider middels de nieuwsbrief.
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
45/47
13 Contact RENN4 De Aventurijn VSO Fazantenlaan 1 9422 EZ Smilde Secretariaat/ Postadres Postbus 17 9422 ZG Smilde t. 0592-414508 Fax. 0592-412035
[email protected] Teamleider dhr. J. Grootjans Fazantenlaan 1 9422 EZ Smilde t. 0592-420099 Fax 0592-480823 Klachtencommissie RENN4 Klachtencommissie RENN4 Postbus 8091 9702 KB Groningen
[email protected] Onderwijsgeschillen/klachtencommissie Postbus 85191 3508 AD Utrecht t. 030-2809590 www.onderwijsgeschillen.nl
[email protected] Vertrouwensinspecteur Meldpunt vertrouwensinspecteurs: t. 0900 1113111 (lokaal tarief). Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor vragen over onderwijs: t. 0800-8051 (gratis) College van Bestuur RENN4 De heer drs. L. de Boom, voorzitter De heer J. Jonker MSc, lid Postbus 8091 9702 KB Groningen t. 050-3098888
Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
46/47
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 22.01 Postbus 109 9410 AC Beilen t. 06-55335522 (werkdagen 9.00-17.00 uur)
[email protected]
Ketenpartners Accare Fazantenlaan 1 9422 EZ Smilde t. 0592-480800 Aanmeldingen: t. 0592-859978 of
[email protected] Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) CJG Midden-Drenthe Nassaukade 4 9411 KG Beilen t. 0593-524136
[email protected] www.cjgmiddendrenthe.nl GGD GGD Vestiging Assen (hoofdvestiging) Postbus 144 9400 AC Assen t. 0592-306300 (werkdagen 8.00-17.00 uur) fax 0592-314248
[email protected] www.ggddrenthe.nl Oudervereniging Balans Weltevreden 4a 3731 AL De Bilt t. 030-2255050 www.balansdigitaal.nl Informatieplatform voor ouders t. 0800-5010 (gratis, tussen 10.00-15.00 uur) www.50tien.nl Nederlandse Vereniging voor Autisme www.autisme-nva.nl Landelijke oudervereniging De Knoop www.deknoop.org Voor vragen over onderwijs Informatie Rijksoverheid (voorheen Postbus 51) Postbus 20002 2500 EA Den Haag t. 1400 (lokaal tarief) Schoolgids De Aventurijn VSO 2015 – 2016
47/47