Ondernemingsplan OVAM 2013
Inhoudsopgave 1 Inleiding............................................................................................................................................. 2 2 Activiteiten in uitvoering van bodemsanering en bodembeheer..................................................3 2.1 Strategische organisatiedoelstellingen voor het bodembeleid..........................................................3 2.2 Operationele organisatiedoelstellingen voor het bodembeleid.........................................................3 2.3 Strategische projecten voor voor het bodembeleid........................................................................10 3 Activiteiten in uitvoering van het afval- en materialenbeleid......................................................14 3.1 Strategische organisatiedoelstellingen voor het afval- en materialenbeleid...................................14 3.2 Operationele organisatiedoelstellingen voor het afval- en materialenbeleid...................................16 3.3 Strategische projecten voor het afval- en materialenbeleid............................................................22 4 Overkoepelende strategische projecten in uitvoering van het afval-, bodem- en materialenbeleid............................................................................................................................. 23 5 Activiteiten in het kader van het bovengewestelijk beleid inzake afval-, materialen- en bodembeheer.................................................................................................................................. 25 6 Interne Werking............................................................................................................................... 27 6.1 Iedere entiteit verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject................................................................................................................................ 27 6.2 Elke entiteit definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren...............32 6.3 Strategisch Project: IMPACT.......................................................................................................... 34 6.4 Bijkomende engagementen........................................................................................................... 35 7 Bijlagen............................................................................................................................................ 36
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 1/36
1
Inleiding De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij is een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid. Het agentschap werd opgericht bij decreet van 7 mei 2004 en zet de activiteiten verder van de vroegere Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) behoort tot het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. De OVAM heeft als missie bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen van het milieubeleid, bedoeld in artikel 1.2.1, § 1 van het decreet algemene bepalingen milieubeleid van 5 april 1995, door bij te dragen tot een duurzaam beheer van stofstromen en tot de realisatie van de doelstellingen van het afvalstoffenbeleid, overeenkomstig het afvalstoffendecreet, en door de uitvoering van een bodemsaneringsbeleid, overeenkomstig het bodemsaneringsdecreet. De OVAM vult deze missie in met een aantal strategische doelstellingen die opgenomen zijn in de beheersovereenkomst 2011-2015. Deze beheersovereenkomst geeft voor zover budgettaire middelen werden voorzien eveneens invulling aan doelstellingen en projecten uit het Vlaamse Regeerakkoord 2009-2014, Vlaanderen in Actie, het milieubeleidsplan MINA 4, de milieujaarprogramma’s en de beleidsnota en beleidsbrieven die Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Joke Schauvliege heeft opgesteld. Deze doelstellingen zijn gestructureerd rond de onderwerpen: ― bodemsanering en bodembeheer; ― afvalstoffen- en materialenbeheer; ― bovengewestelijk beleid; ― organisatie-ontwikkeling. Dit ondernemingsplan geeft aan welke concrete operationele doelstellingen de OVAM in 2013 wil bereiken om de strategische doelstellingen uit de beheersovereenkomst te realiseren. Het document is zo opgebouwd dat de lezer zich bij de lectuur van de eerste drie delen ('bodemsanering en bodembeheer', 'afval- en materialenbeheer' en 'overkoepelende projecten') een goed beeld kan vormen van de doelstellingen tot dewelke de OVAM zich verbindt binnen elk van deze aspecten. Deze doelstellingen worden zowel ingevuld via activiteiten in uitvoering van (strategische) projecten als via activiteiten die te maken hebben met recurrente processen. De erop volgende rubriek bevat doelstellingen die te maken hebben met bovengewestelijke activiteiten. De laatste rubriek 'organisatie-ontwikkeling' bevat de doelstellingen die te maken hebben met de interne werking, de organisatie-ontwikkeling en met het engagement dat het agentschap neemt om zich in te schrijven in de generieke doelstellingen van de Vlaamse Regering zoals deze zijn bepaald voor de tweede generatie beheersovereenkomsten. Teneinde op een systematische wijze de uitvoering van de opdrachten op te volgen, werkt de OVAM via een intern planning en monitoring systeem. Uit dit systeem worden de gegevens gegenereerd voor de systematische rapporteringen aan de minister. Het systeem is onder meer gericht op het meten en rapporteren van de prestatie-indicatoren met betrekking tot de opvolging van de doelstellingen en projecten van het agentschap, conform punt 6.2. van het ontwerp van beheersovereenkomst 20112015.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 2/36
2
Activiteiten in uitvoering van bodemsanering en bodembeheer
2.1
Strategische organisatiedoelstellingen voor het bodembeleid Beschikbare ruimte en kwaliteitsvol grondwater blijven schaarse en kostbare goederen in Vlaanderen. Een actief bodembeleid kan een belangrijke bijdrage leveren om deze behoefte duurzaam te helpen invullen. Anderzijds kan bodemverontreiniging een bedreiging betekenen voor gezondheid en milieu. Een actief bodemsaneringsbeleid moet deze adequaat aanpakken. Gelet op de moeilijke economische realiteit moet binnen het huidige beleid nog meer nadruk gelegd worden op het optimaal faciliteren van overdrachten van verontreinigde gronden en de realisatie van bouwprojecten op deze gronden. De OVAM draagt hiertoe bij via twee strategische doelstellingen:
Strategische doelstelling 1: Maximaal voorkomen en beperken van bodemverontreiniging Aangezien bodemverontreiniging een negatieve impact op mens, milieu en watervoorraden kan hebben en gelet op de grote kost van sanering, moet bodemverontreiniging zo veel mogelijk voorkomen worden of desgevallend zo snel mogelijk worden aangepakt. Wanneer de bodem niet meer geschikt is voor de functies die hij zou moeten vervullen, maximaliseert bodemsanering terug de gebruiksmogelijkheden. Gelet op de economische realiteit moet voor de sanering van historisch verontreinigde gronden prioriteit gegeven worden aan kwetsbare gebieden, gronden met hoge risico’s en op maatschappelijk belangrijke sectoren.
Strategische doelstelling 2: Maximaal afstemmen van het bodembeleid op de maatschappelijke behoeften Onze maatschappij heeft diverse belangrijke behoeften zoals onder meer ruimte, levenskwaliteit, water en voedsel. Bodemverontreiniging kan een ernstig effect hebben op een aantal ervan. Het bodembeleid moet er maximaal op gericht worden om de maatschappelijke behoeften op duurzame wijze te helpen invullen en om de risico’s weg te nemen. Tal van (semi-)industriële locaties worden niet meer optimaal ingezet. Geïntegreerde projecten kunnen hier een oplossing bieden, waarbij de bodemsanering maximaal afgestemd wordt op herontwikkeling, zodat deze gronden de behoefte aan ruimte helpen invullen. Het recente bodemdecreet biedt al een aantal nieuwe instrumenten die toelaten de aanpak van bodemverontreiniging beter af te stemmen op diverse ontwikkelingen, maar de toepassing er van moet nog verder gestimuleerd en verfijnd worden.
2.2
Operationele organisatiedoelstellingen voor het bodembeleid Operationele doelstelling 1: Bijdragen aan het voorkomen van bodemverontreiniging Preventie van bodemverontreiniging is cruciaal. Het reduceert de kans op verontreiniging, op mogelijke schade aan mens of milieu en op latere kosten inherent aan bodemsanering. Via het strak opvolgen van nieuwe verontreiniging en een handhavingsbeleid voorkomen we ernstige schade en oplopende kosten en geven we het signaal dat preventie loont. De OVAM start in 2013 met een programmatorische aanpak voor de termijnopvolging van lopende dossiers (“gefaseerd aanmaningenbeleid”). Dit moet ervoor zorgen dat mogelijke bodemverontreiniging niet verder verspreidt, huidige risico's worden aangepakt en aan de betrokkenen
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 3/36
zo spoedig mogelijk rechtszekerheid kan worden geboden. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De bodemsanering van nieuwe bodemverontreiniging en van prioritaire historische bodemverontreinigingen activeren.
Een eerste groep van 100 prioritaire dossiers is geïdentificeerd en acties werden ondernomen om het saneringsproces te starten.
In de Europese richtlijn inzake Industriële Emissies wordt onder meer vooropgesteld dat exploitanten van een aantal risico-inrichtingen een situatierapport moeten opmaken. Dit laat een vergelijking toe tussen de toestand van het terrein en de toestand van het terrein nadat de activiteiten definitief zijn stopgezet. Vanuit efficiëntieoogpunt streven we ernaar deze verplichting zoveel mogelijk te integreren in de procedures van het Bodemdecreet. De Richtlijn moet tegen 2013 omgezet zijn in de Vlaamse wetgeving. Momenteel zijn de GPBVinstallaties (dit zijn de installaties die onder de richtlijn vallen) opgelijst en is een systeem van risicoquotering voorgesteld . Aangezien een potentiële/reële emissie naar de bodem aanleiding kan geven tot een verhoogd risico zijn gegevens rond het aspect bodem geïntegreerd in de risico-inschatting. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Bij de implementatie van de Richtlijn Industriële Emissies streeft de OVAM om in het implementatietraject de nulonderzoeken te integreren in de verplichting tot uitvoering van het bodemonderzoek.
―
―
De OVAM geeft tijdig input aan de Vlaamse trekker (Departement LNE) voor de prioritering en de opmaak van het inspectieplan voor GPBV-installaties De betrokken GPBV-bedrijven zijn geïnformeerd over hun nieuwe onderzoeksplicht
Operationele doelstelling 2: Maximaal faciliteren van overdrachten De overdracht is een belangrijk moment om over te gaan tot bodemonderzoek en -sanering. Het is belangrijk dat (eventueel verontreinigd) vastgoed vlot overgedragen kan worden om een nog grotere druk op de open ruimte te voorkomen. Anderzijds moet een investeerder risico’s verbonden aan een verontreiniging kunnen inschatten om onaanvaardbare risico's te voorkomen. Kritieke succesfactoren Snelle en correcte aflevering van bodemattesten: • 99% van de aangevraagde bodemattesten voor niet-risicogronden wordt afgeleverd binnen de 30 dagen; • 90% van de dossiergebonden bodemattesten wordt afgeleverd binnen de 60 dagen. Snelle en correcte behandeling van bodemonderzoeken: • 90% van de ingediende oriënterende bodemonderzoeken wordt behandeld binnen de 60 dagen na melding van de overdracht; • 90% van de ingediende beschrijvende bodemonderzoeken wordt behandeld binnen de 60 dagen; • 90% van de ingediende bodemsaneringsprojecten wordt beoordeeld binnen de 90 dagen; • 90% van de beoordelingen van het voorstel financiële zekerheid tot bodemsanering zal gebeuren binnen de 30 dagen. Voor complexe overdrachtsdossiers die binnen de voorziene procedures niet kunnen gerealiseerd worden, worden oplossingen op maat uitgewerkt. Soms maakt een bodemverontreiniging immers deel uit van een complexer geheel van verontreinigingen waarvoor diverse partijen saneringsplichtig zijn. In een aantal gevallen maakt dit een klassieke aanpak van de verontreiniging volgens de bestaande
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 4/36
procedure én een overdracht onmogelijk. We nemen voor dergelijke complexe verontreinigingen een bemiddelende, coördinerende of arbitrerende rol op ons en werken een aanpak op maat uit. Bij de onderhandelingen rond complexe dossiers wordt expliciet aandacht besteed aan de actieve opvolging van het onderhandelingsproces, zodat dit niet tot onverantwoord uitstel leidt van een eventueel noodzakelijke bodemsanering. Daarbij zal meer met concrete deadlines voor de onderhandeling gewerkt worden.
Operationele doelstelling 3: Maximaal faciliteren van bouwprojecten op risicogronden In afwachting van een sanering van een historisch verontreinigde grond, moeten bouwprojecten mogelijk blijven en moet een bodemsanering zo goed mogelijk geïntegreerd worden in bouwwerken. Het bodemdecreet laat toe om het beschrijvend bodemonderzoek, bodemsaneringsproject en -werken gefaseerd uit te voeren en via een beperkt bodemsaneringsproject de administratieve procedure in te korten. Zo kan de beheerder van een risicogrond bouwprojecten en saneringswerken maximaal op elkaar afstemmen. We zorgen voor een maximale integratie van ambtshalve bodemsaneringen en de eventuele ontwikkelplannen op terreinen van niet saneringsplichtige eigenaars. Dit komt de klantgerichtheid ten goede, en zorgt er ook voor dat de kosten voor zowel de OVAM als de eigenaar gedrukt kunnen worden indien de bouwwerken gedeeltelijk dienstig zijn voor de bodemsanering en vice versa. Via een programmatorische aanpak 'Geïntegreerde projecten' stimuleert de OVAM de samenwerking tussen verschillende saneringsplichtigen zodat effectiever tot bodemsanering wordt overgegaan. De OVAM werkt een kader uit waardoor een maximale afstemming kan bereikt worden tussen de ambtshalve bodemsaneringen en de bodemsanering door andere saneringsplichtigen. Ook samenwerkingsverbanden tussen diverse saneringsplichtigen met het oog op sanering worden geïnitieerd. Dit wordt nagestreefd o.m. via het afsluiten van overeenkomsten en het pro-actief onderhandelen met diverse saneringsplichtigen. Het effectief overgaan tot bodemsanering wordt gestimuleerd via een gefaseerd aanmaningenbeleid met handhaving als sluitstuk van het bodembeleid (zie OD1). De verwijdering van de risico's die verband houden met de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in woongebied wordt verdergezet. Voor dit dossier wordt gestreefd naar een kostendeling met de vroegere producent van de afvalstoffen. De haalbaarheid van een nieuwe thematische overeenkomst voor asbest wordt onderzocht. Een beleidsvoorbereidende studie naar de haalbaarheid van een globaal afbouwbeleid voor asbest in onze leefomgeving wordt opgestart. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Ambtshalve bodemsanering en ― terreinherontwikkeling optimaal integreren met het oog op een win-win situatie voor beide partijen. ― ―
Asbestdraailingen en asbestpuin van productieafval die werden toegepast als terreinverharding, worden verwijderd.
