Bijzondere bijstand
Coevorden 2011
Inhoudsopgave Pagina
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
Alternatieve geneeswijzen Babyuitzet Begrafenis en crematiekosten Bewassingskosten/slijtage Bril en lenzen Curatele en Mentorschap Dieetkosten Duurzame gebruiksgoederen Eigen bijdrage Wmo/AWBZ Gehoorapparaat en batterijen Inkomensbeheer/budgetbeheer Kinderopvang Kosten verhuizing Kraamhulp Leges voor aanvraag/verlenging verblijfsvergunning Maaltijdvoorziening Medicijnkosten Onderbewindstelling Orthopedisch schoeisel Overbruggingstoeslag Pedicurebehandeling Personenalarmering Peuterspeelzaal Prothese BH/ -badpak Psychotherapie Rechtshulp en griffierechten Reiskosten Steunzolen en extra stevig schoeisel Stookkosten Tandartskosten Toeslag jongeren van 18 tot 21 jaar Toeslag voormalige alleenstaande ouders WSNP Woonkostentoeslag
6 6 7 7 8 8 9 9 10 10 11 12 12 13 13 14 14 15 15 16 16 16 17 17 18 18 18 20 20 21 22 22 23 24
2
§ 1 - De beoordeling van een aanvraag 1.1 Inleiding Hierna wordt een aantal algemene regels gegeven voor de beoordeling van een aanvraag voor bijzondere bijstand. Deze algemene regels gaan over de ingangsdatum, draagkracht, vermogen en voorliggende voorzieningen. Deze regels gelden voor alle kostensoorten, tenzij anders is aangegeven. Voor het afhandelen van een aanvraag dienen een aantal stappen in een bepaalde volgorde te worden gevolgd. Bij het verstrekken van bijzondere bijstand geldt het individualiseringsprincipe, dit betekent dat er altijd gekeken wordt naar de specifieke situatie van de aanvrager. Deze beleidsregels geven een duidelijke richtlijn voor de afhandeling van aanvragen voor bijzondere bijstand. 1.2
Stappenplan
1. Voorliggende voorziening Is er een voorliggende, toereikende en passende voorziening? Als dat het geval is, dan moet de aanvraag worden afgewezen op grond van artikel 15 WWB. Als de voorliggende voorziening niet geheel toereikend is, dan dienen de vier vragen van de Centrale Raad van Beroep te worden beantwoord. De vraag of er sprake is van een voorliggende voorziening is de eerste vraag die dient te worden beantwoord. Daarna volgt de vraag of er sprake is van bijzondere noodzakelijke kosten. De aanvullende zorgverzekering kan alleen als voorliggende voorziening worden aangemerkt als deze daadwerkelijk is afgesloten. Kosten die niet worden vergoed door de basisverzekering hoeven ook niet te worden vergoed via bijzondere bijstand omdat er door de wetgever een bewuste keuze is gemaakt om die kosten niet te vergoeden via de zorgverzekering. Dit is anders wanneer er wegens budgettaire redenen geen vergoeding meer mogelijk is via de zorgverzekering. Dan wordt het verstrekken van bijzondere bijstand overwogen. 2. Draagkracht Het draagkrachtpercentage wordt vastgesteld op 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Het gaat om de bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag. Al het inkomen dat boven dit percentage komt, wordt als draagkracht aangemerkt. Als de kosten hoger zijn dan de draagkracht komt het meerdere voor bijzondere bijstand in aanmerking. Als bijvoorbeeld de draagkracht per maand € 20,- is en de kosten per maand bedragen € 30,- dan bestaat er recht op € 10,- per maand bijzondere bijstand voor periodieke kosten. Als het om incidentele kosten gaat wordt de draagkracht per jaar bepaald en als de kosten hoger zijn wordt voor het verschil bijzondere bijstand toegekend. Voor 65+ers wordt eenmaal de draagkracht vastgesteld, na elke drie jaar vindt er een heronderzoek plaats. Indien de aanvrager buiten deze doelgroepen valt, wordt de draagkracht vastgesteld waarna elk jaar een heronderzoek plaatsvindt. Op de algemene regel van 110% het hanteren van een draagkrachtpercentage bestaan voor de kosten inkomensbeheer, beschermingsbewind, woonkostentoeslag en bijzondere bijstand voor levensonderhoud uitzonderingen. Voor deze kostensoorten wordt een draagkrachtpercentage van 100% gehanteerd. Dit wordt per kostensoort nogmaals aangegeven. 3. De vier vragen van de Centrale Raad van Beroep De vier vragen volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep zijn als volgt: 1) Doen de kosten zich voor? 2) Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk? 3) Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden? 4) Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige middelen? 1) De kosten moeten daadwerkelijk zijn gemaakt. Als de kosten reeds voldaan zijn is er in beginsel geen plaats voor bijzondere bijstandsverlening. Uiteraard kunnen hier uitzonderingen
3
op bestaan. Of er sprake is van van een uitzondering wordt met behulp van jurisprudentie individueel beoordeeld. 2) Er is geen noodzaak aanwezig als er sprake is van een goedkopere adequate voorziening en/of als de kosten voorkomen konden worden en/of als er een alternatief aanwezig is. Dit is geen limitatieve opsomming maar slechts een een aantal voorbeelden voor het vaststellen van de noodzaak. 3) Niet de eisen van de samenleving in relatie tot de aard van de kosten zijn bepalend, maar de omstandigheden in het individuele geval. In verband hiermee is het niet mogelijk om bijzondere bijstand te weigeren voor kosten die naar de eisen van de samenleving in het algemeen niet als noodzakelijk worden beschouwd. Het is alleen van belang of zich in het concrete geval bijzondere omstandigheden voordoen die de kosten noodzakelijk maken. Zo ja, dan bestaat er mogelijk recht op bijzondere bijstand. Hier rijst ook de vraag of belanghebbende heeft kunnen reserveren voor de kosten of een lening had kunnen afsluiten. 4) Hier rijst de vraag of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, uit het vermogen en uit het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Bij deze vraag wordt het vermogen in de beoordeling betrokken. Het vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Er is voor gekozen om hier twee uitzonderingen op te laten bestaan: a. Voor de kosten van inkomensbeheer kan het gehele vermogen worden aangesproken en geldt dus niet de vrijlating uit artikel 34 WWB. b. Ditzelfde geldt voor beschermingsbewind. 