Contactblad van de Heemkundevereniging Brunssum.
Jaargang 7, nummer 24, sept 2013
Uitgave van de Heemkundevereniging Brunssum Bezoekadres: De Heemkundevereniging Brunssum is gevestigd in de Mariaschool naast de Vincentiuskerk, Prins Hendriklaan nr. 283, Brunssum. Het Heemkundelokaal is geopend op maandag en woensdag van 13.00 tot 17.00 uur. Secretariaat: p/a Schubertstraat 6, 6444 BB Brunssum, Tel: 045-5259107. E-mail:
[email protected] Website: www.heemkundebrunssum.nl Facebook: https://www.facebook.com/heemkundevereniging.brunssum Fotoarchief: Email:
[email protected] Inhoudsopgave.
Blz.
Voorwoord. Van de redactie. September 2014, Brunssum 70 jaar bevrijd. Mijnwerkersinloop Brunssum. Brunssum, plaatjes van vroeger. ’t Lankveld. Dialect. Een radiocentrale in Brunssum.
3 4 5 8 10 12 19
Redactie: Jan Halmans en Marcel Senden. Redactieadres: M. Senden, Schiffelerstraat 53, 6441 CN Brunssum. Tel: 06-38394836. E-mail:
[email protected] De omslag en de tekeningen zijn gemaakt door Jan Halmans. De inhoud van de ondertekende artikelen/stukken blijft voor de verantwoordelijkheid van de schrijvers. De Heemkundevereniging Brunssum heeft de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het vaststellen van het auteurs- en portretrecht van de gepuliceerde teksten en de getoonde foto's en vervolgens met het maken van afspraken met rechthebbenden. Mocht u kennis hebben van (onbedoelde) schending van rechten van gepubliceerd werk in dit blad, dan verzoeken wij u hierover contact op te nemen met de Heemkundevereniging Brunssum.
2
Voorwoord. Het regent en wordt al vroeger donker , een goed moment om stil te staan bij de komende herfst, de pracht van verkleurende bladeren, een steeds lager staande zon, langere avonden met meer tijd voor een goed boek, aangename muziek of de interessante literatuur die nu voor u ligt. De laatste jaren hoor ik steeds vaker, dat terugkijken naar het verleden geen zin heeft en daarbij realiseer ik me, dat hoe ouder ik word, het voor mij persoonlijk steeds interessanter is om te kijken naar hoe het toen was. Ik groeide op in Rumpen, waar in mijn jeugdjaren nog drie boerderijen stonden van de families Orbons, Dortants en Houppermans. De Bethelkerk werd gebouwd en is nu alweer afgebroken. Het zwembad en de tennisbanen aan de Prins Hendriklaan, het klooster op de Dorpstraat en op de Kruisberg, mijn wereld als “jungske” was erg klein. Ook nu weer is onze redactie erin geslaagd zeer treffende thema’s, teksten en foto’s te bundelen in deze uitgave van onze Heemkunde Bron. Zonder iemand tekort te doen wil ik met name Marcel Senden en Jan Halmans complimenteren met hun vindingrijkheid en hoop ik met alle lezers samen nog jaren te kunnen genieten van ons verenigingsblad. Graag nodig ik u, lezers, uit om ons blad onder de aandacht te brengen van vrienden en bekenden. Nieuwe leden zijn van harte welkom! Ik wens u allen veel leesplezier,
Uw voorzitter, Jos Knubben.
3
Van de redactie. September 2014, Brunssum 70 jaar bevrijd. Door: Marcel Senden. Volgend jaar september is het 70 jaar geleden dat Brunssum bevrijd werd. De redactie van de Heemkunde Bron wil in de Heemkunde Bron van september 2014 uitgebreid stil staan bij deze bijzondere gebeurtenis. Zij wil dat doen door de publicatie van persoonlijke verhalen / belevenissen / anekdotes van Brunssummer die deze bevrijding van dichtbij meegemaakt hebben. Het gaat niet om de beschrijving van de militaire handelingen, maar meer om de persoonlijke ervaringen van de bevrijde Brunssummer. Mocht U nog een bijzondere belevenis / anekdote uit deze periode weten / meegemaakt hebben, laat het ons dan even weten. Het is niet de bedoeling, lange verhalen te schrijven. Vaak zijn enkele regels voldoende, om een bijzondere belevenis of anekdote te vertellen. U kan uw verhaal zelf opschrijven en naar ons toezenden, maar U kan het verhaal ons ook vertellen, dan zetten we het samen op papier. Dat is geen enkel probleem. Neem voor uw verhaal of vragen contact op met de redactie van de Heemkunde Bron. - Marcel Senden, Schiffelerstraat 53, 6441 CN Brunssum, tel.: 06-38394836, E-mail:
[email protected]. - Jan Halmans, Haansberg 48, 6443 EC Brunssum, tel.: 045-5271647. 4
