CURRICULUM VOOR HEMATOLOGIE VERPLEEGKUNDIGEN
Colofon © Special Interest Group Hematologie, V&VN Oncologie December 2013 Werkgroep: Karin Aarsman, UMC, Utrecht Dimphy Ariaens, Radboudumc, Nijmegen Marga van Ham, LUMC, Leiden Marjon Houwerzijl, UMCG, Groningen Jan Koning, UMCG, Groningen Rosanna Könst , VUmc Amstel Academie, Amsterdam Janny Schilstra, LUMC, Leiden Marieke Schoordijk, VUmc, Amsterdam Ingeborg Sikken, UMC, Utrecht Marie-Christine Vissers, Erasmus MC, Rotterdam Hellen van der Weijden, LUMC, Leiden Eindredactie: Marieke Schoordijk, VUmc, Amsterdam Hellen van der Weijden, LUMC, Leiden Vragen? Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met
[email protected].
2
Inleiding De verpleegkundige praktijk in de hematologie wordt gekenmerkt door dynamische en hoog complexe zorg. Veel patiënten ondergaan intensieve behandeling met (een combinatie van) chemotherapie en radiotherapie, immunosuppressieve medicatie en transplantatie. Verpleegkundigen die deze zorg verlenen hebben specifieke verpleegkundige competenties nodig. Hoewel er toegenomen scholingsmogelijkheden voor hematologieverpleegkundigen in Nederland bestaan, was er geen overeenkomst met betrekking tot benodigde kennis en vaardigheden. Om de kwaliteitseisen voor de verpleegkundige vervolgopleiding hematologie beter te definiëren en te handhaven heeft een werkgroep bestaande uit leden van de Special Interest Group Hematologie, onderdeel van V&VN Oncologie samen met vertegenwoordigers vanuit diverse opleidingsinstituten gewerkt aan een curriculum voor hematologie verpleegkundigen. Via internet en in de literatuur is gezocht naar beschrijvingen van de competenties. We vonden relevante informatie uit Zweden (2009) en het Verenigd Koninkrijk (2010). Samen met de CZO beschrijving voor oncologieverpleegkundigen (2007) vormde dit de basis van dit curriculum waarin deskundigheidgebieden en eindtermen voor hematologie verpleegkundigen zijn beschreven.
Dit curriculum beoogt uniformiteit in theoretische kennis en praktische vaardigheden voor de hematologie verpleegkundige werkzaam in klinische of poliklinische setting conform de echelon classificatie van de HOVON. Het curriculum beslaat verpleegkundige zorg gedurende het gehele ziekteproces: diagnose, behandeling, herstel en overleving evenals palliatieve zorg en zorg rond het levenseinde in de hematologie. Hoewel het hoofdzakelijk hemato-oncologische zorg betreft, omvat het curriculum ook de basis voor benige hematologische zorg. Voorbeelden van onderwerpen zijn: sturing van combinatietherapie, complexe farmacotherapie, stamcel mobilisatie, aferese, diverse transplantaties, infecties, graft-versus-hostziekte, late effecten, vroegtijdige menopauze, verbetering van kwaliteit van leven, psychosociale zorg voor de patiënt, broers en zussen en familie. In een aantal vergaderingen werden de specifieke kennis en vaardigheden die hematologieverpleegkundige moeten bezitten met elkaar bediscussieerd en beschreven. Het concept curriculum werd ter evaluatie voorgelegd aan hematologen en hemato-oncologie verpleegkundigen, leidinggevenden van hemato-oncologie afdelingen en patiëntenverenigingen. De ontvangen feedback is verwerkt in het huidige document. Het curriculum is qua stijl geschreven overeenkomstig de bestaande ‘Regeling CZO ziekenhuisopleidingen Deskundigheidsgebieden en eindtermen’ (2007). Dit curriculum voor hematologie verpleegkundigen is te lezen als paragraaf bij hoofdstuk 2, waarin de verpleegkundige vervolgopleidingen (VVO) zijn beschreven. Achtereenvolgens zijn het deskundigheidsgebied, de eindtermen en de specifieke bepalingen beschreven. Conform de bestaande regeling wordt bij de beschrijvingen steeds ‘hij’ gebruikt, waar zowel een mannelijke of vrouwelijke functionaris wordt bedoeld.
Het curriculum is ingediend bij het CZO ter goedkeuring.