4. Ingangsdatum Volgens vaste jurisprudentie van de CRvB vloeit uit artikel 44 lid 1 WWB voort dat in beginsel geen plaats is voor bijstandsverlening voor kosten waarin ten tijde van de aanvraag reeds is voorzien. Dit geldt niet voor situaties waarin de kosten wel zijn gemaakt maar nog niet daadwerkelijk zijn voldaan. In het geval dat de kosten al zijn voldaan kunnen alleen incidentele kosten worden vergoed met terugwerkende kracht tot een half jaar. Voor periodieke kosten geldt niet dat zij met terugwerkende kracht vergoed kunnen worden. De eerste vergoeding vindt plaats vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand is gedaan. Belanghebbende heeft een aantoonplicht en zal bewijsstukken van de gemaakte kosten moeten inleveren. Dit kan bijvoorbeeld door middel van kopieën van nota’s. Bij elke kostensoort zal apart worden aangegeven welke bewijsstukken ingediend moeten worden als dit afwijkt van de algemene regeling. 5. Bewijsstukken Er is onderscheid te maken tussen cliënten die een bijstandsuitkering ontvangen en cliënten die geen bijstandsuitkering ontvangen, maar wel een inkomen rond het sociaal minimum hebben. Voor cliënten met een bijstandsuitkering geldt dat zij alleen een bewijs van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd hoeven in te leveren. Voor cliënten die wel tot de doelgroep behoren, maar die geen uitkering ontvangen geldt dat zij de volgende bewijsstukken bij de aanvragen dienen in te leveren: • Bank- of giroafschriften van drie maanden voorafgaand aan de aanvraag. • Een opgave van de maandelijkse inkomsten. • Bewijs van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd. Is voor cliënten die geen bijstandsuitkering ontvangen de draagkracht in de betreffende periode reeds vastgesteld, dan is het aanleveren van een bewijs van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd in beginsel voldoende.
4
§ 2 – Overgangsregeling Deze beleidsregels gaan in op 1 oktober 2011. Alle aanvragen die na deze datum zijn ingediend zullen met inachtneming van deze beleidsregels worden behandeld. Mensen die een beschikking hebben gekregen die voor deze datum ligt en die een toekenning hebben gehad voor een langere periode die de datum van 1 oktober 2011 voorbij gaat, krijgen geen nieuw besluit maar blijven vallen onder de oude regeling. Besluiten die genomen zijn voor 1 oktober 2011 behouden hun werking, ook als de rechtsgevolgen van het besluit de datum van 1 oktober 2011 overschrijden.
§ 3 – Vermogen Voor de vaststelling van het vermogen wordt aangesloten bij de vermogensvrijlating bij de toekenning van algemene bijstand zoals bepaald in artikel 34 WWB. De vrijlating van de waarde van een auto bedraagt € 5.000 -. Om de waarde te bepalen wordt verwezen naar de website van de ANWB.
§ 4 - Hardheidsclausule In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente.
§ 5 – Intrekken huidige beleid De beleidsregels zoals door het college vastgesteld in 2003 worden per 1 oktober 2011 ingetrokken.
5
§ 6 - De kosten 1.
Alternatieve geneeswijzen
Algemeen Het gaat hier om alternatieve geneeswijzen zijn geneeskundige methoden, die zich buiten de universiteiten en universitaire programma’s hebben ontwikkeld. Vergoeding bijzondere bijstand Vergoeding via bijzondere bijstand is NIET mogelijk. De kosten van alternatieve geneeswijzen worden in de Zvw en de AWBZ niet als noodzakelijk beschouwd. Daarom bestaat er voor deze kosten geen recht op bijstand. Alleen wanneer er sprake is van dringende redenen in de vorm van een acute noodsituatie kan bijstand worden verleend. (o.a. CRvB: 21-07-2009, nr. 06/6938) Voorliggende voorzieningen De basisverzekering is voorliggend en wordt toereikend geacht. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
2.
Babyuitzet
Algemeen Het gaat hier om alle benodigdheden die noodzakelijk zijn voor de komst van een baby. Hieronder valt niet de inrichting van de babykamer, zoals het bed, matras en commode. Vergoeding bijzondere bijstand Vergoeding via bijzondere bijstand is in beginsel niet mogelijk. De kosten van een babyuitzet behoren tot de incidenteel voorkomende, algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kunnen worden voldaan uit een inkomen ter hoogte van de toepasselijke uitkering algemene bijstand, door middel van reservering, dan wel gespreide betaling achteraf. In een uitzonderingssituatie kan er sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Dit is het geval wanneer reserveringsruimte langdurig ontbreekt, in dat geval kan bijzondere bijstand om niet verstrekt worden. De CRvB maakt onderscheid tussen duurzame goederen en niet duurzame goederen. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor er toch bijzondere bijstand verleend wordt, wordt de hoogte van de bijzondere bijstand bepaald aan de hand van de NIBUD-norm voor het basispakket voor een baby-uitzet. Hierop wordt het bedrag van de babykamer in mindering gebracht.
6
3.
Begrafenis en crematiekosten
Algemeen Het gaat hier om alle kosten die verband houden met de begrafenis of crematie van een overledene, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn. Vergoeding bijzondere bijstand Bijzondere bijstand voor deze kosten is mogelijk. De kosten van een begrafenis of van een crematie behoren tot de passiva (schulden) van de nalatenschap en komen voor rekening van de erfgenamen. Deze kunnen ieder voor zich en op persoonlijke titel bijzondere bijstand aanvragen, voor zover hun erfdeel niet toereikend is en het hen aan middelen ontbreekt om hun aandeel in deze kosten te kunnen voldoen. Voorliggende voorzieningen Uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering of het nalatenschap van de overledene. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden Er zijn richtbedragen vastgesteld: € 5.000,- voor een begrafenis en € 3.000,- voor een crematie. Indien de kosten onder de maximale vergoeding vallen dan wordt er een onderzoek naar de nota verricht en wordt er alleen bijzondere bijstand verleend voor de daadwerkelijk gemaakte kosten. Indien deze richtbedragen worden overschreden wordt nagegaan in hoeverre de extra kosten reëel zijn.
4.
