Collegevoorstel
Registratienummer
2.55817 Opgesteld door, telefoonnummer
Wim Hendriks, 9165 Programma
Concernsturing Portefeuillehouder
P.J.J. Lucassen Onderwerp van het voorstel
Vaststellen jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie Voorstel om te besluiten
1. Het jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie vast te stellen; 2. Het jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie ter kennis te brengen van de Gemeenteraad en de commissie Georganiseerd overleg.
1
Korte inhoud van het voorstel
Het jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie vast te stellen; Het jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie ter kennis te brengen van de Gemeenteraad en de commissie Georganiseerd overleg. 2
Inleiding
Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 3.11 van het door de raad der gemeente Nijmegen op 23 november 1994 vastgestelde “reglement bezwarenprocedure rechtspositie” biedt de bezwarencommissie rechtspositie u hierbij aan het jaarverslag van de commissie over het jaar 2001. 2.1 Beoogd resultaat
Kennis te nemen van de inhoud en uitvoering te geven aan het advies van de commissie om zaken goed en zorgvuldig op papier te zetten, zodat naderhand bij geschillen de intenties van partijen duidelijk zijn. 3
Motivering en argumenten
Onder de aandacht brengen dat het nemen van goede rechtspositionele besluiten van evident belang is om procedures danwel verstoorde verhoudingen te voorkomen. 4
Extern draagvlak
n.v.t.
018rvs.doc
Collegevoorstel
Vervolgvel
1
5
Aanpak / uitvoering
n.v.t. 5.1 Planning
n.v.t. 5.2 Communicatie
Het jaarverslag is opgesteld in overleg met de bezwarencommissie. 5.3 Producten
n.v.t. 5.4 Evaluatie en verantwoording
n.v.t. 6
Kosten, baten en dekking
n.v.t.
Bijlagen:
Jaarverslag 2001 bezwarencommissie rechtspositie
018rvs.doc
___________________________________________ 1 ___________________________________________
JAARVERSLAG BEZWARENCOMMISSIE RECHTSPOSITIE 2001 I. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 3.11 van het door de raad der gemeente Nijmegen op 23 november 1994 vastgestelde “reglement bezwarenprocedure rechtspositie” biedt de bezwarencommissie rechtspositie u hierbij aan het jaarverslag van de commissie over het jaar 2001. De commissie nodigt u, ter voldoening aan het gestelde in het vorengenoemd artikel, uit dit verslag ter kennis te brengen van: a. de gemeenteraad; b. de commissie voor georganiseerd overleg; c. de instellingen en/of aan de gemeente Nijmegen gelieerde organen waarvan uw college het dienstig acht dat deze kennis dragen van de werkzaamheden der commissie.
II. Het jaarverslag van de bezwarencommissie rechtspositie is een opmerkelijk jaarverslag omdat het de lezer een - zij het beperkte - inkijk verschaft in het reilen en zeilen van de totale gemeentelijke organisatie in relatie tot haar ambtenaren, die gebruik maken van de mogelijkheid bezwaar te maken tegen, door de gemeentelijke overheid genomen besluiten, die de rechtspositie van ambtenaren raken. Ook dit jaar verheugt het de commissie te kunnen constateren dat een groot aantal bezwaarschriften wordt opgelost voordat de bezwarencommissie er daadwerkelijk aan te pas komt. Nogal eens wordt –bij indiening van een bezwaarschrift- namelijk vanuit werkgeverszijde het besluit heroverwogen en leidt dit tot bijstelling van het besluit, met als gevolg dat de procedure niet wordt voortgezet. Ook kan het gebeuren dat tijdens de hoorzitting het eerder vastgelopen overleg toch weer opnieuw in gang wordt gezet, waardoor de procedure niet behoeft te worden vervolgd. Deze twee aspecten onderstrepen het belang van de bestaande bezwarenprocedure.
