STRATEGISCH PLAN 2006-2015 Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT)
Inleiding De jongste maanden circuleren allerhande tegengestelde berichten over het aantal tandartsen. Nu eens zijn er te veel, dan weer zouden er te weinig zijn. We stellen ook vast dat uit alle cijfergegevens blijkt dat een groot deel van de tandartsen geen omzet verwerven, nodig om een tandartspraktijk efficiënt te runnen. Verder is er een grote brain drain: onze jonge tandartsen gaan massaal deel- of voltijds in het buitenland werken. En de reden is niet het klimaat… De praktijkvoering van de tandartsen in ons land is vooral solo, zonder hulpkrachten, de economische rendabiliteit en de werkomstandigheden zijn niet optimaal. Deze situatie is op termijn niet houdbaar en de dienstverlening zou dus in gevaar kunnen komen. Het aantal tandartsen is daarbij slechts één parameter uit een complex geheel. De tandheelkunde is zoals nog andere medische disciplines een “sector in nood”, de verzorging is momenteel verzekerd, maar naar de toekomst moeten grote vragen gesteld worden. Als wetenschappelijke en beroepsvereniging wil het Verbond der Vlaamse Tandartsen, dat drie vierde van de Vlaamse tandartsen verenigt, een beleidsplan op termijn voorstellen. Een plan, waarbij alle betrokkenen uit de politiek, de ziekenfondsen, de universiteiten, worden uitgenodigd op een constructieve manier samen te werken om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst onze bevolking toegang blijft hebben tot een kwalitatief hoogstaande mond- en tandverzorging.
25.05.2005
1
1. Situatieschets 1.1. Sensibilisering en preventie prioritair De volledige nationale en internationale wetenschappelijke literatuur is het erover eens dat tand- en mondaandoeningen kunnen voorkomen worden. De peilers van een goede mondgezondheid zijn eenvoudig: gezonde voeding, goede mondhygiëne en regelmatig tandartsbezoek. België scoorde tot begin de jaren negentig slecht in internationale vergelijkingen aangaande de mondgezondheid bij de kinderen. Het Verbond der Vlaamse Tandartsen werkt reeds decennialang via zijn Vlaamse Werkgroep voor Gezonde tanden aan informatiecampagnes in samenwerking met alle geïnteresseerde instanties. De resultaten worden nu zichtbaar: we zijn in vergelijkende studies opgeklommen naar de betere middenmoot. Landen die het beter doen danken dit vooral aan vroegtijdige sensibiliseringscampagnes en verplichte tandartsbezoeken, dikwijls in schoolverband. Aangaande de mondgezondheidssituatie bij volwassenen zijn in ons land weinig gegevens beschikbaar. Deze die voorhanden zijn, worden vooral afgeleid uit de RIZIV gegevens over het verbruik van tandheelkundige zorgen. In Vlaanderen zijn er de resultaten van de Gezondheidsenquête. 1.2. Evolutie van de vraag naar verzorging Gezien er weinig epidemiologische gegevens beschikbaar zijn is het moeilijk om projecties naar de toekomst te maken over de evolutie van de vraag naar verzorging. Deze evolutie wordt ook door veel omstandigheden beïnvloed. De graad van ten laste neming binnen de sociale zekerheid is er een zeer belangrijke van. Een grote uitzondering vormt Zwitserland. De mondgezondheid scoort er zeer hoog ondanks een geringe voorziening in de sociale zekerheid en zeer dure honoraria. De verklaring ervoor zou zijn dat de ouders hun kinderen, uit schrik voor onbetaalbare verzorging, sterk motiveren om de nodige preventie- en hygiëne maatregelen in acht te houden. Door de betere preventieve houding bij de kinderen is het zeker dat de vraag naar verzorging bij volwassenen in de toekomst zal dalen. Anderzijds zal de vergrijzing van de bevolking er voor zorgen dat in die leeftijdscategorie, die dan ook nog meer tanden zal behouden dan nu het geval is, de vraag naar verzorging zal toenemen. In tegenstelling tot vroeger is een verzorgde mond nu ook bij ons een maatstaf geworden voor maatschappelijke integratie en bijvoorbeeld een factor bij job-sollicitatie en beïnvloedt aldus de vraag naar verzorging.
