Dagvoorzitter Victor Dries (OVAM) Victor Dries geeft bij OVAM leiding aan de dienst Beleidsondersteuning van de afdeling Bodemonderzoek en Attestering. OVAM zet zich in voor een propere bodem in Vlaanderen. In Nederlands oren klinkt dat misschien ongewoon charmant, maar Vlaanderen pakt de milieuproblematiek domweg efficiënt en bedrijfsmatig aan. Dat blijkt al uit de naam van het bevoegd gezag: OVAM staat voor Openbare Afvalstoffen Maatschappij voor het Vlaamse Gewest. Victor werkt dicht genoeg bij Brussel om goed op de hoogte te zijn van Europa. En hij werkt net ver genoeg van den Haag om daar regelmatig een fris geluid te laten oren. Bovenstaande is natuurlijk absoluut nuttig voor een voorzitter van een symposium. Het is echter niet de belangrijkste reden waarom we hem als voorzitter van “De ontdekking van de ondergrond” hebben gevraagd. Victor voegt namelijk iets toe dat we in de gebiedsgerichte aanpak heel erg goed kunnen gebruiken; hij is een begenadigd inspirator. Een kritische nonconformist die gedreven vecht voor de goede zaak: een schone bodem.
Abstracts Plenair programma De ontdekking van de ondergrond van Zwolle Gerard van Dooremolen (Wethouder Gemeente Zwolle) In zijn inleiding gaat de heer Van Dooremolen in op de Zwolse visie op de Ondergrond. Twee jaar geleden stond Van Dooremolen ook in het klooster in Zwolle voor de prijsuitreiking van de Prijsvraag Grondwater Zwolle. Toen was de ondergrond nog een black box. De prijsvraag en het symposium van toen over oplossingen voor grondwatervervuiling, was een eerste aanzet tot ´out of the box´ denken. Zwolle heeft vervolgens samen met zo´n 25 andere organisaties en medeoverheden een scenariostudie ontwikkeld. De uitkomsten daarvan zijn door adviesbureau TTE uit Deventer en de gemeente Zwolle doorontwikkeld tot een Zwolse visie op de ondergrond, een integrale gebiedsgerichte aanpak die laat zien hoe de ondergrond kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Van Dooremolen presenteert een film over wat Zwolle heeft ontdekt over haar ondergrond en welke verbazingwekkende resultaten dat oplevert. Duurzame ontwikkeling voor de lange termijn, goed voor de planeet, de mens én de portemonnee. Het voorkomt dat Zwolle vastloopt in haar stadsontwikkeling. Het zorgt dat eindelijk de bodemverontreiniging goed wordt aangepakt. Het stelt de watervoorraden voor de toekomst veilig. En het vraagt geen grote offers van burgers en bedrijven. Want het gaat hun juist geld opleveren. Tot slot zal Van Dooremolen de visie aanbieden aan het ministerie van VROM.