III. De commissie bestaat uit de drie leden: • de heer J. Mondria, aangewezen door de SBO-vertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg; • dhr. D. Rommens, aangewezen door het college van burgemeester en wethouders en • dhr. A. van Driesten, door de beide hiervoor genoemde leden gezamenlijk aangewezen als voorzitter. De commissie moet worden aangemerkt als een adviescommissie in de zin van artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de desbetreffende procedurele bepalingen in de hoofdstukken 6 en 7 van deze wet van toepassing zijn. De commissie houdt – mede om recht te doen aan de in de zojuist genoemde wet gestelde termijnen – indien mogelijk en noodzakelijk tweemaal per maand zitting. Tijdens een hoorzitting waarvan de gemiddelde zittingsduur (inclusief de beraadslaging) ongeveer 1 uur bedraagt, wordt bezwaarde, desgewenst bijgestaan door een raadspersoon, in de gelegenheid gesteld zijn/haar bezwaren nader toe te lichten. Daarnaast worden één of meer Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 2 ___________________________________________
vertegenwoordigers van het bestuursorgaan gehoord. De vertegenwoordiger(s) van het bestuursorgaan en de bezwaarde worden in elkaars aanwezigheid gehoord. Soms ook worden getuigen opgeroepen ter zitting te verschijnen. De procedure voorafgaande aan de te houden hoorzittingen verloopt als volgt: een bezwaarschrift wordt, indien het is gemotiveerd, direct ingepland en aan de betrokken directie wordt gevraagd om uiterlijk twee en een halve week voor de zittingsdatum de van belang zijnde stukken en een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift naar het secretariaat van de bezwarencommissie te verzenden. Op deze wijze kan de commissie reeds voordat zij de betrokken partijen hoort, kennis nemen van de standpunten van betrokken partijen. Bovenstaande procedure lijkt enigszins op een gerechtelijke procedure, waar ook voorafgaande aan de hoorzitting de standpunten schriftelijk door partijen zijn uiteengezet. Dit leidt ertoe dat hoorzittingen sneller verlopen en dat sneller wordt ingegaan op enkel de kerngeschilpunten. Indien het bezwaar ontvankelijk is, vindt op grondslag daarvan een heroverweging van het bestreden besluit plaats. De commissie adviseert vervolgens tot een gegrondverklaring dan wel een ongegrondverklaring van het voorliggende bezwaarschrift. De commissie heeft de bevoegdheid unaniem of in meerderheid te adviseren. In 2001 kon de commissie gedurende de beraadslagingen steeds tot een unaniem advies komen, zonder dat de persoonlijke opvattingen van de onderscheiden commissieleden daarbij geweld werd aangedaan. Het bestuursorgaan is bevoegd van het voorliggende advies af te wijken, zij het dat zulks op grond van de Algemene wet bestuursrecht met redenen omkleed dient te geschieden. In 2001 heeft het bestuursorgaan van deze bevoegdheid overigens geen gebruik gemaakt. Van, naar het oordeel der commissie, grote betekenis is het bepaalde in artikel 7:10 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is bepaald dat het bevoegde bestuursorgaan binnen 10 weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslist. Weliswaar kan de beslissing volgens meergenoemde wet met nog enkele weken worden verdaagd, maar de commissie hecht er sterk aan om deze termijnen zo strak mogelijk te hanteren. De tweewekelijkse zittingen leiden er immers toe dat de door de commissie opgestelde adviezen snel naar de gemeentelijke bestuursorganen kunnen worden doorgeleid.
IV. Het aantal in 2001 ingediende bezwaarschriften is aanzienlijk afgenomen ten opzichte van 2000. In 2000 zijn 67 bezwaarschriften ingediend en in 2001 waren dit er 31. Het restant uit vorige jaren was 9 en de werkvoorraad per 1 januari 2002 is 5. In 2001 zijn in totaal 35 bezwaarschriften gedeeltelijk ingediend in 2000, laat in het behandeling in 2001 moest plaatsvinden.
afgewikkeld. Deze zijn jaar, zodat automatisch
Van de 35 afgehandelde bezwaarschriften zijn er 16 “in der minne” afgehandeld, zijn er geen bezwaarschriften gegrond verklaard, 16 ongegrond verklaard en zijn 3 bezwaarschriften niet-ontvankelijk verklaard. In alle gevallen heeft het bestuursorgaan de adviezen van de bezwarencommissie overgenomen. De behandelingsduur van de bezwaarschriften die binnen de directie overleg met bureau Arbeidszaken) zijn afgehandeld varieert over algemeen genomen van zo’n 6 tot 10 weken.
(in het
Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 3 ___________________________________________
