1
COMMERCIEEL STRATEGISCH PLAN | STAD LEUVEN detailhandelsbeleid FEBRUARI 2011
In de nu voorliggende nota wordt een actualisatie gegeven van het detailhandelsbeleid van de stad Leuven. Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
2
0.1 KENMERKEN EN IDENTITEIT VAN LEUVEN ALS WINKELSTAD Verzorgingsfunctie voor ruim 460.000 mensen De stad Leuven is de hoofdstad van de provincie Vlaams‐Brabant en is gunstig gelegen aan de rijkswegen E314 (Hasselt‐Brussel) en de E40 (Brussel‐Luik). Daarnaast is de stad ook vlot bereikbaar via een aantal secundaire wegen. Ook per openbaar vervoer is de stad uitstekend bereikbaar. De detailhandel in Leuven heeft een verzorgingsfunctie voor een regio die zich uitspreid op circa 20 à 25 kilometer rondom de stad Leuven. In dat verzorgingsgebied wonen momenteel ruim 460.000 inwoners. Dit aantal zal de komende jaren toenemen tot circa 470.000 inwoners. Uit een vergelijking van het verzorgingsgebied van de detailhandel in de stad Leuven met het verzorgingsgebied van de stad Hasselt valt op dat de stad Hasselt een aanzienlijk groter verzorgingsgebied heeft dan de stad Leuven. Inwoners van Leuven en van het gehele arrondissement Leuven blijken te beschikken over relatief hoge inkomens. Gemiddeld liggen deze circa 15 à 20% boven het landelijk gemiddelde. Positief imago Leuven kent als winkelstad in haar verzorgingsgebied een goed imago. Dit wordt vooral veroorzaakt door het aanwezige aanbod en de belevingswaarde van de omgeving (gezelligheid, veiligheid, sfeer, enz.). Ook de bezoekers die van buiten het verzorgingsgebied komen hebben een positieve waardering voor de beleving van het centrum, haar fraaiheid, het winkelaanbod, de knusheid, de warmte en de gezelligheid.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
3 Relatief weinig winkelaanbod en weinig zelfstandig ondernemersschap De stad Leuven beschikt over een winkelaanbod van ruim 950 winkels met een totaal metrage van bijna 180.000 m² wvo. In dit aanbod zijn ook de aan de grens met Leuven liggende baanwinkels van Herent en Korbeek‐Lo meegeteld. Wanneer dit metrage vergeleken wordt met het aanbod in andere centrumsteden blijkt dat Leuven over relatief weinig winkelaanbod beschikt. Van het winkelvolume is circa 45% gericht op recreatief en vergelijkend winkelen, 25% op boodschappen doen en circa 30% op doelgericht winkelen. Opvallend is ook dat Leuven in vergelijking met alle andere Vlaamse centrumsteden de hoogste filialiseringsgraad kent. Maar liefst 30% van alle winkels en circa 62% van het winkelvolume wordt geëxploiteerd door winkelketens. Het zelfstandig ondernemersschap is in vergelijking met andere centrumsteden in de minderheid. Bijna de helft van het winkelaanbod is gelegen binnen de Ring Binnen de ring liggen in totaal circa 625 winkels met een gezamenlijk volume van circa 83.000 m² wvo. Dat komt overeen met circa 65% van het totaal aantal winkels en met circa 45% van het totaal winkelvolume. Binnen dit gebied is het kernwinkelgebied het belangrijkste winkelgebied. Het kernwinkelgebied bestaat uit de Bovenstad en de Benedenstad. Naast het kernwinkelgebied zijn er binnen de ring nog veel winkels gevestigd langs de aanloopstraten, is er de buurtconcentratie aan de Kapucijnevoer en zijn er diverse winkels gevestigd op verspreide locaties. Ook buiten de ring diverse winkelconcentratiegebieden Buiten de Ring worden vooral aan de steenwegen veel winkels aangetroffen. Met name gaat het hierbij om de Tiensesteenweg, de Diestsesteenweg, de Naamsesteenweg, de Brusselsesteenweg, de K. Begaultlaan en de Aarschotsesteenweg. Veelal gaat het hierbij om grootschalige baanwinkels met een stedelijke en/of regionale verzorgingsfunctie, maar ook om kleinere concentraties van buurt/stadsdeelverzorgende winkels of verspreid gelegen winkelvestigingen.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