Wat zoekt Den Haag vandaag in Zwolle? Ruud Cino ( VROM)
Op mondiaal niveau leggen de toename van de wereldbevolking en de hogere consumptie als gevolg van de toename van de welvaart in opkomende economieën een groot beslag op de beschikbare ruimte. Op nationaal niveau komt daar nog bovenop het vinden van ruimte voor natuur, de infrastructuur en de adaptatie aan de klimaatverandering (waterberging). Naast het accommoderen van de hierboven genoemde ruimtelijke functies biedt het bodem- en watersysteem ook aantrekkelijke mogelijkheden voor het winnen van duurzame energie en CO2reductie. Door zelf duurzame energie te produceren neemt onze afhankelijkheid van leveranciers van fossiele brandstof af. Het is dan ook niet verwonderlijk dat begerig wordt gekeken naar de mogelijkheden van meervoudig ruimtegebruik en het optimaal benutten van de ondergrond. Meervoudig en ondergronds ruimtegebruik vraagt om een goede planvorming. De planners moeten nadrukkelijk aandacht besteden aan veranderende omstandigheden en zoeken naar op lange termijn houdbare en dus flexibele concepten voor wonen, werken, mobiliteit en recreëren. Een voorbeeld hiervan is het bouwen van drijvende woningen. Een ander voorbeeld is het omschakelen van de landbouw naar de teelt van gewassen die tegen zilt water kunnen. En een prachtig voorbeeld is het grootschalig winnen van energie uit de bodem in combinatie met slim waterbeheer. Een op lange termijn houdbaar concept betekent dat in de planvorming en de uitvoering rekening wordt gehouden met de eigenschappen en de kwaliteit van het bodem- en watersysteem. In plaats van het vinden van technische oplossingen om het bodem- en watersysteem naar onze hand te zetten, zal men in de toekomst meer en meer uitgaan van de
mogelijkheden en de onmogelijkheden die het bodem- en watersysteem biedt. De Nederlanders hebben een reputatie opgebouwd met eerst hun gevecht tegen en later het leven met het water. De technische oplossingen hebben ervoor gezorgd dat we ons veilig weten en hebben het besef dat we voortdurend alert moeten zijn op veranderingen in onze leefomgeving doen afnemen. Door het toenemende ruimtegebruik en de merkbare verandering van het klimaat heeft de aandacht voor de duurzame inrichting van ons land weer een enorme impuls gekregen.
Effectief gebruik van de ondergrond Han Admiraal (lector Ondergronds Ruimtegebruik, Directeur COB) In de zoektocht naar meer ruimte in stedelijk gebied, wordt Ondergronds ruimtegebruik veelal gezien als één van de kansrijke oplossingsrichtingen. Gegeven de vele voordelen die ondergronds ruimtegebruik biedt voor het leven boven het maaiveld, wordt het ook vaak als duurzaam omschreven. In deze presentatie wordt ingegaan op de vraag of dit terecht is. Zonder rekening te houden met de al in de ondergronds aanwezige functies, kan geen onderbouwde beslissing genomen worden ten aanzien van het gebruik van de ondergrond. Aan de hand van een aantal ontwikkelde instrumenten zal aangetoond worden dat alleen via een ruimtelijke dialoog, een afgewogen beslissing gemaakt kan worden ten aanzien van lange termijn en duurzaam gebruik van de ondergrond. Een multifunctionele benadering van ondergronds ruimtegebruik kan bovendien leiden tot innovatieve oplossingen die vanuit een monofunctionele benadering niet ontdekt worden.
Milieu en ruimtelijke ordening – een duurzame confrontatie Gert de Roo (hoogleraar planologie, Rijksuniversiteit Groningen) Het bodembeleid maakt een evolutie door: van ‘hoe dan ook’ een schone bodem (multifunctioneel), naar een kwalitatief werkbaar en maatschappelijk aanvaardbaar resultaat. In dit proces hebben vele invloeden zich doen gelden: een heroverweging van kosten en baten, een sterk decentraliserend milieubeleid, en het belendende werkveld van de ruimtelijke ordening. Dit laatste verschiet overigens sterk van kleur, wat de confrontatie met het milieubeleid, en daarmee ook dat van de bodem, andermaal onder druk zet. Het milieubeleid decentraliseert, onder meer om integratie met de RO mogelijk te maken. De Ruimtelijke ordening wil integreren en afwegen, maar wel op een geheel eigen en functionele wijze. Terwijl Ruimtelijke ordening soms veel heeft van de grote slokop, mag het milieubeleid ook het een en ander verweten worden. Dit beleidsveld lijkt hopeloos verdeeld en verdwaald.
Data: Bodem op de Kaart Databronnen Martin Peersmann (TNO-DINO) In Nederland is er veel bodem en ondergrond informatie aanwezig. Echter deze informatie is versnipperd over de vele nationale, regionale en lokale bronhouders, registraties en loketten. De data en informatie is niet toegankelijk en de gebruikers zien “door de vele data bronnen het bos niet meer”. Er is een breed maatschappelijk gedragen urgentie dat bodem- en ondergrond gegevens beter op elkaar afgestemd worden en toegankelijker zijn. Door het instrument basisregistratie toe te passen realiseert VROM een landsdekkend wettelijk register met de meest actuele, betrouwbare en complete data die de historische en actuele toestand van de bodem en ondergrond van Nederland zowel bodemkundig, geologisch, archeologisch en op milieukwaliteit weergeeft.