Mijnwerkersinloop Brunssum Door: Jos Waltmans. De reis van de Heilige Barbara Het is zondag 15 juni 2013 en in de Heilige Familiekerk vindt de laatste plechtige mis plaats; de kerk zal voortaan aan de eredienst onttrokken worden, zoals dat zo mooi genoemd wordt. Wat er verder met deze kerk gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Wel duidelijk is dat het toch wel een bijzondere kerk is, gebouwd door de bekende Limburgse architect Alphons Boosten, die veel samenwerkte met Charles Eyck en beeldhouwer Charles Vos; het is een kruiskerk met een driebeukig schip en geknikt zadeldak. Andere bekende kerken, die Alphons Boosten ontwierp zijn o.a. de koepelkerk in Maastricht, de kerk van Genhout en dichterbij huis de kerk op de Heksenberg. Op 15 april 1951 werd de eerste steen gelegd en op 13 mei 1952 wordt de kerk ingezegend. De bestuurders van de Katholieke Mijnwerkersbond hebben indertijd geld ingezameld om Charles Vos een beeld te laten maken van de Heilige Barbara. Dit beeld werd op 4 december 1952, feestdag van de Heilige Barbara, aan het kerkbestuur van de nieuwe parochie aangeboden en na de Hoogmis plechtig ingezegend. Wie was nu Barbara? Nou, zij zou in de derde eeuw gewoond hebben in Nicomedie in KleinAzie. Haar vader, ’n heiden, sloot haar op in een toren om haar zo af te schermen tegen al die begerige blikken van jonge mannen die graag met haar wilden trouwen. Oorspronkelijk zouden er twee ramen in de toren komen, maar op haar verzoek werden het er drie, symbool van de drie-eenheid. Ze had zich namelijk stiekem bekeerd tot het katholieke geloof. Toen haar vader daar achter kwam hakte hij “gewoon” haar hoofd af. Helaas voor hem wil God nog wel eens onmiddellijk straffen en werd hij dodelijk getroffen door de bliksem. Zo kwam het dat Barbara naderhand beschouwd werd als beschermheilige tegen een plotse dood en van gevaarlijke beroepen, 5
waar de mijnwerker ook deel van uit maakt. Bij ons beeld van Charles Vos ( geheel uit eikenhout ), houdt de Heilige Barbara in de rechterarm een toren vast; rechts van haar is een geknielde mijnwerker die rechts een lamp draagt. Opvallend is dat, zowel Barbara als de biddende mijnwerker, recht voor zich uit kijken; dus zonder verder contact. We gaan weer terug naar de plechtige dienst van 15 juni. De kerk is drukbezet; ook de koempels zijn in grote getale aanwezig. Frans Cals heet iedereen welkom en Ed Joosten draagt een gedicht voor; “Der letzte Fahrt”; over “noe is ut vuurbie en ich bin neet blie”. Oud-pastoor Cordewener doet de mis in het dialect, samen met pastoor McMahon en kapelaan Kuss. In de preek stipt hij aan dat Joop den Uyl de mokerslag toebracht; koellui waren niets meer waard; waren afgeschreven, terwijl er in de oorlog nog zo hard gewerkt was. Maar, er gloort ook hoop! Hij heeft het over het geheim van de dood ( n.a.v. de slachtoffers in de mijn ); liefde heeft ons tot leven gebracht en de liefde tilt ons ook weer over de dood heen. Er worden 13 kaarsen aangestoken en de namen van de omgekomen Hendrik-mensen worden opgenoemd. De dikke kaars ernaast is voor alle omgekomen mijnwerkers op andere mijnen. Na de dienst wordt het Barbarald van de sokkel getild en liefdevol op een aanhangwagen gezet, geflankeerd door twee koempels. In optocht gaat het naar de Sint Vincentiuskerk, voorafgegaan door de fanfare Sint Barbara. In de kerk wordt het beeld gezegend en vervolgens krijgt het een mooie plaats in de Mijnwerkersinloop. Voortaan kan men deze prachtige creatie van Charles Vos daar bewonderen. Bronnen: Limburgs Dagblad 11 augustus / 2 december / 5 december 1952 en Wikipedia. 6
Miniatuurmachines en -gereedschap uit het mijnbedrijf. Door: Marcel Senden. In de afgelopen 1½ jaar is door ons lid van de Werkgroep Mijnverleden, dhr. Johan Heesbeen, geheel op vrijwillige basis een aantal machines en gereedschap uit de mijnen in hout nagebouwd. Zo heeft hij een handpijler, een mechanische pijler, een enkelwerkende boormachine op spoor, een dubbelwerkende boormachine op rups-banden, een opbraak- neerbraak-installatie op schaal na gebouwd. Tevens heeft hij een stijlentrekker van hout op schaal 1:1 gemaakt. Medewerking is verleend door dhr. Deddo Sondag. Foto: Dhr. Johan Heesbeen met de miniatuur-opbraak-neerbraakinstallatie. (Foto: W. Jetten).
Deze modellen staan in het Mijnmuseum / Mijnwerkersinloop opgesteld. Een aantal van deze machines bezitten een mechanisme, waarmee de werking van deze machines kan worden nagebootst. B.v. de opbraakneerbraakinstallatie. Opzet van deze miniatiuurmachines is, de bezoekers een beter beeld te geven van de werkelijkheid in het mijngebeuren. Iedereen welkom op maandag- en woensdagmiddag van 14.00 tot 17.00 uur. Lezing. Op 28 augustus werd door dhr. Jeurissen in de Mijnwerkersinloop een lezing (met fotopresentatie) gegeven voor een groep van een tiental dames. In deze 1½ uur duurde lezing, kwamen de mijn en haar omgeving ter sprake. Voor groepen, verenigingen en bedrijven kunnen speciale rondleidingen georganiseerd worden. Interesse? Neem dan contact op met dhr. Theo Jeurissen, tel. 045-5257570. Voor scholen is een speciaal educatief programma ontwikkeld. Neem hiervoor contact op met dhr. Jos Waltmans, tel. 06-48269963,
[email protected]. 7
Brunssum, plaatjes van vroeger. Door: Jo Chiaradia.
