Opleiden in School 2.0 Evaluatie en Plan van Aanpak 2013-2017
Versie 11 november 2013
1. Opleiden in School: van 1.0 naar 2.0 Het vak van leerkracht leer je in de praktijk. Om die reden heeft Lucas Onderwijs vier jaar geleden de Pabo van de Hogeschool Leiden gevraagd een gezamenlijk traject te ontwikkelen waarin een groter deel van de opleiding in de schoolpraktijk zou plaatsvinden en theorie en praktijk dichter bij elkaar zou brengen. Dit heeft geleid tot het Opleiden in School-traject, waar nu al bijna 50 studenten aan deelnemen op meer dan 20 scholen en waar de eerste 8 studenten van zijn afgestudeerd. Het afstuderen van de eerste studenten is voor ons het moment geweest om terug te kijken en vooruit te kijken. We kijken naar wat het traject heeft opgeleverd, of dat nog in lijn is met de oorspronkelijke doelstellingen, wat er goed gaat en welke verbeteracties er genomen dienen te worden om het maximale resultaat uit dit traject te halen. Uit de evaluatie hebben we met name geleerd dat we:
aandacht moeten geven aan en investeren in de kwaliteit van de begeleiding van studenten op school door mentoren/begeleiders; het curriculum en toetsing beter kunnen afstemmen op de praktijksituatie; op meer terreinen tot kennis- en personele uitwisseling tussen de Pabo en Lucas Onderwijs moeten komen. Opleiden in School trekt inmiddels wel de aandacht. In de Lerarenagenda is het project als voorbeeld gesteld hoe Pabo, school en bestuur op een goede manier samen verantwoordelijkheid nemen voor de opleiding en kwaliteit van de aankomende generatie nieuwe leerkrachten. Hiervoor is ook een mooie video gemaakt, dat een helder overzicht biedt van het traject.
We geloven in het samen opleiden en gaan hiermee verder. Met de evaluatie van dit traject en het in gang zetten van de verbeteracties denken we nog beter te kunnen bijdragen aan de kwaliteit van leerkrachten en hierdoor dus aan de kwaliteit van het onderwijs aan onze leerlingen. Den Haag, 11 november 2013
Het Opleiden in Schoolteam Ingrid Cloosterman – Kennismakelaar Lucas Academie Sander Dankelman – Coördinator Lucas Academie Arjan van der Haar – Ambassadeur Opleiden in School en Directeur van Basisschool de Vijverhof Jan Jaap Hubeek – Opleiding Manager Pabo Hogeschool Leiden Jeroen van Kesteren – Projectleider Opleiden in School Pabo Hogeschool Leiden
2. Evaluatie Zonder terugkijken geen vooruitgang. Dit jaar is de eerste groep studenten van ons Opleiden in School-traject afgestudeerd. We hebben een hele cyclus doorlopen. Dit is een goed moment om het traject te evalueren 1. Op 25 september 2013 keken we met meer dan 45 betrokkenen terug op wat we de afgelopen vier jaar hebben gedaan en bereikt met ons Opleiden in Schooltraject. Bij de evaluatie zijn studenten, beginnende leerkrachten, mentoren, schoolleiders, Pabo-docenten en vertegenwoordigers van het Bestuur van Lucas Onderwijs betrokken geweest. De verschillende perspectieven van deze betrokken collega’s en de dialoog hierover leidde tot veel informatie en inzichten over de waarde en waardering van het traject. In een open sfeer kwamen de sterke en zwakke kanten van het traject op tafel. Tegelijkertijd hebben we tijdens de evaluatiebijeenkomst de kans gegrepen om vooruit te kijken en met elkaar verkend welke acties, beleidswijzigingen en activiteiten het Opleiden in School-traject kunnen verbeteren. Hierbij hebben we de drie E’s in overweging genomen: zijn de verbeteracties Eenvoudig, Effectief (op korte termijn realiseerbaar) en kosten ze niet te veel Euro’s. De evaluatie concentreerde zich op zes centrale onderwerpen: a. b. c. d. e. f.
Communicatie en werving Selectie van studenten Begeleiding van studenten Afstemming curriculum en stage Opbrengsten van het traject Instroom, doorstroom, uitstroom
Dit evaluatieverslag beschrijft op ieder van deze punten de gewenste situatie, een beschrijving van de huidige situatie, de opbrengsten van de evaluatie en de voorgestelde verbeteracties.