Beschikbaarheid van data
Theo Edelman (Landmark Nederland) In koopcontracten voor onroerend goed staat standaard een passage over bodemverontreiniging. Makelaars wenden zich hiervoor meestal tot de gemeente. Er zijn meer overheden die informatie over bodemverontreiniging hebben. Het is niet praktisch om meer overheden te moeten benaderen voor hetzelfde onderwerp. Landmark Nederland heeft toegang tot data van rijk, provincies en gemeenten. Landmark ontwikkelde een systeem dat binnen enkele minuten een rapport genereert met milieu-informatie over een perceel en de directe omgeving daarvan. De wettelijke basis om data van overheden te verkrijgen ligt in het Verdrag van Aarhus, een Europese Richtlijn en de Wet openbaarheid van bestuur.
Omgaan met onzekerheden
Frans Mulder (3B Bureau Bodem en Milieubeleid) Eén van de weinige zekerheden als onderzoeker is, de onzekerheid van data/gegevens. De mate waarin deze onzekerheid een rol speelt hangt af van consensus over de verzamelde gegevens, de benutte kennis en het doel. De consensus wordt beïnvloed door de onzekerheden te kennen en deze kennis te delen. Onzekerheden uiten zich in een (vermeend) gebrek aan relevante informatie of in de aanwezige variabiliteit. Deze onzekerheden zijn het gevolg van de wijze waarop de gegevens zijn verzameld, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Onzekerheden kunnen worden uitgedrukt in mate van willekeurigheid (kansverdelingen), mate van vaagheid (fuzzy logic) en erkende onwetendheid.
Archeologie en ondergrond in De Schuytgraaf, Arnhem: de integrale aanpak van een monumentale vindplaats René Isarin (Past2Present / Archeologic)
GEM Schuytgraaf realiseert thans de gelijknamige Vinex-locatie in Arnhem. In het te ontwikkelen centrumgebied ligt een wettelijk beschermd archeologisch monument, vindplaats 10. Naast een kunstobject/park zullen er in de nabijheid van het centrumveld civiele ingrepen plaatsvinden. In het kader van de archeologische zorgplicht heeft de GEM het initiatief genomen om inzichtelijk te maken hoe de vindplaats in drie dimensies is gesitueerd en welke gevolgen er bij uitvoering van de geplande civiele ingrepen zouden kunnen zijn voor het erfgoed. Naast een
3-D visualisatie is getracht het effect van o.a. zettingen te kwantificeren ten einde tot een optimale balans te komen tussen civiel ontwerp en bescherming van het ondergrondse erfgoed.
Visualisatie van de ondergrond met GIS software Ernst Eijkelenboom (ESRI) Visualisatie van geografische informatie is tegenwoordig een hot-item. Iedereen kent Google Earth of Microsofts’s Virtual Earth. Deze systemen hebben tot nu toe één ding gemeen, ze visualiseren alleen de bovengrond met luchtfoto’s en 3D-gebouwen. Het is niet mogelijk om onder het aardoppervlakte te kijken! In deze presentatie gaan we kijken wat de mogelijkheden zijn van de GIS-software van ESRI om gegevens over de ondergrond te visualiseren, zowel in een 2D als in 3D omgeving. Naast het visualiseren van de ondergrond komen ook de analyse mogelijkheden aan bod.