Ondernemingsplan OVAM 2013
―
Voor elk ambtshalve dossier zijn integratiemogelijkheden onderzocht en waar realistisch geïmplementeerd. Er zijn 4 modelprojecten opgestart die dergelijke integratie in praktijk brengen Een richtlijn is opgemaakt in samenwerking met externen die als referentie kan gebruikt worden om de win-situatie voor OVAM te garanderen Een contract op afroep voor de verwijdering van asbestdraailingen is gegund, zodat ook terreinen die in het verleden nog niet
24 januari 2013 5/36
―
Een beleid uitwerken voor het afbouwen van de aanwezigheid van asbest in onze leefomgeving.
―
―
―
―
aangepakt werden, kunnen worden gesaneerd. Een oproep aan de bewoners tot vrijwillige aanmelding voor asbestpuin is georganiseerd. Een contract voor het onderzoek van de aangemelde terreinen is gegund. Een inventaris is opgemaakt van de meest relevante toepassingen van asbest in onze leefomgeving. Op basis van deze inventaris is een voorstel uitgewerkt van asbesthoudende materiaalstromen waarvoor prioritair verdere acties moeten ondernomen worden. Een meer gedetailleerde inventaris is opgemaakt voor asbesttoepassingen in de buitenschil van gebouwen, met inbegrip van onder meer inschatting van gebruikte hoeveelheden en voorkomen per categorie gebouwen. Een studie is uitgevoerd naar de vrijstelling van asbestvezels door verwerende asbesttoepassingen in de buitenschil van gebouwen.
Operationele doelstelling 4: Maximaal faciliteren herontwikkeling brownfields en andere verontreinigde terreinen Brownfields en andere verontreinigde terreinen moeten efficiënt en krachtdadig aangepakt worden. De meeste ervan kunnen marktconform worden gesaneerd, zonder actieve overheidstussenkomst. De OVAM hecht prioriteit aan dossiers die kaderen in brownfieldontwikkeling. Ter uitvoering van de brownfieldconvenanten werkt de OVAM samen met de ontwikkelaars oplossingen op maat uit voor de verontreinigingsproblemen. Eveneens wordt zoveel mogelijk rekening worden gehouden met duurzaamheidsaspecten (Zie ook OD 5 – groene en duurzame bodemsanering). Specifiek zal de OVAM: ― voor elke convenant met een bodemprobleem onderzoeken welke instrumenten we kunnen aanbieden. ― binnen de programmering ambtshalve bodemsanering prioriteit geven aan dossiers die passen binnen convenanten; met de indiener van de convenant wordt onderzocht hoe ambtshalve bodemsanering geïntegreerd kan worden. De OVAM draagt binnen de brownfieldcel actief bij aan de visievorming en beleidsontwikkeling rond brownfields. Een aantal brownfields zijn dermate zwaar verontreinigd, dat een ontwikkeling geblokkeerd wordt door de mogelijke saneringskost. Ook stelt zich een probleem bij ernstig verontreinigde terreinen die eigendom zijn van firma's die in faling gaan. Indien deze terreinen een tijd onverkocht blijven, evolueren ze al snel naar een brownfield of zelfs blackfield. Een herontwikkeling kan een belangrijke economische stimulans betekenen voor de hele omgeving. Waar opportuun en binnen de budgettaire mogelijkheden zal de Vlaamse Overheid de terreinen aankopen en saneren met het oog op herontwikkeling en verkoop. (zie SP 4 San-Invest en protocol curatoren)
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 6/36
Operationele doelstelling 5: Verfijning van het onderzoeks- en saneringsbeleid Zorgen dat risicogronden geïnventariseerd en onderzocht worden en dat ernstig verontreinigde gronden gesaneerd worden, blijft een sleuteldoelstelling om het bodembeleid te realiseren. De eerste focus ligt op het stimuleren en ondersteunen van vrijwillige bodemsanering, om zo terreinontwikkelingen te faciliteren. Bij nieuwe bodemverontreiniging ligt het accent op het snel aanpakken conform de decretale bepalingen om zo eventuele schade en oplopende kosten maximaal te voorkomen. Binnen de historische verontreiniging wordt prioriteit gegeven aan gronden met een kwetsbaar bodemgebruik en verontreinigingen met hoge risico’s. Om de doelstellingen van het bodemsaneringsbeleid nog effectiever te kunnen realiseren, zet de OVAM vanaf 2013 in op gestructureerde aanpak via 7 programma's (zie ook punt 6.3.).
Doel
Omschrijving resultaat 2013
Bodemsanering effectiever saneren via programma's
― ―
De voorziene programma's worden opgestart. Op basis van de inventarisatie en van de ervaringen wordt een voorstel geformuleerd voor aanpak van minstens één bijkomende cluster.
Bodemonderzoek en -saneringstechnieken/instrumenten worden gericht ingezet bij schadegevallen en stookolietanks in nauw overleg met de betrokken sectoren Via een programmatorische aanpak voor schadegevallen en particuliere stookolietanks zet de OVAM een meer klantgerichte dienstverlening voor de doelgroep particulieren op. Dit realiseren we door het verbeteren van de interne efficiëntie, het voorbereiden van gerichte communicatie en het opzetten van een minder hinder-actieplan, in het bijzonder voor schadegevallen en particuliere stookolietanks. Voor dit laatste bouwen we expertise op in minstens 10 casussen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Het stimuleren van innovatieve technieken voor In minimum 10 casussen is een “minder hinder” verontreiniging door stookolietanks bij particulieren actieplan opgesteld en uitgevoerd. Een gerichte kwaliteitsvolle dienstverlening garanderen bij schadegevallen
Een doelgroepgericht communicatieplan is klaar
Verwijdering van risico's verbonden aan zinkassen in woongebied De verwijdering van de risico's die verband houden met de aanwezigheid van zinkassen in de Noorderkempen wordt verdergezet. Voor dit dossiers wordt gestreefd naar een kostendeling met de vroegere producenten van de afvalstoffen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Ondersteuning geven aan de burgers waar De zinkassen in minimaal 2 gemeentes in de ruime zinkassen zijn achtergelaten in de ruime omgeving omgeving zijn verwijderd. van Balen-Overpelt Woonzoneprojecten Diverse woonzones bevinden zich op risicogronden, nl. op voormalige bedrijventerreinen of stortplaatsen die zich vroeger in of in de nabijheid van steden of agglomeraties bevonden. In het verleden werd geen rekening gehouden met mogelijke bodemverontreiniging, waardoor de bewoners eventueel schade kunnen ondervinden. Om dit op te lossen worden woonzoneprojecten uitgevoerd. Teneinde zo efficiënt mogelijk te werken met de beperkte middelen, wordt de nadruk gelegd op projecten op grote risicolocaties of op grote clusters van kleinere locaties. Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 7/36
Doel
Omschrijving resultaat 2013
Opstarten van nieuwe woonzoneprojecten
Minstens 200 percelen zijn gevat in nieuwe woonzoneprojecten
Bedrijfsspecifieke overeenkomsten Een aantal bedrijven en overheden hebben meerdere risicogronden onder hun beheer. Via bedrijfsspecifieke overeenkomsten kan een planmatige aanpak afgesproken worden voor dit verontreinigingspassief. Dit maakt de totaliteit van bodemonderzoeken en bodemsanering voor de betreffende partij beter organisatorisch én financieel haalbaar. Wij krijgen anderzijds een duidelijk én ondertekend engagement van de betrokkene dat de onderzoeken en saneringen binnen een specifieke termijn zullen worden uitgevoerd, ook indien gronden niet worden overgedragen. Bij het afsluiten van dergelijke overeenkomsten wordt er naar gestreefd om oplossingen op maat aan te bieden voor zowel bedrijven als overheden. De doelstelling van de beheersovereenkomst 2011-2015, met name 'tegen eind 2015 worden 4 overeenkomsten afgesloten' werd reeds gehaald. Bijkomende bedrijfsspecifieke overeenkomsten worden uitgewerkt in functie van de zich aandienende opportuniteiten. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Uitbreiding van de convenant met Umicore
Er is uitsluitsel over de uitbreiding van de convenant met Umicore.
Alternatieve financiering Het principe van de saneringsplicht houdt in dat de huidige exploitant, gebruiker en eigenaar die op geen enkele manier met de verontreiniging te maken heeft toch als saneringsplichtige persoon kan worden aangesproken. Niettegenstaande de decretale vrijstellingsregeling (statuut 'onschuldig bezit'), moet toch worden vastgesteld dat niet alle onbillijkheden van de saneringsplicht hiermee zijn weggewerkt. Met een regeling voor cofinanciering wordt een instrument gecreëerd om het zwart-wit karakter van de vrijstellingsregeling te verzachten. Met de cofinanciering van bodemsanering wenst de OVAM zich te richten op de ondersteuning van saneringen voor kleine en middelgrote ondernemingen. In 2011-2012 werkte de OVAM aan de uitwerking van een voorstel van beleidskader. Voor gezinnen en/of particulieren is de financieringslast voor bodemsanering veel groter dan hun draagvlak. De OVAM spant zich actief in om voor deze doelgroep een stookoliefonds te laten oprichten. Het oprichten van een nationaal fonds heeft de voorkeur. Indien een nationaal fonds niet haalbaar blijkt, worden scenario’s uitgewerkt voor de oprichting van een Vlaams stookoliefonds (sleutelproject Vlaams Regeerakkoord). Doel
Omschrijving resultaat 2013
Regeling voor cofinanciering wordt uitgewerkt
Onder voorbehoud van politieke goedkeuring wordt de in 2012 uitgewerkte cofinancieringsregeling geïmplementeerd.
Tegen 15 januari 2019 hebben alle tankstations die ― hun activiteit verder zetten en die recht hebben op een tussenkomst van BOFAS – al dan niet met overgangsmaatregelen – de bodemsanering uitgevoerd. ―
Het verhogen van het aantal met VLABOTEX
Ondernemingsplan OVAM 2013
―
Voor 45 dossiers waarvoor een beschrijvend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden, is een beschrijvend bodemonderzoek opgestart of een PV opgemaakt Voor 10 dossiers waar een aanmaning in het kader van het Milieuhandhavingsdecreet werd overgemaakt en waarop geen reactie is gekomen, is een proces-verbaal opgemaakt. Het activerings- en handhavingsbeleid voor de
24 januari 2013 8/36
afgesloten overeenkomsten voor overdracht van de saneringsplicht.
―
gekende dossiers is verdergezet De handhavingsprocedure voor droogkuisactiviteiten bij stopzetting of sluiting die hun onderzoeksplicht niet nakomen, wordt opgestart
Ontwikkelen van beoordelingskaders voor Groene en duurzame bodemsanering De OVAM streeft er naar om sanering en beheer van bodemverontreiniging op een zo duurzame mogelijke manier aan te pakken. Dit wil zeggen met maatregelen die rekening houden met de balans tussen milieu (Planet), economie (Profit), en maatschappij (People). Onder 'groene bodemsanering' verstaan we het 'vergroenen' van de uitvoering van bodemsanering, d.w.z. met minder emissie van CO2, het toepassen van hernieuwbare energie en met duurzaam materiaalgebruik. Saneringsdoelstellingen worden hierbij niet aangepast. In 2012 werd een beoordelingskader voor 'groene' bodemsanering uitgewerkt. Er werd hierbij vertrokken van de multicriteria-analyse (MCA) bij de BATNEEC-afweging in het bodemsanerings project en onderzoek gedaan naar de aanpassing van deze MCA zodat CO2-emissies en materialen gebruik mee worden geëvalueerd. In 2013 zal deze vernieuwde MCA worden opgenomen in de standaardprocedure voor bodemsaneringsprojecten. Onder 'duurzame bodemsanering' verstaan we het inpassen van bodemsanering in andere processen, zodat het eindresultaat duurzamer is. In dit geval worden gestelde saneringsdoelstellingen niet noodzakelijk gehaald binnen de gestelde tijd (uiteraard zonder dat er zich onmiddellijke risico's voordoen). Voor 'duurzame' bodemsanering worden diverse beoordelingskaders geëvalueerd. Begin 2013 zal een verkennende studie (Indicatoren voor het meten van duurzaamheid van bodemsanering) zijn afgerond. Verdere initiatieven rond duurzame bodemverontreiniging zullen worden voorgesteld. Het te ontwikkelen kader dient o.m. als ondersteuning voor OD4 Brownfields, OD5 Ambtshalve bodemsanering en Strategisch project 3 Bodemsanering als hefboom voor duurzame ontwikkeling. Daarnaast worden er demonstratieprojecten uitgevoerd. Doelstelling is het verwerven, demonstreren en uitwisselen van nieuwe praktijkervaring, alsook technologie-ontwikkeling, om zo via innovatie en kennisverspreiding de toepassing van groene en duurzame bodemsanering te stimuleren. Eind 2012 werden twee pilootproeven opgestart. In 2013 zal een derde demonstratieproject worden opgestart. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Kader voor het beoordelen van groene bodemsanering is uitgewerkt
De MCA voor BATNEEC-afweging wordt aangepast en gedurende een proefperiode van 1 jaar uitgetest.
Kader voor het beoordelen van de duurzaamheid van bodemsanering is uitgewerkt
Verkennende studie (Indicatoren voor het meten van duurzaamheid van bodemsanering) is afgerond. Voorstellen voor verdere initiatieven zijn besproken.
