Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gouda t.a.v. Wethouder mevrouw M. Suijker Postbus 1068 2800 BB GOUDA Contactpersoon Mr. Jan C. van Ingen
kenmerk 2014-01-13-001
Gouda 13 januari 2014
onderwerp Advies kaders sociaal domein Geachte mevrouw Suijker, De WMO-Raad Gouda (hierna te noemen de WMO-raad) brengt het onderstaande advies uit naar aanleiding van uw adviesaanvraag over de kaders van het Sociale Domein, zoals door u gevraagd in uw brief dd. 17 december 2013. Onze reactie is onderstaand puntsgewijs weergegeven. Daar waar de WMO-Raad nadere toelichting dan wel verduidelijking wenst, is in de kantlijn een nummer weergegeven. Tekstuele aanpassingen Op pagina 12 van de kadernota is in het vak rechts onder het kopje “Vrijwilligerswerk” enige tekst weggevallen (achter Matchen van vraag en aanbod, maatjesprojecten, signalerende …) Op bladzijde 23, de een na laatste alinea staat: De middelen in het deelfonds sociaal … Daar moet het woord “domein” nog aan worden toegevoegd. Op bladzijde 25: 1e alinea: Het rijk heeft het rijk toegezegd etc. moet zijn: Het rijk heeft toegezegd in .. Algemeen Het voorgelegde stuk ademt wederom als een zeer abstract document. Wellicht kan dat ook niet anders want het wordt gezien als kader, fundament en hulpmiddel hoe deze veranderingen in “sociaal domein” de komende jaren zo goed mogelijk kunnen worden geregeld. Dus er komt nog heel veel vast te stellen beleid van de lokale overheid om op deze vastgelegde weg verder beleid te ontwikkelen. De gemeente moet de kaders vorm en inhoud geven, aangepast aan de bevolking van Gouda.
Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 1 van 7
Deze nota is overigens een stap in de goede richting voor wat betreft de uit te voeren decentralisaties in 2015. De WMO-Raad kan zich vinden in de uitgangspunten genoemd in de nota. In 2014 verwacht de WMO-Raad dat er meer duidelijkheid zal komen over wetgeving, cliëntenbestanden en budgets. Dit temeer daar veel taken naar de gemeenten toekomen. Dit impliceert voorts weer dat het ook de taak van de WMO-Raad is om de vinger aan de pols te moeten houden. Daarnaast constateert de WMO-raad dat er nog veel zaken onduidelijk zijn (op het gebied van wetgeving, cliëntgegevens en kennis van nieuwe taken), zijn er risico’s en rijst de vraag of het (bestaande of toekomstige) budget toereikend is. De WMO-raad stelt wel vast dat het een goede zaak is dat de gemeente, die het dichtst bij de burger staat, de aangewezen bestuurslaag is om dè centrale rol te vervullen bij de opbouw van het sociaal domein. Daardoor is de gemeente ook in staat om efficiënter en gerichter beleid vast te stellen en kunnen bestaande schotten tussen de financieringsbronnen weggenomen worden. Daarnaast moet er naar de opvatting van de WMO-raad bij iedereen een cultuuromslag plaatsvinden en dat er meer voor elkaar gezorgd moeten gaan worden (omzien naar elkaar, sociale cohesie). De eigen regie, eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en het benutten van een eigen netwerk zijn en blijven reële en betrouwbaar goede uitgangspunten. Daarbij tekent de WMO-raad wel aan dat het vast te stellen beleid steeds gericht dient te zijn op de kwetsbare burger die de zorg nodig heeft en die zorg ook daadwerkelijk ontvangt. . De WMO-raad heeft op 6 maart 2013 aan uw college een advies uitgebracht en daarop is geantwoord dat college en WMO-raad het met elkaar eens zijn over de integrale aanpak, de regionale aanpak en dat de bekende 3 onderwerpen in samenhang dienen te worden opgepakt. De beleidsinvulling kan namelijk niet los worden gezien van de beschikbare financiële middelen.
