Opleiden in school
Versie: Datum: Auteur:
4 September 2013 Henk Jacobs
Opleiden in school - concept – Versie 4.
1
Versiehistorie Versie Datum 01. 02. 03. 04.
Juli 2011 Augustus 2011 Augustus 2012 September 2013
Omschrijving
Auteur
Eerste opzet notitie werkplekleren Bijstelling na overleg met Paul Maasen en Peter Lorist Bijgestelde versie n.a.v. ontwikkelingen in het studiejaar 2011-2012 Bijgestelde versie n.a.v. ontwikkelingen in het studiejaar 2012-2013
Henk Jacobs Henk Jacobs
Opleiden in school - concept – Versie 4.
Henk Jacobs Henk Jacobs
2
Inhoud 1. Inleiding 2. Verantwoording 3. Opleidingsraad 4. Tweede schil scholen en besturen 5. Bovenschools Opleiden In School 6. Terminologie 7. Praktijkopleider 8. Schoolopleider 9. Instituutsopleider 10. Keurmerk 11. Professionaliseringstraject Bijlagen: 1. Overzicht besturen opleidingsraad 2. Overzicht indeling scholen ten aanzien van opleiden
Opleiden in school - concept – Versie 4.
3
Inleiding Instituut Theo Thijssen (ITT) van de Hogeschool Utrecht wil graag samen met het werkveld kwalitatief goed geschoolde leraren voor het primair onderwijs opleiden. Daarnaast heeft ITT de ambitie een belangrijke rol te spelen bij onderwijsontwikkelingen in de regio Utrecht. De verbindende factor is het werkplekleren van de studenten van ITT. Het gezamenlijk opleiden van studenten biedt vele mogelijkheden om te werken aan onderwijsontwikkeling. Deze notitie geeft richting. De kracht van samen opleiden wordt o.a. aangetoond in de promotieonderzoeken van Jeannette Geldens1 en Miranda Timmermans2. Een cruciale rol speelt daarbij de begeleiding. De begeleiding van studenten en praktijkopleiders. Bij het opleiden in school ligt een spilfunctie bij de schoolopleider en instituutsopleider. Het is van groot belang dat zowel vanuit het werkveld als vanuit de opleiding aan voorwaarden (tijd en professionalisering) wordt voldaan zodat beide opleiders kunnen functioneren.
1
Geldens, J.J.M. 2007. Leren onderwijzen in een werkplekleeromgeving (Proefschrift Radbouduniversiteit). Helmond, Kempellectoraat Hogeschool de Kempel. 2 Timmermans, M. 2012. Kwaliteit van de Opleidingsschool. Over Affordance, Agency en Competentieontwikkeling (Proefschrift Tilburg University). Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Faculteit Educatie
Opleiden in school - concept – Versie 4.
4
Verantwoording Opleiden doe je als opleiding niet alleen. De verbinding theorie – praktijk is cruciaal in de ontwikkeling van toekomstige leraren primair onderwijs. Die verbinding was tot nu toe vooral gericht op de student in de praktijk. Het lectoraat Academische Basisschool3 toont aan dat het gezamenlijk opleiden van studenten een bijdrage levert aan de professioneel lerende organisatie op instituuts-, bestuurs- en schoolniveau. In de verbinding theorie – praktijk spelen de schoolopleider en de instituutsopleider een belangrijke rol. Zij zijn het intermediair tussen de opleiding en het werkveld. Deze notitie is er op gericht om deze twee spelers in positie te brengen en hun rol te versterken. De samenwerking tussen deze opleiders vormt de kern van het opleiden in school. Deze samenwerking vraagt om een heldere structuur. In het studiejaar 2010-2011 hebben 16 besturen uit de regio Utrecht/ ’t Gooi en ITT afspraken gemaakt over het gezamenlijk opleiden. Eén bestuur is in het studiejaar 2012-2013 afgehaakt. Als uitwerkings- en adviesinstrument is het Bovenschool Opleiden In School (BOIS) netwerk ingericht. Naast een structuur is er behoefte aan een intern keurmerk. De kwaliteit van het netwerk moet voldoen aan landelijke criteria4 zoals deze zijn vastgesteld door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVOA). In het studiejaar 2011-2012 is een start gemaakt met het afnemen van audits. Deze pilot is positief verlopen en zal worden voortgezet.
3 4
Beleidskaders Academische Basisschool, oktober 2010. www.academischebasisschool.nl Toetsingskader Opleidingsschool, NVAO, 3 maart 2009
Opleiden in school - concept – Versie 4.