8
Een groot aantal foto’s, zijn zowel op papier als digitaal, te bezichtigen in het fotoarchief van de Gemeente Brunssum. U kunt voor een bezichtiging o.a. een afspraak maken met Jo Chiaradia, 045-5229234 of
[email protected]. Hebt u vragen over oude foto’s en/of heeft u nog een interessante oude foto voor in deze rubriek neem dan contact op met Jo Chiaradia, 045-5229234 of
[email protected]. Zie voor meer plaatjes van oud Brunssum onze website www.heemkundebrunssum.nl. 9
’t Lankveld. Door: Thei Janssen †. De mensen van “oud” Brunssum vroeger gingen als ‘t even kon elke week met de kruiwagen naar Aken. Het waren grote houten gevallen met de mogelijkheid om met houten schotten deze kruiwagen meer volume te geven. Met een riem om de nek, “’n help”, die met lussen de handvaten van deze kar opving. Zodoende kon de last in hun armen verminderd worden. Mensen die wat kippen en een koe op stal hadden, gingen dan naar Aken met wat eieren, boter, haai “schink” en wat tuingroente, dan op weg, die wel 5 uur lopen was. Ze gingen dan met een groepje en er was ook nog iemand van de familie die dan voor aflossing zorgde. Degene zonder kruiwagen had een wandelstok, waar onderaan een gesmeed vorkje met haakje was bevestigd. De stok met vork was hard nodig als men langs de vele boerderijen kwam, want daar kwamen vaak grote “karrehonden” uit de poort gelopen met een hoop lawaai. Die honden konden dan zonder stok erg lastig worden, maar als ze de stok met het blinkend vorkje zagen was hun vechtlust vlug verkleind tot blaffen op veilige afstand. Het haakje aan de stok, kwam weer goed van pas als men wat “op zich aan” wilde trekken, zoals bijvoorbeeld een tak met rijpe appels in de zomer. Als men dan over de grens was, moest met eerst door een groot open veld lopen, voor langere tijd. Dat werd het “lankveld” genoemd en was erg berucht voor de hitte in de zomer en de koude natte wind in de winter. In Aken aangekomen moest men door de eerste poort, die plaatselijk “pongspoort” werd genoemd, omdat daar vroeger tol, oftewel belasting moest betaald worden. Dat werd dan geïnd door de “Pongsuller”. Daar waren dan ook de eerste afnemers, die wat spullen onder de marktprijs graag kochten. Op de markt werd dan de prijs van de boter bepaald, die men niet wist, voor dat men er was natuurlijk. Omdat die prijs zo belangrijk was, had de reis zich geloond of niet. Daarvandaan het oude gezegde in Brunssum, als iemand zich wat verwaander, of vlugger dan andere gedroeg, “Dée kan van hiej al zieë wat in Oake de bótter sjteed”. 10
Rond de 1900 had men ook al wat fietsen in Brunssum, die toentertijd niet fiets, maar “felesophee” werd genoemd. Een bericht in het dagblad liet weten dat in Aken de Duitse Keizer op bezoek kwam. Drie Brunssumse jonge knapen die in het rijke bezit waren van zo’n fiets hadden zich voorgenomen om daar op die dag even een kijkje te gaan nemen. Op de juiste dag heel vroeg in de morgen werd met proviand en reparatiemateriaal vertrokken, richting Aken. Alles ging goed totdat ze in het Lankveld een hevige plensbui kregen. Hun fietsen hadden toen nog geen spatborden, met het gevolg, dat ze behoorlijk vuil in Aken langs de weg stonden. Nu hadden ze pech, want de veiligheidspolitie kwam de route langs om te zien wat daar stond te kijken. Onmiddellijk vielen die van Brunssum op. Voordat ze wisten wat gaande was zaten ze in de arrestatiewagen, die toen nog door twee paarden werd getrokken. Wat en hoe ze ook praten, ze moesten vastzitten totdat de keizer de stad weer verlaten had en bij de late avond waren ze weer terug in Brunssum, zonder de Keizer gezien te hebben. Ze hebben er nog lang over gepraat en menig maal goed om gelachen in het goeie oude dorp Brunssum. Met dank aan een oud Brunssummer die anoniem wil blijven.
11
Dialect. Inne grafsjtée Zoeë had heë bei zièng leëve besjrieëve Es mieng vrüng “kaddiesj” hont gezag Mieng liek noa bet-ha-chajiem woa ‘t Vlak bei de i-gankspoat weëd neergelag Zoeë gebuëde ‘t, ich han ’t graf gezieë; D’r naam is durch d’r reëge oetgesjlieëte En d’r sjtee hoaf voetgezak, ’t voelgreun mos Zeukt ziene weëg vuurzichtig durch de sjpliete Mar God-zij-dank, dem kint nieks mieë gebure En es de ingele op ing wolk gont sjtoa En zich op hun trompette loate hure Da is heë d’r iesjte deë op weëg kent goa Want ’t letste oerdeel is vuur hem Gilgoel-ha-métiem: truuk noa Jerusalem Jan Halmans Vrie noa: van de Goor “Tussje vreug- en noajoar” Noa d’r film Sjang leep vuur de zieëvende kier noa de kassa va d’r bioskoop en kupt alwer ing kaat. “Mar Sjang toch”, zeët ’t meëdje va de kassa. “’t Is noe al de zieëvende kieër dat gier eé keëtje komt gelle”. “Dat weet ich” zeët Sjang. “Mar bei d’r i-gank riete ze mien keëtje kapot!” Jan Halmans
Numme en Geëve Bie veuël dinger in ´t leëve, Is ´t ´n kwestie van numme en geëve! Es zelfs dat neet mier kint, Is het einde al doa vuur dat get begint! Ron Logister. 12
De Duur Miene pap lag ing ouw duur neëve d’r dreksbak en sjreef derop: “Wilt u dit meenemen?” En heë lag doa ’n paar gölle op. Noa-dat d’r dreksmaan geweë woar, sjtong op de duur: “Dank u wel!” En ’t geld woar voet! Jan Halmans
De gauze Op Amelandj verzamele zich de gauze En make hiej een ganse lang pauze Oet Rusland komme ze vandan In oktoeëber zind ze der massaal Doe kins de klok drop zitte Went ze komme aa zitte Ze gont zich hiej aa sjterke De boeëre gont dat weer merke De ganse wintjer blieve ze hiej Alleen mer vreëte en veul sjieterie In de wejje zuus te alleen gauze kluër Op Amelandj in de natuur Went de wintjer is vuurbiej Is ’t gedoan mit de vreëterie Sjtil aa zind ze koeëgelrondj ’t graas va Amelandj is gezondj Went da ‘t vuurjoar naderd Huër ste ee en al gesjnater En weer kins te de klok drop zitte Went ze goan vertrikke Op de 15e in de mei moandj Verloate ze massaal ’t eilandj En vertrikke noa Ruslandj Om te bruije in ’t ege landj Jan van Haaf
13
Vreuger of huuj? Es Ich goa zitte leaze of sjrieve, Doeën ich dat mit euèvergave en gedriejve, Ich sjrieèf ueèver alles wat mich raakt, Of went `t boeètendörps ärges kraakt, Ich sjrieèf ueèver gebueèrtenisse va huuj, Of ueèver vreuger,oog dat interesseert vueèl luuj, Ze vènge `t fijn es ze get leaze ueèver dea ouwe tiejd, , Want soms zint ze èè sjtökske oeèt dea puzzel kwiejt, Alles wat me vreuger in `t köpke opsjloan doog, En doa joare niks miej ueèver hoeèrt of zoog, Bringt de heemkunde weer boave water, De dialektgroep sjrift doa dan vreuèg of later, Gedichskes ueèver diej ze èè paar kiejr per joar In de Bieb of Nonke Buujske vueèrdrage, Komt ins loeèstere, de koffie sjteet kloar.