1
2
3
Het zoeken naar evenwicht tussen maatwerk, gelijke behandeling en gezond financieel beleid is ook voor het college een herkenbaar dilemma. Zo werd namens uw college door de wethouder in de brief van maart 2013 gesteld, naar aanleiding van de advisering van de WMO-raad. De WMO-Raad ziet hier echter niet veel van terug in deze kadernota. Volgens het college zou in de uitvoering ook een accent gelegd worden op monitoring. Dit onderwerp zouden wij ook graag terug zien in deze nota. Op 4 september 2013 is tijdens het overleg met de gemeente vanuit de WMO-Raad aangegeven dat de verhouding tussen eigen kracht en eigen regie verduidelijkt zou moeten worden. Dit onderwerp zou de WMO-Raad ook graag terug zien in deze kadernota.
Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 2 van 7
Inleiding – Drie Decentralisatie: meer doen met minder (pagina 2)
4
5
Onder het eerste aandachtspunt wordt aangegeven dat Gouda als centrumgemeente verantwoordelijk wordt voor beschermd wonen van mensen met een psychische beperking. Onduidelijk is of dit ook geldt voor daklozen en voor mensen binnen de maatschappelijke opvang. Deze zaken kunnen naar de mening van de WMO-Raad niet los van elkaar worden gezien. Onder het derde aandachtspunt wordt aangegeven dat de Wsw vervalt, waardoor de gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen om mensen met een arbeidshandicap te begeleiden naar werk. In deze kadernota komt niet duidelijk naar voren op welke wijze u deze taakopdracht zou willen inbedden in de gemeentelijke organisatie. Hoofdstuk 1. Naar de nieuwe sociale infrastructuur Onderaan pagina 4 wordt ingegaan op de minder zelfredzame huishoudens. In vier punten maakt u hier onderscheid in groeperingen van inwoners. Naast deze indeling wordt ineens ingegaan op ‘de balans tussen de draagkracht en draaglast’. Hieruit maken wij op dat zij die het kunnen betalen niets ontvangen vanuit de gemeente en zij die het financieel minder hebben voor een vergoeding in aanmerking komen. Door de WMO-Raad is in maart 2013 aangeven dat hier duidelijk sprake is van ongelijke behandeling. Een nadere onderbouwing ontbreekt in deze nota. Hoofdstuk 1: De nieuwe sociale infrastructuur: dichtbij en doeltreffend
6
7
Het schema op pagina 5 begint met een vraag / behoefte. Hier staat niet duidelijk hoe u dit wilt organiseren met mensen die wel hulp nodig hebben, maar de vraag zelf niet kunnen/ zullen formuleren, zoals de zogenaamde ‘zorgmijders’.. Bij de toelichting gaat u onder punt B in op de wijze waarop informatie en advies wordt verstrekt. Hier geeft u aan dat er ‘laagdrempelig’ toegang tot informatie en advies wordt gegeven. In de nota is niet naar voren gekomen hoe u dit vorm wilt geven. Hoofdstuk 1: De piramide als beleidsmatig ordeningsprincipe (pagina 6)
8
In punt B geeft u aan dat de gemeenten er voor moeten zorgen dat de digitale advies- en informatievoorziening op orde blijven. De WMO-raad is benieuwd naar de wijze waarop u hier als college invulling en uitvoering geeft. Hoofdstuk 2: De sociale infrastructuur verder uitgewerkt. Op pagina 8, onder de Sociale Teams, wordt aangegeven dat de samenstelling van de sociale teams per gemeente kan wijzigen. De WMO-Raad is van mening dat deze samenstelling goed bewaakt dient te worden, opdat er een goed afgewogen samenstelling van deze teams ontstaat. Zo dient er gedacht te worden aan een evenwichtige deelname van alle disciplines, zoals bijvoorbeeld werkers uit Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 3 van 7
9
psychiatrie, t.b.v. dak- en thuislozen en voor de maatschappelijke opvang. Ook hier is de WMO-Raad benieuwd naar de wijze waarop u dit gaat bewaken. Verschuivingen naar vrijwillige inzet
10
Op de pagina’s 12 en 13 staan schema’s die verschuivingen laten zien van maatwerk naar algemene voorzieningen en van professionele zorg naar vrijwillige inzet. Het is goed dat vrijwilligers zich inzetten maar het kan naar de opvatting van de WMO-Raad toch niet zo zijn dat zij de professionele zorg overnemen. Vrijwilligers hebben hiervoor niet de expertise kunnen opbouwen en zijn hiervoor niet opgeleid. De bezorgdheid die de WMO-raad uw college reeds eerder over heeft gebracht, is door deze kadernota niet weggenomen en daarom verzoekt de WMO-raad uw college in deze de nodige duidelijkheid te verschaffen.
