CONCEPT CONVENANT Bouwen én opleiden!
1
CONCEPT Convenant Bouwen én opleiden Investeren in toekomstig vakmanschap in de regio Holland Rijnland Pré-ambule
Het convenant Bouwen én opleiden in de regio Holland Rijnland is een antwoord op meerdere ontwikkelingen. Allereerst loopt de instroom bij bouw & infra opleidingen terug. Belangrijkste oorzaak hiervoor is de teruglopende (bouw)economie. Dit convenant versterkt de trekkracht van bouw & infraopleidingen. Zo kunnen meer toekomstige vaklieden worden aangetrokken en zijn ze gemotiveerder om hun opleiding af te maken. Op een leerlingbouwplaats leren ze sneller, halen hogere cijfers en ze blijven langer verbonden aan het bedrijf, de bedrijfstak én de regio. Daarnaast sluit dit initiatief aan bij de ontwikkeling om het onderwijs beter af te stemmen op de praktijk. Verder valt de komende jaren in de gehele bouw & infra keten een grote uitstroom te verwachten als gevolg van de vergrijzing. Daardoor vloeit deskundigheid weg, verdwijnt bedrijvigheid en valt de opleidingsinfrastructuur weg. Naar verwachting ontstaat in Zuid-Holland vanaf 2015 een structureel tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten. De drie belangrijkste redenen om dit convenant voor het gebied van Holland Rijnland af te sluiten zijn: I Leerlingbouwplaatsen en reguliere opleidingsplaatsen: een bewezen aanpak De realisatie van leerlingbouwplaatsen sluit aan bij afspraken in de bouw & infrasector. Een leerlingbouwplaats moet voldoen aan criteria die in de branche gesteld worden. Het kenniscentrum van de bouw & infrasector (Fundeon) verzorgt toetsing en erkenning voor zowel leerlingbouwplaats als voor reguliere opleidingsplaatsen (zie bijlage 1). Binnen Holland Rijnland is in de Rijnstreek al in 2004 een convenant afgesloten. De Rijnstreekgemeenten hebben ruime expertise op het gebied van opdrachtgeverschap ontwikkeld. Verder hebben de grotere gemeenten Leiden en Katwijk bij gemeentelijke opdrachten leerlingbouwplaatsen gerealiseerd. In de regio Holland Rijnland is ook ruime ervaring met reguliere opleidingsplaatsen. Deze reguliere opleidingsplaatsen staan onder druk door de verlaging van het bouwvolume. Bedrijven ervaren minder mogelijkheden om te investeren in een duurzaam opleidingsklimaat voor de regionale bouw & infra branche, doordat de focus meer op de korte termijn ligt. Opdrachtgevers kunnen invloed uitoefenen op het opleidingsbeleid van een bouw of infra bedrijf door alleen opdrachten te verstrekken aan erkende leerbedrijven en te checken of daadwerkelijk leerlingen worden opgeleid.
2
In de restauratiebranche is landelijk veel ervaring opgedaan met restauratieleerlingbouwplaatsen. Hierbij vervullen de coördinatoren van RestauratieOpleidingsProjecten (ROP) een actieve rol. II Rol van gemeenten als opdrachtgever wordt maximaal benut De gemeenten zijn voor de bouw & infra sector een belangrijke opdrachtgever. Het betreft uiteenlopende zaken als groot onderhoud, infrastructurele werken en nieuwbouw van publieke voorzieningen als scholen en sportvoorzieningen. Daarnaast zijn semipublieke organisaties als woningbouwcorporaties en schoolbesturen nauw verbonden met de gemeente en worden in toenemende mate prestatie-afspraken gemaakt over maatschappelijk relevante doelstellingen. Door het stellen van eisen bij aanbestedingen zet de overheid haar marktpositie in als grote opdrachtgever en werkgever (zie bijlage 2). Op deze wijze komt meer sociaal rendement tot stand. Leerlingbouwplaatsen kunnen ook een invulling zijn van een lokale social return aanpak. Aantal gemeenten binnen Holland Rijnland gaan hier vanuit de rol van opdrachtgever meer invulling aan geven. Juist omdat deze ontwikkelingen al de komende tijd gestalte krijgen, is in dit convenant al een evaluatiemoment na een jaar opgenomen. Dit geeft de mogelijkheid op basis van praktijkervaring het convenant aan te passen. III Schaal Holland Rijnland heeft juiste omvang
De opleidingscentra functioneren (sub) regionaal. De leerlingen komen uit de verschillende Holland Rijnland gemeenten. De schaal van Holland Rijnland levert een behoorlijk aantal projecten op die in aanmerking komen als leerlingbouwplaats en reguliere opleidingsplaats. In Holland Rijnland verband worden raamafspraken gemaakt. Dit geeft de mogelijkheid om per gemeente specifieke eisen te formuleren. De invulling zal altijd samenhangen met de aard van de opdracht. Het arbeidsmarktbeleid vraagt om samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs (3O’s) Het realiseren van leerlingbouwplaatsen vraagt samenwerking met werkgevers en onderwijsinstellingen. Het samen met deze partijen formuleren van een convenant is noodzakelijk voor het draagvlak. Binnen Holland Rijnland functioneert al een vooroverleg waar werkgevers, opleidingsbedrijven en gemeenten aan deelnemen.