Bewassingskosten/slijtage
Algemeen De extra kosten voor het wassen van kleding en beddengoed bij een bepaalde ziekte of handicap. Meegerekend zijn de kosten voor elektriciteit, water, waspoeder en afschrijving en onderhoud van de wasmachine. Slijtagekosten zijn de extra kosten die ontstaan door het extra wassen van de kleding. Vergoeding bijzondere bijstand Bijzondere bijstand is mogelijk voor de extra kosten van de was. Ook voor slijtagekosten is bijzondere bijstand mogelijk na advies van het adviesorgaan. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
7
5.
Bril en contactlenzen
Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van een montuur, brillenglazen of contactlenzen. Vergoeding bijzondere bijstand Deze kosten komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voorliggende voorzieningen De AWBZ en Zvw vergoeden in het algemeen alle noodzakelijke kosten die verband houden met medische of paramedische behandeling. Beide regelingen gelden samen in het kader van de WWB als een voorliggende voorziening die passend en toereikend is. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
6.
Curatele en Mentorschap
Algemeen De ondercuratelestelling heeft veel overeenkomsten met de onderbewindstelling, maar de curator heeft een breder takenpakket dan de bewindvoerder. Zo kan de curatele zich ook uitstrekken over immateriële belangen van de curandus. Een meerderjarige kan door de rechtbank onder curatele worden gesteld, indien hij wegens een geestelijke stoornis, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Tevens is curatele mogelijk in geval van verkwisting en in het geval van drankmisbruik dat leidt tot het niet behoorlijk waarnemen van belangen, het herhaaldelijk in het openbaar aanstoot geven of het in gevaar brengen van de eigen veiligheid of de veiligheid van anderen. Vergoeding bijzondere bijstand In het algemeen geldt de 5%-regel uit artikel 1:447 BW. In de praktijk wordt door kantonrechters en bewindvoerder de 5%-regel als 'achterhaald' beschouwd, zodat doorgaans een beloning conform de Aanbevelingen verschuldigd is. De Aanbevelingen komen echter nadrukkelijk niet automatisch in plaats van de 5%-regel. Daarvoor zou immers een wetswijziging nodig zijn. De tarieven van de Aanbevelingen gelden alleen indien de kantonrechter een beschikking heeft afgeven waaruit zulks blijkt. Het is echter niet vereist dat de kantonrechter voor elke ondercuratelestelling of mentorschap afzonderlijk het salaris afwijkend vaststelt. Ook een goedkeuring van de door de bewindvoerder gehanteerde tarieven ten aanzien van alle cliënten van een curator of mentor moet worden beschouwd als de kosten anders vaststellen als bedoeld in artikel 1:447 lid 1 BW. De noodzaak staat in beginsel vast indien de rechter de ondercuratelestelling heeft uitgesproken. Voorliggende voorzieningen n.v.t.
8
Bewijsstukken • •
De beschikking van de rechtbank waarin de ondercuratelestelling is uitgesproken. De goedkeuring van de kantonrechter bij afwijkende tarieven. Dit kan in de uitspraak van de ondercuratelestelling worden vastgelegd maar ook apart.
Bijzonderheden n.v.t.
7.
Dieetkosten
Algemeen Het gaat om de meerkosten die ontstaan door het volgen van een medisch noodzakelijk dieet. Er dient sprake te zijn van meerkosten ten opzicht van normale voeding. Het feit dat een dieet door een diëtiste is opgesteld maakt nog niet dat een dieet medisch noodzakelijk is. Vergoeding bijzondere bijstand Bijzondere bijstand kan verstrekt worden voor de meerkosten. Voorliggende voorzieningen Als het gaat om dieetpreparaten is de Regeling Zorgverzekering een voorliggende voorziening. Bewijsstukken • Verklaring van een arts en nota’s met een overzicht van de kosten. Bijzonderheden Extra kosten voor het dieet kunnen vergoed worden na een verklaring van een arts of na een advies van het adviesorgaan. Alleen de meerkosten komen voor vergoeding in aanmerking. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald aan de hand van de richtprijzen voor de meerkosten van dieetvoeding die zijn opgenomen in de NIBUD prijzengids.
8.
Duurzame gebruiksgoederen
Algemeen De algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan dienen in beginsel te worden bestreden uit de eigen middelen (bijstandsuitkering en het aanwezige vermogen). Dit geldt ook voor de noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen, zoals een wasmachine, meubels en inrichtingskosten. Vergoeding bijzondere bijstand Verzoeken om een geldlening kennen de volgende toetsstenen die allemaal bevestigd dienen te worden beantwoord: • • • • •
Behoren de kosten van het duurzame gebruiksgoed tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan? Is de aanschaf van het goed noodzakelijk? Past de hoogte van de geldlening bij het benodigde bedrag? Is de uitgave onvoorzien zodat er niet voor gereserveerd had kunnen worden? Is er geen besef van verantwoordelijkheid voor de eigen bestaansvoorziening
9
•
getoond? Bestaat er geen recht op de langdurigheidstoeslag?
Voorliggende voorzieningen Bijzondere bijstandsaanvragen voor bovengenoemde kosten dan wel aanvragen om geldleningen dienen in beginsel te worden doorverwezen naar de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) of naar een commerciële bank. Indien vooraf duidelijk is dat de GKB geen lening zal verstrekken hoeft er geen verwijzing plaats te vinden. Bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze geldlening voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen is mogelijk in geval de GKB niet in een lening kan voorzien. Dit moet blijken uit een brief van de GKB, waarin de reden van de afwijzing staat vermeld. Bewijsstukken • Nota’s. • Afwijzingsbrief GKB of commerciele bank. Bijzonderheden Het aflossingsbedrag wordt vastgesteld op 10% van de toepasselijke bijstandsnorm.
9.
Eigen bijdrage Wmo/AWBZ
Algemeen Het gaat hierbij om de eigen bijdrage die het CAK oplegt voor voorzieningen die zijn verstrekt op basis van de Wmo en/of de AWBZ. Vergoeding bijzondere bijstand De eigen bijdrage komt voor vergoeding in aanmerking. Voorliggende voorzieningen Indien er gebruikt wordt gemaakt van de Collectieve Zorgverzekering voor Minima is dit een voorliggende voorziening. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden n.v.t.
10. Gehoorapparaat en batterijen Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van een gehoorapparaat en batterijen. Vergoeding bijzondere bijstand Deze kosten komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voorliggende voorzieningen De AWBZ en Zvw vergoeden in het algemeen alle noodzakelijke kosten die verband houden met medische of paramedische behandeling. Beide regelingen gelden samen in het kader van de WWB als een voorliggende voorziening die passend en toereikend is.
