Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food Businessplan 2013 – 2017 juni 2013
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
2
Voorwoord
Het Businessplan van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Agri & Food, dat hier voor u ligt, heeft een bijzondere achtergrond. De Topsector Agro & Food geeft de voorkeur aan één centrum dat Agro sectoren en Food regio’s bundelt en een landelijke uitstraling geeft. Dit doet recht aan de nauwe samenwerking in de Agro & Food, die een kracht voor innovatie is. Dit is ook noodzakelijk vanwege de kleinschaligheid van veel van de MBO-‐ opleidingen op dit gebied. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap versterkt de band tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Als deelnemers toegang hebben tot de expertise en faciliteiten van het bedrijfsleven, en vooral als zij betrokken worden bij vernieuwingen in technieken en bedrijfsvoering, worden zij uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Via een innovatiecyclus leveren MBO-‐deelnemers hun bijdrage aan het oplossen van concrete vragen van ondernemers. Zo kunnen zij uitgroeien tot vaklieden die de invoering van nieuwe producten op de werkvloer ondersteunen, en bijdragen aan het behouden van de toppositie van Agro & Food op de wereldmarkt. Het Centrum kent 8 ‘Meeting Points’, plaatsen waar bedrijfsleven en onderwijs samenwerken. Hiervan zijn 4 gericht op Food en zijn regionaal actief met landelijke afstemming. De andere 4 zijn gericht op de sectoren van Agri, zijn landelijk opgezet met regionale uitschenkpunten. Samen richten wij ons op een duidelijke groei van gediplomeerden in Food, en in een betere bediening van de Agri-‐sectoren inclusief de toeleverende industrie. Er komt een flexibel cursusaanbod gericht op werkenden met afstandsonderwijs en e-‐learning om de deelname te vergroten en te volgen. De nieuwe relatie tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs, die in dit Centrum voor Innovatief Vakmanschap gestalte krijgt, roept aan beide kanten veel enthousiasme op. Zo’n 100 bedrijven en clusters hebben daadwerkelijke steun toegezegd, en alle AOC’s en een aantal ROC’s doen mee. Het Centrum is ingebed in de kennis-‐ infrastructuur via verschillende lectoraten van hogescholen, Centers of Expertise van het HAO en onderdelen van de WUR. Het enthousiasme blijkt ook uit het feit dat in de lange aanloopperiode sinds begin 2012, bedrijven en scholen alvast begonnen zijn zodat het Centrum een vliegende start maakt. Het geeft ons het vertrouwen dat wij de doelen die wij ons samen gesteld hebben gaan halen en met het Centrum de aanzet geven tot een structurele en duurzame versterking van de rol van het MBO in onze economie. Bastiaan Pellikaan, Voorzitter College van Bestuur Aeres Groep
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
3
Colofon Michiel van Mil (ONI Consult)(eindredactie) Kees Knook (Aeres Groep) met bijdragen van Roeland Buijsse (Wellantcollege) Aad van der Burg (Nordwin College) Marcel Creemers (Citaverde College) Anne Dijk (Groenhorst) Peet Ferwerda (Nordwin College) Sjaak de Groot (Edudelta College) Jan Krol (Helicon/ De Groene Campus) grafische verzorging Han Jansen 2e, gecorrigeerde druk juli 2013
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
4
Inhoud 1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
Voorwoord ..................................................................................................................... 3 Inhoud ............................................................................................................................ 5 Inleiding en leeswijzer ................................................................................................... 7 De arbeidsmarkt en uitdagingen voor Agri & Food ....................................................... 9 2.1. De topsector Agri & Food en het agrarisch onderwijs .......................................... 9 2.2. Groeiende tekorten aan werknemers ................................................................ 11 2.3. Uitdagingen voor onderwijs en werkgevers ....................................................... 14 Missie, focus, macrodoelmatigheid en innovatiecyclus van het CIV ........................... 17 3.1. Missie en visie .................................................................................................... 17 3.2. Macrodoelmatigheid en spreiding ..................................................................... 18 3.3. Innovatiecyclus ................................................................................................... 20 Proposities en werkwijze ............................................................................................. 23 4.1. Proposities .......................................................................................................... 23 4.2. Meeting Points ................................................................................................... 29 4.3. Landelijk CIV ....................................................................................................... 30 4.4. Verdienmodellen ................................................................................................ 31 4.5. Werkwijze ........................................................................................................... 35 4.5.1. Initieel onderwijs .................................................................................. 35 4.5.2. Levenlang leren .................................................................................... 37 4.5.3. Doorsnijdende thema’s ........................................................................ 41 4.6. Presentatie en communicatie ............................................................................ 42 Governance .................................................................................................................. 43 Financiering, resultaten en duurzaamheid .................................................................. 45 6.1. Begroting 2013-‐2017 .......................................................................................... 45 6.2. Duurzaamheid en stip op de horizon ................................................................. 47 Tijdpad/Proces ............................................................................................................. 48 Voorstel Prestatieafspraken Agri & Food ..................................................................... 53
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
5
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
6
1. Inleiding en leeswijzer Het topsectorenbeleid zet in op versterking van economische clusters die Nederland meer concurrerend maken op de wereldmarkten. Van de 100 meest concurrerende economische clusters van Nederland behoort de helft tot Agro/Food en Tuinbouw/ Uitgangsmaterialen (waarvan 38 tot Agro/Food). Die positie bezetten deze topsectoren al meer dan 25 jaar. Dat is fundamentele kracht, die voortkomt uit specialisatie, ondernemerschap en innovatie. Geworteld in een netwerk van ondernemers, toeleveranciers, afnemers, kennisinstellingen en overheid. Resultaat in 2010: 50 miljard Euro per jaar aan toegevoegde waarde, een bijdrage van 25% aan de Nederlandse exportwaarde en 700.000 arbeidsplaatsen. Nederland wil deze toppositie behouden. Op alle niveaus. Dat vraagt om voortdurende vernieuwing en verbetering. Goed opgeleide werknemers zijn essentieel voor het ontwikkelen, invoeren en vermarkten van nieuwe producten om de concurrentievoorsprong te behouden. In de Human Capital Agenda (HCA) Agri & Food wordt de verantwoordelijkheid daarvoor gemeenschappelijk gelegd bij de werkgevers, het onderwijs en de overheid. Werkgevers zorgen voor aantrekkelijke startbanen met perspectieven, het onderwijs biedt opleidingen aan met voldoende kwaliteit en relevante inhoud, en de overheid ruimt belemmerende regelgeving uit de weg. Het MBO is een essentiële schakel in de Human Capital Agenda om mensen op te leiden die innovatieve producten en werkwijzen in de bedrijven kunnen toepassen. In dit Businessplan brengt het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Agri & Food bedrijven en scholen samen om de innovatieve vaklieden, zowel leerlingen als werkenden, op te leiden die de samenleving nodig heeft. Het CIV draagt een publiek-‐ privaat karakter, met inhoudelijke en financiële inspanning van beide zijden. Het stimuleren van een innovatieve en ondernemende houding van deelnemers in het CIV is gekoppeld aan verbreding, verdieping en verzwaring van de opleidingen en cursussen voor degenen die dat aankunnen. Dat eindigt niet op het niveau van MBO 3 (zelfstandig vakman) of niveau 4 (ondernemer of specialist). In samenwerking met het HBO is een doorlopende leerlijn mogelijk naar niveau 5 (associate degree) of niveau 6 (bachelor). In dit Businessplan wordt de ontwikkeling van het CIV Agri & Food geschetst voor de periode 2013 tot en met 2017. Dit plan versterkt verschillende initiatieven die al bestaan zowel in Food als in Agri en voegt daar een landelijke dimensie aan toe. Het CIV Agri & Food is een netwerk van clusters van bedrijven en scholen, Meeting Points genoemd, die elk hun eigen regio of sector bedienen. Het landelijke CIV is gericht op meerwaarde door verbinding van deze Meeting Points en versnelling van hun ontwikkeling. Zo komt het aanbod in de ene regio beschikbaar voor studenten en werknemers elders in het land.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
7
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt van Agri & Food, waarna in hoofdstuk 3 de missie, visie en de innovatiecyclus van het CIV worden gepresenteerd. Hoofdstuk 4 bevat de werkwijze waarop het CIV gestalte wil geven aan vernieuwing. Hoofdstuk 5 gaat in op de governance, terwijl in hoofdstuk 6 de begroting (CIV en Meeting Points geconsolideerd) en de vooruitzichten na 2017 worden gepresenteerd. Hoofdstuk 7 schetst het tijdpad van de ontwikkeling. Tenslotte is het voorstel voor de prestatieafspraken samengevat in hoofdstuk 8. Een aparte bijlage geeft een overzicht van de deelplannen van de verschillende Meeting Points.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
8
2. De arbeidsmarkt en uitdagingen voor Agri & Food
2.1. De topsector Agri & Food en het agrarisch onderwijs De topsector Agro & Food is toonaangevend, wat blijkt uit het feit dat Nederland na de VS de tweede agrarische exporteur ter wereld is. De totale toegevoegde waarde van de topsector wordt voortgebracht door primaire productie, verwerking, distributie en toeleverende industrie (figuur 1).
Figuur 1: Groei toegevoegde waarde agrocomplex 1995 – 2008 (LEI Agrodata 2010) Verwerkende industrie, distributie en toeleverende industrie leveren 80% van de toegevoegde waarde. In de werkgelegenheid is hetzelfde beeld te zien (tabel 1), uitgesplitst naar het totale agrocomplex (inclusief verwerking en distributie van geïmporteerde grondstoffen) en het binnenlandse agrocomplex.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
9
Tabel 1: Werkgelegenheid agrosector 1995 – 2010 (LEI Agrodata 2012) Totaal Agrarische sector
Binnenlands
1995
2005
2010
1995
2005
2010
228
214
194
198
180
161
akkerbouw
-
-
-
33
19
16
tuinbouw
-
-
-
67
72
70
veehouderij
-
-
-
89
87
73
visserij
-
-
-
9
2
2
Verwerkende industrie
135
112
105
56
45
38
Toeleverende industrie
193
195
209
138
130
135
129
149
193
56
46
54
685
671
701
448
401
388
12,1
10,3
10,3
7,9
6,1
5,6
Agrocomplex totaal
De werkgelegenheid in de primaire productie, vooral akkerbouw en veehouderij, daalt terwijl de toegevoegde waarde gelijk blijft. Hieruit blijkt de snelle innovatie in de primaire productie, die resulteert in een aanzienlijke productiviteitsstijging. De arbeidsmarkt voor gediplomeerden uit het technisch onderwijs die in de topsector Agri & Food werken, wordt niet apart onderzocht en is niet opgenomen in de hiervoor vermelde cijfers. De totale werkgelegenheid in Agro & Food is echter veel groter dan alleen de primaire productie, door de toeleverende industrie, dienstverlening, handel, distributie en verwerking. Bij akkerbouw bijvoorbeeld zijn in de primaire productie 20.000 personen werkzaam, maar in het totale akkerbouwcomplex inclusief toeleverende industrie, diensten, handel etc. ca. 60.000 personen (LEI, Agrodata 2012). Het ‘groene’ onderwijs leidt traditioneel vooral op voor de agrarische sector en voor de verwerkende industrie. De verwerkende industrie wordt behalve door de opleidingen Voedingstechnologie van het groene onderwijs ook bediend door het technisch onderwijs met Procestechnologie/VAPRO. Voor de overige onderdelen van het agrocomplex bestaan geen specifiek op de sector gerichte opleidingen. Waar de behoefte aan sectorkennis in de toeleverende industrie en distributie vroeger informeel vervuld werd door werknemers die zelf opgegroeid waren op een boerenbedrijf, is dat nu niet meer mogelijk. De bedrijven van het Agrocomplex hebben daarom behoefte aan: • werknemers met sectorkennis via levenlang leren en via gecombineerde ‘groen/grijze’ opleidingsroutes; • werknemers met een hoger niveau aan kennis en vaardigheden om de productiviteits-‐ stijging te blijven voeden. Het CIV Agri & Food zet in op een nauwe samenwerking tussen het middelbaar agrarisch en het middelbaar technisch onderwijs, op levenlang leren voor ‘zijinstromers’ en tussen MBO en HBO via doorlopende leerlijnen. Daarmee zal ook een verband worden gelegd tussen de topsector Agro & Food en de andere topsectoren, naast Tuinbouw & Uitgangsmaterialen b.v. de topsectoren Logistiek en Chemie.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
10
Samenwerking tussen het ‘groene’ en het ‘grijze’ onderwijs is niet alleen om inhoudelijke, maar ook om kwantitatieve redenen nodig. Het initiële middelbaar agrarisch onderwijs kan bij lange na niet het noodzakelijke aantal gediplomeerden leveren waaraan het bedrijfsleven behoefte heeft. De kracht van het groene onderwijs, herkenbaarheid en kleinschaligheid, is vanuit dit perspectief een zwakte. Het aantal deelnemers over alle leerjaren op MBO 3 en 4 niveau in de productierichtingen van Agri bedroeg in 2011 2.295 deelnemers (inclusief Tuinbouw). Voor Food waren 931 deelnemers ingeschreven. Het CIV Agri & Food geeft daarom prioriteit aan uitbreiding van het aantal studenten en cursisten, ook voor delen van opleidingen. Het CIV Agri & Food streeft naar excellentie door uitdagend toponderwijs te bieden aan bestaande deelnemers. Het CIV stemt via actieve deelname aan de Human Capital Agenda af met de arbeidsmarktkant van de topsector Agro & Food. Inhoudelijke relaties met de Innovatieagenda van de topsector komen tot stand door de bedrijven die in het CIV participeren, en door een Innovatiecyclus in te voeren (zie hoofdstuk 3.2).
