Beleidsregels bijzondere bijstand
GEMEENTE WADDINXVEEN
BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND
1
Beleidsregels bijzondere bijstand
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet in lid 2 worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en Bijstand. 2. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. Aanvrager: degene die bijzondere bijstand aanvraagt; b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen; c. Medische kosten: alle kosten die medisch van aard zijn; d. Draagkrachtperiode: periode waarbinnen de draagkracht geldt; e. Inkomensafhankelijke voorzieningen: eigen bijdrage thuiszorg, ouderbijdrage LBIO en eigen bijdrage rechtsbijstand. f. Ouderen: mensen van 55 jaar of ouder. g. Draagkracht: het maximale bedrag dat de aanvrager zelf bij moet dragen aan de betaling van de kosten. Artikel 2 Moment aanvragen 1. Een aanvraag om bijzondere bijstand wordt ingediend voordat de kosten zijn gemaakt. Daarbij wordt aangetoond dat de kosten noodzakelijk zijn. 2. Indien de noodzakelijkheid niet vooraf kan worden aangetoond, kunnen aanvragen om bijzondere bijstand worden ingediend tot en met 1 jaar na het moment waarop de kosten zijn gemaakt. Artikel 3 Draagkracht 1. 2.
3.
4. 5.
6.
De draagkrachtperiode is gelijk aan een kalenderjaar. Tot de draagkracht wordt gerekend: a. Het vermogen boven de vermogensgrenzen bedoeld in artikel 34 Wwb b. 30% van het inkomen voor zover dit meer is dan 100% en minder dan 120% van de bijstandsnorm inclusief de gemeentelijke toeslag. c. 100% van het inkomen voor zover dit meer is dan 120% van de bijstandsnorm inclusief de gemeentelijke toeslag. In geval van een aanvraag voor de onderstaande vergoedingen wordt – in tegenstelling tot lid 2 sub b – 100% van het inkomen boven de bijstandsnorm inclusief de gemeentelijke toeslag tot de draagkracht gerekend: a. Woonkostentoeslag b. Toeslagen voor voormalig alleenstaande ouders; c. Bijstand voor 18- tot 21-jarigen, voor zover die de landelijke norm te boven gaat; d. Bijstand voor 18- tot 21-jarigen in een inrichting; e. Bijstand voor kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen; Bij een draagkracht minder dan € 25,- per jaar wordt geen draagkracht in mindering gebracht Bij het vaststellen van het vermogen kan bij ouderen een extra vrijlating worden toegepast van maximaal € 8.000,- per persoon indien zij aan kunnen tonen niet te beschikken over een adequate uitvaartverzekering, maar hiervoor op een aparte rekening reserveren. Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode sprake is van een inkomensstijging of daling, dan wordt de draagkracht niet gewijzigd. Een uitzondering is een substantiële wijziging van ten minste 25% van inkomen per maand.
2
Beleidsregels bijzondere bijstand Artikel 4 Wanneer medische keuring aanvragen 1. 2. 3.
Een medische keuring kan worden aangevraagd om de noodzakelijkheid van bepaalde kosten vast te stellen. Als de kosten van de voorziening minder bedragen dan € 225,00 kan volstaan worden met een verklaring van huisarts, tandarts of behandelend specialist. Indien geen bedrag kan worden aangegeven wordt een medisch advies opgevraagd.
Hoofdstuk 2 VERSTREKKINGEN
Artikel 5 Deelname collectieve zorgverzekering minima 1. 2. 3.
Bijzondere bijstand voor medische kosten wordt alleen verstrekt voor die bedragen waarvoor vanuit de gemeentelijke collectieve ziektekostenzorgverzekering een vergoeding wordt verstrekt. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van het vergoedingenniveau van de gemeentelijke collectieve zorgverzekering inclusief aanvullende verzekering. Indien aanvrager toestemming heeft gekregen om een andere ziektekostenverzekering af te sluiten, wordt uitgegaan van het vergoedingenniveau van die andere verzekering.
Artikel 6 Brillen 1. 2.
Kosten voor de aanschaf van een bril, glazen/lenzen en montuur worden slechts vergoed in bijzondere individuele situaties waarin de collectieve ziektekostenverzekering niet voorziet. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de goedkoopste passende oplossing.
Artikel 7 Uitvaartkosten 1.
2.
3. 4.