10
Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
11.
Inkomensbeheer/budgetbeheer
Algemeen Er zijn verschillende vormen van bewindvoering, daarnaast wordt de bewindvoerder in verschillende procedures genoemd. Onderscheiden dienen te worden de volgende begrippen: WSNP, inkomensbeheer, onderbewindstelling, curatele en mentorschap. Deze begrippen worden in deze notitie per onderdeel beschreven. De begrippen inkomensbeheer en budgetbeheer worden nogal eens door elkaar gebruikt maar betekenen hetzelfde. De bewindvoerder beheert het budget en zorgt ervoor dat de maandelijkse betalingen worden gedaan, dus eigenlijk een vaste lastenservice. Als iemand tot de WSNP is toegelaten dan wordt een bewindvoerder benoemd door de rechter. Deze bewindvoerder houdt toezicht op het budget. Daarnaast is het mogelijk om het budget in beheer te hebben bij een andere bewindvoerder. De gemeente Coevorden voert alleen inkomensbeheer uit voor mensen die schulden hebben en die leerbaar zijn. Voor mensen die geen schulden hebben geldt dat zij aangewezen zijn op externe bureaus om voor inkomensbeheer in aanmerking te komen. Per maand zijn hier kosten voor verschuldigd. Om hiervoor in aanmerking te komen gelden strenge en bijzondere voorwaarden. Vergoeding bijzondere bijstand Er wordt geen bijzondere bijstand toegekend voor inkomensbeheer tenzij aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: • De sectie schuldhulpverlening Coevorden oordeelt dat inkomensbeheer noodzakelijk is. Hiertoe wordt schriftelijk een advies opgesteld. De aanvraag van dit advies dient door de behandelaar van de aanvraag bijzondere bijstand te worden verstuurd naar de WMO-mailbox. Het e-mailadres is:
[email protected] en is ook te vinden via de adressenlijst; • er is een inkomen op bijstandsniveau; • er gekozen is voor de goedkoopste oplossing (als een vaste lasten service voldoende is dan wordt er niet betaald voor volledig inkomensbeheer); • een aanvraag van het advies dient door de behandelaar van de aanvraag bijzondere bijstand te worden verstuurd naar de WMO mailbox. Voorliggende voorzieningen Er zijn geen voorliggende voorzieningen aanwezig. Dat de sectie schuldhulpverlening in Coevorden in sommige gevallen wel inkomensbeheer verzorgen kan niet worden aangemerkt als een voorliggende voorziening. Hier dient op de tweede vraag van de Centrale Raad van Beroep ontkennend te worden geantwoord. Er is namelijk een adequate goedkopere voorziening en daarom kan de noodzaak niet worden vastgesteld. Bewijsstukken • Nota’s van de bewindvoerder. • Advies sectie Schuldhulpverlening gemeente Coevorden. Bijzonderheden Langdurigheidstoeslag en spaargeld dienen tevens te worden aangewend voor de kosten
11
van inkomensbeheer.
12. Kinderopvang Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van kinderopvang. Vergoeding bijzondere bijstand Het college stelt bij besluit vast of er sprake is van een sociaal medische indicatie voor de kinderopvang. Hierbij wordt advies ingewonnen bij een onafhankelijke organisatie. Het college stelt de geldigheidsduur van de indicatie vast. Ieder half jaar vindt een herindicatie plaats. Tevens stelt het college de omvang van de noodzakelijke kinderopvang vast. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de regeling: 1. 2. 3. 4.
De aanvrager is inwoner van de gemeente Coevorden en ouder/verzorger van een of meer kinderen; de aanvrager mag niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de belastingdienst voor kosten van kinderopvang; er dient een actuele indicatie (niet ouder dan 3 maanden) aanwezig te zijn; er kan maximaal 1 jaar gebruik worden gemaakt van deze regeling. Daarna wordt opnieuw een sociaal-medische indicatie gevraagd.
Het kind wordt geplaatst in een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang via een gastouderbureau. De ouder is vrij in de keuze van de vorm van de kinderopvang en van de locatie. De enige voorwaarde is dat de exploitant is opgenomen in het landelijk register kinderopvang. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden n.v.t.
13. Kosten verhuizing Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van een medisch of sociaal noodzakelijke verhuizing die onvoorzien was. Het gaat om de kosten van de verhuizing en niet om inrichtingskosten. Voor de beleidsregels over inrichtingskosten wordt er verwezen naar punt 8. Vergoeding bijzondere bijstand Bijzondere bijstand voor de kosten van een verhuizing is mogelijk. De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt. Er dient sprake te zijn van een plotselinge noodzaak. Voorliggende voorzieningen De verhuiskostenvergoeding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
12
Bewijsstukken Nota’s van de verhuizing. Bijzonderheden n.v.t.
14. Kraamhulp Algemeen Het gaat hierbij om de eigen bijdrage voor de kraamhulp. Vergoeding bijzondere bijstand Vergoeding via bijzondere bijstand is mogelijk. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden n.v.t.
15. Leges voor aanvraag/verlenging verblijfsvergunning Algemeen Het gaat hierbij om de legeskosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning. Vergoeding bijzondere bijstand De legeskosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Voor deze kosten wordt men geacht te reserveren of een lening af te sluiten. Wanneer men niet in staat is geweest te reserveren voor deze kosten dan wel geen lening kan afsluiten, kan bijzondere bijstand worden verstrekt (CRvB 24-01-2006, nr. 04/6902NABW). De kosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning voor erkende vluchtelingen en statenlozen behoren wel tot de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor bijzondere bijstand kan worden verleend. De bijzondere bijstand kan worden verleend onder aftrek van de kosten van een identiteitskaart. De kosten die gemaakt worden voor een vergunning tot verblijf bij de partner voor iemand die geen recht heeft op bijstand behoren ook niet tot de noodzakelijke kosten van bestaan van de partner. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s
13
Bijzonderheden n.v.t.