Jan Theunissen
Noajoarsoam Roesjend water In de grub Eëlzehoot en Wiejekup Kastaanjele En buëkenuët Kieësjebeum Mit watersjuët Doeë broen blaar En paddesjteul ’t Landj dat oamt ’t Noajoarsgeveul Wiel Roeselers
14
Herfs De blaar beginne weer van de beum te valle, Doa uëver huurs-te de luuj dan ooch weer kalle! Jieëder joar opnuuj inne kluëre reëge van de natuur, Dat is een sjoeën gezich, mer ’t wurd ooch weer guur! Went de daag weëre ooch weer langzaam get korter, Dat is waal ins ’n reë vuur get geknotter. Ooch ´t weer past zich aa, aan de tied van ’t joar, En de zon sjient neet mieë zoeë kloar! Ron Logister.
Daag zon De zoeëmerzon, guster nog van good Die deut ´t huje neet zoeë good Ze sjient get flets en flauw De loch kluërt vaal, gries en grauw Dan vilt der reëge neer ´t Roffelt oppe daak wie ´n geweer De beum sjtoan noe get te zumpe Liekt waal of al ´t greun deed krumpe De hieëmel mak zien sjluze oape ´t Ganse landj is wie verzoape ´t Reëgewater sjtreumt wie beëke Ich huër op ´t good de kaanjel leëke Pratsj en drek sjtreumt van de klieëve Hoe is toch der zoeëmer blieëve? De zoeëmerzon kump rezerf te sjtoan En ich... ich loat sjtiekem ´n troan Wiel Roeselers
15
Euft. ‘T Euft ding me druëge achter i de oave Ich moosj waal es de oave leag hoale Mer ding mich zelf nieks te kort Vuur mich woar ’t inne sjport Eesj ging ’t nuëdige biej mich noa binne Vuurdat ich doa a ging beginne Es ich da woar vol geëte Dong ich mien tesje neet vergeate Es de boerin os op euftvla trakteerde Ich ’t ieëjs in de riej masjeerde. Euft woert va eppel en peare gemak De vla doa-va hou ee good gesjmak Ooch ding me zelf zeem maake Doa-op vrujde vieer os, sjnaake Op de mert verkoch me euft en zeem Me woar da der ganse daag va heem Ooch woert hanjel in Oake en Luuk gedoan Dat woar hel nuëdig mit dat ermuëdig besjtoa
Jan van Haaf
Tekeningen door: Jan Halmans.
Weë mit alle watere gewessje is, is uëver ’t algemeen neet reen. Wiel
16
Vier kalle plat in ’t Nonke Buusjke
Dialect in het Nonke Buusjke! Sinds 2010 worden jaarlijks twee voordrachtmiddagen in het Nonke Buusjke georganiseerd. We mogen dus best al van een traditie spreken. De dialectgroepen van de heemkundeverenigingen Brunssum en de Veersjprunk van Onderbanken Organiseren jaarlijks, onder de titel “Vier kalle plat” een viertal dialectvoordracht-evenementen. De zomerse versies (begin juli en begin september) vinden steevast plaats in het Nonke Buusjk
Jan Theunissen in aktie
Op zondagmiddag 7 juli verschenen dialectvoordrachten te houden.
een
vijftal
mensen
om
Jan Halmans, Ron Logister, Wiel Roeselers, Louis Peters en Jan Theunissen kwamen plat kalle en 60 á 70 aandachtige luisteraars namen plaats op de binnenplaats van Nonke Buusjke, om onder een stralende zon van het dialect te genieten. Zondag 1 september Waren beide Jannen, Louis en Wiel weer present (Ron moest wegens vakantie verstek laten gaan) en het clubje werd aangevuld door mevrouw van de Boom die op een luchtige manier oude herinneringen ophaalde. Was het weer een beetje minder uitbundig, het publiek was dat zeker niet. Het bezoekers aantal groeide zelfs tot ca 90 personen, een waar Vier kalle plat record! In dat prachtig nostalgisch decor van het Nonke Buusjke werden in ons sappig dialect voordrachten gehouden die afwisselend, humoristisch, 17
ernstig en nostalgisch waren. De toehoorders genoten zichtbaar van de verhalen en gedichten uit eigen werk en regelmatig rolde een hartelijk applaus of gulle lach door de Schinveldse bossen. Na een woord van dank aan het publiek en het Nonke Buusjke voor de gastvrijheid werd afscheid genomen van het publiek, dat op 21 november uiteraard weer welkom is voor de volgende uitgave van Vier kalle plat, maar dan op de eerste etage van de bibliotheek in Brunssum. Wiel Roeselers.
Het publiek genoot zichtbaar. Dialectagenda 2013.