25.05.2005
2
Een goede prognose maken over de evolutie van de vraag naar verzorging is dus uiterst moeilijk. 1.3. Huidige situatie aantal tandartsen en evolutie tot 2015 I. Aantal erkende tandheelkundigen Jaar 1976 1980 1985 1990 1995 2000 2004 2005
Aantal tandartsen 3352 4753 6427 7352 7852 8465 8615 8784
II. Leeftijdsverdeling (ingeschreven bij het RIZIV op 1 januari 2003 Totaal: 8322)
4000 3500 3000 2500 2000
Man Vrouw
1500
Totaal
1000 500 0 20-29
30-39
40-49
50-59
> 60
II. Leeftijdsverdeling Tandartsen in Be lgië naar leeftijd in 2005 bij volle dige doorstrom ing van ~8.000 diplom a's
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 29
25.05.2005
34
39
44
49
54
59
64
69
3
1.4. Hulpkrachten in de tandheelkunde De grote meerderheid van de tandartsen werkt in ons land in echte solopraktijken: één tandarts, zonder hulppersoneel. In de jaren zestig en zeventig was er in België een grotere tewerkstelling van hulppersoneel, dan nu. Ook werd de tandarts, die toen overwegend mannelijk was, dikwijls geassisteerd door zijn partner, die toen grotendeels niet een eigen beroep uitoefende. Door de explosie van het aantal tandartsen einde jaren zeventig daalde de tewerkstellingsgraad om economische redenen: de tandarts was niet meer in staat om de kosten te dragen door dalende omzet bij stijgende kosten tengevolge het overaanbod aan tandartsen. Dit kan de tandartsen niet ten kwade geduid worden. Het zijn externe omstandigheden (het weigeren van een numerus clausus door politiek en universiteiten) die hen dwongen te leren werken in omstandigheden die de beroepsgroep zelf niet creëerde noch wenste. In het buitenland werken tandartsen in overgrote meerderheid wel met hulppersoneel om taken te vervullen die niet tot de medische handelingen behoren, zoals administratie, patiëntenontvangst, sterilisatie, rechtstreekse bijstand in de behandeling (four-handed dentistry), preventie- en hygiëne instructie van de patiënten. Op die manier kan een tandarts, afhankelijk van de praktijkorganisatie en het aantal hulpkrachten, binnen eenzelfde tijdsduur een veel groter aantal patiënten op een kwalitatief hoogstaande wijze behandelen. 1.5. Nood aan nieuwe bijkomende medische beroepen? In een aantal landen wordt de medische discipline tandheelkunde opgesplitst en deels uitgevoerd door lagergeschoolden: de denturisten en de hygiënisten. De denturisten zijn gemachtigd prothetische behandelingen met (uitneembare) tandprothese uit te voeren. De Raad van Tandheelkunde heeft reeds verschillende malen op vraag van de Ministers van Volksgezondheid hierover negatief advies uitgebracht. De prothetische behandelingen worden minder frequent en de behandelingen worden moeilijker door de vergrijzing van de bevolking. Het zou dus niet verantwoord zijn nu hiervoor een nieuwe mindergeschoolde beroepscategorie te creëren. De ervaringen in het buitenland tonen aan dat de kosten voor de patiënten niet noodzakelijk dalen als er denturisten aan het werk zijn. Hygiënisten zijn een beroepscategorie die, afhankelijk van het land, sommige tandheelkundige behandelingen uitvoeren. In Nederland is de opleiding nu 4 jaar (voor een tandarts is de opleiding 5 jaar). Deze hygiënisten geven verdovingen, verzorgen “kleine” gaatjes, doen reinigingen tot onder het tandvlees (invasieve ingrepen),…. dit alles aan honoraria die hoger liggen dat wat een tandarts in België ervoor ontvangt. Het Verbond der Vlaamse Tandartsen meent dat het echt onverstandig zou zijn, en vooral nadelig voor de patiënten, om de opleidingsgraad voor de tandartsen te verminderen of
25.05.2005
4
medische behandelingen aan mindergeschoolden te delegeren. Een deel van de bevolking heeft vandaag de dag nog steeds angst om voor een behandeling een goed opgeleide tandarts op te zoeken! Het zijn vooral de tandarts-specialisten in de parodontologie die aandringen om mondhygiënisten ter beschikking te krijgen voor het uitvoeren van de tandsteenverwijderingen. Er zijn in het ganse land momenteel een zeventigtal parodontologen. Daarvoor is het niet nodig om een volledig nieuwe beroepsgroep te creëren, zeker niet aangezien er voldoende Algemeen Tandartsen voorhanden zijn die goed getraind zijn om de reinigingen uit te voeren.