11
In dit overzicht is niet duidelijk aangegeven hoe nu omgegaan wordt met de dagbesteding voor de maatschappelijk kwetsbare groep (psychiatrie, dak en thuislozen). Kunt u aangeven wat hier de toewijzingscriteria zijn en hoe deze worden uitgevoerd?
12
Op pagina 12 is een schema opgenomen over de transformatie van hulp. In het 2de vak rechts staat de term ‘Waakvlambegeleiding’. In de nota wordt geen uitleg gegeven over deze term noch wie deze 24-uurs luisterend oor uitvoert. Persoonlijke Verzorging (pagina 12)
13
Nu duidelijk is dat de PV voor 95% naar de zorgverzekeraars gaat, blijft er 5% over voor de gemeenten. Deze 5% kan worden ingezet (vlgs VNG) voor de begeleiding van inwoners bij algemene dagelijkse levensverrichtingen. Verder is afgesproken dat wijkverpleegkundigen een rol krijgen in de sociale wijkteams. Naast het verlenen van zorg gaan wijkverpleegkundigen ook een schakelfunctie vervullen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg. Door deze splitsing is het van groot belang dat er goede afspraken worden gemaakt tussen de zorgverzekeraars en de gemeenten. De WMO-raad vraagt uw college om hier duidelijkheid in te verschaffen en daarbij tevens aan te geven op welke wijze uw college voornemens is dit te gaan regelen Hoofdstuk 3: Sturing en inkoop (pagina 16) In september 2013 is tijdens een overleg om een betere uitleg over de keuzevrijheid in relatie tot artikel 6 van de WMO gevraagd. (In artikel 6 staat o.a. dat het college personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze biedt tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget). Het is in uw notitie niet duidelijk hoe u dit nu wenst te implementeren. In de paragraaf Keuzevrijheid voor inwoners gaat het om die keuzevrijheid van de burger bij Zorg in Natura. Er worden raamcontracten met zoveel mogelijk aanbieders Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 4 van 7
14
afgesloten. Dat is op zich een goede zaak en biedt keuzemogelijkheden voor de burger. Daarnaast is er dan nog het dynamisch selectiemodel en uiteindelijk het PGB. Het is de WMO-Raad niet duidelijk hoe dit te rijmen valt in het licht van artikel 6 van de WMO. Hoofdstuk 4: Overgangsrecht en procesbesluiten (pagina 19)
15
In de WMO voor 2015 is sprake van een overgangsrecht van maximaal 1 jaar, met uitzondering van het recht op Beschermd wonen (centrumgemeente). Hiervoor geldt een termijn van 5 jaar. De overgangstermijn geldt voor zowel Zorg in Natura (ZIN) als voor inwoners die gebruik maken van een Persoonsgebonden Budget (PGB). Als het college op een zorgvuldige wijze een nieuw besluit neemt waarmee de burger instemt, eindigt de overgangstermijn. In de nota is niet duidelijk gemaakt of mensen met een psychiatrische beperking/ verstandelijke beperking die nu in een instelling wonen, daar voorlopig kunnen blijven wonen onder de voorwaarden die nu gelden. Zoals het er nu staat, lijkt het alsof een burger voor zijn eigen situatie kan instemmen met een nieuw besluit van de gemeente, of geldt dit dan voor alle mensen uit de betreffende doelgroep? Waar blijven deze mensen als het project waarin zij nu wonen niet kan voortbestaan door de komende veranderingen? Langer thuis wonen: het scheiden van wonen en zorg (SWZ) (pagina 20/21)
16