- Dinsdag 8 oktober van 19:00 tot 20:30 uur. Plat a gen dusj een ronde tafel gesprek in dialect. In Herberg “De Ouwe Mert”, Dorpstraat 77, Brunssum. - Donderdag 21 november van 19:00 tot 20:30 uur. Vier kalle plat dialectvoordrachten. 1e etage bibliotheek Brunssum, Rumpenerstraat 147, Brunssum. - Dinsdag 10 december van 19:00 tot 20:30 uur. Plat a gen dusj een ronde tafel gesprek in dialect. In Herberg “De Ouwe Mert”, Dorpstraat 77, Brunssum. 18
Een radiocentrale in Brunssum. Door: Pieter Vermeulen. Met dank aan Prof. Em. Dr. G. Koene, M. Vermeulen-Koene en J. Heijnen-Koene. Het was 4 juli 1916, toen Pierre Koene en Cornelia Bams elkaar in Maastricht het jawoord gaven. Zij was een dochter van een kruidenier, die in een van de arme buurten van Maastricht de kost probeerde te verdienen, maar waar regelmatig met een groot hart de lei werd schoongeveegd, eer de betalingen waren voldaan. Hij was zoon uit een ambtenarengezin; zijn vader was hoofd van de Burgerlijke Stand in Maastricht. Foto: familie Koene – Bams. Bovenste rij: Marguérite Koene en Jo Koene. Tweede rij: Vader Pierre Koene met Jean Koene en moeder Cornelia Koene-Bams met voor zich Mia Koene. Voorste rij: José Koene en Gerard Koene.
Hun eerste kind uit een serie van 6 was een dochter: Marguérite. 32 jaar nadien zou zij bevallen van een zoon…..”moi”, de schrijver van dit stuk. Ik, Pieter Vermeulen, was de jongste uit een gezin van 4 kinderen. Half 1919, na vier jaar militaire dienst, verhuisde het gezin naar Hoensbroek waar Pierre Koene in dienst was bij de S.V.M. (Stroom Verkoop Maatschappij) het latere PLEM. 19
Na enkele jaren begon hij een zaak in elektrische artikelen, lampenkappen en radio’s in de Nieuwstraat 60 in Hoensbroek. De radio’s werden in eigen atelier vervaardigd van een bakelieten lessenaartje, met bovenop lampen en een vaste spoel en aan weerszijden beweegbare spoelen, om de zenders te kunnen zoeken. In die tijd waren er maar erg weinig mensen die een radio hadden en zelfs de marechaussee en de politie hadden er geen. En zo gebeurde het dan dat om 12 uur ’s middags een van de twee marechaussees bij Koene in de kamer plaatsnam om de politieberichten te beluisteren en te noteren wat belangrijk was. De kinderen (het gezin breidde zich langzaam uit) werden dan de kamer uit gebonjourd, want die mannen moesten de berichten ongestoord kunnen afluisteren. Ook werd door de firma Koene elektriciteit aangelegd, want dat was er nog lang niet overal. Op de meeste plaatsen bestond de verlichting nog uit petroleumlampen en de elektrische bedrading was nog bovengronds: Elektriciteitspalen met isolatoren waarlangs de draden liepen. Na verloop van tijd werd er verhuisd naar een winkel boven aan de Kouvenderstraat en de zaak in de Nieuwstraat werd door schoonbroer Bart Bams gerund. Ook op de Kouvenderstraat werden weer volop radio’s gebouwd en verkocht.
Toen de dochter van de burgemeester van Hoensbroek met t.b.c. in bed lag en er niemand vanwege het besmettingsgevaar bij mocht, werd er in de werkplaats van de radiozaak voor haar een radio gebouwd, zodat ze toch wat afleiding had van de muziek en de nieuwsberichten kon beluisteren. Toen Koene later met de radiocentrale begon heeft hij als dank van de burgervader de medewerking gekregen om een persoonlijk concessie voor Hoensbroek te verkrijgen. Het gezegde: “Wie goed doet, goed ontmoet”, is hier zeker op z’n plaats. 20
Ook Philips begon langzaamaan radio’s te leveren. De stroom kwam uit een accu en als die leeg was dan kwam men naar de winkel om die weer op te laden. Ook de mensen van de kermisattracties kwamen de accu’s bij hun opladen en dat leverde voor de kinderen nogal eens vrijkaartjes voor de kermis op. Philips ondervond enige tijd later sterke concurrentie van de Blaupunkt radio met het groene afstem-oog. De zaak lag strategisch gezien op een goed punt, omdat veel mijnwerkers er op weg naar of van hun werk langs kwamen. Op een dag had een van de monteurs een radio geïnstalleerd bij een mijnwerkersgezin. Het was de duurste radio die er te krijgen was. Bij thuiskomst van de klus merkte de monteur op dat hij bang was dat de afbetalingen wel eens lang op zich konden laten wachten, want de tafel en de stoelen in dat huis waren gewone kisten en verder was er geen meubelstuk te bespeuren geweest. Op de smalle vensterbank werd een plank getimmerd waar de radio op moest komen te staan. Maar Koene deelde de angst van de monteur niet, want hij meende: “Als ze alles hadden gehad, dan had ik me zorgen gemaakt” en het bleek dat hij gelijk had, want als die man zijn loonzakje had gekregen ging hij eerst naar de winkel om zijn afbetaling te regelen en zelfs na de “nachsjieg” belde hij de neringdoende uit bed, om hem het geld te kunnen overhandigen. Rond de jaarwisseling in 1935 verhuisde het gezin naar de Kruisberg in Brunssum. De zaak in de Nieuwstraat werd opgeheven en Bart Bams kwam in de zaak op de Kouvenderstraat, die hij later, in 1938, voor eigen rekening heeft voortgezet. Radiozaak Bams, onder de naam Radio Koene, is nog vele jaren een begrip geweest in Hoensbroek. Pierre Koene had in Brunssum inmiddels een radiodistributiecentrale opgezet die hij later met Dhr. Kasdorp uit Roermond samen voortzette onder de naam NV. MERL (de Maatschappij tot Exploitatie van Radiocentrales in Limburg). Naast deze twee grootaandeelhouders waren er ook nog twee commissarissen, Bourdon die de radiocentrale van Maastricht leidde en professor Perquin s.j.. De familie Koene kreeg een dubbel huis, waar in één ervan op de benedenverdieping de radiocentrale gevestigd was. Het adres moet toen Nieuwstraat 10 en 12 geweest zijn. Tegenwoordig is dat Kruisbergstraat 28 en 30. 21
Foto: Woningen Kruisbergstraat nr. 28 (rechts) en nr. 30 (midden). (Foto: P. Gommans).
