Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw
CIJFERGEGEVENS BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN Inleiding Voor de registratie bij start wordt gekeken naar de jongeren van wie de begeleiding startte in 2008. Het betreft 17 jongeren. Bij de registratie van de contacten en het opvolgen van onze procedures kijken we naar de jongeren die in de loop van 2008 in begeleiding waren. De registratie van de afsluiters gaat over 15 jongeren waarvan de begeleiding afsloot in 2008. Bij vergelijking van start- en eindsituatie vergelijken we de situaties van deze concrete jongeren bij start en afsluiten. Er zijn dus geen cliëntgegevens bij start of afsluiten geregistreerd over 1 jongere die startte in 2005, 4 jongeren die startten in 2006, en van 8 jongeren die startten in 2007, van wie de begeleiding op 31 december 2008 nog niet was afgesloten. Deze cijfergegevens worden jaarlijks geëvalueerd met de Federatie Diensten Begeleid Wonen. Wanneer er vanuit de praktijk aangevoeld wordt dat er tekorten zitten, kan voorgesteld worden om een aantal mogelijkheden toe te voegen. Net zoals in 2007 werd er ook in 2008 binnen de werkgroep registratie van de Federatie op verschillende punten bijgestuurd. Deze aanpassingen zijn merkbaar, o.a. in de topics 5.2.2, 5.3.2, 5.3.5, 5.3.6. Registratie bij start
1. AANMELDINGSGEGEVENS 1.1. Wie is de aanmelder? 2008 07 06 05 04 9 53% 26% 38% 62% 35% Sociale Dienst Jeugdrechtbank Gent 1 6% 5% Andere Sociale Diensten Jeugdrechtbank 7 41% 63% 58% 38% 55% Sociale Dienst CBJ Gent 5% 4% 5% Andere Sociale Diensten CBJ 17 100% 95% 100% 100% 100% Subtotaal verwijzer BJB 5% Subtotaal voorzieningen BJB Subtotaal andere residentiële opvang Subtotaal andere voorzieningen Subtotaal netwerk Andere 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Er kwam 1 aanmelding vanuit de sociale dienst van de Jeugdrechtbank te Dendermonde.
1.2. Tijd van aanmelding tot start 2008 07 06 05 04 9 53% 58% 63% 31% 45% Tot 1 maand 6 35% 26% 25% 46% 45% 1 maand 1 dag - 2 maand 1 6% 11% 13% 15% 10% 2 maand 1 dag - 3 maand 5% 8% 3 maand 1 dag - 4 maand 1 6% 4 maand 1 dag - 5 maand 5 maand 1 dag - 6 maand 6 maand 1 dag - 7 maand Meer dan 7 maand 1 dag 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL We noteren hoeveel tijd verloopt tussen de aanmelding bij onze dienst en de effectieve start van de begeleiding. De start van de begeleiding valt niet altijd samen met de start van het zelfstandig wonen (meer informatie onder 5.3.3). Soms wordt in overleg met de verwijzer beslist om de begeleiding al eerder op te starten. De aanmeldingen gebeuren vanuit de Centrale Wachtlijst. Wij hebben er geen zicht op hoe lang de jongeren al op de wachtlijst stonden alvorens zij bij ons aangemeld werden. We zien dat alle jongeren binnen de 5 maanden starten met de begeleiding. Bij ruim de helft (53%) van onze jongeren start de begeleiding zelfs al binnen de maand. Het duurde bijna 5
maanden vooraleer 1 jongere kon starten met BZW omdat er reeds een maatregel van plaatsing liep en het zoeken naar woonst nogal moeizaam verliep. Opvallend is wel dat 9 van de 17 jongeren (zie 5.3.1) nog niet alleen woonden bij de formele start van de begeleiding.
1.3. Duur tussen eerste begeleidingsactiviteit en officiële start BZW 2008 07 06 05 04 2 12% Valt samen 2 12% 1 dag tot 1 week 3 18% 1 week en 1 dag tot 2 weken 7 41% 2 weken en 1 dag tot 1 maand 2 12% 1 maand 1 dag tot 2 maand 2 maand 1 dag tot 3 maand 1 6% Langer dan 3 maand Jongere niet opgestart onbekend 17 100% TOTAAL Sinds dit jaar voegden we deze tabel toe. Met de eerste begeleidingsactiviteit bedoelen we het voorstellingsgesprek. Dit is het eerste face to face contact dat we hebben met de jongere en waarin verdere begeleidingsafspraken gemaakt worden. Bij de meerderheid van de jongeren (94 %) duurt deze periode maximum 2 maanden. Bij 1 jongere was dit langer dan 3 maand omdat er reeds een maatregel van plaatsing liep.
CBJ-Gent Ander CBJ Jeugdrechtbank Gent Andere jeugdrechtbanken TOTAAL
1.4. Verwijzers 2008 07 06 05 04 7 41% 68% 58% 38% 55% 5% 4% 5% 9 53% 26% 38% 62% 35% 1 6% 5% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Dit jaar zijn er iets meer aanmeldingen vanuit de sociale dienst van de jeugdrechtbank (59% tegenover 41% comité). Ook de jeugdrechtbank van Dendermonde verwees 1 jongere naar ons door.
2. HULPVERLENINGSGESCHIEDENIS 2.1. Duur dossier Bijzondere Jeugdbijstand 2008 07 06 3 18% 16% 25% Nieuw dossier 1 6% 26% 8% Minder dan 6 maanden 1 6% 13% Minder dan 1 jaar 9 53% 32% 29% 1 tot 5 jaar 2 12% 21% 13% 5 tot 10 jaar 1 6% 5% 8% 10 tot 15 jaar 4% Meer dan 15 jaar 17 100% 100% 100% TOTAAL
05 04 15% 15% 25% 38% 40% 23% 15% 15% 5% 8% 100% 100%
We gaan na hoeveel tijd er verlopen is sinds de eerste opening van een dossier in de Bijzondere Jeugdbijstand (BJB). Meer dan de helft (71%) van onze jongeren wordt al langer dan 1 jaar binnen de Bijzondere Jeugdbijstand geholpen, 1 jongere zelfs tussen de 10 en 15 jaar.
2.2. Woonsituatie bij aanmelding 2008 07 Gemeenschapsinst. / De Grubbe 2 12% Instelling BJB 2 12% 5% Onthaal-Oriëntatie 1 6% 11% Pleeggezin 5% Project BJB 1 6% Psychiatrie Crisisopvang Gevangenis 11% Andere residentiële opvang Residentiële opvang gehandicapten Residentiële opvang NBBM Residentiële opvang in het AWW Gesloten asielcentrum 6 35% 32% Subtotaal 4 24% 32% Gezin 5% Familie 2 12% 16% Kennissen 1 6% 16% Alleen 2 12% Zwerft 2 12% Partner 11 65% 68% Subtotaal 17 100% 100% TOTAAL
06 4% 8% 4% 8% -
05 15% 15% 8% 15%
04 10% 10% 25% -
4% 4% 33% 54% 45% 29% 8% 25% 8% 8% 10% 17% 23% 10% 8% 5% 8% 5% 4% 66% 46% 55% 100% 100% 100%
We noteren hier waar de jongere op het moment van de aanmelding verblijft. 35% van de jongeren wordt rechtstreeks aangemeld vanuit een residentiële opvang. Dat wil zeggen dat er meer jongeren (65%) waren die niet geplaatst waren op moment dat ze bij ons terecht komen.
2.3. Hulpverleningsgeschiedenis 2008 07 1 6% Jongere heeft geen hulpverlening gehad 16 94% 100% Jongere heeft wel hulpverlening gehad Onbekend 2 12% 26% Jongere heeft uitsluitend ambulante hulp gehad Jongere heeft residentiële hulp gehad: 5 29% 16% Uitsluitend binnen BJB 1 6% 5% Uitsluitend buiten BJB 8 47% 53% Zowel binnen als buiten BJB 17 100% 100% TOTAAL Welke hulpverlening kwam voor? 2008 07 Binnen bijzondere jeugdbijstand 1 6% 5% Onder toezicht 3 18% 26% Thuisbegeleiding BZW 1 6% 16% Dagcentrum 16% Crisishulp aan huis 6% HCA (herstelbemidd., LP, gemeenschapsdienst) 1 1 6% 5% Onthemend project 1 6% 5% Andere projecten in de BJB 5 29% 21% Pleeggezin 7 41% 37% OOOC 2 12% 21% Gemeenschapsinstelling 6 35% 26% Andere residentie BJB
06 12% 88% 21%
05 8% 92%
04 10% 90%
-
-
21% 4% 46% 100%
38% 54% 100%
30% 15% 45% 100%
05
04
23% 15% -
5% 5% 10% -
06 4% 29% 21% 4% 29% 50% 21% 33%
15% 15% 77% 31% 77%
30% 55% 25% 40%
Andere binnen BJB Buiten bijzondere jeugdbijstand Dienst geestelijke gezondheidszorg Revalidatiecentrum Ambulante hulpverlening CAW Ambulante drughulpverlening Andere ambulante therapeutische hulpverl. Psychiatrie CKG MPI Andere residentiële opvang gehandicapten Residentiële opvang AWW Residentiële drughulpverlening Gesloten asielcentrum Residentiële opvang vluchtelingen Pleeg- of opvanggezin Internaat Andere residentiële opvang Andere buiten BJB
1
6%
11%
-
-
5%
2 1 2 3 1 1 1 4 1 -
12% 6% 12% 18% 6% 6% 6% 24% 6% -
11% 11% 5% 5% 16% 16% 11% 5% 5% 11% -
4% 8% 21% 8% 4% 8% 4% 8% 4% 4% 13% -
15% -
20% 10%
8% 8% 8% -
10% 15% -
8%
10%
15%
10%
Merk op dat slechts 1 jongere nog geen ervaring had met één of andere vorm van hulpverlening. Hoewel slechts ongeveer 1 op 3 jongeren rechtstreeks uit residentiële opvang komt (zie tabel 2.2) zien we hier dat 14 op 17 jongeren reeds residentiële hulp kreeg, op één na allemaal binnen de BJB. Misschien een argument bij de positionering van BZW in de toekomstige IJH?
Geen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Meer dan 10 Onbekend TOTAAL
2.4. Aantal plaatsingen 2008 07 06 05 04 3 18% 32% 21% 8% 20% 6 35% 32% 38% 15% 25% 2 12% 11% 17% 15% 15% 2 12% 5% 8% 38% 15% 4% 5% 2 12% 5% 4% 8% 10% 5% 1 6% 5% 8% 8% 5% 8% 5% 1 6% 5% 17 100% 100% 100% 100% 100%
3 jongeren werden geen enkele keer geplaatst door een instantie van de BJB. De andere 14 jongeren werden minstens 1 keer geplaatst, 4 ervan zelfs 5 keer of meer.
3. IDENTITEITSKENMERKEN
Jongen Meisje TOTAAL
3.1. Geslacht 2008 07 06 05 04 9 53% 42% 63% 54% 65% 8 47% 58% 38% 46% 35% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Dit jaar kwamen bijna evenveel meisjes als jongens in begeleiding.
3.2. Etnische origine 2008 07 16 94% 74% Belgische Andere EU-burger Andere Europ. Landen (behalve Turkijke) 5% Magreb - Turkse 1 6% 5% Afrikaanse landen (behalve Magreb) Aziatische landen (behalve Turkijke) Noord-Amerikaans Latijns-Amerikaans Oceanisch 11% Gemengde 5% Andere Onbekend 17 100% 100% TOTAAL
06 05 04 92% 69% 55% 15% 8% 8% 5% 8% 40% 100% 100% 100%
We scoren niet de nationaliteit maar de etnische origine. In vergelijking met 2007 zien we dat het aantal jongeren met een andere etnische origine opmerkelijk daalt. Slechts 1 jongere is van vreemde origine. Deze jongere is geboren in Angola.
17 jaar - 17 jaar 6 maand 17 jaar 6 maand – 18 jaar 18 jaar - 18 jaar 6 maand 18 jaar 6 maand – 19 jaar 19 jaar - 19 jaar 6 maand 19 jaar 6 maand – 20 jaar 20 jaar - 20 jaar 6 maand 20 jaar 6 maand – 21 jaar Ouder dan 21 Onbekend TOTAAL
3.3. Leeftijd bij start 2008 07 06 05 04 10 59% 53% 54% 38% 35% 4 24% 42% 33% 54% 45% 3 18% 5% 13% 15% 5% 8% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Net zoals de vorige jaren is de groep van jongeren die nog geen 18 jaar is, het grootst. Slechts 3 jongeren zijn meerderjarig bij de start van BZW.
4. GEZIN VAN HERKOMST 4.1. Woonverband ouders 2008 2 12% Ouders wonen samen 2 12% Eén van de ouders overleed en de ander apart 1 6% Eén van de ouders overleed, ander nieuwe relatie Beide ouders overleden Ouders apart 10 59% Eén of beide ouders hebben nieuwe partner 1 6% Eén ouder apart, over ander geen gegevens 1 6% Eén ouder overleden, andere geen gegevens Beide ouders geen gegevens Andere Onbekend 17 100% TOTAAL
07 16% 11% 5% 5% 47% 16% 100%
06 25% 4% 4% 4% 58% 4% 100%
05 15% 15% 8% 54% 8% -
04 25% 5% 45% 5% 10% 10% -
100%
100%
Gezinnen waarin één of beide ouders een nieuwe partner hebben blijft de grootste groep. 1 jongere had geen contact meer met 1 van de ouders.
4.2. Beroep ouders 2008 07 06 05 04 Eén of beide ouders werken: 5% 4% 15% Kader of directie 3 18% 5% 21% 10% Zelfstandige 3 18% 21% 13% 23% Bediende 4 24% 37% 33% 15% 25% Arbeider 10 59% 68% 71% 38% 50% Subtotaal 3 18% 11% 13% 8% 15% Invalide 3 18% 16% 8% 38% 10% Werkloos Gelegenheidswerk 5% 8% 10% Huisvrouw Overleden 6 35% 32% 21% 54% 35% Subtotaal 1 6% 8% 8% 15% Geen gegevens 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL We noteren de door ons gekende beroepssituatie van de natuurlijke ouder die op dit lijstje het hoogst scoort. Als we het maar van één ouder weten, noteren we die situatie. In vergelijking met de voorbije 2 jaren zien we dat de groep van werkende ouders opnieuw daalt. Wel blijft dit de grootste groep (59%).
5. SOCIO-ECONOMISCHE SITUATIE JONGERE 5.1. Onderwijssituatie 5.1.1. Onderwijsniveau 2008 Jongere volgt nog opleiding: OKAN (onthaalklas anderstaligen Nederl.) Bijzonder onderwijs Deeltijds onderwijs Leercontract Beroepsonderwijs Secundair technisch of kunstonderwijs Secundair algemeen vormend onderwijs HOBU Universiteit Tweede kansonderwijs Voorbereiding op middenjury Ander volwassenonderwijs Subtotaal Jongere beëindigde een opleiding met succes: Lager onderwijs OKAN (onthaalklas anderstaligen Nederl.) Bijzonder onderwijs Deeltijds onderwijs Leercontract Beroepsonderwijs Secundair technisch of kunstonderwijs Secundair Algemeen vormend HOBU Universiteit Tweede kansonderwijs Voorbereiding op middenjury Ander volwassenonderwijs Subtotaal
07
06
05
04
3 2 3 5 3 16
18% 12% 18% 29% 18% 84%
5% 26% 11% 11% 16% 16% 79%
4% 25% 13% 33% 4% -
23% 15% 15% 8% -
5% 20% 15% 20% 15% -
62%
75%
96%
0
0%
0%
0%
-
-
0%
0%
Jongere stopte een opleiding zonder ze te beëindigen: Lager onderwijs OKAN (onthaalklas anderstaligen Nederl.) 5% 8% 15% Bijzonder onderwijs 1 6% 4% 8% 5% Deeltijds onderwijs 11% 8% Leercontract 8% 8% 20% Beroepsonderwijs Secundair technisch of kunstonderwijs Secundair algemeen vormend onderwijs HOBU Universiteit Tweede kansonderwijs Voorbereiding op middenjury Ander volwassenonderwijs 1 6% 16% 38 25% 4% Subtotaal 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Hier noteren we de “officiële” situatie bij start. Een jongere die ingeschreven is op school maar niet of nauwelijks gaat, valt dus in de categorie “jongere volgt nog opleiding”. Opvallend is dat bijna alle jongeren nog onderwijs volgen namelijk 16 van de 17 jongeren. In vergelijking met vorige jaren daalt de groep die deeltijds onderwijs volgt en zijn er weer meer jongeren die bijzondere onderwijs, leercontract of beroepsonderwijs volgen.
5.1.2. Hoogst geslaagde jaar 2008 07 Tot 6de L.O. ste 1 M.O. de 4 24% 21% 2 M.O. 1 6% 47% 3de M.O. 9 53% 16% 4de M.O. 1 6% 11% 5de M.O. 6de M.O. 7de specialisatiejaar Attest 1ste jaar D.O. Attest 2de jaar D.O. Attest 3de jaar D.O. 1 6% 1ste jaar leercontract 2de jaar leercontract 3de jaar leercontract HOBU Universiteit Niet vergelijkbaar onderwijs in buitenland 1 6% 5% Andere 17 100% 100% TOTAAL
06 13% 29% 17% 17% 4% 4% 4% 4% -
05 8% 46% 15% 15% 88 -
04 5% 10% 55% 20% 10% -
-
-
4%
8%
4% 100% 100% 100%
Deze en de volgende tabellen geven een zicht op de schoolloopbaan van de jongeren. “Deeltijds onderwijs” en “leercontract” werden in 2007 toegevoegd waardoor we specifieker kunnen scoren. Merk op dat meer dan de helft van de jongeren hun hoogst geslaagde jaar het 4de middelbaar onderwijs is, terwijl dit vorig jaar het 3 de jaar was. Een jongere scoorden we bij “andere” omdat we onvoldoende gegevens hadden.
5.1.3. Aantal schoolwisselingen sinds start Middelbaar Onderwijs 2008 07 06 05 04 2 12% 11% 8% 15% Geen gegevens 3 18% 11% 17% 15% 10% Geen 5 29% 16% 25% 10% 1 2 12% 26% 21% 8% 20% 2 2 12% 16% 8% 38% 15% 3 5% 17% 10% 4 1 6% 11% 23% 5% 5 1 6% 5% 8% 5% 6 7 8 9 5% 10 Meer dan 10 Niet vergelijkbaar onderwijs in 1 6% 4% 8% buitenland 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Van 2 jongeren hadden we onvoldoende gegevens om te kunnen scoren. 3 jongeren veranderden in het middelbaar onderwijs niet van school. Anderen wisselden tussen 1 en 6 keer.