2.2. Groeiende tekorten aan werknemers Door een geringe instroom in de productiegerichte opleidingen in het middelbaar agrarisch onderwijs bestaat voor alle onderdelen van de sector Agri & Food een tekort aan geschikte werknemers. In de voedingsindustrie zijn ca. 110.000 personen werkzaam, min of meer gelijkelijk verdeeld over de regio’s. Op alle opleidingsniveaus is de vraag naar nieuw personeel (veel) groter dan het aantal gediplomeerden dat het MBO verlaat (figuur 2). In de nabije toekomst worden de tekorten door vergrijzing van de huidige medewerkers vergroot. Zo verliest Friesland Campina de komende acht jaar meer dan de helft van haar operators door uit diensttreding. Tekorten van een dergelijke omvang kunnen niet alleen door het initiële onderwijs worden opgeheven: een integrale benadering is nodig waarvan naast het initiële onderwijs ook levenlang leren deel uitmaakt. Omdat baanzekerheid en primaire arbeidsvoorwaarden gunstig afsteken tegen b.v. beroepen in de horeca, is er een te ontsluiten potentieel voor instroom op iets latere leeftijd.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
11
Figuur 2: Vervangingsvraag en uitstroom MBO Voeding 2011-‐2016 (Aequor, Arbeidsmarktonderzoek 2011) Veel Food bedrijven verwachten dat voor dezelfde functies in de toekomst werknemers met een hoger niveau nodig zijn: er is een verschuiving gaande van niveau 3 naar niveau 4, en van 4 naar 5. (figuur 3).
Figuur 3: Functieniveau van 12.912 werkenden en 412 vacatures in de voedingsindustrie (Aequor, 2012)
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
12
De voedingsmiddelensector biedt door goede pullfactoren kansen voor werknemers: van de gediplomeerden in de levensmiddelentechniek/vleesverwerking heeft 0% last van intredewerkloosheid, het gemiddelde bruto maandloon is hoog voor het mbo (€ 2.430,-‐) en maar liefst 80% heeft een vast dienstverband. Er wordt wel veel in ploegendiensten gewerkt. Veel mensen hebben geen of een verkeerd beeld van het werken in deze branche. In de Agro sectoren groeien de tekorten aan werknemers ook, maar met verschillen tussen de sectoren. Er zijn meer tekorten op niveau 2/3 dan op niveau 4, en de tekorten bij Varkens-‐ en Pluimveehouderij zijn groter dan in de Melkveehouderij. In de primaire productiebedrijven is door de voortdurende bedrijfsvergroting een trend naar functieverzwaring te zien. MBO-‐4 is het niveau voor vakspecialist en voor ondernemer, maar voor ondernemer wordt dit in toenemende mate als onvoldoende ervaren. De figuren 4 en 5 hebben betrekking op de arbeidsmarkt voor de primaire sectoren, in relatie tot de gediplomeerden uit het groene onderwijs. De gegevens voor Open Teelten omvatten niet alleen de Akkerbouw (onderdeel van het CIV Agri & Food), maar ook teelten (onderstammen, bollen) die onder Tuinbouw & Uitgangsmaterialen vallen.
Figuur 4: Vervangingsvraag en uitstroom MBO Veehouderij 2011-‐2016 (Aequor, Arbeidsmarktonderzoek 2011)
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
13
Figuur 5: Vervangingsvraag en uitstroom MBO Open Teelten 2011-‐2016 (Aequor, Arbeidsmarktonderzoek 2011)
2.3. Uitdagingen voor onderwijs en werkgevers Verduurzaming is een must om toekomstige voedseltekorten en aantasting van de leefomgeving te voorkomen. De Agri & Food sector staat voor een unieke uitdaging: tweemaal de huidige productie behalen met de helft van de input. Daarbij staan mens, dier en natuur centraal. Dit vraagt om efficiëntieslagen in de keten, valorisatie van grondstoffen, afvalstoffen en zijstromen, duurzame import. Dit vraagt creativiteit op alle niveaus. Juist ook van MBO’ers die deze vernieuwing en duurzaamheid op de werkvloer vorm moeten geven. Een open houding, waarbij het bekende niet genoeg is. Het gaat niet alleen om voedsel, maar ook om emotie, beleving, vertrouwen van de consument. Meerwaarde scheppen door commodities te vervangen door producten waarin de regio en de producent zichtbaar blijven. Streekproducten op het platteland zijn daar een klassieke uiting van, ‘civic food networks’ een recente ontwikkeling voor stedelijke gebieden. Meerwaarde door unieke eigenschappen aan producten te geven die alleen door nauwe ‘grensoverschrijdende’ samenwerking in de keten gemaakt kunnen worden. De Agro & Food sector zorgt voor gezond, veilig en lekker eten. Daarmee voorziet zij in de dagelijkse behoeften van ieder mens. Dat biedt uitgelezen kansen om meer studenten te interesseren voor de Agro & Food sector.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
14
De Human Capital Agenda roept op tot méér dan kosmetische PR, het gaat om een wezenlijk andere inrichting van leren en werken. Bedrijven en scholen die hierin voorop willen lopen zijn elkaars natuurlijke partners in het CIV Agri & Food. Samen bieden zij antwoord op veel uitdagingen die een coherente aanpak vragen: • leerlingen voortgezet onderwijs of VMBO kiezen te weinig voor op productie gerichte, technische opleidingen in het MBO; • door krimp van het aantal deelnemers in deze opleidingen kunnen scholen onvoldoende deskundige docenten in dienst houden en onvoldoende investeren in een uitdagende, up-‐to-‐date en praktijkgestuurde leeromgeving; • de toeleverende industrie en dienstverlening moeten beter bediend worden door een nauwe samenwerking tussen technisch en agrarisch onderwijs; • er is een vrij hoog percentage ‘uitvallers’ – studenten die wel hun (productiegerichte) opleiding succesvol afronden, maar die voor werk in een andere sector kiezen; • de bedrijven in de topsector hebben veel zijinstromers (nieuwe werknemers met een niet op de sector gerichte opleiding, die vaak op iets latere leeftijd instromen), voor wie vaak individuele scholing en begeleiding geregeld moet worden omdat de aantallen te verspreid zijn voor een goed cursorisch aanbod door scholen en particuliere aanbieders; • door technologische en economische ontwikkelingen in de sector stijgt het benodigde opleidingsniveau voor zelfstandige, leidinggevende en specialistische functies. MBO’ers zoeken vooral in hun eigen regio naar werk. Het imago van de Agri & Food sector is daarom van groot belang om gegadigden voor vacatures te trekken. Ook met een op de sector gerichte opleiding zijn er immers voldoende alternatieven. Het imago van het bedrijfsleven werkt door naar de instroom in de initiële opleidingen. Als een beroepsbeeld bestaat van geestdodende repetitieve werkzaamheden in een omgeving zonder veel menselijke contacten en zonder ontwikkelingsmogelijkheden kiezen jonge leerlingen liever voor wat anders. Toekomstige arbeidsvoorwaarden hebben voor hen minder gewicht. Het vereist een gezamenlijke inspanning van bedrijven en scholen om hier wat aan te doen. Een praktijkgestuurde, innovatieve leeromgeving in het CIV biedt de deelnemers het beste dat de sector te bieden heeft, biedt inspiratie en motivatie– en werkgevers zorgen ervoor dat deze inspiratie en motivatie doorgezet worden in de eerste baan.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
15
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
16
3. Missie, focus, macrodoelmatigheid en innovatiecyclus van het CIV
3.1. Missie en visie Missie
Het CIV Agri & Food is hét talentencentrum waar bedrijven en scholen samenwerken om een voldoende aantal leerlingen en werkenden door te laten groeien tot innovatieve vaklui, die open staan voor nieuwe ontwikkelingen, die opsporen en binnen de topsector Agri & Food in de praktijk brengen. Focus Het CIV Agri & Food richt zich met name op de productie, toeleverende industrie en handel in de Agri en Food sectoren (figuur 6). Binnen het middelbaar agrarisch onderwijs is gekozen voor versterking van de productierichtingen, die op niveau 3 en 4 ongeveer 20% van het totaal aantal deelnemers uitmaken. Deze richtingen geven de grootste bijdrage aan de doelstellingen van de topsector.
Figuur 6: Focusgebieden van het CIV Agri & Food binnen de ketens
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
17
Inhoudelijk richt het CIV Agri & Food zich op de directe productieketen van voedingsmiddelen, tot en met de handel daarin. De consument is een belangrijk oriëntatiepunt, maar competenties op het gebied van detailhandel (anders dan regioproducten af boerderij) en het beïnvloeden van consumentengedrag vallen buiten de focus van het CIV Agri & Food. Ook het verwerken van reststromen uit de voedselproductie, of biobased productie, vallen buiten het aandachtsgebied van het CIV.
