1
III. Technische bepalingen
Artikel 1 : Veiligheids- en welzijnsmaatregelen
1.1. Algemene werfinrichting en veiligheidseisen De aannemer voorziet alle nodige werken voor de veilige inrichting van de werf (o.a. omheining, signalisatie, materiaalopslag, eventuele werfkasten). Eveneens zal hij de nodige maatregelen treffen om te voldoen aan volgende veiligheidseisen : De aannemer kan een attest VCA of Be Sacc voorleggen. In elk geval dient de aannemer zich minstens te houden aan volgende vereisten: A. Algemene voorschriften
1. De aannemer dient vóór de aanvang der werken een veiligheidsplan op te stellen en ter goedkeuring voorleggen aan de toezichthoudende ambtenaar. 2. De bouwwerken worden uitgevoerd cf. de vereisten opgelegd in het ARAB en CODEX. Specifiek aan de welzijnswet d.d. 4.8.96. 3. De aannemer zal zorgen voor de vereiste CBM’s (collectieve beschermingsmiddelen) en zijn personeel uitrusten met de noodzakelijke PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen). 4. Het gereedschap zal volledig beantwoorden aan het KB arbeidsmiddelen d.d. 12.8.93 5. De aannemer zorgt voor de nodige EHBO-voorzieningen en voorziet in de aanwezigheid van een nijverheidshelper. 6. De werfsignalisatie zal gebeuren krachtens KB d.d. 7.5.99 7. Werfwagens, dienstig als refter, zullen niet gebruikt voor materiaalopslag. 8. Werknemers zullen goed herkenbaar zijn. 9. Afvalpuin en algemeen afval, afkomstig van de aannemer wordt onmiddellijk in een container gebracht : rondslingerend vuil wordt niet aanvaard. 10. De werf wordt borstelschoon verlaten. 11. De inschrijver is verplicht zijn onderaannemers van deze veiligheidsreglementering op de hoogte te stellen en erop toe te zien dat zij deze reglementering naleven. 12. De werftoezichter zal toezien op de uitvoering van bovenvermelde vereisten. Hij is gemachtigd de werf onmiddellijk te stoppen of de nodige maatregelen te nemen op kosten van de inschrijver. 13. De aannemer neemt akte van de plaatselijk gangbare melding-, waarschuwing- en alarmsystemen, meldt dit aan de werknemers en onderaannemers en handelt hiernaar. 14. De aannemer neemt akte van specifieke lokalen zoals opslagplaatsen gevaarlijke producten, lokaliteiten voorzien van een zoneringsdossier e.d., meldt dit aan de werknemers en onderaannemers en handelt hiernaar.
2
15. De werknemers van de aannemer en onderaannemer zijn schriftelijk geïnstrueerd. Indien blijkt dat gewerkt wordt tegen de regels of tegen de regels van goed vakmanschap heeft het bestuur het recht deze werknemer van de werf te verwijderen. 16. Indien andere aannemers gelijktijdig werken uitvoeren is men verplicht tot samenwerking en coördinatie, medewerking zoals georganiseerd zal worden door het bestuur. 17. Bij het niet naleven van de verplichtingen opgelegd door wetten, uitvoeringsbesluiten en voorschriften met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn, milieuaangelegenheden, zal het stadsbestuur van Genk de aannemer weren van zijn lijst van preferente aannemers. B. Elektrische aansluitingen
18. Elektrisch gereedschap zal niet gebruikt worden tenzij voorafgegaan door een 30mA differentieelrelais (enkel indien niet plaatselijk aanwezig). Bij gebruik van elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving zal dit gereedschap minimum van het beschermingstype IP44 zijn. 19. Elektrische verlengkabels zullen opgehangen of beschermd worden indien deze kabels kunnen gekwetst worden of indien er valgevaar is. 20. De volledige elektrische keuring werfinstallatie dient te voldoen aan het AREI. Alle werfkasten dienen ter plaatse gekeurd te worden vóór ingebruikname. 