5.1.4. Schoolse achterstand 2008 07 06 05 04 1 6% 8% Geen gegevens Niet vergelijkbaar onderwijs in 8% buitenland 3 18% 5% 29% 15% 10% Geen 6 35% 11% 8% 20% 1 jaar 3 18% 42% 25% 31% 45% 2 jaar 3 18% 37% 17% 15% 15% 3 jaar 1 6% 5% 13% 31% 5% 4 jaar of meer 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Toch 3 jongeren zitten nog “op jaar”. De groep jongeren die 2 of meer jaren achterstand op school heeft opgelopen, daalt opmerkelijk. Het gaat dit jaar over 42% in vergelijking met 64% vorig jaar.
5.1.5. Statuut 2008 07 06 05 04 Vast werk Tijdelijk werk 4% Deeltijds werk 4% 8% 5% Deeltijds leren, deeltijds werken 8% 8% 5% Subtotaal 12 71% 63% 42% 69% 45% Student 3 18% 11% 13% 10% Leercontract 1 6% 16% 21% 15% 15% Deeltijds leren/deeltijds werkloos Beroepsopleiding 16 94% 89% 75% 85% 70% Subtotaal Uitkeringsgerechtigd werkloos Ziektevergoeding 1 6% 5% 5% Wachttijd 5% 17% 8% 20% Niet-uitkeringsgerechtigd 1 6% 11% 17% 8% 25% Subtotaal 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Hier noteren we het officiële statuut van de jongere. Een jongere die ingeschreven is, maar niet naar school gaat, wordt genoteerd als “student”. De groep van studenten blijft het grootst. De meerderheid van de jongeren (71%) zijn ingeschreven in het voltijds onderwijs. Dit is het statuut bij start, in praktijk zijn er 4 jongeren die wel ingeschreven zijn maar niet meer naar school gaan (zie tabel 6.1.1). Het gaat hier over 1 jongere in het deeltijds onderwijs en 3 jongeren in het voltijds onderwijs.
5.2. Financiële situatie 5.2.1. Inkomensbron 2008 07 5.2.1. Inkomensbron Geen eigen inkomen Basisinkomen uit werk Basisinkomen door opleiding Basisinkomen door werkloosheidsvergoeding Basisinkomen O.T. Basisinkomen OCMW Andere Onbekend Totaal Werk Leercontract Kinderbijslag Kinderbijslag eigen kind Stempelgeld Ouders Partner O.T. OCMW Ziektevergoeding Andere
06
05
04
2
12%
5% 5% -
4% 17% 4%
8% -
5% 10%
-
-
-
-
-
-
13 2 17 2 1 15 2 -
76% 84% 63% 85% 75% 12% 5% 8% 8% 10% 4% 100% 100% 100% 100% 100% 5% 17% 8% 10% 12% 8% 10% 4% 4% 5% 6% 5% 8% 4% 88% 84% 79% 85% 90% 12% 5% 13% 8% 10% 8%
Het eerste deel van bovenstaande tabel geeft aan van waaruit de jongere zijn basisinkomen verwerft. Onder het totaal worden de verschillende bronnen vermeld waaruit het inkomen is samengesteld. 2 jongeren verwierven hun inkomen via een leercontract en vulden dit aan met de verblijfssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap.
5.2.2. Bedrag van de inkomsten 2008 07 06 05 04 5% Geen 8% Minder dan leefloon 15 88% 89% 58% 85% 75% Leefloon of onderhoudstoelagen 13% 8% 5% Leefloon – 700 € 2 12% 5% 4% 8% 20% 700,01 € - 825 € 17% Vanaf 825,01 € en meer Onbekend 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Twee van onze jongeren hadden bij start een inkomen dat hoger ligt dan het leefloon omdat ze reeds werkten via een leercontract.
5.2.3. Spaartegoed 2008 07 06 05 04 10 59% 53% 29% 23% 35% Geen 1 6% 5% 8% 8% 10% Tot 250 € 1 6% 5% 8% 8% 15% Tussen 205,01 € - 500 € 5% Tussen 500,01 € - 750 € 4 24% 17% Tussen 750,01 € - 1250 € 5% 4% 8% 15% Tussen 1250,01 € - 2500 € 11% 13% 46% 5% Vanaf 2500,01 € en meer 1 6% 21% 21% 10% Onbekend 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Dit is het spaargeld waarover de jongere beschikt, meestal uit een spaarboekje waarop 1/3 van de kinderbijslag tijdens plaatsingen werd gestort. Ruim de helft van de jongeren had geen spaargeld en haalden een startkapitaal uit andere bronnen (zie 5.2.4). 6 jongeren hadden wel spaargeld. Dat belet niet dat er bij sommige jongeren een 2de inkomstenbron moest gezocht worden omdat er te weinig spaargeld was.
Geen startgeld Wel startgeld TOTAAL Eigen spaargeld Waarborg vorige woonst Thuis Familie Vriend Lening CAB Startpremie Oikoten Steun Couturierfonds OCMW Andere
5.2.4. Bron startgeld 2008 07 06 05 04 5 29% 16% 21% 8% 15% 12 71% 84% 79% 92% 85% 17 100% 100% 100% 100% 100% 5 29% 16% 42% 69% 55% 5% 1 6% 26% 13% 8% 10% 16% 21% 10% 1 6% 11% 5% 6 35% 32% 8% 15% 35% 1 6% 11% 13% 10% 3 18% 5% 4% 8% -
De 10 jongeren die geen eigen spaargeld hadden, vonden ook het nodige startkapitaal: Eén jongere ging samenwonen met haar vriend en kon op zijn financiële steun rekenen. 1 jongere kreeg hulp van haar ex-voogd en 1 jongere kreeg een lening van zijn baas. Eén jongere kon voldoende geld sparen van zijn onderhoudstoelage voor het betalen van een waarborg. Twee andere jongeren gingen een lening aan bij het Couturierfonds. De overige 4 jongeren hadden geen spaargeld nodig omdat zij geen eigen woonst vonden. Van deze 4 zijn er 2 die afwisselend verblijven bij familie, vrienden of kennissen. De andere 2 startten pas eind 2008 en zijn nog aan het zoeken naar een woonst.
5.3. Woonsituatie 5.3.1. Woonst bij start begeleiding Woont (nog) niet alleen Depannage CAB Woont reeds alleen Onbekend TOTAAL
9 2 6 17
2008 07 06 05 04 53% 47% 58% 46% 40% 12% 5% 17% 15% 5% 35% 47% 25% 39% 55% 100% 100% 100% 100% 100%
Sinds de regelgeving dat expliciet mogelijk maakt, starten veel jongeren al officieel met BZW terwijl ze nog geen eigen woonst hebben. In 2008 gaat dit over 53% van onze jongeren. Daarnaast zijn er ook nog 2 jongeren gestart in onze depannagewoning. Dat wil zeggen dat er 6 jongeren reeds een eigen woonst hadden gevonden bij start.
5.3.2. Duur tussen officiële start BZW en start zelfstandig wonen 2008 07 06 Woont alleen bij start 8 47% 53% 38% 1 dag tot 1 week 2 12% 13% 1 week en 1 dag tot 2 weken 1 6% 11% 4% 2 weken en 1 dag tot 1 maand 21% 8% 1 maand en 1 dag tot 2 maand 1 6% 17% 2 maand en 1 dag tot 3 maand 5% 8% Langer dan 3 maand 1 6% 5% 4% Geen eigen woonst gevonden 4 24% 5% 8% Onbekend TOTAAL 17 100% 100% 100% Pas sinds 2006 scoren we de duur tussen de officiële start van BZW en het effectief gaan alleen wonen van de jongere. Op die manier krijgen we een iets duidelijker zicht op hoe lang het duurt vooraleer een jongere woonst vindt. Zoals je ziet wonen 8 van de 17 jongeren alleen bij de officiële start van BZW. Wat de andere jongeren betreft, vinden 3 jongeren binnen de maand een eigen woonst, 1 jongere tussen 1 maand en 2 maanden, bij 1 jongere duurde het langer dan 3 maanden. De 4 overige jongeren vonden nog geen woonst (zie informatie 5.2.4).
5.3.3. Eerste eigen woonsituatie 2008 07 Kamer 2 12% 11% Studio 6 35% 53% Appartement 4 24% 11% Sociaal appartement Huis 16% Andere Geen eigen woning gevonden 5 29% 11% Onbekend TOTAAL 17 100% 100%
06 8% 63% 8% 8% 13% 100%
05 8% 23% 8% -
Deze tabel werd in 2006 aangepast. Zes van onze jongeren namen uiteindelijk hun intrek in een studio, 4 in een appartement, 2 op een kamer. Vijf jongeren vonden nog geen woonst. 1 jongere startte in onze depannagewoning waardoor ze alleen woonde bij start maar vond nadien geen eigen vaste verblijfplaats. Net zoals 1 andere jongere woont ze afwisselend bij familie of kennissen. 3 jongeren startten pas eind 2008 met BZW en zijn nog woonst aan het zoeken.
5.3.4 Huurprijs zonder EGW 2008 07 Tot 150 € Tussen 150,01 - 175 € 5% Tussen 175,01 - 200 € 1 6% Tussen 200,01 - 225 € 1 6% 11% Tussen 225,01 - 250 € 5% Tussen 250,01 - 275 € 11% Tussen 275,01 - 300 € 4 24% 11% Tussen 300,01 - 325 € 3 18% 21% Tussen 325,01 - 350 € 1 6% 26% Tussen 350,01 - 375 € 1 6% Tussen 375.01 – 400 € 1 6% Vanaf 400.01 en meer 5 29% 11% Geen eigen woning gevonden Onbekend 17 100% 100% TOTAAL
06 8% 13% 8% 4% 13% 17% 8% 17%
05 10% 20% 70% -
04 31% 37% 25% 6% -
13% 100% 100% 100%
Dit zijn de huurprijzen van jongeren die een eigen woonst vonden. We registreren de huurprijs van de eerste woonst die de jongere zelf huurt. Jongeren in de depannagewoning (huurprijs €164 per maand) zijn niet meegeteld. In deze tabel werden de bedragen verhoogd tot 400€ en meer zodat we een beter zicht krijgen op de huidige huurprijzen. Een betaalbare woning vinden blijft moeilijk. Vaak voldoen de goedkope studio’s niet om als vaste woonplaats te gebruiken omdat ze van slechte kwaliteit zijn of té klein. Vele jongeren worden zo gedwongen om een voor hun budget te dure studio of appartement te huren. Slechts 2 jongeren vonden een kamer of studio onder de 250€. Eén ervan is een studentenkamer.
6. PROBLEEMSITUATIE 6.1. Tijdsbesteding 6.1.1. Gestructureerde dagbesteding 2008 07 11 65% 53% Voltijdse dagbesteding 1 6% 21% Deeltijdse dagbesteding 5 29% 26% Geen gestructureerde dagbesteding 17 100% 100% TOTAAL
06 05 04 50% 38% 55% 29% 10% 21% 62% 35% 100% 100% 100%
Het gaat hier om de reële situatie, in tegenstelling tot tabel 5.1.5. waarin we het officiële statuut als uitgangspunt hebben. Een jongere die wel als student ingeschreven is, maar nooit naar school gaat, wordt ingedeeld in “geen gestructureerde dagbesteding”. We zien dat 29% van de jongeren geen gestructureerde dagbesteding heeft.
Geen Wel TOTAAL Eén jongere is bij de majoretten.
6.1.2. Verenigingsleven 2008 07 06 05 04 16 94% 100% 96% 77% 85% 1 6% 4% 23% 15% 17 100% 100% 100% 100% 100%
6.1.3. Belangrijkste problemen rond vrije tijd 2008 07 06 4 24% 32% 38% Geen aangekondigde problemen 13 76% 68% 63% Wel problemen 17 100% 100% 100% TOTAAL 8 47% 37% 33% Geen structuur 5 29% 26% 13% Verveling 1 6% 32% 17% Sociaal isolement 5 29% 26% 13% Normoverschrijdend gedrag 2 12% 11% 8% Zwaar uitgaan 6 35% 16% 13% Drugs 10 59% 32% 17% Risicosituaties 1 6% 4% Te druk 8% Andere
05 04 31% 35% 69% 65% 100% 100% 38% 30% 15% 25% 8% 25% 46% 20% 31% 10% 31% 20% 23% 15% 8% 5% -
Heel gelijklopend met de vorige jaren zien we dat bij een groot deel van de jongeren bij de start van de begeleiding problemen rond vrije tijd worden aangekondigd of vastgesteld. Deze problemen kunnen heel divers zijn. Dit jaar zien we dat 10 van de 17 jongeren onder “risicosituaties” worden gescoord. Dit is een opvallend grote groep in vergelijking met de vorige jaren.
6.2. Vaardigheden 2008 07 06 05 04 6 35% 37% 25% 8% 15% Geen probleem 1 6% 5% 8% 5% Huishouden is probleem (1) 8 47% 42% 46% 62% 55% Administratie is probleem (2) 1 6% 11% 21% 23% 20% Administratie en huishouden zijn probleem (3) 1 6% 5% 8% 5% Helemaal niet zelfredzaam (4) 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Voor 59% van de jongeren worden problemen inzake administratie aangekondigd (2), (3) en (4). Bij 18% van de jongeren signaleert men dat huishoudelijke vaardigheden niet voldoende verworven zijn (1), (3) en (4). Er zijn 6 jongeren die over voldoende vaardigheden beschikken.
Geen probleem Technisch probleem Probleem qua prioriteiten TOTAAL
6.2.1. Budgetteren 2008 07 06 05 04 7 41% 47% 17% 8% 20% 1 6% 11% 38% 31% 40% 9 53% 42% 46% 62% 40% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Vorig jaar viel op dat de groep jongeren waarbij het budgetteren goed loopt groter was in vergelijking met de vorige jaren. Ook dit jaar is dit bijna de helft van de jongeren. Bij iets meer dan de helft (59%) van de jongeren loopt het budgetteren bij de start van de begeleiding moeilijk.
6.3. Medische problemen 2008 07 06 05 04 9 53% 68 88% 77% 75% Geen probleem 47% 32% 13% 23% 25% Medische problemen om rekening mee te houden: 8 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Ademhalingsstelsel (astma) 5% Hart- en bloedvaten Hepatitis (drager) Spijsverteringsstelsel 2 12% 5% 8% Motoriek Epilepsie 5% 5% Nier- en urinewegen 1 6% 16% 3% Eetstoornissen 4 24% 16% 13% 15% 15% Andere Bij 1 jongere werd “eetstoornis” als probleem aangegeven. Twee jongeren kampten met motorische problemen. Bij “andere” zitten onder meer gynaecologische problemen, een armbreuk ten gevolge van een werkongeval en een moeilijke zwangerschap.
6.4. Delicten geregistreerd op politieniveau 2008 07 06 7 41% 58% 58% Geen delicten 10 59% 32% 42% Wel delicten 11% Onbekend 17 100% 100% 100% TOTAAL 5 29% 5% 8% Verkeersdelicten 3 18% 16% 29% Delicten tegen goederen 5 29% 11% 8% Delicten tegen personen 4% Zedendelicten 1 6% 5% 4% Drugdelicten 4 24% 5% Meer dan één categorie
05 69% 31%
04 70% 30%
100% 100% 15% 20% 31% 20% 8% 5% 15% 15%
Dit cijfer is verkregen op basis van zelfrapportage door de jongere en gegevens uit het dossier van de verwijzer of informatie van ouders en omgeving. Terugkijkend op de voorbije jaren zien we duidelijk een stijging van geregistreerde delicten.
Geen bekend druggebruik Occasioneel Problematisch TOTAAL
6.5.1. Druggebruik 2008 07 06 05 04 8 47% 58% 63% 46% 75% 3 18% 37% 29% 38% 25% 6 35% 5% 8% 15% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Hier gaan we uit van wat de jongere en zijn omgeving ons vertellen. De groep die we scoren als problematisch is dit jaar behoorlijk groot namelijk 35%.
6.5.2. Druggebruik in de laatste 2 maanden volgens de jongere 2008 07 06 9 53% 68% 58% Geen gebruik 7 41% 21% 42% Occasioneel gebruik 1 6% 5% Problematisch gebruik 5% Onbekend 17 100% 100% 100% TOTAAL Om specifiek te peilen naar de periode van de start van BZW, voegden we deze tabel in 2006 toe. Slechts één jongere geeft eerlijk toe dat hij zijn omgang met soft drugs problematisch vindt.
6.6. Bijzondere psychosociale problematiek 2008 07 5% Geen problemen 17 100% 95% Wel problemen 17 100% 100% TOTAAL 3 18% 16% Depressie Drankproblemen 2 12% 5% Ernstige seksuele problemen 4 24% 11% Drugverslaving 1 6% 11% Suïcidaal gedrag 1 6% 11% Zwakbegaafdheid 7 41% 32% Agressie 10 59% 32% Identiteit 5 29% 32% Contactstoornissen (manipuleren, autisme,…) 1 6% ADHD 1 6% 5% Eetstoornissen 7 41% 47% Belastende problematiek als gevolg van trauma 1 6% 16% Andere
06 05 04 13% 15% 25% 88% 85% 75% 100% 100% 100% 13% 8% 5% 4% 15% 5% 5% 17% 15% 5% 8% 8% 5% 8% 15% 15% 21% 38% 35% 58% 69% 55% 21% 4% 17% 1% 84% 45%
Bij alle jongeren zagen we bij de start van de begeleiding psychosociale problemen. De grootste groep (59%) had te kampen met moeilijkheden op vlak van de identiteitsontwikkeling. Ook “agressie” en “trauma” werden bij veel jongeren aangeduid. “Andere” betreft het vertonen van wegloopgedrag.
6.7. Classificatie 2008 07 06 05 04 Jongeren waarbij de omstandigheden eerder 4 24% 26% 25% 15% 40% dan het eigen gedrag bepalend zijn voor doorverwijzing 1 6% 5% Begeleiding als nazorg 9 53% 47% 50% 54% 30% Jongeren met gedragsproblemen Intensief te begeleiden jongeren omwille van 1 6% 11% 8% 5% zwakbegaafdheid Moeilijk te begeleiden jongeren: 1 6% 4% 8% Psychiatrische diagnose / verslaving Veelvuldige overplaatsing (>5) en/of 1 6% 11% 13% 23% 25% plaatsing in GIB/De Grubbe/gevangenis Andere 17 100% 100% 100% 100% 100% TOTAAL Meer dan de helft van onze jongeren scoren we onder “jongeren met gedragsproblemen”.