Innovatie stimuleren om in de toekomst te komen Met het oog op innovatie en kennisverspreiding, tot groenere en meer duurzame bodemsanering zijn een drietal pilootproeven voor groene en duurzame bodemsanering opgestart. Ambtshalve bodemsanering De achterstand inzake identificatie van de eigenaars die niet saneringsplichtig zijn, wordt aangepakt via een strategisch project (zie strategisch project 1 van bodem). De zo geïdentificeerde dossiers zullen naderhand ambtshalve door de OVAM worden gesaneerd, waar nodig of opportuun. Een planningssysteem voor ambtshalve bodemsanering wordt uitgewerkt, zodat de betrokken terreingebruikers en -eigenaars beter zicht krijgen op de planning van het ambtshalve optreden. Dit verhoogt hun rechtszekerheid én maakt het makkelijker om het ambtshalve optreden beter af te Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 9/36
stemmen op hun behoeften. We zullen ook bijzondere aandacht geven aan de kwaliteit van de ambtshalve bodemonderzoeken en -sanering. Daarnaast werken we ook een kader uit voor het vergroenen van de ambtshalve bodemsanering en bieden zo extra kansen aan innovatie voor de Vlaamse bodemmarkt. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Er wordt een snelle kwaliteitsvolle uitvoering van onderzoeken en projecten gegarandeerd
― ―
Innovatie stimuleren bij ambtshalve optreden
Een referentie is bepaald voor “snelle kwaliteitsvolle uitvoering”. Een innovatieve aanpak bij overheids opdrachten leidt in 3 projecten tot een verbeterde kwaliteit.
In 2013 wordt in 3 ambtshalve dossiers een innovatie (technisch of organisatorisch) opgestart.
Operationele doelstelling 6: Stimuleren van duurzaam beheer van bodem(verontreiniging) Het Bodemdecreet kan in een aantal gevallen geen of onvoldoende antwoord bieden om bodemverontreiniging of restverontreiniging te beheren. Eigenaars en beheerders van verontreinigde gronden maar ook gronden houden hier vaak te weinig en te laat rekening mee. Dit kan dan aanleiding geven tot een nieuwe saneringsnoodzaak, schade en uitgestelde investeringen. Er wordt gewerkt aan een gepast instrumentarium voor een duurzaam beheer van bodemverontreiniging. In 2012 werd duidelijk na technisch-juridisch onderzoek dat de invoering van de bodemzorgplicht geen juridische meerwaarde heeft. Bestaande wettelijke instrumenten zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en de aansprakelijkheidsregeling uit het Burgerlijk Wetboek ondervangen de doelstelling van de bodemzorgplicht nu reeds. Andere pistes worden in 2013 onderzocht. Deze pistes zullen zich concentreren rond het voorkomen van bodemverontreiniging door aanpassingen in de VLAREMregelgeving. Ook de problematiek m.b.t. grondwaterhandelingen en de impact ervan op bodemverontreiniging aanwezig op eigen of naburige terreinen en vice versa zal opnieuw onder de aandacht gebracht worden.
2.3
Strategische projecten voor voor het bodembeleid Strategisch project 1: Inventarisatie van risicogronden Een degelijke inventarisatie van risicogronden is essentieel en zorgt ervoor dat kandidaat-kopers goed geïnformeerd kunnen worden over eventuele risico's die ze lopen én dat een aantal juridische geschillen voorkomen worden over het niet naleven van de bepalingen inzake overdracht van risicogronden. Een belangrijke schakel zijn de gemeentelijke inventarissen (GI) van risicogronden. De gegevens uit deze inventarissen moeten opgenomen worden in het grondeninformatieregister(GIR) van de OVAM. Indien een grond opgenomen is in de gemeentelijke inventaris, wordt dit vermeld op het bodemattest. Om de gemeenten te ondersteunen in de beoordelingswijze voor de opname van een grond in de gemeentelijke inventaris wordt nagegaan welke behoeften ze hebben, waar de problemen zich situeren en hoe hiermee moet omgegaan worden. Tevens wordt ernaar gestreefd de uitwisseling zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 10/36
Bij het inventarisatieproject wordt getracht de GI van de drinkwaterwingebieden en hun beschermings zones prioritair op punt te zetten. De drinkwaterwinningen zijn van strategisch belang voor Vlaanderen. In het verleden hebben enkele van hen reeds problemen ondervonden van verontreinigingen. Om ernstige problemen te voorkomen, zal een programma uitgewerkt worden waarbij risicoactiviteiten in beschermingszones systematisch geïnventariseerd en onderzocht worden en verontreiniging zo snel mogelijk moet aangepakt worden. Voor de realisatie van dit programma wordt actief samengewerkt met de drinkwatermaatschappijen. Daarnaast gaat aandacht naar de voorbeeldfunctie van de Vlaamse overheid. Overheidsorganisaties hebben een aantal gronden in hun bezit die weinig worden overgedragen. De aanpak die hiervoor zal uitgewerkt worden kan een voorbeeldfunctie vervullen voor het aanmoedigen van onderzoeks verplichtingen buiten de overdrachtsprocedure. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Ondersteunen gemeenten bij de opmaak van hun Een voorstel van richtlijnen en/of aanpassing gemeentelijke inventaris Vlarebo op basis van studie Vlarebo-lijst is opgesteld. Systematisch opvolgen en handhaven van de periodieke onderzoeksplicht in drinkwaterwingebieden
De termijnen worden strikt opgevolgd. Indien nodig wordt de handhaving opgestart. Voor actieve risico-inrichtingen met periodieke plicht: ―
Voorstel van optimalisatie voor de identificatieprocedure via webloket
―
Voorstel voor een stapsgewijze opschaling opvolging van de periodieke plicht in de rest van Vlaanderen
Opstart inventarisatie voormalige risicoinrichtingen. Via een haalbaarheidsanalyse in de provincie Antwerpen wordt nagegaan of en hoe de gemeentelijke inventaris versneld op punt kan worden gezet. Inventariseren risicogronden van de Vlaamse overheid.
Andere informatiebronnen dan de GI om de risicogronden van de Vlaamse overheid te inventariseren worden in kaart gebracht en een plan van aanpak wordt uitgewerkt
Strategisch project 2: Versnelde ambtshalve sanering bij “onschuldig eigenaars” Om op een efficiënte wijze de ambtshalve bodemsanering uit te voeren bij bedrijven en particulieren die geconfronteerd worden met een bodemverontreiniging waar ze onschuld hebben verkregen, zet de OVAM een programmatorische aanpak op. Hierbij legt de OVAM de nadruk op het maximaal nastreven van integratie met de betrokken bedrijven of particulieren, dit met het oog op een duurzaam ruimtegebruik en het mogelijk maken van herontwikkeling. De uitvoeringsmethodiek focust op een meerjarenplanning en het beperken van de doorlooptijd. Richting haar klanten streeft de OVAM minder hinder na. Ook vernieuwingen inzake overheidsopdrachten worden geïnitieerd met het oog op tijdigheid en kwaliteit. De OVAM tracht om in 2013 gericht op zoek te gaan naar eigenaars waarvan de kans groot is dat ze recht hebben op een vrijstelling van saneringsplicht. Daarnaast zetten we in op het inkorten van de doorlooptijd tussen het besluit tot vrijstelling van saneringsplicht en de start van een beschrijvend Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 11/36
bodemonderzoek en/of bodemsanering. Ook zullen efficiëntiewinsten worden gerealiseerd zodat binnen de beschikbare middelen meer onderzoeks- of saneringstrajecten kunnen worden opgestart. Er zal ook actief gestreefd worden naar een klantvriendelijke ambtshalve bodemsanering die zo optimaal mogelijk afgestemd is op het wenselijk terreingebruik. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Pro-actief eigenaars in kaart brengen met hoge kans op vrijstelling van saneringsplicht .
Aan honderd eigenaars werd een vrijstelling van saneringsplicht verleend.
Klantvriendelijke aanpak
In 90% van de nieuwe dossiers opgenomen in de jaarlijst voor ambtshalve aanpak van onschulddossiers, zijn de eerste contacten gelegd en is een erkend bodemsaneringsdeskundige aangesteld.
Elke eigenaar weet 5 jaar na het besluit tot vrijstelling wanneer de bodemsanering wordt opgestart
Een transparant opvolgsysteem is opgesteld voor onschulddossiers, zodat de doorlooptermijn goed opgevolgd kan worden.
Strategisch project 3: Bodemsanering als hefboom voor duurzame ontwikkeling De nadruk bij bodemsanering wordt gelegd op het realiseren van maatschappelijke meerwaarden die breder zijn dan een loutere verbetering van de bodemkwaliteit. In eerste instantie wordt de voorbeeldfunctie van de overheid benadrukt en wordt derhalve gefocust op een samenwerking met overheden en gesubsidieerde instellingen. Na de voorbereidende gesprekken met de relevante actoren binnen onderwijs, ligt de focus in 2013 op het afsluiten van het protocol voor de bodemonderzoeken en -sanering van bodemverontreiniging bij scholen én op het opstarten van de sensibilisatiecampagne en van de aanmeldingsprocedure voor de scholen. De sanering van voormalige gasfabrieksterreinen in Vlaanderen worden programmatorisch benaderd zodat op elk terrein de bodemsanering voltooid is tegen 2027. In 2012 werd een volledige inventaris inzake locaties van gemeentelijke gasfabrieken geprioriteerd. Op basis daarvan wordt een meerjarenprogramma opgezet dat ambitieuzer is dan 2036 en dat moet toelaten het beste instrument te kiezen afhankelijk van de situatie, zodat de bodemonderzoeken afgerond zijn in 2016 en alle bodemsaneringen in 2027. Door het inzetten van een instrumentenmix wordt de timing van de sanering maximaal afgestemd met de lokale herontwikkeling, wordt de hinder voor sterk bebouwde terreinen beperkt en wordt een oplossing geboden voor de gasfabrieken in gemeentelijke eigendom. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Scholen helpen om hun bodemverontreiniging te onderzoeken en te saneren.
― ― ―
Bodemonderzoeken en saneringen bij voormalige ― gasfabrieken versnellen en de kwaliteit ervan verhogen. . ―
―
Ondernemingsplan OVAM 2013
Het protocol met de belanghebbenden van de onderwijssector is getekend Een sensibilisatiecampagne is opgestart De aanmeldingsprocedure voor scholen is opgestart Voor alle geïnventariseerde terreinen, zijn de verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd en is de saneringsplicht uitgeklaard. Er is een duidelijk en gedragen plan van aanpak uitgewerkt voor de saneringsplichtige gemeentes. Bij zowel een onderzoeksdossier als een 24 januari 2013 12/36
―
saneringsdossier wordt een technische innovatie geïntroduceerd Er is een referentiekader uitgewerkt die een minimale doorlooptijd van het bodemonderzoek garandeert )
Strategisch project 4: San-Invest en protocol curatoren Via een programmatorische aanpak streeft de OVAM naar het inzetten van een instrumentenmix om blackfields zo snel mogelijk te saneren en duurzaam te (laten) herontwikkelen. Een belangrijk onderdeel hierbij is de ontwikkeling én brede communicatie van een kader waardoor de instrumenten die de OVAM kan aanbieden maximaal gericht worden naar optimale herontwikkeling . Door middel van databankbevragingen en gerichte communicatie wordt tegen het einde van 2013 het potentieel van te herontwikkelen blackfields in Vlaanderen in kaart gebracht. Op basis hiervan kan een programma worden uitgetekend voor de aanpak en herontwikkeling van deze terreinen. Specifiek voor zwaar verontreinigde sites binnen het niet-marktconforme segment is een scenario voor het financieringsmechanisme SanInvest uitgewerkt. PMV en OVAM bundelen hierbij hun middelen en expertise en hebben dit verankerd in een protocolovereenkomst. In eerste instantie wordt ingezet op de lokale besturen. Ter uitwerking hiervan zijn in het najaar 2012 verkennende gesprekken opgestart met relevante stakeholders. In 2013 wordt verder op zoek gegaan naar bijkomende partners met het oog op realisatie van projecten. Er zal een OVAM-visie worden uitgewerkt voor de integratie van de bodemsanering gekoppeld aan het beheer, de herontwikkeling en vermarkting van gronden in eigendom van de OVAM. Hierbij wordt maximaal aandacht besteed aan andere maatschappelijke noden zoals duurzaam ruimtegebruik, duurzaam materialenbeheer of duurzaam energiebeheer. Het protocol curatoren biedt momenteel nog niet voor alle geblokkeerde gronden een oplossing. Er zal worden bestudeerd of de scope van het protocol kan worden uitgebreid. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Bodemsanering gebruiken als hefboom voor de herontwikkeling van verontreinigde gronden in faillissement via een gerichte inzet van het instrument “protocol curatoren”
De ministeriële besluiten voor de aankoop van minstens 3 terreinen de zijn overgemaakt aan de minister.
Faciliteren van de herontwikkeling van terreinen door verwerving en herbestemming
―
―
―
―
―
Ondernemingsplan OVAM 2013
Een duidelijke beleidsvisie voor het beheer, eventuele herbestemming en verkoop van de verworven terreinen is ontwikkeld. In minstens 1 project zijn voorwaarden uitgewerkt waarin een duurzaam materialenbeleid wordt gecombineerd met de bodemsanering/herontwikkeling De uitbreidingsmogelijkheden van het instrument “aankoop en ambtshalve sanering” zijn onderzocht en getoetst naar hun haalbaarheid. De maximale termijn tussen aankoop van het terrein en het ambtshalve optreden op het terrein bedraagt 6 maanden, voor zover haalbaar binnen de beschikbare middelen Binnen het jaar na verwerving van een terrein wordt een herontwikkeltraject
24 januari 2013 13/36
uitgetekend ..