21. Het afnemen van elektriciteit mag enkel gebeuren via een werfkast die door een in België erkend keuringsorganisme is goedgekeurd. Het keuringsverslag moet steeds voorgelegd worden. De aansluiting, afkoppeling of herstelling van het verdeelbord aan het stroomnet mag enkel gebeuren door een bevoegd elektricien. 22. Tijdens werkzaamheden in of aan installaties moet de hoofdschakelaar in de stand “Uit” vergrendeld worden met een persoonlijk hangslot of een bord “Uit dienst”. De hoofdschakelaar mag slechts terug opgezet worden nadat men er zich van overtuigd heeft dat door het terug inschakelen niemand gevaar loopt en de installatie niet kan beschadigd worden. C. Keuringen
Ladders : verklaring van preventieadviseur van de aannemer of keuringsorganisme dat ze degelijk zijn (verslag maximum 12 maanden oud) Stellingen : verklaring van preventieadviseur van de aannemer of keuringsorganisme dat ze degelijk zijn (onmiddellijk vóór ingebruikname en vervolgens wekelijks) Heftoestellen - lieren - e.d. : attest keuringsorganisme (maximum 3 maanden oud) Voornoemde keuringen en verslagen moeten steeds op verzoek aan de toezichthoudende ambtenaar getoond worden. D. Werken in de hoogte
3
1.Ladders met een gebruikshoogte van meer dan 2m zullen steeds vastgebonden worden. 2. De zone waar gewerkt wordt op hoogtewerkers, ladders, stellingen, … moet op een aan de omstandigheden aangepaste manier afgebakend worden. Indien dit praktisch niet te realiseren is, moet een persoon aanwezig zijn die moet beletten dat voornoemde voorwerpen aangereden worden. 3. Bij werken met stelling zal de naam van de bevoegde persoon , verantwoordelijk voor de opbouw, de afbraak en het gebruik van de stelling in het op voorhand ingediend veiligheids- en gezondheidsplan vermeld worden . E. Brandpreventie
23. Bij werken met vuur of vlam zal aan de toezichthoudende ambtenaar een vuurvergunning gevraagd worden. Zonder deze vergunningen mogen er geen werken met vuur of vlam uitgevoerd worden. 24. De aannemer zorgt voor de nodige gekeurde brandblustoestellen bij werken met vuur of vlam. 25. In de stedelijke gebouwen wordt niet gerookt 26. De oxy- acetyleenposten moeten voorzien zijn van terugslagkleppen en reduceerventielen. De buigzame leidingen moeten tenminste 5 meter lang zijn (uitgezonderd draagbare sets) en steeds in goede staat verkeren. De branders, slangen, reduceerventielen en terugslagkleppen moeten voldoen aan de normen terzake. De buigbare leidingen mogen niet onderbroken worden door verbindingsstukken. Na uitvoering der werken dienen de flessen steeds afgesloten worden. 27. In de werkplaats mogen enkel gasflessen aanwezig zijn om het werk uit te voeren. Reserveflessen mogen niet in het gebouw bewaard blijven. De gasflessen moeten verticaal opgesteld staan en zorgvuldig vastgemaakt worden om vallen te voorkomen. Gasflessen zullen, bij niet gebruik, voorzien zijn van een veiligheidskap. F. Begin- en eindtijden
De begin- en einduren van de werken worden op voorhand met de toezichter vastgelegd. De werken worden uitgevoerd tijdens de normale werkuren. Afwijkingen hierop dienen schriftelijk aangevraagd te worden.
H. Arbeidsongevallen
Bij het voorkomen van een ernstig arbeidsongeval zoals gedefinieerd in KB 24.02.05 zal de aannemer
4
onmiddellijk het opdrachtgevend bestuur hiervan verwittigen. Gezien krachtens Hfst. XI art.94 van de Welzijnswet een verslag voor FOD Waso moet opgesteld worden, wordt overeengekomen een preventieadviseur van Encare aan te stellen. De kosten hiervan zullen verhaald worden op basis van evenredigheid van de ingebrekegesteldheid door betreffende preventieadviseur.