Positief Ambivalent Onverschillig Onduidelijk Negatief TOTAAL
6.8. Motivatie voor alleenwonen 2008 07 06 05 04 10 59% 63% 75% 62% 60% 7 41% 37% 21% 23% 35% 8% 4% 8% 5% 17 100% 100% 100% 100% 100%
We zien dat 41% van de jongeren die bij ons in begeleiding komen niet met overtuiging kiezen voor het alleen wonen. Vaak is het met gemengde gevoelens, soms omdat het nu eenmaal niet anders kan.
Positief Ambivalent Onverschillig Onduidelijk Negatief TOTAAL
6.9. Motivatie voor begeleiding 2008 07 06 05 04 15 88% 79% 63% 38% 75% 1 6% 16% 13% 46% 25% 8% 17% 15% 1 6% 5% 17 100% 100% 100% 100% 100%
Op bladzijde 20 vindt u een kruistabel die de bovenstaande twee tabellen combineert. Daaruit blijkt dat 9 van de 17 jongeren zowel positief gemotiveerd zijn voor alleen wonen als voor de begeleiding. De 8 anderen kijken bij de start minstens met gemengde gevoelens aan tegen het feit dat ze moeten alleen wonen en/of daar intensief bij begeleid zullen worden.
6.10. Ontwikkeling van de jongere 2008 07 06 05 04 6.10.1. Is de gezondheid en lichamelijke ontw. in overeenstemming met de leeftijd? 1 6% 4% 5% Neen 16 94% 100% 96% 100% 95% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100% 6.10.2. Is de cognitieve ontw. in overeenstemming met de leeftijd? 1 6% 21% 13% 15% 30% Neen 16 94% 79% 88% 85% 70% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100% 6.10.3. Is de identiteitsontw. in overeenstemming met de leeftijd? 2 12% 32% 24% 46% 30% Neen 15 88% 68% 96% 54% 70% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100% 6.10.4. Is de band met gezin van herkomst een probleem? 16 94% 79% 83% 77% 85% Wel problematisch 1 6% 21% 17% 23% 15% Niet problematisch Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100% 6.10.5. Is de band met de ruimere omgeving voldoende? 1 6% 42% 17% 46% 45% Neen 16 94% 53% 83% 54% 55% Ja 5% Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100% 6.10.6. Is sociaal voorkomen in overeenstemming met de leeftijd? 3 18% 11% 17% 15% 15% Neen 14 82% 89% 83% 85% 85% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 100%
6.10.7. Is emotionele ontw. in overeenstemming met de leeftijd? 4 24% 42% 21% 46% Neen 13 76% 58% 75% 54% Ja 4% Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 6.10.8. Is gedragsontw. in overeenstemming met de leeftijd? 8 47% 32% 17% 62% Neen 9 53% 68% 83% 38% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100% 6.10.9. Is de jongere voldoende zelfredzaam? 1 6% 21% 21% 23% Neen 16 94% 79% 79% 77% Ja Onvoldoende gegevens TOTAAL 17 100% 100% 100% 100%
40% 60% 100% 40% 60% 100% 20% 75% 5% 100%
In de bovenstaande tabel gaan we na of de jongere op verschillende ontwikkelingsgebieden functioneert zoals kan verwacht worden. We zien dat de band met het gezin van herkomst (94%) net zoals vorig jaar als grootste probleem werd gescoord.
6.11. Kruistabel: motivatie alleen wonen / motivatie begeleiding Motivatie voor begeleiding Motivatie voor alleenwonen
POS
AMB
ONV
OND
NEG
Tot ‘08
Perc ‘08
Perc ‘07
Perc '06
Perc '05
Perc ‘04
POS AMB ONV OND NEG
9 6 15 88% 79% 63% 38%
1 1 6% 16% 13% 46%
8% -
17% 15%
1 1 6% 5% -
10 7 17 100%
59% 41% 100%
63% 37% -
75% 21% 4% -
62% 23% 8% 0% 8%
60% 35% 5%
75%
25%
-
-
-
Totaal 08 Percentage ‘08 Percentage ‘07 Percentage '06 Percentage '05 Percentage '04
POS = positief, AMB = ambivalent, ONV = onverschillig, OND = onduidelijk, NEG = negatief.
DE ZWAARTE-INDEX Een aantal jaren terug werkten we een index uit die ons helpt om (meer) zicht te krijgen op de zwaarte en de complexiteit van de (te verwachten) problematiek van elke individuele jongere. In onderstaande tabel geven wij de resultaten weer van de index van 2008, en ter vergelijking de lijsten van de voorgaande jaren. Om absolute anonimiteit te waarborgen worden de cijfers gewoon genummerd van hoog naar laag. In 2006 was het opvallend dat de zwaarte-index en ook het gemiddelde was gedaald. Sindsdien zien we dat de index in stijgende lijn is gegaan. Dit jaar zitten we opnieuw aan een vrij hoge zwaarte-index met een gemiddelde van 34. Meer hierover kan je lezen in het artikel “tellen, vaststellen en ermee aan de slag”, terug te vinden in bijgaand jaarverslag 2008.
Nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Gemidd.
Index 2008 68 43 43 42 40 39 35 33 33 31 29 29 29 28 23 21 17
Index 2007 48 45 39 38 37 37 35 34 31 31 31 30 29 24 19 19 14 5 5
Index 2006 48 45 44 38 38 36 36 33 30 29 26 26 24 23 21 21 20 18 17 16 16 15 5
Index 2005 62 53 46 41 38 38 37 37 34 20 18 16 14
Index 2004 49 46 44 42 38 37 32 30 26 25 24 21 21 21 19 17 17 16 16 12
Index 2003 46 40 39 39 38 38 36 35 34 33 32 31 26 26 25 23 18 18 18 16 15 15 10 19 17 13
34
29
27
35
28
28
REGISTRATIE BEGELEIDINGSACTIVITEITEN We gaan in dit deel uit van de activiteiten die we in 2007 realiseerden. Het gaat dus in deze tabel om alle jongeren die in 2007 startten en afsloten, plus al de jongeren die gedurende het hele jaar in begeleiding waren.
Activiteiten met jongere Maand 2008 2008 (1) 2007 2006 2005 Voorbereiding 4,08 9,15 3,41 4,04 5,45 Een 7,44 14,67 7,13 6,81 7,27 Twee 7,00 12,67 6,88 6,60 7,75 Drie 7,13 13,00 6,73 6,00 6,00 Vier 6,30 14,00 5,47 4,60 5,25 Vijf 4,22 8,89 6,06 4,32 5,93 Zes 4,50 9,00 5,35 4,47 3,55 Zeven 4,67 8,67 3,50 4,33 4,08 Acht 5,14 10,29 4,50 3,54 4,46 Negen 4,63 9,25 4,47 4,33 4,50 Tien 4,22 8,11 3,82 4,50 3,64 Elf 3,67 6,33 3,50 3,60 3,42 Twaalf 3,33 6,00 3,46 4,17 4,09 13-15 4,08 8,08 3,27 4,00 4,13 16-18 3,14 9,29 3,57 4,32 4,06 19-21 3,30 11,30 3,72 3,68 4,09 22-24 3,57 9,57 3,27 3,47 3,10 +24 2,70 5,15 2,84 2,85 4,10 (1) Het totaal aantal directe contacten met jongere (telefoon en face-to-face).
2004 4,07 6,15 5,85 6,21 5,11 5,06 4,65 4,93 5,00 4,93 3,87 5,53 5,58 4,81 3,43 2,75 4,00 3,79
Sinds een grote meerderheid van jongeren over GSM beschikt, neemt het aantal telefonische contacten toe.
Waar gaan de contacten door (% contacten) Maand Bij jongere CAB Elders Voorbereiding Een Twee Drie Vier Vijf Zes Zeven Acht Negen Tien Elf Twaalf 13-15 16-18 19-21 22-24 +24
25 34 35 33 46 63 78 46 58 70 53 59 65 55 41 55 60 79
57 49 40 42 29 21 11 36 28 22 26 5 20 28 32 24 16 3
19 16 25 25 25 16 11 18 14 8 21 36 15 17 27 21 24 18
% geplande contacten die door gingen 94,6 85,9 88,7 90,5 95,5 92,7 94,7 84,8 87,8 100,0 95,0 78,6 71,4 88,3 81,5 97,1 94,3 98,6
Het aantal keren dat we “voor een gesloten deur staan” neemt niet meer verder af, maar is toch vrij beperkt. Er blijft een spanningsveld tussen enerzijds de meer vluchtige cultuur van onze jongeren overnemen, en anderzijds hen toch leren om met vaste afspraken en een agenda te werken. We blijven kiezen voor zo veel mogelijk huiscontacten, maar zien jongeren soms toch op de dienst, bij voorbeeld om zaken te regelen (toegang tot internet), of omdat jongeren soms een tijdlang contacten in hun woning vermijden. Uiteraard wordt dit thema en de betekenissen daar rond dan onderwerp van begeleiding.
Maand Voorbereiding Een Twee Drie Vier Vijf Zes Zeven Acht Negen Tien Elf Twaalf 13-15 16-18 19-21 22-24 +24
Familie Verwijzer 0,77 5,00 1,56 3,44 1,00 1,78 0,88 2,63 1,80 2,00 0,89 1,22 0,75 1,00 1,00 0,83 1,14 1,00 0,25 0,38 0,89 1,22 1,67 0,33 0,83 1,00 0,54 1,15 1,43 1,57 0,70 0,50 0,50 0,64 0,07 0,67
Contacten met anderen Hulp- School/ Admin. verl. werk 4,23 1,08 1,08 4,11 3,44 4,89 2,67 1,22 3,11 2,38 1,38 2,38 2,40 3,50 2,70 0,78 0,78 1,56 0,75 1,50 2,75 0,33 0,33 3,33 0,86 1,29 3,00 1,13 0,50 1,88 0,67 0,56 2,22 0,83 0,17 1,50 0,67 0,00 1,50 1,54 0,31 1,15 1,43 0,29 1,71 1,60 0,60 4,20 1,50 1,00 2,21 0,22 0,56 0,78
Lief 0,69 0,89 0,67 0,38 1,40 1,11 1,00 0,17 0,00 0,25 0,11 0,00 0,00 0,08 1,71 0,00 0,57 0,63
Eigen kind 0,00 0,00 0,33 0,25 0,40 0,22 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,15 0,57 0,00 0,00 0,00
Andere 2,15 0,00 0,33 0,25 0,40 0,22 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,23 0,57 0,00 0,00 0,00
Het grootste aantal contacten is in verband met administratie, en met de verwijzers. Het beperkt aantal contacten met de familie zal onderwerp uitmaken van bespreking in team. De categorie eigen kind geeft maar een heel beperkte score. Voor het globaal overzicht is dit niet zo belangrijk, omdat de meeste jongeren (gelukkig) nog geen eigen kind hebben. Waar dat wel zo is, is het belangrijk om in de begeleiding er zicht op te houden hoe vaak het kindje gezien wordt, om in te schatten of we voldoende zicht kunnen houden op de ontwikkeling van het kindje. Deze registratie helpt ons om hiervoor alert te blijven.
REGISTRATIE INDICATOREN PROCEDURES Sinds enkele jaren houden we ook zorgvuldig een aantal indicatoren bij in verband met belangrijke processen in de begeleiding. Het gaat hier over de intakeprocedure en over de verslaggeving naar de verwijzers.
Indicatoren participatie van jongeren in onthaalprocedure Indicator %2008 %2007 De jongere kreeg een voorstellingsgesprek 100,00 100,00 Er is een getekend blad met afspraken BZW in dossier 92,31 100,00 De jongere deel zelf zijn akkoord mee voor BZW 100,00 93,75 Het handelingsplan vermeldt de hulpvragen van de jongere 100,00 100,00
%2006 100,00 96,15 84,62 92,31
In 1 situatie deelde moeder het akkoord van de jongere mee terwijl de jongere ernaast zat aan de telefoon.
Indicatoren verslaggeving in overleg met betrokkenen Indicator %2008 %2007 Verslag besproken met de jongere: 88,71 89,71 Concreet: Met de jongere opgesteld
%2006 90,00
25,81
17,65
11,25
Voor verzending besproken met de jongere
48,38
60,29
67,50
Na verzending besproken met de jongere
17,74
22,06
22,50
Verslag besproken met de verwijzer:
79,03
86,76
85,00
Concreet: Gesprek met consulent voor verslag
32,26
23,53
20,00
Telefonische bespreking met consulent
8,06
14,71
22,50
Face-to-face bespreking met consulent na verslag
38,71
50,00
45,00
69,35
69,12
63,75
Jongere aanwezig bij bespreking met consulent
We zien dat deze cijfers nagenoeg constant blijven. We blijven ernaar streven dat elk verslag ook met de consulent zou besproken worden (nu is dat 4 op 5 verslagen). Het heeft wellicht te maken met het feit dat de datum voor verlenging niet noodzakelijk samenvalt met de datum voor verslaggeving. We merken dat het steeds vaker voorkomt dat jongeren actief betrokken worden bij het schrijven van het eigen verslag (1 op 4), en dat hun inbreng zich niet beperkt tot lezen en aanvullingen met de eigen mening.
REGISTRATIE BIJ AFSLUITEN
Tot 1 maand Tot 2 maanden Tot 3 maanden Tot 4 maanden Tot 5 maanden Tot 6 maanden Tot 7 maanden Tot 8 maanden Tot 9 maanden Tot 10 maanden Tot 11 maanden Tot 12 maanden Tot 13 maanden Tot 14 maanden Tot 15 maanden Tot 16 maanden Tot 17 maanden Tot 18 maanden Tot 19 maanden Tot 20 maanden Tot 21 maanden Tot 22 maanden Tot 23 maanden Tot 24 maanden Meer dan 24 maanden TOTAAL
1. Duur van de begeleiding 2008 1 7% 1 7% 1 7% 2 13% 2 13% 2 13% 2 13% 1 7% 1 7% 2 13% 15 100%
07 06 05 5% 8% 5% 4% 8% 8% 5% 5% 8% 8% 5% 8% 8% 4% 5% 8% 11% 12% 5% 4% 8% 11% 4% 4% 15% 4% 5% 5% 4% 8% 5% 4% 8% 4% 26% 23% 31% 100% 100% 100%
04 5% 5% 5% 10% 15% 5% 5% 5% 15% 5% 25% 100%
We registreren na hoeveel maanden de begeleiding werd afgesloten. Het gaat in deze en volgende tabellen over alle begeleidingen die in 2008 werden afgesloten. De gemiddelde begeleidingsduur was in 2007 543 dagen, dit jaar is dit 467 dagen. Dit is korter dan in de voorbije 4 jaar. We zien dat 10 van de 15 afgesloten begeleidingen langer dan 1 jaar duurden waarvan 8 jongeren tussen 1 en 2 jaar en 2 jongeren tussen de 2 en de 3 jaar in begeleiding waren. Voor vaststellingen over de begeleidingsduur, de mate waarin doelstellingen gerealiseerd werden en de link tussen de zwaarte-index bij start en de situatie bij afsluiten kan je één en ander lezen in het artikel “tellen, vaststellen en ermee aan de slag”, terug te vinden in bijgaand jaarverslag 2008.
2. Reden van afsluiting 2008 5 33% Vooropgestelde doelstellingen bereikt 10 67% Vooropgestelde doelstellingen niet bereikt 15 100% TOTAAL Reden : Geen effectieve start 4 27% Jongere haakt af Niet gemotiveerd om verder te werken 3 20% rond specifieke problemen Jongere wil alleen proberen bij 2 13% meerderjarigheid Jongere wordt gedwongen het land te verlaten Plaatsing in gemeenschapsinstelling Plaatsing in onthaal en oriëntatie Jongere in gevangenis Opname in psychiatrie Verhuis buiten arrondissement Jongere bereikt maximale leeftijd voor begeleiding Ouders weigeren toestemming 1 7% Andere
07 06 05 04 53% 50% 46% 65% 47% 50% 54% 35% 100% 100% 100% 100% 5% -
8% 15%
15%
10%
21%
12%
8%
5%
5%
4%
8%
-
-
-
-
-
8% -
10% 5% -
5%
8%
8%
-
11%
4%
8%
5%
We gaan na of de begeleidingsdoelen werden gerealiseerd. In het tweede deel van de tabel geven we de belangrijkste reden aan als dat niet het geval was. Bij 1 op de 3 jongeren vonden we dat de doelstellingen bereikt waren op moment van afsluiten van de begeleiding. Bij “andere” hoort een jongere die bij de jeugdrechtbank terecht kwam en zo hulpverlening kreeg voor haar kind. Twee begeleiders en 2 consulenten vonden het Comité voor bijzondere jeugdzorg niet nodig vandaar dat zij het dossier afsloten en overlieten aan de sociale dienst van de Jeugdrechtbank.
3. Prognose bij afsluiting volgens begeleider 2008 07 06 2 13% 26% 19% Goed 3 20% 26% 31% Kan zich handhaven 5 33% 26% 31% Heeft vermoedelijk nog hulp nodig 5 33% 21% 19% Ernstige problemen 15 100% 100% 100% TOTAAL
05 31% 15% 31% 23% 100%
04 25% 30% 30% 15% 100%
Dit is de prognose zoals de begeleider die maakt na het afsluiten van de begeleiding. Bij 1/3 van de jongeren verwachten we dat ze verder goed zullen functioneren of zich probleemloos zullen handhaven. De andere 10 jongeren hebben volgens ons nog verdere hulp nodig, waarbij we voor 5 jongeren verwachten dat ze toch nog ernstig in de problemen zullen blijven komen.
3 bis. Is er verdere hulpverlening voorzien? 2008 07 8 53% 84% Neen 7 47% 16% Ja 15 100% 100% TOTAAL 1 7% 5% OCMW 1 7% Ambulante dienst AWW Residentiële dienst AWW DGG Psychiatrie 1 7% Kind en gezin Therapeutische gemeenschap 5% Residentiële hulpverlening binnen BJZ 2 13% Ambulante hulpverlening buiten BJZ 2 13% 5% Andere
06 69% 31% 100% 12% 4% 4%
05 54% 46% 100% 15% 8% -
04 50% 50% 100% 30% 5% 5% 5% -
15%
15%
5%
-
10%
Voor 7 jongeren is bij afsluiting ook daadwerkelijk hulp voorzien. “Andere” gaat over 1 jongere die ambulante hulp vond in de sector van de drughulpverlening en 1 jongere werd verder opgevolgd door een privé-psycholoog. De loutere financiële en administratieve opvolging binnen het OCMW beschouwen we niet als hulpverlening.
