Culemborg, 27 april 2016 Tekst: Lucas 3 en Handelingen 2 Thema: ‘Water, vuur en wind’ Voorganger: ds. Henri Veldhuis
Gemeente van onze Heer, Jezus Christus, In deze Pinksterpreek gaat het over drie elementen: water, vuur en wind, en drie personen: Johannes de Doper, Jezus en Petrus. En we volgen de betekenis van die elementen, want die verschuift, en ook de drie personen, om uit te komen bij het hart van Pinksteren, het feest van de harten die opengaan. Het is een bekende opvatting uit de oude Griekse filosofie dat alles wat bestaat is samengesteld uit vier elementen: aarde, water, wind en vuur. En nog steeds spelen die elementen een belangrijke rol in oosterse en andere spirituele visies op het leven en de gezondheid van mensen. Vanmorgen gaat het over drie van de vier: water, vuur en wind, of geest, - de geest als wind of levensadem. Elk van die elementen heeft twee kanten, die van leven en dood, zegen en vloek, redding of vernietiging. De aarde is vaste grond onder de voeten, veilige woonplaats temidden van het dreigende water. Maar als de aarde beeft. sterven vaak veel mensen. Water is een bron van leven en gezondheid, maar ook een zee van storm en verdrinking. Vuur is een geschenk uit de hemel voor licht en warmte, voor ijzer smeden en voedselbereiding. Maar niets is zo vernietigend als vuur. En de wind brengt ons over verre zeeën en is de adem van alle natuur, maar alles vernietigend in woeste stormen. De oerbeelden van aarde, water, vuur en wind spelen door de eeuwen heen een belangrijke rol in de verbeelding van God en geloof. Maar dus ook hun dubbele, ambivalente betekenis, van heil of onheil, van genezing of verwoesting, ook in onze verbeelding van God en zijn daden. In welk opzicht is de Geest van God een heilzame of juist vernietigende kracht? We zien dat in de profetie van Joël, die Petrus citeert in zijn preek op eerste Pinksterdag. Als de omstanders denken dat die vrolijke apostelen al vroeg in de morgen dronken zijn, roept hij uit: ‘Nee hoor, we zijn niet dronken. Hier gebeurt wat Joël heeft aangekondigd over de grote dag des Heren. Als die komt zal de Geest van God worden uitgestort op alle soorten van mensen: zonen en dochters zullen profeteren, jongeren zullen visioenen zien en ouderen dromen, ja zelfs slaven en slavinnen zullen profeten van God zijn. In deze eerste woorden hebben het vuur en de wind van de Geest dus de betekenis van visionaire inspiratie, profetische bezieling, vitaal geloof. Maar Petrus citeert nog meer uit Joël: “Als de Geest dan is uitgestort komt ook de grote Dag des Heren met zijn oordeel, een kosmische gebeurtenis van zon en maansverduistering, van vuur en rook. Alle gelovigen worden gered, maar alle ongelovigen zullen vergaan.” In het tweede deel van de profetie krijgen de elementen dus een destructieve betekenis: aardbe-
ving, storm, donder en bliksem, een kosmisch oordeel zal over de aarde gaan en de ongelovigen worden weggevaagd. In deze traditie van Joël en andere profeten uit het Oude Testament over het laatste oordeel staat ook Johannes de Doper. Als hij bij de Jordaan staat - ik ben daar geweest vorige week - (zie mijn foto’s) en de mensen oproept zich te bekeren, dreigt hij met de komende Dag des Heren. De bijl ligt aan de wortel. Gods vuur zal de ongelovigen verbranden als kaf. Als je aan dat vuur wilt ontkomen, bekeer je dan, en laat je hier dopen in de Jordaan. “Ben jij, Johannes, dan de Messias?”, vragen de toehoorders. “Nee”, zegt Johannes, “na mij komt iemand die veel groter is dan ik. Ik doop met water maar Hij zal jullie dopen met vuur en geest.” Dus vóór de grote oordeelsdag is er volgens Johannes eerst zijn waterdoop en dan de vuur- of geestesdoop van Jezus. Maar wat is dan het verschil tussen die twee soorten van doop: die van water en die van de geest of vuur? Daarover is in de christelijke traditie en theologie heel wat nagedacht en gediscussieerd, ook over de vraag hoe je het verschil zichtbaar kunt maken in de liturgie. Je zou het zo kunnen zeggen: Beide soorten van doop horen bij elkaar, maar ze belichten twee verschillende aspecten van één proces, van één weg waarop God ons meeneemt. Daarbij gaan ze ook over de twee kanten van de elementen die