3.2. Macrodoelmatigheid en spreiding De productiegerichte opleidingen en specialisaties in Agri en Food hebben op niveau 3 en 4 in totaal 3.400 deelnemers, van wie meer dan de helft Melkveehouderij volgt. Alle andere opleidingen en specialisaties zijn dus klein tot zeer klein, waardoor macrodoelmatigheid een belangrijke voorwaarde voor het CIV is. Deze macrodoelmatigheid heeft drie verschillende vormen: • ontwikkeldoelmatigheid: samenwerking en taakverdeling bij het ontwikkelen van onderwijs en uitwisseling ontwikkelde onderdelen; • uitvoeringsdoelmatigheid: gemeenschappelijke uitvoering van onderwijs voor kleine groepen zowel in de basisopleiding (minoren) als bij masterclasses, themadagen en andere specialistische onderdelen; • beroepsdoelmatigheid: een betere afstemming van de inhoud van de opleidingen op de beroepspraktijk. Het CIV Agri & Food organiseert schaalgrootte van deelnemersgroepen en uitwisselbaar-‐ heid van onderwijsonderdelen. De vorm waarin dit gebeurt is afhankelijk van de sector, de regio en de omvang van de opleidingen. De onderwijspartners in het CIV hebben zich verbonden eenzelfde weekdag (doorgaans de woensdag) te bestemmen voor landelijke samenwerking en uitwisseling. Dit is speciaal van belang voor de Agri-‐opleidingen. Het bereiken van voldoende kritische massa motiveert het CIV ook om, met andere partijen en, een actieve rol te spelen bij levenlang leren in de Agri & Food sector. Speciaal bij ontwikkeling van onderwijsvormen die een grotere investering vragen, zoals afstandsleren en e-‐learning, organiseert het CIV samenwerking tussen betrokken partijen, in nauw contact met de sociale fondsen. Het CIV omvat het aanbod voor topopleidingen en cursussen op MBO-‐niveau die alle zijn ontwikkeld in afstemming met betrokken werkgevers uit de eigen regio en sector. Jongeren worden gestimuleerd zich te ontwikkelen tot innovatieve werknemers en ondernemers. Dat gebeurt door studenten en werkenden in contact te brengen voor oriëntatie op het vak en voor overdracht van kennis en vaardigheden. Regionale spreiding is daarvoor noodzakelijk.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
18
Op#8#plaatsen#in#het#land#zijn#er#daarvoor#Meeting#Points,#regionale#en#sectorale#consortia# van#bedrijven#en#scholen,#die#zorgen#voor#een#krachtige,#uitdagende#leeromgeving#die#het# beste#in#de#deelnemers#naar#voren#haalt.#Deze#8#Meeting#Points#zijn#geselecteerd#op#basis# van#een#aantal#criteria:# • hun#innovatief#vermogen;# • hun#draagvlak#en#herkenbaarheid#in#de#sector,#blijkend#uit#actieve#participatie#van# bedrijven;# • hun#regionale#en#sectorale#spreiding#C#het#onderwijs#moet#toegankelijk#blijven.# Bij#Food#leidt#dit#tot#regionale#Meeting#Points,#bij#Agri#tot#een#sectorale#aanpak#met# regionale#‘uitschenkpunten’.#Bij#de#kleine#sectoren#(Akkerbouw,#Pluimvee,#Varkens)#wordt# de#omvang#gecompenseerd#door#de#buitengewone#betrokkenheid#van#het#bedrijfsleven# waardoor#ook#deze#Meeting#Points#draagvlak#hebben.# # Bedrijven#hebben#direct#belang#bij#participatie#in#één#of#meerdere#Meeting#Points:# • topstudenten#werken#met#de##nieuwste#machines#en#technologieën,#leren#de# meerwaarde#daarvan#onderkennen#en#kunnen#de#introductie#daarvan#ondersteunen;# • mogelijkheid#om#topstudenten#aan#zich#te#binden,#vacatures#sneller#te#vervullen#en#te# besparen#op#wervingskosten;# • bijdragen#aan#algemene#goodwill#en#een#beter#imago.# # Innovatieve#onderwijsactiviteiten#dragen#bij#aan#een#beter#imago.##De#inbreng#van# bedrijven#bestaat#uit#kennis,#apparatuur,#materialen,#samenwerkingsrelaties#(keten)#en# vooral#uit#de#authentieke#praktijksituaties#die#uitdagen#tot#actief#leren.# # Het#CIV#zorgt#ervoor#dat#excellentie#in#inhoud#van#de#bedrijven#ondersteund#wordt#door# excellentie#in#methoden:## • testen#voor#selectie#en#ontwikkeling#van#creatieve#topCstudenten;# • trainingen#voor#vergroting#van#de#competenties#van#docenten#(technisch,#didactisch,# bedrijfskundig);# • uitwisseling#van#‘best#practices’#in#een#regio#en#het#reproduceerbaar#maken#op#andere# plaatsen;# • business#modellen#voor#een#duurzamer#samenwerking#tussen#bedrijven#en#scholen#in# toponderwijs.## Hiertoe#worden#concrete#producten#ontwikkeld:#trainingen,#testen,#assessments,#modellen# en#netwerken.#Het#CIV#ondersteunt#de#Meeting#Points#en#functioneert#als#een#kennisC netwerk#en#als#een#platform#voor#het#uitwisselen#van#best#practices.#Aan#de#uitstroomkant# draagt#het#CIV#bij#aan#een#soepele#overgang#van#het#lerende#naar#het#werkende#bestaan# door#masterclasses#en#innovatieve#praktijkopdrachten#aan#te#bieden#en#door#studenten#en# bedrijven#te#matchen.## # # #
Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
(
19#
3.3. Innovatiecyclus Het CIV haalt de innovatie in het bedrijfsleven de school binnen. Voor het MBO moet die innovatie zichtbaar zijn in concrete situaties, bij voorkeur in de eigen regio. Het CIV maakt een vertaalslag tussen de grensverleggende thema’s van het Innovatiecontract van de Topsector Agro & Food en de praktijk van het onderwijs. Het CIV zet in op intensieve ketensamenwerking waardoor kennisvalorisatie mogelijk wordt. Om passende en uitdagende onderwerpen voor onderwijs en innovatieve praktijk-‐ opdrachten te identificeren gebruiken de Meeting Points een proces waarin de start gegeven wordt door focusgroepen van (top)ondernemers. Met de beste ondernemers op hun terrein is en wordt in een paar gesprekken nagegaan wat zij nodig hebben om hun bedrijfsresultaten te verbeteren. Dat wordt vertaald in Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) voor hun bedrijven, zodat het duidelijk is wat er moet gebeuren en wie de probleemeigenaar is. De gevonden KPI’s worden vervolgens in expertgroepen met toeleverende bedrijven, kennisinstellingen en docenten vertaald in onderwerpen voor onderwijs en cursussen, en mogelijk ook in onderzoeksthema’s op het niveau van het hoger onderwijs. Daarna wordt in kleinere groepen de inhoud ontwikkeld, met klankborden van docenten en deelnemers. De deelnemers zullen niet alleen inbreng hebben op de ’studeerbaarheid’ maar ook op de aantrekkelijkheid van het onderwijs. Dit proces is weergegeven in figuur 7. Vanaf de start van de focusgroepen tot de eerste examenresultaten duurt circa twee jaar. Invloed op de KPI’s van de bedrijven kan nog 1-‐2 jaar meer tijd vergen. De totale cyclus neemt daarmee vier jaar in beslag. Na de eerste examenresultaten kan weer begonnen worden met de voorbereiding van een nieuwe cyclus door nieuwe focusgroepen te starten. De resultaten van het onderwijs via het CIV worden niet alleen op de gebruikelijke manieren beoordeeld (via Proeven van Bekwaamheid, vaardigheids-‐ en kennisexamens) maar ook op basis van innovatieve praktijkopdrachten waarin de verworven kennis en vaardigheiden worden toegepast ter verbetering van de door de ondernemers aangegeven KPI’s. Die innovatieve praktijkopdrachten worden uitgevoerd in kleine groepen, waar mogelijk gemengd AOC en ROC studenten met eventueel directe begeleiding door een HBO-‐student.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
20
Voorbeelden van KPI’s zijn: • minder uitval jonge dieren; • minder antibioticagebruik; • langere houdbaarheid versproducten; • lagere stikstof-‐footprint; • smakelijker uiterlijk; • hogere score op dierenwelzijn; • beschikbaarheid grondstoffen just-‐in-‐time; • tijdige aflevering van producten. Voor veel bedrijven is optimaal samenwerken met andere bedrijven in de keten een KPI. Daarom worden regionale en sectorale meeting points goed op elkaar afgestemd.
Akkerbouw (Midden, Noord en Zuid-‐West Nederland) Het Meeting Point Akkerbouw is in 2012 van start gegaan m et een consortium van 16 bedrijven op twee terreinen: Pootaardappelen en Precisielandbouw. Het cluster Pootaardappelen heeft zijn zwaartepunt in de Noordoostpolder. De bedrijven in het Meeting Point Akkerbouw zijn marktleiders, met een gezamenlijk aandeel van rond de 70% van de wereldhandel. Precisielandbouw is een zeer innovatief terrein met grote perspectieven voor een efficiënter gebruik van m eststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Ook hier doen de belangrijkste spelers mee. Er is een aantal focusbijeenkomsten gehouden m et topondernemers. Op basis daarvan zijn 3 expertgroepen gevormd (pootgoed, mechanisatie en bewaring, en precisielandbouw). Deze expertgroepen m aken een selectie van geschikte leerdoelen en materialen voor het onderwijs. Het Meeting Point Akkerbouw bevordert de m acrodoelmatigheid in het onderwijs door een nauwe samenwerking tussen de opleidingen van Edudelta, AOC Terra en Groenhorst – alle belangrijke akkerbouwgebieden in Nederland doen mee. Voor levenlang leren én exportondersteuning werkt het Meeting Point Akkerbouw samen met de Potato Business School in Emmeloord die opgezet is door het bedrijfsleven. Ook leerlingen in het laatste jaar zullen onderdelen van deze Potato Business School volgen.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
21
! Figuur(7:(Innovatiegericht(onderwijs(via(Kritische(Prestatie(Indicatoren( ! Focusgroep Topondernemers formuleren Kritische Prestatie Indicatoren samen met experts
Evaluatie Dashboard Meten van KPI’s
Innovatie-onderzoeks vragen naar WUR, lectoraten, instituten,consortia bedrijven Expert groep Experts (bedrijven, onderzoek, lectoren, docenten) stellen onderwijsthema’s samen Leerlingpanel Toets op aansprekendheid, modern werkgeverschap, leerdoelen/competenties
Resultaten Innovatieve praktijkopdrachten Proeven van Bekwaamheid Werkprocesexamens Vaardigheidsexamens Kennisexamens
Ontwikkeling Modules door ontwikkelteam Initieel onderwijs Modules, MBO-Minoren Masterclasses E-learning, Webconferences Themadagen Levenlang leren
Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
Docentenpanel Toets op leereffect, motivatie, uitvoerbaarheid Competenties
(
22!
!
4. Proposities+en+werkwijze+ !
4.1. Proposities+ ! Het!CIV!Agri!&!Food!richt!zich!op!een!betere!afstemming!op!de!behoeften!van!het! bedrijfsleven!en!een!meer!innovatieve!houding!van!deelnemers.!Dit!gebeurt! kwalitatief!door:! • het!bevorderen!van!het!innovatief!vermogen!(innovatietest,!innovatiecyclus,! innovatieve!praktijkopdrachten);! • verdieping,!verbreding!en!verzwaring!van!opleidingen;! kwantitatief!door:! • vergroting!van!de!instroom!in!de!initiële!opleidingen!en!in!onderdelen!daarvan! (minoren);! • flexibele!vormen!bij!levenlang!leren;! indirect!door:! • bij!te!dragen!aan!een!beter!imago!van!de!sectoren;! en!dat!alles!op!duurzame!wijze!door:! • vergroting!van!de!(macro)doelmatigheid!van!de!ontwikkeling!en!uitvoering!van! het!onderwijs;! • duidelijk!te!maken!dat!onderwijs!en!training!daadwerkelijk!kunnen!bijdragen!aan! het!verbeteren!van!bedrijfsresultaten,!waardoor!bedrijven!blijvend!belang!houden! bij!het!CIV.! ! ! Behoeften+van+het+bedrijfsleven+en+innovatieve+houding+ Het!CIV!bestaat!uit!regionale!en!sectorale!consortia!van!onderwijsinstellingen!en! bedrijven!die!ervoor!gekozen!hebben!zich!actief!in!te!spannen!om!de!aansluiting! daadwerkelijk!te!verbeteren.!Het!CIV!Agri!&!Food!bevordert!de!ontwikkeling!van! innovatief!vakmanschap!door!het!aanbieden!van!krachtige!leeromgevingen!in!school! en!bedrijf.!! ! Bedrijven!komen!de!school!binnen!en!leren!de!deelnemers!met!de!nieuwste! methoden!en!technieken!te!werken.!Aan!de!school!verbonden!leeromgevingen!zijn! of!worden!gerealiseerd!in!6!van!de!8!Meeting!Points:!het!Food!en!Fresh!Lab! (Helmond),!in!het!Voedingsapplicatiecentrum!(Leeuwarden),!de!Food!Academy! Amsterdam,!Foodport!Academy!Zeeland,!Dairy!Campus!(Leeuwarden)!en!Pluimvee! Academie!(Barneveld).!De!overige!2!Meeting!Points!maken!gebruik!van!bestaande! praktijkleervoorzieningen!(Akkerbouw!in!Dronten,!Varkenshouderij!in!Sterksel),! evenals!Melkveehouderij!(Dairy!Triangle,!Dronten).! !
Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
(23!
Food & Fresh Lab Zuid-‐Oost Brabant Het Food & Fresh Lab is zowel fysiek als functioneel dé plek waar bedrijfsleven en onderwijs samenkomt. Een praktijkruimte waar elke periode van 10 weken weer een andere productielijn staat opgesteld waarop studenten, medewerkers uit de foodindustrie en m achineleveranciers naar hartenlust kunnen experimenteren om zo op een praktische manier kennis op te doen. Dit varieert van een op maat gemaakt lesprogramma gelinkt aan de lijn die op dat moment aanwezig is tot het volgen van bijscholing op diverse aspecten die komen kijken bij het verantwoord produceren binnen een food bedrijf. Tevens kunnen de machineleveranciers testen uitvoeren op de machines die zij op dat moment beschikbaar hebben gesteld of met gasten (c.q. potentiële kopers) een bezoek brengen aan ons Food & Fresh Lab. Binnen het Food & Fresh Lab brengen we de Plan-‐Do-‐Act-‐Check cyclus in de praktijk met échte machines waardoor studenten en cursisten continue verbeteringen doorvoeren om uiteindelijk een volledig beheerst proces te kunnen draaien, met alle bijhorende leermomenten van dien. Uiteindelijk is dit een pakket kennis en ervaring die ze meenemen en waarop ze altijd terug kunnen vallen in hun verdere carrière. Kortom: Het Food & Fresh Lab is een inspirerende praktijkomgeving waar iedereen op een praktische m anier oneindig veel kan leren! Voor meer informatie: www.foodfreshlab.nl
Food Academy Amsterdam Food Academy Amsterdam is de plaats waar de vraag naar en het aanbod van arbeid in de voedingssector bij elkaar komen en op elkaar worden afgestemd. De plaats waar bedrijven, opleiders en talenten elkaar treffen, samenwerken en versterken. Food Academy Amsterdam maakt deel uit van een sterk Food cluster in het Noord-‐ Westelijk deel van de Randstad met een reeks van (gebundelde) activiteiten met een economisch, maatschappelijk en educatief karakter. Het is een stimulans om de relatie van het bedrijfsleven met het onderwijs, kennisinstellingen en overheden te optimaliseren. Regionale kleuring is hierbij cruciaal. De Food sector in de regio Zaanstreek is vooral een procesindustrie. De Food sector in Amsterdam richt zich naast de procesindustrie op retail, distributie, logistiek, marketing en (food-‐)management. Het onderwijs volgt de regionale indeling. Wellant College richt zich met de Food Academy op thema’s rondom binnenstedelijke voedselvraagstukken. Het Clusius College richt zich op positionering op het terrein van procesoperating in Food, inclusief kwaliteits-‐ management. De arbeidsmarkt in de Food sector kent daarbij zijn eigen dynamiek en heeft met de afzonderlijke onderwijsinstellingen een eigen relatie. Om een inhoudelijke optimalisatie te maken, onder meer met landelijke en provinciale programma’s en beleidslijnen, zien we in hoofdlijnen een verdeling op 4 thema’s. Werken en leren & ontwikkelen staan centraal. Innoveren is nodig om doelbewuste veranderingen, gestuurd door overheden en bedrijfsleven, gezamenlijk op te kunnen pakken en te borgen in het kennissysteem. Tot slot betekent het thema Verbinden dat een intensieve ketensamenwerking tot stand wordt gebracht.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
24
Het CIV Agri & Food draagt bij aan innovatie in de sectoren door het opzetten van innovatiecycli met Kritische Prestatie Indicatoren (zie 3.2). Speciaal voor MBO is het belangrijk dat praktijksituaties een concrete eigenaar hebben, en toegankelijk zijn in de regio. De KPI cyclus verzekert dat dit zo is. Het ontwikkelen van een innovatieve houding wordt bevorderd door het innovatief vermogen van deelnemers te testen aan het begin en aan het einde van de opleiding. Hiervoor zal het CIV een breed toepasbaar instrument ontwikkelen voor het innovatieve vermogen van deelnemers. Door dit instrument te gebruiken kunnen de Meeting Points het verwachtingspatroon en de ambitie van deelnemers en docenten stimuleren en kan het leerproces worden gestuurd. Uiteindelijk zal zichtbaar gemaakt worden dat wij onze naam, Centrum voor Innovatief Vakmanschap, waarmaken.
Foodport Academy Zeeland Meeting Point “Foodport Academy Zeeland” is het regionale talentencentrum waarin bedrijven en opleidingen samenwerken om excellente studenten door te laten groeien tot innovatieve vaklui, die open staan voor nieuwe ontwikkelingen en deze in de praktijk kunnen brengen. Foodport Academy is gericht op de gehele food-‐keten: productie en verwerking van uitgangsmaterialen, akkerbouwproducten, zuivel, aquacultuurproducten en de logistieke processen rond deze sector. De specialisatie, en het onderscheid ten opzichte van andere meeting points van de CIV A&F, is de expertise op het terrein van de zilte aquacultuur, de agrologistiek (product in de keten) en biobased economy. Onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven, met Edudelta Onderwijsgroep als trekker, hebben de handen ineen geslagen. Hierdoor komen de meest moderne faciliteiten beschikbaar voor bedrijfsleven en onderwijs. De studenten maken bij hun opleiding gebruik van deze voorzieningen, zodat hun opleiding aantrekkelijker wordt en zij nog beter voorbereid de arbeidsmarkt betreden. Er worden aansprekende en inspirerende leerarrangementen rondom innovatieve thema’s ontwikkeld en uitgevoerd, waarbij de regionale behoeften van het bedrijfsleven centraal staan (regioleren). Afhankelijk van onderwerp en doelgroep zijn dat b.v. masterclasses, keuzemodules, e-‐learning, webconferences en, themadagen.. Doordat de kwaliteit van de opleidingstrajecten verbetert, wordt er tevens een bijdrage geleverd aan een beter imago van de sector en aan de instroom van personeel.
Verdieping, verbreding, verzwaring In het keuzegedeelte van de BOL-‐opleidingen worden masterclasses aangeboden op onderwerpen die door de regionale of sectorale consortia van de Meeting Points bepaald worden. Waar de minoren bestaan uit standaard onderwijs dat in principe weinig verandert, geven de masterclasses de flexibiliteit om in te spelen op de KPI’s van de innovatiecyclus en op andere actuele thema’s. De masterclasses kunnen zowel korte cursussen zijn als praktijktrainingen of themadagen, en bestaan in ieder geval uit een innovatieve praktijkopdracht
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
25
Tabel 2: Doelstelling deelnemers Master-
Opleiding
Masterclasses
Food 2013
15
Food 2017
418
Agri 2013
0
Agri 2017
535
Instroom In de beroepsopleidende leerwegen (BOL-‐opleidingen) zet het CIV in op een aanzienlijke stijging van het aantal studenten in de Food-‐opleidingen en op het constant blijven van het aantal studenten in de Agri-‐opleidingen, tegen een dalende trend in (tabel 2). Om meer leerlingen uit VMBO en VO te interesseren voor een productiegerichte opleiding, neemt het CIV neemt deel aan programma’s als Toptechniek in Bedrijf, ondersteunt het Techniek Pact en gebruikt het CIV de Bèta-‐Mentality methode in haar werving. In de Food zijn en worden nieuwe opleidingen opgezet (Amsterdam resp. Zeeland) en worden bestaande opleidingen gemoderniseerd (Leeuwarden). Daarnaast worden onderdelen van de Food-‐opleidingen als minoren aangeboden aan studenten van techniek-‐opleidingen van de ROC’s. In de Agri worden opleidingen geconcentreerd aangeboden in het 2e en 3e leerjaar (Akkerbouw, Pluimvee, Varkens) en vindt verhoging van de instroom vooral plaats via minoren voor studenten van techniek-‐opleidingen van de ROC’s. Verder zullen studenten in niet-‐productierichtingen in het groene onderwijs oriëntatie-‐minoren worden aangeboden in de productierichtingen om hen aanvullende kansen op de arbeidsmarkt te geven. De uitdaging daarbij is om het verschil in waardenoriëntatie tussen de verschillende groepen studenten op positieve manier in het onderwijs te gebruiken.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
26
Pluimvee (Midden en Zuid Nederland) Het Meeting Point Pluimvee maakt onderdeel uit van het Poultry Expertise Centre, waarin 13 bedrijven uit de pluimveeketen en kennisinstellingen samenwerken. Het Poultry Expertise Centre is een netwerk gevestigd in Barneveld en omvat o.a. het lectoraat Pluimvee van CAH Vilentum en het daaraan gekoppelde innovatie-‐onderzoek, de internationale pluimveecursussen van PTC+ en de MBO pluimvee-‐opleiding. Het Meeting Point bevordert de m acrodoelmatigheid door verdere uitbouw van het gemeenschappelijke onderwijs door Groenhorst (Barneveld), Citaverde (Horst) en CAH Vilentum (Dronten) van MBO 2 -‐4 tot en met eerste jaar HBO. Er worden speciale modules ontwikkeld voor gemeenschappelijke leerroutes voor leerlingen technisch onderwijs (Bouw, ICT, Mechatronica) en niet-‐productierichtingen van het agrarisch onderwijs (Diveto en Paraveterinair). Een nieuwe praktijktrainingsfaciliteit wordt ontwikkeld waarin dierenwelzijn en toepassing van moderne technieken op het gebied van klimaatregeling, voer, water en milieu geïntegreerd zijn. Het resultaat van het Meeting Point in 2017 is een verdubbeling van het aantal leerlingen met Pluimvee als hoofdrichting (van 25 naar 50 per jaar), en 100 leerlingen van andere opleidingen die specifieke modulen en masterclasses volgen.