4 Grote verschillen in de Bovenstad en de Benedenstad Ratio: Aantal winkels
Boven-
Beneden-
stad
stad
333
108
57249
9750
51 (5076)
15 (1180)
91
156
Filialisering in wvo
63%
33%
Filialisering in aantal winkels
42%
13%
- Boodschappen doen
8%
27%
- Recreatief en vergelijkend winkelen
78%
70%
- Doelgericht winkelen
14%
3%
<= 100 m²
66%
83%
100 <= 200 m²
19%
12%
200 <= 400 m²
6%
4%
400 <= 800 m²
4%
1%
800 <= 1600 m²
3%
> 1600 m²
1%
Aandeel in horeca t.o.v. het totale aandeel binnen de ring
25%
40%
Aandeel in diensten t.o.v. het totale aandeel binnen de ring
40%
11%
Omvang leegstand t.o.v. het totale aandeel binnen de ring
43%
10%
WVO Leegstand Horeca
van circa 67.000 m² wvo. Van het totaal aantal winkels in het kernwinkelgebied is ¾ gevestigd in de Bovenstad; van het totaal metrage circa 85%. Ruim 40% van het winkelaanbod in het kernwinkelgebied betreft winkels in de mode branche (kleding, schoenen en lederwaren). In het kernwinkelgebied zijn diverse trekkers gevestigd. Deze bevinden zich nagenoeg allen in de Bovenstad. In de Bovenstad zijn ook veel meer grote winkels gevestigd dan in de Benedenstad, terwijl ook de mate van filialisering in de Bovenstad veel groter is dan in de Benedenstad.
Koopmotieven:
In de Benedenstad is het aanbod daarentegen veel kleinschaliger en zijn er nauwelijks trekkers gevestigd. Ook is het aantal zelfstandigen in de Benedenstad veel groter dan in de Bovenstad. De Benedenstad ontleent haar trekkracht vooral aan haar aangename, historische verblijfsmilieu, de vele snuisterwinkels en de horeca.
Schaalgroottes
Opvallend is ook dat de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden in de Bovenstad aanzienlijk beter zijn dan in de Benedenstad. Bijna alle parkeervoorzieningen van het kernwinkelgebied bevinden zich in de Bovenstad. Een ander verschil is de mate van circuitvorming in de Bovenstad en in de Benedenstad. Zijn er in de Bovenstad verschillende winkelcircuits die de Bondgenotenlaan en de Diestsesteenweg aan elkaar verbinden, in de Benedenstad is van circuitvorming veel minder sprake en dooft het winkelaanbod sterk uit naarmate men de winkelstraten verder inloopt.
De verschillen in trekkracht van de Bovenstad en de Benedenstad zijn aanzienlijk. De Bovenstad trekt op de drukste locatie bijna eens zoveel bezoekers als de Benedenstad. Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
5 Koopkrachtbinding van de stad Leuven is vergelijkbaar met andere centrumsteden Dagelijkse artikelen
Niet-dagelijkse artikelen
Koopkrachtbinding
90 à 95%
80%
Koopvlucht
5 à 10% -
Koopattractie
45%
Op het gebied van dagelijkse goederen bedraagt de koopkrachtbinding op de Leuvense bevolking circa 90 à 95%. Dat wil zeggen dat gemiddeld circa 90 à 95% van de Leuvense bevolking zijn aankopen op het gebied van dagelijkse goederen ook daadwerkelijk in Leuven doet. Op het gebied van niet‐dagelijkse goederen is dat circa 80%. Er is derhalve een koopvlucht van respectievelijk circa 5 à 10% voor dagelijkse goederen en van circa 20% voor niet‐dagelijkse goederen. Vergeleken met andere centrumsteden wijkt dat niet veel af. Maar ten opzichte van Hasselt, Gent, Aalst, Brugge, Antwerpen en Roeselare is de koopvlucht toch wel aanzienlijk.