In deze paragraaf geeft u aan dat mensen langer thuis moeten blijven wonen als zij niet eerder in een voorziening terecht kunnen. Dit betekent heel veel druk op het gezin of de woonsituatie waar de betrokkene op dat moment verblijft. In de kadernota ziet de WMO-Raad niet opgenomen hoe u deze situatie monitort. Het extramuraliseren van de ZZP’s leidt inderdaad tot grote gevolgen voor de korte en langere termijn. Gesteld wordt dat dit voor de korte termijn ligt in de toenemende vraag naar zorg en ondersteuning, lokaal in de wijk. Dit vraagt om de opstelling van vernieuwde concepten. Waartoe dat leidt is niet helemaal duidelijk doch de WMORaad gaat er vanuit dat de vernieuwende concepten beleidsuitgangspunten zullen zijn. Daarbij gaat de WMO-Raad er ook vanuit dat de adviesraad nog benaderd zal worden om hierover te adviseren. De maatschappelijke zorg (voorheen (O)GGZ) in het sociaal domein (pagina 21) In het Bestuurlijk Akkoord toekomst GGZ 2013 zijn onder meer afspraken gemaakt om mensen met een beperking zo ‘normaal’ mogelijk te laten participeren en de benodigde hulp aan huis te bieden, door het verplaatsen van zorg naar de eerste lijn, dichtbij de patiënt, over werken aan het verminderen van stigma, het vergroten van transparantie en het beperken van de groei van de GGZ. Deze afspraken passen in het uitgangspunt om alles dichtbij de burger te organiseren. Dat Bureau Jeugdzorg als gecertificeerde aanbieder daarbij ingeschakeld wordt, evenals het aanstellen van een jeugd – en gezinswerker ontmoet de volledige instemming van de WMO-Raad. Dit houdt toch overduidelijk in een directe verschuiving van het leveren van maatwerk Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 5 van 7
17
18
naar de algemene voorzieningen, van een professionele naar een vrijwillige inzet en naar de dagelijkse leefomgeving. Ook hiervan heeft de WMO-Raad eerder gesteld dat hier de eigen regie ook betrokken dient te worden, omdat het er nooit toe mag leiden dat mensen met een levenslange of levensbrede beperking er qua voorzieningen op achteruit mogen gaan. In de kadernota wordt er dus geen onderscheid in beleid gemaakt voor mensen met een tijdelijke beperking en mensen met een levenslange of levensbrede beperking. Het standpunt van de WMO-raad is de wethouder niet onbekend en daarom vraagt de WMO-raad hierover opheldering te verschaffen in deze kadernota. Is het juist als de WMO-Raad aanneemt dat alles wat met de OGGZ te maken heeft bij de GGZ blijft? Begrepen is dat de gemeente dient te gaan zorgen voor een accommodatie voor mensen met psychiatrische problematiek die niet in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Daarnaast dient een (beperkte) inloopfunctie GGZ in Gouda te worden ondergebracht. Indien dit werkelijkheid wordt dan gaat de WMO-raad ervan uit dat deze aangelegenheid nog ter advisering zal worden voorgelegd, omdat thans nog niet bekend is dan wel opgenomen is in deze kadernota waar zich het een en ander zal gaan plaatsvinden. De WMO-raad ziet de adviesaanvraag van uw college tegemoet. Nieuwe taak centrumgemeente Gouda vanaf 2015 Beschermd wonen (pagina 21)
19