De minoren zullen ter certificering worden voorgelegd aan de paritaire commissies van Aequor om inhoud en omvang te borgen. Tabel 3: Doelstelling
Opleiding
BOL opleidingen, minoren en afstandsonderwijs Food en Agri
BOL groen 3-4 (uitstroom)
BOL niet-groen 3-4 (uitstroom)
Minoren
Afstandsonderwijs
Food 2013
40
34
38
0
Food 2017
206
139
300
0
Agri 2013
472
0
0
0
Agri 2017
461
0
538
220
De studentenaantallen bij Agri bestaan voor het grootste deel uit studenten Melkveehouderij (77% in 2013, 66% in 2017). De inspanningen bij de kleine opleidingen Akkerbouw, Pluimvee en Varkens leiden ertoe dat de daling bij Melkveehouderij gecompenseerd wordt door stijgende aantallen in de kleine opleidingen (tabel 3) Afstandsonderwijs wordt structureel gebruikt bij de kleine opleidingen van Agri, en alleen incidenteel elders.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
27
Levenlang leren In de beroepsbegeleidende leerwegen (BBL-‐opleiding) wordt eveneens ingezet op stijging van het aantal deelnemers. De gangbare 1-‐dag-‐per-‐week-‐naar-‐school BBL kan flexibeler en efficiënter worden ingericht, waardoor minder arbeidstijd verloren gaat, b.v. door het toepassen van e-‐learning op onderdelen. De verzwaring van algemeen vormende vakken binnen de BBL leidt tot een hogere uitval van deelnemers. Het CIV zal actief inspelen op de hierdoor ontstane vraag naar branchecertificaten voor delen van de BBL-‐opleidingen. De winst van praktijkgestuurde, meer flexibele opleidingsroutes is aanzienlijk. Het bedrag dat werkgevers ontvangen voor BBL-‐deelname wordt ingezet voor onderwijs-‐ verbetering. Ook bij BBL en branchecertificaten wordt de inhoud van de cursussen gericht op het verbeteren van kritische prestatie-‐indicatoren. Training en opleiding leveren daarmee direct zichtbare resultaten op. Het Meeting Point Food Academy Amsterdam richt zich naast BOL-‐opleidingen specifiek op het ontwikkelen van leertrajecten voor zij-‐instromende werknemers van de Food-‐industrie in Noord-‐Holland, en dat via de uitzendbureaus. In de periode tot en met 2017 zullen ca. 180 individuele trajecten worden uitgezet. Het oprichten van bedrijfsscholen door grote bedrijven of door consortia van middelgrote bedrijven is een duidelijke trend. Het CIV neemt al deel aan een van deze bedrijfsscholen, de exportgerichte Potato Business School, en zoekt naar mogelijkheden dit concept uit te breiden naar andere sectoren, zoals Pluimvee of Varkens. Doorlopende leerlijnen van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO bieden toekomstperspectief aan deelnemers en vergroten daarmee de aantrekkelijkheid van de opleidingen in het CIV. Het CIV werkt actief mee aan het ontwikkelen van leerlijnen tot het Associate Degree niveau van het HBO. In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de doelstellingen van het CIV voor BBL en flex-‐cursussen die deels uit e-‐learning bestaan. Flex-‐cursussen zullen ook in het Engels worden ontwikkeld om buitenlandse werknemers en klanten van Nederlandse bedrijven te bedienen. Deze flex-‐cursussen kunnen ook een onderdeel zijn van bedrijfsscholen die door een bedrijf of een consortium zelf worden georganiseerd, en waar het CIV dus alleen een faciliterende rol heeft.
Opleiding
BBL groen 3-4 (uitstroom)
BBL niet-groen 3-4 (uitstroom)
Flex cursussen Nederlands
Flex cursussen Engels
Food 2013
286
170
190
0
Food 2017
515
460
460
0
Agri 2013
84
0
0
0
Agri 2017
111
0
538
280
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
28
Beter imago van de sectoren Het CIV spant zich met bedrijven en overheden in om een beter imago van de sectoren te bereiken in het kader van de Human Capital Agenda. Een systematische toepassing van het Bèta-‐Mentality model speelt hier een belangrijke rol. Concrete activiteiten zijn: • deelnemen aan Food-‐ en Agri manifestaties voor een breed publiek; • snuffelstages, excursies, gastlessen met leerlingen op basisscholen, VMBO en VO (Techniekpact); • de oriënterende minoren voor studenten van niet-‐productiegerichte opleidingen in het groene onderwijs en de gecombineerde minoren voor studenten van groen en niet-‐groen onderwijs; • deelnemers hun ervaringen laten presenteren bij de innovatieve praktijk-‐ opdrachten; • bedrijven de gelegenheid bieden hun goede werkgeverschap te tonen en aan studenten directe prikkels te bieden (bonus bij studiekeuze of indiensttreding, faciliteiten) en een loopbaan-‐ en scholingsperspectief,
4.2. Meeting Points De Food Meeting Points hebben nauwe banden met regionale netwerken van bedrijven, en voeren hun activiteiten regionaal uit. Naast algemene onderwijs-‐ activiteiten voor hun eigen regio hebben zij ook specialisaties die landelijk uniek zijn en die geschikt zijn voor uitwisseling. De Agri Meeting Points zijn sectoraal georganiseerd, met een centraal punt en verschillende ‘uitschenkpunten’ in het land, waar het onderwijs aangeboden wordt op een macrodoelmatige manier. De 8 Meeting Points zijn samen landelijk dekkend. Ieder meeting Point heeft een AOC als penvoerder en organisator. Voor de vier Agri-‐ Meeting Points is Groenhorst de penvoerder, waarbij voor Melkvee en Varkens de organisatie berust bij resp. Nordwin College en Citaverde. Tabel 5 geeft een overzicht van de Meeting Points en hun specialisaties. De bedrijven die participeren in de Meeting Points dragen alle in natura (expertise), faciliteiten en soms ook in geld, bij aan de werkzaamheden. Alle Meeting points onderhouden actieve relaties met kennisinstellingen, waaronder de agrarische hogescholen met hun lectoraten, en WUR. STOAS Vilentum, de agrarische lerarenopleiding, neemt deel aan het partneroverleg in het landelijke CIV. In verschillende regio’s is de sector Agri & Food van groot economisch belang. Dat uit zich in de betrokkenheid van regionale overheden. Regiovisies van o.a. het Samenwerkingsverband Noord-‐Nederland, de provincie Flevoland en Zeeland, regio Food Valley (Gelderland), regio Zuidoost Brabant en Limburg geven kaders voor hun de regionale overheden, die zich vertalen in actieve steun aan de Meeting Points van het CIV.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
29
De Meeting Points profileren zich binnen het CIV met onderstaande taken (tenminste één uit iedere categorie): Instroom in opleiding en in specialisatiedelen • VMBO en VO snuffelstages, meeloopweken, smaaklessen, businessopdrachten, themamiddagen; • (mede) organiseren van food en agri manifestaties; • premiestelsel voor instroom in specialisatie en/of in diensttreding. Initieel onderwijs • afstandsonderwijs; • minoren met gemeenschappelijke deelname AOC’s en ROC’s; • master classes; • bedrijven organiseren krachtige leeromgeving in de school. Levenlang leren • BBL en/of bedrijfscertificaten; • bedrijfsscholen; • e-‐learning voor zij-‐instromers; • doorlopende leerlijnen VMBO-‐MBO-‐HBO.
4.3. Landelijk CIV 1.
2.
3. 4. 5.
Het landelijke CIV heeft als concrete taken: communicatie: • één aanspreekpunt naar buiten, zowel voor onderwijs, bedrijven als overheden. • major accounts één aanspreekpunt geven (kan ook een Meeting Point zijn). organiseren van de samenwerking: • borgen van deskundigheid; • uitwisseling van programma’s, netwerken, inhoud; • roostering, standaardisering, ontsluiting voor uitwisseling; • borging van ontwikkelde materialen. methoden bewaken, ondersteunen, kwaliteitszorg in aanvulling op de reguliere onderwijsevaluaties. ontwikkelen van verdienmodellen en het doorgeven van de ervaringen binnen het Platform Bèta Techniek bij Publiek Private Samenwerking. verantwoording van de stichting naar de penvoerder (prestatieafspraken) en via de penvoerder naar PBT/EZ.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
30
Het organiseren van de samenwerking gebeurt in doorsnijdende thema’s waaraan alle Meeting Points deelnemen. Deze doorsnijdende thema’s zijn: • docententraining, vooral in praktijkgericht, studentgericht onderwijs, afstandsonderwijs en e-‐learning; • internationalisering; • bevorderen innoverend vermogen studenten en cursisten; • ketenprojecten, b.v. melkveehouderij en zuivel in Dairy Chain en cross-‐sector projecten, b.v. tussen de topsector Agri & Food en HighTech Systemen en Materialen. en voor de Agri-‐ Meeting Points: • smart farming (toepassingen van ICT en mechatronica in plantenteelt en veehouderij).
4.4. Verdienmodellen Het CIV Agri & Food investeert niet zelf in materiële vaste activa. De consortia van de Meeting Points kunnen wel besluiten om gezamenlijk te investeren, buiten de begroting van het CIV. Het CIV gebruikt de projectperiode om samen met het bedrijfsleven flexibele leerwegen te ontwikkelen, in inhoud, plaats en tijd aan te passen aan individuele behoeften van werknemers en werkgevers. Deze worden onderhouden met een bedrag per deelnemer. Het gehele overzicht van de proposities en het verdienmodel van het CIV op landelijk niveau is weergegeven in tabel 6.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
31
!
Naam en plaats
Penvoerder Onderwijspartner
Bedrijven
Food & Technology Zuid-Oost Helmond
Helicon*
Foodport Academy Goes
Edudelta* SVO
Foodport Zeeland (20 bedrijven)
Food Academy Amsterdam
Wellant* Clusius
Lokaal netwerk (6 bedrijven)
Food Noord Leeuwarden
Nordwin College* Friesland College
Kennisinstellingen Food en technologie cross-overs samenwerking groen/ grijs Food & Fresh Lab concept
deelnemer)
HAS-Den Bosch Fontys, WUR, TNO Brainport Eindhoven InHolland
biobased
Lectoraat Aquacultuur Deltagebied
Food in stedelijk milieu (BOL)
InHolland Lectoraat Integrale voedsel- en
-
Friesland Campina AB Vakwerk Scholingsconsulent Zuivel
Van Hall Larenstein NHL
consument Doorlopende leerlijnen MBO-
!
!
*)!penvoerder!
!
!
Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
(
32!
Naam en plaats
Penvoerder Onderwijspartner
Bedrijven
Akkerbouw Emmeloord, met Goes en Groningen
Groenhorst* Edudelta AOC Terra
2 clusters (18 bedrijven) Scholingsconsulent Plant
Melkvee Leeuwarden, met Dronten en Breda
Nordwin College Groenhorst* Prinsentuin
1 cluster Melkvee Academie 2.0 Scholingsconsulent Dier
Pluimvee Barneveld, met Horst
Groenhorst* Citaverde
1 cluster (12 bedrijven) Scholingsconsulent Dier
Varkens Horst, met Barneveld
Citaverde Groenhorst*
1 cluster Varkens Net Scholingsconsulent Dier
Kennisinstellingen Pootaardappelen Precisielandbouw
CAH Vilentum WUR/PPO Dairy Campus, WUR/ASG Van Hall Larenstein Lectoraten Melkveehouderij en Dierenwelzijn
Precisie¬veehouderij, hygiënisch ontwerpen in de veehouderij, dierenwelzijn en nog nader vast te stellen thema’s
CAH Vilentum WUR/ASG Lectoraten Pluimvee en Dierenwelzijn HAS Den Bosch WUR/ASG Lectoraat
*) penvoerder
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
33
Partners Bedrijven (netwerken) Bedrijven (individueel) Agro Opleidingshuis O&O Fondsen CIV Tuinbouw/ Uitgangsmaterialen GKC Lectoraten WUR LTO AOC’s en ROC’s MBO-Raad, AOC-Raad Aequor, SVO Regionale overheden
Kwaliteitsverhoging Ontsluiten arbeidsmarkt • deskundigheidsbevordering, kennisuitwisseling en Afstandsleren ontwikkeling kennisopbouw; Netwerken Testen en leeromgevingen. Omzetverhoging Imagobevordering Deskundigheids-bevordering • vergroten instroom door imago-verbetering en verbredings¬strategie; • faciliteren van bedrijfsscholen Afstandsleren Kostenbesparing deskundigheid Scholingsconsulenten PR Bureau Account¬manager/ Business Developer
met nadruk op kosten¬dekkend aanbieden voor kleine groepen en individuen; • gezamenlijke ontwikkeling van minoren en masterclasses
Andere CIV’s het Vakdepartement
Ontwikkeling Programmalijnen: trainingen, ontwikkeling testen, kwaliteitszorg
B2B P2P
Klantsegmenten O&O Fondsen Landelijke bedrijven Regionale bedrijven Werknemers Leerlingen Docenten
Kanalen • onderzoek • onderwijs • kwaliteit • professionalisering Digitale leeromgevingen Website Netwerken via HCA Agro/ Food
Inkomsten Partnerbijdragen (€ + uren) Bijdragen landelijk bedrijfsleven Sociale Fondsen en Gebruikers ontwikkelde systemen Deelnemersgelden
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
34
!