1.2. Veiligheids- en gezondheidsplan en opvolging Voor het indienen van de offerte zal de inschrijver het algemene veiligheids- en gezondheidsplan ( zie bijlage A ) aanpassen aan zijn werkmethoden en gebruikte arbeidsmiddelen eigen aan de uit te voeren werken die deel uitmaken van de opdracht. Het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan dient toegevoegd te worden aan de inschrijving ( zie bijlage B ). De inschrijver zal voor het opmaken van zijn offerte ter plaatse gaan en zich vergewissen van de algemene toestand. Alle nodige kosten voor de opvolging en uitvoering van het uiteindelijke veiligheids- en gezondheidsplan dienen inbegrepen te zijn. De aannemer kan op geen enkel wijze aanspraak maken op meerkosten indien blijkt dat het uiteindelijke veiligheids- en gezondheidsplan bijkomende maatregelen eist die niet uit het algemene veiligheids- en gezondheidsplan volgen. Het opmaken en opvolgen van het uiteindelijke veiligheids- en gezondheidsplan en/of het opvolgen van het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door de opdrachtgever ontheft de aannemer op geen enkele wijze van zijn verantwoordelijkheden. De dagelijkse opvolging en toepassing van de wettelijke verplichtingen en richtlijnen terzake blijven de volle verantwoordelijkheid van de aannemer. Alle bijkomende kosten hiervoor dienen vervat te zijn in de inschrijvingsprijs.
Opmeting Artikel 1.1. Algemene werfinrichting en veiligheidseisen GP
Artikel 1.2. Veiligheids- en gezondheidsplan en opvolging
GP
5
Artikel 2 : Leveren en plaatsen leuningen Algemeen : De opdracht omvat : • Leveren en plaatsen van metalen leuningen, volgens plan in bijlage. • Alle materialen, te leveren door de aannemer, zijn nieuw, behoudens andersluidende vermelding op de plannen en/of in onderhavig bijzonder bestek en/of in de samenvattende opmetingsstaat
Materiaal : • De leuningen zijn doorlopend, in de hoeken zonder onderbreking (rond gebogen). • Het is toegelaten de leuning op te bouwen uit geprefabriceerde elementen, de bovenleuning dient uit 1 deel verder te lopen. Specificaties : • •
Alle details, verankeringen en bevestigingen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden. De totale hoogte van alle leuningen dient conform de eisen van de brandweer te zijn, zelfs indien de detailtekeningen dit tegenspreken.
Oppervlaktebehandeling : • Volledige metalen structuur na bewerking warmbadgegalvaniseerd (thermisch verzinkt volgens NBN En ISO 1461
Type 1 : buizen +/- 5m95 en mazennet +/- 5m20 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op betonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep Ø 48mm. Metalen mazennet : 50mm x 50mm Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
Type 2 : buizen +/-11m30 en mazennet +/- 11m00 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Metalen mazennet : 50mm x 50mm Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
6
Type 3 : buizen +/- 7m70 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
Type 4 : buizen +/- 1m80 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm. Type 5 : buizen +/- 3m75 en mazennet +/- 2m10 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Metalen mazennet : 50mm x 50mm Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
Type 6 : mazennet +/- 2m45 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Metalen mazennet : 50mm x 50mm Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
Type 7 : buizen +/- 1m90 en mazennet +/- 1m20 Gegalvaniseerde leuning (zijdelings) gemonteerd op prefabbetonnen keerwand door middel van inoxbevestingsmateriaal. Handgreep : Ø 48mm. Metalen mazennet : 50mm x 50mm Balusters (om de 1500mm) : 80mm x 10mm met aangelaste strip 20mm x 10mm.
Opmeting: VH : prijs voor leuningen /m incl. plaatsen, bevestigingsmateriaal en montage.
7
Opgemaakt te Genk op 5 juni 2013
Ingenieur-Diensthoofd A. HUYSMANS
Gelezen en goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van ………………………………………….
Namens de raad
De secretaris R. Haeck
De voorzitter L. Dullers