16. Maaltijdvoorziening Algemeen Het gaat hierbij om de meerkosten van het laten verzorgen en bezorgen van de maaltijd ten opzichte van het bereiden van de eigen maaltijd. Vergoeding bijzondere bijstand Vergoeding via bijzondere bijstand is mogelijk voor de meerkosten. Er dient een indicatie te zijn van een WMO-consulent of van het adviesorgaan. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden De kosten per maaltijd worden vergoed onder aftrek van de kosten van een zelfbereide warme maaltijd. Hierbij wordt de norm van de NIBUD-prijzengids gehanteerd.
17. Medicijnkosten Algemeen Het gaat hierbij om geneesmiddelen in verband met ziekte en zelfzorgmiddelen. Vergoeding bijzondere bijstand Deze kosten komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voorliggende voorzieningen De AWBZ en Zvw vergoeden in het algemeen alle noodzakelijke kosten die verband houden met medische of paramedische behandeling. Beide regelingen gelden samen in het kader van de WWB als een voorliggende voorziening die passend en toereikend is. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
14
18. Onderbewindstelling Algemeen De onderbewindstelling is geregeld in het Burgerlijk Wetboek vanaf artikel 431 van boek 1. Dit is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn hun financiële belangen te behartigen. De betrokkene mag niet meer zelfstandig beslissen over de goederen die onder bewind staan, dat doet de bewindvoerder. Ook beschermt de bewindvoerder het vermogen van betrokkene. Deze onderbewindstelling wordt uitgesproken door de rechtbank. Vergoeding bijzondere bijstand Er kan bijzondere bijstand worden verleend voor onderbewindstelling indien de tarieven zijn goedgekeurd door de rechter. Dit kan door dit te benoemen in de uitspraak van de onderbewindstelling of door een machtiging of goedkeuring achteraf. De 5%-regel wordt ook hier gehandhaafd. Voor een beschrijving daarvan wordt verwezen naar punt 6. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken • Nota’s van de bewindvoerder. • Bij afwijkende tarieven (dat wil zeggen een ander tarief dan de 5%-regel) dient er een goedkeuring te kunnen worden overgelegd van de kantonrechter over de tarieven. Dit kan zowel in de beschikking waarin de onderbewindstelling wordt ingeroepen als in een afzonderlijke goedkeuring. • Beschikking van de rechtbank. Bijzonderheden Er wordt bij de vermogenstoets één maand de van toepassing zijnde norm vrijgelaten. De norm is zonder vakantietoeslag.
19. Orthopedisch schoeisel Algemeen Het gaat hierbij om de eigen bijdrage voor orthopedisch schoeisel. Vergoeding bijzondere bijstand Voor de eigen bijdrage is bijzondere bijstand niet mogelijk. Aan de eigen bijdrage voor orthopedische schoenen ligt het besparingsmotief ten grondslag. Immers, iedereen zal regelmatig schoenen moeten aanschaffen. Het wordt daarom redelijk geacht dat ook verzekerden die aangewezen zijn op orthopedische schoenen, een vergelijkbaar bedrag in de aanschaffingskosten van deze schoenen betalen Voorliggende voorzieningen De Zvw en de AWBZ. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
15
20. Overbruggingstoeslag Algemeen Mensen die eerst afhankelijk zijn geweest van zak- en kleedgeld zijn gewend om vooraf geld te ontvangen. De uitkering wordt altijd achteraf verstrekt en daarom is er een maand te overbruggen om te kunnen voorzien in levensonderhoud. Indien deze toeslag niet wordt verstrekt ontstaan er betalingsachterstanden. Vergoeding bijzondere bijstand De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt de van toepassing zijnde bijstandsnorm van 1 maand zonder vakantietoeslag. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden n.v.t.
21. Pedicurebehandeling Algemeen Het gaat hierbij om een pedicurebehandeling voor mensen die geen vergoeding kunnen krijgen van hun zorgverzekeraar of op grond van de AWBZ. Mensen met reuma of diabetes krijgen een maximale vergoeding per jaar vanuit de zorgverzekering. Vergoeding bijzondere bijstand Er kan voor anderen dan mensen met reuma of diabetes 6 keer per jaar een vergoeding worden verstrekt. De noodzaak dient te worden vastgesteld door de huisarts. Voorliggende voorzieningen De zorgverzekeringswet en de AWBZ. Bewijsstukken Verklaring van de huisarts dat de medische noodzaak vaststaat. Bijzonderheden n.v.t.
22. Personenalarmering Algemeen Het gaat hierbij om de abonnementskosten voor het personenalarm. Het personenalarmeringskastje wordt vergoed via de zorgverzekeringswet. Vergoeding bijzondere bijstand Indien de noodzaak is vastgesteld kan er bijzondere bijstand worden verstrekt voor de abonnementskosten.
16
Bewijsstukken Verklaring van de huisarts dat de medische noodzaak vaststaat. Bijzonderheden n.v.t.
23. Peuterspeelzaal Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van de eigen bijdrage voor de peuterspeelzaal. Vergoeding bijzondere bijstand Er is bijzondere bijstand mogelijk voor maximaal 2 dagdelen per week. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden n.v.t.
24. Prothese BH/ -badpak Algemeen Kleding hoort tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan waar in beginsel geen bijzondere bijstand voor wordt vergoed. In sommige gevallen bestaat er een noodzaak voor een prothese BH of een prothese badpak. Vergoeding bijzondere bijstand De meerkosten worden vergoed onder aftrek van de normale kosten voor een BH of badpak. Voor deze kosten wordt verwezen naar de NIBUD-normen. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden Er kan per jaar maximaal twee keer een vergoeding worden verstrekt voor een prothese BH. Voor een badpak kan maximaal 1 keer per jaar een vergoeding worden verstrekt. De NIBUD-normen verschillen per maat. Er wordt niet gevraagd om welke maat prothese-BH het gaat, de kosten voor de grootste maat worden vergoed.
17
25. Psychotherapie Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van psychotherapie. Dit is een vorm van behandeling door een psychotherapeut. Psychotherapie houdt zich bezig met psychosociale problematieken en psychiatrische stoornissen. Vergoeding bijzondere bijstand Er wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor psychotherapie. De CRvB oordeelt dat voor de kosten van medische zorg de zorgverzekeringswet en de AWBZ in beginsel als aan de WWB voorliggende, toereikende en passende voorzieningen dienen te worden beschouwd. Psychotherapie behoort tot het zorgpakket van de basisverzekering waardoor artikel 15 lid 1 WWB aan de verlening van bijzondere bijstand in de weg staat. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
26. Rechtshulp en griffierechten Algemeen Het gaat hierbij om de eigen bijdrage voor de rechtshulp en griffierechten. Vergoeding bijzondere bijstand Vergoeding via bijzondere bijstand is mogelijk mits er sprake is van een toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand. Als er geen toevoeging is dan moet de noodzaak worden onderzocht. Voorliggende voorzieningen De Wet griffierechten in burgerlijke zaken (Wgbz) als het gaat om de mogelijkheid van indebet-stelling. Bewijsstukken • •
De toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand. Nota’s.
