c«imte.j Programmadirectie Ruimte

1

2

I

N

0

°

8

9

1

...

0

„rivier

jxrr

c«imte.j

> Retouradres Postbus 2 4 1 0 3 3502 MC Utrecht

Waterschap Brabantse Delta T.a.v. dhr. H. van Stokkom POStbUS 5520 ._„

j

„

.

Programmadirectie Ruimte v o o r

A

R i v i e r

Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht

„

4801 DZ Breda

d e

f

t

«

v

i

P

o

s

t

I

b

u

s

2 4 1 0 3

3502 MC Utrecht T

088-7972900

www.ruimtevoorderivier.nl Contactpersoon Marjolijn Ransijn T 0 6 - 5 2 59 69 38 [email protected]

_

Datum 29 maart 2012 Onderwerp Opdrachtbrief

Ons kenmerk RvdR/2012/0965 u w kenmerk

Bijlage(n)

Geachte heer van Stokkom, Met inachtneming van de door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu op 3 januari 2012 genomen projectbeslissing SNIP3 bevestig ik u hierbij de opdracht tot het (doen) uitvoeren van de maatregel dijkverbetering Amer / Donge, Dijkring 35 dijkvak 41 (hierna de "Maatregel"), conform de projectbeslissing SNIP3, de bijbehorende SNIP3-Adviesnota en onder verwijzing naar de in de bijlage bij deze opdrachtbrief opgenomen voorwaarden. Het doel van de Maatregel is het verbeteren van de waterkering door het vergroten van de kerende hoogte waardoor betreffende waterkering in staat is de maatgevende hoogwaterstanden te keren die horen bij een maatgevende afvoer bij Lobith van 16.000 m3/s. Als de aanpassing niet wordt uitgevoerd, biedt de huidige waterkering niet de bescherming conform de wettelijke norm. Volgens deze norm moet een waterstand met een overschrijdingsfrequentie van 1/2000 per jaar kunnen worden gekeerd. De werkzaamheden met betrekking tot de Maatregel dienen zo spoedig mogelijk na gunning door het Waterschap Brabantse Delta aan een (of meerdere) marktpartij(en) een aanvang te nemen en dienen uiterlijk 30 juni 2015 geheel voltooid te zijn waarbij geldt dat het Waterschap Brabantse Delta gehouden is zich er toe in te spannen de Maatregel al op 31 december 2014 te hebben voltooid. De eenmalige bijdrage van de staatssecretaris met betrekking tot het uitvoeren van de Maatregel is geraamd op € 3.100.000,- (in welk bedrag de BTW en een risico-opslag is inbegrepen). De definitieve bijdrage wordt vastgesteld op basis van de inschrijving van de marktpartij aan wie de opdracht gegund is. In die definitieve bijdrage zal over de, met bedoelde marktpartij overeengekomen, aanneemsom een opslagpercentage van 7,5% zijn begrepen. Dit opslagpercentage is een gefixeerde vergoeding voor kosten verbonden aan verwezenlijking van uitvoeringsrisico's. U ontvangt dit schrijven in tweevoud, één exemplaar kunt u behouden. Ik verzoek u één exemplaar te ondertekenen en de bijlage te paraferen en dit getekende exemplaar van briefen voorwaarden te retourneren. Pagina 1 van 6

TM

voor de rlvle

Ae

/Wier

Wer ruimte voor öe r ,v\er

Voor verder informatie kunt u contact opnemen met mevrouw drs. M. Ransijn (plv. Riviertakmanager) van mijn dienst. Rest mij u succes te wensen bij de uitvoering van deze Ruimte voor de Rivier maatregel.

nilffU voor de / r

w

Programmadirectie Ruimte voor de Rivier

Datum 29 maart 2012

Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Namens deze, De Hoofdingenieur-Directeur Programmadirectie Ruimte voor de Rivier,

• f '

Naam ondertekenaar:

Datum:

Sr*

te

Bijlage 1: Voorwaarden

Pagina 2 van 6

— „voorin»,.