Van Data naar Informatie Jacco Wanders (TTE) Bij gebiedsontwikkelingen is de eerste stap het helder definiëren van de vraag(en). Minstens zo belangrijk is de wijze waarop de informatie wordt gegenereerd en gevisualiseerd. Met behulp van de juiste kennis wordt de vraag doorgrond en worden de benodigde gegevens uit beschikbare data gedistilleerd of gegenereerd. Het visualiseren van de informatie via kaarten is een krachtig instrument in de ordening van Nederland en kan beleid zeer efficiënt ondersteunen. We kunnen er randvoorwaarden mee vastleggen, we kunnen er kansen en bedreigingen mee weergeven. We kunnen er integraliteit mee bewerkstelligen (verschillende thema’s combineren). Goede voorbeelden hiervan zijn de door TTE ontwikkelde Koude Warmte Opslag potentiekaarten (KWO) en grondwaterverontreiniging verwachtingenkaarten (GVV). Via het toevoegen van geohydrologische, procestechnologische en chemische kennis aan onder- en bovengrondse data wordt inzicht gegeven in de toepassingsmogelijkheden van KWO, potentiele CO2 reductie, mogelijke verontreinigde gebieden, kwetsbare gebieden en de kansen en bedreigingen van een integrale gebiedsgerichte aanpak.
Beleid: De letter en de geest (koor) Anko Grootveld (Gelderland), Koen Weytingh (TTE)
De gebiedsgerichte aanpak biedt een fraai vergezicht. Grondwater wordt betaalbaar gesaneerd, de bodem zorgt voor energiebesparing en CO2 reductie, bemalingswater wordt nuttig gebruikt enzovoort. Het daadwerkelijk realiseren van een gebiedsgerichte aanpak is pionierswerk. De route onbekend, de paden ongebaand, de hindernissen onverwacht. Koen schetst het perspectief, Anko analyseert de procesmatige uitdagingen. De eerste sessie draait om de pioniers. Ingrid, Maaike en Renate werken al gebiedsgericht. Herkennen zij zich in de “groeven” theorie van Anko? Maar nog belangrijker, wat vindt u er van. De “Lagerhuisopstelling” dwingt u bijna om te reageren. In de tweede sessie kiezen Koen en Anko een breder perspectief. Waarom werkt niet iedereen allang gebiedsgericht? Wat mogen we, wat kunnen we, en vooral, wat willen we eigenlijk. Ruud, Victor, Erik en Edward verplaatsen zich in Nederland, Europa, de markt en de wet. U heeft geen vastomlijnde taak. Vanuit de koorbanken kunt u overal op reageren.
Geld: Financiële kansen in de ondergrond (refter) De waarde van de ondergrond
Elbert Dijkgraaf (SEOR-Ecri/Erasmus universiteit) Grondwater kan een waardevolle bron zijn van energie. Uit ons onderzoek blijkt dat het gebruik van water als energiebron niet alleen een forse CO2 reductie oplevert, maar ook dat het realiseren hiervan rendabel kan. Terugverdientijden zijn relatief kort als voldoende gebruik wordt gemaakt van schaalvoordelen. Dit betekent wel dat een centrale regie nodig is. Die regie is ook essentieel om andere problemen, zoals de combinatie van het gebruiken van water als energiebron en de aanwezigheid van vervuiling in de ondergrond, op te lossen.
Financiering in de diepte Louis Hiddes (AM Energy) Naast het feit dat fossiele energie eindig is – mogelijk eerder dan vele hopen –zal zij ook op redelijk kort termijn heel duur worden – want wat schaars is wordt vanzelf duur cq gaat veel geld kosten- eigenlijk is fossiele energie goedkoop als je het in de tijd plaatstWest europa beschikt maar over 5 % van de totale fossiele wereldvoorraad – kort gezegd wij zijn de klos – als wij zoveel blijven gebruiken – besparen moet dan ook gewoon – en daar waar wij omgevingswarmte hebben moeten wij deze optimaal gebruiken - de bodem is een van de mogelijkheden- mogelijk vertegenwoordigd de bodem met zijn basis omgevingsenergie in de tijd wel een grotere waarde dan onze totale gasvoorraden – wat wij hebben gebruikt en nog zullen gebruiken- Als de fossiele energie dan zo duur wordt zal de waarde van onze bodem dan ook heel groot zijn. Mogelijk zal hij van doorslaggevende waarde zijn of wij wel of niet een derde wereldland worden. Een uitdaging voor alle innovatieve vrijdenkers in dit land.