Bijzonderheden n.v.t.
27. Reiskosten Algemeen Er kunnen reiskosten bestaan voor rechtbankbezoeken, voor naar schoolgaande kinderen, ziekenhuisbezoeken en bijvoorbeeld voor bezoek aan familieleden. Reiskosten behoren in beginsel tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.
18
Vergoeding bijzondere bijstand Rechtbankbezoeken Er is bijzondere bijstand mogelijk voor reiskosten naar de rechtbank. Rechtbankbezoeken zijn geen regelmatig terugkerende bezoeken en kunnen daarom bijzondere noodzakelijke kosten zijn. Detentie Voor het bezoek van partner en minderjarige kinderen die in detentie verblijven kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de reiskosten. Er wordt uitgegaan van maximaal 1 bezoek per twee weken. Reiskosten voor schoolgaande kinderen Kinderen die nog geen 18 jaar zijn hebben geen recht op een OV-studentenkaart. Er is bijzondere bijstand mogelijk voor ouders van kinderen die met het openbaar vervoer moeten reizen naar school. Er dient te worden gekozen voor de dichtstbijzijnde school. Reiskosten omgangsregeling minderjarige kinderen in een pleeggezin of gezinsvervangend tehuis Er kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor reiskosten voor het bezoek aan minderjarige kinderen die in een pleeggezin of gezinsvervangend tehuis wonen. Daarbij wordt uitgegaan van de door Jeugdzorg vastgestelde bezoekfrequentie. De reiskosten worden vergoed na indiening van een periodiek overzicht/verklaring van Jeugdzorg met de bezoekdata aan het kind/de kinderen. Ziekenhuisbezoeken Er kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor reiskosten wanneer partner en/of minderjarige kinderen in het ziekenhuis zijn opgenomen. Daarbij wordt uitgegaan van maximaal 1 bezoek per dag. Bij levensbedreigende omstandigheden kan van een hogere bezoekfrequentie worden uitgegaan. Eigen vervoer: Een kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer. Openbaar vervoer: Een vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Voor alle kostensoorten geldt dat er geen vergoeding wordt verstrekt wanneer de enkele reisafstand minder dan 10 kilometer bedraagt. Voorliggende voorzieningen De zorgverzekeringswet is een voorliggende voorziening voor reiskosten naar bijvoorbeeld een specialist. Bewijsstukken Bij schoolgaande kinderen worden trein- of buskaartjes overlegd en bij bezoek aan een arts wordt een kopie van de afsprakenkaart ingeleverd. Er dient voor de overige kosten bewijs te worden ingediend van de gemaakte reis. Bijzonderheden Reiskosten voor kinderen jonger dan 18 jaar kunnen worden vergoed op voorwaarde dat er gekozen is voor de dichtstbijzijnde locatie.
19
28. Steunzolen en extra stevig schoeisel Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van steunzolen en extra stevig schoeisel. Vergoeding bijzondere bijstand Er geen is geen vergoeding mogelijk. Steunzolen worden niet vergoed op grond van de Zorgverzekeringswet. Het gemeente extra pakket vergoedt een bepaald bedrag per jaar, omdat dit niet in de basisverzekering zit, evenals steunkousen, wordt dit ook niet vergoed via bijzondere bijstand. Ook extra stevig schoeisel wordt niet vergoed omdat dit tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoort. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
29. Stookkosten Algemeen De kosten van extra energieverbruik behoren, indien de medische noodzaak is aangetoond, tot de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan. Een hogere temperatuur dan de normtemperatuur is slechts bij een zeer beperkt aantal (zeldzame) ziektebeelden noodzakelijk. Bij veel voorkomende gezondheidsproblemen als hartaandoeningen, CARA, vaat- en gewichtsproblemen bestaat geen medische noodzaak voor een verhoogde temperatuur in enige ruimte. Bij (zeldzame) temperatuurregulatiestoornissen (stoornis in de functie van bepaalde centra in de hersenen) of stofwisselingsstoornissen kunnen extra stookkosten soms wel geïndiceerd zijn. Ook personen die zichzelf niet kunnen voortbewegen c.q. geen spieractiviteit hebben kunnen een hoger omgevingstemperatuur nodig hebben (bijv. bij MS, ALS, paralyses e.d). Vergoeding bijzondere bijstand Het adviesorgaan geeft het extra verbruik aan. Aan de hand van dit meerverbruik en de prijs voor een m3 gas (te verkrijgen bij de energieleverancier) kunnen de meerkosten worden bepaald. De bijstand wordt voor de duur van één jaar vastgesteld. Bij elk heronderzoek dient de hoogte van het bedrag opnieuw te worden vastgesteld. Het MO-advies geeft de duur van de noodzaak aan en de termijn waarop eventueel de noodzaak opnieuw dient te worden vastgesteld. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken Advies van het adviesorgaan. Bijzonderheden Voorbeeld aanvraag bij het adviesorgaan ten aanzien van extra stookkosten: * Is er er sprake van extra kosten in verband met de opgegeven medische situatie?
20
* Om welke handicap gaat het? * Hoeveel m3 gas dient er op jaarbasis extra te worden verstookt op basis van de medische situatie? * Voor welke duur zijn de kosten aannemelijk (op welke termijn zijn er veranderingen in noodzaak te verwachten?)