4.5. Werkwijze, ! De!activiteiten!van!het!CIV!vinden!planmatig!plaats!op!basis!van!een!jaarplan/! innovatiekalender.! 4.5.1. Initieel,onderwijs, ! Om!samenwerking!en!uitwisseling!mogelijk!te!maken,!zijn!afspraken!gemaakt!over! structuur!en!planning!van!het!onderwijs.!Voor!de!structuur!wordt!een!onderscheid! gemaakt!tussen!modulen!met!een!basisCinhoud,!die!MBOCminoren!genoemd! worden,!en!meer!flexibele,!gespecialiseerde!onderdelen.!In!de!nieuwe!kwalificatieC structuur!met!de!bredere!opleidingen!zullen!deze!minoren!in!het!2e!en!3e!leerjaar! geplaatst!worden.!De!gespecialiseerde!onderdelen!kunnen!in!de!nieuwe! kwalificatiedossiers!als!keuzedeel!gebruikt!worden!(figuur!8).! ! Derde jaar: keuze (240 uren) (wisselende thema’s naar KPI’s) Theorie (50% afstand, 50% masterclasses)
(Agri: landelijk; Food: landelijk mogelijk) Tweede jaar: Minoren (vaste thema’s)
(regionaal en/of landelijk) Eerste jaar: Basis
opleidingen
! ! Figuur(8:(Opleidingsstructuur(CIV>gerelateerde(opleidingen( ! ! De!gespecialiseerde!delen!zijn!de!kernactiviteiten!in!CIVCverband.!Deze!worden! landelijk!gecoördineerd!in!ontwikkeling,!decentraal!uitgevoerd!waar!mogelijk!en! landelijk!waar!nodig.!Minoren!zijn!regionaal,!behalve!voor!kleine!AgriCopleidingen! (Akkerbouw,!Pluimvee,!Varkens)!waar!ook!minoren!landelijk!zullen!worden! aangeboden.!! ! Zo!zijn!minoren!in!ontwikkeling!voor:! • procesrendement,!transport!en!logistiek!in!de!Food!(‘grijs!voor!groen’);! • hygiëne,!kwaliteit,!Arbo,!milieuzorg!en!conserveren!(‘groen!voor!grijs’);! • communiceren!in!Food!(‘groen!voor!groen’),!gezondheid!en!de!stad,!etniciteit!en! de!stad;! • agriConderwerpen:!huisvesting,!voeding,!gezondheid!en!dierenwelzijn.!
Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
(35!
De structuur met minoren biedt ook een goede mogelijkheid voor een gezamenlijke oriëntatie op het snijvlak tussen techniek en teelt, of techniek en voedings-‐ technologie, voor studenten van het agrarisch en het technisch onderwijs. Een gedeelde minor kan de basis vormen voor gezamenlijke deelname van studenten van ROC’s en AOC’s aan de gespecialiseerde onderdelen van het CIV. Ingezet wordt op het vormen van blokken met een eenheid van voldoende omvang (120 studie-‐uren) zodat deze via de paritaire commissies gecertificeerd kunnen worden. Daarmee wordt de kwaliteit en de relevantie van deze onderdelen geborgd. Om landelijke of bovenregionale onderwijsactiviteiten mogelijk te maken hebben de deelnemende scholen zich verbonden hiervoor één dag per week te bestemmen. Dit neemt roostertechnische obstakels weg. Deze gemeenschappelijke tijd kan worden uitgebreid in de stageperiodes voor deelname aan masterclasses en themadagen. Het CIV en de Animal Sciences Group (Wageningen Universiteit en Research) Het CIV en de Animal Sciences Group (ASG) werken nauw samen bij onderwijs-‐ ontwikkeling en innovatiegericht onderzoek. Experts van ASG op het gebied van dierenwelzijn en ‘smart farming’ ondersteunen de Meeting Points Dier, in de expertgroepen en door het verzorgen van masterclasses. MBO-‐leerlingen kunnen innovatiegericht onderzoek ondersteunen, speciaal op het snijvlak tussen nieuwe technologie en vakmanschap. Zo wordt een project gestart waarin kreupelheid bij koeien gesignaleerd wordt met sensoren en ‘fuzzy logics’, en handmatig beoordeeld wordt door MBO-‐leerlingen. Dit draagt bij aan het dierenwelzijn, het langer productief houden van melkkoeien en aan het bedrijfsresultaat.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
36
Voorbeelden van masterclasses die gepland staan zijn: • verkleinen en verduurzamen voedselketens in stedelijke omgeving; • consumeren en duurzaamheid; • precisielandbouw; • smart farming over de diersoorten heen. 4.5.2. Levenlang leren Het onderwijs heeft slechts een beperkt marktaandeel in de cursussen van levenlang leren. De BBL-‐stroom staat onder druk, onder andere door hogere eisen aan de algemeen-‐vormende vakken, waaraan veel deelnemers niet kunnen voldoen. Samenwerking met andere partijen is daarom noodzakelijk voor een beter draagvlak. Agri In 2011 namen LTO Nederland en de vakorganisaties het initiatief tot de oprichting van het Agro-‐Opleidingshuis. In het Agro-‐Opleidingshuis worden de meest voorkomende functies in de branches uitgewerkt in competenties. Dit gebeurt in samenwerking met bedrijven. Hierbij wordt met hulp van Aequor een koppeling gemaakt tussen functiebeschrijvingen, kwalificatiedossiers en de individuele behoeften van werknemers. Vervolgens worden aan de competenties cursussen en opleidingen gekoppeld. De ontwikkelscan is hiervoor een belangrijk instrument. Op dit moment is het Agro-‐Opleidingshuis voornamelijk actief in de tuinbouw . Het CIV Agri & Food biedt het Agro-‐Opleidingshuis een kanaal om een soortgelijk opleidingsaanbod te ontwikkelen voor de Agri & Food sector. Daarbij worden erkende opleidingen ingezet bij de ondersteuning van loopbaanpaden. De band tussen CIV en Agro-‐Opleidingshuis wordt gelegd via werkrelaties, ondersteund door banden op bestuurlijk niveau via LTO Nederland. Bedrijven kunnen een beroep doen op scholingsconsulenten uit Akkerbouw en Diervoeders, Dierhouderij en Zuivel. Deze worden – nu via de Productschappen en vanaf 2014 door Colland – door het bedrijfsleven bekostigd. De consulenten sluizen bedrijfsvragen door en geven mede vorm aan een samenhangend pakket voor werkenden en studerenden. LTO en vakbonden bepalen via de Colland-‐Scholing CAO hoe de scholingsmiddelen worden besteed. LTO, het Agro-‐Opleidingshuis en het CIV Agri & Food leggen een gezamenlijk ontwikkelplan voor aan het bestuur van het Colland scholingsfonds. Het concept van de Potato Business School, waarin pootgoedbedrijven trainingen geven voor hun (buitenlandse klanten), kan ook worden toegepast in een Poultry Business School waarvoor een initiatief in gang is gezet.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
37
Agro Opleidingshuis, het platform voor branche scholing De primaire sectoren hebben vanaf 2011 met anderen het Agro Opleidingshuis ontwikkeld. Het “huis” is gaandeweg gebouwd en verbouwd en is nu het platform voor bedrijfstak scholing, Leven Lang Leren en voor de samenwerking onderwijs met het bedrijfsleven. De basis van het Agro Opleidingshuis wordt gevormd door 10 scholingsconsulenten die werkzaam zijn in 7 verschillende sectoren. Hun centrale taak is het bevorderen en ondersteunen van scholingsactiviteiten in de sector. Dit bestaat uit concrete advisering op bedrijven, maar ook uit ontwikkeling van cursussen en lesmateriaal en het zijn van aanspreekpunt voor onderwijs en bedrijfsleven. Alle scholingsconsulenten zijn nauw gekoppeld aan hun eigen sector, m eestal via een stuurgroep die zich direct bemoeit met de activiteiten van de sector en feedback geeft vanuit de achterban. De scholings-‐ consulenten richten zich vooral op de ontwikkeling van werkenden: medewerkers en ondernemers. Vanuit de samenwerking tussen de scholingsconsulenten in het Agro Opleidingshuis zijn instrumenten ontwikkeld die de scholingsconsulenten kunnen helpen bij hun werk, zoals de Ontwikkelscan (www.ontwikkelscan.nl). De ontwikkelscan biedt werkgevers en werknemers de mogelijkheid hiaten in kennis en vaardigheden te identificeren en vervolgens een geschikt opleidingstraject te kiezen. Vanuit het Agro Opleidingshuis worden de relevante scholingstrajecten in kaart gebracht en wordt informatie aan bedrijven gegeven over de inhoud en kwaliteit. Ook zijn er kwaliteitscriteria bepaald en worden afspraken gemaakt met een aantal zogenoemde preferred suppliers voor de trajecten die duidelijk aansluiten op de functieprofielen uit het bedrijfsleven. Deze preferred suppliers zijn onder andere de mbo en hbo instellingen in het groene onderwijs. Hier wordt bewust voor gekozen om de aansluiting m et het reguliere onderwijs te versterken.
Food Als gevolg van de veelheid aan branches bevatten de CAO’s vaak geen scholingsafspraak, en is het aanbod voor de Food sector sterk versnipperd. Het CIV Agri & Food werkt samen met de SOL (Stichting Opleidings-‐ en Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie), met SVO de opleidings-‐ en ontwikkelingspartner voor de versbranche, en met het Agro-‐Opleidingshuis. CIV Agri & Food en de partijen waarmee het samenwerkt zetten hun expertise wederzijds in voor de bedrijven in de regio’s. Tenminste eenmaal per jaar wordt daartoe een overleg gepland waarbij onder andere de HCA activiteiten (Human Capital Agenda) van de Foodsector op de agenda staan. Hierbij wordt vanaf 2014 ook ingezet op het werven van projectmiddelen vanuit de nieuwe regelingen van het Europees Sociaal Fonds.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
38
Food Noord Het CIV Food Noord richt zich op innovatie en ontwikkeling van opleidingen in de zuivelsector vanuit de door bedrijven gewenste verbinding van zuiveltechnologie en procestechniek. Hierbij sluit het CIV aan op ontwikkelingen in de regionale markt. Door de komst van nieuwe vestigingen van zuivelbedrijven als A-‐ware en Fonterra en uitbreidingen van bestaande bedrijven als Friesland Campina en CSK Food Enrichment, komt de Noordelijke arbeidsmarkt voor MBO-‐ers in de Food-‐sector de komende jaren sterk onder druk te staan. In kwantitatieve zin, m aar ook in kwalitatieve zin door verregaande innovaties in bedrijven. Het CIV Food Noord zal, samen met die bedrijven, de dagopleidingen en deeltijdopleidingen versterken en innoveren om voldoende vakspecialisten te leveren op excellent niveau. Het CIV Food Noord ontsluit de kennis en ervaring op landelijk niveau door het inrichten van een Community of Knowledge. Daarnaast m aakt het CIV Food Noord deel uit van de ontwikkeling “Dairy Chain Friesland”. Hierin werken de HBO en MBO instellingen hogeschool van Hall Larenstein en mbo Life Sciences (Nordwin College en het Friesland College) samen. Dairy Chain Friesland werkt in de breedte van de gehele keten "van gras tot glas", dus van primaire productie tot zuivelproduct, waarin zowel het CIV-‐MP Melkveehouderij als het CIV-‐MP Food Noord zijn betrokken. Dairy Chain heeft de ambitie in de doorlopende leerlijn MBO-‐ HBO-‐WO toonaangevend opleider op wereldniveau te worden. Aan een uitbreiding op wetenschappelijk niveau wordt gewerkt via de University Campus Fryslân. Tenslotte is Food Noord een actieve deelnemer aan het Programma ‘Arbeidsmarkt en Opleiding Zuivelindustrie’ dat door het bedrijfsleven is opgezet om het grote tekort aan operators aan te pakken.