4. Inkomstenbron bij einde 2008 07 3 20% 26% Basisinkomen uit werk 1 7% 5% Basisinkomen door opleiding Basisinkomen door werkloosheidsverg. Basisinkomen door ziekteverz., 1 7% invaliditeit Basisinkomen verblijfssubsidie 5% (O.T.) 9 60% 42% Basisinkomen OCMW Basisinkomen door part1 7% 5% ner/ouders 16% Geen inkomen TOTAAL 15 100% 100% 3 20% 26% Werk 1 7% 5% Leercontract 6 40% 16% Kinderbijslag 1 7% 16% Kinderbijslag eigen kind 5% Stempel 11% Ouders 5% O.T. 10 67% 42% OCMW Ziektevergoeding 1 7% 11% Partner 5% Andere
06 31% 4%
05 8% -
04 20% 5%
4%
15%
5%
4%
8%
10%
38%
62%
55%
4%
8%
5%
15% 100% 31% 4% 8% 15% 4% 42% 8% 4%
100% 15% 8% 31% 15% 8% 62% 8%
100% 20% 5% 35% 5% 5% 10% 55% -
-
De groep “werkende jongeren” wordt kleiner. Opvallende is wel dat 40% (6 jongeren) van de jongeren nog kinderbijslag krijgen op moment van afsluiten. In opleg krijgen zij vaak nog een leefloon van het OCMW. Drie van deze jongeren waren nog schoolgaand bij het afsluiten van de begeleiding en 3 jongeren zaten in hun wachttijd. Ook jongeren die zich vooral richten op interim-jobs, moeten vaak nog bij het OCMW aankloppen om een opleg te krijgen tot het leefloon, al dan niet vermeerderd met de vrijstelling (SPI)1. Zo zie je dat in totaal 9 jongeren een tussenkomst krijgen van het OCMW. Ook dit jaar werd de begeleiding van 1 jong gezinnetje afgesloten. De kinderbijslag die zij ontvangen voor hun eigen kind wordt als een deel van hun inkomen beschouwd. 1
SPI of socio-professionele integratie premie. Concreet wordt voor leefloontrekkers de eerste 216,69 euro van hun inkomsten uit werk niet afgetrokken van het leefloon.
5. Met welke personen en diensten werd samengewerkt 2008 07 06 5.1. Netwerk Ouders Familie Partner Buren Steunfiguren Voogd NBBM Andere 5.2. Onderwijs School CLB Leersecretariaat Infodienst i.v.m. onderwijs Project deeltijdse vorming Andere 5.3. Gezondheid Huisarts Andere arts dan huisarts Psychiater Ziekenhuis Kind en gezin Tandarts Andere 5.4. Huisvesting Sociale huisvestingsmaatschappij Immobiliën Eigenaar Huurdersbond Energiemaatschappij / water Andere 5.5. Financiën en administratie Deurwaarder Incassobureau Schuldeiser Advocaat Bank Kinderbijslag Mutualiteit Stadsdiensten Ambassades Schuldbemiddelaar Andere 5.6. Tewerkstelling RVA VDAB Vakbond / HVW Tewerkstellingsproject Interimkantoren Andere 5.7. Politie en rijkswacht
05
04
14 8 8 4 5 3
93% 53% 53% 27% 33% 20%
79% 53% 63% 11% 42%
73% 35% 50% 19% 58%
100% 54% 8% 46% 54%
80% 55% 45% 20% 55%
32%
8%
-
-
11 4 5 4 -
73% 27% 33% 27% -
58% 16% 16% 26% 11% 21%
62% 15% 12% 27% 19% -
54% 46%
85% 35%
54%
20%
4 6 3 2 1 -
27% 40% 20% 13% 7% -
5% 5% 5% 16% 16% 5% 16%
15% 19% 27% 15% 15% 12%
8% 8% 23% 15% 23%
15% 5% 15% 20% 5%
8%
10%
2 6 12 2 9 1
13% 40% 80% 13% 60% 7%
11% 21% 68% 5% 53% 5%
15% 31% 73% 12% 4% 8%
31% 15% 77%
10% 45% 65%
30%
10%
1 1 4 6 12 8 7 1 2
7% 7% 27% 40% 80% 53% 47% 7% 13%
21% 16% 37% 16% 37% 58% 47% 16% 5% 16%
12% 12% 31% 38% 35% 73% 69% 35% 12% 4% 27%
23% 31% 38% 23% 38% 92% 85%
15% 20% 30% 30% 35% 95% 95%
54%
20%
5 2 2 2 10
33% 13% 13% 13% 67%
11% 37% 16% 32%% 32% 16% 26%
12% 50% 12 23% 12% 23% 35%
8% 31% 23%
5% 35% 5% 30%
8% 46%
5% 30%
5.8. Andere hulpverleners OCMW Ambulante dienst AWW Residentiële dienst AWW DGGZ Psychiatrie Hulpverlening BJB (andere dan consulent) CKG Justitiehuis Privé-therapeut Tolkdiensten Andere
14 1 1 1
93% 7% 7% 7%
84% 26% 5% 11% 5%
77% 15% 12% 4 4%
85% 23% 8% 15% 8%
90% 25% 5% 15% 15%
4
27%
32%
31%
31%
30%
1 2 2 1 7
7% 13% 13% 7% 47%
11% 5% 11%
4% 12% 4% -
8% 8% 8%
5% 10% 25%
Bovenstaande lijst betreft personen en diensten waarmee we samenwerkten in de in 2008 afgesloten begeleidingen. Met samenwerken wordt bedoeld dat we minstens 1 contact hadden, al is dat vaak (veel) meer. Hoogst scoort de samenwerking met de ouders (93%), het OCMW (93%), de eigenaar (80%), de kinderbijslagdienst (80%) en de school (73%). Eén jongere had geen contact met zijn ouders omdat zij in de gevangenis verbleven. Na overleg koos de begeleiding ervoor om dit ook niet te doen. Dit jaar hadden we ook opvallend veel contact met de politie (67%)
Gezin en familie Leeftijdsgenoten en/of vrienden Problemen t.g.v. situatie in gezin (scheiding, adoptie) Problem solving en keuzeproces Toekomstgerichtheid School Werk Partnerrelatie Identiteit Identiteitsproblemen, identiteitsontwikkeling Praktische vaardigheden standaard (1) Ruimere omgeving/Netwerk-niet hulpverlening Normen en waarden Sociale vaardigheden Partnerschap Relationele problemen (soc. vaardigh., contactmoei.) Algemeen gezondheid, hygiëne, voeding, raadplegen artsen... Vrije tijd Eenzaamheid (buiten de eerste maand) Budget standaard (4) Genotsmiddelen Woonst intensief (2) Administratie standaard (3) Seksualiteit Netwerk-wel hulpverlening Lichaamsbeleving Emotionele problemen(angst, depressie, verwerking) Woonst standaard (2) Administratie complex en/of intensief (3) Administratie complex en/of intensief (3) Budget intensief (4)
15 14 14 13 13 13 13 12 12 12 11 11 11 11 11 11 10
2008 100% 93% 93% 87% 87% 87% 87% 80% 80% 80% 73% 73% 73% 73% 73% 73% 67%
07 95% 84% 95% 95% 95% 84% 84% 84% 68% 42% 89% 58% 58% 53% 79% 53% 68%
06 100% 85% 92% 96% 100% 77% 81% 77% 85% 73% 88% 65% 81% 88% 73% 69% 69%
05 100% 85% 85% 100% 100% 100% 77% 85% 100% 85% 69% 38% 85% 100% 77% 92% 69%
04 100% 100% 75% 100% 100% 95% 85% 80% 95% 80% 80% 60% 70% 90% 70% 80% 75%
10 10 9 9 8 8 8 8 8 8 7 7 7 6
67% 67% 60% 60% 53% 53% 53% 53% 53% 53% 47% 47% 47% 40%
63% 47% 68% 26% 32% 68% 37% 47% 32% 47% 68% 26% 26% 26%
88% 38% 69% 54% 50% 54% 62% 46% 50% 58% 50% 42% 42% 27%
77% 23% 62% 54% 62% 54% 54% 38% 54% 46% 38% 46% 46% 38%
95% 60% 60% 50% 40% 50% 50% 50% 30% 70% 60% 50% 50% 40%
Specifieke ziektes of medische problemen Gedragsmoeilijkheden (agressie,...) Zwangerschap Praktische vaardigheden intensief (1) Justitiële hulpverlening Zwakbegaafdheid Leer- en ontwikkelingsproblemen Opvoeding van eigen kind indien van toepassing Andere-> afspraken nakomen, verbale agressie. Psycho-somatische klachten (eten, pijnen, automut) Handicap
6 6 4 4 4 4 4 3 3 2 1
40% 40% 27% 27% 27% 27% 27% 20% 20% 13% 7%
21% 26% 21% 5% 21% 5% 21% 26% -
46% 35% 42% 8% 23% 4% 8% 19% 4% 35% -
23% 62% 31% 31% 23% 15% 8% 31% 31% 8%
20% 40% 20% 15% 25% 5% 5% 10% 30% -
Hier presenteren we waarrond begeleiders en jongeren tijdens de begeleiding samenwerken. We sorteren de data in aflopende volgorde. Sommige werkgebieden worden opgesplitst in intensief of standaard. Om het totaal te maken, dient u de procenten van dezelfde cijfers tussen haakjes samen te tellen. Zo ziet u dat we bij alle jongeren werkten rond woonst (47% standaard en 53% intensief), rond budget (60% standaard en 40% intensief), rond administratie (53% standaard en 47% intensief), rond praktische vaardigheden (73% standaard en 27% intensief) en ook rond gezin en familie. Andere terreinen waar we met (bijna) alle jongeren rond werken zijn: leeftijdsgenoten/vrienden, psychosociale problemen ten gevolge van de situatie in hun gezin, keuzeproces, toekomstgerichtheid, school en werk. Op de volgende pagina’s vindt u 2 tabellen. In elk ervan maken we een vergelijking tussen de startsituatie (horizontaal) en de eindsituatie (verticaal) voor de jongeren die in 2008 afsloten, op vlak van beroepssituatie en woonsituatie.
7. Beroepssituatie bij start en einde Beroepssituatie bij einde Beroepssituatie bij start Vast werk Tijdelijk werk Deeltijds werk Deelt leren/Deelt werk Student Leercontract Dlt leren/Dlt werkloos Beroepsopleiding Uitkgerecht werkloos Ziekteverz Wachttijd NtUitkgerecht werkls Totaal Percentage 2008 Percentage 2007 Percentage 2006 Percentage 2005 Percentage 2004
Vast w
11% 8% 15%
Tijd w
2 1 3 20% 16% 15% 8% 5%
Deelt w
4% -
DL /DW
-
Stud
1 1 7% 26% 15% 15% 25%
Leerc
1 1 7% 5% 4% 5%
DL/DWls
1 1 7% 5% 4% 10%
Beropl
-
Uitk Werkls
1 1 7% 8% 15% 5%
Ziektever Wachtt
-
1 1 2 13% 21% 19% 8% 15%
Nuitk Wls
Totaal
Perc. 2008
1 4 1 6 40% 16% 23% 54% 20%
1 5 2 6 1 15
7% 33% 13% 40% 7% 100%
Woonsituatie bij einde Woonsituatie bij Start Depannage CAB Kamer Studio Appartement Sociaal App. Huis Gevangenis Instelling Home buiten BJB Psychiatrie Partner Familie Kennissen Geen woonst Onbekend Totaal Percentage 2008 Percentage 2007 Percentage 2006 Percentage 2005 Percentage 2004 Percentage 2003
Dep CAB
Kamer Studio App
Soc App
Huis
Gevang
OOOC
Gem. inst.
Inst. BJB
Res. AWW
Res. AsielVl. centr. Fonds
Home Psych. Gezin Partn.
Familie
Kennis
Geen w
Onbek
Tot.
Perc. 2008 20%
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
3
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
6
40%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
7%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
5%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
20%
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
7%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
3
15
100%
-
-
-
-
47% 20%
-
-
47%
-
11%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
31% 23%
4%
12%
-
-
-
-
-
-
-
-
4%
-
-
69% 15%
-
-
-
-
45% 15% 10% 15%
-
13% 35%
-
4%
-
3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
-
-
-
20%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7%
-
7%
-
-
13% 13%
11% 16% 16% 12%
-
4%
-
-
-
8%
4%
8%
-
8%
8%
8%
8%
8%
8%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5%
5%
5%
5%
5%
5%
-
-
-
-
-
5%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9%
4%
9%
-
-
-
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 51
CIJFERGEGEVENS DADERPROJECT
Voor de bespreking van de cijfergegevens verwijzen we naar het jaarverslag. In het deel “Leerproject“ is een bespreking van de meest opvallende cijfers opgenomen. Hier worden enkel nog enkele korte vaststellingen toegevoegd.
JRB Gent JRB Oudenaarde JRB Dendermonde Andere JRB TOTAAL
1. Verwijzers %2008 %2007 37% 44%
Totaal 18 3 28 49
6% 57% 100%
51% 5% 100%
%2006 57%
%2005 54%
%2004 66%
14% 27% 3% 100%
38% 8% 100%
10% 17% 7% 100%
Globaal gezien hebben we een kwart meer aanmeldingen dan vorig jaar (49 tegenover 39). Stilaan lijkt het leerproject een ruimere plaats te verwerven als mogelijke reactie ten aanzien van delict plegende jongeren. Jeugdrechtbank Dendermonde blijft de belangrijkste verwijzer. Er zijn ook opnieuw enkele verwijzingen vanuit Oudenaarde. 2. Leeftijd bij start %2008 %2007 1 2% 8% 9 18% 13% 4 8% 21% 11 22% 31% 20 41% 28% 4 9% 49 100% 100%
Totaal 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar TOTAAL
%2006 8% 25% 14% 14% 22% 17%
%2005 4% 21% 17% 33% 25%
%2004 10% 10% 22% 24% 20% 15%
100%
100%
100%
De grootste groep zijn dit jaar de 17-jarigen, 4 jongeren waren bij aanvang zelfs 18. We zien een aanzienlijke verschuiving in leeftijd naar oudere jongeren toe. 3. Duur dossier BJB (sinds eerste tussenkomst) Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 Nieuw dossier (eerste tussenkomst) 22 45% 33% 68% 25% 56% Tot 1 jaar 4 8% 15% 14% 25% 15% Tussen 1 en 5 jaar 10 20% 26% 11% 21% 15% Meer dan 5 jaar 2 4% 10% 8% 21% 7% Geen gegevens 11 22% 15% 8% 7% TOTAAL 49 100% 100% 100% 100% 100%
Bijna de helft van de jongeren komt voor het eerst in aanraking met de Bijzondere Jeugdbijstand. Dit sluit aan bij onze overtuiging dat het leerproject meest kans heeft om succesvol te zijn bij first offenders. Wat uiteraard niet uitsluit dat ook voor andere jongeren een leerproject kan overwogen worden en ook zijn nut kan hebben. Opvallend weinig jongeren hebben al een langere loopbaan binnen de BJB. Merk dat er hier en in volgende tabellen soms een belangrijk deel jongeren zijn waarbij we niet over alle gegevens beschikken. Dat heeft voor een deel te maken met aanmeldingen die uiteindelijk niet resulteerden in een opgestart leerproject.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 34
4. Woonst bij aanmelding Totaal %2008 %2007 Thuis bij ouder(s) 34 69% 79% Familie 1 2% Vrienden Bij partner Dakloos Woont alleen Woont alleen met begeleiding Residentie buiten BJB 1 2% 5% Onthaal en oriëntatie (OOOC) 3% Pleeggezin 1 2% Gemeenschapsinrichting 1 2% 5% Andere residentiële voorziening BJB 2 4% 5% Psychiatrie Andere 1 2% 3% Geen gegevens 8 16% TOTAAL 49 100% 100%
%2006 76% 3% 14% 3% 5% 100%
%2005 54% 8% 8% 8% 13% 4% 4% 100%
%2004 76% 5% 5% 2% 7% 2% 2% 100%
De overgrote meerderheid van de jongeren woont thuis. 5. Hulpverleningsverleden Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 Jongere heeft nog geen hulpverlening gehad 18 44% 28% 57% 28% 46% Jongere kreeg enkel ambulante hulp 9 22% 21% 24% 14% 10% Jongere kreeg (ook) residentiële hulp uitsluitend binnen de BJB 7 17% 59% 8% 10% 17% uitsluitend buiten de BJB 1 2% 10% zowel binnen als buiten de BJB 2 5% 14% 8% 28% 20% Geen gegevens 14 34% 7% 3% 3% 7% TOTAAL 41 100% 100% 100% 100% 100%
Geen 1 tot 3 Meer dan 3 Geen gegevens TOTAAL
Totaal 26 12 2 9 49
6. Aantal plaatsingen %2008 %2007 53% 33% 24% 51% 4% 5% 18% 10% 100% 100%
%2006 65% 27% 5% 3% 100%
%2005 54% 21% 21% 4% 100%
%2004 54% 29% 10% 7% 100%
Van ruim de helft van de jongeren weten we dat ze nooit geplaatst werden. 7. Aard van de residentiële opvang (meerdere items mogelijk) Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 Onthaal- en oriëntatiecentrum 3 6% 13% 8% 8% Gemeenschapsinrichting 9 18% 33% 11% 11% Pleeggezin 2 4% 5% 5% Andere instelling BJB 4 8% 21% 16% 16% Psychiatrie 1 2% 3% Therapeutische gemeenschap Opvang in kader AWW Andere 2 4% 3% 13%
%2004 22% 22% 2% 17% 7% 5%
Opvallend is dat toch al negen jongeren in een gemeenschapsinrichting verbleef voor ze doorgestuurd werden naar het leerproject. Dit is procentueel aanzienlijk minder dan het uitzonderlijke cijfer in 2007, maar toch nog vrij dicht tegen de 20%. Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 53
Geen enkele andere residentiële opvang scoort meer dan 10%. Totaal 49 49
Jongen Meisje TOTAAL
8. Geslacht %2008 %2007 100% 95% 5% 100% 100%
%2006 95% 5% 100%
%2005 88% 13% 100%
%2004 90% 10% 100%
Zelfs die één of twee meisjes die door hun uitzondering de regel bevestigen waren er dit jaar niet bij…
Belg EG-burger Buiten de EG Geen gegevens TOTAAL
Totaal 37 7 5 49
9. Nationaliteit %2008 %2007 76% 82% 10% 14% 8% 10% 100% 100%
%2006 81% 19% 100%
%2005 88% 4% 8% 100%
%2004 76% 2% 22% 100%
Het overgrote deel van de jongeren heeft de Belgische nationaliteit. 10. Huidig onderwijsniveau Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 Lager onderwijs 3% 5% 12% Bijzonder onderwijs 2 4% 26% 24% 17% 15% Deeltijds onderwijs 9 18% 15% 16% 29% 20% Leercontract 3 6% 3% 5% Beroepsonderwijs 12 24% 28% 22% 25% 22% Technisch Onderwijs 2 4% 10% 8% 8% 2% Kunstonderwijs 3% ASO 3 6% 3% 8% 10% HOBU Universiteit 1 2% Jongere is leerplichtig, volgt geen onderwijs 3% 7% Jongere zoekt werk 1 2% Jongere werkt 3 6% 3% Geen gegevens 13 27% 10% 11% 21% 7% TOTAAL 49 100% 100% 100% 100% 100%
Tot 6de jaar LO 1ste MO 2de MO 3de MO 4de MO 5de MO 6de MO Geen gegevens TOTAAL
11. Hoogst geslaagde jaar Totaal %2008 %2007 1 2% 13% 3 6% 8% 10 20% 18% 9 18% 18% 7 14% 15% 1 2% 3% 1 2% 17 35% 26% 49 100% 100%
%2006 24% 16% 14% 16% 11% 3% 16% 100%
%2005 8% 17% 21% 21% 8% 25% 100%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 36
%2004 20% 17% 20% 20% 5% 5% 2% 12% 100%
Geen gegevens Geen 1 tot 3 Meer dan 3 Geen gegevens TOTAAL
12. Aantal schoolwisselingen sinds start MO Totaal %2008 %2007 %2006 19 39% 13% 11% 4 8% 33% 30% 17 35% 36% 49% 5 10% 10% 3% 4 8% 8% 8% 49 100% 100% 100%
%2005 21% 46% 13% 21% 100%
%2004 17% 10% 63% 10% 100%
Een zeer beperkt aantal jongeren volgt ASO, TSO of kunstonderwijs. De grootste groepen zijn Beroepsonderwijs en Deeltijds Onderwijs. Er werden opvallend minder leerlingen uit het Bijzonder Onderwijs doorverwezen.