ik noemde: de heilzame en de vernietigende kant, die samen komen in wat we ‘zuivering’ of ‘reiniging’ noemen. Zuivering is het redden en bewaren van iets door het wegdoen, het afwassen of wegbranden van iets dat onzuiver is. Eerst de waterdoop. Die is er voor mensen die hebben besloten om van nu af aan te leven volgens het woord van God, als lid van zijn gemeente. Die beslissing neem je met je hart, je verstand en je wil, voor jezelf of voor je kinderen, als je die laat dopen. Door die doop kies je dus voor de omgeving van God en zijn Heilige Geest, voor de kring van naastenliefde die anders is dan de wereld van het eigenbelang. Maar ook al doe je zo’n stap van de waterdoop met volle overtuiging, dat wil dat nog niet zeggen dat jouw ziel en leven al in alle opzichten al zijn doortrokken van Gods Geest. Zelfs wanneer je al lang geleden bent gedoopt en je al heel lang christen bent, kun je nog vaak het gevoel hebben dat je niet van binnenuit gelooft, dat je meer wordt geleid door uitwendige regels en gewoontes dan innerlijke motivatie. Jouw innerlijke bron van geloof is niet altijd zo sprankelend en sterk. Het innerlijk vuur brandt misschien op een laag pitje, of ligt verscholen onder een dikke laag as. Ook als trouw kerklid denk je misschien: “Ben ik wel echt christen? Het lééft zo weinig. Graag zou ik geloven met wat meer spirit en overtuiging.” Tegelijk moeten we voorzichtig zijn met oordelen. Want we zijn gedoopt, we horen bij die gemeenschap, we proberen nog steeds bewust christen te zijn. Toch sluimert een verlangen naar méér en voluit geloven, van binnenuit. En telkens weer ondervind je bij jezelf dat die scheiding tussen goed en kwaad er niet één is tussen christenen en niet-christenen, tussen kerk en wereld, maar dat die scheiding dwars door jezelf heengaat, door het midden van je eigen hart. 2
Dus als het waar is, zoals de oude profeten zeggen, dat een dag des oordeels komt waarop alle elementen van de kosmos over ons losbarsten, - zoals de bombardementen op Gaza of raketten op Tel Aviv - wie zal dan nog behouden blijven? Want zo’n duidelijke scheiding kun je toch niet maken, tussen kaf en koren, tussen goede en verkeerde mensen? Dan blijft er geen mens in leven. Dat dacht God de Schepper dus ook . . . Hij zag wel in, dat het oordelende en zuiverende vuur van zijn Geest niet zómaar scheiding kan maken tussen goede en verkeerde mensen, want geen mens blijft zonder zonde, ook niet een christen na zijn doop. Het vuur van zijn Geest zal dus veel subtieler en voorzichtiger te werk moeten gaan, ook bij mensen die al gedoopt zijn met water en proberen te leven uit geloof. Een leven lang nog zal de Geest van God proberen, - in grote of kleine stappen -, steeds verder door te dringen in de kleinste hoekjes en poriën van ons hart en leven. Zodat we steeds meer zullen geloven ‘van binnenuit’, vanuit de bron die Gods Geest wil uitgraven in ons hart. Dát is de doop van de Heilige Geest, als de Geest steeds meer binnen komt, de Geest van God als innerlijke werkelijkheid waaruit we leven. De waterdoop is ook al een geestelijk gebeuren, als het goed is, want we brengen onszelf en onze kinderen in de sfeer van God en zijn Geest. We kiezen voor Hem en zijn liefde, voor de omgeving van zijn kerk en koninkrijk. Maar het proces van verinnerlijking gaat door, een lange weg van pieken en dalen, vallen en opstaan, een levenslang proces. En soms kan de Geest dan zó naar binnen slaan, - en daarom ook naar buiten -, als bij de apostelen op het Pinksterfeest. Na vijftig dagen van wachten en bezinning breekt de betekenis van Jezus en zijn opstanding zó door in het binnenste van hun hart, dat ze uitgelaten op straat vertellen wat hen bezielt. Prachtig en heerlijk, als er momenten of tijden zijn dat je zó vervuld bent van stralend geloof. Maar het blijft niet altijd zo. Ook in het leven van grote gelovigen volgen er weer perioden van twijfel, leegte en aanvechting. Het leven van een christen, en van veel andere mensen (want de Heilige Geest werkt overal), is een leven tussen waterdoop en geestesdoop, tussen kiezen voor de Geest van God als de ruimte waarin je wilt leven, en de geestesdoop, als je eruit kunt leven, van binnenuit. En