CONCEPT Pijler 2 - Economie Wat willen we bereiken? Algemeen pijler 2: De Metropoolregio levert een belangrijke bijdrage aan de nationale economie. Alle nationale topsectoren hebben een kern in de Metropoolregio. De Rotterdamse en Haagse regio vullen elkaar in hoge mate aan en kunnen samen een compleet vestigingsmilieu bieden aan bedrijven uit alle sectoren. Die complementariteit wil de Metropoolregio benutten om de potentie voor economische groei duurzaam te verzilveren. De overkoepelende economische visie voor de Metropoolregio wordt inhoudelijk gevormd door de Economische Agenda Zuidvleugel (EAZ) die Rotterdam, Den Haag en de provincie Zuid-Holland hebben opgesteld, in afstemming met Delft, Leiden en de Drechtsteden. Deze agenda sluit naadloos aan op de nationale topsectoren. De activiteiten in de economische pijler van de MRDH dragen direct en indirect bij aan de verwezenlijking van de EAZ. Direct door de aandacht voor eenduidige promotie en acquisitie, indirect door gerichte verbetering van het vestigingsklimaat. Om de noodzakelijke economische groei zeker te stellen worden voor de metropoolregio specifieke economische taken onderscheiden ter versterking van het vestigingsklimaat. Het gaat dan om eenduidige promotie en acquisitie, en afstemming op het gebied van werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel, leisure). Bijzondere aandacht ten slotte gaat uit naar samenwerking bij het faciliteren en bevorderen van de ontwikkeling van de kansrijke internationaal concurrerende sectoren die centraal staan in de Economische Agenda. De 24 gemeenten in het metropoolgebied werken vanuit eigen kracht samen aan de uitvoering van deze agenda, samen met de provincie Zuid-Holland. De samenwerking is per onderwerp op maat gemaakt: het gaat over afstemmen en kennisdelen, over gezamenlijke projecten, of de gezamenlijke uitvoering van economische taken. Daarbij is per onderwerp niet elke gemeente in gelijke mate betrokken: de samenwerking betreft een bepaald gebied binnen de metropoolregio, wordt thematisch aangevlogen of betreft het hele metropoolgebied. Vanzelfsprekend zijn waar nodig partners van buiten de MRDH betrokken. De samenwerking in de economische pijler richt zich op de volgende onderwerpen:
Werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure) Promotie en acquisitie Het voorkomen en tegengaan van leegstand en de verzekering van voldoende kwalitatief
1
aanbod is de centrale opdracht op het gebied van werklocaties. Op de schaal van de MRDH moeten kantorenlocaties zodanig worden afgestemd dat er voldoende ruimte geboden wordt voor gewenste economische ontwikkeling (kwantiteit en kwaliteit). Dit betekent een afgestemde ontwikkeling van kantorenlocaties, gekoppeld aan OV, het tegengaan van overprogrammering, en het bevorderen en faciliteren van de aanpak van leegstand door marktpartijen. Ook op het gebied van bedrijventerreinen wordt door afstemming in de MRDH zodanig verzekerd dat er voldoende ruimte is voor vestiging en doorontwikkeling van bedrijven (kwantiteit en kwaliteit). Dit betekent voldoende terreinen (planologisch mogelijk gemaakt in PSV) op de juiste plek, met de juiste kwaliteit en (multimodale) ontsluiting. Waar nodig vindt programmatische afstemming plaats (juiste bedrijf op de juiste plek), en wordt realisatie van nieuwe terreinen bevorderd. De afstemming zal veelal plaatsvinden tussen gemeenten met vergelijkbare clusters of problematiek (bijv. havengerelateerde logistiek in DelTri-verband, kennisintensieve locaties in Science Port Holland, leegstand/ overprogrammering in aantal gemeenten Haaglanden). Het zeker stellen van een duurzame herstructurering van geprioriteerde bedrijventerreinen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de MRDH. Er ligt in de MRDH een opdracht tot afstemming op het gebied van met name de perifere en