Het gaat hier om verblijf in een accommodatie van een instelling voor mensen met psychiatrische problematiek die niet in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. De nadruk ligt nu op woonbegeleiding en bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Daarnaast is de inloopfunctie GGZ gericht op aansluiting van dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen bij centrumgemeente Gouda ondergebracht. In de kadernota is niet duidelijk aangegeven op welke wijze dit georganiseerd gaat worden. Beschikbare middelen vanaf 2015 (pagina 24) Korting op budgetten
21
22
Er wordt in 2015 een kwart gekort op het budget begeleiding en 40% op het budget voor de huishoudelijke hulp. Gelet op het feit dat mensen langer in hun eigen huis moeten blijven wonen en er meer zorg thuis geleverd moet worden, constateert de WMO-raad dat dit op gespannen voet staat met elkaar. De WMO-raad verneemt gaarne van uw college op welke wijze hieraan inhoud en invulling zal worden gegeven. Hetgeen gesteld is op bladzijde 24 is volgens de WMO-raad toch ook enigszins achterhaald door de uitspraak van de Staatssecretaris Van Rijn na het ultimatum van de VNG inzake de persoonlijke verzorging, omdat 5% blijft bij de gemeente en het rijk trekt daarvoor in 2015, 200 miljoen euro uit. Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 6 van 7
De WMO-raad adviseert uw college deze passage aan te passen.
23
Bij de WMO-raad rijst wel de vraag hoe uw college een open einde regeling zou kunnen oplossen met beperkte beschikbare financiële middelen ? Het gaat dus niet om de voorgestane informatievoorziening maar om het budgettaire kader. Kunt u aangeven op welke wijze uw college hiertoe maatregelen treft ? De WMO-raad geeft met het vorenstaande de zienswijze aan over de kadernota Sociaal Domein zoals die thans aan de adviesraad is voorgelegd. Er is nog veel onduidelijk wat wetgeving en dergelijke betreft. Ook binnen de beperkte financiële kaders dient de ruimte gevonden te worden om bij het vast te stellen beleid de meest kwetsbare groepen in de Goudse samenleving tegemoet te kunnen komen. Om dat allemaal te bereiken heeft de WMO-raad aan uw college wederom om verduidelijking gevraagd met het verzoek om die verduidelijking ook aan te brengen in de uiteindelijk vast te stellen kadernota. Daar waar bij de uitwerking van het beleid nadere advisering vanuit de WMO-Raad Gouda wenselijk of geboden is, ziet de WMO-Raad Gouda deze adviesaanvragen met vertrouwen tegemoet. Tenslotte attendeert de WMO-Raad Gouda uw college nog op de eerdere reactie van de adviesraad op het toen voorgelegde concept van maart 2013. De daarin neergelegde standpunten van de WMO-Raad Gouda blijven ook thans nog onveranderd van kracht. De WMO-Raad Gouda verwacht tevens dat de destijds aangereikte wensen met betrekking tot de invulling van het sociaal domein, worden uitgewerkt bij de uitvoering van het vast te stellen beleid. Daar er nog heel veel bestuurlijk uitgewerkt zal moeten worden, waarbij ook de zienswijze van de WMO-Raad Gouda van betekenis is, vertrouwt de adviesraad erop dat hierover tijdig met de WMO-Raad Gouda gecommuniceerd zal worden. De WMO-Raad Gouda ziet met belangstelling uit naar uw reactie met betrekking tot deze uitgebrachte advisering. Met vriendelijke groet namens de WMO-raad,
Mr. Jan C. van Ingen Waarnemend voorzitter CC- WMO-raden in regio Midden Holland Postbus 2148, 2800 BG Gouda
[email protected] www.wmoraadgouda.nl
Pagina 7 van 7