5
Opleidingsraad De Opleidingsraad bestaat uit leden van College van Bestuur c.q. centrale directies van de regionale partner schoolbesturen en de directeur van Instituut Theo Thijssen. Zij bespreken het algemeen strategisch beleid, delen onderling en met ITT kennis en expertise en vormen een regionaal netwerk. De Opleidingsraad vergadert 3 à 4 maal per jaar. De leden van de Opleidingsraad zijn gezamenlijk een raamovereenkomst aangegaan. Deze raamovereenkomst is uitgewerkt in een bilaterale samenwerkingsovereenkomst van Instituut Theo Thijssen met ieder van haar partner schoolbesturen. Een lid van het Instituutsmanagementteam van Instituut Theo Thijssen is ‘agendalid’5 van dit managementoverleg6. Het doel hiervan is ook om de samenwerking met schoolleiders van het betreffende schoolbestuur te versterken. Bovendien vragen we ieder van deze schoolbesturen om één van de schoolopleiders binnen het bestuur een coördinerende rol op bestuursniveau te laten vervullen. Per 1 augustus 2011 nemen er 15 besturen deel aan de opleidingsraad. (zie bijlage 1.)Samen zijn zij verantwoordelijk voor 244 scholen voor primair onderwijs. Deze 244 scholen zijn door ITT ingedeeld in 4 categorieën. Dat zijn: 1. Gecertificeerde Academische Opleidingsscholen (5 scholen) 2. Gecertificeerde opleidingscholen. (8 scholen) 3. Opleidingsscholen. Besturen hebben aangegeven dat deze scholen binnen de stichting opleidingsscholen gaan worden (76). 4. Scholen van de Opleidingsraad besturen die (nog) geen opleidingsschool willen worden. (183) Verder hanteren we nog een categorie 5 en 6 5. Basisscholen die niet behoren bij de Opleidingsraad maar wel graag studenten willen opleiden. De z.g. Tweede Schil (169). 6. Andere scholen. Deze scholen komen in principe niet in aanmerking om studenten te begeleiden. Scholen kunnen wel een verzoek doen om opgenomen te worden in de Tweede Schil.
5
Een agendalid ontvangt de vergaderstukken, kan deelnemen aan de vergadering als de agenda de samenwerking met Instituut Theo Thijssen betreft en kan verzoeken om deze samenwerking enkele malen per jaar te agenderen in het managementoverleg. 6 Binnen de besturen worden hiervoor verschillende omschrijvingen gebruikt, bedoeld is het regelmatige gezamenlijke overleg van CvB en directeuren van de scholen.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
6
Tweede schil Niet alle studenten van ITT kunnen een praktijkplaats vinden bij de scholen van de Opleidingsraad. De Tweede Schil is dus noodzakelijk. ITT begeleidt ongeveer 1200 studenten. Scholen/besturen die aan de Tweede Schil willen deelnemen krijgen ook de mogelijkheid om door te groeien naar gecertificeerd opleidingsschool. Ook zij kunnen gaan voor het keurmerk (zie hoofdstuk over keurmerk).Deze scholen/besturen nemen niet deel aan de Opleidingsraad en het BOIS overleg en hebben dus niet direct invloed op beleidsontwikkelingen Besturen van deze tweede schil scholen kunnen verzoeken, opgenomen te worden in de Opleidingsraad. Omgekeerd kunnen besturen in de Opleidingsraad besluiten minder intensief deel te nemen en plaats te nemen in de tweede schil.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
7
BOIS Ten behoeve van het tactisch en operationeel beleid vormt het BOIS (Bovenschool Opleiden In School) een learning community bestaande uit bovengenoemde bovenschools schoolopleiders en twee medewerkers van centrum voor werkplekleren van Instituut Theo Thijssen. Zij concretiseren het algemene beleid naar bestuurs- en schoolniveau en vice versa als schakel tussen de praktijk en Opleidingsraad. Bovendien geven ze gevraagd en ongevraagd advies over nieuwe onderwijsproducten (curriculum) en de kwaliteitszorg van ITT als een plek voor feedback en samenwerken aan nieuwe producten voor school en opleiding. De frequentie van werken – en de vorm waarin zoals bijvoorbeeld intensieve werkbijeenkomsten – is de verantwoordelijkheid van BOIS zelf. De agendering en prioritering van onderwerpen wordt in samenspraak bepaald, waarbij de strategische agenda van de Opleidingsraad, kwaliteitszorg en feedback op het curriculum prioriteit hebben. De benodigde tijd voor het lidmaatschap van BOIS is onderdeel van de taak als bovenschools schoolopleider c.q. coördinatoren centrum voor werkplekleren.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