20% tGouden Kruispunt, Brussel, Antwerpen 57%
Ook vanuit de directe omgeving is de binding op Leuven aanzienlijk. Wanneer de regionale aantrekkingskracht echter vergeleken wordt met een stad als Hasselt, valt op dat de detailhandel in Hasselt een aanzienlijk grotere trekkracht heeft dan de detailhandel in Leuven. Detailhandel in Leuven kent weinig vernieuwing In vergelijkingen met andere centrumsteden en uit gesprekken die gevoerd zijn met handelaars in Leuven is gebleken dat de detailhandel in Leuven weinig onderscheidende kenmerken heeft. De detailhandel heeft een vrij traditioneel karakter. Weliswaar zijn nagenoeg alle belangrijke ketens in Leuven aanwezig, is de verblijfsomgeving zeer uitnodigend, doch van dynamiek (vernieuwing) in de vorm van nieuwe winkelcentrumtypologieën, pilootwinkels, trendy en exclusieve zaken is nog te weinig sprake. Ook verdwijnt het zelfstandig ondernemersschap steeds meer uit het straatbeeld. Toch bijzonder hoge omzetten in Leuven Ondanks het weinig vernieuwende karakter van de detailhandel in Leuven worden hoge omzetcijfers gerealiseerd. Momenteel wordt in geheel Leuven (inclusief de aangrenzende winkels in Herent en Korbeek‐Lo) een omzet gerealiseerd van ruim € 925 miljoen. Daarmee liggen de omzetcijfers per m² wvo aanzienlijk boven het Vlaams gemiddelde.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
6 Behoefte aan vernieuwing ontbreekt
Dagelijkse artikelen
Omzet Aanwezige aanbod Gemiddelde omzet per m² wvo Vergelijkbare omzet in Vlaanderen
€ 435 miljoen 44.687 m² wvo € 9.739 € 6.209.
Verschillende gesprekspartners hebben aangegeven dat juist hier de valkuil ligt van de detailhandel in Leuven. “Het gaat te goed”, waardoor de behoefte en de noodzaak tot vernieuwing in het detailhandelsaanbod niet erg groot is. Het is evident dat bij het uitblijven van vernieuwing in de Leuvense detailhandel haar Niet-dagelijkse concurrentiepositie (en dus ook haar omzetten) in de toekomst wel artikelen eens onder druk zouden kunnen komen te staan.
€ 490 miljoen
Immers is de concurrentie van de Leuvense detailhandel groot en zal in de toekomst nog groter worden. Zo zijn er in Machelen plannen voor 134.741 m² wvo een reconversie van de bedrijvenzone Machelen‐Vilvoorde, waar € 3.633 eventueel 40.000 m² detailhandel toegevoegd zal worden in de vorm van een klassiek shopping center (zoals bijvoorbeeld Wijnegem) of in € 1.907. de vorm van een belevenis shopping center waar vernieuwende merken en concepten worden aangeboden. En ook in Brussel staan verschillende projecten op stapel om gerealiseerd te worden. Hierbij gaat het niet alleen om uitbreidingen van bestaande winkelconcentratiegebieden in Brussel zelf, maar ook om een mogelijke verdichting en uitbreiding van bestaande grootschalige winkelconcentraties in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
7
0.2 Marktruimte voor de komende 10 jaar Meer dynamiek gewenst De stad Leuven wil in de toekomst haar vooraanstaande positie als winkelstad behouden en indien mogelijk verder versterken. Daarvoor is het noodzakelijk om het winkelaanbod zowel kwantitatief als kwalitatief te versterken. En dan niet alleen door het realiseren van vernieuwende concepten en kwaliteitsversterking van het huidige aanbod, maar ook door het creëren van de juiste ruimtelijke voorwaarden (bereikbaarheid, parkeren, afbakening, verblijfsklimaat) voor het tot stand brengen van een modern winkelapparaat, het sterk stimuleren van het zelfstandig ondernemersschap en het voeren van een gericht