De behandelingsduur van de bezwaarschriften die door de bezwarencommissie zijn afgehandeld varieert normaal gesproken van zo’n 10 tot 14 weken. In twee gevallen is het besluit volgend op het bezwaarschrift buiten de termijn van 14 weken – na binnenkomst bezwaarschrift – aan bezwaarde verstuurd. Dit had te maken met bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld het opvragen door de commissie van nadere gegevens, waarbij de behandeling van het bezwaar werd opgeschort en opschorting van behandeling op verzoek van één der partijen geschiedde. Afzonderlijke uitsplitsing van het soort besluiten waar de bezwaarschriften zich het afgelopen jaar tegen hebben gericht (let wel: niet alle genoemde zaken zijn inmiddels afgehandeld): Bezwaar tegen strafontslag 1 Bezwaar tegen besluit om niet in aanmerking te komen 2 voor verlenging van het tijdelijk dienstverband Bezwaar tegen personeelsbeoordeling 2 Bezwaar tegen toegekende gratificatie 2 Bezwaar tegen disciplinaire maatregel 1 Bezwaar tegen inschaling bij indiensttreding 1 Bezwaar tegen plaatsing in functie 2 Bezwaar tegen uitblijven van waardering van functie 1 Bezwaar tegen ongeschiktheidsontslag 2 Bezwaar tegen intrekking van autokostenvergoeding 2 Bezwaar tegen intrekking van parkeervergunning 1 Bezwaar tegen functieprofiel 2 Bezwaar tegen functiewaardering 1 Bezwaar tegen besluit verandering van bedrijfskleding 1 Bezwaar tegen overplaatsing 1 Een aantal bezwaarschriften richt zich tegen besluiten op verzoekschriften betreffende een rechtspositionele regeling, waarin bepaalde rechten dan wel faciliteiten worden geregeld: Afwijzing verzoek om buitengewoon verlof 1 Afwijzing verzoek om in aanmerking te komen 1 voor een uitkering krachtens artikel 7:9 van de AGN Van de 16 zaken die minnelijk zijn afgewikkeld kan worden gezegd dat het hier veelal bezwaarschriften betrof betreffende de afwijzing van een recht dan wel een faciliteit, geregeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Nijmegen. Dit jaar zijn er 35 bezwaarschriften afgewikkeld. Vorig jaar waren dat er 68. Dit verschil is groot. Toch valt hier niet echt een verklaring voor te geven, behalve de reeds eerder gedane constatering dat het aantal (per directie) ingediende bezwaarschriften grotendeels afhankelijk is van min of meer toevallige omstandigheden. In dat verband is onder meer van betekenis of er zich binnen een directie reorganisatie- en fuwaprocessen hebben voorgedaan. Je zou je dan ook af kunnen vragen of deze processen op grote schaal binnen de directies hebben plaatsgevonden. Daarnaast dient bedacht te worden dat de mate waarin een ambtenaar zich vasthoudend betoont, veeleer persoonsgebonden dan directiegebonden is. Geen van de bezwaarschriften die door de Bezwarencommissie formeel zijn afgehandeld hebben tot een gegrondverklaring geleid. Wel is in een aantal gevallen door tussenkomst van de Bezwarencommissie de zaak opgelost, hetgeen heeft geleid tot een nieuw besluit. Bij een zestiental bezwaarschriften is de zaak “in der minne” opgelost, dat wil zeggen binnen de directie zelf en veelal door tussenkomst van bureau Arbeidszaken. In al deze gevallen is een nieuw besluit genomen, waarin hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk aan de bezwaren is tegemoet gekomen.
Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 4 ___________________________________________
Claims met betrekking tot schadevergoeding na een vernietigd besluit hebben zich dit jaar niet voorgedaan. Dit jaar is ongeveer de helft van alle binnengekomen bezwaarschriften “in der minne” opgelost. Dat geeft een hoog percentage. Indien echter gekeken wordt naar het aantal “in der minne” opgeloste zaken, kan geconstateerd worden dat dit aantal niet wezenlijk verschilt van vorig jaar. Daarnaast kan, net zoals vorig jaar, worden vastgesteld dat in veel zaken die vroegtijdig zijn opgelost, duidelijk fouten zijn gemaakt in de besluitvorming. Verder nog het volgende. In de eerste helft van het jaar 2001 waren er verhoudingsgewijs relatief veel bezwaarschriften minnelijk afgewikkeld. Omdat er vervolgens in de tweede helft van het jaar weinig bezwaarschriften zijn binnengekomen, bleef het percentage “minnelijk opgeloste” zaken aan het einde van het jaar hoog. Kort samengevat (in de volgende paragraaf zal uitgebreid worden ingegaan op de inhoud) heeft de commissie betreffende de volgende zaken het volgende advies uitgebracht. Onderwerp: Bezwaar tegen strafontslag
Aantal: 1
-
Bezwaar tegen afwijzing buitengewoon verlof Bezwaar tegen afwijzing verzoek vaste of tijdelijke aanstelling Bezwaar tegen personeelsbeoordeling Bezwaar tegen intrekking telefoonvergoeding Bezwaar tegen de hoogte van de gratificatie
1
Bezwaar tegen disciplinaire maatregel Bezwaar tegen personeelsbeoordeling Bezwaar tegen afwijzing verzoek om uitkering ex art. 7:9 van de AGN Bezwaar tegen toekennen gratificatie Bezwaar tegen inschaling salaris bij indiensttreding Bezwaar tegen plaatsing in de Functie van medewerker Machinale Veegdienst Bezwaar tegen functiewaardering Bezwaar tegen ongeschiktheidsontslag Bezwaar tegen niet verkrijgen gesubsidieerde kindplaats i.h.k.v. Kinderopvangregeling Bezwaar tegen intrekking autokostenvergoeding Bezwaar tegen intrekking parkeervergunning Bezwaar tegen intrekking autokostenvergoeding
1
-
-
-
-
-
-
2
1 1
1
1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
Uitkomst: Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het Ongegrond, advies is overgenomen door het Ongegrond, advies is overgenomen door het Ongegrond, advies is overgenomen door het