8
Terminologie In zowel het werkveld als de opleiding worden verschillende termen gebruikt voor dezelfde taken en functies. Om hierin duidelijkheid te verschaffen is binnen de Opleidingsraad afgesproken onderstaande termen te gebruiken. Deze terminologie is aanbevolen door de beroepsgroep van opleiders, het VELON. Werkplekleren in plaats van stage Praktijkplaats in plaats van stageplaats Praktijkopleider in plaats van mentor Schoolopleider in plaats van stagecoördinator of interne coach Instituutsopleider in plaats van schoolcontactpersoon of stagebegeleider.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
9
Praktijkopleider De praktijkopleider is de man of vrouw voor de groep die een student begeleidt bij het praktijkgedeelte van de opleiding. Om dit adequaat te kunnen doen is het noodzakelijk dat een praktijkopleider toegerust wordt. De volgende onderdelen horen bij die toerusting. Globale kennis van de opbouw van de opleiding tot leraar primair onderwijs Kennis van de SBL competenties uitgewerkt in de competentiematrix Kennis van de beroepsrollen Kennis van verschillende begeleidingsvaardigheden Kennis van verschillende gesprekstechnieken Gericht feedback kunnen geven De praktijkopleider wordt geprofessionaliseerd door de schoolopleider van de school in samenwerking met de instituutsopleider van de school. In overleg tussen de school- en instituutsopleiders wordt bepaald wat nodig is en op welk moment, rekening houdend met de wensen van de praktijkopleiders
Opleiden in school - concept – Versie 4.
10
Schoolopleiders De schoolopleider heeft naast de instituutsopleider een sleutelrol binnen het Opleiden in School. De schoolopleider begeleidt in principe de praktijkopleiders. Er is regelmatig overleg tussen de school- en instituutsopleider om te komen tot afstemming. De taken van de schoolopleider zijn als volgt te definiëren: De schoolopleider heeft een spilfunctie tussen basisschool en opleiding De schoolopleider begeleidt de praktijkopleiders De scholopleider kan in overleg met de praktijkopleider gesprekken voeren met de student De schoolopleider ontwikkelt een opleidingsplan voor de praktijkopleiders De schoolopleider overlegt regelmatig met de instituutsopleider De schoolopleider begeleidt in principe de onderzoeken van studenten. Op schoolniveau kunnen daar andere afspraken over gemaakt worden. De schoolopleiders verzorgen in samenwerking met de instituutsopleiders de professionalisering van de praktijkopleiders (train de trainer) De schoolopleiders van een stichting vormen een netwerk o.l.v. bovenschools schoolopleiders (geldt niet voor Tweede Schil scholen) Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk om de schoolopleiders toe te rusten. Daarvoor is nodig dat: Schoolopleiders de opleiding voor de professionalisering praktijkopleiders (train de trainer) bij ITT volgen De Opleidingraad en BOIS overleg worden betrokken bij de inhoud van de opleiding Jaarlijks vindt is er een terugkommomenten plaats waarbij nieuwe ontwikkelingen t.a.v. opleiden worden meegenomen, verzorgd door ITT (masterclasses) Schoolopleiders volgen deze professionalisering zo mogelijk samen met instituutsopleider Schoolopleiders begeleiden de onderzoeken van 3e en 4e jaars studenten. Na de eerste professionalisering schoolopleider volgen zij ook de professionalisering ‘Leergang Onderzoek’. Elke stichting/school bepaalt welke personeelsleden in aanmerking komen voor schoolopleider. Voorwaarde vanuit de opleiding is een HBO denkkader en affiniteit met opleiden in de brede zin
Opleiden in school - concept – Versie 4.