marketing en promotiebeleid. Circa 45.000 m² marktruimte Berekeningen tonen aan dat er een totale marktruimte aanwezig is in Leuven van circa 32.000 m² wvo (circa 38.000 m² bvo) detailhandel en circa 6.500 m² bvo horeca. Deze marktruimte is niet alleen noodzakelijk om te voorzien in extra winkels in verband met een toename van de bevolking, maar ook om haar concurrentiekracht en haar positie als vooraanstaande winkelstad van België te versterken. Van deze totale uitbreidingsruimte zal ruim 11.000 m² wvo gerealiseerd moeten worden in het centrum van de stad, circa 2.000 m² in de deelgemeenten en de wijk‐ en buurtcentra, circa 2.000 m² wvo aan de steenwegen, ruim 16.000 m² wvo aan de Vaartkom en een beperkt metrage (500 m²) op traffic locaties.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
8
0.3 COMMERCIEEL‐STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN Afbakening van winkelgebieden gewenst Het stadsbestuur van Leuven heeft concentratie van winkelvoorzieningen hoog in het vaandel staan. Dat wil zeggen dat zij middels een afbakening van winkelgebieden zal aangeven in welke gebieden winkelfuncties gestimuleerd worden en in welke gebieden niet. Dit stelt het stadsbestuur in staat om een gericht ruimtelijk beleid te voeren om de exploitatiemogelijkheden van winkels in die afgebakende gebieden te optimaliseren. Dat wil echter niet zeggen dat in andere gebieden zich geen winkels mogen vestigen. Het centrum heeft zowel ruimtelijke en functionele versterkingen als promotionele versterking nodig Om de kwaliteiten van zowel de bovenstad als de benedenstad te versterken zijn in het centrum verschillende maatregelen noodzakelijk. Hierbij wordt vooral gedacht aan: een verbetering van de bereikbaarheid van de benedenstad (middels het realiseren van nieuwe parkeervoorzieningen in de benedenstad); het scheppen van ruimte voor grotere winkels zowel in de boven‐ als in de benedenstad; het opwaarderen van de benedenstad; het realiseren van nieuwe winkelcircuits in de benedenstad; het optimaliseren van de verbindingen tussen de boven‐ en de benedenstad; het opheffen van de geïsoleerde ligging van de Mechelsestraat; een betere benutting van de kwaliteiten van het water (de Dijle) in de benedenstad en het realiseren van een prettige looproute van de benedenstad naar de Vaartkom. Maar ook functioneel gezien zijn versterkingen wenselijk. Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
9
De branchering zal versterkt moeten worden met vooral winkels op het gebied van kleding en mode, schoenen en lederwaren, juwelier en optiek, sport en spel, kleinschalige woninginrichting; Nadruk zal hierbij moeten liggen op winkels in het hogere kwaliteitssegment; Het realiseren van een trekker in de benedenstad; Het versterken van het zelfstandig ondernemersschap in het centrum; Het versterken van de identiteiten van de winkelstraten in het centrumgebied, zowel in de bovenstad als in de benedenstad. Zo zal in de bovenstad de Bondgenotenlaan zich steeds meer gaan profileren als een stedelijke boulevard met veel landelijk bekende ketens in het midden‐ en hogere segment. De Diestsestraat als een winkelstraat met een voornamelijk mainstream winkelaanbod. En in de benedenstad zal de Brusselsestraat vooral gekend zijn om haar dagelijkse boodschappen en de wekelijkse zaterdagmarkt, de Naamsestraat om haar horeca aanbod, de Parijsstraat om haar vele snuisterwinkels en de Mechelsestraat om haar karakteristieke panden en haar hooggespecialiseerde kwaliteitswinkels.