College College College College
Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Aangehouden Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ingetrokken
Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Ongegrond, advies is overgenomen door het College Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 5 ___________________________________________
-
Bezwaar tegen functiebeschrijving Bezwaar tegen functiebeschrijving
1
Niet-ontvankelijk
1
Niet-ontvankelijk
Cijfers betreffende beroepszaken laten het volgende beeld zien: (Hoger) beroep bij: Rechtbank Centrale Raad van Beroep Totaal ingediend in 2001 5 2 Lopende zaken per 1-1-2002 8 2 * Uitspraken 2001: * Gegrond * Gedeeltelijk (on)gegrond Niet-ontvankelijk 1 Anders afgedaan, namelijk Ongegrond Ingetrokken 1 1
Verdeeld over de Directies ziet het aantal door de bezwarencommissie behandelde bezwaarschriften er over het jaar 2001 als volgt uit:
-
Directie Inwoners Directie Stadsbedrijven Directie Grondgebied Directie Bestuur & Organisatie Directie Wijkaanpak en Leefbaarheid Directie Strategie en Projecten DAR Novio Brandweer
2001 8* 4 4 1
1** -** 1 --19
* Van de in 2001 ingediende bezwaarschriften, afkomstig van DIW, zijn er 7 afkomstig van de afdeling Sociale Zaken en Werk. ** Novio is geprivatiseerd in 1997. De DAR is geprivatiseerd met ingang van 1 januari 2000. Een overzicht naar directies van de 16 bezwaarschriften die in der minne zijn geschikt, geeft het volgende beeld: -
Directie Inwoners (SoZa 2) Directie Stadbedrijven Directie Grondgebied GGD Overig
4 9 1 1 1 --16
V. De inhoud van de afzonderlijke adviezen, voorafgegaan door een korte uiteenzetting van de casuspositie, wordt hieronder beknopt weergegeven. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de disciplinaire straf van ongevraagd ontslag, wegens het niet afstorten van weekinkomsten en het privé-gebruik van deze gelden. Bezwaarde erkent dat zij ernstig in gebreke is gebleven Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 6 ___________________________________________
en zij ontkent de feiten niet. Wel noemt zij haar privé-situatie als oorzaak. Dit kan echter volgens de gemeente geen legitimatie zijn voor plichtsverzuim. Zij heeft zich bovendien al eerder aan een dergelijk verzuim schuldig gemaakt en is toen gewaarschuwd voor de gevolgen bij herhaling. advies: De Commissie overweegt dat bezwaarde zich heeft schuldig gemaakt aan zeer ernstig plichtsverzuim, bestaande uit het niet afstorten van kasgelden en het aanwenden van deze gelden voor eigen gebruik. Bovendien heeft bezwaarde zich eerder schuldig gemaakt aan soortgelijk plichtsverzuim, waarbij ze is gewezen op de consequenties bij herhaling van de feiten. De stelling van bezwaarde dat de straf te zwaar zou zijn, omdat haar collega lichter is gestraft, wordt door de Commissie verworpen omdat de omstandigheden bij deze collega anders waren. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen het besluit waarin zijn verzoek tot toekenning van buitengewoon verlof wordt afgewezen. Bezwaarde vraagt hierom i.v.m. de ziekte van zijn kind, dat hij op de woensdagmiddagen wil bezoeken. Allereerst is hij van mening dat de termijn waarbinnen een verzoek moet worden afgehandeld, ruimschoots is overschreden en het besluit is niet inhoudelijk gemotiveerd. In het bestreden besluit wordt aangegeven dat er een maximum kan worden gesteld aan de hoeveelheid buitengewoon verlof. Bezwaarde bestrijdt dat en is van mening dat het een “open eind regeling” betreft. De beide aan het besluit voorafgaande brieven zijn ook geen formele beschikkingen. Op zijn verzoek is er alsnog een formeel besluit genomen. De gemeente erkent de procedurele fout. Het verzoek om buitengewoon verlof wordt door de direct leidinggevende afgewezen, terwijl dit formeel door de directeur, namens het College, moet gebeuren. Dit is rechtgetrokken. De inhoudelijke reden van afwijzing is dat artikel 6:4:1 hier niet voorziet in het verstrekken van buitengewoon verlof, want er is geen sprake van acute gezondheidsproblemen, waarbij de ouders extra zorgtaken hebben. Ook heeft bezwaarde zelf nog voldoende verlof om het gevraagde op te vangen en is hem 2 maanden tevoren 70 uren verlof kwijtgescholden, om een groot negatief kloksaldo weg te werken. advies: De commissie acht de vormfouten rechtgetrokken en is van mening dat bezwaarde niet in aanmerking komt voor buitengewoon verlof, omdat artikel 6:4:1 niet voorziet in deze situatie. Er is geen sprake van acute gezondheidsproblemen. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de besluiten, waarin aan hem is medegedeeld dat zijn verzoek om in aanmerking te komen voor een vaste dan wel verlenging van de tijdelijke aanstelling is afgewezen. Hij heeft daartoe twee bezwaarschriften ingediend tegen een tweetal besluiten, waarin hem de afwijzing van zijn verzoek wordt medegedeeld. De stelling van de gemeente is dat zijn werkzaamheden zouden zijn beëindigd na 30 juni 1999. Volgens bezwaarde liepen de werkzaamheden gewoon door en had hij hiervoor dus in aanmerking moeten komen. Tevens zijn hem vervangende werkzaamheden toegezegd. Formatieafbouw i.v.m. terugloop van het aantal cliënten is ook geen argument, omdat er na zijn vertrek nog meerdere tijdelijke en vaste aanstellingen zijn gevolgd. Er waren dus genoeg vacatures waarvoor hij in aanmerking had kunnen komen. De gemeente is tevens van mening dat het onverstandig zou zijn het dienstverband een jaar na dato te herstellen. Bezwaarde is echter van mening dat hij op tijd zijn bezwaarschrift heeft ingediend en dat de gemeente binnen zes weken tot een uitspraak had kunnen komen. advies: De Commissie constateert dat de werkzaamheden, waarvoor bezwaarde was aangesteld, wel per 30 juni 1999 zijn beëindigd. Bezwaarde heeft weliswaar een goede – zij het niet door het bevoegd gezag getekende personeelsbeoordeling, maar daarmee is niet gezegd dat bezwaarde zomaar het recht kan afdwingen op een andere functie. Ook verplichte formatieafbouw Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 7 ___________________________________________
speelt een rol en geschiktheid voor een bepaalde functie. Het niet verlengen van het dienstverband is niet in strijd met het ongeschreven recht en de gemeente heeft zich niet verplicht een vaste dan wel tijdelijke aanstelling aan te bieden. Er zijn, naar het oordeel van de Commissie, geen harde toezeggingen gedaan. Er is ook niet daadwerkelijk met bezwaarde gesproken over concrete werkzaamheden na het moment dat zijn dienstverband van rechtswege afliep. conclusie: Beide bezwaren ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de jegens hem vastgestelde personeelsbeoordeling. Hij heeft zijn chef gedurende de beoordeelde periode slechts op kantoor gesproken en niet op het werk en er is nooit gesuggereerd dat hij niet goed functioneerde. Bezwaarde is van mening dat de beoordeling enkel is gebaseerd op kritiek, die hij heeft geventileerd over het beleid van de Directie. Bezwaarde is opeens totaal andere werkzaamheden gaan verrichten, zonder dat hij goed is gecoacht. advies: De Commissie constateert dat de chef de administratieve aspecten, die integraal onderdeel uitmaken van de functie, wel heeft kunnen controleren. Daarnaast is binnen gesproken over diverse inhoudelijke aspecten van het werk buiten. De chef had een duidelijk beeld van de aanpak van bezwaarde. Het werk buiten is gecontroleerd middels berichtgeving van derden. De Commissie constateert dat de – soms rebelse – houding van bezwaarde invloed heeft op zijn functioneren en dus als voornaam punt van kritiek naar voren komt. De Commissie hoopt dat partijen met elkaar om de tafel zullen gaan zitten om tot een oplossing te komen. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de aan hem toegekende gratificatie, die, naar zijn oordeel, te laag is, omdat hij veel extra werkzaamheden heeft gedaan, die naar zijn mening buiten de functie vallen. Hij claimt bovendien het auteursrecht van de door hem gemaakte software. De gemeente beschouwt de hoogte van de gratificatie als passend. De gemeente is van mening dat de extra werkzaamheden behoren tot de functie. De gemeente vindt de gratificatie, gezien het beleid binnen de directie, niet te laag. advies: De Commissie constateert dat als motivering voor deze gratificatie zijn genoemd de prestaties, gedurende een aantal jaren. Ook heeft beloning van extra overuren, buiten het beleid om, plaatsgehad. conclusie: Bezwaar ongegrond, met de kanttekening dat bezwaarde een apart verzoek moet indienen met betrekking tot het auteursrecht van de door hem ontwikkelde software. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de aan haar opgelegde disciplinaire straf van overplaatsing, met daaraan mogelijk gekoppeld een salarisverlaging. Zij heeft haar fout – het verwisselen van inschrijvingsgegevens m.b.t. woonruimte – toegegeven. advies: De Commissie stelt vast begrip te hebben voor de privé-situatie van bezwaarde, die de oorzaak is van haar handelen, maar acht het desalniettemin een ernstige zaak. Zij constateert dat er weliswaar wordt gesproken over meerdere manipulaties, maar dat – zo blijkt – alles in samenhang staat met elkaar en het dus gaat om één zaak. De gemeente heeft de strafmaat hier ook op aangepast. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de jegens hem vastgestelde personeelsbeoordeling. Bezwaarde is van mening dat een personeelsbeoordeling moet worden opgemaakt aan de hand van een geldende functiebeschrijving. Hier is echter absoluut onduidelijk welke functiebeschrijving geldig is. Er liggen ook zes beoordelingen, maar er is geen sprake van een verbeterplan. Bezwaarde voelt zich zwevende en voelt zich niet ondersteund door de leidinggevende. Bezwaarde meent dan ook dat de moeilijke omgang met een bepaalde collega de oorzaak is en het ontbreken van vertrouwen door de Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 8 ___________________________________________