Graag willen we Mariken Brink, Lucie Buiten, Edwin Schouten, Marlies Sigmond en Raymond Trippe bedanken voor de voorbereiding en begeleiding van de evaluatiebijeenkomst met behulp van de SSBK-methodiek. 1
a. Communicatie en werving Gewenste situatie Het Opleiden in School-traject is bekend bij alle studenten van de Pabo van de Hogeschool Leiden. Zij zijn op de hoogte van de doelstellingen, inhoud en mogelijkheden van het programma. De meest talentvolle studenten voelen zich door onze communicatie aangetrokken door dit traject en zullen zich hiervoor als kandidaat aanmelden. Huidige situatie Gedurende het gehele jaar is er Informatie over het traject is te vinden op de websites van Lucas Onderwijs en de Lucas Academie informatie te vinden over Opleiden in School. Daarnaast informeert een vertegenwoordiger van Lucas Onderwijs de aankomende studenten over het opleidingstraject tijdens de vier open dagen van de Hogeschool Leiden. Naast de voorlichting door de vertegenwoordiger van Lucas Onderwijs wordt tijdens alle open dagen alle bezoekers van de Paboopen dag in de centrale bijeenkomst voorgelicht over het bestaan van het Lucas-traject. Evaluatie De voorlichting over het traject op de open dag van de Pabo was goed en duidelijk. De toelatingseisen –een Havo- of VWO-diploma - waren duidelijk. Ook de eisen voor instroom in het tweede jaar - minimaal een 8 voor je stage en een afgeronde propedeuse – zijn helder gecommuniceerd. In de voorlichting kan wel de samenwerking van de Pabo met Lucas Onderwijs beter onder de aandacht gebracht worden. Het is voor kandidaten niet altijd duidelijk dat Lucas Onderwijs bij het project betrokken is en wat de rol van het bestuur dan is. De vraag is wel of alle aankomende studenten op de hoogte zijn van het traject. De studenten die niet naar de open dagen zijn geweest, hebben waarschijnlijk geen kennis van het Opleiden in School-traject. Ook hebben niet alle bezoekers van de open dagen de kans gekregen om zich te laten voorlichten over het traject. Wellicht hebben we hierdoor potentiële kandidaten gemist. De aanmeldingsprocedure is duidelijk. Kandidaten hebben voldoende tijd om zich aan te melden en hun sollicitatiebrief en CV toe te sturen. De kwaliteit van de brief en het CV is over het algemeen goed, hoewel sommige kandidaten hier meer aandacht aan mogen schenken. Dit is van belang, omdat in sommige gevallen een tegenvallende brief niet representatief was voor de goede kwaliteiten van de kandidaat. De studenten geven aan dat de belangrijkste reden om deel te nemen aan het traject bestaat uit de uitdaging die de extra dag stage biedt en de mogelijkheid om twee keer zoveel praktijkervaring op te doen als reguliere studenten. De financiële vergoedingen en de baangarantie tellen mee, maar zijn bijzaak. Sommige studenten geven aan het overdreven te vinden dat je en een baangarantie en een stagevergoeding en collegegeld vergoed krijgt. De meeste studenten geven aan dat zij ook in het traject zouden participeren zonder vergoedingen.
Schoolleiders geven aan Opleiden in School van groot belang te vinden, maar dat het steeds lastiger wordt om de middelen voor de kosten van het traject – collegegeld en stagevergoeding – te vinden in de begroting. De stille bezuinigingen maken het steeds moeilijker middelen voor dit traject vrij te maken en de school voor een periode van vier jaar te committeren aan het Opleiden in School-traject. Verbeteracties Voorstel 1a: De werving en selectie van studenten vindt plaats in mei/juni. Alle op 1 mei ingeschreven studenten ontvangen schriftelijk informatie over het Opleiden in Schooltraject en worden uitgenodigd zich als kandidaat aan te melden. Hierdoor is het beter mogelijk is alle aankomende Pabo-studenten te informeren over het Opleiden in School-traject. Voorstel1b: Studenten ontvangen vanaf 2014-2015 een stagevergoeding van € 100,- per maand. De eerder gemaakte afspraken met studenten in het traject blijven ongewijzigd. Nieuwe instromers in latere jaren vallen onder de nieuwe regeling.