Vóór aan het balkon werd een plaat bevestigd met groot RADIO CENTRALE erop. Deze plaat werd verlicht door een lamp die op de rand van het balkon bevestigd was. Zoon Gerard Koene had zijn kamer op zolder. Daar had hij een huistelefoon aangelegd met oude telefoontoestellen, het type dat rond 1932 door nieuwe telefoons met een draaischijf werden vervangen, echter bij Koene bleven enkele van die oude exemplaren behouden. De oproep gebeurde door een soort dynamo te laten draaien met een slinger en dat leverde 70 volt op. De telefoon zelf werkte op 1,5 volt. Hiervoor stond in de houten kast van de telefoon een glazen bakje, daarin een zinken cilinder waar dan weer een grafietstaaf in hing, die met een soort gaasverband omwonden was. De glazen bak werd gevuld met een oplossing van salmiakzout in water, hetgeen dan een batterij was die de benodigde stroom van 1,5 volt voor de telefoon gaf. De voorkamer van huisnummer 10 was het hart van de radiocentrale.De ruimte werd gedomineerd door een heel groot schakelbord met aan de achterkant een wirwar van draden en aan de 22
voorkant knoppen en lampen. Verder waren er vier heel grote versterkers, die zoveel warmte afgaven dat de ruimte zelfs ’s winters mooi op temperatuur bleef. Foto: Het hart van de radiocentrale vanwaar alle ontvangen signalen verder gezonden werden. Boven op de versterkers zijn nog enkele kastjes te zien, naar alle waarschijnlijkheid de huisontvangers.
De naam Waldorp zweeft in de gedachten; het was mogelijk de leverancier van de versterkers e.d.. Er stonden twee bureaus en in de kleine eetkamer erachter was een werkplaatsje ingericht. Het keukentje diende als opslag voor het kleine materiaal en achter het huis was een grote houten keet waar het grovere geschut werd opgeborgen. De ladders en ander lang materiaal hingen onder een afdak in de tuin. Een klein legertje monteurs stond paraat om binnen het leveringsgebied overal de kabels langs palen en gevels aan te leggen, teneinde muziek en berichten in de huizen te laten klinken.
Foto: De foto laat zien hoe de kabels langs de huizen geleid werden met de huisaansluiting, die naar onder loopt.
Binnen de NV. MERL liep het niet altijd op rolletjes, want er waren geregeld strubbelingen met de twee commissarissen die altijd alles te duur vonden. De hoofdoorzaak lag echter in het feit, dat Bourdon graag de heer Kasdorp wilde opvolgen als directeur van de MERL. Koene had de meeste stemmen in handen en de heer Kasdorp bleef directeur. Tussen Bourdon en Koene boterde het toen echt niet meer, als men het voorzichtig uitdrukt. 23
De MERL wilde een 8-aderige kabel met een loodmantel aanleggen, zodat er een capaciteit ontstond van 4 radioposten. Maar waarom, zo stelden de commissarissen, overal waren er maar drie posten. Maar de 8-aderige kabel kwam er. Later schreef J.J.Voskuil in zijn 7-delig dikke boekenreeks “Het Bureau” dat er overal slechts 3 lijnen waren. Toen zoon Gerard Koene hem in een brief erop attendeerde dat in Brunssum en omgeving 4 lijnen waren, liet de man zich niet overtuigen. Hij heeft het er verder maar bij gelaten, want wat maakte het uit? De centrale had dus 4 lijnen; de 2 Hilversums, een Duitse (Langenberg), een Engelse zender (BBC) of Brussel. Via een lange antenne, die achter in de tuin stond, werden de buitenlandse zenders in de centrale ontvangen, terwijl de Nederlandse programma’s via de telefoonlijn binnenkwamen en daardoor storingsvrij waren. De reclameleus was dan ook: “Ongestoord genot biedt u de Radiocentrale”. En dat ongestoord genieten kon tot tamelijk ver in de omtrek, tenminste voor die tijd, want de radiocentrale bediende naast Brunssum ook nog Schinveld, Jabeek, Waubach, Hoensbroek, Treebeek en misschien zelfs nog buiten die regio. Maar even rustig naar een programma luisteren zat er in de centrale zelf niet in. De vier posten wisselden elke halve minuut om voortdurend te kunnen luisteren of er nergens een storing was. De vier grote versterkers hadden lampen van wel 40 cm hoog en die gaven zoveel warmte dat er geen verdere warmtevoorziening in de ruimte nodig was. Bij bepaalde uitzendingen liep de spanning bij de controle hoog op om te voorkomen dat er storingen optraden; dat was het geval bij belangrijke voetbalwedstrijden, alsook bij de beruchte redevoeringen van Hitler. Dan stonden de zenuwen tot het uiterste gespannen en liep Koene tot aan zijn haarwortels gespannen langs de versterkers om te controleren of er niets mis ging en om, indien nodig, de volumeknop wat te temperen, teneinde overbelasting te voorkomen. Maar er is niets over bekend dat er ooit iets is misgegaan. En dat mocht ook niet, want de spannende en oprecht angstaanjagende vertoningen van geweld van vóór de oorlog, die wilde niemand missen.