de grootschalige detailhandel en het ontwikkelen attractieve centrumwinkelgebieden. De MRDH ontwikkelt om deze reden een structuurvisie detailhandel, met als doel optimale ondernemerskansen en een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau. De structuurvisie analyseert trends en ontwikkelingen en schetst de gewenste detailhandelsstructuur. Ook komt in de structuurvisie een toetsingskader. Op basis hiervan worden nieuwe initiatieven aan de hand van een aantal criteria getoetst, waarna een advies aan de provincie over toestemming, toestemming onder bepaalde voorwaarden of afwijzing van het initiatief volgt. De MRDH ontwikkelt een beleid voor leisure voor initiatieven met een bovenlokaal karakter. Het doel is een aantrekkelijke regio voor nieuwe leisurevoorzieningen, waardoor een goed voorzieningenniveau voor de inwoners en bezoekers ontstaat. Tegelijkertijd bevat het beleid een afwegingskader met een handvat voor hoe we omgaan met de schaarse ruimte. Op het gebied van promotie en acquisitie is het doel ‘eenheid aan de voorkant, transparantie aan de achterkant’. De MRDH is met zijn 2.2 miljoen inwoners een gebied met topklasse voorzieningen, een grote arbeidsmarkt en een diversiteit aan sterke economische sectoren. Een van de belangrijkste opgaven voor de metropoolregio is om deze gecombineerde kracht duidelijk te communiceren naar partijen die overwegen zich hier te vestigen of te investeren. Eén gezamenlijk verhaal naar potentiële investeerders. Daarnaast wordt er gewerkt aan gezamenlijke promotie op het gebied van congressen, evenementen en toerisme. Op het gebied van de acquisitie van bedrijven is het uitdragen van een consistent imago op
2
het gebied van (kwaliteit vestigingslocaties, arbeidsmarkt, voorzieningen, regionale samenwerking, duurzaamheid) de opdracht. Uitgangspunt is dat we als regio elk bedrijf dat zich hier wil vestigen kunnen faciliteren met waar mogelijk meerdere passende locaties. We bieden maatwerk en keuze aan potentiële vestigers. Transparantie naar alle regionale partners is hierbij leidend. Zo doen we recht aan de realiteit dat we als metropoolgemeenten tot op zekere hoogte ook in een concurrentieverhouding tot elkaar staan. En dit is niet slecht – in essentie leidt dit tot het scherpst mogelijke aanbod aan het vestigende bedrijf en vergroot zo de kans dat bedrijven zich in de regio vestigen. Wat gaan we daarvoor doen? Werklocaties: kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure Voldoende ruimte voor bedrijven en een gezonde markt voor kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure zijn de hoofdopgave op het gebied van werklocaties. Hiervoor is goede afstemming tussen gemeenten noodzakelijk. Deze afstemming is in de eerste plaats
een economisch vraagstuk. Het ruimtelijk ordeningsperspectief volgt de economische argumentatie, maar is tegelijkertijd wel kaderstellend. Afstemming over werklocaties gebeurt vrijwillig, maar is niet vrijblijvend. Daarnaast is afstemming tussen de functies in de parallelle sporen van kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure van belang. Het doel is te komen tot een structuur waarin gezamenlijk de verantwoordelijkheid wordt genomen voor een gezonde markt voor werklocaties. Waar nodig wordt het instrumentarium van de provincie ingezet om gemaakte afspraken te bestendigen.
Op MRDH-niveau maken we een kantorenprogramma op hoofdlijnen en stemmen we de aanpak af (‘Kennisoverleg Kantoren’, met provincie en Holland-Rijnland, Midden-Holland en Drechtsteden), o.a. op het gebied van leegstand (samenwerking met marktpartijen, beïnvloeding landelijk beleid). Vanuit beide WGR+ regio’s, in samenwerking met de gemeenten, wordt in 2012 een voorbereidende analyse gemaakt. Het hoofdlijnenprogramma komt in de loop van 2013 beschikbaar en vormt onder andere input voor het provinciale beleid.