Naast deze ruimtelijke en functionele aspecten zal ook veel aandacht geschonken moeten worden aan het versterken van haar USP’s.
Een stad met een aantrekkelijke ruimtelijk‐visuele structuur; Eens stad met een aantrekkelijk cultureel aanbod, erfgoed; Een stad met veel ketens, kwaliteitswinkels en specialistisch winkel‐ en horeca aanbod, voor elk wat wils; Een evenementenstad en Een stad met een hoogwaardig verblijfsmilieu.
Versterking van de aanloopstraten Tiensestraat, Brusselsestraat en Mechelsestraat Aanloopstraten naar centrumgebieden hebben een bijzondere functie. Vaak bieden zij een zeer gemengd functiepatroon en vormen zij een uitstekend vestigingsmilieu voor startende Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
10 ondernemingen (broedplaatsfunctie). Veel van deze straten verkeren echter in een negatieve spiraal als gevolg van een teruglopende ruimtelijke kwaliteit maar ook door verminderde belangstelling om zich in de aanloopstraten te vestigen. Het stadsbestuur van Leuven wil daarom een gericht beleid voeren om de functie van aanloopstraat te versterken in de Tiensestraat, de Brusselsestraat en de Mechelsestraat. Voor de andere aanloopstraten zal het stadsbestuur geen maatregelen meer nemen om de detailhandelsfunctie van deze straten te stimuleren. De Vaartkom thematiseren De herontwikkeling van de Vaartkom biedt de mogelijkheid om op deze aantrekkelijke locatie een zal gezocht worden naar een unieke invulling met vooral themagerichte, zowel grootschalige als gethematiseerde ontwikkeling mogelijk te maken. In overleg met de ontwikkelaars van dit gebied kleinschalige detailhandel op het gebied van woninginrichting in een goed bereikbare en vooral prettige en aangename verblijfsomgeving. Speciale aandacht is nodig voor het realiseren van een optimale loopverbinding met de benedenstad via de Mechelsestraat. Buurtwinkels en buurtcentra voor iedereen bereikbaar Om het woon‐ en leefklimaat in de woonbuurten te versterken hecht het stadsbestuur aan een fijnmazige verzorgingsstructuur, waarbinnen alle inwoners van Leuven beschikken over voldoende buurtwinkels in hun woonomgeving. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen concentratiegebieden en steunpunten. In de concentratiegebieden is sprake van een cluster van winkels en horecavoorzieningen, terwijl steunpunten bestaan ook solitair gevestigde supermarkten. In het hieronder staande overzicht is aangegeven hoe de structuur van concentratiegebieden en steunpunten (in combinatie met het centrum en baanwinkellocaties) er uit dient te zien om te kunnen voorzien in een fijnmazige structuur waarbinnen voor alle Leuvenaren winkels in dagelijkse goederen binnen handbereik zijn. Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
11 Concentratie van grootschalige detailhandel Om een te grote spreiding van grootschalige detailhandel te voorkomen, wenst de stad Leuven nieuwe grootschalige winkels zoveel mogelijk te concentreren op aan de Vaartkom (voor zover passend in de gewenste thematisering), de K. Begaultlaan (aanloopgebied naar de Vaartkom) en aan de Tiensesteenweg (aansluitend aan Korbeek‐Lo).
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
12
0.4 MAATREGELEN OM DE VISIE TE REALISEREN Om de realisatie van de bovenstaande visie te realsieren is een groot pakket van maatregelen beschikbaar, verspreid over 4 grote thema’s, die op korte en middellange terwmijn verder uitgewerkt moeten worden. Deze 4 thema’s zijn: 1. 2. 3. 4.
Het creëren van de juiste ruimtelijke voorwaarden; Het nemen van kernversterkende maatregelen; Het bevorderen van het ondernemersklimaat en Het voeren van een gericht marketing en promotiebeleid.