Geen eigen inkomen Inkomen uit werk Inkomen uit opleiding (leerco, stage) Inkomen uit werkloosheid Inkomen via OT (BZW) Andere Geen gegevens TOTAAL
13. Inkomen Totaal %2008 26 53% 7 14% 3 6% 13 27% 49 100%
%2007 85% 8% 3% 5% 100%
%2006 86% 8% 5% 100%
14. Delicten geregistreerd op politieniveau Totaal %2008 %2007 %2006 Verkeersdelicten Vermogensdelicten 12 27% 21% 3% Gewelddelicten 13 29% 38% 19% Zedendelicten 10 22% 26% 51% Drugdelicten 5 11% 3% Meer dan één categorie 5 11% 26% 24% 15. Aanleiding tot de maatregel Totaal %2008 %2007 %2006 Vermogensdelicten 21 43% 30% 5% Gewelddelicten 18 37% 48% 22% Geweld- en vermogensdelicten 8% Zedendelicten 10 20% 22% 57% Geweld- en zedendelicten 8% TOTAAL 49 100% 100% 100%
%2005 83% 13% 4% 100%
%2005
%2004 80% 2% 12% 5% 100% %2004
25% 46% 46% 4% -
46% 66% 34% 2% 46%
%2005 12% 44%
%2004 29% 39%
44%
32%
100%
100%
16. Eerdere contacten met Jeugdrechtbank naar aanleiding van delicten Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 Geen 26 53% 56% 78% 46% 59% Een 5 10% 10% 8% 17% 15% Meerdere 5 10% 23% 11% 33% 17% Geen gegevens 13 27% 10% 3% 4% 10% TOTAAL 49 100% 100% 100% 100% 100%
Opvallend is dat de grootste groep jongeren verwezen is naar aanleiding van vermogensdelicten. De groep zedendelicten blijft nu al 2 jaar schommelen rond de 20%, waar die vroeger een belangrijker aandeel had in het aantal doorverwijzingen? En ook hier de vaststelling dat de meerderheid “first offenders” zijn. Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 55
17. Woonverband ouders Totaal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 Ouders wonen samen 17 35% 38% 32% 25% 27% Eén of beide ouders nieuw samengesteld gezin 9 18% 38% 16% 21% 20% Beide ouders apart 8 16% 15% 41% 21% 39% Eén ouder overleden 3 6% 5% 17% 10% Beide ouders overleden 3% Eén ouder onbekend 3% 3% Beide ouders onbekend Geen gegevens 12 24% 5% 17% 5% TOTAAL 49 100% 100% 100% 100% 100%
Niet zelden is de (turbulente) gezinssituatie een element in het samenspel van factoren die leiden tot het delict.
Kader of directie Zelfstandige Bediende Arbeider Gelegenheidswerk Werkloos Invalide Huisvrouw Overleden Geen gegevens TOTAAL
18. Beroepssituatie ouders Totaal %2008 %2007 1 2% 5% 5 10% 10% 21 43% 49% 3 6% 10% 1 2% 1 2% 10% 17 35% 15% 49 100% 100%
%2006
%2005
8% 14% 49% 3% 19% 3% 5% 100%
4% 13% 50% 13% 4% 17% 2%
%2004 2% 5% 12% 49% 17% 2% 5% 7% 100%
We scoren hier de beroepssituatie van de ouder die het hoogst scoort op de tabel, voor zo ver die bekend is.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 38
OUDERSTAGE OOST-VLAANDEREN Inleiding
De ouderstage is een maatregel ten aanzien van ouders van kinderen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd of daarvan verdacht worden en de feiten niet ontkennen. Deze maatregel is ingevoerd in de wijzigingen in het jeugdrecht in 2006. De maatregel kan aangeboden worden door het parket of opgelegd door de jeugdrechter. Voor de provincie Oost-Vlaanderen wordt de uitvoering van de ouderstage toegewezen aan het Centrum Ambulante begeleiding (CAB), Bevrijdingslaan 9 te 9000 Gent. De bedoeling is dat ouderstage vanaf 1/1/09 opgenomen wordt in de nieuwe geïntegreerde dienst “HCA – Oost-Vlaanderen” en waarbij HCA staat voor Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling (van delicten gepleegd door minderjarigen). Als eerste deel geven we een overzicht van de regelgeving van toepassing op de ouderstage, daarna staan we stil bij de visie van de dienst, om tot slot de concretere uitwerking door het CAB toe te lichten. Mandatering: het wettelijk kader
Wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965 zoals gewijzigd door de wet van 13 juni 2006 en de wet van 27 december 2006. De uitvoerende diensten krijgen een opdracht van het openbaar ministerie (art. 45bis) of van de jeugdrechtbank (art. 29 bis). «Art. 45bis. - Ingeval de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over de minderjarige die verklaart niet te ontkennen een als misdrijf omschreven feit te hebben gepleegd, zich duidelijk onverschillig opstellen tegenover het delinquent gedrag van deze laatste, en deze onverschilligheid bijdraagt tot de problemen van de minderjarige, kan de procureur des Konings hen voorstellen een ouderstage te volgen». Dus, wanneer het parket een ouderstage voorstelt, zijn de betrokkenen vrij die stage al dan niet te aanvaarden. Het voorstel tot ouderstage staat los van de reactie of voorstellen ten aanzien van de minderjarige zelf. «Art. 29bis. - Wanneer de jeugdrechtbank een als misdrijf omschreven feit waarvoor een minderjarige vervolgd werd, bewezen verklaart, kan ze, op vordering van het openbaar ministerie of ambtshalve, het volgen van een ouderstage bevelen aan de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over deze minderjarige, indien ze zich duidelijk onverschillig opstellen tegenover het delinquent gedrag van deze laatste, en deze onverschilligheid bijdraagt tot de problemen van de minderjarige». De jeugdrechtbank kan aldus in bovenstaande omstandigheden een ouderstage opleggen. Dit is enkel mogelijk in combinatie met een maatregel ten aanzien van de minderjarige.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 57
Visie
MISSIE In opdracht van het Jeugdparket en/of de Jeugdrechtbank richt de ouderstage zich tot personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd of jongeren die daarvan verdacht worden en de feiten niet ontkennen. Vanuit een positieve en respectvolle houding en met erkenning voor hun inzet willen we de ouders op een dynamische en motiverende manier informeren over, responsabiliseren tot en ondersteunen in het opnemen van hun opvoedingsverantwoordelijkheden. VISIE Ouders, kinderen en de samenleving banen zich een weg door het ingewikkeld proces van opvoeden. Soms kan een samenspel van omstandigheden het opvoedingsproces bemoeilijken waardoor ze niet meer kunnen/willen investeren in de opvoeding. De nieuwe jeugdwet bepaalt dat minderjarige delinquenten gestimuleerd moeten worden om verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van hun gedrag en de gevolgen ervan. De reactie en houding van ouders ten aanzien van het gedrag en de feiten zijn hierbij van belang. De ouderstage is een instrument om met ouders stil te staan bij het delinquent gedrag van de minderjarige en hen te ondersteunen in het dragen van hun ouderlijke verantwoordelijkheid. De samenleving biedt via de ouderstage ouderschapservaringen’2 te exploreren.
ouders
de
kans
om
‘goede
We gaan uit van een pluralistische en verdraagzame mensvisie. Iedere ouder wordt als gelijkwaardig beschouwd en behandeld, ongeacht hun afkomst, huidskleur, cultuur, levensbeschouwing. De grondhouding van de begeleiders is hierbij van wezenlijk belang. Deze houding is respectvol, gelijkwaardig, begripvol, positief en proactief. Belangrijke aspecten daarin zijn:
2
-
vertrouwen hebben in de mogelijkheden en capaciteiten van individuen;
-
aansluiting vinden bij hun belevingswereld in hun culturele leefomgeving;
-
zichtbaar maken en versterken van de aanwezige krachten van ouders;
-
verhogen van het zelfoplossend vermogen;
-
bevorderen van het zelfvertrouwen en de eigenwaarde.
A. Van der Pas, Handboek methodische ouderbegeleiding 2. Naar een psychologie van ouderschap. Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2006 Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 40
Het aanbod van het Centrum Ambulante Begeleiding bevat de minimale doelen zoals omschreven in het samenwerkingsakkoord3. Daarnaast worden de ouders actief betrokken bij de inhoudelijke invulling van de ouderstage. DOELGROEP Doelgroep zijn mensen die het ouderlijk gezag uitoefenen over jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd of daarvan verdacht worden en de feiten niet ontkennen. Er moet een verband zijn tussen de wijze waarop de ouders met opvoeding (kunnen) omgaan en het gepleegde delict. In de regelgeving wordt daarbij de term “onverschilligheid” gehanteerd. Het is de taak van de verwijzer om de termen “ouderlijk gezag” en “onverschilligheid” te interpreteren. Als dienst werken we met de ouders die doorverwezen worden door het parket of door de jeugdrechter. DOELSTELLINGEN Vanuit de hierboven benoemde finaliteit leiden we vier centrale doelstellingen af: -
de ouders (her)ontdekken hun pedagogische vaardigheden en competenties;
-
de ouders zijn geïnformeerd over hun burgerrechtelijke, strafrechtelijke en opvoedingsverantwoordelijkheden;
-
de ouders voelen zich gesterkt om zich in te zetten voor de opvoeding van hun minderjarige zoon of dochter;
-
de ouders zijn actief betrokken.
Concrete uitwerking: traject van 30 uren ouderstage
Zoals de wetgever voorschrijft omvat de ouderstage 30 uren. Deze ouderstage kent een individuele en een collectieve fase. Doorheen het traject hechten we belang aan het opbouwen van een werkrelatie, het beluisteren van het verhaal en de beleving van de ouders en mogelijke weerstand t.a.v. de maatregel. Vanuit de dienst vetrekken we vanuit zorg op maat, wat o.a. betekent dat de inhoud en het concreet verloop verschillend is van ouder tot ouder. Algemeen gezien is het aanbod van ouderstage opgedeeld in 3 fasen: een startfase, een begeleidingsfase en een afsluitfase. Gezien de verschillen tussen ouderstage als verplichte maatregel via de jeugdrechtbank en op vrijwillige basis via het parket kan de ouderstage anders verlopen. 3
Het betreft het “Het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen van 13 december 2006” Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 59
We lichten de verschillende fasen toe. OPSTARTFASE De opstartfase bevat zowel de aanmelding als het intakegesprek. De verwijzer brengt de dienst ouderstage op de hoogte waarbij een afspraak gemaakt wordt voor een intakegesprek. Tijdens de intake zijn zowel de ouders, de verwijzer als de begeleider van de dienst ouderstage aanwezig. Onder verwijzer verstaan we de parketcriminoloog of de consulent van de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Hij/zij maakt tijdens het gesprek duidelijk waarom ouderstage voorgesteld of opgelegd is en informeert de ouders over hun rechten en plichten m.b.t. het volgen van de ouderstage. De dienst ouderstage stelt zich voor en geeft uitleg over het aanbod. Zowel de verwachtingen als de engagementen van de ouders worden besproken om uiteindelijk tot samenwerkingsafspraken te komen. Dit intakegesprek geldt als start van de ouderstage en wordt schriftelijk vastgelegd. BEGELEIDINGSFASE Het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen van 13 december 2006 bepaalt dat minstens de volgende thema’s aan bod moeten komen: -
pedagogische vaardigheden en probleemoplossing;
-
opvoedingsverantwoordelijkheid;
-
strafrechtelijke verantwoordelijkheid;
-
burgerrechtelijke verantwoordelijkheid.
Vanuit de dienst kiezen we er voor om de laatste drie thema’s in het individueel proces aan bod te laten komen. Het gedeelte rond de pedagogische vaardigheden is verwerkt in het groepsaanbod. Het individueel aanbod Het individueel aanbod houdt in dat de begeleider van de ouderstage de volgende thema’s met hen bespreekt: -
het proces-verbaal en/of delict dat aanleiding gaf tot de ouderstage;
-
de betekenis en de gevolgen van het gepleegde delict binnen het gezin;
-
strafrechtelijke, burgerrechtelijke en ouderlijke verantwoordelijkheid;
-
slachtoffer en herstel;
De overgang naar het groepsproces wordt met de ouders voorbereid.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 42
Het groepsaanbod In het groepsaanbod komen volgende thema’s aan bod: -
opvoeden;
-
ontwikkeling kinderen: puberteit;
-
oudervaardigheden: positieve betrokkenheid, positief bekrachtigen, problemen oplossen, leiding nemen en grenzen stellen en toezicht houden;
-
het gezin: verhoudingen en communicatie.
Centraal in het groepswerk staat het leren van elkaar, de (h)erkenning van elkaar en het leren uit ervaring. Hierbij maken we gebruik van de inbreng van de ouders zelf via discussies, uitwisselingen, stellingenspel, rollenspelen, … en thuisopdrachten. Gezien deze manier van werken worden de groepen zorgvuldig samengesteld. Individuele gesprekken Zowel tijdens het groepsaanbod en ook achteraf voorzien we nog een aantal individuele gesprekken waarbij de in groep aangeboden thema’s terug gekoppeld worden naar de eigen thuissituatie. Daarnaast is er ook ruimte om thema’s die in groep moeilijk(er) lagen, alsnog te bespreken. AFSLUITFASE De begeleider evalueert samen met de ouders het afgelopen traject en stelt aan de hand daarvan een eindverslag op. In dit eindverslag staat: -
data en uren van de contacten;
-
de behandelde thema’s.
Er is tevens ruimte voor ouders om bijkomende informatie en opmerkingen te vermelden. De verwijzer ontvangt dit verslag.
Net zoals bij het intakegesprek houden we met de betrokkenen, ouders, verwijzer en dienst, een evaluatiegesprek. HET VROEGTIJDIG AFSLUITEN VAN EEN DOSSIER Ook bij het vroegtijdig afsluiten wordt, indien mogelijk samen met de ouders, een eindverslag opgesteld en overgemaakt aan de verwijzer en de ouders. Indien mogelijk voorzien we eveneens een evaluatiegesprek zoals bij de afsluitfase.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 61
Contactgegevens
Centrum Ambulante Begeleiding Bevrijdingslaan 9 9000 Gent Tel: 09/2279271 www.cabgent.be
Werkvorm Ouderstage e-mail:
[email protected] Sabine Temmerman Anja Labaere
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 44
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 63
CIJFERGEGEVENS THUISBEGELEIDING
REGISTRATIE VAN DE NIEUW GESTARTE GEZINNEN IN 2008 Startregistratie 2008 I.
Van aanmelding tot verwijzing I.1. Van aanmelding tot verwijzing Aantal
Sociale Dienst Jeugdrechtbank Sociale Dienst CBJ Totaal
7 11 18
%2008 %2007 38,89% 30,77% 61,11% 69,23% 100,00% 100,00%
%2006 15,38% 84,62% 100,00%
%2005 20,00% 80,00% 100,00%
%2004 15,38% 84,62% 100,00%
I.2. Aard dossier De aard (nieuw of bestaand dossier) verwijst naar de situatie voorafgaand aan de beslissing tot thuisbegeleiding. Een dossier betreft het gezinsverband dat begeleid wordt. Aantal Nieuw dossier Bestaand dossier Minder dan 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar 5 en meer Onbekend Totaal
%2008
%2007
%2006
%2005
%2004
6 12
33,33% 66,67%
23,08% 76,92%
46,15% 53,85%
20,00% 80,00%
23,08% 76,92%
4 4 4 0 18
22,22% 22,22% 22,22% 0,00% 100,00%
15,38% 38,46% 23,08% 0,00% 100,00%
23,08% 23,08% 7,69% 0,00% 100,00%
40,00% 33,33% 6,67% 0,00% 100,00%
7,69% 46,15% 23,08% 0,00% 100,00%
%2005
%2004
I.3. Wie is de aanmelder bij de verwijzer? (nieuw dossier) Hier worden enkel de nieuwe dossiers gescoord. De aanmelder is diegene die de gezinssituatie aanmeldt bij de verwijzer. Aantal
%2008
%2007
%2006
Hulpverlening buiten de BJB
0 1 1 3
0,00% 16,67% 16,67% 50,00%
0,00% 0,00% 0,00% 66,67%
33,33% 16,67% 0,00% 33,33%
66,67% 0,00% 0,00% 33,33%
66,67% 0,00% 0,00% 33,33%
Andere Onbekend Bemiddelingscommissie Totaal
0 0 1 6
0,00% 0,00% 16,67% 100,00%
0,00% 33,33% 0,00% 100,00%
16,67% 0,00% 0,00% 100,00%
0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
Gezin De onmiddellijke omgeving Een politionele of justitiële instantie
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 46
II.