3
DE VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN 2.1.7
De aanvulling op het deskundigheidgebied: De hematologie verpleegkundige
Dit is een aanvulling op het deskundigheidsgebied van alle verpleegkundigen – VVO. Dit is te vinden op pagina xx. De context Het deskundigheidsgebied van de hematologie verpleegkundige omvat zowel goedaardige als kwaadaardige hematologische ziekten. Het merendeel van de specialistische zorg kan echter worden toegeschreven aan de behandeling van patiënten met maligniteiten uitgaande van het hematopoëtische systeem. Meer concreet omvat het deskundigheidsgebied daarmee o.a. verschillende vormen van leukemie en lymfoom, multipel myeloom, myeloproliferatieve aandoeningen, hemoglobinopathieën, immuun trombocytopenie en stollingsziekten. De verpleegkundige praktijk van de hemato-oncologische setting kenmerkt zich door het dynamische karakter waar hoogcomplexe zorg wordt gegeven en intensief wordt samengewerkt met diverse disciplines. De hematologie verpleegkundige werkt in klinische of poliklinische setting in een ziekenhuis conform de echelon classificatie van de (HOVON)1. Er zijn 5 echelon levels waar niveaus van zorg worden onderscheiden: Level A, ziekenhuizen in het bezit van een vergunning voor allogene én autologe stamceltransplantaties Level B, ziekenhuizen in bezit van vergunning voor autologe (maar niet allogene) stamceltransplantatie Level C-HIC, ziekenhuizen die intensieve hematologische zorg kunnen leveren, zoals bij acute leukemiebehandeling Level C-SCT, ziekenhuizen die nazorg na autologe stamceltransplantaties kunnen leveren Level D, ziekenhuizen die niet-intensieve hematologische zorg kunnen leveren, zonder langdurige en/of diepe pancytopenie Afhankelijk van de werkplek De hematologie verpleegkundige werkt in de preventieve, diagnostische, curatieve, palliatieve- en terminale zorg, waarbij ‘supportive care’ door al deze zorgfasen van wezenlijk belang is. Er is sprake van ‘shared care’ tussen verschillende centra, waarbij een patiënt voor zijn behandeling in meerdere ziekenhuizen kan worden opgenomen/begeleid. Het behandeltraject is vaak intensief en langdurig. Het ernstige en recidiverende karakter van hematologische ziekten, én de intensieve behandeling met chemo-, radiotherapie en immunosuppressieve medicatie geven aanleiding tot complexe/risicovolle situaties waarvoor snel handelen noodzakelijk is. De hematologie verpleegkundige moet daarbij aandacht hebben voor de fysieke, mentale, sociale en existentiële behoeften van de patiënt en diens naasten. Er is een verschuiving gaande van de intensieve klinische hematologische zorg naar dagbehandeling en ambulante setting. De patiëntencategorie De hematologie verpleegkundige heeft de zorg voor patiënten met (1) een hemato-oncologische aandoening, (2) een benigne hematologische aandoening of (3) een níet-hematologische aandoening waarvoor een intensieve hematologische behandeling nodig is. De algemene omschrijving 'de hematologische patiënt' includeert de volledige zorgketen van de bovengenoemde patiënten: 1.
de patiënt die onderzoeken ondergaat in het kader van diagnostiek:
1
Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON): www.hovon.nl
4
2.
3.
4. 5. 6.
bloedafname, beenmerg-, lumbaalpuncties; microbiologische kweken afbeeldend onderzoek (echo, röntgen, PET-CT scan, MRI) de patiënt die (combinaties van) behandelingen ondergaat zoals: medicamenteuze therapie, waaronder chemotherapie (conventioneel en hoge dosis), target therapie, immunotherapie, biologicals (monoklonale antistoffen); mobilisatie van hematopoëtische stamcellen en stamcelafname; verschillende vormen van stamceltransplantaties (autoloog en allogeen) donor lymfocyten infusies en mesenchymale stamceltransplantaties; immuunsuppressieve behandeling; radiotherapie of behandeling met radioactieve stoffen; experimentele behandeling, bijvoorbeeld vaccinatiestudie met dendritische cellen behandeling in klinisch wetenschappelijk onderzoeksverband, fasestudies; symptoombehandeling; complementaire ondersteuning (weet) de patiënt die supportive care ontvangt: infectiepreventie (isolatie maatregelen, leefregels) infectiebehandeling (antibiotische, anti-mycotische en anti-virus medicatie) transfusie van bloedproducten (leefregels ter preventie van bloedingen) hanteren en verzorgen van centraal veneuze katheters, perifeer ingebrachte centraal veneuze katheters (PICC) en perifere infusen totale parenterale voeding de patiënt die ten gevolge van een allogene stamceltransplantatie Graft versus Hostziekte ontwikkelt; -de patiënt die palliatieve zorg ontvangt; -de patiënt die terminale zorg ontvangt.