^

A « rivier >,A©

*

BIJLAGE 1 Voorwaarden met betrekking tot de opdracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (namens deze de Projectdirectie Ruimte voor de Rivier) tot het doen uitvoeren van de maatregel dijkverbetering Amer/Donge, Dijkring 35 dijkvak 41 (hierna te noemen de Maatregel) door het Waterschap Brabantse Delta en conform de door de Staatssecretaris genomen projectbeslissing SNIP-3 (gezamenlijk te noemen partijen).

„

Programmadirectie Ruimte voor de Rivier Datum 29 maart 2012 Ons kenmerk RvdR/2012/0965

1. Verplichtingen van het Waterschap Het Waterschap Brabantse Delta (verder te noemen het Waterschap) verplicht zich jegens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot het (doen) realiseren en opleveren van de Maatregel zoals vastgelegd in de projectbeslissing SNIP3 waarbij het Waterschap ervoor zorg draagt dat de uitvoering van de Maatregel en de (eind)oplevering door de marktpartij(en) uiterlijk 30 juni 2015 zijn afgerond, waarbij geldt dat het Waterschap Brabantse Delta gehouden is zich er toe in te spannen de Maatregel al op 31 december 2014 te hebben voltooid c.q. opgeleverd te hebben gekregen door de marktpartij(en). Uiterlijk 1 juli 2013 zal het Waterschap een gunningsvoorstel (waarin in ieder geval de naam van de marktpartij aan wie het Waterschap voornemens is te gunnen en de inschrijving van die marktpartij) ter goedkeuring aanbieden aan de Staatssecretaris. Het Waterschap gaat niet over tot gunning aan de marktpartij zonder goedkeuring van Staatssecretaris. 2. Verplichtingen van de Staatssecretaris Voor het tijdig (doen) realiseren van de Maatregel conform de Projectbeslissing SNIP3 zal de Staatssecretaris het Waterschap een bijdrage betalen welke geraamd is op €3.100.000,- BTW daarin begrepen. In dit bedrag zijn tevens begrepen de ontwerp-, conditionering- en de apparaatskosten van het Waterschap gedurende de realisatie, de door het Waterschap geraamde aanneemsom voor de uitvoering van de maatregel, inrichtingskosten door de marktpartij en de daarmee verband houdende risico's en schadevergoedingen. Op dit bedrag wordt geen indexering conform IBOI-toegepast. Het bedrag is eveneens inclusief het opslagpercentage van 7,5% over de geraamde aanneemsom. De definitieve bijdrage wordt op basis van de inschrijving van de marktpartij aan wie de opdracht gegund is vastgesteld en wordt daarna verhoogd met een opslagpercentage van 7,5% over de aanneemsom. Dit opslagpercentage is een gefixeerde vergoeding voor kosten verbonden aan verwezenlijking van uitvoeringsrisico's. Nadat het Waterschap onderhavige opdracht (c.q. de opdrachtbrief waar onderhavige voorwaarden deel van uitmaken) ondertekend heeft geretourneerd aan de Staatssecretaris vindt een eerste bevoorschotting plaats ter grootte van 25% (€ 775.000,-) van het geraamde bedrag in de projectbeslissing SNIP3. Het uiteindelijk te betalen bedrag wordt vastgesteld bij de gunning aan de aannemer. Onder verrekening van het reeds bevoorschotte bedrag vindt betaling van het resterende bedrag plaats in twee termijnen: Na gunning aan de marktpartij: 6 5 % Na oplevering (conform SNIP3): 10%

Pagina 3 van 6

.-

rWier

Betaling door de Staatssecretaris geschiedt zo spoedig mogelijk doch binnen dertig kalenderdagen na indiening van de factuur door het Waterschap. Behoudens meerwerk als gevolg van scopemutaties zal het Waterschap geen aanspraak maken op extra betalingen. Het Waterschap dient de facturen respectievelijk na gunning van de opdracht en na oplevering inclusief BTW, onder vermelding van het nummer in het briefhoofd, in op het volgende adres:


Datum 29 maart 2012 Ons kenmerk RvdR/2012/0965

RWS Projectdirectie Ruimte voor de Rivier Afd. Crediteuren Postbus 8185 3503 RD Utrecht Betaling door Staatssecretaris geschiedt zo spoedig mogelijk doch binnen dertig kalenderdagen na indiening van de factuur door het Waterschap.