Ontwikkeling van Centrum Utrecht Albert de Vries (Gemeente Utrecht)
Deze presentatie richt zich op kansen en knelpunten in de ondergrond én de mogelijkheden en bedreigingen voor de bovengrondse ontwikkelingen, inclusief aanbevelingen, 'lessons learned'. 'Niets doen is geen optie', is het motto van Utrecht als het gaat om de aanpak van het Stationsgebied. Dit geldt niet alleen voor de zichtbare bovengrond, maar zeker ook voor de ondergrond. Nieuwe gebouwen, een op de toekomst gerichte infrastructuur, een nieuw centrum van Utrecht, vergt veel van de ondergrond. De ondergrond die van niemand is, maar wel voorwaardelijk voor een goede bovengrondse ontwikkeling.
(Financiële) kansen bij SenterNovem Ilona Koomen (SenterNovem)
In deze presentatie wordt ingegaan op de verschillende wijzen waarop SenterNovem ondersteuning biedt aan bedrijfsleven, kennisinstellingen en (semi)overheid voor de aanpak van de ondergrond en welke mogelijkheden hierdoor ontstaan. SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen bij SenterNovem terecht voor ondersteuning bij initiatieven, die duurzaamheid en innovatie bevorderen. SenterNovem is bij velen bekend vanwege financiële ondersteuning, maar biedt partijen meer om nieuwe ontwikkelingen en het verduurzamen van de samenleving te stimuleren.
Gebiedsgerichte aanpak en verzilvering van ondergrondse kansen Claude Roovers (TTE) Ondergrondse winst moet in de uitvoeringspraktijk verzilverd worden. Maar wat is “winst” eigenlijk? Alleen kijken naar economische winst kan ten koste gaan van humaan welzijn of van een gezond ecosysteem. Alleen gaan voor quick-wins kan op de langere termijn juist geld gaan kosten. Inzicht in en afwegingen rondom kosten versus effecten op een grotere schaal en op de langere termijn, daar gaat gebiedsgerichte aanpak om. Maar de complexiteit van deze afweging kan leiden tot stagnatie in de uitvoering. En dus tot gemiste kansen. Deze presentatie schetst (aan de hand van praktijkvoorbeelden) hoe een gebiedsgerichte aanpak doelgericht georganiseerd kan worden met oog voor verzilvering van kansen.
KWO: Motor van de gebiedsgerichte aanpak (aula) KWO, hoe werkt dat nou eigenlijk? Hanneke Pieters (Ecofys)
In een koude-/warmte opslagsysteem (KWO) wordt de energie die aanwezig is in de ondergrond, benut voor de levering van ruimteverwarming, ruimtekoeling en warm tapwater. De energie wordt onttrokken aan de ondergrond en overgedragen aan een watercircuit dat naar gebouw(en) leidt. Om het water voor de ruimteverwarming en het tapwater naar de gewenste temperatuurniveaus te brengen, maakt men gebruik van een warmtepomp. Een warmtepomp “pompt” energie van een lagere temperatuur naar de gewenste temperatuur. Maar hoe werkt dat nu precies? Waardoor is KWO een zo efficiënt en comfortabel energiesysteem? En welke eigenschappen moet de ondergrond hebben, wil deze geschikt zijn voor KWO?
(Gebiedsgerichte) toepassing van koude-/warmteopslag Marc Koenders (IF)
Er vindt in Nederland geen nieuwbouw of renovatie plaats zonder dat aan koude-/warmteopslag wordt gedacht. Dit succes heeft geleid tot veel systemen, waardoor de ondergrond voller en voller wordt. Steeds vaker botst koude-/warmteopslag met andere ondergrondse belangen, zoals met verontreinigingen. Om koude-/warmteopslag ook in de toekomst voor iedereen mogelijk te maken is een optimaler gebruik van de bodem essentieel. Eén van de methoden om dit te doen is de toepassing van gebiedsgerichte koude-/warmteopslag. Het kenmerk van gebiedsgerichte koude-/warmteopslag is dat systemen planmatig worden aangelegd, rekening houdend met de ondergrondse infrastructuur, verontreinigingen, andere koude-/warmteopslagsystemen en de eventuele wateroverlastsituatie. Gebiedsgerichte systemen kunnen gezamenlijk danwel gescheiden worden aangelegd. In het eerste geval is sprake van één koude/warmtenet, in het tweede geval van indiviudele systemen die volgens een plan worden aangelegd. Er zijn verschillende manieren om gebiedsgerichte systemen te realiseren. Belangrijke hulpmiddelen zijn masterplannen, kansenkaarten en in de toekomst wellicht ook bestemmingsplannen. Daarnaast kan met convenanten en overeenkomsten tussen gemeenten en initiatiefnemers gebiedsgerichte systemen worden bevorderd.