De specifieke verpleegkundige zorg De veelzijdige werkzaamheden van een hematologie verpleegkundige omvatten het hele spectrum van zorg. Van preventie tot diagnostiek en behandeling in zowel de acute als chronische fase van het ziekte, zorg- en behandeltraject. Perioden van actieve ziekte en behandeling kunnen afgewisseld worden met perioden van remissie. Om te anticiperen op de steeds wisselende zorgvragen en de actuele gezondheidstoestand van de zorgvrager is kennis vereist van de aandoeningen, de verschillende behandelingen en de mogelijke complicaties en inzicht in de diverse factoren die de beleving van ziekte kunnen beïnvloeden. De verpleegkundige interventies kunnen eveneens, wanneer curatie niet meer mogelijk is, bestaan uit symptoombestrijding en ondersteunende zorg om de kwaliteit van leven zo optimaal mogelijk te maken. De vertaalslag van kennis en inzichten naar de verpleegkundige zorg komt naar voren in de kritische observatie, het gericht verzamelen van gegevens over de zorgvrager en zijn situatie om van daaruit gefundeerde conclusies te kunnen trekken. Een hematologische maligniteit heeft, vanwege het vaak levensbedreigende karakter, gevolgen voor het fysieke, psychische, sociale, emotioneel en spiritueel welbevinden van de patiënt en zijn/haar kwaliteit van leven. De gezondheidssituatie van de (pancytopene) patiënt kan snel wisselen waardoor de zorg weinig voorspelbaar van karakter is. De hematologie verpleegkundige begeleidt de patiënt bij het maken van keuzes rondom ziek zijn, behandelingen en levenseinde. Kennis wordt vereist ten aanzien van de psychologische en sociale consequenties van het hebben van ernstige en langdurige hematologische en hemato-oncologische ziekten, zoals verwerkingsprocessen, copingstrategie, reïntegratie en werkhervatting. Hij heeft specifieke aandacht voor en geeft begeleiding aan mantelzorgers. De hematologie verpleegkundige anticipeert op mentale- of gedragsveranderingen bij patiënten die een langdurige en/of ingrijpende behandeling ondergaan. De hematologie verpleegkundige voert interventies uit ten behoeve van het voorkomen en/of reduceren van angst, stress en/of pijn bij patiënten. De hematologie verpleegkundige coördineert de psychosociale begeleiding van de patiënt en zijn/haar naasten. Hij besteedt aandacht aan het verifiëren en in de juiste context plaatsen van (zelf)verkregen informatie uit de diverse bronnen evenals aan mogelijk ontstane chronische beperkingen en/of noodzakelijke veranderingen in het leefpatroon. Hij maakt hierbij gebruik van de
5
mogelijkheden die de patiëntenverenigingen en andere professionals bieden. Een bijzondere plaats wordt ingenomen door familieleden die gevraagd worden zich als stamceldonor te laten typeren. Een familielid komt daarmee als het ware zelf in een patiëntrol terecht voor donorkeuring, mobilisatie en donatiefase(n). De hematologie verpleegkundige geeft mondelinge voorlichting en verstrekt schriftelijke informatie aan de patiënt en diens naasten over een gezond leefpatroon en leefregels ter preventie van infecties en bloedingen. Hij verwijst zo nodig door naar de juiste instanties (primaire preventie). De hematologie verpleegkundige geeft, aanvullend op de informatie van de arts, mondelinge voorlichting en verstrekt schriftelijke informatie over het ziektebeeld, de behandeling en klinisch wetenschappelijk onderzoek. Hij verwijst zo nodig door naar de juiste hulpverlener (secundaire preventie). De hematologie verpleegkundige verricht verpleegkundige (nazorg) interventies bij een patiënt, gericht op het beperken van de gevolgen van ziekte en behandeling met chemo- en radiotherapie, en stamceltransplantatie (tertiaire preventie).