24
Inmiddels bouwde de MERL nog twee radiocentrales, één in Hoensbroek, die bemand werd door dhr. Kloek en de ander in Waubach, waar dhr. Heetman de scepter zwaaide. De centrale in Hoensbroek was een tussenstation dat rechtstreeks werd bediend vanuit Brunssum. Waubach was een aparte centrale waar de 2 Hollandse zenders per telefoonlijn werden ontvangen en de andere zenders kwamen via een antenne de centrale binnen, hetzelfde dus als in Brunssum. De centrales waren wel allemaal eigendom van de MERL. De centrale in Brunssum was een groot succes, want die had al gauw 1200 abonnees, die allemaal door de monteurs van aansluitingen moesten worden voorzien. De verhouding met de commissarissen was ronduit slecht en die werd er niet beter op omdat Koene een auto had, een Chevrolet. Later ruilde hij die in voor een DKW, en dan nog wel het duurdere type van Fl. 950,--. Maar de auto had hij nodig voor het vervoer van de materialen voor de aanleg van de netwerkkabels en de radiokastjes en ook voor zijn eigen genoegen. De auto was per slot van rekening van hem persoonlijk en hij betaalde die zelf. Daar had niemand eigenlijk iets mee te maken. Een goedlopende centrale, dure maar solide kabels, vervanging van de houten palen door geïmpregneerde en dan ook nog eens een auto…….! Nou, het kon allemaal niet op en de commissarissen, die het toch al nergens mee eens waren, omdat ze alles te duur vonden, werden met de dag vervelender. De uitzendingen waren aan bepaalde voorschriften gebonden. Zo moest er bv. op een van de 4 posten de hele dag door muziek zijn en verder moest gedurende één uur per dag zelf muziek geproduceerd worden. Wekelijks werd daarvoor en kistje met platen beschikbaar gesteld waar naar eigen goeddunken uit gekozen kon worden. Dat uur eigen uitzending was ook bedoeld om steeds paraat te kunnen zijn voor de burgemeester die in geval van nood de centrale als commando-post moest kunnen gebruiken. De platen die tussen 19.00 en 20.00 uur gedraaid werden moesten ook worden aangekondigd, maar verder commentaar mocht daarbij niet geleverd worden. Omdat Pierre Koene een hekel had aan het omroepen, schoof hij dat zoveel mogelijk door naar een van de oudere kinderen. Ook werd dat wel vaker overgenomen door kantoormedewerker Theo R.. De man 25
kondigde dan de titel van de plaat aan gevolgd door de naam van het orkest. Daarop volgde dan o.l.v. dirigent…., waarbij hij dan in plaats van “onder leiding van” steeds “Onze Lieve Vrouw van” zei, hetgeen altijd behoorlijk op de lachspieren van de toehoorders werkte. Toen laatstgenoemde vertrok om bij de Staatsmijnen een opleiding tot opzichter te gaan volgen, moest er een nieuwe medewerker komen. Op een advertentie kwam een persoon af die verschrikkelijk stamelde. De sollicitant, die in een gesprek een goede opleiding gehad bleek te hebben, moest voornamelijk als omroeper gaan werken, maar omdat Koene het moeilijk vond om het spraakgebrek ter sprake te brengen, liet hij de man een proef doen, zodat de beste man zelf zijn beperkingen kon waarnemen. De platentafel werd uitgeschoven, de microfoon geïnstalleerd en hij liet de man platen aankondigen. En wat bleek? Er was geen spoor van stamelen meer te merken en ze hebben daarna geen omroeper meer gehad die een mooiere omroepstem had dan hij. Als dochter José aan de platentafel plaats moest nemen, ging haar oudere zus Riet vaker naar Vromen, de ijzerwarenwinkel in de Kerkstraat, om naar de uitzending te luisteren, want die hadden altijd de radio in de winkel aanstaan. Als je een abonnement op de radiocentrale nam dan kreeg je een klein kastje waarmee je de lijnen kon kiezen en het volume regelen en een luidspreker.
De aansluiting kostte dan Fl. 15, maar men kon ook een oude radio of pick-up inleveren en dan was de installatie gratis. Regel was wel, eenmaal de radio kwijt, dan kon men niet meer terug. Die actie was een groot succes en er kwamen een groot aantal van de mooiste oude radio’s en opdraai grammofoons binnen van prachtig hout en reuze grote toeters, die allemaal op zolder werden opgeslagen.
26
Het abonnementsgeld voor de aansluiting werd maandelijks geïnd en daarvoor ging een van de kantoorbedienden de deuren langs, want alles werd contant betaald. De oorlog brak uit; daardoor veranderde er veel in het leven van de bevolking en was het bezit van een radio een welkome bron van vermaak. Omdat het ’s avonds buiten aardedonker was in verband met de verduistering en er na 23.00 uur niemand meer op straat mocht zijn, was het in de huiselijke kring vaak beregezellig. Er was toen nog geen TV, dus de avond moest gevuld worden met spelletjes doen en radio luisteren. Zo waren er verschillende hoorspelen, zoals “Paul Vlaanderen en de mannen van de frontpagina” en op zondag “Ome Keessie”. In de wintermaanden zond de Avro op dinsdag “de Bonte Dinsdagavondtrein” uit, soms met “Snip en Snap” of met “Peter pech”. Maar met de komst van de “Kulturkammer” verdwenen veel van die leuke programma’s en kwam daar veel politiek voor in de plaats. De lol was er toen van af en het werd sport om stiekem naar de Engelse zender te luisteren want na 10 januari 1940 mocht men niet meer naar de BBC luisteren. Na verloop van tijd moest iedereen zijn radio inleveren. Het bezit ervan werd zwaar bestraft. Tientallen mensen kregen van Koene zo’n oude radio die bij de centrale nog op de zolder stonden. Die leverden ze dan in en ze verstopten hun eigen goede radio. Het achterhouden van je radio was eigenlijk een levensgevaarlijke zaak. Sabotage werd door de Duitsers op de verschrikkelijkste wijze bestraft. Menigeen is erdoor in een concentratiekamp terecht gekomen. Omdat iedereen zijn radio had moeten inleveren, was er veel vraag naar een aansluiting bij de RC. Er was een wachtlijst en menigeen probeerde op een goede plaats te komen door Koene om te kopen met spek of andere, in die tijd, kostbare zaken. Maar Pierre Koene was daarin heel principieel en weigerde dat steeds. Die voorstellen vond hij niet gepast en hij wees die netjes van de hand. Binnenshuis maakte hij er zich wel kwaad over. Maar kwaadheid was bij hem altijd heel beheerst. Hij vloekte nooit en hij kon daar ook niet tegen. Wel kon hij met smaak vertellen dat een leraar voor de klas wel eens God……friedvan Bouillon zei. 27