3
Afspraken Partijen: Holland Rijnland
Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
door de heer J.B. Uit den Boogaard, daartoe op grond van het bepaalde 22 lid 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland gemachtigd door de heer H.J.J.
Lenferink, voorzitter van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, handelend ter
uitvoering van een besluit van het college van het Dagelijks Bestuur dd. 30 augustus 2012.
………………………………………………..
Deelnemende gemeenten: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Voorschoten, Teylingen en Zoeterwoude
Namens deze gemeenten
De heer J.B. Uit den Boogaard, voorzitter portefeuillehoudersoverleg
…………………………………………….. Bouwend Nederland
De heer
………………………………… Bouwopleiding Rijnland
Mevrouw S.R. Jukema, directeur ……………………………………………………..
S.P.B. Gouwe en Rijnstreek,
De heer T. Hamoen, directeur
…………………………………………………….
Edubouw, SPG Zuid-Holland De heer …………………………………………….. Restauratie Opleidings Projecten district Zuidwest
Mevrouw S.R. Jukema, coördinator
………..
4
Missie De missie van dit convenant is :
het behoud en stimuleren van vakmanschap en werkgelegenheid in de bouw & infra;
betere afstemming van onderwijs en praktijk in de bouw & infra;
het realiseren van sociaal rendement in de bouw & infra.
Doel Dit convenant heeft tot doel om in samenwerking van betrokken partijen deze missie te gaan realiseren door het verwezenlijken van leerlingbouw- en reguliere opleidingsplaatsen in de regio Holland Rijnland. Artikel 1 Doel en definities 1.
Partijen zetten zich in voor het behoud van vakmanschap en werkgelegenheid door middel van het stimuleren en realiseren van voldoende leerlingbouw- en reguliere opleidingsplaatsen.
2.
Partijen onderkennen de noodzaak van continue beschikbaarheid van leerlingbouw- en reguliere opleidingsplaatsen in de regio Holland Rijnland.
3.
Een leerlingbouwplaats is een regulier bouw en/of infra werk dat gedeeltelijk of geheel door leerlingen wordt gebouwd, onder deskundige leiding van één of meer gekwalificeerde leermeesters.
4.
Een reguliere opleidingsplaats is een plaats, die voldoet aan het kwalificatiedossier op basis van de Wet Educatie beroepsonderwijs (WEB). Het betreft een plaats op basis van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) dan wel Beroeps Opleidende Leerweg (BOL).
5.
In de regio Holland Rijnland treden meerdere opleidingsbedrijven op als werkgever en praktijkopleider: Bouwopleiding Rijnland (gevestigd in Leiden), S.P.B. Gouwe en Rijnstreek (gevestigd in Waddinxveen) en EduBouw (gevestigd in Hoofddorp).
6.
Fundeon is het kenniscentrum voor de bouw en infra en verzorgt de erkenningen van leerbedrijven en leerlingbouwplaatsen.
7.
Restauratie Opleidingsprojecten organiseert opleidingsprojecten op restauratieprojecten in het hele land. ROP zorgt er voor dat jongeren de kans krijgen om het vak van oudere collega's te leren ter behoud van het restauratie-vakmanschap.