De hematologie verpleegkundige brengt ethische vraagstellingen in rondom haalbaarheid curatieve behandeling, kwaliteit van leven en palliatieve zorg gericht op de individuele/persoonlijke situatie van de patiënt. Hij instrueert patiënten en hun naasten over het gebruik van cytostatica, het toepassen van hulpmiddelen, lichaamsverzorging, lichamelijke veranderingen, aandachtspunten die belangrijk zijn te melden aan arts of verpleegkundige, leefregels betreffende infectiepreventie, bloedingsneiging en het omgaan met excreta na behandeling met cytostatica. Bijzondere aandacht is nodig voor het Arbo-beleid: veiligheidsvoorschriften m.b.t. het werken met gevaarlijke stoffen zoals o.a. chemotherapie en radioactieve bronnen (zowel voor patiënt, partner maar ook verpleegkundigen en andere medewerkers). Gezien de ingrijpende en vaak indringende problematiek waarmee de hematologie verpleegkundige in aanraking komt, is een professionele attitude, met in het bijzonder een juiste balans tussen ‘afstand’ en ‘betrokkenheid’, noodzakelijk. De hematologieverpleegkundige is bereid om collegiale ondersteuning te bieden bij ingrijpende gebeurtenissen.
6
2.8
De opleiding tot hematologie verpleegkundige
2.8.1
De eindtermen van de opleiding tot hematologie verpleegkundige Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens
1.1
De hematologie verpleegkundige verzamelt continu en op systematische wijze gegevens aan de hand van verpleegkundige anamnese en observatie bij de hematologische patiënt om zich een totaalbeeld te vormen van de (uitgangs)situatie van de hematologische patiënt. De hematologie verpleegkundige formuleert diagnoses en stelt een verpleegplan op, Gebruikmakend van protocollen en standaarden. Specifieke aandachtspunten zijn: verschillende diagnostische maatregelen; etiologie, epidemiologie, symptomatologie, stadiëring en prognose van de aandoening; principes, toepassingen en bijwerkingen van ingrepen of therapieën; de invloed van/op het immuunsysteem; de invloed op hormoonhuishouding, fertiliteit en sexualiteit; het acute karakter van de hemato-oncologische patiënt die risico loopt om neutropene koorts/sepsis te ontwikkelen, waarbij de gezondheidssituatie van de patiënt snel kan wisselen en de zorgintensiteit toeneemt; risico op bloedingen door trombocytopenie of stollingsstoornissen; observaties, op basis waarvan direct medisch handelen noodzakelijk is en spoedeisende hulp in acute en levensbedreigende situaties voor de patiënt; de invloed van/op psychische, sociale en culturele beleving; beschikbaarheid sociaal netwerk/mantelzorg; haalbaarheid van intensieve (allogene stamceltransplantatie) (draagkracht/draaglast); de aard en de lokalisatie van de aandoening en/of gevolgen van de behandeling daarvoor; comorbiditeit; Arbo-beleid, met specifieke aandacht voor het veilig omgaan met risicovolle stoffen; principes, diagnostiek en dilemma’s m.b.t. familiaire aanleg en genetische achtergrond van hematologische aandoeningen. Plannen van zorg
1.2
De hematologie verpleegkundige formuleert, op basis van verpleegkundige en medische diagnostiek, de beoogde resultaten van zorgverlening en beargumenteert de keuze en prioriteitsstelling voor interventies. Hij houdt rekening met: fase van het ziekteproces en de intensiteit van de behandeling; actuele gezondheidstoestand van de patiënt; voorspelbaarheid en verloop van de gezondheidsproblemen; te verlenen (basis) zorgactiviteiten; lichamelijke, psychische, sociale, emotionele en spirituele behoeften van de patiënt; waarden, normen en overtuigingen van de patiënt betreffende het hebben van de ziekte en de impact die de diagnose heeft op de patiënt en zijn omgeving; cultuur; sociaal netwerk; mantelzorg; stamceldonor; ketenzorg. Uitvoeren van zorg en bewaking
1.3
De hematologie verpleegkundige verleent op verantwoorde en doeltreffende wijze zorg aan de hematologische patiënt. Specifieke aandachtspunten zijn:
7
-
-
-
-
fase van het ziekteproces; voorbereiding op, ondersteuning bij en uitvoeren van onderzoek en al dan niet gecombineerde behandelingen; chemotherapie; immunologische behandelingen, biologicals (monoklonale antistoffen); radiotherapie; hematopoëtische stamceltransplantatie, beenmergtransplantatie, navelstrengtransplantatie, mesenchymale stamceltransplantatie, donor lymfocyten infusie; therapeutische aferese (weet): o stamcelaferese; o erytrocytaferese; o plasmawisseling; flebotomie wetenschappelijk onderzoek (good clinical practice); complexe farmacotherapeutische behandeling: o polyfarmacie supportive care; o infectie preventie; o infectie behandeling met speciale aandacht voor bijzonder resistente microorganismen en daaruit voortvloeiende noodzakelijke maatregelen; o preventie bloedingen; o transfusies van bloed en bloedproducten; o totale parenterale voeding; o complementaire ondersteuning; o symptoombehandeling; veiligheid voor de patiënt en zijn omgeving; veiligheid voor zichzelf; multidisciplinaire samenwerking; continuïteit van zorg; snelle en naadloze zorg waarborgen in geval van onverwachte of langdurige complicatie in ambulante, klinische cq. ‘shared care’ setting waarbij de patiënt zijn behandeltraject in verschillende ziekenhuizen doorloopt.