30. Tandartskosten Algemeen Het gaat hierbij om alle soorten tandartskosten. Vergoeding bijzondere bijstand Gelet op de jurisprudentie van de CRvB geldt de Zorgverzekeringswet voor tandartskosten als een toereikende passende voorliggende voorziening en kan voor deze kosten in principe geen bijzondere bijstand worden verstrekt. Alleen wanneer er sprake is van zeer dringende redenen kan hiervan worden afgeweken. Deze dringende redenen moeten blijken uit een advies van het adviesorgaan om de noodzaak te bepalen. Op deze regel zijn een aantal uitzonderingen. Voor de volgende kosten wordt wel bijzondere bijstand verleend: - consulten; - vullingen; - trekken van tanden en kiezen; - eigen bijdrage kunstgebit. Voorliggende voorzieningen De zorgverzekeringswet wordt door de CRvB als toereikende en passende voorliggende voorziening beschouwd. Alleen bij dringende redenen kan hiervan worden afgeweken. Voor de kosten van een frameprothese hoeft geen bijstand worden verleend. De zorgverzekeringswet is een toereikende voorliggende voorziening (uitspraak d.d. 2-4-2002: nr. 99/4481 NABW). Bewijsstukken Nota’s. Bijzonderheden Er geldt altijd een individuele beoordeling.
31. Toeslag jongeren van 18 tot 21 jaar Algemeen Deze vorm van bijzondere bijstand is geregeld in de wet namelijk in artikel 12 van de WWB. Daarin worden de voorwaarden gegeven van de mogelijkheid voor bijzondere bijstand voor deze doelgroep. Vergoeding bijzondere bijstand Alvorens tot aanvullende bijstandsverlening over te gaan, dient eerst te worden nagegaan of de hogere bestaanskosten noodzakelijk zijn. Aangezien er in een thuiswonende situatie geen sprake kan zijn van hogere algemene bestaanskosten dan die waarin de basisnorm voorziet (zie hierboven), komt deze toets neer op het beantwoorden van de vraag of het zelfstandig wonen van de jongere noodzakelijk is. Zelfstandige huisvesting is in ieder geval
21
noodzakelijk als aan één van de voorwaarden wordt voldaan: • • •
•
De ouders van de belanghebbende zijn overleden of wonen in het buitenland; de belanghebbende is in het kader van de Wet op de Jeugdhulpverlening buiten het gezinsverband van zijn ouder(s) geplaatst; de onderlinge relatie is dusdanig verstoord dat niet verwacht mag worden dat de jongere bij zijn ouders blijft/gaat wonen. Dit kan worden onderbouwd met een indicatiestelling vergelijkbaar met een indicatie tot uithuisplaatsing van maatschappelijk werk of GGZ; de belanghebbende heeft de zorg over een of meer kinderen.
Op grond van bijzondere omstandigheden kan van bovenstaande worden afgeweken. Voordat tot bijzondere bijstandsverlening kan worden overgegaan, moet beoordeeld worden in hoeverre de ouder(s) in staat zijn en bereid zijn bij te dragen in de kosten van levensonderhoud. Indien de ouder(s) aangeven niet in staat of bereid te zijn bij te dragen in de kosten van levensonderhoud kan aanvullende bijzondere bijstand worden verstrekt. In het kader van de onderhoudsplicht van de ouder(s) wordt onderzoch in hoeverre de kosten van bijzondere bijstandsverlening op hen kunnen worden verhaald. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt vastgesteld aan de hand van de bijstandsnorm van een 21 jarige in een vergelijkbare situatie. Voor de alleenstaande jongere tot 21 jaar betekent dit dat de algemene bijstandsnorm via de bijzondere bijstandsverlening maximaal wordt aangevuld tot de algemene bijstandsnorm voor een alleenstaande van 21 jaar als bedoeld in artikel 21 WWB. Voor de alleenstaande ouder jonger dan 21 jaar, wordt de algemene bijstandsnorm maximaal aangevuld tot de landelijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 21 WWB, verhoogd met een eventuele toeslag die de alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder ontvangt op grond van de gemeentelijke verordening. Voorliggende voorzieningen Wettelijke onderhoudsplicht ouder(s). Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
32. Toeslag voormalige alleenstaande ouders Algemeen Het feit dat het jongste ten laste komende kind 18 jaar is geworden, is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid. Het is evenwel mogelijk dat de voormalig alleenstaande ouder meer tijd nodig heeft om het uitgavenpatroon aan te passen aan de teruggang van inkomen. Onder die omstandigheden moet het college bevoegd worden geacht om in voorkomende gevallen voor deze kosten bijzondere bijstand te verlenen.
22
Vergoeding bijzondere bijstand Per kwartaal wordt een kwart van het verschil tussen de norm van een alleenstaande en de norm van een alleenstaande ouder in mindering gebracht. Dus het eerste kwartaal bestaat recht op 75% van het verschil, het tweede kwartaal 50% van het verschil en het derde kwartaal 25% van het verschil. Voorliggende voorzieningen n.v.t. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
33. WSNP bewindvoerder Algemeen Als iemand tot de de WNSP is toegelaten wordt er een bewindvoerder benoemd door de rechtbank (faillissementsrechter). Deze bewindvoerder houdt toezicht op de naleving door de schuldenaar van diens verplichtingen die uit de schuldsanering voortvloeien. Daarnaast heeft hij tot taak het beheer en de vereffening van de boedel. Dit is geregeld in artikel 316 lid 1 van de Faillissementswet. Deze bewindvoerder zorgt er dus niet voor dat de schuldenaar leerbaar gemaakt wordt om in de toekomst zelf verantwoordelijk te kunnen zijn voor zijn vermogen. De bewindvoerder wordt als eerste voldaan uit de boedel van betrokkene. Voor zover het salaris uit de boedel kan worden betaald is in deze kosten voorzien en is er om die reden in beginsel geen aanleiding om bijzondere bijstand te verlenen voor deze kosten. Het kan echter voorkomen dat de rechtbank het salaris van de bewindvoerder hoger heeft vastgesteld dan het bedrag dat uit de boedel kan worden betaald. In dat geval mag de bewindvoerder het gedeelte van zijn salaris dat niet uit de boedel kan worden betaald niet bij belanghebbende in rekening brengen. Om die reden bestaat er in beginsel dan ook geen aanleiding om bijzondere bijstand te verlenen voor de kosten van het salaris van de bewindvoerder, voor zover dat niet uit de boedel kan worden betaald Vergoeding bijzondere bijstand Er wordt geen bijzondere bijstand verleend voor de kosten van de bewindvoerder in het kader van de WSNP. Voorliggende voorzieningen Als de bewindvoering geschied in het kader van de WSNP, dan geldt het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering als een voorliggende voorziening. Bewijsstukken n.v.t. Bijzonderheden n.v.t.