11
Instituutsopleider De instituutsopleider vormt samen met de schoolopleider de kern van het Opleiden In School. De samenwerking is cruciaal voor het welslagen van het gezamenlijk opleiden van toekomstig personeel. De instituutsopleider zal toegerust moeten worden voor deze taak. Het gaat dan om de volgende zaken: De instituutsopleider wordt geprofessionaliseerd op het gebied van het onderhouden van de relatie met basisscholen De instituutsopleider volgt samen met de schoolopleider de professionalisering schoolopleider (indien organisatorisch mogelijk) Op verzoek van de schoolopleider kan de instituutsopleider betrokken worden bij de professionalisering van de praktijkopleiders De instituutsopleider heeft regelmatig overleg met de schoolopleider De instituutsopleider voert het beoordelingsgesprek met de student en praktijkopleider over de voortgang in de praktijk van de student. De instituutsopleider maakt van het gesprek een verslag a.d.h.v. een format. De instituutsopleider legt een klassenbezoek af bij alle eerstejaars studenten (vol- en deeltijd) in het tweede semester. Van het bezoek en gesprek met student en praktijkopleider wordt door de instituutsopleider een verslag gemaakt. De instituutsopleider legt klassenbezoeken af op verzoek van praktijkopleider, schoolopleider, studieloopbaanbegeleider of student in alle studiejaren De instituutsopleider is op de hoogte van het doen van onderzoek door de student en kan de student en schoolopleider hierin begeleiden en adviseren op de werkplek De instituutsopleider kan de schoolopleider adviseren in het doen van professionalisering op het gebied van opleiden en begeleiden De instituutsopleider kan de schoolopleider en schoolleider adviseren in het betrekken van vakprofessionals van ITT bij de schoolontwikkeling In principe is elke docent van ITT instituutsopleider. Dat hoort bij de taken van een docent. Elke instituutsopleider is verbonden aan meerdere scholen van één bestuur afhankelijk van de aanstelling van de docent. Verder is hij/zij in staat studenten van alle leerjaren van de vol- en deeltijd te kunnen begeleiden op de praktijkplaats. Het is verder van belang dat de instituutsopleider kennis heeft van de ontwikkelingen van het onderwijs in het algemeen en van de school en bestuur in het bijzonder. Een instituutsopleider wordt voor meerdere jaren gekoppeld aan scholen om te werken aan de relatie met de school. Nabijheid, korte lijnen en openheid zijn kernwoorden voor de instituutsopleider.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
12
Keurmerk In de provincie Utrecht werken basisscholen en de lerarenopleiding intensief samen aan het opleiden van leerkrachten primair onderwijs. In de opleiding staat de onderwijspraktijk centraal. De ontwikkeling van de beroepscompetenties vindt daarbij voor een groot deel op de opleidingsschool plaats. De student is vanaf het begin van de studie werkzaam als collega in opleiding bij een basisschool. De opleidingsschool speelt zo een belangrijke rol bij het opleiden, begeleiden en beoordelen. Het opleiden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en is dus niet voorbehouden aan het opleidingsinstituut (de lerarenopleiding). De keurmerkcommissie ziet opleiden in de school als een kansrijke ontwikkeling waarmee het opleidingsinstituut en de samenwerkende scholen graag verder willen. Het leren op de werkplek van studenten zorgt voor een nieuwe dynamiek binnen de school waarbij opleiden, innoveren en professionaliseren bij elkaar komen. Er ontstaat een leerklimaat voor alle medewerkers binnen de school. Het opleiden in de school neemt een belangrijke plaats in binnen de lerarenopleiding en de scholen. Het samen opleiden vraagt van alle betrokkenen een grote inspanning. Taken en verantwoordelijkheden moeten op elkaar afgestemd worden. Vertrouwen in elkaars deskundigheid is noodzakelijk. Om de kwaliteit van het opleiden in de school te borgen wordt het eigen Keurmerk Opleidingsschool ontwikkeld. Met de invoering van de bekostiging van “Opleiden in de school” door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2009 is het belang van goede kwaliteitsborging toegenomen. Bij de accreditatie van de lerarenopleiding worden ook de opleidingsscholen meegenomen. Samen gaan we voor gecertificeerd en liefst bekostigd Opleidingsschool worden. Kwaliteitsborging van het opleiden in de school is natuurlijk ook voor de scholen van belang. Daarnaast zijn er verschillende redenen voor een school om het keurmerk te willen halen: Door het verkrijgen van een Keurmerk Opleidingsschool kwalificeren en profileren opleidingsscholen zich ten opzichte van andere scholen. Het laat zien dat zij beleid, visie en een organisatiestructuur hebben op het gebied van innoveren, opleiden en professionaliseren. Met opleiden in de school wordt opleidingsexpertise ontwikkeld. Deze kan voor de scholing van al het personeel van belang zijn. Daardoor is opleiden in de school niet alleen een kwaliteitsimpuls voor de opleiding van personeel maar ook voor de ontwikkeling van de school als geheel. Het keurmerk maakt dit zichtbaar. Dit sluit goed aan bij het Integraal PersoneelsBeleid (IPB) van de scholen. In het kader hiervan moeten leerkrachten een bekwaamheidsdossier samenstellen. Hieraan kan scholing worden gekoppeld. Het mag duidelijk zijn dat de opleidingsexpertise die ontwikkeld is voor opleiden in de school ook in dit kader gebruikt kan worden. Het keurmerk is een gezamenlijk gedragen traject van de scholen en de lerarenopleiding. Uitwisseling van expertise staat centraal. Schoolopleiders zijn medebeoordelaars in het keurmerktraject. Op die manier kunnen scholen van elkaar leren. Het behalen van een keurmerk luidt niet de afsluiting van het traject in, maar juist het begin van een volgende fase. Schoolopleiders binnen het Utrechts Model kunnen deelnemen aan de auditorengroep van het Keurmerk Opleidingsschool.