2. Strategisch Plan VVT 2006-2015 2.1. Sensibiliseringscampagnes Zoals gezegd worden de beste resultaten voor de mondgezondheid bekomen in landen waar de volledige bevolking – met vooreerst de kinderen – gesensibiliseerd wordt voor mondhygiëne en preventie. De federale Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid financierde een experiment bij kansarme kinderen. De evaluatie van het experiment beklemtoonde de noodzaak aan sensibilisering. Het VVT vraagt minister Demotte met aandrang om financiering van sensibiliseringscampagnes naar de jeugd. Het is de goedkoopste en meest efficiënte manier om de mondgezondheid te verbeteren, niet in het minst bij de sociaal behartenswaardigen, de categorie van de bevolking waarbij de meest schrijnende problemen aangaande mondgezondheid worden vastgesteld. 2.2. Patiënten responsabiliseren door positieve stimuli De mondaandoeningen kunnen voorkomen worden door preventie, en in een vroegtijdig stadium opgespoord en met succes behandeld, op voorwaarde dat de patiënt regelmatig op controle gaat bij de tandarts. De financiële inspanning die moet geleverd worden door de patiënt is nu reeds gering, aangezien er voor courante verzorging een goede RIZIV terugbetaling is voorzien. Er zouden positieve stimuli moeten voorzien worden om de patiënt te stimuleren tot regelmatige controles bij de tandarts. Bv. volledige terugbetaling van alle verzorging bij kinderen die de tandarts eenmaal per jaar bezoeken. Voor volwassenen kunnen gelijkaardige positieve stimuli voorzien worden. 2.3. Toegankelijkheid garanderen in de eerstelijn De tandheelkunde (eerstelijn) is op zich reeds een specialisme binnen de geneeskunde. Binnen de tandheelkunde ontstaat een neiging om alles op te delen in specialismen (tweedelijn), inclusief verlenging opleidingsduur en aangepaste honoraria.
25.05.2005
5
Zoals we vaststelden in de algemene geneeskunde is een evolutie van de eerstelijn naar de tweedelijn een zeer dure ontwikkeling die niet noodzakelijk gepaard gaat met een verbetering van de gemiddelde gezondheidstoestand van de bevolking. Teneinde de toegankelijkheid voor het grootste deel van de bevolking tot een betaalbare tandheelkunde te verzekeren is het noodzakelijk de opleiding en beroepsuitoefening van de eerstelijnstandarts (de Algemeen Tandarts) te garanderen. Daartoe moet de Algemeen Tandarts een grondige opleiding behouden in alle onderdelen van de tandheelkunde, en zodoende in staat blijft om alle frequent voorkomende pathologie te behandelen. 2.4. Contingentering verder zetten Elke planning op termijn van geneeskundige verzorging vereist een planning van de menskracht in de betrokken sector. Als wij thans verzeild zijn geraakt in de huidige situatie waarbij pas afgestudeerden het land verlaten, dan is dit juist door de fouten die op dit vlak in het verleden werden begaan. Het is daarom van cruciaal belang dat de manpowerplanning behouden blijft. De federale Planningscommissie voor het medisch aanbod bepaalt hiertoe de contingenten tandartsen die jaarlijks toegang krijgen tot het beroep en past die aan bij veranderingen van de gehanteerde parameters. 