3. Reikwijdte van de Maatregel Indien door partijen gezamenlijk besloten wordt de scope van de Maatregel aan te vullen ofte wijzigen, dan zullen partijen over het dragen van de meerkosten die optreden als gevolg daarvan nadere afspraken maken op de voor de partijen meest gunstige wijze. Partijen zullen volgens een nader door hen te bepalen verdeelsleutel de eventueel daaruit voortvloeiende meerkosten voor hun rekening nemen. Een scopewijziging of aanvulling is aan de orde als er een wijziging in het beoogde projectresultaat is ten opzichte van de SNIP3-beslissing, te weten een mutatie in locatie, in ruimtelijke bestemming, in MHW-taakstelling of in type maatregel.

4.

Vrijwaring

Het Waterschap vrijwaart de Staatssecretaris van elke aansprakelijkheid voorzover die voortvloeit uit de activiteiten die het Waterschap ter uitvoering van deze opdracht verricht.

5. Verzoek om planschade en/of nadeelcompensatie Op grond van artikel 7.14 e.v. Waterwet wordt aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, op zijn verzoek een vergoeding toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd. Het besluiten op verzoeken om schadevergoeding in verband met (de uitvoering van) de Maatregel, geschiedt door de Minister van Infrastructuur en Milieu met toepassing van de "Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier", gepubliceerd in de 'Staatscourant nummer 82 van 6 mei 2009.' Om uitvoering te geven aan vorenstaande zullen Partijen nadere afspraken over de behandeling van verzoeken orh schadevergoeding.

Pagina 4 van 6

•~

rWier

Het Waterschap zal zich er overigens toe inspannen de schade voor derden in verband met de Voorbereiding van de Uitvoering en de Uitvoering van de Maatregel zo beperkt mogelijk te houden. Partijen zullen er naar streven om in overleg met de bij de realisatie van de Maatregel betrokken bestuurlijke partijen ook met die partijen vast te leggen: dat op verzoeken om vergoeding van planschade en nadeelcompensatie ten gevolge van rechtmatige besluiten en rechtmatige feitelijke handelingen, ten behoeve van de uitvoering van de Maatregel, zoveel mogelijk wordt besloten door de Minister van Infrastructuur en Milieu op grond van de "Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier", gepubliceerd in de 'Staatscourant 2009 nummer 82 van 6 mei 2009'; en dat betreffende partijen daartoe het bestaan van die beleidsregel bekend zullen maken aan belanghebbenden en verzoekers om planschade of nadeelcompensatie wijzen op de mogelijkheid hun verzoek bij de Minister in te dienen.



Voorzover verenigbaar met voornoemde beleidsregel en de taken en bevoegdheden van ieder van de betrokken bestuurlijke partijen voor zich, zal het Waterschap in overleg met die partijen bezien of en in hoeverre het wenselijk en mogelijk is een lokaal loket in te richten waar schade kan worden gemeld. Een en ander om te voorkomen dat particulieren en bedrijven die schade lijden steeds (moeten) worden doorverwezen.

6. Projectbeheersing en Informatievoorziening De sturing vindt op basis van deze opdrachtbrief op hoofdlijnen plaats: Dat principe geldt ook voor (het toezicht op) de beheersing en de verantwoording door het Waterschap daarover en geschiedt langs onderstaande lijn. Na ondertekening van deze opdrachtbrief stelt het Waterschap een Plan van Aanpak I op, waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven op welke wijze de scope van de maatregel wordt aangepakt, wie daarbij betrokken zijn, hoe de marktbenadering eruit ziet, welke toprisico's worden voorzien en hoe deze beheerst gaan worden. Daarnaast wordt ingegaan op de hoofdactiviteiten en hoe deze in de tijd worden gepland (planning), wat daarbij de voornaamste mijlpalen zijn en hoe de liquiditeitenplanning eruit ziet. Voor PDR zijn daarbij de relevante mijlpalen: 1. het hiervoor beschreven PVA-I incl. het bijbehorend Beheersplan; 2. het Marktbenaderingsvoorstel/ Start marktbenadering; 3. het Gunningsvoorstel; 4. het PVA-II; 5. het Voltooiingsrapport / Eindtoets. Twee keer per jaar levert het Waterschap aan de Staatssecretaris een voortgangsrapportage aan waarin op hoofdlijnen wordt ingegaan op de stand van zaken, de toprisico's en de beheersing daarvan, de voortgang van planning en budget in relatie tot de feitelijke gang van zaken en de afwijkingen ten opzichte van het vertrekpunt c.q. de vorige rapportage. Van belang is de aansluiting met de voorafgaande rapportages en de wijzigingen ten opzichte daarvan. Afhankelijk van de voortgang (al dan niet op basis van de formele voortgangsrapportage) kan de Staatssecretaris besluiten halfjaarlijks een voortgangsgesprek te willen voeren dan wel een nader onderzoek (audit) te willen op de punten waar zij behoefte aan heeft. Pagina 5 van 6