0.3.1 Het creëren van de juiste ruimtelijke voorwaarden Afbakening en classificatie van winkelgebieden
Algemeen aandachtspunt voor alle winkelconcentratiegebieden in Leuven is winkelgebieden ruimtelijk afgebakend moeten worden. De afbakening van de winkelconcentratiegebieden en de opname hiervan in het stedelijk beleid biedt vele voordelen: Winkels die dicht bij elkaar liggen kunnen profiteren van concentratiebezoek; De aantrekkingskracht van deze winkelconcentratiegebieden wordt daardoor groter; De stad kan gerichte ruimtelijke maatregelen nemen om het winkelklimaat te versterken. De consument hecht immers niet alleen belang aan de kwaliteit van de winkels, maar ook aan de winkelomgeving. Als hij daar niet tevreden over is, dan trekt hij weg uit het winkelgebied en de toenemende mobiliteit stelt hem hiertoe ruimschoots in staat; Door winkelconcentratiegebieden te bevorderen heeft de stad als voordeel dat de mobiliteit afneemt; Lange winkellinten zijn niet prettig voor de consument; Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
13
Bereikbaarheid en parkeren zijn in de hand te houden en te berekenen in winkelconcentratiegebieden. Men mag er van uitgaan dat supermarkten een parkeerbehoefte hebben van 6 parkeerplaatsen per 100 m² bvo en de andere winkels een behoefte van 3 parkeerplaatsen per 100 m² bvo.
Prioritaire acties:
De stad stelt een eenduidige afbakening op van de winkelconcentratiegebieden. Zij kan zich daartoe laten inspireren door de gedetailleerde voorstellen zoals deze zijn gedaan in de voorliggende studie. De afgebakende gebieden worden geclassifieerd. Naast het kernwinkelgebied worden de baanwinkelconcentraties aangeduid, de boodschappencentra en de winkelconcentraties op de aanloopstraten. De stad onderzoekt of het mogelijk is om deze afgebakende concentraties op te nemen op planniveau. Een scherpere identiteit voor de ‘benedenstad’
Voor de binnenstad wordt een masterplan opgesteld dat de gehele benedenstad afbakent als één geheel en waarvan de doelstellingen zijn:
Het gebied te sluiten teneinde de winkelstraten in dat gebied te verbinden en zodoende wandelcircuits maximale kansen te geven; Het optimaliseren van de visuele relatie tussen de bovenstad en de benedenstad; De relatie met het water (de Dijle) maximaal te benutten; Het scheppen van ruimte voor grotere winkels, met name in de benedenstad en Het realiseren van trekkers in de benedenstad.
Een tweede masterplan dient de optimale verbinding te bestuderen tussen enerzijds het nieuwe winkelgebied in de Vaartkom en het centrum van de stad. Hierbij is het gewenst de Vaartkom te ontwikkelen tot een gethematiseerde publiekstrekker. Dit masterplan integreert de route: Vaartkom, Klein Begijnhof, Sint Geertruiabdij, Mechelsestraat, Vismarkt, Bendedenstad.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
14 Een bijkomende parking in de benedenstad met minimaal 400 parkeerplaatsen is noodzakelijk. Gegeven de locatie van die parking dient ze opgenomen te worden in de masterplannen zoals hierboven beschreven en meer bepaald dient de verbinding met de benedenstad zeer speciale aandacht te krijgen. 0.3.2 Het nemen van kernversterkende maatregelen Clustering van winkels in de afgebakende winkelconcentratiegebieden is een van de belangrijkste maatregelen die het stadsbestuur kan nemen om winkelgebieden te versterken. Hiertoe behoort onder andere:
Het versterken van de uitstraling van winkelvoorzieningen en het voorzieningenniveau een gericht vestigingsbeleid om winkels te stimuleren om te verplaatsen naar de winkelconcentratiegebieden een zorgvuldig afgestemde branchering (middels een brancheringscommissie, die zich ook bezig kan houden met het aantrekken van nieuwe ondernemers) kan hierin een bijdrage leveren