Combinatie van koude-/warmte opslag en bodemsanering bespaart kosten! Marcel Koopmans (SRE)
Het idee is even simpel als doeltreffend, beschouw bodemverontreiniging niet langer als een kostenpost en een belemmering voor de toepassing van KWO, maar beschouw het als een serieuze kans. Op basis van een gebiedsgerichte en integrale aanpak kan in het stedelijk gebied door de gecombineerde toepassing van KWO en bodemsanering een significantie kostenbesparing worden bereikt en zijn langdurige grondwatersaneringen niet meer noodzakelijk. Het is een combinatie die leidt tot een maatschappelijk geaccepteerde, kosteneffectieve en duurzame aanpak van bodemverontreiniging. Een innovatief aanpak die zeer veel potentie in zich heeft bij o.a. de herontwikkeling van voormalige verontreinigde bedrijfsterreinen. Door een optimale afstemming met een stedebouwkundig ontwerp kan een maximale besparing op energie, saneringskosten en CO2-reductie worden bereikt. Om dit te realiseren dient KWO en bodemsanering vroegtijdig in het ruimtelijk planproces te worden geïntegreerd. De combinatie van KWO en bodemsanering is een “win-win situatie” voor alle betrokken partijen.
Gebiedsgerichte aanpak van KWO Bert Bekkers (Brabant Water)
Brabant Water N.V. is het enige waterleidingbedrijf dat zich bezig houdt met Koude- en WarmteOpslag in de bodem. Met grondwater als grondstof voor de gehele drinkwatervoorziening van Noord-Brabant weet Brabant Water als geen ander hoe met de bodem om te gaan. Wat zijn de risico’s en de bedreigingen van energieopslag? Zijn de in de markt aangeboden opslagsystemen wel zo duurzaam? Is energieopslag wel zo rendabel als men vooraf doet voorkomen? Een integrale aanpak is veel effectiever en levert vele voordelen op. Maar hoe pak je dit nu aan? Heel veel vragen waar je met ieder project mee wordt geconfronteerd. Bij ieder project wordt individueel gekeken naar de financiële voordelen. Is men enthousiast dan wordt er vervolgens een vergunning aangevraagd waarbij degene die het eerst komt het eerst maalt. Jammer voor degene die geen vergunning krijgt. Deze kan de plannen (en de gemaakte kosten) in de prullenbak doen. Een goed en robuust grondwatersysteem, goed onderhouden en goed beheerd waar vele afnemers op aangesloten kunnen worden. Een soort nutsvoorziening met kosten minimalisatie en geen commerciële activiteit met winst maximalisatie! Een interessante gedachte met een gigantisch milieuvoordeel.
Mogelijkheden voor energiebesparing economisch vergeleken Martijn de Jong (Erasmus)
Er bestaan meerdere mogelijkheden om energie te besparen in gebouwen. Enerzijds zijn er bouwtechnische mogelijkheden, anderzijds mogelijkheden in de energievoorziening. Koude warmte opslag is daar een van. SEOR/ECRI heeft een studie verricht naar de economische haalbaarheid van verschillende mogelijkheden. Daarin worden de kosten en opbrengsten vergeleken voor verschillende gebouwen. Hierbij wordt uitgegaan van de referentiegebouwen van SenterNovem. De studie geeft verschillende uitkomsten voor de diverse gebouwtypen. Deze resultaten zullen worden gepresenteerd.