23
33. Woonkostentoeslag Algemeen Het gaat hierbij om de kosten van woonkostentoeslag. Het kan gaan om zowel een huurwoning als een koopwoning. Vergoeding bijzondere bijstand Periodieke woonkosten zijn in beginsel algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze woonkosten worden in beginsel geacht uit een inkomen ter hoogte van de norm betaald te kunnen worden. Indien deze kosten echter hoger zijn dan hetgeen aan woonkosten betaald kan worden uit de norm, kan de verlening van bijzondere bijstand voor de kosten aan de orde komen. Voor de hoogte van de vergoeding wordt verwezen naar de rekenmodellen voor de koopwoning en een huurwoning. Voorliggende voorzieningen Met betrekking tot periodieke woonkosten geldt de Wet op de huurtoeslag (WHT) als een voorliggende voorziening. Huurtoeslag kan worden verleend aan belanghebbende tot een bepaald inkomen en voor woningen tot een bepaald huurbedrag. Bewijsstukken Stukken waaruit blijkt hoe hoog de woonkosten zijn. Bijzonderheden Zie de rekenmodellen die bijgevoegd zijn. Voor de huurwoning wordt verwezen naar bijlage 1 en voor de koopwoning bijlage 2. Er dient een nadere verplichting te worden opgelegd zodra de huurgrens wordt overschreden. Binnen een jaar na aanvraag dient de aanvrager op zoek te gaan naar goedkoperen woonruimte. Na een jaar wordt getoetst of er voldoende inspanningen zijn verricht. Hierbij kan worden gedacht aan het inschrijven bij wooncorporaties en het te koop aanbieden van de koopwoning.
24
Bijlage 1 1. Bepaal de rekenhuur overeenkomstig de WHT Rekenhuur
€
2. Bereken de maximale woonkostentoeslag (volgens de WHT-systematiek) Deel huur dat volledig wordt gesubsidieerd - Woonkosten (zie stap 1)
€
- Kortingsgrens
€ 361,66
Laagste bedrag
€
Basishuur
€
-/-
bij negatief bedrag: € 0
€
A
Deel huur dat voor 75% wordt gesubsidieerd (alleen invullen bij rekenhuur > € 361,66) - Aftoppingsgrens
€
- Rekenhuur (zie stap 1)
€
Laagste bedrag
€
- Basishuur
€
- Kortingsgrens
€ 361,66
Hoogste bedrag
€
-/-
€ 0,75 €
bij negatief bedrag: € 0
x B
Deel huur dat voor 50% wordt gesubsidieerd Alleen als de rekenhuur boven de aftoppingsgrens ligt en: - aanvrager alleen woont, of - aanvrager of een van de medebewoners op de peildatum 65 jaar of ouder is, of - onder bepaalde voorwaarden als de woning is aangepast vanwege handicap aanvrager of medebewoner Rekenhuur (zie stap 1)
€
- Basishuur
€
- Aftoppingsgrens
€
Hoogste bedrag
€
-/-
€ 0,50
x
25
bij negatief bedrag: € 0
€
C
Maximale woonkostentoeslag = A + B + C (afronden op hele eurocenten)
€
D
3. Breng de ontvangen huurtoeslag in mindering Maximale woonkostentoeslag (D)
€
Ontvangen huurtoeslag
€
-/-
Subtotaal woonkostentoeslag
€
E
4. Tel hierbij de (eventuele) aanvullende woonkostentoeslag op (bij een huur boven de maximum huurgrens) Subtotaal woonkostentoeslag (E)
€
Aanvullende woonkostentoeslag
€
Totale woonkostentoeslag
€
+
Bedragen basishuur en aftoppingsgrens
Basishuur eenpersoons-/meerpersoonshuishouden
€ 212,24
eenpersoonsouderenhuishouden
€ 210,42
meerpersoonsouderenhuishouden
€ 208,61
Aftoppingsgrens kleine huishoudens (één en twee personen)
€ 517,64
grote huishoudens (drie en meer personen, inclusief kinderen)
€ 554,76
26
Bijlage 2 1. Bepaal de woonkosten die in aanmerking komen voor woonkostentoeslag De volgende woonkosten komen in aanmerking voor woonkostentoeslag: - Rente die verband houdt met de woning
€
- Zakelijke lasten in verband met het hebben van eigendom
€
- Een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor groot onderhoud (zie bedragen die zijn opgenomen in het overzicht van normen en bedragen)
€
Totale in aanmerking te nemen woonkosten
€
+
2. Bereken de maximale woonkostentoeslag (volgens de WHT-systematiek) Deel huur dat volledig wordt gesubsidieerd - In aanmerking te nemen woonkosten (zie stap 1)
€
- Kortingsgrens
€ 361,66
Laagste bedrag
€
Basishuur
€
-/-
bij negatief bedrag: € 0
€
A
Deel huur dat voor 75% wordt gesubsidieerd (Alleen invullen bij rekenhuur > € 361,66.) De maximale huurgrens die geldt voor jongeren <23 jaar is € 361,66, derhalve is dit onderdeel niet op hen van toepassing.) - Aftoppingsgrens
€
- In aanmerking te nemen woonkosten (zie stap 1)
€
Laagste bedrag
€
- Basishuur
€
- Kortingsgrens
€ 361,66
Hoogste bedrag
€
-/-
€ 0,75 bij negatief bedrag: € 0
€
x B
Deel huur dat voor 50% wordt gesubsidieerd Alleen als de rekenhuur boven de aftoppingsgrens ligt en: - aanvrager alleen woont, of - aanvrager of een van de medebewoners op de peildatum 65 jaar of ouder is, of - onder bepaalde voorwaarden als de woning is aangepast vanwege handicap aanvrager of medebewoner
27
In aanmerking te nemen woonkosten (zie stap 1)
€
- Basishuur
€
- Aftoppingsgrens
€
Hoogste bedrag
€
-/-
€ 0,50 bij negatief bedrag: € 0
€
Totale woonkostentoeslag = A + B + C (afronden op hele eurocenten)
€
x C
Bedragen basishuur en aftoppingsgrens
Basishuur eenpersoons-/meerpersoonshuishouden
€ 212,24
eenpersoonsouderenhuishouden
€ 210,42
meerpersoonsouderenhuishouden
€ 208,61
Aftoppingsgrens kleine huishoudens (één en twee personen)
€ 517,64
grote huishoudens (drie en meer personen, inclusief kinderen)
€ 554,76
28