altijd gaat in ons leven dat subtiele werk van de Geest door, die scheiding tussen goed en kwaad, niet een laatste scheiding tussen mensen, maar de scheiding tussen goed en kwaad in het hart van elk mens, in ons eigen hart. Want God wil niemand vernietigen, geen mens. Hij wil iedereen redden. En daarom moet Hij zijn kosmische oordeel subtiel afstemmen op zuivering van onze kwetsbare en angstige ziel, - om te beginnen bij ons zelf. Altijd blijven we op weg tussen waterdoop en geestesdoop als de twee polen van ons leven. Toen Johannes de Doper profeteerde dat na zijn waterdoop de Messias zou komen met een doop van geest en vuur, wist hij niet wát hij profeteerde. Want Jezus bleek niet te komen met een kosmisch oordeel. Jezus ging de weg op van de geweldloze Heilige Geest, de geest die mensen wil reinigen en redden. Want anders dan zó kan het niet. Johannes is later zó verbaasd, en ook wel teleurgesteld, over die zachtzinnige manier van Gods oordeel, dat hij aan Jezus laat vragen of Hij ècht wel de Messias is. 3
Op Pinksterdag klinkt opnieuw het antwoord op die vraag als Petrus zegt: die zwakke Messias met zijn weerloze liefde, die Messias die jullie gekruisigd hebben, juist die heeft God opgewekt. Want zó wil God het doen, op de manier van Jezus. Zó wil God ons oordelen en redden, op de weg van Jezus. En alleen zó komt die profetie van Joël tot vervulling, zegt Petrus ook, want vanaf nu wordt de Heilige Geest van liefde uitgestort op alle vlees: man en vrouw, heer en slaaf, Jood en Griek. Het is een vuur dat geen mensen wil vernietigen, maar wel zuivert. Het vernietigt alleen het kwaad. Het is een doop van water, vuur en wind die mensen zuivert en bezielt, zodat ze gaan leven van binnenuit, steeds meer, - steeds opnieuw. De afgelopen week was ik met Jan den Hertog in de bezette gebieden van Jeruzalem en Palestina. We zagen daar een grote muur die als een laatste oordeel scheiding wil maken tussen goede en kwade mensen. We hebben er zoveel onrecht gezien, dat ik de profeten wel begrijp als ze in heilige toorn bidden om de dag des oordeels met vuur uit de hemel, een gebed van getergde joden of getergde Palestijnen. Maar juist bij zo’n muur besef je dat het nieuwe Jeruzalem er niet zal komen door geweld. Want geweld gaat niet diep genoeg. Geweld brengt geen genezing van het hart. Geweld en angst verhinderen de geestesdoop. Alleen als de Geest van God de muren afbreekt in de harten van mensen, - om te beginnen bij ons zelf -, zal er vrede komen in Jeruzalem en op heel de aarde. Gods waarheid over ons leven is heel confronterend, maar ook heel voorzichtig. Want we zijn zo angstig, breekbaar en raakbaar. In de afgelopen week waren we vier dagen op het bedrijf van een christelijke Palestijnse familie, een kwekerij vlak bij Bethlehem. Dit bedrijf van familie Nassar (Tent of Nations) wordt van alle kanten omsingeld en bedreigd door geweld van joodse kolonisten en het Israëlische leger. Maar de familie weigert om er weg te gaan en gaat door met hun leven. Bij de oprit van hun bedrijf staat op een grote steen het motto waaronder ze leven, werken en geloven: “We refuse to be enemies”. “We weigeren om vijanden te zijn”. Als je dát blijft zeggen in zo’n weerloze situatie, afgesneden van water en zoveel meer, dan ben je wel gedoopt met de kracht van Heilige Geest, Wij mensen zijn allemaal zo kwetsbaar en kostbaar. Daarom weigert God onze vijand te zijn. We zijn zo kwetsbaar als een zeepbel van lucht en water. Denk er straks maar aan, als je bellen blaast en die nakijkt: “Zó ben ik. God moet wel voorzichtig zijn. Zo ben ik. Wat mooi, als God zijn adem blaast in mij.” Amen
4
Gebed van Eerste Pinksterdag Geest van God, Het is Uw dag vandaag, en zo graag willen wij úw mensen zijn: bezíelde mensen, vrij van kwaad en zorgen, vrolijke mensen, als het kan, bij alle verdriet en vragen. Het is uw dag, en morgen ook, en altijd weer, want altijd wel gunt U ons geloof in de liefde, vertrouwen in elkaar, dankbaarheid voor het leven. Geest van God, evenals de wind kunnen wij U niet vangen en vasthouden, U komt wanneer U wilt, als geschenk van ons leven. We bidden erom, als kinderen en volwassenen: dat U ons vrolijk maakt en vol van liefde. Amen
5