Artikel 2 Duur van de overeenkomst 1.
De overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar vanaf het moment van ondertekening.
5
2.
De overeenkomst wordt na 1 jaar geëvalueerd met de mogelijkheid tot aanpassing van de afspraken, indien dit noodzakelijk is.
3.
De partijen kunnen op basis van de eindevaluatie, die uiterlijk voor aanvang van het laatste kwartaal van de looptijd afgerond is, besluiten tot verlenging van de overeenkomst.
Artikel 3 Inspanningen gemeenten 1.
De gemeenten onderzoeken bij gemeentelijke bouw- en infraopdrachten of het project geschikt is leerlingen in te zetten, dan wel welke mogelijkheden er zijn invulling te geven aan lokaal social return beleid.
2.
De gemeenten toetsen bij een opdracht van meer dan € 200.000,- of een project in aanmerking kan komen als reguliere opleidings- dan wel leerlingbouwplaats. Deze toets wordt uitgevoerd op basis van bijlage 3.
3.
Bij gebleken geschiktheid van projecten wordt bij aanbesteding in het bestek aangegeven dat het uitvoerend bedrijf de verplichting heeft leerlingen in te zetten door het realiseren van een reguliere opleidings- dan wel leerlingbouwplaats (zie voor een voorbeeldtekst bijlage 4).
4.
Gemeenten kunnen bepalen, dat het inschakelen van leerlingen geldt als invulling van social return.
5.
Gemeenten stimuleren, dat andere maatschappelijke partijen zoals woningbouwcorporaties en schoolbesturen zich aansluiten bij dit convenant en betrekken dit bij de prestatie-afspraken.
Artikel 4 Inspanningen opleidingsbedrijven 1.
De opleidingsbedrijven zorgen voor voldoende leerlingen op een leerlingbouwplaats. Hiertoe wordt het opleidingsbedrijf in een vroeg stadium betrokken bij een leerlingbouwplaats, zodat de plaatsing van leerlingen – in overleg met het bouw- en infrabedrijf - op tijd kan worden gepland.
Artikel 5 Inspanningen Bouwend Nederland 1. Bouwend Nederland spant zich in om bij projecten van aangesloten bedrijven te enthousiasmeren dat reguliere opleidings- en leerlingbouwplaatsen beschikbaar gesteld worden. Tevens stimuleert zij de bij haar aangesloten bedrijven om in opleiding zijnde leerlingen te plaatsen op een leerlingbouwplaats en/of reguliere opleidingsplaats. 2. Het individuele bouwbedrijf is verantwoordelijk voor het organiseren en invullen van de eerder genoemde verplichting. Het individuele bouwbedrijf kan voor de uitvoering ook een beroep doen op onderaannemers. Om in aanmerking te komen voor de uitvoering van leerlingbouwplaatsprojecten moet het uitvoerend bedrijf door Fundeon erkend zijn als leerbedrijf, conform de criteria erkenning leerbedrijven bouw- en infrasector.
6
Artikel 6 Inspanningen Restauratie Opleidings Projecten (ROP) 1. ROP stimuleert opdrachtgevers in de regio Holland Rijnland om restauratieprojecten in te zetten voor opleidingsdoeleinden. Bij de uitvoering van de opleidingsprojecten werken de coördinatoren van ROP samen met restauratiebedrijven, regionale opleidingsbedrijven en Fundeon. Artikel 7 Afstemming en monitoring 1. Alle afspraken met betrekking tot dit convenant worden gemonitord door de commissie “Leerlingbouwplaatsen en reguliere opleidingsplaatsen Holland Rijnland”. Deze commissie bestaat uit afgevaardigden van alle partijen die het convenant tekenen. Het voorzitterschap wordt ingevuld door de bestuurlijk vertegenwoordiger vanuit Holland Rijnland. Jaarlijks rapporteert de commissie aan alle partijen over de resultaten van het convenant (aantal projecten, leerlingbouwplaatsweken, etc.). 2. De resultaten van het convenant en de gerealiseerde leerlingbouw- en reguliere opleidingsplaatsen worden gepubliceerd op de website van Holland Rijnland en in andere communicatie-uitingen vanuit Holland Rijnland.