De meest betrokken gemeenten binnen de regio’s (waaronder in elk geval Capelle a/d IJssel, Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Zoetermeer) werken het hoofdlijnen programma nader uit voor de regio en maken gedetailleerde afspraken over programma’s plus flankerend beleid (leegstand, verhuisketens, verdere reductieafspraken, m.n. op niet OV-locaties).
We maken een bedrijventerreinenprogramma MRDH op hoofdlijnen. De analyse 3
wordt gemaakt in 2012. Het programma komt in de loop van 2013 beschikbaar. Dit hoofdlijnenprogramma vormt input voor het provinciale beleid.
We monitoren vraag en aanbod van bedrijventerreinen. Op het niveau van clusters van verwante terreinen (deelmarkten) wordt in eerste instantie afstemming georganiseerd (o.a. programma, ontwikkeltempo). Er wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij bestaande initiatieven als DelTri, Science Port Holland, Voorne-Putten en de lopende aanpak van leegstand bedrijventerreinen in Haaglanden.
We ontwikkelen een uitvoeringsstrategie voor nieuwe bedrijventerreinen van (boven)regionaal belang, hierin komen we tot niet vrijblijvende uitvoeringsafspraken. Dit betekent ook een discussie over gronduitgifteprijzen en vereveningsmechanismen.
Daarnaast wordt een uitvoeringsstrategie herstructurering bedrijventerreinen ontwikkeld. Verduurzaming van bestaande bedrijven is onderdeel van de uitvoeringsstrategie. Herstructurering is in deze strategie een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten in de MRDH, de gemeente waar de opgave zich voordoet wordt hierin door de MRDH gemeenten ondersteund, ook financieel. De mogelijkheden van een omslagfonds/investeringsfonds worden onderzocht (vgl. aanpak SR RHOB). In de loop van 2013 is deze strategie gereed en wordt deze vastgesteld.
Op het gebied van detailhandel wordt in 2012 gewerkt aan een gezamenlijke analyse en structuurvisie. Op 1 januari 2013 is een gedegen analyse beschikbaar die de basis vormt voor één detailhandelsbeleid voor de MRDH. Dit wordt in 2013 op basis van de analyse en structuurvisie verder uitgewerkt.
Op MRDH-niveau maken we één leisurebeleid voor voorzieningen met een bovenlokaal karakter. In het beleid komt een toetsingskader, waarmee een afweging kan worden gemaakt als een marktpartij op een bepaalde locatie een leisurevoorziening wil realiseren. Promotie en acquisitie Promotie en acquisitie richt zich op alle soorten bedrijvigheid in de regio. Voor de internationale promotie en acquisitie zijn in de metropoolregio twee organisaties exclusief actief: de Rotterdam Investment Agency (RIA) en de WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA). Zij richten hun activiteiten vooral op het aantrekken van buitenlandse
4
bedrijven met innovatieve producten en technologieën die een toegevoegde waarde hebben op de Europese markt. Bedrijven worden op weg geholpen bij vestiging in de regio, met expat services en hulp bij het vinden van geschikte huisvesting/vestigingslocatie. Concrete acties op het gebied van promotie en acquisitie richten zich op:
het in kaart brengen gezamenlijke voorzieningen;
het ontwikkelen van gezamenlijke uitingen en promotiemateriaal - voor acquisitiedoeleinden, maar ook voor marketing naar overige doelgroepen (congressen, evenementen, toerisme);
het uitvoeren van het convenant tussen RIA-WFIA.