De Food Academy Amsterdam/Noord Holland richt zich speciaal op levenlang leren in de flexbranche. Food Noord geeft mede vorm aan de ‘Zuivelschool 2.0’ voor het opleiden van operators voor Friesland Campina. Onderwerpen cursussen: bewust werken (Arbo, productveiligheid, voedselveiligheid, houdbaarheid), kwaliteitscontrole. communicatie op de werkvloer. besturingstechniek, productieplanning E-‐learning en afstandsonderwijs Op dit moment zijn er verschillende aanbieders in Nederland van e-‐learning voor de Agri en Food sectoren. Uit een ‘quick scan’ van STOAS Vilentum Hogeschool (2013) blijkt dat de beschikbare systemen alle flexibel zijn, veel gebruik maken van multimedia en gelegenheid bieden voor formatieve en summatieve toetsing. Het aantal onderwerpen is daarentegen beperkt, en vaak van algemene aard (b.v. kwaliteit of veiligheid). Veel van de e-‐omgevingen zijn op het niveau van ‘informatieve kennis’ en gericht op het reproduceren van die kennis. De toetsing is eveneens vaak op het reproduceren van kennis in plaats van óók op kennisgebruik. E-‐learning wordt niet ingezet voor kenniscreatie (c.q. transfer en ontwikkeling). In veel gevallen zijn de systemen op individuele deelnemers gericht, en maken geen samen leren mogelijk. Gebruik van sociale media is grotendeels afwezig, mobiel leren is nog onaangeroerd.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
39
Het CIV zet bij het ontwikkelen van e-‐learning inzetten op toegevoegde waarde bij samen-‐leren en kenniscreatie. E-‐learning en afstandsonderwijs bieden de mogelijkheid tot plaats-‐ en tijd onafhankelijk leren, wat speciaal van belang is voor zijinstromers in het bedrijfsleven. Het CIV Agri & Food zal (synchroon) afstandsonderwijs inzetten voor landelijke activiteiten per voorjaar 2014. Voor het ontwikkelen van e-‐learning ter ondersteuning van contactonderwijs werkt het CIV Agri & Food samen met de bestaande aanbieders om de leereffecten te verbeteren. Hierbij zullen ook (exporterende) bedrijven betrokken worden die e-‐ learning onder eigen merk kunnen aanbieden aan hun buitenlandse relaties. Bij afstandsleren wordt ingezet op het ondersteunen van praktijklessen (‘voorleren’ en ‘naleren’). E-‐learning: verbinden en verbeteren E-‐learning is een belangrijk midden voor innovatief onderwijs en cursuswerk. Het CIV Agri & Food werkt samen m et het Ontwikkelcentrum en de Human Talent Group aan leerprogramma's die onderwijs en bedrijfsverbetering combineren: blended ‘verbeter-‐ programma’s’ voor branches, bedrijven en scholen. Deze programma's worden ingezet voor het leereffect voor de deelnemer en voor het verbetereffect voor bedrijven. Het Ontwikkelcentrum zal zijn expertise op het gebied van kennistransfer, het ontwikkelen van leerlijnen, leermiddelen, examenproducten, implementatie en onderwijskundige ondersteuning inbrengen. Het Ontwikkelcentrum zal zijn kennis en expertise op het gebied van het kennisverspreidingproces delen en bijdragen aan het opzetten van en het operationaliseren van communities. De ervaring van het Ontwikkelcentrum zal ook ingebracht worden voor het productmanagement en voor het opbouwen van nieuwe verdienmodellen (zoals het Community-‐model). De Human Talent Group zal haar expertise op het gebied van inrichting van verbeterprogramma’s en –modules inbrengen en bijdragen in het ontwikkelen van een online dashboard waarin de deelnemers de prestaties en de ontwikkeling van de prestaties op m eetbare (bedrijfsmatige) prestatie indicatoren kunnen volgen, gekoppeld aan technische functionaliteiten als online coach, expert-‐functies, community functies. Daarnaast zal de Human Talent Group haar ervaring inzetten voor het ontwikkelen van businessmodellen met partijen met een gezamenlijk verdienmodel om zo een duurzaam systeem te bouwen dat onafhankelijk van subsidies kan acteren.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
40
4.5.3. Doorsnijdende thema’s Het CIV Agri & Food organiseert landelijke ondersteuning voor de Meeting Points, in een jaarplan vast te leggen. Die ondersteuning wordt vormgegeven in doorsnijdende thema’s. Deze thema’s zijn: docententraining, ontwikkelen innovatief vermogen, internationalisering en voor de Agri-‐ Meeting Points smart farming. Daarnaast zullen netwerken worden georganiseerd b.v. over het vormgeven van publiek-‐private samenwerking, het bevorderen van instroom en kwaliteitszorg. Docenten • inhoudelijke, verdiepende cursussen op actuele onderwerpen; • didactische cursussen voor topdocenten voor ontwikkeling van hun eigen competenties, coaching, hanteren kleine groepen op kosteneffectieve wijze, werkplaatsleren, blended learning, gebruik sociale media in een onderwijscontext en afstandsonderwijs; • netwerk van docenten voor uitwisseling ‘best practices’ en kennisopbouw. Docentstages en koppelen docenten aan ondernemers. Test innovatief vermogen Als het doel van het CIV het opleiden van innovatieve vakmensen is, dan moet dat ook gemeten worden. Het CIV Agri & Food ontwikkelt een test op innovatief vermogen, af te nemen bij instroom begin 2e jaar en uitstroom eind 3e jaar. Deze test bepaalt de verwachtingen van deelnemers en docenten en zal uiteindelijk ook behulpzaam zijn te bepalen welke condities (leeromgeving, houding docenten, etc.) vervuld moeten worden om het innovatief vermogen van een deelnemer te vergroten. Internationalisering Internationalisering zal worden opgezet als een netwerk van opleidings-‐ coördinatoren aangevuld met deelnemers uit het bedrijfsleven. Onderwerpen: • inhoudelijke internationalisering (b.v. vergelijken voedsel-‐ en bedrijfssystemen); • stages in exportlanden in samenwerking met Stichting Uitwisseling en Aequor; • samenwerking met opleidingen in Vlaanderen via masterclasses, themadagen, afstandsonderwijs en e-‐learning; • ondersteunen van cursussen voor buitenlandse klanten van bedrijven, ook met e-‐ learning.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
41
Smart farming In samenwerking met WUR (Animal Sciences Group en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) en de lectoraten Precisielandbouw zullen gemeenschappelijke master-‐ classes worden ontwikkeld voor de Agri-‐deelnemers. Naast technische vragen (sensoren, dataverwerking) wordt speciaal aandacht besteed aan data-‐interpretatie voor gebruik op bedrijfsniveau. Omdat sinds vrij recent toeleveranciers aan de tuinbouw hun kennis over sensoren, mechatronica en klimaatregeling gaan richten aanbieden aan de veehouderij, wordt ook samengewerkt met het CIV Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Met de toeleveranciers verenigd in de brancheorganisatie NEVAT wordt samen-‐ gewerkt in een technische keten waardoor de economische clusters verder worden versterkt.
4.6. Presentatie en communicatie Het CIV Agri & Food zal zich naar buiten onder die naam presenteren. De Meeting Points gebruiken hun eigen naam, met CIV Agri & Food als ondertitel. Daardoor wordt de band met het ondersteunende bedrijfsleven zichtbaar gemaakt. Een ‘leren door doen’ benadering zal worden toegepast bij het bevorderen van de instroom in de opleidingen. Gericht op VMBO en VO worden food-‐manifestaties, school-‐ondernemingswedstrijden, snuffelstages en meer aangeboden, per regio te bepalen. Meer VMBO’ers uit het agrarisch onderwijs laten instromen in productie-‐ richtingen in het MBO heeft de meeste kans van slagen. Het Bèta-‐Mentality model is juist hier toe te passen. De partners in het CIV zetten zich in om ook studenten van niet-‐productierichtingen kennis te laten maken met de productierichtingen. Omdat de waardenoriëntatie van deze studenten verschilt wordt daarbij aangesloten op gedeelde belangstelling, b.v. dierenwelzijn productiedieren voor studenten Dierverzorging. Deze lijn kan worden doorgetrokken naar een of meer gedeelde minoren. Het CIV Agri & Food draagt bij aan verbetering van het imago van het beroepenveld. Dit is onlosmakelijk verbonden met goed werkgeverschap. Met toonaangevende bedrijven op dit gebied worden verschillende activiteiten georganiseerd variërend van snuffelstages op scholen en bedrijven, speeddating, kleine praktijkopdrachten begeleid door de bedrijven, en meer. Het CIV Agri & Food maakt eigen webpagina’s en fora via Het Groene Plein.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
42
5. Governance De Aeres Groep treedt op als penvoerder van het CIV naar het Ministerie van Economische Zaken en het Platform Bèta Techniek. Verantwoording vindt plaats aan de hand van prestatieafspraken. De prestatieafspraken hebben tot doel om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidie van Economische Zaken aan te tonen, op basis van wat een redelijk resultaat is bij de gegeven ondersteuning ook in het licht van met andere Centra gemaakte afspraken. Dit Businessplan geeft de ambitie aan, en mikt dus hoger. Het CIV Agri & Food zal worden opgezet in de vorm van een Stichting. De Aeres Groep vertaalt de prestatieafspraken met PBT en EZ door in jaarlijkse afspraken met de Stichting. De Stichting op haar beurt sluit prestatieafspraken met ieder van de Meeting Points via de respectievelijke penvoerders. Het bestuur van de Stichting is afkomstig uit bedrijfsleven en onderwijs en heeft zitting op persoonlijke titel. Het bestuur laat zich adviseren door een Food-‐ en een Agri-‐overleg, met afgevaardigden uit de bedrijven en de scholen van de Meeting Points (figuur 9). De voorzitter van de Stichting treedt op als boegbeeld. Het CIV heeft een klein bureau met een projectleider op deeltijdbasis met administratieve ondersteuning. Een aantal landelijk coördinerende taken worden door de Meeting Points uitgevoerd. Het bedrijfsleven is actief betrokken bij de Meeting Points. Bij Food is dat het regionale bedrijvennetwerk, bij Agri zijn dat bestuurders van de diverse vakgroepen van LTO Nederland en bedrijven uit de toeleverende industrie. LTO Nederland draagt via een linking-‐pin constructie zorg voor personele banden tussen het CIV, Colland en het Agro-‐Opleidingshuis (levenlang leren). De vertegenwoordigers van de onderwijs-‐ instellingen verbinden eveneens va een personele unie het CIV Agri & Food met de Groene Tafel, het bestuurlijk overleg van de Centres of Expertise van het HAO. Het CIV ondersteunt de activiteiten van de Meeting Points. De onderlinge afstemming tussen de Meeting Points wordt vormgegeven door middel van de prestatieafspraken, en vervat in een Jaarplan met een innovatiekalender. Dit wordt voorbereid in het Food en Agri overleg.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
43
Platform Bèta Techniek
Prestatieafspraken
Penvoerder Aeres
Ministerie EZ
Prestatieafspraken
Stichting CIV Agri&Food Bedrijfsleven: 2 Food, 1 LTO, 1 Agr. Industrie Onderwijs: Noord - Midden - Zuid Food Overleg bedrijven (4x), Helicon, Nordwin, Edudelta, Wellant
Food Noord Nordwin (penv.)
Food Zeeland Edudelta (penv.)