leiding. De gemeente stelt dat de laatste formele functiebeschrijving geldig is. De functie van bezwaarde omvat overigens wel een zekere mate van vrijheid om zelf in te vullen. Het is geen functie die tot in detail beschreven kan worden. De gemeente geeft aan dat er wel een verbetertraject is geweest. Na vijf beoordelingen wist bezwaarde wat er aan de hand was. Bezwaarde is ook regelmatig aangesproken op zijn gedragingen, zowel naar collega’s als naar leveranciers toe. advies: De Commissie constateert dat de procedure zo niet geheel, dan toch in elk geval voldoende zorgvuldig is verlopen. De Commissie is er niet van overtuigd dat de personeelsbeoordeling onjuist zou zijn. Bovendien is de Commissie van mening dat na zoveel beoordelingen het voor bezwaarde duidelijk moet zijn wat eraan schort. Voor zover bezwaarde geen duidelijkheid had over zijn functiebeschrijving, had het op zijn weg gelegen om dit in overleg aan te geven. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Gewezen ambtenaar maakt bezwaar tegen afwijzing van zijn verzoek om in aanmerking te komen voor een uitkering krachtens artikel 7:9 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Nijmegen. Hij is op 1 augustus 1996 eervol ontslagen. Hij was op dat moment formeel niet ziek, maar had klachten. De bedrijfsarts meldde hem echter één dag voor ontslag hersteld. Bezwaarde heeft daartegen geen bezwaar gemaakt, want hij wist niet dat dat kon. Hij meende dat hij ziek was op het moment van ontslag en had - in plaats van recht op wachtgeld - recht op een uitkering wegens ziekte ontstaan voor ontslag, met als gevolg: opschorting van zijn recht op wachtgeld. De gemeente stelt echter dat bezwaarde op het moment van ontslag formeel niet ziek was, want hij was hersteld gemeld door de bedrijfsarts. Bezwaarde had dus geen recht op uitkering wegens ziekte ontstaan voor ontslag, op grond van artikel 7:9 van de AGN. Het is niet meer na te gaan of de bedrijfsarts bezwaarde heeft gewezen op de mogelijkheid tot bezwaar tegen de herstelmelding en evenmin of bezwaarde heeft aangegeven dat hij het niet eens was met de herstelmelding. Ook later is er nog een beslissing genomen, waartegen bezwaarde bezwaar had kunnen aantekenen, hetgeen hij niet heeft gedaan. Hij stelt ook dat hij vanaf 2 januari 1996 tot heden volledig arbeidsongeschikt is geweest, maar heeft wel twee maal op kosten van de gemeente deelgenomen aan een herplaatsingstraject. advies: De Commissie constateert dat bezwaarde geen bezwaar heeft aangetekend tegen de herstelmelding, waardoor deze onherroepelijk is geworden. De reden waarom bezwaarde geen bezwaar heeft gemaakt, overtuigt de Commissie er niet van dat de herstelmelding thans met terugwerkende kracht zou moeten worden aangepast. Zelfs al zou bezwaarde niet door de bedrijfsarts zijn gewezen op de bezwaarmogelijkheid, hetgeen de Commissie vreemd acht, dan nog heeft hij tijdens de ontslagprocedure niet aangegeven dat hij ziek was. Daarnaast blijkt dat hij ook nadien nog heeft deelgenomen aan een herplaatsingstraject. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de toekenning van zijn gratificatie, omdat hij van mening is dat hij in aanmerking zou moeten komen voor een persoonlijke toelage voor jarenlang uitmuntend functioneren. Bezwaarde heeft echter een gratificatie gekregen, maar is het hier niet mee eens, omdat een gratificatie is bedoeld voor een eenmalige situatie. Volgens de beoordeling scoort bezwaarde bovengemiddeld en hij wil dan ook waardering voor zijn inzet. Bij een beoordeling met een gemiddelde “D”-score krijgt men deze toelage automatisch, maar bij bovengemiddeld presteren kan men ervoor kiezen een persoonlijke toelage te geven. Het nieuwe beloningsbeleid is er juist op gericht om flexibel met extra beloningen om te gaan. De gemeente is eveneens van mening dat er in een geval als dit kan worden gekozen voor een persoonlijke toelage. Als men dat niet doet, maar wel een extra beloning wil geven, kan worden gekozen voor een gratificatie. Die hoeft niet gerelateerd te zijn aan een extra eenmalige prestatie. Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 9 ___________________________________________
advies: De Commissie constateert dat bezwaarde goed functioneert, maar niet uitzonderlijk goed, vandaar een gratificatie in plaats van een toelage. Een dergelijke keuze is altijd arbitrair en niet meetbaar. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de inschaling (periodieknummer) bij indiensttreding bij de gemeente Nijmegen per 1 juni 2000. Betrokkene is ingeschaald in niveau 7 periodiek 4, terwijl sommige collega’s, die hetzelfde werk doen, zijn ingeschaald in niveau 7, periodiek 8 of hoger. Schaal 7 kent 11 periodieken. De gemeente stelt dat voor het bepalen van de hoogte van een salaris een aantal criteria van toepassing is: opleiding, ervaring, laatstgenoten salaris en het aanbod aan sollicitanten. Een collega die hoger is ingeschaald, heeft meer relevante werkervaring en ook zijn laatstgenoten salaris was hoger. advies: De Commissie constateert dat verschillende selectiecriteria een rol kunnen spelen bij het bepalen van de hoogte van het salaris. Bezwaarde was content tot hij ontdekte dat zijn collega’s meer verdienden. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de plaatsing in de functie van medewerker machinale veegdienst bij de DAR Milieudiensten met ingang van 1 april 2001. Bij de verzelfstandiging van de DAR is een groep oudere werknemers, waaronder bezwaarde, in dienst van de gemeente gebleven. Bezwaarde mocht aanvankelijk in zijn oude functie blijven, maar later is een besluit genomen betreffende de plaatsing in de machinale veegdienst. Een argument van de gemeente daarvoor is dat bezwaarde, om medische redenen, het groot rijbewijs niet heeft gehaald. De oorsprong ligt echter in de reorganisatie van 1998/1999. Toen is het aantal uitvoerende functies bij de DAR van ongeveer 35 teruggebracht naar 9 allround functies. De oude functie van bezwaarde, belader grofvuil, werd opgeheven. Om de nieuwe functie van chauffeur/belader te kunnen vervullen moest bezwaarde het groot rijbewijs halen. Dit was nodig omdat er op de functie gerouleerd moet kunnen worden. De functie van chauffeur/belader is voor hem niet meer aan de orde en dus moest er voor hem een nieuwe functie gevonden worden. Dit is in overleg met bezwaarde gebeurd. advies: De Commissie constateert dat de DAR heeft besloten over te gaan tot 9 allround functies, waarbij gerouleerd moet worden. Daarbij komt de oude werkindeling, waarbij men jarenlang met een vaste maat werkte, te vervallen. Oudere werknemers worden vaak in de veegdienst geplaatst, om ze fysiek minder zwaar te belasten. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen het uitblijven van de waardering van haar functie. Het gaat daarbij om de functie die zij tot 1 maart 1999 vervulde. De gemeentelijk vertegenwoordiger geeft aan dat de functie binnen twee maanden zal worden gewaardeerd. advies: De Commissie constateert dat het geen nut heeft de bezwarenprocedure nu voort te zetten, omdat de functie binnen twee maanden gewaardeerd wordt. Het heeft meer zin om het bezwaarschrift, in afwachting van de waardering, aan te houden en dan de procedure – indien nodig – voort te zetten. conclusie: Bezwaar aangehouden. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen het besluit hem ongeschiktheidsontslag te verlenen bij de Brandweer. Hij is van mening dat dit niet terecht is. Hij heeft de benodigde opleidingen gevolgd en ontkent dat hij gezagsondermijnend te werk is gegaan. Zijn disfunctioneren als kaderlid had te maken met het feit dat hij in de functie moest groeien. Bovendien waren zijn leidinggevenden weinig uniform in hun beleid en heeft hij de communicatieopleiding niet af kunnen maken. De vertegenwoordigers van de Brandweer zijn van mening dat bezwaarde ongeschikt was voor de functie van Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 10 ___________________________________________
kaderlid en dat hij gezagsondermijnend te werk ging ten opzichte van zijn leidinggevenden. Zij zien een loskoppeling van de functie van kaderlid en hoofdbrandwacht ook niet zitten, omdat een hiërarchische organisatie als de Brandweer een dergelijke mogelijkheid niet toelaat. Bovendien is het leidinggeven als kaderlid in de beheersorganisatie niet los te zien van het leidinggeven in de repressieve sfeer. advies: De Commissie constateert dat bezwaarde zich heeft moeten aanpassen aan een andere organisatiestructuur, dan hij gewend was. Dat heeft te maken met het samengaan van een beroepsorganisatie en een vrijwilligersorganisatie. Dat stelt andere eisen aan medewerkers i.v.m. de andere hiërarchische structuur. Het wordt een groot probleem als collega’s elkaar niet meer vertrouwen, zeker in een organisatie als de Brandweer, waar men blindelings van elkaar op aan moet kunnen. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen de plaatsing per 1 oktober 2001 van haar tweede kind op een particuliere plaats in een kinderdagverblijf, in plaats van op de gevraagde gesubsidieerde kindplaats. Zij is van mening dat volgens de Regeling Kinderopvang iedereen recht heeft op kinderopvang. Zij was weliswaar op de hoogte van het feit dat er sprake is van een wachtlijst, maar het was haar niet bekend dat dat recht afhankelijk was van een budget. Dat staat nergens. Ze volgde de aanmeldingsprocedure en omdat haar eerste kind een bedrijfsplaats heeft en er voor tweede kinderen een voorrangsregeling geldt, ging ze er vanuit dat er een bedrijfsplaats zou volgen. Bezwaarde heeft twee brieven gekregen van de Stichting Kinderopvang Nijmegen (KION), een week na elkaar. In de ene brief staat dat er plaats is en in de tweede dat het een particuliere plaats betreft. Een en ander is merkwaardig. De gemeentelijke vertegenwoordiger constateert dat er nogal eens verwarring ontstaat in de communicatie met KION. Als het