2.5. Tewerkstellingsprogramma 2500 tandartsassistentes Teneinde een optimale benutting van onze goed opgeleide tandartsen te verwezenlijken is het aangewezen om hen in eerste plaats in te zetten voor het klinisch werk en hen te ontlasten van bijkomstige taken. Hiervoor kunnen hulpkrachten ingezet worden zoals beschreven in paragraaf 1.4. Rekening houdend met de huidige situatie wil het VVT, samen met de regering, 2500 arbeidsplaatsen te creëren in de tandheelkunde (1500 NL/1000FR) tegen 2010. De hoge tewerkstellingsgraad bij de tandartsen in alle omliggende landen toont aan dat dit een haalbaar streefdoel is, op voorwaarde dat de regering de nodige incentives wil voorzien, die op korte termijn kunnen teruggewonnen worden, aangezien het om duurzame tewerkstelling gaat. Daarenboven zal de nieuwe werkorganisatie meebrengen dat er minder tandartsen moeten gevormd worden, omdat het aantal behandelingen per tandarts stijgt. De tandartsen streven hiermee niet naar een verhoging van het persoonlijk inkomen, maar wel naar een meer rationele praktijkorganisatie, waardoor ook de arbeidsomstandigheden voor de tandarts verbeteren en de beroepsuitoefening op die manier opnieuw aantrekkelijker wordt. Dit zal zorgen voor rekrutering voor het beroep bij de jongeren én tevens de huidige tandartsen aanzetten om langer beroepsactief te blijven - een andere doelstelling van de federale regering.
25.05.2005
6
De gevraagde incentives (aanwervingpremie, sociale lastenverlaging…), kunnen gezocht worden in bestaande maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en reconversies. Als we zien welke middelen moeten gemobiliseerd worden voor sociale begeleiding van sluitingen, faillissementen, brugpensionering… dan moeten de gevraagde incentives zeker haalbaar zijn voor de uitbouw van duurzame tewerkstelling. Het is noodzakelijk om een specifiek herkenbaar tewerkstellingsprogramma voor te stellen voor dit project, waardoor de tandartsen aangezet worden om over de brug te komen en onder goede begeleiding de stap te zetten. 2.6. Stimuli schaalvergroting Samen met en ter bevordering van de tewerkstelling is er een schaalvergroting nodig in de praktijkvoering. Deze kan gebeuren door het bevorderen van groepspraktijken en samenwerkingsverbanden tussen solopraktijken. Om een inzicht te krijgen in het benodigde beleid moet eerst de huidige situatie gekend zijn. Niemand weet immers hoeveel tandartspraktijken momenteel werkzaam zijn in ons land. Er moet daarom dringend een inventarisatie van het aantal tandartspraktijken opgemaakt worden. De uitrustings- en exploitatiekosten van een tandheelkundige praktijk zijn dermate groot geworden dat voor de rendabilisatie van de investering een optimale benutting van de praktijk en het drukken van de algemene kosten noodzakelijk zijn. Alle mogelijke samenwerkingsverbanden moeten gestimuleerd worden. Voor deze schaalvergroting, die ook sterk bevorderlijk is voor de tewerkstelling van hulpkrachten, zijn zowel onroerende (uitbreiding praktijkruimte) als roerende (medische uitrusting en materiaal) investeringen noodzakelijk. In een sector die - zacht uitgedrukt - niet in hoogconjunctuur leeft, is investeren niet voor de hand liggend. Om de dienstverlening naar de bevolking in de toekomst veilig te stellen, moet de regering ook hier begeleidende maatregelen treffen, zoals bv. rentetoelagen bij investeringen en verhoogde fiscale aftrekbaarheid. Onze tandartsen zijn, misschien nog minder dan andere medici, niet opgegroeid in een cultuur van samenwerkingsverbanden, tewerkstelling, management. Er wordt aan deze aspecten ook geen aandacht besteed tijdens de basisopleiding. De opleiding en nascholing in deze sectoren moet daarom dringend verhoogd worden. 2.7. Experiment geïnstitutionaliseerde patiënten Een groep patiënten met veelal zeer specifieke tandheelkundige noden zijn de zogenaamde “geïnstitutionaliseerde” patiënten, die verblijven in instellingen zoals rusten verzorgingstehuizen, instellingen voor mindervaliden, chronisch zieken, psychiatrische patiënten. De bevoegdheden voor deze instellingen en de patiënten die er verblijven zijn verdeeld over de federale en de regionale regeringen. Daarom werd in mei 2004 op een intergouvernementele bijeenkomst een voorstel aanvaard om een experimentele studie