b. Selectie van studenten Gewenste situatie De beste studenten melden zich aan voor een plaats in het traject. Door middel van een stevige selectieprocedure en interviews met schoolleiders en leerkrachten kiezen we de meest veelbelovende studenten voor één van de tien plaatsen in het traject. De aantrekkingskracht van het traject zit hem in de kans om je nog dichter bij de praktijk professioneel te ontwikkelen. Huidige situatie De aankomende studenten die zich in willen schrijven voor het opleidingstraject melden zich aan bij de Hogeschool Leiden en sturen een motivatiebrief met curriculum vitae naar Lucas Onderwijs. Alle kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek. Schoolleiders van de deelnemende scholen maken een selectie van kandidaten die voor een selectiegesprek worden uitgenodigd. In een aantal rondes spreken de kandidaten directeuren en mentoren van Lucasscholen en docenten van de Pabo. Na afloop van de gesprekken nemen de interviewers een besluit over het al dan niet aannemen van de studenten. De aangenomen studenten worden op hetzelfde moment gekoppeld aan één van de deelnemende scholen. Kandidaten die worden afgewezen worden opgevangen door de Hogeschool Leiden en Lucas Onderwijs en krijgen in een gesprek de reden voor de afwijzing te horen. Na de selectiegesprekken volgt de uitslag. De studenten krijgen meteen te horen of zij wel of niet geselecteerd zijn. De geselecteerde kandidaten maken dan kennis met de schoolleider van de school waar zij in het eerste jaar stage zullen lopen en bespreken het contract en andere praktische zaken. In de eerste jaren moesten studenten het contract ter plekke ondertekenen, maar het is beter om hen de kans te geven de papieren eerst thuis goed te laten bestuderen. De selectieprocedure heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld. Ieder jaar is de selectieprocedure anders verlopen. Waar in voorafgaande jaren de scholen eenop-een studenten voor hun school selecteerden is het afgelopen jaar zeer goed bevallen om deze selectie met alle betrokken scholen uit dat jaar te maken. Het blijkt dat de onderlinge discussie tussen schoolleiders, mentoren en Pabo-afgevaardigden een rijker beeld geven van de kandidaten, maakten de selectiecriteria (en de focus op kwaliteit) scherper en intersubjectief. De betrokken scholen hebben hierdoor ook meteen zicht op de studenten die zij in latere jaren op hun school zullen krijgen. De school maakt afspraken met de studenten voor een kennismaking met de school en het team en stellen de startdatum vast. De eerste twee weken (introductiefase) van het collegejaar van de Hogeschool Leiden wordt er geen stage gelopen op de scholen door de eerste jaars in verband met het intensieve introductierooster of werkweken van de Hogeschool. In hogere jaren wordt de eerste week van de stage gemist omdat de vakanties niet gelijk lopen . Ook het programma in jaar twee (theaterproject) zorgt er voor dat studenten later starten in de stage. Hierdoor missen de studenten het begin van het schooljaar.
Evaluatie Zowel de kandidaten als de interviewers ervaren de selectiegesprekken als pittig en van hoog niveau. De gesprekken werden serieus opgepakt door de interviewers en de kandidaten en geven een goed wederzijds beeld van elkaar. De gesprekken kandidaten spreken schoolleiders en vertegenwoordigers van de Pabo steeds in een aantal rondes en in tweetallen (2 schoolleiders of een schoolleider en een Pabo-medewerker). Dit stelt de interviewers in staat hun bevindingen met elkaar te bespreken en te toetsen wat zij hebben gehoord en gezien. Dit werkt goed. Hierna bespreken alle interviewers gezamenlijk de kandidaten en bepalen zij wie doorgaat naar de volgende ronde of geselecteerd wordt voor het traject. Afgelopen jaar zijn wij de selectiegesprekken begonnen met een “speed date”- ronde, waarin de kandidaten gesprekjes van 3 minuten hadden. Dit zorgt voor een ontspannen sfeer en geeft een ieder de kans elkaar even kort te spreken. De kandidaten die niet zijn geselecteerd blijken vaak boos of teleurgesteld te zijn. Deze studenten krijgen wel in een nagesprek te horen waarom zij niet aan het traject mogen deelnemen. Dit valt sommige mensen wel rauw op hun dak, maar uit de evaluatie blijkt dat het toch beter is het goede en slechte nieuws op dezelfde dag te brengen in plaats van een aantal dagen na de gesprekken. De gesprekken richten zich met name op de inhoud van de sollicitatiebrief en de motivatie van studenten. Hierbij wordt ook gekeken naar de mate waarin kandidaten kunnen aantonen iets extra’s te hebben, zoals veel eigen initiatief, ervaring met kinderen of doorzettingsvermogen. Wel is aangegeven dat bij gebrek aan ervaring op een school of in een klas het soms