!«tte voor de rlwj J . .

er

^

-

* "**..g\

xfO'W'er

ft*

rivier »

ruft*»:voord«rl

tyrmte^

7. Onvoorziene omstandigheden, tussentijdse beëindiging en ontbinding Partijen zullen elkaar onverwijld schriftelijk op de hoogte stellen van elke ontwikkeling, onvoorziene omstandigheid of gebeurtenis op het gebied van onder andere ruimtelijke kwaliteit, tijd en veiligheid die van wezenlijk belang zou kunnen zijn voor de niet tijdige of kwalitatief onvolkomen nakoming van de verplichtingen van het Waterschap voortvloeiend uit deze opdracht.



Indien het zich voordoen van de in de vorige alinea bedoelde gebeurtenissen ertoe leidt dat ongewijzigde uitvoering van (enige bepaling van) deze opdracht naar maatstaven van redelijkheid niet (meer) meer kan worden geëist, kan dit leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van deze opdracht. Elk der partijen is gerechtigd onderhavige opdracht te ontbinden indien de wederpartij bij deze opdracht haar verplichtingen voortvloeiende uit de opdracht niet nakomt en de niet-nakoming van een zodanige aard is dat deze een ontbinding rechtvaardigt, een en ander als bedoeld in artikel 6:265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. De gevolgen van deze ontbinding voor Partijen worden in artikel 6:265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek geregeld. Het Waterschap draagt zorg voor een voldoende onderbouwd kostenoverzicht en stelt PDR in de gelegenheid een audit uit te voeren met betrekking tot de door het Waterschap werkelijk gemaakte en gedeclareerde uitgaven.

8. Communicatie Het Waterschap is verantwoordelijk voor de communicatie in verband met het (doen) realiseren van de Maatregel. In haar communicatie uitingen zal het Waterschap steeds het Ruimte voor de Rivier logo vermelden, zodat voor derden eenduidig blijkt dat de maatregel deel uitmaakt van het programma van maatregelen dat is opgenomen in de PKB Ruimte voor de Rivier. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu verzorgt de communicatie over de (uitvoering) van de PKB Ruimte voor de Rivier. Indien sprake is van politiek en/of bestuurlijk-gevoelige omstandigheden die de positie of de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris direct raken is de communicatie hierover aan de Staatssecretaris voorbehouden.

9. Archivering Het Waterschap is gehouden tot het bijhouden van een archief inzake de voorbereiding van de realisatie en de realisatie. Dit archief dient ertoe dat het Waterschap te allen tijde aan de Staatssecretaris, een bevoegde instelling of een (rechts)persoon die gegevens kan overleggen, die een goed en volledig beeld geven omtrent de voorbereiding van de realisatie en de realisatie. Dit archief dient tot en met 2020 beschikbaar te blijven.

10. Overig De Programmadirecteur Ruimte voor de Rivier (of een door hem aangewezen persoon) onderhoudt namens de Staatssecretaris de mondelinge en schriftelijke contacten met het Waterschap inzake de uitvoering van de taken die ingevolge onderhavige opdracht.

Pagina 6 van 6

c«imte.j Programmadirectie Ruimte

Recommend Documents