Gezinsgegevens II.1. Gezinssamenstelling
II.1.1. Aard van het ouderlijke systeem Een nieuw samengesteld gezin wordt gescoord als een alleenstaande ouder meer dan 3 maanden samenwoont met een nieuwe partner. Aantal
%2008
%2007
%2006
%2005
% 2004
Oorspronkelijke gezinssamenstelling Indien nee:
5 13
27,78% 72,22%
61,54% 38,46%
15,38%
26,67%
23,08%
Thuisbegeleiding bij moeder Thuisbegeleiding bij vader Thuisbegeleiding bij anderen Aard ouderlijk systeem bij moeder
11 2 0
61,11% 11,11% 0,00%
30,77% 7,69% 0,00%
76,92% 7,69% 0,00%
53,33% 20,00% 0,00%
53,85% 15,38% 0,00%
Eénoudergezin Nieuw samengesteld gezin Wisselende partners Andere Onbekend Totaal Aard ouderlijk systeem bij vader Eénoudergezin vader Nieuw samengesteld gezin Wisselende partners Andere Onbekend Totaal
8 3 0 0 0 11
72,73% 27,27% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
100,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
63,64% 36,36% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
66,67% 22,22% 0,00% 11,11% 0,00% 100,00%
71,43% 28,57% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
1 1 0 0 0 2
50,00% 50,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
0,00% 100,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
30,00% 66,67% 50,00% 20,00% 16,67% 25,00% 0,00% 0,00% 0,00% 20,00% 0,00% 0,00% 30,00% 16,67% 25,00% 100,00% 100,00% 100,00%
II.1.2. Kinderen Het betreft hier ALLE kinderen (zonder leeftijdsgrens) van beide partners (ook uit vorige huwelijken).
Aantal kinderen thuis: Aantal kinderen buitenshuis: Na scheiding andere partner Uit huis geplaatst binnen BJB Uit huis geplaatst buiten BJB (MPI, Internaat, Kind&Gezin) Zelfstandig wonend Totaal aantal kinderen
Aantal 45
%2008 97,83% 0,00% 0,00%
%2007 81,40% 18,60% 6,98% 0,00%
%2006 92,59% 7,41% 0,00% 7,41%
%2005 97,67% 2,33% 0,00% 0,00%
%2004 73,33% 26,67% 6,67% 6,67%
0 0 0
0,00%
11,63%
0,00%
2,33%
0,00%
1 2,17% 0,00% 0,00% 0,00% 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
13,33% 100,00
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 65
II.2.
Socio-economische situatie van het gezin
II.2.1. Woonsituatie
Woning in de privé Sociale woning Geen woning Andere Onbekend Totaal
Aantal 11 6 1 0 0 18
%2008 61,11% 33,33% 5,56% 0,00% 0,00% 100,00%
%2007 53,85% 46,15% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
%2006 46,15% 53,85% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
%2005 53,33% 46,67% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
%2004 38,46% 61,54% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%
2 16 18
11,11% 88,89% 100,00%
7,69% 92,31% 100,00%
7,69% 92,31% 100,00%
20,00% 80,00% 100,00%
7,69% 92,31% 100,00%
Eigendom Huur Totaal
II.2.2. Inkomstenbronnen gezin We registreren alle inkomstenbronnen van het gezin: ook kinderbijslag, alimentatie, e.d. Inkomen uit arbeid wordt ruim bekeken: ook zwart werk en gelegenheidswerk zijn inkomsten uit arbeid. Er zijn meerdere scores mogelijk Aantal Arbeid Vervangingsinkomen: Voor arbeidsongeschiktheid Voor werkloosheidsvergoeding Voor pensioen Voor weduwenpensioen Voor loopbaanonderbreking Gewaarborgd inkomen voor bejaarden Kinderbijslag Leefloon Tegemoetkoming gehandicapten Alimentatie Geen Andere Onbekend
8 9
%2008 44,44% 50,00%
4 5 0 0 0 0 18 2 0 3 0 1 0
22,22% 27,78% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 11,11% 0,00% 16,67% 0,00% 5,56% 0,00%
%2007 69,23% 69,23% 23,08% 30,77% 7,69% 7,69% 0,00% 0,00% 100,00% 0,00% 0,00% 15,38% 0,00% 0,00% 0,00%
%2006 46,15% 76,92% 30,77% 38,46% 0,00% 7,69% 0,00% 0,00% 100,00% 15,38% 0,00% 23,08% 0,00% 15,38% 0,00%
%2005 46,67% 60,00% 13,33% 46,67% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 0,00% 0,00% 20,00% 0,00% 6,67% 0,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 48
%2004 38,46% 69,23% 23,08% 61,54% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 7,69% 7,69% 23,08% 0,00% 7,69% 0,00%
II.3. Gezinstaken II.3.1. Organisatie van het dagelijkse leven II.3.1.1 Huisvestingsproblemen Aantal %2008 %2007
%2006
%2005
%2004
10 55,56% 61,54% 61,54% 73,33% 30,77% 8 44,44% 38,46% 38,46% 26,67% 69,23% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Neen Ja Onvoldoende gegevens Totaal
II.3.1.2. Financiële problemen Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 3 16,67% 15,38% 23,08% 13,33% 23,08% 15 83,33% 84,62% 76,92% 86,67% 76,92% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 92,31% 100,00%
Neen Ja Onvoldoende gegevens Totaal Zo ja, welke? Leven van een beperkt inkomen Zware schulden Inadequaat budgetbeheer
11 5 8
61,11% 27,78% 44,44%
76,92% 46,15% 46,15%
38,46% 38,46% 38,46%
66,67% 46,67% 26,67%
30,77% 38,46% 38,46%
Administratieve problemen worden gescoord als het gezin met meer dan 3 dossiers niet in orde is en dit over een langere periode. II.3.1.3. Administratieve problemen Aantal %2008 %2007 7 38,89% 53,85% Neen, doorgaans alles in orde door het gezin 6 33,33% 15,38% Neen, doorgaans alles in orde door diensten 5 27,78% 23,08% Ja 0 0,00% 7,69% Onvoldoende gegevens
%2006 30,77% 30,77% 38,46% 0,00%
II.3.1.4. Problemen huishoudelijke organisatie Aantal %2008 %2007 %2006 Neen Ja Onvoldoende gegevens Totaal Zo ja, welke?
%2005 33,33% 40,00% 13,33% 13,33%
%2005
%2004 23,08% 23,08% 53,84% 0,00%
%2004
9 50,00% 53,85% 38,46% 46,67% 30,77% 9 50,00% 46,15% 61,54% 53,33% 69,23% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Gebrekkig onderhoud woning Gebrekkige hygiëne
2 2
11,11% 11,11%
38,46% 38,46%
23,08% 7,69%
33,33% 6,67%
53,85% 38,46%
Gebrekkige verzorging van eten Gebrekkige verzorging kleding Geen (betr.) vast dagritme
1 1 8
5,56% 5,56% 44,44%
30,77% 23,08% 38,46%
23,08% 0,00% 61,54%
6,67% 0,00% 20,00%
38,46% 23,08% 61,54%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 67
II.3.2. Ouderschap Met V/M wordt hier bedoeld de ouderfiguren die in het gezin aanwezig zijn en verantwoordelijkheid op dit vlak opnemen. II.3.2.1. Opvoedingsproblemen in de relatie V/M. (meerdere scores mogelijk) Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Geen probleem 7 38,89% 53,85% 30,77% 13,33% Aanpak V/M niet afgestemd 5 27,78% 61,54% 23,08% 20,00% Aanpak V/M strijdig
%2004 7,69% 30,77% 30,77%
Geen overleg tussen V en M i.v.m. de aanpak
5
27,78%
23,08%
7,69%
0,00%
23,08%
Overleg V/M conflictueus Niet van toepassing (één-oudergezin) Onbekend
6 8 1
33,33% 44,44% 5,56%
46,15% 30,77% 0,00%
30,77% 61,54% 0,00%
26,67% 66,67% 0,00%
15,38% 53,85% 0,00%
II.3.3. Ontwikkeling van de ouders II.3.3.1. Zijn er problemen op vlak van partnerrelatie? Moeders Vaders Aantal %2008 %2007 %2006 Aantal %2008 %2007 %2006 5 29,41% 7,69% 16,67% 2 20,00% 11,11% 0,00% 8 80,00% 88,89% 100,00% 12 70,59% 92,31% 83,33% 17 100,00% 100,00% 100,00% 10 100,00% 100,00% 100,00%
Neen Ja Totaal Zo ja, met wie? Met huidige partner Met ex-partner
9 7
52,94% 41,18%
61,54% 38,46%
66,67% 58,33%
7 2
70,00% 20,00%
88,89% 22,22%
83,33% 50,00%
In deze kolom bekijken we of het gezin voldoende mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing van de ouders biedt. Mentale ontplooiing: zwakbegaafdheid en mentale handicap als er problemen ervaren worden. Psychische gezondheid: psychiatrische problemen als er problemen ervaren worden. II.3.3.1. Zijn er problemen op vlak van persoonlijke ontplooiing?? Moeders Vaders Aantal %2008 %2007 %2006 Aantal %2008 %2007 %2006 1 5,88% 7,69% 0,00% 1 10,00% 0,00% 0,00% Neen 9 90,00% 16 94,12% 92,31% 100,00% 100,00% 100,00% Ja 17 100,00% 100,00% 100,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% Totaal Zo ja, welke? (meerdere scores mogelijk) Loopbaan, tewerkstelling 9 52,94% 53,85% 75,00% 5 50,00% 77,78% 50,00% Mentale ontplooiing 5 29,41% 23,08% 25,00% 1 10,00% 33,33% 0,00% Fysische gezondheid 8 47,06% 46,15% 33,33% 5 50,00% 66,67% 33,33% Psychische gezondheid 14 82,35% 76,92% 83,33% 9 90,00% 66,67% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 50
II.3.4.
Maatschappelijk functioneren
II.3.4.1. Het gezin en de omgeving
Neen Ja Totaal Zo ja, wie?
II.3.4.1.1. Zijn er problemen op vlak van contacten met derden? Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 1 5,56% 0,00% 23,08% 46,67% 15,38% 17 94,44% 100,00% 76,92% 53,33% 84,62% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 11 7 6 1 4 4 5 6
Met familie De buurt De school Het werk De huiseigenaar Politie en gerecht Andere hulpverleners Vrienden
Neen Ja Totaal Zo ja, wie?
61,11% 38,89% 33,33% 5,56% 22,22% 22,22% 27,78% 33,33%
84,62% 30,77% 53,85% 7,69% 23,08% 23,08% 30,77% 23,08%
69,23% 30,77% 46,15% 7,69% 7,69% 30,77% 30,77% 23,08%
40,00% 33,33% 20,00% 0,00% 13,33% 20,00% 26,67% 6,67%
61,54% 30,77% 61,54% 0,00% 30,77% 30,77% 53,85% 15,38%
II.3.4.1.2. Zijn er steunfiguren op praktisch-emotioneel vlak? Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 1 5,56% 15,38% 7,69% 13,33% 0,00% 17 94,44% 84,62% 92,31% 86,67% 100,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Familieleden Buren Niet inwonende partner of ouder Vrienden Andere hulpverlener Huisarts Andere
9 4 2 9 7 7 4
50,00% 22,22% 11,11% 50,00% 38,89% 38,89% 22,22%
69,23% 0,00% 7,69% 15,38% 30,77% 15,38% 30,77%
61,54% 23,08% 23,08% 38,46% 38,46% 23,08% 7,69%
46,67% 26,67% 13,33% 40,00% 20,00% 20,00% 20,00%
76,92% 15,38% 7,69% 23,08% 61,54% 53,85% 23,08%
II.3.5. Het gezin en hulpverlening II.3.5.1. Heeft gezin regelmatig contact met andere hulpverleners? Aantal %2008 %2007 %2006 %2005
%2004
Neen Ja Totaal Zo ja, met wie?
0 0,00% 7,69% 15,38% 13,33% 0,00% 18 100,00% 92,31% 864,62% 86,67% 100,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Dienstverlening, bvb. Gezinszorg Justitiële hulpverlening, bvb. probatie Psychiatrie Kind en Gezin Vlaams Fonds, bvb. revalidatie, MPI CLB Dienst Algemeen Welzijnswerk OCMW CGGZ Voorziening BJB Andere
0 4 4 3 2 4 4 10 1 1 7
0,00% 22,22% 22,22% 16,67% 11,11% 22,22% 22,22% 55,56% 5,56% 5,56% 38,89%
38,46% 0,00% 15,38% 30,77% 30,77% 46,15% 15,38% 38,46% 7,69% 7,69% 30,77%
30,77% 7,69% 7,69% 7,69% 23,08% 23,08% 7,69% 61,54% 0,00% 8,00% 30,77%
20,00% 26,67% 6,67% 20,00% 20,00% 33,33% 6,67% 33,33% 26,67% 6,67% 26,67%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 69
23,08% 0,00% 7,69% 15,38% 15,38% 38,46% 15,38% 46,15% 23,08%
II.3.5.2. Motivatie van het gezin tot thuisbegeleiding Aantal %2008 %2007 %2006 Positieve motivatie Neutrale motivatie Geen tot weinig motivatie Negatieve motivatie Tegengestelde motivatie bij gezinsleden Totaal
%2005
%2004
3 16,67% 15,38% 0,00% 6,67% 7,69% 2 11,11% 15,38% 7,69% 0,00% 30,77% 6 33,33% 46,15% 61,54% 40,00% 38,46% 1 5,56% 0,00% 0,00% 13,33% 7,69% 6 33,33% 23,08% 30,77% 40,00% 15,38% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Bij deze vraag peilen we naar de kenmerken uit de definitie van Ghesquière: een multi-problemgezin is een gezin dat kampt met een chronisch complex van socio-economische en psycho-sociale problemen waarvan de betrokken hulpverleners vinden dat het weerbarstig is voor hulp. De weerbarstigheid van het gezin wordt gescoord voor hulpverlening in het algemeen, niet exclusief voor thuisbegeleiding. II.3.5.3. Typeer je dit gezin als problematisch?. Aantal %2008 %2007 %2006
%2005
%2004
Op socio-economisch vlak : Neen Ja Totaal
8 44,44% 38,46% 7,69% 33,33% 38,46% 10 55,56% 61,54% 92,31% 66,67% 61,54% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Op psycho-sociaal vlak : Neen Ja Totaal
0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Qua weerbarstigheid voor hulpverlening Neen Ja Totaal
11 61,11% 46,15% 69,23% 60,00% 38,46% 7 38,89% 53,85% 30,77% 40,00% 61,54% 18 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Is de problematiek chronisch? Neen Ja Totaal
4 22,22% 7,69% 7,69% 26,67% 23,08% 14 77,78% 92,31% 92,31% 80,00% 76,92% 18 100,00% 100,00% 100,00% 106,67% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 52
III.
DE KINDEREN III.1. Leeftijd van de kinderen
Hier worden enkel de kinderen IN het gezin gescoord. Aantal Jonger dan 3 jaar Tussen 3 en 6 jaar Tussen 7 en 12 jaar Tussen 13 en 15 jaar Tussen 16 en 18 jaar > 18 jaar Totaal
3 5 13 10 10 5 46
%2008
%2007
%2006
%2005
%2004
6,52% 10,87% 28,26% 21,74% 21,74% 10,87% 100,00%
16,67% 22,22% 22,22% 25,00% 13,89% 0,00% 100,00%
16,00% 16,00% 24,00% 32,00% 12,00% 0,00% 100,00%
9,52% 23,81% 35,71% 19,05% 9,52% 2,38% 100,00%
14,71% 26,47% 44,12% 14,71% 0,00% 0,00% 100,00%
%2006 96,00% 0,00% 0,00% 4,00% 0,00% 100,00%
%2005 85,71% 0,00% 9,52% 4,76% 0,00% 100,00%
%2004 94,12% 0,00% 5,88% 0,00% 0,00% 100,00%
III.2. Etnische origine Belgisch Andere EG-burger Magreb-Turkse Gemengde Andere Totaal
Aantal 28 5 8 1 4 46
%2008 60,87% 10,87% 17,39% 2,17% 8,70% 100,00%
%2007 72,22% 5,56% 22,22% 0,00% 0,00% 100,00%
III.3. Onderwijsniveau van het kind (werkende kinderen: hoogst bereikte niveau) Aantal
%2008
%2007
Nog niet schoolgaand
3
6,52%
16,67%
Buitengewoon kleuteronderwijs
1
2,17%
0,00%
Kleuteronderwijs
4
8,70%
27,78%
Buitengewoon onderwijs
5
10,87%
11,11%
Lager onderwijs
9
19,57%
16,67%
Buitengewoon secundair onderwijs Secundair onderwijs
%2006 16,00%
%2005
%2004
9,52%
11,76%
4,00%
0,00%
23,53%
12,00%
21,43%
20,59%
8,00%
11,90%
26,47%
1
2,17%
8,33%
24,00%
28,57%
8,82%
21
45,65%
16,67%
24,00%
0,00%
8,82%
Deeltijds onderwijs
2
4,35%
2,78%
8,00%
21,43%
0,00%
Leercontract
0
0,00%
0,00%
4,00%
0,00%
0,00%
N.U.H.O.