1.4
De hematologie verpleegkundige signaleert bij de patiënt gezondheidsbedreigende symptomen op fysiek, psychisch en sociaal terrein en neemt op grond van deze signalen maatregelen om te voorkomen of te beperken.
1.5
De hematologie verpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond de patiënt en initieert hierbij op het juiste moment verschillende overlegsituaties. Hij coördineert en participeert in deze overlegsituaties.
1.6
De hematologie verpleegkundige voert zijn werkzaamheden uit aan de hand van protocollen en standaarden gebaseerd op basis van aanwezige evidence based – of best practice. De hematologie verpleegkundige legt verantwoording af over zijn werkzaamheden, de keuze van interventies, die afwijken van protocollen en standaarden en over interventies in situaties, waarin deze protocollen en standaarden ontbreken. Evalueren en rapporteren
1.7
De hematologie verpleegkundige stelt de verpleegkundige zorg zo nodig bij aan de hand van de resultaten verkregen door continue en systematische evaluatie van de gegevens en zorgresultaten van de patiënt. Hij rapporteert en draagt de gegevens over de verleende zorg over aan anderen.
2
Communicatie
2.1
De hematologie verpleegkundige geeft psychosociale zorg en begeleiding aan de patiënt en/of naasten. Specifieke aandachtspunten zijn: begeleiding tijdens alle fasen van het ziekteproces;
8
-
copingstrategieën; heeft inzicht en ervaring in de begeleiding na “slecht nieuws” en andere gesprekken met psychosociale gevolgen; crisisinterventie.
2.2
De hematologie verpleegkundige geeft voorlichting aan de patiënt en/of naasten teneinde hen zoveel mogelijk de gelegenheid te bieden de zorg voor zichzelf uit te voeren. Specifieke aandachtspunten zijn: individueel en eventueel groepsgewijs voorlichting geven; kennis van en inzicht in de noodzaak van preventie; instructie hoe te handelen bij koorts, bloedingen en andere klachten met noodnummers voor 24-uur bereikbaarheid; kennis van en inzicht in de te verwachten ontwikkelingen in de hematologie (toekomstscenario’s); therapietrouw en zelfmanagement; relevante patiëntenverenigingen; het vinden van een evenwicht tussen enerzijds de gevolgen van de ziekte en de medische behandeling en anderzijds de gewenste levensstijl / kwaliteit van leven.
2.3
De hematologie verpleegkundige bespreekt, in samenwerking met de arts en rekening houdend met de eigen beroepsgrenzen, de feitelijke en de te verwachten gevolgen van onderzoek en behandeling met de patiënt en/of naasten, zodanig dat zij weloverwogen besluiten kunnen nemen ten aanzien van de behandeling en de zorgverlening (informed consent). Specifiek aandachtspunt is: vraagstukken met ethische afwegingen.
3
Samenwerking
3.1
De hematologie verpleegkundige neemt de overdracht van de patiënt op een systematische wijze in ontvangst en verwerkt de gegevens uit de overdracht op een adequate wijze. Hij organiseert de verpleegkundige zorg op de hematologieafdeling als een onderdeel van de keten van zorgverlening die de patiënt doorloopt. De hematologie verpleegkundige draagt de zorg en de behandeling van de patiënt op een systematische wijze over aan anderen binnen deze keten van zorgverlening (zowel intern als extern).
3.2
De hematologie verpleegkundige is in staat om een consultvraag te formuleren en stemt in nauwe samenwerking met de verschillende disciplines die bij de uitvoering van de behandeling van patiënten betrokken zijn, de (keten)zorg af (zorginhoudelijke regiefunctie).
3.3
De hematologie verpleegkundige levert een bijdrage aan de ethische besluitvorming met betrekking tot de behandeling en de zorg voor de patiënt door actief te participeren in (multidisciplinaire) overlegsituaties op patiënten- en afdelingsniveau.