lastig om studenten te selecteren. Het zou goed zijn als de studenten al ervaring in de praktijk hebben opgedaan, in bijvoorbeeld een stage, en deze ervaring meegenomen kan worden in de uiteindelijke beoordeling. Met name de studenten geven aan dat wij zouden kunnen overwegen om studenten pas voor het traject te selecteren nadat zij hun stage hebben gelopen of nadat zijn hun propedeuse hebben gehaald. Als studenten in het eerste of tweede jaar afvallen worden hun plekken ingenomen door reguliere en excellente Pabo-studenten. Deze studenten voeren alleen een gesprek met de studiebegeleider van de Pabo. Zowel studenten als schoolleiders geven aan dat het beter is als deze studenten dezelfde selectieprocedure moeten doorlopen als de aankomende studenten. Dit zou op hetzelfde moment kunnen gebeuren aangezien het in de meeste gevallen al voor de zomer bekend is of er plaatsen vrijkomen in het traject. In de evaluatie is veel gesproken over de kwaliteit van de selectie, omdat er ieder jaar studenten uitvallen. Bij een aantal studenten spelen persoonlijke overwegingen mee, zoals de wens meer tijd te hebben voor het studentenleven of een internationale stage. Daarnaast zijn er studenten die niet voldoen aan de eisen van de opleiding of die niet geschikt blijken te zijn voor het beroep van leraar. Er is overeenstemming dat het door de vroege selectie – voor aanvang van de studie – het moeilijk is om met 100% succes te kunnen selecteren en de vraag is of een andere manier van selecteren hier uitkomst kan bieden. Wederom kwam naar voren dat het wellicht beter is de gesprekken pas na het eerste semester of na het behalen van de propedeuse te voeren. Er is dan meer bekend over de kwaliteiten van de studenten en hun eerste ervaringen met de beroepspraktijk. Een ander belangrijk selectiemoment is de selectie voor de LIO-plaatsing. Studenten geven een voorkeur op voor een bepaalde school of scholen en schoolleiders bepalen gezamenlijk op welke school de student wordt geplaatst. Het blijkt dat er niet goed uitgelegd wordt waarom studenten soms niet de school van hun voorkeur krijgen. Hieraan moet meer zorg besteed worden.
Verbeteracties Voorstel 2a: Studenten beginnen aan het Opleiden in School-traject in het eerste semester van hun eerste studiejaar. De werving vindt plaats in mei en juni voorafgaande aan het eerste studiejaar. Voorstel 2b: We voeren de selectiegesprekken met alle betrokken scholen en maken de keuze voor kandidaten een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Het gezamenlijk voeren en nabespreken van de selectiegesprekken met vertegenwoordigers van alle betrokken scholen heeft een zeer positieve invloed om de kwaliteit van de keuzes die worden gemaakt ten aanzien van kandidaten. Voorstel 2c: De plekken van uitvallers in het traject worden opgevuld door excellente studenten uit het tweede en derde jaar van de Pabo. Deze studenten worden op dit moment door de Pabo geselecteerd. Het verdient echter de voorkeur om deze mensen op dezelfde manier te selecteren als de reguliere kandidaten. Studenten die instromen in het tweede of derde jaar nemen deel aan dezelfde selectieprocedure als de kandidaten voor het eerste jaar. Bij tussentijdse uitval gedurende het studiejaar voeren kandidaten een selectiegesprek met twee directeuren van Lucas Onderwijs.
c. Begeleiding van studenten Gewenste situatie De Opleiden in School-studenten worden zowel op de stagescholen als op de Pabo optimaal begeleid. De Pabo is verantwoordelijk voor de theoretische onderbouwing en het afstemmen van deze theorie op de praktijk. Daarnaast bezoeken zij de student regelmatig op de stagescholen en zorgen voor een goed contact tussen stageschool, student en Pabo. Zij zijn medeverantwoordelijk voor de beoordeling van de student. De directie van de school is verantwoordelijk voor een goede begeleiding door de mentor en het ontplooien van de student tot een volwaardig teamlid. Zij betrekken de student bij allerlei processen in de school zoals deelname aan vergaderingen, oudergesprekken, leerlingbesprekingen, teamuitjes, zitting in de Sinterklaascommissie etc. De mentor zorgt voor een uitdagende leeromgeving in de klas waar de student zijn didactische en pedagogische vaardigheden ontwikkelt in de praktijk. De mentor ondersteunt de leerkracht bij het ontwikkelen en uitvoeren van lessen, bij het doen van interventies op groeps- en individueel niveau, in het contact met de leerlingen en beoordeelt steeds opnieuw de situatie waarin de student meer ruimte en verantwoordelijkheid kan krijgen. De mentor is medeverantwoordelijk voor de beoordeling van de student. Er vinden, naast de gewone beoordelingen door de mentor en de stagebegeleider in de klas, assessments plaats