Strategisch project 5: Bodemverbreding Een bodemverbredingstraject is opgestart met als doel een langetermijnvisie uit te werken voor een duurzaam bodembeheer in relatie tot bodemverontreiniging, evenals de rol die de OVAM daarbinnen zou moeten opnemen. Hierbij is het de bedoeling na te gaan hoe we bodem en meer specifiek bodemverontreiniging kunnen expliciteren binnen het Vlaamse milieubeleid, aangezien de baten van duurzaam bodembeheer momenteel niet altijd even transparant gekaderd worden binnen de verschillende maatschappelijke uitdagingen waar Vlaanderen in de toekomst steeds meer mee geconfronteerd zal worden(drinkwatervoorziening, gezonde leefomgeving, lokale voedselvoorziening, verstedelijking, recht op vastgoed, alternatieve energiewinning, duurzaam ruimtegebruik,...). In 2012 zijn de raakvlakken van bodemverontreiniging met andere relevante maatschappelijke thema's in kaart gebracht en geclusterd binnen een 5-tal ruime maatschappelijke thema's. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Een beleid uitwerken rond duurzaam grondgebruik.
―
―
Een portfolio van concrete projecten die gericht zijn op een integrale aanpak rond duurzaam bodemgebruik is samengesteld Visie-ateliers rond 2 maatschappelijke thema's of raakvlakken zijn georganiseerd met het oog op het komen tot een gemeenschappelijke aanpak of visie.
3
Activiteiten in uitvoering van het afval- en materialenbeleid
3.1
Strategische organisatiedoelstellingen voor het afval- en materialenbeleid Voor het behoud en de realisatie van een hoge levenskwaliteit hier en in de rest van de wereld is er nood aan een slimmer gebruik van hulpbronnen. Een duurzaam beheer van materialen en de kringlopen waarin deze circuleren, is een essentiële stap om dit te realiseren. Het draagt bij tot een hogere competitiviteit, het creëren van nieuwe bedrijfsopportuniteiten en innovatieve oplossingen, de klimaatuitdaging, groene jobs en een meer duurzame levensstijl. Een duurzaam beheer van de diverse hulpbronnen wordt ook op Europees niveau beschouwd als een belangrijke prioriteit in de Europese strategie 2020, waar het één van de zeven vlaggenschipprojecten is (Resource Efficient Europe). De voorbije jaren slaagde de OVAM er in dat het belang van het thema Duurzaam Materialenbeheer ook in Vlaanderen breed werd onderkend. Cruciaal voor de realisatie van een duurzaam materialenbeheer is voldoende aandacht voor innovatie en samenwerking. Innovatie loopt als rode draad door alle doelstellingen en het creëren van een kader dat innovatie bevordert, is dan ook onontbeerlijk. Daarnaast voert de OVAM een open beleid waarbij ze via partnership een zo groot mogelijk bereik en draagvlak wil creëren voor de realisatie van haar beleidsdoelstellingen. Het Vlaams Materialenprogramma (VMP) is een concreet en geslaagd voorbeeld van die samenwerking. Het VMP is één van de 13 transversale thema's binnen Vlaanderen in Actie (ViA). Het programma bevat 45 actiepunten. Projecten die kaderen binnen de actiepunten en waarvan de OVAM trekker is, zijn in de tekst aangeduid met superscript VMP.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 14/36
Vanuit de visie dat de OVAM wil bijdragen tot het duurzaam omgaan met afvalstoffen en materialen (als bron van grondstoffen en energie), werkt de OVAM dagelijks aan volgende strategische doelstelling:
Strategische doelstelling: Doorgroeien van afval- naar duurzaam materialenbeheer als basis voor een groene economie Het ultieme doel van materialenbeheer is het hoogwaardig en efficiënt sluiten en grondig hertekenen van materiaalkringlopen om in Vlaanderen een efficiënt draaiende kringloopeconomie te realiseren met een zo laag mogelijk grondstof-, energie- en materiaalgebruik. De OVAM slaat zo zelf een brug tussen leefmilieu en economie en kan zo een essentiële sleutelspeler worden in de realisatie van een duurzame groene economie. Ook binnen het bedrijfsleven wordt dit meer en meer als essentieel gezien voor de overlevingskansen van de industrie in Vlaanderen. Eco-innovatie, ecodesign, een verhoging van de materiaalefficiëntie van producten en diensten doen onze economie vergroenen en bereiden bedrijven voor op de toekomst. Door als één van de eerste regio’s in te zetten op een groene kringloopeconomie, creëren we ontwikkelkansen voor onze bedrijven. Het gebruik van afvalstoffen als waardevolle grondstoffen voor onze economie is een speerpunt voor deze verruiming van het afvalbeleid naar een duurzaam materialenbeleid en het uitbouwen van een groene economie. Afvalstoffen moeten nog meer dan vandaag terug in de economische kringloop gebracht worden om de behoefte aan “nieuwe” materialen te beperken. We evalueren hiertoe het klassieke afvalbeleidsinstrumentarium. We vereenvoudigen het waar mogelijk en integreren het binnen een ruimer materialenbeleid. De omslag van een afvalstoffenbeleid naar een duurzaam materialenbeleid is een werk van lange adem. De voorbije jaren werden reeds fundamentele stappen gezet door de totstandkoming van een Materialendecreet en een nieuw uitvoeringsbesluit, Vlarema. In dat kader werden verscheidene instrumenten van het afvalstoffenbeleid doorgelicht op hun bruikbaarheid binnen de nieuwe context. In 2013 formuleren we een beleidsadvies dat gebaseerd is op het onderzoek dat in 2012 werd gevoerd, in het bijzonder rond het potentieel van een aantal (nieuwe) economische instrumenten, zoals heffingen en recyclagecertificaten. Daarnaast wordt ingezet op de heroriëntatie van het eigen subsidiebesluit. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De OVAM heeft een set aan eigen economische instrumenten klaar voor het verhogen van de inzameling en de recyclage van afval en de afzet van recyclaten.VMP
―
De OVAM realiseert de inzet van overheidssubsidies van collega-entiteiten bij bedrijven en facilitatoren die duurzaam materialenbeheer in de praktijk brengen. VMP Versterken van het wettelijk kader voor een materialenbeleid
Ondernemingsplan OVAM 2013
Een met de belangrijkste stakeholders afgetoetst beleidsadvies is uitgewerkt. ― Heroriëntatie van het eigen subsidiebesluit voor de ondersteuning van initiatieven die duurzaam materialenbeheer op lokaal niveau realiseren: nieuw te subsidiëren items, subsidiehoogtes en het meest optimale subsidiekanaal. Versterken van het materialenluik in bestaande, niet-OVAM subsidieprogramma's door het aanleveren van criteria met voorwaarden en het voorbehouden van onderzoeks- & innovatiebudgetten voor projecten die bijdragen aan duurzaam materialenbeheer. Evaluatie van het Vlarema zoals voorzien bij de goedkeuring van het VLAREMA door de Vlaamse Regering
24 januari 2013 15/36
3.2
Operationele organisatiedoelstellingen voor het afval- en materialenbeleid Operationele doelstelling 1: Maximaal stimuleren van recyclage van afvalstoffen. Huishoudelijke afvalstoffen De selectieve inzameling van materialen is en blijft een onmisbare schakel voor het sluiten van materiaalkringlopen. Het beleid rond huishoudelijk afval, dat internationaal tot de beste ter wereld behoort, wordt bestendigd. De globale inzameldoelstellingen uit het Uitvoeringsplan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’ blijven minimaal behouden. De OVAM focust zich deze legislatuur op het ondersteunen en stimuleren van lokale besturen met minder goede inzamelcijfers, met het oog op een structurele verbetering. De gemeenten met een restafvalcijfer hoger dan 180 kg per inwoner op jaarbasis vallen binnen de scope van dit project. Om het beleid voor huishoudelijk afval haalbaar en werkbaar te houden moet de inzameling gebruiksvriendelijk, eenvoudig en zo veel mogelijk uniform gebeuren. Via aanpassing van het Vlarema is gewerkt aan een harmonisering van het inzamellandschap waarbij de dienstverlening voor de verschillende afvalfracties evenals de gehanteerde tarieven maximaal afgestemd worden. Deze regeling treedt in voege vanaf 1 juli 2013. De OVAM begeleidt in 2013 de implementatie ervan en volgt op of de nieuwe regeling correct wordt toegepast. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Samen met lokale besturen die kampen met teveel – restafval werkt OVAM maatregelen uit die het probleem structureel oplossen. – –
De OVAM zorgt voor transparante en eerlijke – tarieven voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, met als uiteindelijk doel een maximale – harmonisatie in Vlaanderen.
Analyse van de aanpak en maatregelen die de voorbije jaren zijn genomen. Onderzoek van de factoren die de minder goede inzamelcijfers verklaren. Uitwerking van specifieke plannen van aanpak en ondersteuning op maat. Praktisch toepasbare richtlijnen voor de lokale besturen zijn beschikbaar. We volgen actief de retributiereglementen op en starten overleg op met de besturen met de meest afwijkende tarieven.
Bedrijfsafvalstoffen Niet alleen bij gezinnen, maar ook bij bedrijven is de selectieve inzameling van materialen een hoeksteen voor het beleid. De OVAM en de bedrijfswereld zetten daarom ook in 2013 actief in op de toename van de selectieve inzameling en recyclagegraad van bedrijfsafval. De recyclagegraad is heel vaak afhankelijk van de zuiverheidsgraad van de ingezamelde afvalstromen. Daarvoor werkt de OVAM aan een aanpak op maat voor bepaalde doelgroepen of sectoren . De voorbije twee jaar zette de OVAM reeds trajecten op voor landbouwfolies, de binnenscheepvaart en de horeca. De inspanningen worden in 2013 onverminderd verdergezet zodat aantoonbare verbeteringen worden bekomen. Daarnaast wordt ingezet op gezamenlijke initiatieven door bedrijven voor de selectieve inzameling en de uitwisseling van materiaalstromen op bedrijventerreinen (industriële symbiose). Doel
Omschrijving resultaat 2013
Een significante toename van de selectieve inzameling van met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval wordt gerealiseerd
– – –
Ondernemingsplan OVAM 2013
Flankerend wettelijk kader via ministerieel besluit aangepast na overleg met stakeholders. Infoverstrekking om mentaliteitswijziging bij bedrijven te bekomen. Opstart van sectorspecifieke “best practices” voor bronscheiding bij minstens de bouw, landbouw, garage en horeca.
24 januari 2013 16/36
–
De OVAM stimuleert de samenwerking tussen ― bedrijven op vlak van materialenbeheer, zodat zij komen tot meer symbiose (gaande van collectieve selectieve inzameling van afvalstoffen tot de ― uitwisseling van reststromen tussen bedrijven onderling). VMP
―
Afspraken over doelgerichte controles zijn gemaakt. We hebben actief deelgenomen aan de ontwikkeling van een symbioseplatform voor de uitwisseling van reststromen. We hebben bij minstens twee bestaande of nog te ontwikkelen bedrijventerreinen mogelijkheden voor samenwerking op vlak van afvalbeheer en uitwisseling van reststromen in kaart gebracht. We hebben een netwerk uitgebouwd van mogelijke partners die geïnteresseerd zijn in ecoclusters.
Meer gebruik van gerecycleerde afvalstoffen We beschikken in Vlaanderen over heel wat expertise rond het inzetten van gerecycleerd materiaal. De diverse overheden, instellingen, sectoren,... moeten echter nog verder gestimuleerd worden in het aanwenden van gerecycleerd materiaal, onder meer via de hoogwaardige inzet van secundaire grondstoffen voor infrastructuurwerken en gebouwen, het gebruik van compost in groenbeheer, … De OVAM neemt hierbij eveneens haar voorbeeldfunctie op. Daarnaast ontwikkelen we monitoringinstrumenten bv. monitoringsysteem duurzaam oppervlaktedelfstoffenbeleid, biomassa-inventaris, ... die ons toelaten het potentieel maximaal te benutten. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Binnen de realisatie van ambtshalve bodemsaneringen maken we maximaal gebruik van secundaire grondstoffen en gerecycleerde materialen.
Het nodige studiewerk is uitgevoerd en de wenselijkheid om de conclusies te verankeren in standaarden is nagegaan.
Naarmate we meer recycleren, vergroot ook het risico op contaminatie met ongewenste stoffen. Het bieden van de nodige kwaliteitsgaranties vormt een niet te verwaarlozen randvoorwaarde. We werken daarom aan een verbeterde kwaliteitsborging voor de ingezette gerecycleerde materialen. (Uitgebreide) producentenverantwoordelijkheid Via de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid nemen de producenten onder meer hun verantwoordelijkheid op om op de markt gebrachte producten in de afvalfase gescheiden in te zamelen en te recycleren. In 2012 werd onderzocht voor welke stromen een afgifteplicht aangewezen is, of we een producent voor 100 % verantwoordelijk kunnen stellen voor de producten die hij op de markt heeft gebracht , in welke mate de eigenlijke milieu-impact kan weerspiegeld worden in de financiële bijdrage en of er nieuwe instrumenten naast de aanvaardingsplicht nodig zijn om op maat van de specifieke stromen de producentenverantwoordelijkheid in te vullen. In 2013 nemen we het potentieel van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor matrassen en vlakglas (bouw) onder de loep. Anderzijds gaan we de haalbaarheid van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor alle producten op de Vlaamse markt na en bekijken we de relatie tot nieuwe businessmodellen zoals leasing, C2C ketenverantwoordelijkheid,.... Ook de rol van de consument in de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid wordt scherp gesteld. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De OVAM werkt een aantal scenario's uit om de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) verder in te vullen. VMP
–
Ondernemingsplan OVAM 2013
Nieuwe denkpistes voor UPV zijn uitgewerkt en concrete voorstellen m.b.t. het instrumentarium, die klaar zijn voor vertaling naar wetgeving of andere 24 januari 2013 17/36
OVAM heeft een aantal scenario's klaar voor de implementatie van de UPV voor minstens 3 materialenstromen of -ketens.