0
0,00%
0,00%
0,00%
4,76%
0,00%
Universitair onderwijs
0
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Onbekend
0
0,00%
0,00%
0,00%
2,38%
0,00%
0 46
0,00% 100,00%
0,00% 100,00%
0,00% 100,00%
0,00% 100,00%
0,00% 100,00%
Andere Totaal
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 71
III.4. Hulpverleningsverleden van het kind
Neen Ja Geen gegevens Totaal
Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 10 21,74% 25,00% 24,00% 35,71% 23,53% 35 76,09% 63,89% 76,00% 64,29% 76,47% 1 2,17% 11,11% 0,00% 0,00% 0,00% 46 100,00% 100,00% 100,00% 90,91% 100,00%
Welke hulpverlening kwam voor? 22 47,83% 27,78% Binnen Bijzondere Jeugdbijstand 10 21,74% 5,56% Onder toezicht 5 10,87% 5,56% Pleeggezin 10 21,74% 16,67% Residentie 7 15,22% 13,89% Thuisbegeleiding 1 2,17% 2,78% Dagcentrum 0 0,00% 0,00% BZW 7 15,22% 11,11% OOC 3 6,52% 8,33% Crisishulp aan huis 2 4,35% 5,56% Andere 33 71,74% 58,33% Buiten Bijzondere Jeugdbijstand 4 8,70% 2,78% Psychiatrie 2 4,35% 2,78% AWW (JAC, residentie) 12 26,09% 22,22% Kind en Gezin (CKG, pleeggezin) 0 0,00% 0,00% CGGZ 4 8,70% 5,56% Vlaams Fonds (revalidatie, MPI) 16 34,78% 11,11% CLB 2 4,35% 27,78% Andere
24,00% 0,00% 0,00% 4,00% 16,00% 4,00% 0,00% 8,00% 12,00% 8,00% 52,00% 8,00% 4,00% 12,00% 0,00% 24,00% 0,00% 16,00%
33,33% 9,52% 7,14% 11,90% 11,90% 0,00% 0,00% 9,52% 11,90% 2,38% 50,00% 0,00% 0,00% 35,71% 14,29% 4,76% 14,29% 0,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 54
38,24% 2,94% 5,88% 5,88% 26,47% 2,94% 0,00% 8,82% 0,00% 14,71% 70,59% 26,47% 2,94% 44,12% 17,65% 8,82% 0,00%
III.5
Ontwikkeling van het kind (toelichting bij de invulling van de volgende tabellen). Gezondheid Centraal staat qua gezondheid: de groei en de ontwikkeling van het kind/jongere, de behandeling van eventuele gezondheidsproblemen en handicaps, de bescherming van het kind/jongere tegen gebeurlijke ongevallen en info naar het kind/jongere toe over hoe hij gezond kan blijven. Binnen deze topic is het tevens belangrijk aandacht te schenken aan voeding, tandverzorging, persoonlijke hygiëne, lichaamsbeweging en sport bij kinderen; aangevuld met roken, alcoholgebruik, bescherming tegen zwangerschap en seksueel overdraagbare ziekte bij adolescenten en jongvolwassenen. Cognitieve ontwikkeling : onderwijs en dagbesteding In deze sector wordt bijzondere aandacht gegeven aan de schoolse vaardigheden en de problemen die zich hier kunnen voordoen. Voor adolescenten komen hier ook werkvaardigheden bij. Ook het invullen van vrije tijd komt aan bod. Voor jonge kinderen gaat het om de senso-motorische en de cognitieve ontwikkeling. (dit is o.a. ontwikkeling van communicatie, spraak en taal). Identiteit Bijzondere aandacht gaat naar het ontwikkelen van een positief zelfbeeld - zelfwaardering van kind/jongere en ontwikkeling van een eigen identiteit-persoon. Band met het gezin van herkomst. Deze dimensie geeft aandacht aan de emotionele band met het gezin van herkomst (dus ook en vooral de niet inwonende ouder). Band met de ruimere omgeving Ruimere sociale netwerken zoals contact met grootouders, ooms en tantes, vrienden van de familie enz. worden in rekening gebracht. Sociaal voorkomen Zowel de fysieke verschijning als en verzorging van het kind/jongere zijn bijzondere aandachtspunten. Draagt het kind verzorgde kledij, schoenen, hoe is de persoonlijke hygiëne? Hoe is de zelfzorg: vb. maakt de jongere een verschil in kledij tijdens de vrije tijd of op school. Emotionele ontwikkeling Bijzondere aandacht : - de specifieke vaardigheden in de omgang met leeftijdgenoten en anderen; - geïnternaliseerde problemen bij kind/jongere zoals vb. angst en depressie; Gedagsontwikkeling - geëxternaliseerde problemen bij kind/jongere zoals vb. agressie en druggebruik. Zelfzorgvaardigheden Deze vraag is bedoeld om na te gaan of het kind voor zijn/haar leeftijd voldoende zelfstandig is en of het aangemoedigd wordt bepaalde vaardigheden te verwerven. Het gaat hem om dagelijkse vaardigheden op persoonlijk, huishoudelijk en maatschappelijk vlak.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 73
III.5.1. Is de gezondheid en lich. Ontw. in overeenstemming met leeftijd? Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 %2004 5 10,87% 19,44% 16,00% 9,52% Neen 41 89,13% 75,00% 80,00% 90,48% Ja 0 0,00% 5,56% 4,00% 0,00% Onvoldoende Gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.2. Is de cognitieve ontw. in overeenstemming met leeftijd? 7 15,22% 30,56% 40,00% 14,29% Neen 36 78,26% 61,11% 56,00% 83,33% Ja 3 6,52% 8,33% 4,00% 2,38% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.3. Is de identiteitsontw. In overeenstemming met leeftijd? 22 47,83% 41,67% 44,00% 30,95% Neen 23 50,00% 52,78% 52,00% 61,90% Ja 1 2,17% 5,56% 4,00% 7,14% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.4. Is de band met gezin van herkomst voldoende? 31 67,39% 47,22% 64,00% 69,05% Neen 15 32,61% 36,11% 32,00% 28,57% Ja 0 0,00% 16,67% 4,00% 2,38% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.5. Is de band met de ruimere omgeving voldoende? 13 28,26% 47,22% 40,00% 19,05% Neen 30 65,22% 41,67% 56,00% 69,05% Ja 3 6,52% 11,11% 4,00% 11,90% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.6. Is sociaal voorkomen in overeenstemming met de leeftijd? 8 17,39% 22,22% 4,00% 0,00% Neen 38 82,61% 75,00% 92,00% 100,00% Ja 0 0,00% 2,78% 4,00% 0,00% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal
11,76% 88,24% 0,00% 100,00% 38,24% 61,76% 0,00% 100,00% 55,88% 44,12% 0,00% 100,00% 70,59% 29,41% 0,00% 100,00% 55,88% 44,12% 0,00% 100,00% 20,59% 79,41% 0,00% 100,00%
III.5.7. Is emotionele ontw. In overeenstemming met de leeftijd ?
27 58,70% 55,56% 60,00% 57,14% Neen 18 39,13% 30,56% 32,00% 40,48% Ja 1 2,17% 13,89% 8,00% 2,38% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal III.5.8. Is gedragsontw. In overeenstemming met de leeftijd? 15 32,61% 58,33% 56,00% 40,48% Neen 30 65,22% 33,33% 40,00% 59,52% Ja 1 2,17% 8,33% 4,00% 0,00% Onvoldoende gegevens 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% Totaal
64,71% 29,41% 5,88% 100,00% 55,88% 44,12% 0,00% 100,00%
III.5.9. Is het kind voldoende zelfredzaam voor zijn leeftijd?
Neen Ja Onvoldoende gegevens Totaal
10 21,74% 30,56% 24,00% 16,67% 20,59% 35 76,09% 58,33% 72,00% 80,95% 79,41% 1 2,17% 11,11% 4,00% 2,38% 0,00% 46 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 56
III.6. Contacten met niet-inwonende natuurlijke ouder Aantal %2008
%2007
13 28,26% 5,56% 9 19,57% 72,22% 11 23,91% 8,33% 13 28,26% 13,89% 46 100,00% 100,00%
Niet inw. nat. ouder overleden Niet van toepassing (beide nat. ouders in gezin) Ja Neen Totaal
IV. Moeder en vaderfiguren IV.1. Leeftijd Leeftijd moeders Aantal %2008 %2007 %2006
%2005
Leeftijd vaders %2008 %2007 %2006
Aantal
%2005
Jonger dan 20 Tussen 21 en 30 jaar Tussen 31 en 40 jaar Tussen 41 en 50 jaar
1 1 4 9
5,88% 5,88% 23,53% 52,94%
0,00% 30,77% 38,46% 30,77%
8,33% 8,33% 58,33% 8,33%
0,00% 16,67% 41,67% 41,67%
0 0 1 7
0,00% 0,00% 10,00% 70,00%
0,00% 11,11% 44,44% 22,22%
0,00% 16,67% 33,33% 50,00%
0,00% 0,00% 37,50% 37,50%
Tussen 51 en 60 jaar Ouder dan 60 jaar Onbekend
2 0
11,76% 0,00%
0,00% 0,00%
16,67% 0,00%
0,00% 0,00%
2 0
20,00% 0,00%
0,00% 22,22%
0,00% 0,00%
25,00% 0,00%
0
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
17 100,00% 100,00% 100,00%
100,00%
Totaal
10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
IV.2. Etnische origine
Aantal 11 3 2 0 1 17
Belgische Andere EG-burger Magreb-Turkse Gemengde Andere Totaal
Moeders %2008 %2007 %2006 %2005 64,71% 84,62% 100,00% 91,67% 17,65% 7,69% 0,00% 0,00% 11,76% 7,69% 0,00% 8,33% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 5,88% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Aantal 7 2 1 0 0 10
%2008 70,00% 20,00% 10,00% 0,00% 0,00% 100,00%
Vaders %2007 %2006 %2005 88,89% 100,00% 87,50% 0,00% 0,00% 0,00% 11,11% 0,00% 12,50% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 100,00% 100,00%
IV.3. Onderwijs
Buitengewoon lager onderwijs Lager onderwijs Buitengewoon secundair onderwijs Secundair onderwijs Deeltijds onderwijs Leercontract N.U.H.O. of universitair onderwijs Onbekend Andere Totaal
Moeders Aantal %2008 %2007 %2006 1 5,88% 23,08% 0,00% 1 5,88% 0,00% 16,67%
Vaders %2005 Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 0,00% 0 0,00% 0,00% 0,00% 12,50% 0,00% 2 20,00% 22,22% 0,00% 0,00%
3
17,65%
53,85%
16,67%
16,67%
0
0,00%
22,22%
16,67%
12,50%
6 1 0
35,29% 5,88% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00%
41,67% 0,00% 8,33%
50,00% 0,00% 0,00%
4 0 0
40,00% 0,00% 0,00%
22,22% 0,00% 0,00%
66,67% 0,00% 0,00%
62,50% 0,00% 0,00%
1
5,88%
23,08%
0,00%
25,00%
1
10,00%
0,00%
0,00%
0,00%
4 23,53% 0,00% 16,67% 0 0,00% 0,00% 0,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
8,33% 0,00% 100,00%
3 30,00% 33,33% 16,67% 12,50% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 75
V.4. Voornaamste dagbesteding
Werk Eigen huishouden Schoolgaand of in opleiding Andere zinvolle dagbesteding (vrijwilligerswerk, werkzoekend, verenigingsleven,…) Geen gestructureerde dagbesteding Totaal
Moeders Aantal %2008 %2007 %2006 4 23,53% 38,46% 25,00% 7 41,18% 30,77% 41,67% 1 5,88% 7,69% 0,00%
%2005 16,67% 75,00% 0,00%
Vaders Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 5 50,00% 44,44% 50,00% 62,50% 1 10,00% 0,00% 0,00% 25,00% 2 20,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0
0,00%
11,11%
0,00%
0,00%
5
29,41%
23,08%
33,33%
8,33%
2
20,00%
44,44%
50,00%
12,50%
17 100,00% 100,00% 100,00%
100,00%
10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
IV.5. Verliep de eigen opvoeding problematisch (meerdere scores mogelijk) Moeders Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 4 23,53% 15,38% 0,00% 16,67% 7 41,18% 69,23% 100,00% 66,67% 6 35,29% 15,38% 0,00% 16,67% 17 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Neen Ja Onvoldoende gegevens Totaal Ouder werd tijdens zijn jeugd in een instelling of pleeggezin geplaatst Ouder werd tijdens zijn jeugd fysiek, emotioneel of seksueel mishandeld Ouder werd tijdens zijn jeugd ernstig verwaarloosd
Vaders Aantal %2008 %2007 %2006 %2005 2 20,00% 0,00% 0,00% 12,50% 6 60,00% 77,78% 100,00% 62,50% 2 20,00% 22,22% 0,00% 25,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2
11,76%
7,69%
25,00%
25,00%
2
20,00%
66,67%
16,67%
12,50%
3
17,65%
38,46%
25,00%
41,67%
1
10,00%
22,22%
16,67%
12,50%
7
41,18%
61,54%
75,00%
41,67%
5
50,00%
55,56%
83,33%
37,50%
Moeders Aantal %2008 Kan positieve eigenschappen van de kinderen opnoemen: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Stelt duidelijke grenzen: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Volgt goed op of de kinderen de gestelde grenzen opvolgen: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Laat merken dat hij / zij de kinderen graag ziet: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal
%2007
%2006
%2005
Aantal %2008
Vaders %2007
%2006
%2005
4 23,53% 7,69% 41,67% 10 58,82% 38,46% 41,67% 3 17,65% 53,85% 16,67% 17 100,00% 100,00% 100,00%
41,67% 33,33% 25,00% 100,00%
4 40,00% 0,00% 0,00% 0,00% 5 50,00% 22,22% 66,67% 62,50% 1 10,00% 77,78% 33,33% 37,50% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2 11,76% 7,69% 8,33% 7 41,18% 15,38% 8,33% 8 47,06% 76,92% 83,33% 17 100,00% 100,00% 100,00%
0,00% 33,33% 66,67% 100,00%
0 0,00% 0,00% 16,67% 0,00% 5 50,00% 55,56% 50,00% 37,50% 5 50,00% 44,44% 33,33% 62,50% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
4 23,53% 7,69% 8,33% 1 5,88% 0,00% 8,33% 12 70,59% 92,31% 83,33% 17 100,00% 100,00% 100,00%
0,00% 25,00% 75,00% 100,00%
0 0,00% 0,00% 16,67% 0,00% 1 10,00% 22,22% 33,33% 0,00% 9 90,00% 77,78% 50,00% 100,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
6 35,29% 0,00% 50,00% 7 41,18% 76,92% 41,67% 4 23,53% 23,08% 8,33% 17 100,00% 100,00% 100,00%
58,33% 33,33% 8,33% 100,00%
3 30,00% 0,00% 16,67% 0,00% 4 40,00% 44,44% 50,00% 87,50% 3 30,00% 55,56% 33,33% 12,50% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 58
Kan probleemgedrag van de kinderen goed omschrijven: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Kan probleemgedrag van de kinderen stopzetten: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Kan bij probleemgedrag differentiëren naargelang de situatie: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Regels en straffen zijn gepast voor de leeftijd en overtreding: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Weet op elk moment, bij wie de kinderen zijn en tot wanneer: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal Betrekt de kinderen bij het overleggen over en afspreken van huisregels: Goed Volstaat Onvoldoende Niet van toepassing Totaal Helpt de kinderen om problemen op te lossen op een adequate manier: Goed Volstaat Onvoldoende Niet van toepassing Totaal Bevestigt de kinderen wanneer zij positief gedrag stellen: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal
3 17,65% 23,08% 33,33% 9 52,94% 46,15% 16,67% 5 29,41% 30,77% 50,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
50,00% 33,33% 16,67% 100,00%
2 20,00% 0,00% 0,00% 12,50% 2 20,00% 0,00% 50,00% 37,50% 6 60,00% 100,00% 50,00% 50,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2 11,76% 7,69% 8,33% 5 29,41% 7,69% 8,33% 10 58,82% 84,62% 83,33% 17 100,00% 100,00% 100,00%
0,00% 25,00% 75,00% 100,00%
0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 4 40,00% 33,33% 33,33% 0,00% 6 60,00% 66,67% 66,67% 100,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2 11,76% 7,69% 16,67% 7 41,18% 30,77% 25,00% 8 47,06% 61,54% 58,33% 17 100,00% 100,00% 100,00%
16,67% 41,67% 41,67% 100,00%
1 10,00% 0,00% 0,00% 0,00% 3 30,00% 22,22% 33,33% 50,00% 6 60,00% 77,78% 66,67% 50,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
4 23,53% 15,38% 8,33% 5 29,41% 30,77% 16,67% 8 47,06% 53,85% 75,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
8,33% 50,00% 41,67% 100,00%
1 10,00% 0,00% 0,00% 0,00% 4 40,00% 0,00% 16,67% 25,00% 5 50,00% 100,00% 83,33% 75,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
5 29,41% 38,46% 41,67% 7 41,18% 15,38% 16,67% 5 29,41% 46,15% 41,67% 17 100,00% 100,00% 100,00%
41,67% 8,33% 50,00% 100,00%
0 0,00% 33,33% 33,33% 12,50% 3 30,00% 44,44% 16,67% 37,50% 7 70,00% 22,22% 50,00% 50,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2 11,76% 0,00% 0,00% 4 23,53% 15,38% 41,67% 7 41,18% 38,46% 33,33% 4 23,53% 46,15% 25,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
8,33% 41,67% 41,67% 8,33% 100,00%
0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 2 20,00% 0,00% 33,33% 25,00% 6 60,00% 33,33% 16,67% 50,00% 2 20,00% 66,67% 50,00% 25,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
1 5,88% 0,00% 8,33% 4 23,53% 15,38% 16,67% 9 52,94% 61,54% 50,00% 3 17,65% 23,08% 25,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
16,67% 41,67% 41,67% 0,00% 100,00%
0 0,00% 0,00% 16,67% 0,00% 5 50,00% 0,00% 16,67% 0,00% 4 40,00% 66,67% 16,67% 87,50% 1 10,00% 33,33% 50,00% 12,50% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
4 23,53% 7,69% 25,00% 10 58,82% 46,15% 25,00% 3 17,65% 46,15% 50,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
25,00% 50,00% 25,00% 100,00%
0 0,00% 0,00% 5 50,00% 22,22% 5 50,00% 77,78% 10 100,00% 100,00%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 77
0,00% 0,00% 66,67% 62,50% 33,33% 37,50% 0,00% 100,00%
Beloont de kinderen op een gepaste wijze: Goed Volstaat Onvoldoende Totaal
Aantal Ja Neen Totaal
%2008
3 17,65% 0,00% 8,33% 9 52,94% 30,77% 41,67% 5 29,41% 69,23% 50,00% 17 100,00% 100,00% 100,00%
8,33% 66,67% 25,00% 100,00%
0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 3 30,00% 11,11% 66,67% 25,00% 7 70,00% 88,89% 33,33% 75,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
IV.6.1. Ernstig tekort aan opvoedingsvaardigheden Moeders %2007 %2006 %2005 %2004 Aantal %2008 %2007
12 70,59% 84,62% 91,67% 58,33% 72,73% 5 29,41% 15,38% 8,33% 41,67% 27,27% 17 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Vaders %2006 %2005
%2004
8 80,00% 100,00% 50,00% 100,00% 100,00% 2 20,00% 0,00% 50,00% 0,00% 0,00% 10 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
IV.6.2. Opvoedingsproblemen ouders Moeders
Aantal
%2008
%2007
%2006
%2005
Aantal
%2008
Vaders %2007 %2006
%2005
Neen
10 58,82% 61,54% 58,33%
66,67%
5 50,00% 33,33% 66,67% 62,50%
Ja Onvoldoende gegevens Totaal Zo ja, Welke?