waarbij de mentoren samen met de Pabo de studenten op andere scholen beoordelen. Jaarlijks wordt er een werkconferentie georganiseerd voor alle deelnemende partijen in het Opleiden in School-traject om de verbinding tussen de verschillende jaren te versterken. Huidige situatie Het is per stageschool verschillend hoe intensief de Opleiden in School-studenten worden begeleid. Op sommige scholen is er een stagecoördinator die alles stroomlijnt, mogen de studenten meedraaien met alle teamactiviteiten en krijgen ze zelfs een schoolsleutel. Op andere scholen worden ze net als andere studenten benaderd en mogen ze alleen meedraaien in de klas. Ook is het afhankelijk van de ervaring en coachingsvaardigheden van de mentor hoe goed en intensief de student wordt begeleid. Vaak blijkt in de praktijk dat de mentoren niet goed op de hoogte zijn wat zij nu precies mogen verwachten van een Opleiden in Schoolstudent. Hoewel er in het eerste jaar per periode leskaarten worden uitgewisseld en de mentoren worden bijgepraat door de stagebegeleider van jaar 1. Ook weten zij niet precies welke opdrachten de Opleiden in School-student in de praktijk moet doen en zijn zij niet goed op de hoogte van de inhoud van de vaardigheidstrainingen die de student mist op de Pabo. Juist de mentoren moeten de studenten deze vaardigheden in de praktijk bijbrengen. De school wordt per periode twee maal (jaarlijks 8x in jaar 1) bezocht door de stagebegeleider van de Pabo. Vier bezoeken zijn gerelateerd aan de stage-observatie van de student. In de overige vier bezoeken brengt de begeleider de mentoren op de hoogte van de inhoud van de in dat jaar te behandelen Vaardigheidtrainingskaarten. Evaluatie Vanuit de evaluatie komen de volgende punten met betrekking tot de begeleiding van de studenten, onderverdeeld in begeleiding van de PABO, de stageschool en de mentor, naar voren ten aanzien van de begeleiding vanuit de Pabo:
Studenten hebben behoefte aan meer begeleiding van de stagebegeleider. De twee bezoeken worden als mager ervaren. De docenten van de Pabo geven aan te weinig tijd te hebben om de studenten vaker te bezoeken. Het inzetten van videobeelden als bewijsmateriaal of een webcam voor lange-afstandsbezoek zou een oplossing kunnen zijn Eén persoon die je stagebegeleider en je studiebegeleider is, wordt als prettig ervaren. Hoe beter de student de begeleider kent, hoe sterker de band en begeleiding is. Bij de eerstejaars studenten is dit nu zo geregeld, in de andere jaren is dit niet zo georganiseerd. Daar zijn het twee verschillende docenten. De studenten uit het Opleiden in School-traject kennen de studenten uit de andere Opleiden in School-studiejaren niet, terwijl ze veel van elkaar kunnen leren. Het is waardevol om van elkaar te leren. Collegiale consultatie (gekoppeld aan een stage opdracht) is gewenst. Op de Pabo is meer community-building gewenst. De plaatsing van de LIO-stage is onduidelijk en wordt als niet eerlijk ervaren. De voorkeuren van studenten worden in de praktijk niet altijd ingevuld.
Ten aanzien van de begeleiding vanuit de school en door de directie kwamen de volgende opmerkingen op tafel:
Sommige scholen nemen de Opleiden in School-studenten op in het team. De studenten zijn welkom bij vieringen, borrels, ouderavonden, bijeenkomsten etc. Andere scholen staan hiervoor minder open. De studenten zien het als een meerwaarde wanneer zij een onderdeel van het team zijn. Managen van verwachtingen. Opleiden in School-studenten worden vaak al vanaf het eerste jaar neergezet als excellente studenten. Dat schept de verwachting dat Opleiden in School-studenten er al zijn en direct inzetbaar, want er wordt toch voor betaald? Ook Opleiden in School-studenten moeten op weg geholpen worden en hebben in het begin soms meer begeleiding nodig in het traject, omdat de vaardigheidstrainingen worden gemist. Mentoren moeten daar goed op voorbereid zijn. Dat is niet altijd helder bij mentoren. Directeuren kunnen hier een rol bij spelen. Na het afstuderen zouden de studenten verdere begeleiding willen, omdat het in die fase ook gaat om te verbeteren en een betere leerkracht te worden. Na vier jaar lijkt het leerproces nu klaar. Volgens de studenten en de begeleiders in de scholen begint het dan pas echt. De wens is dan ook een vervolgtraject op te zetten. In jaar 1 van de Pabo zijn studiebegeleider en stagebegeleider één persoon vanuit de Pabo. Vanaf jaar twee wordt dit opgesplitst. Dit is niet wenselijk, studenten willen meer betrokkenheid van de stagebegeleider en willen die van studiebegeleider in één persoon terug zien. De Pabo biedt geen specifieke ruimte voor supervisie in het eerste en tweede jaar. Dit wordt gewenst door de studenten om meer de ervaringen te delen.