KWO, van programma naar project Arthur van de Velde (TTE)
Toepassing van bodemenergie en koude-warmte opslag bij bouwprojecten maken scherpe energieprestatienormen mogelijk. Ook worden ambitieuze gemeentelijke doelstellingen voor het gebruik van duurzame energie haalbaar. Bij de huidige, locatiegeoriënteerde toepassing wordt de potentie van bodemenergie echter zeer gedeeltelijk benut. Een gebiedsgerichte en centraal geregisseerde toepassing geeft een sterkte verbetering van het rendement en maakt een bredere toepassing van bodemenergiesystemen (bij voorbeeld bij woonwijken) mogelijk. Bij grote (binnen)stedelijke (her)ontwikkelingsprojecten wordt men bovendien vrijwel altijd geconfronteerd met problemen rond bodemverontreiniging. Juist bij een gebiedsgerichte benadering van de ondergrond kan KWO een positieve bijdrage leveren aan de verbetering van de verontreinigingssituatie. Ook hier geld weer dat schaalvergroting de efficiency vergroot. Met collectieve systemen kan een gebied vlakdekkend worden bestreken of kan een scherm worden samengesteld waarin (verontreinigd) grondwater ‘en passant’ kan worden behandeld. De gebiedsgerichte en/of integrale aanpak van de ondergrond heeft zowel milieutechnisch als financieel grote voordelen. De keerzijde is dat het aantal belanghebbenden, en daarmee de financiële en juridische belangen toeneemt. Een vroegtijdige planning en organisatie is dan ook pure noodzaak! De ondergrond is te waardevol om te verrommelen.
Expositie ‘De bodem is voor mij…’ Uw eten, drinken, bouwmaterialen en energie heeft u te danken aan de bodem. De bodem draagt het landschap, de natuur en alles wat wij bouwen. Maar ziet u het ook? Hoe ziet u de grond waarop u staat, loopt en leeft? Nederland is bovengronds in beweging en daarmee ook ondergronds. De expositie ‘De bodem is voor mij…’ is op 31 oktober te gast bij het symposium ‘De ontdekking van de ondergrond’ en is te bezichtigen in de gangen van het Dominicanenklooster. De expositie is gebaseerd op het boek ‘De bodem is voor mij…’, waarin de betekenis van de ondergrond voor de bovengrond geschetst wordt met interviews, columns, projectbeschrijvingen en korte statements. Dit boek is een feest van herkenning voor iedereen die betrokken is bij ruimtelijke planvorming en gebiedsontwikkeling. De teksten van Henk Werksma (H2Ruimte) en de foto’s van Bert Verhoeff illustreren hoe de bodem kan bijdragen aan een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Neem ook eens een kijkje op www.debodemisvoormij.nl.
Posterpresentatie Zandgemeenten De gebiedsgerichte aanpak is hét voorbeeld van “learning on the job”. Concepten worden letterlijk ter plaatse, in de gemeente, ontwikkeld en uitgewerkt. De aanpak wordt vanuit de praktijk geïnitieerd, door gemeenteambtenaren die steeds indringender geconfronteerd worden met herinrichtingsplannen, KWO vraagstukken, met knelpunten rond waterberging, bodemverontreiniging, etc. Naar aanleiding van het Symposium Grondwater in stedelijk gebied (Zwolle, 2005) is TTE het initiatief “Zandgemeenten” gestart. Binnen Zandgemeenten werken verschillende gemeenten samen aan de ontwikkeling van gebiedsgerichte concepten, strategieën en producten. Op het symposium presenteren 11 gemeenten hun gebiedsgerichte ambities en projecten op posterformaat. Initiatief zandgemeenten Deelnemende gemeenten (oktober 2007)
Apeldoorn, Almelo, Breda, Den Haag, Deventer, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Hengelo, Maastricht, Nijmegen, Oss, s-Hertogenbosch, Hoogeveen, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zutphen, Zwolle.
Instanties
VROM (beleid), Bodemplus (kennisoverdracht), TTE (ontwikkeling)
Secretariaat
TTE