25.05.2005
7
te organiseren naar de noden van de geïnstitutionaliseerde patiënten en de mogelijkheden om deze noden op te vangen, inclusief de vraag welk medisch personeel hiervoor het best geschikt is. Het principe dat toen werd aanvaard, moet door de huidige regeringen herbevestigd worden en de nodige procedure moet opgesteld en gefinancierd worden. 2.8. Publiciteit Zoals gezegd zijn sensibilisering en informatie van de bevolking uitermate belangrijk om te komen tot een veralgemeende verbetering van de mondgezondheid. Dit is echter niet gelijk te stellen met publiciteit voor medische verzorging. Samen met de plastische chirurgen wil het Verbond der Vlaamse Tandartsen de bevolking waarschuwen voor de gevaarlijke invloed van uitzendingen via bepaalde media waarbij op een onverantwoorde manier een overdreven verwachtingspatroon gecreëerd wordt. In dezelfde context is het noodzakelijk om een maatschappelijk debat te voeren over publiciteit voor medische verzorging. Bij de geneesheren waakt de Orde over het respect voor de wetgeving. Bij de tandartsen is er geen Orde maar wel een strenge wetgeving die alle publiciteit verbiedt. Ook de Europese Richtlijn 97/55 en de Belgische implementatie ervan (K.B. 02.08.02) voorzien dat in het belang van de Volksgezondheid het voeren van publiciteit kan verboden blijven. Teneinde de wetgeving aan te passen aan de huidige communicatiemogelijkheden heeft de Raad van Tandheelkunde zijn voorstellen betreffende nodige aanpassingen aan de publiciteitswet overgemaakt aan Minister Demotte die deze aanhangig maakte bij het parlement. Het VVT vraagt, ter bescherming van de patiënten, het debat over deze wetswijziging publiciteit dringend aan te vatten. 2.9. Uitvoering Strategisch Plan Het Strategisch Plan 2006-2015 van het Verbond der Vlaamse Tandartsen omvat een veelheid van voorstellen waarvoor de bevoegdheden verspreid zijn over verschillende ministers, maar ook verschillende regeringen. Daarom vraagt het VVT aan minister Demotte om een Strategische Cel Tandheelkunde op te richten waarbij de Ministers van Sociale Zaken, Tewerkstelling, Middenstand, Justitie… betrokken zijn, samen met vertegenwoordigers van de universiteiten en de representatieve beroepsverenigingen. Voor het welslagen van de uitvoering van de voorstellen is het noodzakelijk dat een eenvoudige administratieve procedure gebruikt wordt waarbij de tandartsen via één contactpunt de benodigde administratie kunnen afhandelen.
25.05.2005
8
Besluit Het Strategisch Plan 2006-2015 van het VVT is een concreet voorstel om de beroepsuitoefening van de tandarts uit de impasse te halen waarin deze is terechtgekomen sinds het ongeplande overaanbod aan tandartsen ontstond begin de jaren tachtig. De bedoeling is niet het verbeteren van de financiële situatie van de individuele tandarts, echter wel: • het creëren van tewerkstelling, • het reorganiseren van de praktijkvoering aangepast aan de huidige maatschappelijke evolutie en • het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Deze maatregelen zullen: • jongeren aantrekken om de studies aan te vatten, • de jong afgestudeerden in het land houden en • de gevestigde tandartsen aanzetten om in het beroep te (blijven) geloven en te investeren. Dit alles is nodig om de huidige kwaliteit van de tandheelkundige verzorging naar de toekomst te bestendigen.
* * *
25.05.2005
9