Over de begeleiding vanuit de mentoren wordt het volgende opgemerkt:
De mentoren zijn niet allemaal even goed op de hoogte van het Opleiden in School-traject. Zij weten niet altijd wat zij mogen verwachten van een Opleiden in School-student. Het is noodzakelijk om de mentoren meer te betrekken bij het traject. Dit kan bijvoorbeeld door aan de start van ieder jaar een bijeenkomst voor de mentoren te organiseren waar de zij alle informatie krijgen behorende bij de verschillende leergangen. Dit zou een verplicht onderdeel moeten zijn voor mentoren in het Opleiden in School-traject..
Studenten hebben wisselende ervaringen met mentoren. Bij de ene mentor wordt ruimte ervaren om een eigen houding te ontwikkelen, maar ook zijn er mentoren die voor de klas ingrijpen waardoor de student het gevoel krijgt geen ruimte te hebben voor een eigen ontwikkeling. Het advies is om mentoren daar meer eenduidig in te laten handelen. Studenten geven aan dat ze ervaren dat ze niet altijd goed begeleid worden, het wisselt erg per mentor en per school. Voorstel is om voor mentoren een coach training op te zetten. Ook mentoren-bijeenkomsten organiseren waarbij informatie, verwachtingen en begeleiding aan de orde komen. Mentoren en directeuren zouden meer hun verantwoordelijkheid dienen te nemen in het ‘samen opleiden’ en minder uitgaan van de ‘inkoop van excellentie’ omdat de verwachting ontstaat dat de stageschool enkel komt ‘halen en studenten niet de tijd geeft om mede door de stagescholen te worden opgeleid. Met name de studenten spreken dit beeld en de verwachting uit en wensen daarin verandering. Scholen gaan daar onderling met wisselende uitwerking mee om. Zowel schooldirecteuren als studenten spreken de wens uit meer eenduidig optreden van de mentor zodat de mentor meer kennis neemt van de informatie die wordt verstrekt. Studenten geven aan dat er niet altijd ruimte wordt geboden om zelf lessen te ontwerpen en zien dit als een inperking van stage-mogelijkheden.
Verbeteracties Voorstel 3a: Studenten van het Opleiden in School-traject draaien als volwaardige collega mee in de school (ouderavonden, commissies, teamuitjes etc.). Studenten participeren ook in de nascholing op de scholen (studiedagen team) of de activiteiten van de Lucas Academie. Voorstel 3b: Om studenten ook meer van elkaar te laten leren vindt er onder de studenten door de jaargangen heen collegiale consultatie plaats gekoppeld aan een stage-opdracht. Voorstel 3c: Studenten, Pabo en Lucas organiseren jaarlijks een werkconferentie om gezamenlijk te professionaliseren en de verbinding tussen de verschillende jaren te versterken. Voorstel 3d: De stagebegeleider bezoekt de student minimaal vijf keer per jaar. De student legt verantwoording af over zijn ontwikkeling middels videobeelden. Hij toont beelden van een activiteit. Deze beelden en een bespreking hierover met de docent gelden als toetsmoment. Voorstel 3d: Lucas Onderwijs stelt criteria op waar wij de studenten per studiejaar op beoordelen. Voorstel 3e: De mentoren dienen de Opleiden in School-student op niveau te begeleiden. Lucas Onderwijs en de Pabo organiseren om die reden professionaliseringsactiviteiten voor mentoren waarbij informatie, verwachtingen en begeleiding aan de orde komen. Professionalisering rondom het training van de basisvaardigheden in het eerste semester krijgt hierbij prioriteit. Daarnaast ontwikkelen we de coachvaardigheden van de mentoren en stellen we criteria op basis waarvan mentoren worden geselecteerd.
Voorstel 3f: Leerkracht-mentoren nemen samen met de Pabo assessments af. Ook hiervoor moet een training worden ontwikkeld waarbij de mentoren leren hoe een assessment af te nemen bij de studenten. Voorstel 3g: Iedere periode informeert de Pabo de mentoren over het programma en leerdoelen van de aankomende periode en de verwachtingen ten aanzien van de begeleiding op school.