7 41,18% 38,46% 41,67% 33,33% 0 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 17 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
4 40,00% 66,67% 16,67% 37,50% 0 0,00% 0,00% 16,67% 0,00% 9 90,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Verwaarlozing van de kinderen Fysieke mishandeling Emotionele mishandeling Seksuele mishandeling
3 17,65% 30,77% 8,33% 0 0,00% 0,00% 8,33% 5 29,41% 23,08% 33,33% 0 0,00% 0,00% 0,00%
8,33% 0,00% 25,00% 0,00%
0 0,00% 44,44% 16,67% 0,00% 0 0,00% 22,22% 16,67% 12,50% 3 30,00% 22,22% 16,67% 25,00% 1 10,00% 0,00% 0,00% 12,50%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 60
DE EINDREGISTRATIEGEGEVENS IN KAART GEBRACHT REGISTRATIE VAN DE AFGESLOTEN GEZINNEN IN 2008
Eindregistratie 2008 Gemiddelde begeleidingsduur 2008 2007 24,0 maanden 22,6 maanden
2006 14,5 maanden
1. Woonplaats van het gezin Aantal Gent Centrum Randgemeenten Overige (meer dan 10 km) Totaal
%08 40% 33% 27% 100%
6 5 4 15
%07 56% 19% 25% 100%
%06 40% 14% 36% 100%
%05 60% 20% 20% 100%
%04 50% 30% 20% 100%
Deze tabel gaat over de afsluiters van 1 januari tot 31 december 2008. De tabellen hieronder gaan over de afsluiters van oktober 2007 tot oktober 2008. 2. Wie is de verwijzer Aantal
Sociale Dienst Jeugdrechtbank Sociale Dienst CBJ Totaal
6 10 16
%08 38% 63% 100%
%07 29% 71% 100%
%06 29% 71% 100%
%05 13% 87% 100%
%04 60% 40% 100%
3. Samenwerkingsinstanties Aantal
Netwerk Familie Buren Steunfiguren Andere
%08
%07
%06
%05
%04
8
50%
64%
57%
60%
60%
6
38%
14%
7%
27%
20%
7
44%
29%
14%
47%
40%
4
25%
21%
14%
7%
20%
Onderwijs
Kinderopvang Kleuterschool Lagere school Middelbare school Bijzonder onderwijs CLB Internaat Andere
1
6%
14%
0%
7%
30%
8
50%
36%
7%
7%
30%
9
56%
43%
36%
33%
10%
9
56%
43%
50%
33%
20%
8
50%
29%
21%
40%
40%
6
38%
29%
0%
33%
10%
0
0%
7%
0%
0%
10%
1
6%
14%
7%
7%
30%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 79
Aantal
Gezondheid Huisdokter Andere arts Psychiater Ziekenhuis Kind en Gezin Andere Huisvesting Sociale huisvestingsmaatschappij Immobiliën Eigenaar Andere Financiën en administratie Deurwaarder Incassobureau Schuldeiser Advocaat Bank Kinderbijslag Mutualiteit Schuldbemiddelaar Andere Tewerkstelling RVA VDAB Vakbond Andere Werkgever Tewerkstellingsprojecten Politie Gerechtelijke diensten Andere Hulpverleners OCMW Gezinszorg Psychiatrie AWW (ambulant , residentieel) CLB CGGZ Vlaams Fonds Hulpverlening Bijzondere Jeugdzorg Kind en Gezin (CKG,…) Vertrouwenscentrum Andere
%08
%07
%06
%05
%04
5
31%
50%
21%
20%
10%
2
13%
14%
0%
27%
20%
6
38%
36%
0%
13%
30%
2
13%
29%
14%
20%
40%
5
31%
14%
0%
13%
0%
5
31%
50%
0%
20%
10%
3
19%
2
13%
1
6%
3
19%
2
13%
7%
0%
7%
10%
3
19%
21%
0%
13%
10%
4
25%
21%
0%
13%
10%
8
50%
14%
14%
20%
10%
2
13%
36%
7%
0%
0%
6
38%
43%
14%
40%
40%
7
44%
21%
0%
27%
20%
1
6%
7%
7%
7%
0%
2
13%
21%
0%
0%
20%
3
19%
14%
0%
7%
10%
2
13%
7%
7%
13%
0%
5
31%
14%
0%
13%
30%
0
0%
7%
0%
0%
20%
2
13%
21%
7%
33%
10%
4
25%
29%
7%
20%
0%
10
63%
36%
50%
53%
10%
7
44%
14%
14%
13%
8
50%
64%
36%
60%
70%
3 3 7 10 1 8
19% 19% 44% 63% 6% 50%
36% 29% 36% 50% 21% 29%
21% 14% 7% 50% 21% 7%
20% 27% 13% 60% 20% 20%
20% 20% 40% 30% 0% 10%
9
56%
29%
14%
53%
10%
7 2 3
44% 13% 19%
36% 29% 7%
7% 7% 21%
7% 60% 20%
30% 70% 20%
14%
40%
60%
7%
0%
13%
10%
7%
0%
7%
20%
7%
7%
20%
10%
29%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 62
4. Doelrealisatie 4.1. Voorwaardelijke doelen Aantal
%08
%07
Werd expliciet gewerkt rond doelen op vlak van motivatie? i.v.m de opvoedingssituatie? 15 94% 93% Ja 1 6% 7% Neen 16 100% 100% Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd? 1 Ja, volledig 10 Ja, deels 4 Neen 15 Totaal i.v.m. het dagelijks leven ? 15 Ja 1 Neen 16 Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 3 Ja, volledig 9 Ja, deels 3 Neen 15 Totaal i.v.m. ontwikkeling van de kinderen ? 15 Ja 1 Neen 16 Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 0 Ja, volledig 14 Ja, deels 1 Neen 15 Totaal i.v.m. persoonlijke ontwikkeling van de ouders ? 13 Ja 3 Neen 16 Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 0 Ja, volledig 9 Ja, deels 4 Neen 13 Totaal i.v.m. maatschappelijk functioneren ? 13 Ja 3 Neen 16 Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 0 Ja, volledig 10 Ja, deels 3 Neen 13 Totaal
%06
%05
86%
80%
14%
20%
100%
100%
6% 63% 25% 94%
29% 57% 7% 93%
7% 64% 14% 86%
0% 40% 40% 80%
94% 6% 100%
79% 21% 100%
64% 36% 100%
67% 33% 100%
19% 56% 19% 94%
36% 36% 7% 79%
0% 43% 21% 64%
0% 33% 33% 67%
94% 6% 100%
79% 21% 100%
93% 7% 100%
87% 13% 100%
0% 88% 6% 94%
29% 36% 14% 79%
14% 50% 29% 93%
7% 53% 27% 87%
81% 19% 100%
93% 7% 100%
79% 21% 100%
73% 27% 100%
0% 56% 25% 81%
36% 50% 7% 93%
0% 64% 14% 79%
7% 40% 27% 73%
81% 19% 100%
86% 14% 100%
86% 14% 100%
73% 27% 100%
0% 63% 19% 81%
14% 64% 7% 86%
7% 57% 21% 86%
0% 47% 27% 73%
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 81
Aantal
%08
%07
%06
Werd expliciet gewerkt rond doelen op vlak van de hulpverleningsrelatie? 11 69% 86% 71% Ja 5 31% 14% 29% Neen 16 100% 100% Totaal 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 1 6% 50% 7% Ja, volledig 7 44% 29% 57% Ja, deels 3 19% 7% 7% Neen 11 69% 86% 71% Totaal
%05 73% 27% 100% 20% 33% 20% 73%
4.2. Hulpverleningsdoelen Werd in het gezin expliciet gewerkt rond hulpverleningsdoelen? i.v.m.de opvoedingsituatie ? 14 88% 93% 79% Ja 80% 2 13% 7% 21% Neen 20% 16 100% 100% 100% Totaal 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 2 13% 7% 0% Ja, volledig 13% 12 75% 79% 57% Ja, deels 47% 0 0% 7% 21% Neen 20% 14 88% 93% 79% Totaal 80% i.v.m. het dagelijks leven ? 12 75% 79% 71% Ja 93% 4 25% 21% 29% Neen 7% 16 100% 100% 100% Totaal 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 1 6% 29% 7% Ja, volledig 27% 9 56% 50% 29% Ja, deels 33% 2 13% 0% 36% Neen 33% 12 75% 79% 71% Totaal 93% i.v.m. ontwikkeling van de kinderen ? 93% 79% Ja 15 94% 87% 7% 21% Neen 1 6% 13% 100% 100% Totaal 16 100% 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 14% 0% Ja, volledig 2 13% 0% 79% 64% Ja, deels 12 75% 53% 0% 14% Neen 1 6% 33% 93% 79% Totaal 15 94% 87% i.v.m. persoonlijke ontwikkeling van de ouders ? 9 56% 86% 71% Ja 67% 7 44% 14% 29% Neen 33% 16 100% 100% 100% Totaal 100% Zo ja, werden deze gerealiseerd ? 0 0% 14% 0% Ja, volledig 13% 7 44% 71% 64% Ja, deels 33% 1 6% 0% 7% Neen 20% 8 50% 86% 71% Totaal 67% i.v.m. maatschappelijk functioneren ? 12 75% 79% 57% Ja 73% 4 25% 21% 43% Neen 27% Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 64
Totaal Zo ja, werden deze gerealiseerd ? Ja, volledig Ja, deels Neen Totaal
16
100%
100%
100%
100%
0 10 2 12
0% 63% 13% 75%
29% 50% 0% 79%
7% 36% 14% 57%
7% 40% 27% 73%
5. Verdere hulpverlening voorzien? 5.1. Voor de ouders Aantal Neen Ja Totaal OCMW Gezinszorg Psychiatrie AWW (residentieel, ambulant) CGGZ Vlaams Fonds (revalidatie, MPI, ,,,) Andere
%08
%07
%06
%05
%04
6
38%
50%
29%
7%
0%
10
63%
50%
71%
93%
100%
16
100%
100%
100%
100%
100%
6
38%
29%
29%
40%
100%
0 0 4 1 0 2
0% 0% 25% 6% 0% 13%
7% 7% 21% 7% 7% 0%
29% 0% 7% 0% 0% 0%
7% 20% 0% 7% 20% 33%
50% 40% 20% 10% 40% 20%
5.2. Voor de kinderen Aantal Neen Ja Totaal Psychiatrie AWW (residentieel, ambulant) CLB CGGZ Vlaams Fonds (revalidatie, MPI, ,,,) Hulpverlening Bijzondere Jeugdzorg Kind en Gezin (CKG, …) Internaat Andere
%08
%07 29%
%06
0
0%
21%
16
100%
71%
79%
16 1 0 3 0 5 11 1 1 3
100% 6% 0% 19% 0% 31% 69% 6% 6% 19%
100% 7% 7% 7% 7% 14% 50% 7% 7% 7%
100% 7% 0% 21% 0% 21% 43% 0% 0% 14%
6. Uitval Aantal %08 %07 %06 %05 %04 Werd de thuisbegeleiding stopgezet na een eenzijdig signaal tot stopzetting vanwege het gezin? 7 44% 21% 29% 0% 20% Ja 9 56% 79% 71% 100% 80% Neen 16 100% 100% 100% 100% 100% Totaal
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 83
7. Nazorg Aantal %08 %07 %06 Welke afspraken rond nazorg werden expliciet gemaakt met het gezin? Dienst beschikbaar als klank8 50% 57% 43% bord 3 19% 7% 7% Advies 3 19% 43% 14% Doorverwijzing Kort engagement (enkele ge6 38% 21% 14% sprekken na afsluiten) 4 25% 43% 36% Geen
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 66
%05
%04
40%
40%
20% 20%
20% 20%
33%
30%
47%
50%
NAZORG Aantal contacten Aantal Contacten van 1m tot 3m na afsluiting Contacten van maand 4 tot 12 na afsluiting Contacten > 1 jaar na afsluiting Totaal
22 18 43 83
%08 26,50% 21,68% 51,80% 100,00%
Aantal 18 12 28 56
%07 32,14% 21,43% 46,43% 100,00%
Contactnemers Aantal Initiatief gezin Opvolging begeleider Initiatief diensten Initiatief omgeving en anderen Totaal
35 28 15 4 82
%08 42,68% 34,14% 18,29% 4,87% 100,00%
Aantal 29 13 10 4 56
%07 51,79% 23,21% 17,86% 7,14% 100,00%
Aard van de contacten Aantal Telefonisch Brief / E-Mail Gesprek CAB Huisbezoek Totaal
36 8 28 11 83
%08 43,37% 9,75% 33,73% 13,25% 100,00%
Aantal 22 7 19 8 56
%07 39,28% 12,50% 33,93% 14,28% 100,00%
Inhoud van het contact Aantal Communicatie & Relatie Dagelijks Leven Ontwikkeling Kinderen Ontwikkeling Ouders Maatschappelijk Functioneren Totaal
21 10 22 28 2 83
%08 25,30% 12,04% 26,50% 33,73% 2,40% 100,00%
Aantal 7 19 20 8 2 56
%07 12,50% 33,93% 35,71% 14,28% 3,58% 100,00%
Soort opvolging Aantal Klankbord Advies of Info Doorverwijzing Kort Engagement Totaal
28 37 9 10 83
%08 33,73% 44,57% 10,84% 12,04% 100,00%
Aantal 28 19 1 8 56
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 85
%07 50,00% 33,93% 1,79% 14,28% 100,00%
BEGELEIDINGSCONTACTEN
starters '05
starters '06
starters '07
Totaal Gemid./ Totaal Gemid./ Totaal Gemid./ Alg. EV1 gezin EV1 gezin EV1 gezin totaal
Alg. gemidd.
Begeleiding bij het gezin
225
2,81
174
3,19
131
2,21
530
2,74
Begeleiding op CAB
14
0,18
10
0,19
13
0,23
37
0,20
Begeleiding elders
7
0,09
5
0,09
28
0,44
40
0,21
Subtotaal
246
3,08
189
3,47
172
2,88
607
3,14
Andere contacten*
85
1,06
134
2,44
216
3,82
435
2,44
Totaal contacten
331
4,14
323
5,91
388
6,69
1042
5,58
Gezin is niet op afspraak
17
0,21
14
0,25
37
0,55
68
0,34
Gezin belt afspraak af
41
0,51
1
0,02
16
0,30
58
0,28
Begeleider belt afspraak af Onverwachts langsgegaan
2 0
0,03 0,00
0 17
0,00 0,28
6 12
0,07 0,20
8 29
0,03 0,16
Totaal
60
0,75
32
0,55
71
1,13
163
0,81
Familie
2
0,03
3
0,06
1
0,02
6
0,04
Verwijzer
26
0,33
19
0,36
28
0,41
73
0,37
Andere hulpverleners
4
0,05
3
0,05
10
0,16
17
0,09
School / CLB/DW/LC
8
0,10
8
0,17
5
0,06
21
0,11
Administratieve dienst
0
0,00
0
0,00
1
0,01
1
0,00
Overleg met verschillende diensten
5
0,06
1
0,02
2
0,02
8
0,03
Andere
0
0,00
0
0,00
1
0,01
1
0,00
Totaal contacten
45
0,56
34
0,66
48
0,70
127
0,64
Gezin niet op afspraak
0 3
0,04
3
0,05
36
0,70
42
0,26
Verwijzer
57
0,71
46
0,84
132
2,00
235
1,18
Andere hulpverleners
46
0,58
53
0,98
150
2,54
249
1,37
School / Werk
48
0,60
38
0,76
60
0,78
146
0,71
Administratieve dienst
25
0,31
5
0,10
23
0,31
53
0,24
Overleg met verschillende diensten
3
0,04
1
0,02
1
0,01
5
0,02
Andere
6
0,08
22
0,38
39
0,61
67
0,36
Totaal
188
2,35
168
3,14
441
6,95
797
4,15
Niet gerealiseerde contacten
Met gezin en omgeving
Enkel met omgeving Familie
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2006 – p. 68
BETROKKENHEID VERSLAGGEVING Aantal verslag 2008 2007 2006
74 100% 79 100% 80 100%
Medewerking Ouderfiguren Totaal aan verslag aantal ouders 52 71 99 70% 72% 100% 56 70 84 71% 83% 100% 62 85 103 78% 83% 100%
Kinderen +12 jaar aantal 39 20 25
2008 2007 2006
Hoe voorber. 13
lezen 38
aanvul. 1
wijzig. 2
12
52
12
10
6
80
27
15
Totaal
Hoe
kinderen voorber. 89 10 62 6 63 8
lezen 14 13 20
aanvul. 0 1 4
wijzig. 0 2 2
TEVREDENHEIDSMETING CONSULENTEN 2008
Frequentie informatie van de begeleider Relevantie van de gekregen informatie Inbreng begeleider tijdens gezamenlijk overleg Tijdigheid van de verslagen Verwachtingen van de consulent in de verslaggeving Verslagen geven duidelijk beeld van evolutie Voorstelling in eerste gesprek Bereikte effecten t.a.v. vooropgestelde doelen Bijdrage TB aan begeleidingsproces Gemiddelde 1 2 3 4 5 6 nvt
Dossiernummer 1 2 3 6 6 5 6 6 6
4 5 5
5 4 4
6 5 5
7 5 5
8 nvt nvt
6 6
6 5
6 5
5 5
4 4
5 5
4 4
nvt nvt
6
6
5
5
4
5
4
nvt
6 6
5 5
6 6
5 6
4 4
5 5
5 nvt
nvt nvt
6 6 6,00
6 6 5,67
6 6 5,67
5 5 5,11
5 5 4,22
5 5 5,00
3 4 4,25
nvt nvt /
= zeer ontevreden = ontevreden = eerder ontevreden = eerder tevreden = tevreden = zeer tevreden = niet van toepassing
Op 12 afsluiters in 2008 kregen we op 8 tevredenheidsbevragingen een antwoord. Eén consulent kon geen feedback geven omdat zij pas bij het einde van de zwangerschap de begeleiding op zich nam.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – Bijlage jaarverslag 2008 – p. 87