Wat gaat het kosten en hoe wordt het gefinancierd? Werklocaties: kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure Voor ondersteuning van de afstemming op het gebied van werklocaties worden op MRDHniveau apparaatskosten (menskracht, proceskosten) gemaakt. Deze kosten kunnen direct worden gedragen door inzet van mensen en middelen uit de MRDH gemeenten, of indirect via MRDH-organisatie (via bijvoorbeeld een inwonersbijdrage). Daarnaast is er behoefte aan financiële bijdragen voor herstructurering uit omslagfonds, inwonersbijdrage of vereveningsconstructie. Om welke bedragen dit gaat hangt af van meer gedetailleerde verkenning van de problematiek en de afspraken die op basis hiervan op MRDH niveau gemaakt worden. De kosten voor het opstellen van de gemeenschappelijke structuurvisie detailhandel zijn €50.000,-. Deze worden nu gedragen door de Stadsregio en het Stadsgewest gezamenlijk. In de huidige situatie wordt de structuurvisie periodiek, ongeveer eens in de vijf jaar, geupdate. Afgezien van apparaatskosten zijn aan detailhandelsbeleid verder geen kosten verbonden. Promotie en acquisitie
Ontwikkelen gezamenlijke uitingen en promotiemateriaal: indicatief €50.000,-.
Hoe wordt het georganiseerd? (Governance)
a. Is het wenselijk om lokale bevoegdheden en middelen over te dragen naar de metropoolregeling of zijn andere rechtsvormen wenselijk? Werklocaties: kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure Er is geen sprake van het overdragen van bevoegdheden en middelen. Wel is het noodzakelijk om tot bindende afspraken te komen, inclusief een systeem dat nakomen van
5
afspraken garandeert. Indien nodig wordt hier gebruik gemaakt van het instrumentarium van de provincie Zuid-Holland. Promotie en acquisitie Op dit moment niet. Het convenant tussen RIA en WFIA biedt tot eind 2014 de basis voor de samenwerking.
b. Is het wenselijk dat de 24 gemeenten onderling activiteiten afstemmen (coördinatie, programmatische samenwerking) Werklocaties: kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure Afstemming op hoofdlijnen (en beïnvloeding landelijk/provinciaal beleid) gebeurt op MRDH-niveau, verdere uitwerking met betrokken gemeenten per regionaal subcluster en niet-overheidspartijen Promotie en acquisitie Het ontwikkelen van gezamenlijke uitingen en promotiemateriaal vraagt om een gezamenlijke inzet van middelen uit de deelnemende gemeenten. Bevoegdheden blijven bij de individuele gemeenten (samenwerking op niveau K2 van het ringenmodel, zie bijlage ‘Governance in ringen MO’). De samenwerking op het gebied van acquisitie is niet dwingend. Hierbij worden geen bevoegdheden overgedragen op wgr-niveau. Dit is op niveau K3 uit het ringenmodel.
c. Raakt de activiteit slechts enkele gemeenten (subregio’s, centrumsteden, samenwerking met gemeenten/regio’s buiten de metropoolregio) Werklocaties: kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure Afstemming op hoofdlijnen (en beïnvloeding landelijk/provinciaal beleid) gebeurt op MRDH-niveau, verdere uitwerking met betrokken gemeenten per regionaal subcluster en niet-overheidspartijen. Overleg met de regio’s buiten de MRDH is ook gewenst (HollandRijnland, Midden-Holland en Drechtsteden). Promotie en acquisitie De promotie- en acquisitieactiviteiten hebben impact op de MRDH als geheel – alle partijen hebben baat bij een sterk merk MRDH, en het daarbij behorende gunstige vestigingsklimaat voor bedrijven. De inwoner van de ene gemeente is de werknemer in de andere.
6
Gezamenlijke inzet is dan ook gewenst.
Samenstelling Bestuurlijk team
Frank Koen (Capelle aan den IJssel)
Henk Kool (Den Haag)
Peter van Haagen (Pijnacker-Nootdorp)
Jeannette Baljeu (Rotterdam)
Peter Groeneweg (Schiedam)
Ies Klok (Westvoorne)
Bé Emmens (Zoetermeer)
7