–
implementatievormen, zijn beschikbaar. Concrete voorstellen voor UPV matrassen en vlakglas zijn onderzocht en besproken met stakeholders
–
Afschaffen aanvaardingsplicht voor drukwerk en evalueren van aanvaardingsplicht vervallen geneesmiddelen
–
Evaluatie collectief plan landbouwfolies en voorstel alternatief instrument.
Operationele doelstelling 2: De niet te vermijden lekstromen maximaal sturen naar de meest performante verwerkingsmethode Naar een integrale invulling van de eindverwerkingscapaciteit Hoewel de OVAM het maximaal sluiten van materiaalkringlopen de hoogste prioriteit geeft, zijn een aantal materiaalkringlopen niet op korte termijn te sluiten. Daarom moet Vlaanderen kunnen blijven beschikken over voldoende eindverwerkingscapaciteit via storten en verbranden. We hebben enerzijds nood aan een performante verbrandingscapaciteit met een zo hoog mogelijk energetisch rendement, afgestemd op het Vlaamse aanbod van te verbranden afvalstoffen. Hierbij geven we prioriteit aan het maximaal benutten van bestaande verbrandingscapaciteit alvorens nieuwe capaciteit te creëren. Voor de invulling van de nodige capaciteit werd de voorbije jaren een evaluatiekader ontwikkeld op basis van de volgende criteria: milieu-impact, maximale aanwending van energie en warmte, transportmodi voor aan- en afvoer van afvalstoffen, ligging ten opzichte van de plaats van productie van de te verwerken afvalstoffen, en het vermijden van monopolievorming. In 2013 ontwikkelen we het geschikte instrumentarium om deze criteria te kunnen toepassen. Anderzijds is er behoefte aan de exploitatie van een beperkt aantal stortplaatsen voor het storten van niet-brandbaar afval waarvoor geen recyclage mogelijk is, en voor calamiteiten. In 2011 ontwikkelde de OVAM een langetermijnvisie waarin werd nagegaan welke stortcapaciteit de komende jaren nodig is en hoe stortplaatsen binnen het duurzaam materialenbeleid kunnen geïntegreerd worden als tijdelijke stockageplaatsen van (al dan niet) monostromen met als doel het opnieuw ontginnen en verwerken mogelijk te maken van zodra rendabele verwerkingstechnieken voorhanden zijn. De implementatie van langetermijnvisie loopt door toepassing van deze nieuwe visie op adviesvragen milieuvergunningen, afwijkingen stortverboden. Binnen dit kader past ook het onderzoek naar de mogelijkheden tot het ontgraven van oude stortplaatsen (ELFM). In stortplaatsen bevindt zich immers een grote reserve aan materiaal en energie (zie deel 4, strategisch project 2). Doel Omschrijving resultaat 2013 OVAM tekent een traject uit dat het storten van ― Storten: De implementatie van de afval op een minimaal niveau houdt en dat de langetermijnvisie op storten van afvalstoffen Vlaamse afvalverwerkende sectoren stimuleert in wordt doorgevoerd. de exploitatie van een performante ― Verbranden: Toepassing van de eindverwerkingsgscapaciteit zodat die met evaluatiecriteria bij de minimale milieu-impact maximaal energie en milieuvergunningsaanvragen en uitwerken van materialen haalt uit brandbaar, niet-recycleerbaar andere instrumenten zoals het call systeem afval. Heffingen De milieuheffingen op het storten en verbranden van afvalstoffen blijven een bijzonder effectief instrument om materiaalketens te sluiten. Daarbij werden in het verleden recyclage-activiteiten financieel gestimuleerd door het verwijderen van recyclageresidu's vrij te stellen van heffingen. Meestal
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 18/36
kan die stimulans na een tijd wegvallen. Tevens maken die vrijstellingen of gunsttarieven de regelgeving ingewikkeld, de kans op fraude verhoogt en de OVAM moet blijven investeren in doorgedreven controles . Daarom bouwt de OVAM tegen 2016 de meeste vrijstellingen en gunsttarieven af.
Doel Omschrijving resultaat 2013 OVAM verfijnt de milieuheffingen zodat het storten Evaluatie en bijsturing verlaagde heffingentarieven van brandbaar afval binnen 2 jaar eindigt. OVAM voor textiel- en brekerresidus. vereenvoudigt verder de heffingstarieven.
Kritieke succesfactoren Tijdige en kwaliteitsvolle adviesverlening voor vergunningsaanvragen, met een expliciete meerwaarde voor de uitvoering van het afvalstoffenbeleid: 95% van de adviezen wordt afgeleverd binnen de wettelijke termijn. Tijdige en kwaliteitsvolle behandeling van dossiers voor in- of uitvoer van afvalstoffen: 90% van de dossiers wordt behandeld binnen de wettelijke termijn. Innen van milieuheffingen: Alle heffingsplichtingen worden minstens om de 2 jaar gecontroleerd via een plaatsbezoek op de locatie waar de registers worden bijgehouden: in 2013 worden minstens 300 fysieke controles uitgevoerd. Bijdragen aan de klimaatdoelstellingen De OVAM draagt actief bij aan het halen van de klimaatdoelstellingen door het genereren van CO2winst door het recycleren van inerte of anorganische materialen. Daarnaast maken we ook afgewogen keuzes voor energieproductie door verbranding van biomassa. Biomassa is een belangrijke grondstof in West-Europa, waarbij voor sommige deelstromen het aanbod ontoereikend is voor de vraag. We benaderen het beheer van biomassa(afval)stromen vanuit zowel het energie- als materiaaloogpunt. We streven naar een verhoging van de efficiënte inzet van biomassa-reststromen. Om dit te bekomen gaan we na welke bestemmingen het meest geschikt zijn voor de verschillende types biomassa en biomassa-afval. Via een regelmatige actualisatie van de inventaris biomassa behouden we een overzicht van de praktijk/marktsituatie. Voor het optimaal beheer van groenafvalstromen wordt het centraal meldpunt groenafval opgericht. De gemelde afvalstromen worden geëvalueerd qua verwerkingswijze, waarbij enerzijds gestreefd wordt naar een verzekerde kwaliteit voor compost uit groen- en gft-afval en naar de garantie van kwalitatieve verwerking van natte stromen zoals maaisel, en dat anderzijds wordt bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen voor hernieuwbare energieproductie in Vlaanderen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Mee ontwikkelen en implementeren van één interdepartementeel beleid voor biomassa VMP
―
De OVAM zorgt voor een optimale sturing van de Ondernemingsplan OVAM 2013
De OVAM werkt actief mee aan een overkoepelende beleidsvisie en actieplan voor biomassastromen binnen de interdepartementale werkgroep BE. ― Op basis van die visie en dat actieplan bereidt de OVAM in overleg met de sector een beleidsdocument voor voor de biomassareststromen. Dit document geeft duidelijkheid rond biomassareststromen en de mogelijke en gewenste bestemmingen ervan. Het meldpunt voor groenafval is operationeel en 24 januari 2013 19/36
biomassastromen.
zal informatie genereren over groenafvalstromen die niet verlopen conform het beleid.
Openbare reinheid De OVAM wil op een geïntegreerde manier de zwerfvuilproblematiek in Vlaanderen aanpakken. Daartoe hebben we in 2012 een meetinstrument – de netheidsbarometer – ontwikkeld dat toelaat de openbare ruimte in Vlaanderen te evalueren naar netheid en meer specifiek zwerfvuil, in het algemeen en in 11 type-omgevingen. Het meetinstrument is opgebouwd als een webtoepassing waarin gemeentes, afvalintercommunales en andere externe partners hun metingen kunnen ingeven. De gegevens van de netheidsbarometer worden gebruikt om een Vlaamse netheidsindex te ontwikkelen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Significante toename van de openbare reinheid
Een netheidsscore voor Vlaanderen en voor 11 type-omgevingen is voor het eerst berekend
Operationele doelstelling 3: Maximaal stimuleren van eco-efficiënte productie. Via een geïntegreerde en gefaseerde aanpak worden bedrijven aangespoord efficiënter om te springen met o.a. materialen en energie. Als opvolger van de eco-efficiëntiescan zet de OVAM in 2013 een programma op in samenwerking met het Agentschap Ondernemen waarin aan KMO's een ecoefficiëntiescan met focus op materialen wordt aangeboden. Aangezien een zeer relevant deel van het materialengebruik in Vlaanderen zich bij de KMO's situeert, wil dit project precies deze doelgroep stimuleren tot een efficiënter materialengebruik. Daarbij is ook een natraject bij diverse partners (kenniscentra, ...) beschikbaar. De ontwikkelde scan moet ook inzetbaar zijn als instrument om op bedrijventerreinen op zoek te gaan naar opportuniteiten in het kader van industriële symbiose. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Eco-efficiënte productie met focus op materialengebruik VMP stimuleren via de scan
De pilootfase voor de scan is afgerond: – De scan is ontwikkeld en getest bij 5 pilootbedrijven. – De adviseurs die de scan zullen uitvoeren bij de kmo's zijn opgeleid. – Relevante kenniscentra en sectororganisaties worden benaderd voor het ondersteunen van de bredere toepassing vanaf eind 2013 Er wordt gestart met de uitvoering van de scans bij bedrijven.
Operationele doelstelling 4: Maximaal stimuleren van milieuverantwoorde consumptie De OVAM wil de burger-consument sensibiliseren om bewuster te consumeren en meer milieuverantwoorde producten te (her)gebruiken. De distributie speelt een sleutelrol in het bepalen welk aanbod aan milieuverantwoorde producten aan de consument wordt aangeboden. Daarnaast zijn zij ook ideaal geplaatst om de burger-consument te stimuleren om deze producten aan te kopen. Ter ondersteuning van het federale en Vlaamse beleid voor duurzame aankopen voert de OVAM een flankerend beleid waarbij de distributiesector gestimuleerd wordt om minstens tweejaarlijks een sensibiliseringsactie uit te voeren. De beleidsnota vermeldt dat de Vlaamse overheid haar voorbeeldfunctie actief zal opnemen en binnen haar aanbestedingsbeleid streeft naar 100% duurzame aankopen, diensten en werken, tegen 2020. De OVAM werkt hiervoor actief mee aan de ontwikkeling van materiaalcriteria voor bepaalde Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 20/36
productgroepen in het kader van het Vlaams Actieplan Duurzame Overheidsopdrachten (VAP). Doel
Omschrijving resultaat 2013
Flankerend beleid voor aankoop van milieu verantwoorde producten door particulieren en bedrijven.
De resultaten van het in 2012 gestarte opschalingsproject zijn gekend en er zijn afspraken met de sector over de wenselijkheid en modaliteiten van verderzetting door de sector.
Flankerend beleid voor aankoop van Voor een aantal relevante productgroepen levert de milieuverantwoorde producten door overheden VMP. OVAM een bijdrage aan de ontwikkeling van materiaalcriteria met het oog op de uitvoering van het VAP.
Operationele doelstelling 5: Streven naar een doorgedreven innovatie die leidt tot een maximale vermindering van de milieu-impact. Op termijn moet Vlaanderen komen tot een doorgedreven systeeminnovatie die bestaande materiaalkringlopen hertekent en die uiteindelijk resulteert in een nieuwe generatie aan materialen, producten en diensten met een minimale milieu-impact. Het in 2012 verzelfstandigde Transitienetwerk voor Duurzaam Materialenbeheer (Plan C) is een belangrijke voedingsbodem om deze transitie vorm te geven en de verschillende initiatieven te bundelen zodat doorbraken kunnen worden gerealiseerd. De OVAM neemt in dit kader actief deel aan een aantal transitie-experimenten. Verkennen van mogelijkheden voor het initiëren van proefprojecten die leiden tot een doorgedreven innovatie, begeleiden van dergelijke proefprojecten en een kader helpen creëren die maken dat dergelijke proefprojecten succesvol kunnen worden afgerond en opgeschaald, maken hier deel van uit. Binnen de transitie Duurzaam Wonen en Bouwen (DuWoBo) draagt de OVAM bij via het project milieuverantwoord materialenbeheer in de bouw. In 2012 werd daarom een prototype van de materialenmethodiek (MMG) ontwikkeld. Deze methodiek bestaat momenteel uit een breed gedragen expert-rekenmodel en databank van milieugerelateerde materiaalprestaties van gebouwelementen. Doel Omschrijving resultaat 2013 De OVAM ontwikkelt een instrument dat de – Formaliseren van een samenwerkings bouwsector in staat stelt bij het ontwerp van overeenkomst met doelstellingen voor een nieuwbouw of vernieuwbouw meer rekening te meerjarentraject voor het MMG-expertmodel. houden met de milieu-impact van materiaalgebruik – Voorbereiden van de integratie van de over de ganse levenscyclus en stimuleert het materialenmethodiek in de gebruikerstool van gebruik van dat instrument. de Vlaamse maatstaf duurzaam wonen en VMP bouwen.
Begeleiding van 5 innovatieve bouwprojecten tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst
–
Het MMG-prototype dat in 2012 is ontwikkeld, wordt omgebouwd tot een voor bouwprofessionelen bruikbaar instrument voor de evaluatie van de milieu-impact van gebouwelementen, zodat dit in de loop van 2014 kan worden ter beschikking gesteld.
–
We hebben resultaten gehaald bij de begeleiding van minstens 2 innovatieve bouwprojecten en de voorbereiding voor een derde is opgestart.