Het versterken van de uitstraling van winkelvoorzieningen en hun voorzieningenniveau Het afbakenen van winkelconcentratiegebieden is van belang om een onderscheidend beleid op langere termijn te kunnen voeren. Het bepalen van de verblijfsomgeving van de winkelgebieden is van belang om de gebieden visueel herkenbaar te maken. Centrumgebieden zijn de ‘huiskamer’ van de bevolking‐ bewoners en zij hebben een grote ontmoetingsfunctie. Dat houdt in dat de stad ruimtelijke maatregelen neemt die het winkelklimaat in de winkelconcentratiegebieden bevordert (bereikbaarheid, parkeren, openbare ruimte, onderhoud, e.d.). Het onderscheidend vermogen van een centrumgebied moet maximaal gebruik maken van de geografische kwaliteiten. Zo is water en groen een steeds belangrijker wordende geografische kwaliteit. De openbare ruimte moet vooral herkenningspunten hebben.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
15
Er dient nadrukkelijk naar gestreefd te worden om uitbreidingen van centrumgebieden zoveel mogelijk te laten aansluiten op het reeds bestaande centrum en bestaande loopstromen. Voor winkelgebieden in buurten en wijken (de boodschappencentra dient maximale multifunctionaliteit te worden nagestreefd : maatschappelijke zorg, onderwijs, kinderopvang, huisarts, bejaardenzorg…) In woongebieden dienen buurtwinkels te worden gehandhaafd
gericht vestigingsbeleid Een gericht vestigingsbeleid wordt in eerste instantie gezien als een stimuleringsbeleid. Hiermee dienen startende handelaars aangespoord te worden om de juiste lokalisatiekeuzes te maken en bestaande zaken dienen argumenten aangereikt te krijgen om een herlocalisatie van hun zaak te overwegen. zorgvuldig afgestemde branchering De stad stelt een ‘brancheringscommissie’ in die tot doel heeft de evolutie van de branchering in de centrumgebieden op te volgen en acties te ondernemen tot bijsturing. Het verlenen van socio‐ economische vergunningen behoort tot de taken van de brancheringscommissie. Deze taak kan op termijn uitgebreid worden naar het opzetten van een vergunningenbeleid indien daartoe het nodige instrumentarium wordt voorzien door hogere overheden. De brancheringscommissie heeft ook tot taak om contacten te onderhouden met de makelaars, verhuurders, vastgoedeigenaars en projectontwikkelaars die in de markt, en in het bijzonder in Leuven werkzaam zijn; Prioritaire acties:
Centrummanagement, Ruimtelijke ontwikkeling en economie dienen te overleggen om van de notie ‘verblijfsomgeving’ een randvoorwaarde te kunnen maken bij de aanpak van projecten; De stad stelt een locatiebeleid op dat het zich vestigen in winkelconcentratiegebieden stimuleert; De stad stelt een brancheringscommissie in. Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
16
Een eerste actie van de brancheringscommissie is om een investerings‐ en promotiefolder op te stellen die duidelijk maakt welke winkels waar het best op hun plaats zijn; Om de kernversterkende maatregelen te kunnen blijven ondersteunen en opvolgen dient het monitoren van de detailhandelsontwikkelingen verder te worden gezet. Onder monitoren wordt verstaan: actueel inzicht in aanbod, leegstandsontwikkeling, passagetellingen, bezettingsgraad van parkeerlocaties, de evolutie van koopbinding en attractie van koopstromenonderzoek en tevredenheidsonderzoek van de bezoekers, enz. De monitoring dient een periodiek karakter te omvatten. Tot het domein van de ‘monitoring’ dient de stad eveneens de vinger aan de pols te houden op het vlak van nieuwe thema’s die met de detailhandel te maken hebben, zoals bijvoorbeeld de marktbewegingen op het vlak van ‘stedelijke distributie’