kinderdagverblijf aangeeft dat er plaats is, zegt dat nog niet dat het gaat om van een bedrijfsplaats. Het is wel duidelijk dat de laatste tijd de wachtlijsten langer zijn geworden. Er wordt nu gekeken naar de mogelijkheden om hieraan iets te doen. advies: De Commissie constateert dat de gemeente plannen heeft om iets te doen aan de steeds langer wordende wachtlijsten, onder andere door middel van budgetverhoging. Bovendien is het belangrijk om het KION aan te spreken op de communicatie en uit te zoeken hoe het met de aan bezwaarde gezonden brieven zit. Zij stelt dan ook voor het bezwaarschrift aan te houden, totdat duidelijkheid is verkregen omtrent de brieven. Wellicht wordt ook snel duidelijk hoe het zit met de maatregelen die moeten worden genomen om de wachtlijsten te bekorten. conclusie: Bezwaar aangehouden. Omdat vervolgens het probleem met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2001 is opgelost, wordt het bezwaarschrift ingetrokken. casus: Ambtenaren maken bezwaar tegen het intrekken van hun autokostenvergoeding. Nu er een dienstauto is gekomen, hoeven zij niet meer te rijden met hun eigen auto. Bezwaarden geven aan dat zij zich gedwongen voelden tot het vragen om een dienstauto, omdat de huidige vergoeding van ƒ 0,60 per kilometer niet meer toereikend was. Zij hebben wel geïnvesteerd in een eigen auto en vinden een afbouwregeling dan ook terecht. De gemeente is van mening dat veel meer mensen gebruik maken van hun eigen auto voor het werk. Als wordt aangegeven dat dit te duur wordt, wordt gebruik gemaakt van een dienstauto. advies: De Commissie constateert dat de gemeente zich houdt aan de algemene vergoedingsmaatregel van ƒ 0,60. Bovendien constateert de Commissie dat de vergoeding is doorgelopen tot 1 augustus 2001, terwijl de dienstauto al per 1 januari 2001 is gekomen. Dit betekent dat bezwaarden al een vergoeding van 7 maanden à ƒ 500,-- = ƒ 3.500,-- hebben gekregen. Een afbouwregeling is van toepassing bij een reorganisatie. Daarvan is hier geen sprake. conclusie: Bezwaar ongegrond. Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie
___________________________________________ 11 ___________________________________________
casus: Ambtenaar maakt bezwaar tegen het intrekken van zijn parkeervergunning. Tot en met 1985 had men bij het werk parkeergelegenheid. Na de verhuizing waren er nog maar twee eigen parkeerplaatsen. Toen die wegens bebouwing wegvielen, werden er parkeervergunningen verstrekt. Nu moet die kaart worden ingeleverd en moet bezwaarde ƒ 12,-- betalen. Er zijn medewerkers van de gemeente die gratis kunnen parkeren. De gemeente is van mening dat parkeergeld is verdisconteerd in de kilometervergoeding van ƒ 0,60. Er is maar bij één gemeentelocatie gratis parkeergelegenheid. Voor wat betreft de overige locaties moet men zelf betalen voor het parkeren. advies: De Commissie constateert dat veel collega’s ook niet gratis kunnen parkeren. Bovendien staat er een dienstauto klaar. conclusie: Bezwaar ongegrond. casus: Ambtenaren maken bezwaar tegen de functiebeschrijving van medewerker Sociale Recherche (schaal 8). Bezwaarden zijn van mening dat zij de werkzaamheden, die bij de taakomschrijving van Sociaal Rechercheur (schaal 9) behoren, zonder uitzondering uitvoeren. Weliswaar is er een prioriteitverschil – de rechercheur werkt van prioriteit 1 naar 3 en de medewerker van prioriteit 4 naar 6 – maar in de praktijk blijkt dat niet volgens de gestelde regels te verlopen. advies: De Commissie constateert dat de functiebeschrijving, waartegen de bezwaren zich richten dateren van 1993. Aangezien het niet mogelijk is om bezwaar aan te tekenen tegen een besluit uit 1993 – immers, de termijn om bezwaar te maken tegen een verkregen besluit bedraagt zes weken – moet de Commissie constateren dat de bezwaarschriften niet-ontvankelijk zijn. conclusie: Bezwaren niet-ontvankelijk.
VI. Slotbeschouwing. Ook dit jaar heeft de Commissie kunnen constateren dat de gewijzigde aanpak bij de behandeling van bezwaarschriften ertoe leidt dat de hoorzittingen efficiënt verlopen. De medewerking van de personeelsafdelingen is goed en de heldere schriftelijke reacties op de bezwaarschriften zorgen mede voor een snel verloop van de hoorzitting. De Commissie heeft in het jaar 2001 aanmerkelijk minder bezwaarschriften behandeld dan vorig jaar. De oorzaak van dit wat beperktere aantal bezwaarschriften is niet duidelijk aan te geven, omdat het aantal te behandelen zaken vaak afhankelijk is van toevallige omstandigheden. Ook dit jaar is eens te meer gebleken dat het heel belangrijk is om zaken goed en zorgvuldig op papier te zetten, zodat naderhand bij geschillen de intenties van partijen duidelijk op papier staan. De Commissie constateert bovendien dat zij ook dit jaar weer heel plezierig heeft samengewerkt met het secretariaat van de bezwarencommissie. De afwikkeling van de zaken en de notulering zijn, zoals altijd, zorgvuldig en snel verlopen.
Jaarverslag 2001 Bezwarencommissie Rechtspositie