Eco-innovatie is een onontbeerlijke voorwaarde om ecologisch en economisch performant te zijn. Reeds een aantal jaren zet de OVAM in op het promoten en ondersteunen van ecodesign, ecoinnovatie op productniveau. We ontwikkelden hiervoor instrumenten die het bewustzijn aanscherpen Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 21/36
en aantonen dat ecologisch verantwoord ontwerpen ook economisch rendabel is. In 2013 zetten we in op de verspreiding van de SIS-toolkit. 'SIS' staat voor Sustainable Innovation System. De OVAM SIS Toolkit beschouwt duurzaamheid in brede zin dankzij een eenvoudig, overzichtelijk en werkbaar model. Het is een creatief hulpmiddel voor wie op zoek is naar duurzame oplossingen, in alle aspecten van het ontwerp en de bedrijfsvoering. Het gaat verder dan een strikt ecologische dimensie en overstijgt het zuivere design-technische aspect. De beoogde doelgroep is divers: innovatie- & designmanagers, designconsultants, productontwikkelaars, service designers, (interieur)architecten, stadsplanners… Daarnaast maakt de OVAM in 2013 werk van het verspreiden van de ecodesign-principes bij ingenieursopleidingen van het voorgezet onderwijs en evalueren we ons ganse ecodesigninstrumentarium met het oog op bijsturing. Doel Stimuleren van ecodesign
Omschrijving resultaat 2013 VMP
en eco-innovatie
–
–
–
3.3
Evaluatie van hoe de bestaande instrumenten voor ecodesign kunnen worden verbeterd en nieuwe kunnen worden ontwikkeld. De OVAM SIS-toolkit voor duurzame innovatie wordt breed aangeboden aan de doelgroepen via externe gecertificeerde begeleiders. Verspreiding van het nieuwe onderwijspakket voor ingenieursopleidingen in het hoger onderwijs.
Strategische projecten voor het afval- en materialenbeleid Strategisch project 1: Uitbouwen van een programma voor ‘Integraal ketenbeheer’ Om materiaalkringlopen duurzaam te kunnen sluiten is vaak een wijziging nodig in verschillende schakels van de keten, zodat de milieuwinst in één fase van de keten niet leidt tot een toename van de milieudruk op een andere plaats in de keten. Via pilootprojecten voor integraal ketenbeheer brengt de OVAM de verschillende actoren uit de materiaalketen rond de tafel. Deze projecten zijn in een eerste fase te beschouwen als een leertraject voor de deelnemende partijen om kennis te maken met de mogelijkheden van integraal ketenbeheer, cradle-to-cradle en eco-innovatie. Gelet op de grote expertise van diverse productiebedrijven, afvalverwerkers en logistieke spelers kan het samenbrengen van deze kennis belangrijke synergieën creëren. Gezocht wordt naar verbeterpotentieel in de materiaalketen en engagementen van de actoren om dit potentieel in te vullen. De afgelopen jaren werden in samenwerking met de sectorfederaties proefprogramma’s opgestart binnen de bouwsector, de chemie- en kunststofindustrie en de tapijtindustrie. Voor 2013 worden een aantal van deze trajecten verdergezet en wordt bijkomend gefocust op de keten voeding. Het ketenbeheerproject tapijt is inmiddels dermate matuur dat de interactie met de OVAM teruggeschroefd kan worden. Doel
Omschrijving resultaat 2013
In samenwerking met de kunststofsector wordt de – inzameling voor harde kunststoffen geoptimaliseerd zodat een hogere inzameling van harde kunststoffen en de afzet van recyclaten wordt bekomen. VMP –
Ondernemingsplan OVAM 2013
Kosten-batenanalyse van verschillende inzamel- en verwerkingsopties voor harde kunststoffen ingezameld via het containerpark is uitgevoerd en beleidsaanbevelingen zijn geformuleerd. OVAM bevordert onderlinge samenwerking en kennisuitwisseling bij het creëren van verhoogde afzet van kunststofrecyclaten in 24 januari 2013 22/36
hoogwaardige toepassingen. In samenwerking met de bouwsector slaagt de OVAM er in om een aantal ketens van bouwmaterialen effectief te sluiten
Voor de stromen minerale wol, cellenbeton en vlakglas zijn de knelpunten geïdentificeerd en streeft de OVAM naar een samenwerkings overeenkomst met alle ketenactoren waarin concrete acties afgesproken worden om de keten te sluiten. In samenwerking met de sector voeding slaagt de In het kader van de interdepartementele werkgroep OVAM er in om tot een significante vermindering werkt de OVAM 3 pistes uit om voedselverlies in de van voedselverlies in Vlaanderen te bekomen.VMP ketens te beperken, dit in samenwerking met verpakkingssector, de horeca en sociale economie. In samenwerking met VLAKWA slaagt de OVAM ― Meewerken aan projecten voor de valorisatie er in om de nutriëntenkringloop te sluiten. van nutriënten uit reststromen en vermarkting van gerecupereerde nutriënten ― Realisatie van demoprojecten inzake fosfaatrecuperatie
4
Overkoepelende strategische projecten in uitvoering van het afval-, bodem- en materialenbeleid Strategisch project 1: Transversaal thema Duurzaam Materialenbeheer, het Vlaams Materialenprogramma (VMP) Het transversaal thema Duurzaam Materialenbeheer is één van de 13 transversale thema's binnen ViA en één van de zeven vlaggenschipprojecten binnen de Europese EU2020 strategie. Het transversaal thema werd in 2012 door de OVAM herdoopt tot het Vlaams Materialenprogramma. Het programma wordt ingevuld door drie complementaire pijlers waartussen een grote synergie bestaat: ―
ACTIE: Een breed gedragen actieplan geeft aan welke concrete stappen we vandaag zetten om tegen 2020/2050 onze lange termijn ambitie waar te maken;
―
VISIE: Plan C, het Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Materialenbeheer, werkt gedurfde langetermijnvisies uit over de wereld anno 2050 op vlak van materialen en zet experimenten op;
―
ONDERZOEK: SuMMa, het Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer, doet de komende vier jaar beleidsrelevant onderzoek naar hoe materiaalstromen bewegen door onze economie, hoe we duurzaam materialenbeheer kunnen meten en hoe taksen, subsidies en wetgeving kunnen sturen richting een duurzamer gebruik van materialen.
Het slagen ervan is een voorwaarde om de overstap van een afvalbeleid, naar een integraal en geïntegreerd duurzaam materialenbeheer te kunnen maken. Het is een meerjarenprogramma met als einddoel Vlaanderen tegen 2020 naar de top 5 binnen Europa te loodsen op het vlak van duurzaam materialenbeheer, maar het vergt ook zichtbare resultaten op korte termijn. Kortom, de realisatie van dit programma is een absolute prioriteit binnen de werking van de OVAM. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De OVAM trekt het transversaal proces rond – duurzaam materialenbeheer en smeedt daartoe de nodige samenwerkingsverbanden met overheden en niet-overheden om de uitvoering van de actiepunten uit het actieplan te ondersteunen, met – het oog op het realiseren van de ViAdoelstellingen. Ondernemingsplan OVAM 2013
Voor alle 45 acties uit het VMP-actieplan worden de eerste concrete resultaten opgeleverd. Hiertoe zijn de nodige partners gemobiliseerd. Versterkte samenwerking tussen VMP en relevante stakeholders (Nieuw Industrieel Beleid, iCleantech, SIM,...) 24 januari 2013 23/36
–
De OVAM zet het VMP in de kijker in het kader van de ViA-apotheose, o.a. via het OVAM corporate event.
De OVAM ondersteunt Plan C in zijn rol als – transitieplatform en lerend netwerk voor duurzaam materialenbeheer en maakt gebruik van – Plan C om zijn eigen beleid te vernieuwen.
Actieve samenwerking tussen OVAM en Plan C en sturing met het oog op innovatie.
– De OVAM levert met het steunpunt Duurzaam Materialenbeheer een bijdrage aan het versterken van de academische expertise binnen Vlaanderen rond duurzaam materialenbeleid en zet het steunpunt in om beleidsrelevant onderzoek uit te voeren ter versterking van het Vlaams Materialenprogramma.
Actieve samenwerking tussen de OVAM en het steunpunt met het oog op maximale ondersteuning van het VMP-actieplan.
OVAM participeert actief in iMADE, een project dat Plan C trekt. De OVAM neemt een aantal concrete taken voor zijn rekening, zoals het formuleren van oplossingen voor wettelijke en beleidsmatige barrières. We zorgen ervoor dat we maximaal leren uit het project om de opgedane ervaring te kunnen gebruiken in andere projecten.
Strategisch project 2: Enhanced landfill mining VMP Vanuit de kansen die Enhanced landfill mining (ELFM) kan bieden wil de OVAM een pro-actieve rol opnemen in het verder uitwerken ervan. Ten einde het ELFM-potentieel van Vlaanderen in kaart te brengen wordt in 2012 een doorgedreven inventarisatie van de Vlaamse stortplaatsen uitgevoerd op basis van de informatie uit de OVAM-databanken. Enhanced Landfill Mining (ELFM) is een proces waarbij - veelal oude - stortplaatsen ontgraven worden zodat materialen die destijds van geen nut meer waren, teruggewonnen kunnen worden als grondstof of (indien recyclage niet mogelijk is) verbrand kunnen worden met energierecuperatie. ELFM biedt bijgevolg belangrijke mogelijkheden naar zowel materialen- als bodembeleid. Er is een potentieel om primaire grondstoffen uit te sparen en om ruimte die werd ingenomen voor stortplaatsen voor meerdere doelen inzetbaar te maken. Om meer kennis en ervaring op te doen met bemonsterings-, scheidings- en valorisatietechnieken startte de OVAM zelf ook proefprojecten op. Deze proefprojecten kaderen in de ambtshalve sanering van oude stortplaatsen. Het eerste proefproject startte in het voorjaar van 2012 op. Bodemsaneerders en/of afvalverwerkende bedrijven konden zich kandidaat stellen om een duurzame oplossing voor de stortplaats uit te werken. Vanuit de OVAM werd bijzondere aandacht geschonken aan de opvolging zodat concrete terreinervaring kan opgedaan worden die als bron kan fungeren bij de verdere beleidsopmaak. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Inventarisatie Vlaamse ELFM-potentieel
Opzet van een screeningsplan en voorlopige oplijsting van mogelijke ELFM-stortplaatsen op basis van verschillende criteria.
Uitvoeren van een modelproject ihkv het benutten Ambtshalve saneringsprojecten op basis van het van het potentieel van oude stortplaatsen ihkv Enhanced Landfill Mining-principe worden landfill mining opgestart op minstens 3 locaties. Bijdragen tot de visievorming van ELFM binnen het Medewerking verlenen aan de opmaak van het kader van materialenbeleid. EU-onderzoeksvoorstel RECURRENT.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 24/36
Strategisch project 3: OVAM-samenwerkingsverbanden met gemeenten De OVAM wenst met het lokale beleidsniveau een gebiedsgerichte aanpak op te starten omtrent afvalstoffen- en materiaalbeleid, bodembeheer en bodemsaneringen. De focus ligt op het vinden van oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen binnen onze beleidsmaterie. We vatten het samenwerkingsverband op als een partnerschap met een gemeente om specifieke projecten daadwerkelijk op te zetten en te realiseren, binnen de gestelde timing en binnen de voorziene beschikbare budgetten. Een aanpak op maat staat in deze centraal, waarbij het lokale bestuur een partner van de OVAM zal zijn. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Uittesten en optimaliseren van de nieuwe samenwerkingsvorm
― ― ―
5
Opvolging van de reeds afgesloten OVAMsamenwerkingsverbanden Afsluiten van 5 bijkomende OVAMsamenwerkingsverbanden Evaluatie van de lopende samenwerkingsverbanden met het oog op bijsturing, optimalisatie en eventuele uitbreiding naar andere lokale besturen.
Activiteiten in het kader van het bovengewestelijk beleid inzake afval-, materialen- en bodembeheer Omwille van de goede beleidsresultaten op het vlak van afval- en bodembeheer wordt Vlaanderen internationaal erkend als voortrekker. Ook wat duurzaam materialenbeheer betreft, trekt Vlaanderen aan de internationale kar van een beleidsthema dat door het streven naar een duurzame economie, het succes van het cradle-to-cradle principe en het strategisch belang van een aantal grondstoffen internationaal aan belang wint. De OVAM stelt zich met betrekking tot haar internationale werking tot doel: ― Impact uit te oefenen op het internationaal milieubeleid; ― Tijdig implementeren van het internationaal milieubeleid; ― Samen met buitenlandse partners oplossingen te zoeken voor beleidsuitdagingen; ― De OVAM en haar beleid te profileren; ― Het Vlaamse bedrijfsleven, en de milieusector in het bijzonder, internationaal te ondersteunen. Voor de invulling hiervan, zet de OVAM in op 5 grote takenpakketten die nauw met elkaar verweven zijn. De takenpakketten worden verdergezet, geoptimaliseerd of structureel verankerd waar nodig: ― Participatie aan besluitvorming en implementatie van het internationaal milieubeleid; ― Opzetten en deelnemen aan formele en informele Europese samenwerkingsverbanden, platformen en netwerken; ― Meer inzetten op internationale projectwerking; ― Actieve deelname aan internationale studiedagen en congressen; ― Ondersteuning bieden aan handelsmissies, samenwerkingsakkoorden en delegaties. De OVAM zal ook in 2013 haar beleid met verve uitdragen via haar proactieve houding in internationale besluitvorming en haar actieve aanwezigheid in internationale samenwerkingsverbanden. Zo zal de OVAM in 2013 het voorzitterschap opnemen van het Europese netwerk SNOWMAN 'Knowledge for Sustainable Soils, een zelfstandig netwerk dat sinds 2009 inzet op het delen van bestaande kennis en het genereren van nieuwe kennis over duurzaam bodembeheer. Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 25/36
In onderstaande internationale projecten nemen we een sturende rol op.