Opleiden in school - concept – Versie 4.
13
Professionaliseringstrajecten Om in het studiejaar 2011-2012 een start te kunnen maken met het realiseren van de ambitie van het gezamenlijk opleiden van studenten is een professionaliseringstraject ontwikkeld voor de schoolopleiders van de deelnemende besturen. De training bestaat uit een basistraining (4 bijeenkomsten van 3 uur) en een verdiepende training (8 bijeenkomsten van 3 uur). De basistraining wordt twee keer per jaar aangeboden. De verdiepende training één keer. De verdiepende training is ontwikkeld en wordt verzorgd samen met de Universiteit Utrecht. Naast de professionalisering voor de schoolopleider is het ook van belang dat de instituutsopleiders van ITT geïnformeerd en waar nodig geprofessionaliseerd gaan worden zodat zij zich kunnen voorbereiden op hun, voor een deel van de docenten, nieuwe taak. Dit traject is in het studiejaar 2012-2013 gestart en wordt jaarlijks verder uitgebreid. Ook deze professionalisering wordt samen met het Centrum Theo Thijssen en de Universiteit Utrecht ontwikkeld en uitgevoerd. Uiteindelijk ligt er een gevarieerd pakket van opleidingen voor praktijk-, school- en instituutsopleiders op het gebied van coaching, begeleiding, verzorgen van feedback, het doen van onderzoek enz. Globale inhoud professionalisering praktijkopleider (door schoolopleider) Competentiegericht opleiden (opbouw studiefasen) Vormen van begeleiding Toetsing De competenties; vaardigheden, kennis, houding en beroepsrollen Persoonlijk ontwikkelingsplan Portfolio’s Gesprekken voeren Het SMART formuleren van leervragen Eigen leerstijl (Kolb) Reflecteren (Korthagen ) Globale inhoud professionalisering schoolopleider Het coachen van studenten gericht op het verbeteren van het persoonlijk functioneren van de student op pedagogisch, didactisch en vakinhoudelijk gebied Het begeleiden van praktijkopleiders gericht op het competentiegericht kunnen begeleiden van de student Begeleiden van leervragen Het begeleiden van studenten met het doen van praktijkonderzoek Een bijdrage leveren aan de gezamenlijke kennisconstructie t.b.v. de schoolontwikkeling Visie op leren en opleiden Kennis van begeleidingsinstrumenten; intervisie, POP, plan van aanpak Reflectie, leercyclus en leerstijlen Beoordelen op de werkplek en opleiding
Opleiden in school - concept – Versie 4.
14
Globale inhoud professionalisering instituutsopleider Standaarden opleiden in school Schoolontwikkelingsagenda (schoolplan, schoolgids) Koppeling theorie en praktijk Student – startend leerkracht – ervaren leerkracht – expert leerkracht gekoppeld aan de competenties Het geven en ontvangen van feedback
Opleiden in school - concept – Versie 4.
15
Kosten professionalisering
De basistraining voor schoolopleider wordt door ITT aan alle schoolopleiders aangeboden Aan de verdiepende training zijn wel kosten verbonden. € 895,- per persoon De leergang onderzoek kost € 550,- per persoon Als herhaling organiseert ITT twee keer per schooljaar een masterclass voor de schoolopleiders. De onderwerpen zijn toegesneden op de praktijk van de schoolopleider
Opleiden in school - concept – Versie 4.
16
Bijlagen Bijlage 1. Deelnemende besturen Opleidingsraad Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Stichting Katholiek Onderwijs Lek en IJssel Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein Stichting Katholiek Primair Onderwijs Het Sticht Stichting De Groeiling Stichting Katholiek Onderwijs Fectio Verschillend Onderwijs In Leusden, Achterveld Meerkring, Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort Stichting Katholiek Basisonderwijs Achterveld Stichting Regionaal Openbaar Basisonderwijs Nieuwegein, IJsselstein Katholieke Scholenstichting Utrecht Stichting Katholiek Primair Onderwijs Amersfoort Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht Bureau Openbaar Onderwijs Hilversum (STIP) Stichting Rijn en Heuvelland (Wereldkidz)
Opleiden in school - concept – Versie 4.
Hilversum IJsselstein Nieuwegein Zeist Gouda Houten Leusden Amersfoort Achterveld Nieuwegein Utrecht Amersfoort Utrecht Hilversum Zeist
17