Indien de uitvaartkosten niet uit de nalatenschap voldaan kunnen worden en belanghebbende niet over toereikende middelen beschikt om (zijn aandeel in) de uitvaartkosten te voldoen bestaat er recht op bijzondere bijstand voor de noodzakelijke kosten. De volgende kosten kunnen daarbij als noodzakelijk worden aangemerkt: a. legeskosten overlijdensakte b. rouwkaarten c. werkzaamheden uitvaartverzorger d. eenvoudige kist of kosten voor crematie e. grafrechten (voor een algemeen graf, niet voor een graf in eigendom) f. rouwauto met maximaal 1 volgauto g. opbaren in rouwcentrum h. dragers i. eenvoudige grafzerk of urn Op de voor bijstand in aanmerking komende kosten wordt de (eventueel) aanwezige draagkracht in mindering gebracht. Bijzondere bijstand voor uitvaartkosten wordt om niet verstrekt.
Artikel 8 Bewindvoering 1.
Voor de kosten van bewindvoering is bijzondere bijstand mogelijk als de kantonrechter de bewindvoerder heeft benoemd. De onder bewind gestelde is dan wettelijk verplicht aan de bewindvoerder een vergoeding voor zijn werkzaamheden te betalen. 3
Beleidsregels bijzondere bijstand 2.
De hoogte van de bijstand is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten met een maximum op grond van de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek of de in plaats daarvan door de rechter in het concrete geval vastgestelde vergoeding.
Artikel 9 Rechtsbijstand 1. 2.
3.
De Wet op de rechtsbijstand (WRB), een rechtsbijstandsverzekering voor zover afgesloten en een advies van het Juridisch Loket worden als voorliggende voorziening beschouwd. De eigen bijdrage in het kader van de WRB alsmede verschuldigd griffierecht komen voor vergoeding middels bijzondere bijstand in aanmerking indien op grond van een toevoeging krachtens de WRB rechtsbijstand is/wordt verleend óf - indien een toevoeging van de WRB rechtsbijstand ontbreekt – door de aanvrager is aangetoond dat de kosten noodzakelijk zijn en voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Bijzondere bijstand voor rechtsbijstand wordt als lening verstrekt in die gevallen waarin een vergoeding van de proceskosten verwacht mag worden.
Artikel 10 Curatele voor zover opgelegd door rechtbank 1. 2. 3.
Er bestaat recht op bijzondere bijstand voor kosten van curatele die door de Kantonrechter afwijkend zijn vastgesteld van de hoofdregel van 5% van de netto opbrengst van de onder bewind staande goederen. Het bedrag waarop de Kantonrechter de beloning voor de curator heeft vastgesteld komt voor bijstandsverlening in aanmerking. De bijzondere bijstand voor kosten van curatele wordt om niet verleend.
Artikel 11 18, 19, 20 jarigen in inrichting verblijvend 1.
2.
Indien een persoon van 18, 19 of 20 jaar, in een inrichting verblijvend, hogere bestaanskosten heeft dan waarin wordt voorzien en deze kosten niet door de ouders betaald kunnen worden of redelijkerwijs niet van belanghebbende verwacht kan worden dat hij dit aan zijn ouders kan vragen, kan het college voor deze kosten bijzondere bijstand verlenen. Voor het toekennen van bijzondere bijstand wordt aansluiting gezocht bij de norm als bedoeld in artikel 23 WWB.
Artikel 12. Uit huis geplaatste kinderen 1. 2. 3.
Voor de ouderbijdrage van uit huis geplaatste kinderen kan in uitzonderlijke gevallen, waarbij de eerste LBIO-bijdrage aantoonbaar niet door aanvrager betaald kan worden, bijzondere bijstand verstrekt worden. Bijzondere bijstand wordt eenmalig verleend voor (de eigen bijdrage in) de onderhoudskosten van uit huis geplaatste kinderen als voor het bewuste kind AKW wordt ontvangen. De bijzondere bijstand wordt als lening verstrekt.
Artikel 13. Baby uitzet 1. 2. 3.
Indien aanvrager niet heeft kunnen reserveren en niet in aanmerking komt voor een lening bij een reguliere bank en/of de Stadsbank, kan bijzondere bijstand in de vorm van een lening verstrekt worden voor een babyuitzet. Aanvrager wordt geacht vanaf de vierde maand van de zwangerschap te reserveren voor de babyuitzet. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt aangesloten bij de NIBUDprijslijst.
4
Beleidsregels bijzondere bijstand Artikel 14. Voeding 1. 2. 3.
Bijzondere bijstand kan verstrekt worden voor de meerkosten van voeding. Voor het beoordelen van het recht op bijzondere bijstand wordt volstaan met een verklaring/advies van de thuiszorg of de huisarts of een nota van de instelling die de kosten maakt. Voor de hoogte van de vergoeding wordt aangesloten bij de NIBUD-prijslijst
Artikel 15 Stookkosten, bewassing en slijtage 1. 2.
Bijzondere bijstand kan verstrekt worden voor de kosten van stookkosten, bewassing- en slijtagekosten die hoger zijn dan algemeen gebruikelijk. Het betreft alleen die kosten die noodzakelijk zijn in specifieke individuele situaties van medische aard. In voorkomende gevallen wordt om de noodzaak vast te stellen een medisch advies opgevraagd.