CityChlor De OVAM is coördinator van het INTERREG IV B project CityChlor dat eind 2009 is opgestart. Het project beoogt een geïntegreerde benadering uit te werken voor de aanpak van bodem- en grondwaterverontreiniging met gechloreerde solventen in stedelijke omgeving. Naast innovatieve onderzoeks- en saneringstechnieken worden ook socio-economische aspecten onder de loupe genomen. Het project startte met een inventarisatie van bestaande kennis, reeds bestaande innovatieve technieken alsook het in kaart brengen van de verschillende regionale aanpakken en knelpunten. Er wordt een overzicht opgemaakt van de huidige praktijken, veelbelovende ontwikkelingen en onderzoeksvragen. Verschillende innovatieve technieken om terreinen te onderzoeken en te saneren worden kritisch bekeken en getoetst in pilootprojecten om: ― in samenwerking met de bevoegde instanties geharmoniseerde codes van goed praktijk op te maken; en ― een set van demonstratieprojecten op te zetten. Dit project moet uiteindelijk resulteren in een geïntegreerde aanpak voor de sanering van gechloreerde solventen in stedelijke omgeving die de bewoners betrekt en rekening houdt met technische, socioeconomische en organisatorische aspecten Het project heeft een looptijd van 3,5 jaar en wordt uitgevoerd door een partnerschap van 9 partijen uit 4 Europese regio's (Vlaanderen, Nederland, Frankrijk en Duitsland). In 2013 worden de verschillende acties afgerond en zullen de eindresultaten voorgesteld worden op het eindcongres dat doorgaat op 16 en 17 mei 2013.
Regions for Recycling (R4R) Op 18 april 2012 ging in Parijs het Europese project 'Regions for Recycling' (R4R) van start. Het R4Rproject wil de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen in Europa optimaliseren en de doeltreffendheid van het lokale of regionale afvalbeheer verbeteren. In Europa is Vlaanderen koploper in de selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (72%). Die ervaring en expertise is de andere Europese regio’s niet ontgaan. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) is dan ook gevraagd om de technische component van het project in goede banen te leiden. Een eerste inhoudelijke doelstelling bestaat uit het stroomlijnen van de statistieken van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen ingezameld door steden en regio's doorheen heel Europa, om ze zo onderling vergelijkbaar te maken. Daarvoor zal er een gemeenschappelijke rapporteringsinstrument en een online toepassing voor de inzameling en analyse van cijfers van huishoudelijke afvalstoffen ontworpen worden. Aan deze toepassing zal ook een databank van goede praktijkvoorbeelden worden gekoppeld. Door hun deelname aan het project hopen de partners nog beter te kunnen voldoen aan de Europese wetgeving en doelstellingen inzake huishoudelijke afvalstoffen. Het ultieme doel is een echte “Recyclingsamenleving” waarin de productie van afval niet enkel wordt voorkomen, maar afval ook als grondstof wordt aangewend. De OVAM hoopt dankzij haar deelname aan het project haar ervaring inzake selectieve inzameling en recyclage van huishoudelijke afvalstoffen te delen met haar Europese partners. Daarnaast biedt de deelname aan internationale projecten steeds nieuwe inzichten en tilt het zo het Vlaamse afvalstoffenbeleid op een hoger niveau. Het afval- en materialenbeleid is geen statisch gegeven. Alles evolueert en de OVAM moet zich voortdurend aanpassen aan die nieuwe evoluties. Op die manier wordt het Vlaamse huishoudelijke afvalstoffenbeleid verder verfijnd en geoptimaliseerd. Aan het R4R-project nemen acht Europese regio's, vier steden en één internationale organisatie deel. Het R4R-project loopt over een periode van 3 jaar en eindigt eind 2014.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 26/36
Relatie met VMP De hefbomen van het VMP en meer bepaald de acties die de hefbomen concretiseren krijgen een bovengewestelijke vertaling met het oog op het beïnvloeden van het bovengewestelijk beleid en het vinden van Europese opportuniteiten ter versterking van de Vlaamse acties. Concreet wordt enerzijds door het opnemen van een Vlaamse en/of Belgische trekkersrol in dossiers inzake duurzaam bouwen, ecodesign, indicatoren Resource Efficiency en toepasselijke Europese aanknopingspunten in afvalwetgeving, de Vlaamse input en invloed op bovengewestelijk niveau geoptimaliseerd en wordt tegelijk een terugvloei verzekerd aan informatie en reflectie naar het VMP toe. Anderzijds wordt proactief gezocht naar kansen om een vertaling te maken, los van de formele besluitvormingsprocessen en structuren, en wordt de samenwerking en kruisbestuiving opgezocht met relevante Europese en internationale partners, binnen en buiten de overheid.
Verder versterken internationale rol OVAM inzake zeevaart en havens (bij voldoende personeel) Al meer dan 10 jaar werkt OVAM, samen met de Vlaamse zeehavens en nationale en internationale overheidsinstanties, aan een duurzaam beleid inzake scheeps- en havengebonden afvalstoffen. Deze samenwerking resulteerde o.m. in uitstekende resultaten op het vlak van de inzameling en verwerking van scheepsafval. Het Vlaamse systeem is dan ook een voorbeeld voor vele andere landen, zowel binnen als buiten Europa. OVAM zal deze voortrekkersrol inzake afvalbeheer in de zeevaart ook in 2013 blijven opnemen en verder versterken. In navolging van de workshop die OVAM in 2012 organiseerde in opdracht van IMO, wordt in 2013 verder ingezet op de uitbouw van de internationale samenwerking met de IMO en UNEP. Verder wordt intensiever inhoudelijke ondersteuning geboden aan haar maritieme partners, havens, ngo's en overheden, en neemt de OVAM zelf een leidende rol op zich in enkele concrete vooruitstrevende internationale maritieme projecten ter bescherming van het leefmilieu: ― Een toonaangevend en innovatief VN-project voor de recyclage van sloopschepen in Bangladesh, de grootste verwerker van sloopschepen ter wereld. De Verenigde Naties streven naar de volledige eliminatie van de opzettelijke vervuiling van het mariene milieu en van de schrijnende arbeidsomstandigheden die gepaard gaan met de sloopactiviteiten op het Indische continent. ― Inzetten op een verhoogde samenwerking tussen de Europese havens. Momenteel wordt reeds gesleuteld aan een nauwere samenwerking tussen de Vlaamse zeehavens en de zeehavens van Rotterdam en Amsterdam op het vlak van de inzameling en verwerking van scheepsafval. Idealiter zal dit vanaf januari 2014 resulteren in een gezamenlijk (Vlaams-Nederlands) gedragen beleid dat moet leiden tot het verder terugdringen van de illegale lozingen van scheepsafval en ladingresiduen. Maar ook buiten de EU en in de ontwikkelingslanden is nog een groot verbeteringspotentieel aanwezig. Om op dit vlak vooruitgang te boeken wil OVAM haar expertise verder ter beschikking van de Verenigde Naties. Afval dat bijvoorbeeld in Afrikaanse wateren wordt gedumpt komt immers ook elders terecht. ―
Verder is er de belangrijke problematiek van zwerfvuil dat in zee terecht komt via land. De OVAM pakt reeds actief de problematiek aan, maar is nog meer aandacht nodig voor het zwerfvuil dat in het water terecht komt. Om de nodige vooruitgang te kunnen boeken zal de OVAM intensiever samenwerken met andere bevoegde overheden, zoals de FOD leefmilieu, dienst marien milieu, maar ook met andere partners zoals de visserij industrie.
6
Interne Werking
6.1
Iedere entiteit verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject De OVAM hanteert de IAVA-leidraad Interne Controle - Organisatiebeheersing als uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van haar interne werking. We blijven dan ook het auditprogramma van IAVA Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 27/36
mee integreren in onze werking om op die manier de doelstellingen van de maturiteitsscore 3 ondanks de aanhoudende besparingen te kunnen bestendigen en streven conform de beslissing van de Vlaamse Regering naar het bereiken van maturiteitsniveau 4. De uitgevoerde audits (zelfevaluatie, validatieaudit, debiteurenaudit, audit financieel beheer) hebben geresulteerd in actieplannen voor verdere optimalisatie van de verschillende thema's rond organisatiebeheersing. De OVAM focust in 2013 verder op de uitvoering en opvolging van de beheersmaatregelen, voortvloeiende uit deze zelfevaluatie, audits en interne (ontwerp)actieplannen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Uitwerking van de beheersmaatregelen uit de Voor de verschillende thema's rond organisatievalidatieaudit, audit financieel beheer en beheersing zijn de beheersmaatregelen en zelfevaluatie. aandachtspunten in uitvoering ('maturiteitsprogramma'). Voor Organisatiebeheersing moeten de maturiteitsniveaus 4 zeker behouden blijven, en leveren we inspanningen om voor cultuur en facility management te evolueren naar een maturiteitsniveau 4. Voor HR, ICT en Financieel management richten we ons op specifieke projecten (resp. competentiemanagement en leiderschap, informatiebeheer en -veiligheid, analytische boekhouding) De maturiteitsscores 2012 (Zelfevaluatie 2012) en de voornaamste betrachtingen voor 2013 zijn: Maturiteits- Belangrijkste werkpunten voor 2013 (zie niveau hierna verder uitgewerkt) (2012)
Doelstellingen, proces- en doelstellingenmanagement
4
– strategische planning – risicomanagement – procesbeheer
Belanghebbendenmanagement
4
Monitoring
4
– projectwerking
Organisatie
4
– programmawerking
Human resources management
3
– competentie- en talentmanagement – leiderschap – personeelsplanning
Cultuur
3
– zie het strategisch project IMPACT
Informatie en communicatie
4
– corporate communicatiebeleid
Financieel management
3
– analytische boekhouding
Facility management
3
– dienstencentrum
ICT
3
– informatiebeheer
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 28/36
Veranderingsmanagement
4
Strategische planning In 2013 wordt volop gestart met de volgende beheerscyclus. De basis wordt gelegd in een nieuw Strategisch Plan 2015-2020. Hiervoor wordt opnieuw een omgevingsanalyse, stakeholders- en klantenbevraging en interne SWOT-analyse uitgevoerd.
Doel
Omschrijving resultaat 2013
Het strategisch kader voor de opmaak van het strategisch plan 2015-2020 is beschikbaar.
De inhoudelijke strategie is uitgewerkt na het doorlopen van een SWOT-analyse, stakeholderconsultatie en omgevingsanalyse.
Naast deze overkoepelende insteek werken we in 2013 binnen de organisatie verder aan volgende specifieke verbetertrajecten : Planning en monitoring Een systeem voor planning, monitoring en rapportering, inclusief de ontwikkeling van een elektronische tool voor de ondersteuning van dit systeem, wordt verder uitgewerkt. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Een gedifferentieerd vormings- en ondersteuningstraject voor projectwerking wordt verdergezet.
Het lerend netwerk voor projectwerking zorgt voor kennis- en competentieontwikkeling op het vlak van projectbeheer.
Optimalisatie en innovatie van het procesbeheer en van de procesdocumentatie.
De actualisatie van de OVAM-processenlijst is uitgevoerd.
Risicomanagement De OVAM blijft haar systeem voor interne controle richten op de elementen: ― het effectief en efficiënt beheer van risico’s; ― de betrouwbaarheid van de financiële rapportering en de beheersrapportering; ― de naleving van de regelgeving en de procedures; ― de effectieve en efficiënte werking van de diensten; ― de bescherming van de activa; De in 2008 uitgewerkte visie op een geïntegreerd risicomanagement vanuit strategisch, organisatorisch en procesniveau werd geëvalueerd en geactualiseerd. Binnen dit geïntegreerd risicomanagement ligt het accent in 2013 op de risico's met grote impact en/of waarschijnlijkheid van sofi- en groep 2-processen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De risico's met grote impact en/of waarschijnlijkheid, behorend bij de sofi en groep 2-processen zijn onder controle
De risico's met grote impact en/of waarschijnlijkheid van de sofi en groep 2-processen worden in 2013 opnieuw geactualiseerd en een plan van aanpak voor de beheersmaatregelen wordt opgesteld, indien nodig.
De maturiteit van de BCM-processen wordt verhoogd
―
―
Ondernemingsplan OVAM 2013
Het goedgekeurde draaiboek BCM wordt verder uitgewerkt en geactualiseerd. In 2013 vooral in functie van de werken in de stationsbuurt. Er worden opleidingen en trainingen gegeven aan 24 januari 2013 29/36
―
Infrastructuurinvesteringen die leiden tot de verlaging van de IT-risico's
― ― ―
de functiehouders van de in het BCM draaiboek geïdentificeerde rollen. Een actualisatie van de kritieke processen. De uitbating van de serverroom: mogelijkheden onderzoeken van een back-up serverroom. Redundante netwerkverbindingen aanleggen. Verbetering airco en elektriciteitsinstallaties.