3.4
De hematologie verpleegkundige verleent effectief consult en geeft effectief advies en instructie aan verpleegkundigen en overige beroepsbeoefenaren met betrekking tot de zorg aan hematologische patiënten.
3.5
De hematologie verpleegkundige is in staat zijn eigen taken af te bakenen ten opzichte van die van andere verpleegkundige, paramedische en medische disciplines.
4
Kennis en wetenschap
4.1
De hematologie verpleegkundige past evidence based/best practice toe in de dagelijkse beroepspraktijk. Hij formuleert op basis van ervaringen in de dagelijkse beroepspraktijk concrete probleem- of vraagstellingen om de beroepspraktijk te verbeteren; zoekt vanuit deze concrete probleem- of vraagstelling relevante evidence based/best practice in de vakliteratuur; handelt in de dagelijkse beroepspraktijk volgens deze evidence based/best practice.
9
5
Maatschappelijk handelen
5.1.1
De hematologie verpleegkundige treedt adequaat op bij incidenten in de zorg en bij incidenten die de veiligheid van patiënten en/of medewerkers betreffen.
5.1.2
De hematologie verpleegkundige handelt volgens wettelijke bepalingen (BIG/WGBO/BOPZ/Wet op de orgaandonatie) en geldende kwaliteitsnormen (NIAZ/JACIE)
6
Organisatie
6.1
De hematologie verpleegkundige werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie van de afdeling, het ziekenhuis en de gehele keten van zorgverlening.
6.2
De hematologie verpleegkundige committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en professional in de arbeidssituatie.
6.3
De hematologie verpleegkundige draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en effectiviteit van de ziekenhuisorganisatie.
6.4
De hematologie verpleegkundige vertegenwoordigt de belangen van patiënten binnen de afdeling, de instelling en binnen de gehele keten van zorgverleners.
6.5
De hematologie verpleegkundige staat garant voor uitvoering van het beroep op basis van de actuele kennis en kunde.
7
Professionaliteit en kwaliteit
7.1
Levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze.
7.2
De hematologie verpleegkundige ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan.
7.3
De hematologie verpleegkundige is in staat eigen lacunes in kennis of vaardigheden op te sporen en deze via na- bijscholing op te heffen in een continu leerproces.
7.4
De hematologie verpleegkundige heeft kennis van het doel en de werkwijze van de beroepsvereniging (V&VN afdeling Oncologie, Special Interest Group Hematologie)
7.5
De hematologie verpleegkundige draagt het vakgebied uit, onder andere door middel van klinische lessen, presentaties en publicaties. Hij participeert in de begeleiding van hematologie verpleegkundigen in opleiding.
7.6
De hematologie verpleegkundige is in staat de vertaalslag te maken van een medisch behandelprotocol naar uitvoering van verpleegkundige zorg en patiënteninformatie.
7.7
De hematologie verpleegkundige doet voorstellen tot verbetering van het beleid met betrekking tot de zorg van patiënten die een hematologische behandeling ondergaan..
10
2.8.2
De specifieke bepalingen van de opleiding tot hematologie verpleegkundige
Instroomeisen De instroomeisen zijn: - de student staat in het BIG–register geregistreerd als verpleegkundige; - de student heeft gedurende de opleiding een dienstverband met een ziekenhuis. Omvang van de opleiding in klokuren Minimum aantal praktijkuren: 1200 uur. Minimum aantal theorie-uren: 120 uur. Minimumaanstelling per week in klokuren Minimum aantal uren: 24 uur op een hematologische afdeling conform de echelon classificatie van de (HOVON) level A t/m D. Tijdens de opleiding moet minimaal 300 uur op een level A of B afdeling stage worden gelopen.
11
Bronnen en referenties
Regeling CZO ziekenhuisopleidingen Deskundigheidsgebieden en eindtermen (2007). College Ziekenhuis Opleidingen. http://www.czo.nl/czo_dev/downloads/harmonisatie/Regeling_CZO_Ziekenhuisopleidingen_Desk undigheidsgebieden_en_Eindtermen.pdf.
Echelon classification (2013). Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON). http://www.hovon.nl/ziekenhuizen/echelonering.html?keyword=echelon.
Facilities for the Treatment of Adults with Haematological Malignancies – ‘Levels of Care’ (2009). British Society for Haematology, Haemato-OncologyTask Force.
Competence description and proposed education for registered nurses specializing in haematological nursing (2006). Association of Haematology nurses in Sweden – HEMSIS & Swedish society of nursing – SSF.
12