0.3.3 Het bevorderen van het ondernemersklimaat Stimulering van het zelfstandig ondernemersschap kan het aantal zelfstandigen en het aantal speciaalzaken in Leuven een sterke impuls geven. Ook biedt een goede samenwerking met handelaarsverenigingen een goede voedingsbodem om te komen tot nieuwe initiatieven op het gebied van detailhandel. Een gericht subsidiebeleid is een stimulans voor gewenste ontwikkelingen. Het stimuleren van het zelfstandig ondernemerschap houdt in: -
-
Het steunen en begeleiden van starters Het steunen en begeleiden van handelaars die gelokaliseerd zijn in cruciale afgebakende winkelgebieden in het algemeen en in de buurtwinkelcentra en de centra die als ‘broedplaats’ voor zelfstandige bedrijven kunnen gelden, in het bijzonder Het stimuleren van bestaande handelaars om innovatieve vernieuwingen op de sporen te zetten.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
17 Prioritaire acties:
Centrummanagement gaat na in welke mate er een gericht opleidingsprogramma kan worden opgezet ten behoeve van starters en dit in samenwerking met VoKa, Unizo en Syntra die terzake over een rijke ervaring beschikken; Met VoKa en Unizo wordt nagegaan of er een coachingsysteem kan worden uitgebouwd waarbij ervaren ondernemers ten behoeve van starters een mentor functie kunnen opnemen; Van groot belang is dat de organisatiestructuur en de belangenvertegenwoordiging van de handel en de horeca, minder complex wordt en daardoor werkbaarder. Dat is voornamelijk een opdracht voor de sector zelf. De stad tracht, via het Centrummanagement, om deze organisatiestructuur te faciliteren; Gegeven een nieuwe organisatiestructuur kan de stad zijn bijdrage in administratieve en ondersteunende werkzaamheden herzien. Daarbij dient ook het bestaande subsidiebeleid te worden herzien. Er wordt onderzocht hoe de stad een ondernemingsloket kan oprichten waarbij starters begeleid worden bij hun vestigingsplaatskeuze; Voor starters die zich vestigen in winkelconcentratiegebieden, en die kleinschalig werken, zullen starterssubsidies beschikbaar gesteld moeten worden;
0.3.4 Gericht marketing en promotiebeleid De stad Leuven wenst haar vooraanstaande positie als winkelstad in Vlaanderen te handhaven en zo mogelijk te versterken. Belangrijk middel daarbij is een gericht marketing en promotieplan, dat in samenwerking met de dienst Toerisme, dienst Cultuur en andere betrokken partners wordt opgesteld en vooral gericht is op stadsbeleving van het product Leuven. Imagovorming van Leuven als winkelstad is daarbij het belangrijkste doel (“Liefst in Leuven”).
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015
18 Prioritaire acties:
De campagne ‘Liefst Leuven’ wordt verder uitgebouwd. Er wordt een salesorganiser opgesteld die de hoofdlijnen bepaalt waarmee winkelwijken en zelfs individuele winkels de slogan ‘Liefst Leuven’ kunnen integreren in hun eigen communicatie; De stad (Centrummanagement) bouwt zijn eigen communicatie op rond het thema ‘Liefst Leuven’. Dat wordt gebruikt voor promotiecampagnes als lenteshopping en herfstshopping en ook citytrip‐aanbod tijdens de zomer en de winter. Dat citytripaanbod focust op het imago van de stad door de stadsbeleving en de USP’s van Leuven als gezellige en aangename bestemming vooruit te schuiven; Met ‘Toerisme Leuven’ en met ‘de directie Cultuur’ worden afspraken gemaakt over samenwerking die betrekking heeft op twee domein; Het opzetten van gezamelijke evenementen; Het integreren van de communicatiedoelstellingen; In het kader van de afspraken met de handelaarsverenigingen is het ter beschikking stellen van een promotiefonds een mogelijke optie die ingekaderd moet worden in het gehele subsidiebeleid van de stad; De winkelstraten van het kernwinkelgebied verschillen wel degelijk van mekaar. Elke straat heeft een eigen identiteit. Er wordt onderzocht hoe deze identiteiten kunnen worden gevisualiseerd in het stratenbeeld.
Commercieel Strategisch Plan | stad Leuven | 2011‐2015