Artikel 16 Reiskosten 1.
2. 3. 4. 5.
Bijzondere bijstand kan verstrekt worden voor noodzakelijk geachte reiskosten die gemaakt moeten worden om: a. zieken te bezoeken op hun verpleegadres (veelal ziekenhuis of verpleeginrichting)( 1x per week); b. uit huis geplaatste kinderen naar hun opvangadres te brengen; c. uit huis geplaatste kinderen te bezoeken op hun opvangadres (1 x per twee weken ). De hoogte van de bijstand wordt afgestemd op de goedkoopste vervoermogelijkheid. Op (medische) indicatie kan taxivervoer of eigen vervoer vergoed worden. Voor taxivervoer moet een nota overgelegd worden. Voor eigen vervoer geldt een vergoeding per gereden kilometer gekoppeld aan de vergoeding voor woon-werkverkeer van de belastingdienst.
Artikel 17 Voormalige eenoudergezinnen 1. 2.
Bijzondere bijstand kan gedurende een jaar verstrekt worden voor de voormalige alleenstaande ouder indien het jongste kind de leeftijd van 18 jaar bereikt en tot het huishouden blijft behoren. De hoogte van de toeslag wordt bepaald door de gezamenlijke inkomsten van de alleenstaande en het betreffende kind in mindering te brengen op de hoogte van de alleenstaande ouder norm inclusief de bijdrage kinderbijslag.
Artikel 18 Inrichtingskosten en incidentele woonlasten 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Indien een belanghebbende niet verwijtbaar beschikt over onvoldoende draagkracht voor de betaling van de eerste maandhuur, administratie kosten en inrichtingskosten en redelijkerwijze niet heeft kunnen reserveren voor deze kosten, kan bijzondere bijstand verstrekt worden. De bijzondere bijstand voor inrichtingskosten wordt in beginsel als geldlening verstrekt. Een lening bij de Stadsbank wordt in deze beschouwd als een voorliggende voorziening. Voor vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand kan het college gebruik maken van de normbedragen zoals door het NIBUD vastgelegd danwel uitgaan van het plaatselijke aanbod. Het college kan de aanvrager aanwijzingen geven betreffende de besteding van de gelden. Het college kan besluiten de bijzondere bijstand op nota aan de leverancier betaalbaar te stellen. In geval van noodzakelijke verhuizing kan het college besluiten om in die gevallen dat de aanvrager niet of onvoldoende heeft kunnen reserveren, voor de betaling van de eerste huur in de nieuwe woning, bijzondere bijstand te verstrekken.
5
Beleidsregels bijzondere bijstand Artikel 19 Woonkostentoeslag 1. 2.
Indien een eigen woning wordt bewoond, of een huurwoning wordt bewoond waarbij geen aanspraak gemaakt kan worden op een bijdrage op grond van de Wet op de huurtoeslag, kan gedurende maximaal een jaar woonkosten toeslag verleend worden. Indien een woning wordt bewoond waarvan de woonlasten hoger zijn dan de subsidiabele maximale huurgrens op grond van de Wet op de huurtoeslag wordt belanghebbende op grond van art 55 WWB de aanvullende verplichting opgelegd dat de aanvrager op basis van de financiële urgentieverklaring actief op zoek gaat naar goedkopere passende woonruimte en deze accepteert.
Artikel 20 Vergoeding tweedelijnszorg GGZ Indien belanghebbende aangewezen is op begeleiding vanuit de tweede lijnszorg GGZ (o.a. gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, psychotherapeut) kan bijstand worden verstrekt indien belanghebbende verplicht is een eigen bijdrage te betalen. Artikel 21 Tandartskosten 1. Bijzondere bijstand voor tandartskosten wordt alleen verstrekt als aanvulling op de vergoeding vanuit de gemeentelijke collectieve ziektekostenzorgverzekering. 2. De gemeente dient, op basis van een door belanghebbende overlegd behandelplan, vooraf toestemming te geven voordat een behandeling wordt uitgevoerd. 3. De gemeente kan besluiten om een medisch advies aan te vragen om te bepalen of de kosten noodzakelijk zijn. 4. Kosten dienen in eerste instantie te worden gedeclareerd bij de zorgverzekering. Artikel 22 Overige situaties 1. Het college beslist in redelijkheid in die individuele situaties waarin deze beleidsregel niet of onvoldoende voorziet. 2. In die gevallen dat er sprake is van een toekenning van periodieke bijzondere bijstand voor het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt de vergoeding gecontinueerd tot maximaal 1 januari 2013.
Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN Artikel 23 Inwerkingtreding De regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking. Artikel 24 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als “beleidsregel bijzondere bijstand”.
6