Human Resource Management De overkoepelende HR-visie voor de periode 2011-2015 zet in op 3 pijlers: “Leiderschap” en “Context” en“Menselijk Kapitaal”. Voor 2013 vertaalt deze inzet op 3 pijlers zich als volgt: ― Binnen de pijler “Menselijk Kapitaal” zetten we in op personeelsplanning in functie van het realiseren van ons ondernemingsplan en dus van onze beheersovereenkomst. We koppelen personeelsplanning aan de verdere uitbouw van loopbaanbeleid en aan een verdere gerichte aanpak inzake competentie-ontwikkeling en talentmanagement. ― Binnen de pijler “Leiderschap” expliciteren we verder de rollen en verwachtingen van de leidinggevenden, focussen op competentie-ontwikkeling en ondersteunen hen in de uitvoering hiervan. Binnen deze pijler pakken we ook de evaluatie en eventuele bijsturing van de PLOEGcyclus op en geven we verder vorm aan een vernieuwd prestatiemanagement. ― Binnen de pijler “Context” werken we een visie uit en (her)bekijken in het licht hiervan het arbeidsreglement, met aandacht voor flexibiliteit en het evenwicht tussen belang individu - belang organisatie. Hiernaast werken we in 2013 een concept van Anders Werken uit. In 2012 namen we deel aan de vanuit het Agentschap voor Overheidspersoneel georganiseerde personeelspeiling. Nadat de resultaten hiervan bekend zijn en geanalyseerd, kan dit leiden tot verbeteracties die betrekking hebben op HR aspecten binnen elk van de 3 pijlers. De inspanningen rond het diversiteitsbeleid worden onverminderd verdergezet en waar nodig opgedreven. De OVAM heeft volgende streefcijfers bepaald (tegen 2015): 33% vrouwen in top- en middenkaderfuncties (N en N-1), 6% personen met een arbeidshandicap en personen met een migratieachtergrond. Als bijlage tevens een actieplan voor het thema diversiteit dat jaarlijks geëvalueerd wordt. Doel
Omschrijving resultaat 2013
De methodiek van personeelsplanning wordt – geoptimaliseerd. – –
Gefaseerde implementatie van de werkwijze – inzake competentie- en talentmanagement. –
–
Ondernemingsplan OVAM 2013
Een implementatieplan voor het personeelsplan 2013 is opgesteld en gerealiseerd. Een ontwerp-personeelsplan 2014 is opgesteld, gekoppeld aan het OP 2014. Een ontwerp-personeelsbeleidsplan 2015-2020 wordt opgesteld. Optimalisatie van het competentieprofiel – cf. de functiefamilies van de Vlaamse overheid – voor de bestaande groep van leidinggevenden. GAP-analyse van de competenties voor leidinggevenden en programmaverantwoordelijken, en vertaling in IOP's en collectieve vormings programma's (lerend netwerk leidinggevenden) Opzetten van een systeem van inventarisatie van huidige competenties en talenten (“ID's”): – Afwerking eerste digitaliseringsoefening voor 24 januari 2013 30/36
–
–
Een optimalisatietraject voor het versterken van de pijler leiderschap wordt opgestart.
– –
competenties leidinggevenden Systematisch samenstellen van competentie profielen voor functies (gekoppeld aan interne vacatures), uitbreidbaar naar bepaalde functiefamilies (stafmedewerkers, projectleiders, ...) Evaluatie van het werken met Talent-ID's bij het IMPACT-traject en beslissing over systematisch gebruik (bij interne vacatures)
Zie bij competentiemanagement: acties gericht op de doelgroep leidinggevenden Specifiek zal het lerend netwerk zich richten op zowel nodige competentieontwikkeling, als gevraagde vorming en kennisontwikkeling
We versterken prestatiemanagement en anders werken.
Uit de ervaringen van het “IMPACT”-traject voor de programmatorische aanpak van bodemverontreiniging en -sanering distilleren we waar mogelijk initiatieven ter versterking van het prestatiemanagement en anders werken.
Context
Het arbeidsreglement is hernieuwd (actualisatie en mits draagvlak (o.a. EOC) aanvullingen met nieuwe ontwikkelingen).
Uitvoeren van de personeelspeiling van 2012 Het verbeterplan, gebaseerd op de peiling 2012, wordt opgesteld en uitgevoerd.
Informatie en communicatie Met betrekking tot informatiebeheer wordt de strategie die werd opgesteld in 2011 uitgevoerd. Deze strategie krijgt vorm door de uitvoering van projecten die rechtstreeks bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van het informatiebeheer. Op het vlak van de informatieveiligheid starten we in 2013 met de uitvoering van het in 2012 opgestelde informatieveiligheidsbeleid. Een doordacht communicatiebeleid heeft er de afgelopen jaren toe bijgedragen dat de OVAM vandaag beschouwd wordt als de Vlaamse referentie op het vlak van duurzaam afval- en bodembeheer. Het communicatiebeleid van de OVAM zal er in de periode 2011-2015 op gericht zijn: ― deze referentiepositie te behouden; ― eenzelfde referentiepositie te verwerven voor het thema duurzaam materialenbeheer; ― de noodzaak en de opportuniteiten (voor burger en bedrijf) van een duurzame kringloopeconomie te beklemtonen. De sterk gereduceerde middelen voor communicatie zullen zo efficiënt en zuinig mogelijk ingezet worden. Dit via strategisch gekozen themacampagnes, aanwezigheid op beurzen en evenementen, een pro-actief persbeleid en een doordacht corporate communicatiebeleid. Via een beleid rond interne communicatie zorgen we voor een gerichte informatieverstrekking die onder meer als doel heeft medewerkers te motiveren, draagvlak te creëren en de betrokkenheid van de personeelsleden bij de werking van de organisatie te verhogen. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Informatiebeheer
Een programma voor het informatiebeheer is opgesteld en uitgevoerd. Deze projecten dragen alle bij tot een verbeterde efficiëntie van de betrokken processen. De
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 31/36
belangrijkste projecten zijn: ―
―
― ―
Ontsluiting van de financiële informatie en de optimalisatie van de facturenflow (scanning, workflow) Een aanpassing van het dossieropvolgingssysteem van de juridische dienst ten behoeve van de processen rond overheidsopdrachten. De migratie naar Alfresco als document managementsysteem Realisatie van een nieuwe website
Interne communicatie
Een programma voor interne communicatie 2013 is opgesteld en uitgevoerd.
Externe communicatie
Een programma voor externe communicatie 2013, aansluitend op de thematische beleidsprioriteiten, is opgesteld en uitgevoerd. Het corporate communicatiebeleid dat geïntroduceerd werd in 2008 en bekrachtigd werd door de nota strategisch communicatiebeleid 2010-2015 wordt in 2013 geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd met inbegrip van de UFO-campagne en de periodieke OVAM-publicaties. De OVAM organiseert eind 2013 een tweede editie van haar tweejaarlijk corporate congres. Een prominente plaats op dit congres wordt gereserveerd voor het Vlaams Materialenprogramma
6.2
Elke entiteit definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren Een verbetering van het maturiteitsniveau van de organisatie op vlak van organisatiebeheersing, zal ook een bijdrage leveren aan de realisatie van onderstaand verbetertraject voor efficiëntiewinsten, vermits Effectiviteit, Efficiëntie, Kwaliteit en Integriteit ook de overkoepelde doelstellingen zijn van de IAVA-leidraad Interne Controle – Organisatiebeheersing. Naast de realisatie van de projecten onder 2.5.1. zet de OVAM ook in op de realisatie van een Strategisch Project Efficiëntie en Effectiviteit met volgende onderdelen: Bijdrage aan het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid. De OVAM neemt het engagement op om de goedgekeurde voorstellen in de meerjarenplanning te realiseren (eigen projecten) of te helpen realiseren (daar waar het entiteitsoverschrijdende voorstellen betreft). De OVAM levert ook tijdig en kwaliteitsvol de nodige informatie, volgens de afspraken. Een specifiek entiteitstraject. De OVAM werkt zelf continu aan de afstemming tussen en rationalisering van haar activiteiten, om haar kernopdrachten te realiseren. Afdelingsspecifieke verbetertrajecten E&E De afdelingshoofden hebben de continue doelstelling de hun toegewezen processen, projecten en beleidsinstrumenten te optimaliseren, mits de randvoorwaarde van een klantgerichte werking te blijven garanderen. Invalshoeken voor deze oefening zijn de resultaten van een klantentevredenheids onderzoek dat de OVAM in 2008 liet uitvoeren naar aanleiding van de opmaak van haar strategisch plan, en specifieke E&E-opportuniteiten die binnen elke afdeling gedetecteerd worden. M.b.t. het beleidsinstrumentarium nemen we de engagementen van de Beheersovereenkomst mee en besteden Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 32/36
aandacht aan zowel de evaluatie van bestaande instrumenten als aan de invoering van nieuwe, die al dan niet gekoppeld worden met bestaande. Doel Optimaliseren van processen en instrumentarium binnen de beleidsmatig georiënteerde afdelingen
Omschrijving resultaat 2013 De goedgekeurde E&E-plannen 2012-2013 worden verder uitgevoerd, gemonitord en geëvalueerd. Bij de opmaak van het nieuwe E&E-plan 2013-2014 wordt prioritair ingezet op: ― ― ―
Optimalisatie van het procesverloop OVOP binnen de OVAM
processen die de meeste middelen (VTE en financieel) vergen beleidsinstrumenten met de meeste effecten bij de doelgroepen processen van rechtstreekse dienstverlening met de doelgroepen.
Uitbouwen van een OVOP ondersteuningscentrum voor de OVAM
Optimalisatie van de management-ondersteunende diensten en functies De managementondersteunende processen werden in de periode 2010-2011 gescreend met het oog op het verhogen van efficiëntie en/of effectiviteit met minstens het behoud van de huidige kwaliteit inzake dienstverlening. Dit resulteerde in een rationalisatietraject dat in 2012-2014 uitgevoerd. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Optimaliseren werking management ondersteunende diensten (processen)
Binnen het rationalisatietraject 2012-2014 wordt een E&E programma 2013 voor de ondersteunende processen opgemaakt en uitgevoerd.
De OVAM engageert zich om tegen eind 2013 zijn MOD te beperken tot maximaal 10%. Tevens zullen de management ondersteunende diensten ook werken volgens de principes van een dienstencentrum, zoals gedefinieerd op Vlaams niveau. Hiertoe zullen in 2013 een aantal deelprojecten worden gerealiseerd.
Doel
Omschrijving resultaat 2013
De MOD van de OVAM werkt volgens de principes van een dienstencentrum
― ―
―
―
―
Ondernemingsplan OVAM 2013
Opstellen van een dienstencatalogus en SLA’s voor relevante diensten. Uitwerken van een analytische boekhouding conform de criteria van de Vlaamse overheid. Deelname aan het proefproject in kader van het strategisch project ‘optimalisatie van het financiële instrumentarium van de Vlaamse overheid. Gebruik maken van raamcontracten aangeboden door centrale dienstverleners volgens het volg of verklaar principe. Ontwikkelen van specifieke indicatoren om de performantie van de dienstverlening te monitoren en te rapporteren aan het management. Ontwikkelen van een klantenbevraging over de werking van de MOD.
24 januari 2013 33/36
6.3
Strategisch Project: IMPACT Medio 2012 werd het project IMPACT uitgetekend; en traject dat de ambitie had om programmatorische werking in te voeren rond enkele bodemsaneringsthema's. Het traject kreeg vrij vlug een dubbel doel: – de programmatorische werking operationeel krijgen in de twee betrokken afdelingen BB en IVS; – innovatieve instrumenten op het vlak van Human Resources en Cultuur uitproberen als proef voor eventuele uitrol over de organisatie. In 2012 werden 7 programma's benoemd (de inhoudelijke bepalingen zijn vermeld in de vorige hoofdstukken): • Programma stookolietanks + schadegevallen (p. 7) • Programma geïntegreerde projecten (p. 5) • Programma gefaseerd aanmaningenbeleid (p. 3) • Programma gasfabrieken (p. 12) • Programma onschuldig eigenaar (p. 11) • Programma scholen (p. 12) • Programma Protocol curatoren- Faillissementen – Saninvest (p. 13) In 2013 wordt volop ingezet op het doorlopen van dit project als proefproject voor organisatieontwikkeling en HR voor verdere uitrol.
Doel
Omschrijving resultaat 2013
Operationalisering van de programma's
Doelstellingen zijn beslist, taken verdeeld, huisvesting in orde, monitoring gebeurt.
Prestatiemanagement invoeren in de programma's
―
Competentieontwikkeling
Anders werken invoeren
Tussentijdse evaluatie
Visie op uitrol in de organisatie
Ondernemingsplan OVAM 2013
doelstellingen vertalen naar resultaten, indicatoren en normen hanteren bij monitoring ― planning verloopt op teamniveau en op individueel niveau ― de competentie-ontwikkeling wordt mede bepaald door de gewenste cultuurshift ― competentieontwikkeling van de Programmaverantwoordelijken ― competentieontwikkeling van de teams als geheel ― competentieontwikkeling van de teamleden Gefaseerde invoer, volgens een afgesproken traject. Er wordt in eerste instantie ingezet op meer ruimte voor plaats- en tijdonafhankelijk werken (o.a. nieuwere invulling van telewerken, gedeelde werkplekken). het toegepaste competentiemanagement evalueren: gebruik van Talent-ID's, van AS IS naar TO BE competentieontwikkeling, teamcompetentieaanpak ― de ervaringen met Anders werken evalueren ― de ervaringen met Prestatiemanagement (striktere mijlpalen, indicatoren en opvolging; teamplanning en -evaluatie) evalueren ― de cultuurverandering evalueren Waar de ervaringen duidelijk positief zijn en een meerwaarde creëerden wordt beslist over hoe dit verder ―
24 januari 2013 34/36
in de organisatie wordt ingezet.
6.4
Bijkomende engagementen Duurzaam en ethisch verantwoord aankoop- en investeringsbeleid Het agentschap zal bij aankoop van haar producten en aanbesteding van diensten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat die producten in menswaardige omstandigheden zijn tot stand gekomen (o.a. ook eerlijke handel). Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van de beheersovereenkomst een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer te voeren conform het actieplan duurzame overheidsopdrachten. Voorbeeldige werkgever De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die de Vlaamse overheid aan de actoren oplegt, moeten de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook naleven. Het agentschap gaat het engagement aan om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld over energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, zelf consequent uitvoering te geven. Doel
Omschrijving resultaat 2013
Ter realisatie van bovenstaande engagementen wil de OVAM de interne milieuzorg vergroten
In uitrol van het meerjarenprogramma wordt voor 2013 een jaarprogramma opgemaakt met blijvende focus op papierverbruik, mobiliteit en communicatie.
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 35/36
7
Bijlagen
Ondernemingsplan OVAM 2013
24 januari 2013 36/36