Wie aangesloten was bij de radio centrale beschikte dus over een klein kastje met een keuzeknop voor de zenders en een volumeknop. Er waren steeds twee Nederlandse posten, een of twee Duitse of soms Brussel. De Engelse zender werd niet meer uitgezonden vanuit de centrale. Op een goede morgen sprong in Waubach de heer Heetman uit zijn bed en spurtte met zijn pyama aan naar zijn centrale om de boel in gang te zetten, maar in zijn haast haakte zijn pyamajasje ongemerkt even achter een afstemknop van een ontvanger, waardoor niet de Duitse zender Langenberg, maar de BBC bij de klanten uit de luidsprekers schalde. Het duurde even eer hij dit in de gaten had en zijn fout kon herstellen. Voor de aanleg van kabels had Pierre Koene veel contact met burgemeester Schmier hij kon het goed met hem vinden. Zodoende heeft hij kunnen bewerkstelligen dat deze zaak in de doofpot gestopt werd, zoals die burgemeester in heel wat meer gevallen heeft gedaan. Kort daarop, het was in 1943, rende ’s morgens in alle vroegte een van de kinderen uit de buurt de huizen langs om overal door de brievenbussen te roepen dat er een prinsesje geboren was. Er moest dus naar de Engelse zender geluisterd zijn. Dàt en openlijk blijk geven van sympathie voor het Koninklijk Huis en met name prinses Juliana, die in Canada verbleef, was niet alleen uit den boze, maar ook levensgevaarlijk. Ook hier heeft Pierre Koene weer met de burgemeester een regeling getroffen en werd het proces verbaal vernietigd. De commissaris van politie werkte in dergelijke gevallen mee. In 1943 moesten alle radiocentrales op last van de bezetter tot groot genoegen van de PTT eigendom van de PTT worden en door haar worden uitgebaat. De aandeelhouders, Koene en Kasdorp, werden uitbetaald, maar daarmee verviel ook het werk en dus het inkomen voor Pierre Koene. De PTT bood hem een baan aan met als standplaats Maastricht. Er waren personen en instanties die toestemming hadden om een radio te bezitten, maar dan moest dat toestel eerst door een erkende radiomonteur zodanig bewerkt worden dat de Engelse zenders niet te ontvangen waren. Zo’n toestel moest door Koene gecontroleerd worden en de radio daarna door hem verzegeld. Je kon het toestel niet meer openmaken en er iets aan veranderen. Of de verzegeling wel waterdicht was, wordt door zoon Gerard nog steeds betwijfelt. 28
De heer Kasdorp had naast zijn aandeel in de RC ook nog een beginnend bedrijf in Roemond dat snel groeide en een nevenvestiging in Maastricht op de Meerssenerweg kreeg. Omdat voor Pierre Koene de dagelijkse reis van Brunssum naar Maastricht gedurende de oorlogstijd omslachtig en gevaarlijk was werd er besloten dat er verhuisd moest worden naar Maastricht. En dat gebeurde rond Kerstmis 1943. Bij de verhuizing zijn veel van die prachtige grammofoons en radio’s, die nog op zolder stonden, in een grote zandgroeve tegenover het huis terechtgekomen, waarna er een dikke laag zand overheen gegaan is. Vermoedelijk ligt daar voor veel geld onder het zand begraven. Burgervader Schmier is kort voor de bevrijding moeten onderduiken. Politie Geurtjes heeft hem op de motor weggebracht naar een onderduikadres en moest daardoor zelf ook onderduiken en wel in de wasserij bij Riet en Adrie Vermeulen-Koene aan de Tegelstraat. Na de oorlog heeft Pierre Koene nog vele jaren voor dhr. Kasdorp gewerkt en toen na diens overlijden mevrouw Kasdorp de zaak verder bestierde, is Koene voor haar een goede raadsman geweest. Pas toen de zoon van Kasdorp de zaak overnam is Pierre Koene er uit dienst gegaan. Hij was toen inmiddels 75 jaar. Het succes van de radiocentrale bleek kort na de oorlog maar weer toen Gerard Koene in Leuven ging studeren en daar ook een radiocentrale ontwaarde. Toen hij daar eens ging kijken zag hij zowaar een volkomen kopie van de centrale in Brunssum. Waarschijnlijk geleverd door de PTT, al dan niet in samenwerking met Philips. Een plausibele verklaring want de PTT had door de overdracht in de oorlog alle troeven in handen. Al met al heeft de PTT nog lang kunnen doorborduren op het technisch inzicht en de inzet van:
Pierre Koene
29
Ouwe Mert Treffe van Broenssem - Dorpstraat Brunssum
20 oktober 2013 14:00 - 17:00 uur - Oldtimers/klassiekers - Landbouwvoertuigen - Expo foto’s oude voertuigen Met een hapje, drankje en tot in de kleine uurtjes gezellige muziek Vrij entree! 30
De Heemkundevereniging Brunssum is nu ook met oude foto’s op Facebook. https://www.facebook.com/heemkundevereniging.brunssum
Bijna elke dag een andere oude foto van Brunssum.
Hebt u vragen over oude foto’s en/of heeft u nog een interessante oude foto neem dan contact op met Jo Chiaradia, 045-5229234 of
[email protected].
31
Plan Uw Kantoor is gevestigd in Brunssum op de Kerkstraat 326 Wat kan Plan Uw Kantoor leveren of voor u betekenen?
Computers op maat. (wij maken graag een vrijblijvende offerte) Laptops en pc's. Printers en multifunctionals. Kantoorartikelen. Toners en inktcartridges. Laptop en computer reparatie. Virusvrij maken en opschonen van uw systeem. Webdesign, domeinregistratie en hosting. Kopieër- fax en scanservice. Inbindservice. Netwerk beheer.
http://www.planuwkantoor.nu
Tel: 045 564 34 92 32