d. Curriculum Gewenste situatie Het curriculum van de Pabo is goed afgestemd op de situatie in de praktijk waarin de Opleiden in School-studenten zich op dat moment bevinden. De theorie op de Pabo en de stageopdrachten sluiten goed aan bij de bouw waarin de studenten stage lopen. De koppeling met de vaardigheidstrainingen, die de Opleiden in Schoolstudenten in de stage doen, het curriculum en de toetsing zijn goed op elkaar afgestemd. De studenten zijn goed voorbereid op hun stage en op de toetsing op de Pabo. De mentoren in de stagescholen zijn goed op de hoogte van de inhoud van het curriculum en de vaardigheidstrainingen. Huidige situatie Er worden inspanningen geleverd om mentoren op de hoogte te houden van het curriculum. Mentoren zijn niet altijd goed geïnformeerd over het ~Samen Opleiden~. De aandacht ligt bij de dagelijkse gang van zaken en niet zo zeer op de gemiste vaardigheidstrainingen. We constateren wel dat het wisselt per school. Er zijn ook scholen waarbij de stage-coördinator apart van de stagepraktijk aan de slag gaat met de theoretische inhoud die schuil gaat achter de Vaardigheidstraingskaarten van de Pabo. Dit wordt door Pabo en studenten gewaardeerd en geeft uiting aan het idee van samen opleiden. Studenten krijgen twee maal per periode VH-trainingen en worden dan in een verhoogd tempo aan extra instructie geholpen. In het derde jaar doen studenten onderzoek. Reguliere studenten hebben meer ruimte om hun onderzoek op de stage uit te voeren. Studenten van het Lucas-traject worden meer ‘in de klas gehouden’. Ook wordt door studenten de wens voor meer feedback en betrokkenheid van de stageschool bij het te voeren onderzoek geuit. Studenten ondervinden last van het etiket “excellent” te zijn. Evaluatie Vanuit de evaluatie komen de volgende punten met betrekking tot het curriculum en de stage, onderverdeeld in vaardigheidslessen, afstemming curriculum en stage en afstemming jaarprogramma Pabo en Lucas Onderwijs, naar voren:
Niet alle Opleiden in School-studenten worden de door de stagescholen in de juiste bouw geplaatst. Studenten moeten de stageopdrachten herschrijven en aanpassen aan de bouw waarin ze stage lopen. De theorie op de Pabo en de praktijk vallen dan niet samen. Dit wordt door de studenten als storend ervaren. De Opleiden in School-studenten volgen geen vaardigheidslessen op de Pabo. Zij leren deze vaardigheden in de praktijk. De reguliere studenten op de Pabo worden tijdens de vaardigheidslessen op het juiste spoor gezet door duidelijke toetsinstructies. De Opleiden in Schoolstudenten missen soms deze informatie waardoor het niet altijd helder is wat er van hen wordt verwacht bij toetsen. Studenten en basisscholen hebben de wens meer afstemming te hebben in elkaars programma. Op het gebied van communicatie en planning is hier een verbetering in te maken door rekening te houden met verlofdagen en studiedagen.
De studenten missen de vaardigheidstrainingen in het eerste semester. De studenten willen deze lessen graag (wel) volgen. Door het Opleiden in School traject in het tweede semester te starten kunnen we dit ondervangen. De studenten kunnen dan tijdens het eerste semester de vaardigheidstrainingen volgen. De studenten vinden het jammer dat zij vanwege het studieprogramma van de Pabo nooit de start van het schooljaar in hun klas en op hun school meemaken. De groepsvorming aan het begin van het jaar is zeer leerzaam en bepaalt van een belangrijk deel de dynamiek van de groep in de rest van het jaar. Ook is het van belang om aanwezig te zijn in de klas wanneer de afspraken tussen leerkracht en leerlingen worden gemaakt. Wel is het handig dat vooraf de verwachtingen en doelen van de komende stageperiode bekend zijn bij de stageschool en de student, voordat de stage begint. De mentoren en de Lucas scholen zijn niet altijd goed voorbereid op de stagiaires. De mentor heeft vaak geen overzicht over wat er verwacht kan worden van de student, en niet wat er van hem/haar verwacht wordt. De school en mentoren krijgen van de Pabo wel een pakket waar het allemaal in staat. De vraag is of dit wel goed gelezen en begrepen wordt. Het is de wens van de scholen om meer berokken te worden bij wat je kunt verwachten van Opleiden in Schoolstudenten. In jaar drie hebben reguliere studenten één stagedag in de klas en één dag voor onderzoek op de school (buiten de klas). Van Opleiden in School-studenten wordt verwacht dat ze beide dagen voor de klas staan. Het advies is om de middag in te ruilen voor onderzoek in/voor de school. Door de grotere betrokkenheid op de stagescholen, het eerder meemaken van ouderavonden en vergaderingen, ervaren de Opleiden in School-studenten een sterkere behoefte om eerder les te krijgen in gespreksvaardigheden. Dit wordt in het eerste jaar nu niet aangeboden (wel communicatie met kind). Ook het einde van het jaar wordt vaak gemist aan stage-ervaring omdat het programma van de Pabo eerder stopt in verband met toetsing- en herkansingsweken. Studenten geven aan dit belangrijk te vinden om mee te maken.