Aldus overeengekomen te Leiden, 19 september 2012.
7
Bijlagen: 1. Voorwaarden leerlingbouwplaatsen 2. Voorbereiding 3. Geschiktheidstoets 4. Voorbeeld bestektekst leerlingbouwplaats
Bijlage 1 Voorwaarden leerlingbouwplaats. Een project heeft bij voorkeur een bouwtijd van minimaal 26 weken; Een geschikt project bevat minimaal vijf (5) vakonderdelen voor de vakrichting waarvoor wordt opgeleid; Het project dient voldoende leermogelijkheden te bieden, waaronder ook de noodzakelijke repeterende elementen, zodat de leerling zich de vereiste vaardigheden goed eigen kan maken; De leerlingen moeten voldoende inzicht te krijgen in het gehele bouwproces op één locatie. Gemiddeld zijn er vijf (5) leerlingen werkzaam op een leerlingbouwplaats; in overleg met de adviseur opleidingsbeleid van Fundeon kan hiervan worden afgeweken; De leerlingen staan – per vakgebied – onder leiding van een gecertificeerde leermeester; Voor projecten in de gespecialiseerde aanneming (onderaannemers) geldt dat het project een bouwtijd heeft van minimaal 13 weken en dat er drie (3) leerlingen werkzaam zijn; Voor Restauratie Opleidingsprojecten varieert de bezetting van 1 tot 3 leerlingen. Bijlage 2 De voorbereiding. Een project dient geschikt te zijn om door leerlingen te worden uitgevoerd. Om die reden is het verstandig om tijdig met de architect te overleggen voor een geschikt bestek; In het bestek moet de vermelding worden opgenomen dat het project geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd als leerlingbouwplaats; De adviseur opleidingsbeleid van Fundeon ondersteunt bij het aanvragen van een erkenning. Deze erkenning is van belang voor het verstrekken van subsidies aan zowel de opdrachtgever als de aannemer;
8
Het is van belang dat tijdig contact wordt opgenomen met het opleidingsbedrijf voor het plaatsen van leerlingen; Een leerlingbouwplaats heeft voor alle betrokkenen publiciteitswaarde. Bij de bouwplaats behoort een bouwbord met tekst ‘Leerlingbouwplaats’. De opdrachtgever krijgt de gelegenheid om zijn rol publiekelijk te tonen middels een vermelding of een logo. Bijlage 3 Geschiktheidstoets De geschiktheidstoets moet bij werken boven een aanbestedingsbedrag van €200.000,- uitgevoerd worden. De resultaten van de toets moeten vertrouwelijk gemeld worden aan de commissie Leerlingbouwplaatsen. Bij aanbesteding van een werk boven de geschiktheidstoetsgrens van €200.000,dient in het bestek een verplichting tot het realiseren van een leerlingbouwplaats dan wel het realiseren van een reguliere opleidingsplaats opgenomen te worden. Indien bij uitzondering niet aan deze verplichting voldaan kan worden, dient een gemotiveerde verklaring naar de “commissie Leerlingbouwplaatsen en reguliere opleidingsplaatsen” van Holland Rijnland gestuurd te worden.
Bijlage 4 Voorbeeld bestektekst Het werk dient te worden aangemerkt/uitgevoerd als leerlingbouwplaats/reguliere opleidingsplaats. Deze verplichting geldt zowel voor de aannemer als ook voor zijn onderaannemers. Op een leerlingbouwplaats/reguliere opleidingsplaats worden leerlingen geplaatst die in het kader van hun opleiding en onder leiding van een gecertificeerde leermeester, alle bouwkundige of infra werkzaamheden uitvoeren. Hiertoe dient voor de aanvang van het project overleg plaats te vinden met Fundeon (Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Bouw en Infra) In dit overleg wordt de regelgeving over leerlingbouwplaatsen/reguliere opleidingsplaatsen besproken en wordt de erkenning aangevraagd. Voor zover er bij de aannemer en/of zijn onderaannemers onvoldoende leerlingen beschikbaar zijn, worden de overige leerlingen betrokken van het regionale opleidingsbedrijf in het gebied. De leerlinggroep wordt samengesteld vanuit de verschillende niveaus van de beroepsopleiding.
9