Verbeteracties Voorstel 4a: De studenten starten in het tweede, derde en vierde jaar hun stage in de laatste vakantieweek door mee te draaien met een gezamenlijke studiedag van het team of door de mentor te ondersteunen bij het inrichten van de klas en het opstellen van het jaarprogramma. Voorstel 4b: In juni ontvangen de studenten op de Pabo de leerdoelen van het komende schooljaar, zodat zij goed voorbereid aan hun stage kunnen beginnen.
e. Opbrengsten van het traject Gewenste situatie De studenten, de Pabo en Lucas Onderwijs hebben samen een optimaal Opleiden in School-traject ontwikkeld waarbij de juiste studenten worden geselecteerd, er een optimale afstemming is van het curriculum van de Pabo en de stage en de studenten optimaal begeleid worden op de Pabo en in de scholen. Dit alles om de beste leerkrachten op te leiden zodat iedere leerling het beste onderwijs krijgt. Huidige situatie We meten niet in hoeverre het Opleiden in school traject bijdraagt aan de kwaliteit van de student en startende leerkracht. Het rendement na vier jaar opleiden in school is 80%. We hebben wel zicht op de ontwikkeling van de student omdat deze vier jaar lang binnen Lucas Onderwijs wordt gevolgd en besproken door schoolleiders en mentoren. Evaluatie Vanuit de evaluatie komen de volgende punten met betrekking tot het behalen van hoge opbrengsten van het Opleiden in School-traject naar voren:
Voor de Opleiden in School-studenten is de meerwaarde de uitgebreide praktijkervaring (40 dagen meer per jaar). Ze leren door te doen. Ook geven de studenten aan een betere band met de kinderen te kunnen opbouwen door de extra dag stage. Of de Opleiden in School-studenten nu daadwerkelijk betere leerkrachten zijn in verhouding tot de andere studenten van de Pabo zal moeten worden onderzocht. Op de Pabo wordt de leerstof vaak gefragmenteerd aangeboden. De praktijk dwingt de student veel sneller om kennis en vaardigheden te combineren. Door de extra stagedag krijgen de studenten de gelegenheid om wat ze hebben geleerd meteen toe te passen in de praktijk. Nog mooier zou het zijn om mensen uit de praktijk uit te nodigen op de Pabo en hen te vragen vanuit hun praktijkervaring aan te sluiten bij de theoretische lessen op de Pabo. Door de intensieve samenwerking van Lucas Onderwijs met de Pabo leidt dit traject tot betere een afstemming tussen de Pabo en de praktijk. Lucas Onderwijs zorgt voor goed werkgeverschap. Ze dragen zorg voor de opleiding van studenten. Ze nemen verantwoordelijkheid voor het opleiden van leerkrachten. Het traject geeft meer inzicht in een student. De student kan beter worden gevolgd omdat hij langer op een stageschool is en binnen een kleine scholengroep blijft. De warme overdracht kan nog wel verbeterd worden. Er is een goede overdracht van informatie over de studenten tussen schoolleiders, maar niet tussen mentoren.
Verbeteracties Voorstel 5a: We gaan de kwaliteit van de afgestudeerde studenten meten tot twee jaar na hun afstuderen. Voorstel 5b: Medewerkers van Lucas Onderwijs gaan lessen verzorgen op de Pabo en medewerkers van de Pabo gaan aan de slag op onze scholen. Dit om de kloof tussen lerarenopleiding en schoolpraktijk te verkleinen.
f. Instroom, doorstroom, uitstroom Ieder jaar starten er 10 studenten in het traject. Afgelopen jaar zijn de eerste 8 studenten afgestudeerd. In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de in-, door en uitstroom in het traject. Cohort I Cohort II
Cohort III Cohort IV Cohort V
2009 Instroom 10 studenten
2010 Uitstroom 2 studenten Instroom 10 studenten Uitstroom 2 studenten
2011 Uitstroom 1 student
2012
Uitstroom 2 studenten
Uitstroom 2 studenten 1 student slaagt (overstap naar deeltijd) Instroom 2 studenten Uitstroom 2 studenten Instroom 11 studenten Uitstroom 1 student
Instroom 10 studenten Uitstroom 1 student
2013 7 studenten studeren af
Momenteel in traject 0 7 en 1 afgestuurde
Uitstroom 1 student
8 10
Instroom 10 studenten
10
De eerste jaren laten een grotere in- en uitstroom van studenten zien. In de loop van de jaren zijn we er steeds beter in geslaagd om de juiste kandidaten te selecteren en vast te houden.
3. Vervolgacties De evaluatie vormt het verbeterplan voor het Opleiden in School. Het komende jaar werken studenten, scholen, Pabo en Lucas Academie aan de in de evaluatie genoemde verbeterpunten. Hiertoe maken de betrokkenen een plan van aanpak.