Food Conn. Point
Innexus
Foodport Zeeland
Figuur 9: Governance
Agri Overleg LTO (4x), Agr. Ind.(4x), Nordwin, Citaverde, Groenhorst
Prestatieafspraken
Food Zuid-Oost Helicon (penv.)
Food Amsterdam/ NH Wellant (penv.)
Projectleider Ondersteuning
Akkerbouw Groenhorst (trekker+pv)
Melkvee Nordwin (trekker) Groenhorst (pv)
Varkens Citaverde (trekker) Groenhorst (pv)
LTO, Ind.
LTO, Ind.
LTO, Ind.
Pluimvee Groenhorst (trekker+pv)
LTO, Ind.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
44
6. Financiering, resultaten en duurzaamheid
6.1. Begroting 2013-‐2017 De geconsolideerde begroting van het CIV Agri & Food is weergegeven in tabel 6. Projectperiode 5 jaar, met subsidieperiode uitvoering per 1 september 2013. De totale omzet van 2013-‐ 2017 ligt op ruim 10 miljoen Euro, waarvan 21 % uit contractuele bijdragen van bedrijven en 22% uit vrije verkopen. Afgezet tegen de subsidiebijdrage van 2 miljoen Euro van het Ministerie van Economische Zaken kan gesteld worden dat ruimschoots aan de subsidievoorwaarde van tenminste 1 miljoen Euro cofinanciering door bedrijven wordt voldaan (figuur 10).
20%
21% bedrijven natura verkopen onderwijs/overheid 22%
37%
EZ
Figuur 10: Inkomstenverdeling CIV Agri & Food 2013-‐ 2017 (totaal €10.226.000) In de projectperiode vindt ontwikkeling plaats van onderwijs (masterclasses, flexibel leren, e-‐learning) dat geleidelijk meer vermarkt wordt. Gedurende de projectperiode stijgen de opbrengsten aan verkopen.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
45
Uitgaven (€)
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal
Menskracht (in kind)
276.524
627.506
663.986
700.726
710.726
2.979.468
Menskracht (in geld)
191.334
582.781
615.781
638.781
635.781
2.664.460
Huur (in kind)
13.953
47.912
47.912
47.912
47.912
205.600
Huur (in geld)
2.250
13.000
13.000
13.000
13.000
54.250
0
304.560
455.220
473.040
528.120
1.760.940
Onderwijsontwikkeling
78.000
198.500
202.000
221.000
181.000
880.500
Inkoop materialen
19.500
26.500
34.150
35.970
28.970
145.090
PR/instroomverbreding (geld)
25.500
112.080
121.510
96.950
100.030
456.070
Overig
330.000
200.400
164.200
164.200
164.200
1.023.000
Totaal geld
646.584
1.437.821
1.605.861
1.642.941
1.651.101
6.984.310
Totaal in kind
290.477
675.418
711.898
748.638
758.638
3.185.068
Onderwijsverzorging (geld)
10.169.378 Inkomsten (€) Bijdrage bedrijven geld/verkopen
6.500
299.800
439.225
708.680
829.430
2.283.635
197.988
447.173
487.973
523.873
528.873
2.185.882
7.183
362.544
541.944
566.544
629.744
2.107.960
Bijdrage onderwijs in kind
92.239
227.395
223.075
223.915
228.915
995.540
Bijdrage overheid e.a. in geld
56.977
223.256
198.256
98.256
73.256
650.000
Bijdrage overheid e.a. in kind
255
849
849
849
849
3.650
Subsidie EZ
*700.000
325.000
325.000
325.000
325.000
2.000.000
Totaal geld
770.660
1.210.600
1.504.425
1.698.480
1.857.430
7.041.595
Totaal in kind
290.481
675.418
711.898
748.638
758.638
3.185.072
Bijdrage bedrijven in kind Bijdrage onderwijs geld
10.226.667 Saldo geld
124.076
-227.221
-101.436
55.539
206.329
57.285
0
0
0
0
0
0
Saldo in kind
*) inclusief € 375.000 startbijdrage 2012 Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
46
!
6.2. Duurzaamheid.en.stip.op.de.horizon. ! Het!CIV!investeert!in!de!ontwikkeling!van!flexibele!systemen,!waaronder! afstandsleren!en!testen.!Hierdoor!wordt!beter!voldaan!aan!de!vraag!van!het! bedrijfsleven!naar!snel!inspelen!op!nieuwe!ontwikkelingen,!en!op!scholingsvragen! van!zijCinstromers.!Deze!systemen!worden!opgezet!als!coCinvestering,!waarbij! expertise!van!bedrijven!en!geldelijke!middelen!uit!ESF,!O&O!fondsen,!!en!regionale! overheden!gebundeld!worden!ingezet.!Het!onderhoud!van!de!flexibele!systemen! wordt!bekostigd!uit!een!bedrag!per!deelnemer.!Dit!bedrag!vormt!na!afloop!van!de! subsidieperiode!een!belangrijke!inkomstenbron!van!het!CIV.!! Het!CIV!heeft,!bij!continuering!in!de!huidige!opzet,!vanaf!2018!een!permanent!budget! van!enkele!tonnen!per!jaar.!De!meeste!omzet!wordt!gemaakt!in!de!Meeting!Points.! ! Er!wordt!een!onderscheid!gemaakt!tussen!de!financiële!structuur!gedurende!de! projectperiode!en!de!structurele!kosten!die!daarna!blijven!bestaan.!Gedurende!de! projectperiode!bestaan!de!kosten!uit!ontwikkeling!voor!de!producten!en!de! ondersteuning.!De!inkomsten!komen!uit!directe!verkoop!en!uit!subsidiegelden.! Cofinanciering!kan!gebeuren!door!de!inbreng!van!geld,!dagen!of!afnamegaranties.! De!structurele!kosten,!die!ook!na!afloop!van!de!subsidieperiode!blijven!bestaan,!bestaan! uit!de!coördinatie,!het!onderhoud!en!de!doorontwikkeling!van!centrale!producten.! Voor!de!structurele!inkomsten!hanteert!het!CIV!het!model!van!een!business! netwerk,!waarvan!het!lidmaatschapsgeld!de!permanente!coördinatiekosten!dekt.! Een!jaarlijkse!inzet!in!dagen!maakt!de!expertise!voor!verdere!ontwikkeling! beschikbaar,!en!er!wordt!gewerkt!met!afnamegaranties.!De!producten!zelf!worden! apart!afgerekend.! ! De.stip.op.de.horizon. De!Centra!voor!Innovatief!Vakmanschap!zijn!een!stap!in!het!emancipatieproces!van! het!MBO.!Afgestudeerden,!studenten!en!docenten!krijgen!een!eigen!positie!bij! innovatieprocessen!en!verbeteringen!in!bedrijven.!De!CIV’s!zijn!daarnaast!een! correctie!op!de!historisch!gegroeide!afstand!tussen!bedrijfsleven!en!vakonderwijs,!en! vormen!een!nietCvrijblijvende!relatie.! Over!4!jaar!is!het!CIV!Agri!&!Food!een!effectief!opererend,!zichzelf!versterkend! netwerk!van!Meeting!Points,!die!de!aansluiting!hebben!gevonden!bij!de! innovatieagenda!Agri!&!Food.!Werkenden!en!studerenden,!vaklieden!en!junior! vaklieden!kunnen!zichzelf!hier!ontwikkelen!door!te!werken!aan!innovatieve! opdrachten.! De!CIV’s!stralen!het!succes!uit!van!de!Agri!&!Food!sectoren,!en!spreken!jongeren!aan! op!verschillende!manieren.!Aan!de!horizon!wenkt!een!baan!in!een!zekere!sector.!Met! carrièreperspectief.!Mensen!lekker!en!gezond!voedsel!bieden,!zowel!om!de!hoek!als! aan!de!andere!kant!van!de!wereld,!met!de!modernste!technieken!en!met!respect! voor!dier,!natuur!en!milieu.!Dat!is!de!uitdaging.!Leuk!werk,!dat!hard!nodig!is:!“We! Feed!the!World”.! Het!innovatieve!vermogen!en!de!aantrekkingskracht!maken!het!CIV!en!zijn!Meeting! Points!in!de!Agri!&!Food!sector!tot!belangrijkste!leverancier!van!MBOCcursussen!en!C opleidingen. Centrum(Innovatief(Vakmanschap(Agri(&(Food(
(47!
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
48
7. Tijdpad/Proces Het Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food zal per 1 september 2013 gaan functioneren als het Ministerie van Economische Zaken positief beschikt zal hebben op de subsidieaanvraag die met dit Businessplan wordt ondersteund. Voor 2013 -‐ 2014 richt het CIV zich op het bereiken van de volgende eerste resultaten: • organisatie met een projectleider, procedures, en communicatie (website en een nieuwsbrief); • jaarprogramma met innovatieagenda; • uitwisselingsagenda tussen de Meeting points; • programma voor docenttrainingen; • operationele gespecialiseerde netwerken, bijvoorbeeld over samenwerking groen-‐ grijs. In 2014 -‐ 2015 worden gerealiseerd • innovatietest; • videotraining voor gebruik door de Meeting Points; • masterclasses in Food en Akkerbouw; • zichtbaarheidsactiviteiten (themadagen); • start focusgroepen (1 Food, 3 Agri); • start ontwikkeling minoren en e-‐learning; • start instroombevorderende activiteiten. In 2015 -‐ 2016 worden gerealiseerd • eerste uitvoering minoren; • start ontwikkeling specialisaties (masterclasses); • start ontwikkeling levenlang/ flexibel leren (Nederlands). In 2016 -‐ 2017: eerste uitvoering masterclasses en e-‐learning modulen in flexibele leerroutes. Zowel mid-‐term als in het najaar van 2017 wordt het werk van het CIV en de Meeting Points geëvalueerd. Op basis van de evaluatie in het najaar van 2017 besluiten de partners over de wijze van continuering van het CIV Agri &Food.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
49
Melkveehouderij (Noord, Midden en Zuid Nederland) De Nederlandse melkveehouderijsector heeft een toegevoegde waarde van 8 miljard Euro, met 128.000 arbeidsjaren – ca. 53.000 in de primaire productie en 75.000 in de toeleverende en verwerkende industrie. De meeste werkgelegenheid in de primaire productie ligt in Noord en Oost Nederland. Het agrarisch onderwijs levert zo’n 2.400 gediplomeerden (niveau 1 t/m 4) per jaar voor de primaire productie . Voor de toeleverende industrie bestaan geen gespecialiseerde opleidingen m et een combinatie van technische en veeteeltkennis. Hier gaat wat aan veranderen! Het Meeting Point M elkveehouderij speelt in op de prioriteiten die leven in de sector Melkveehouderij m et experts uit het bedrijfsleven en onderwijs. Bedrijven uit de genetica, voeders, huisvesting en m elkwinning zijn betrokken. De ontwikkeling van de Dairy Campus in Leeuwarden biedt op termijn vele mogelijkheden om (oud) studenten kennis te laten m aken met de laatste ontwikkelingen in de melkveehouderij en het toegepast onderzoek dat hier plaatsvindt. Het Nordwin College (trekker), Groenhorst en Prinsentuin College zijn de steunpunten in Noord, Midden en Zuid die het Meeting Point het hele land laten bedienen, zodat alle opleidingen Melkveehouderij zullen profiteren. Het Meeting Point M elkveehouderij staat voor levenlang leren, met meer flexibele opleidingen en cursussen: nieuwe medewerkers die geen kennis van de sector hebben krijgen dit snel en op maat. Daarnaast worden bredere opleidingen opgezet: niet alleen leerlingen in het agrarisch onderwijs, maar ook leerlingen in het technisch onderwijs moeten kennis m aken met de melkveesector, vooral met de toeleverende industrie en handel. Diepere opleidingen: het bedrijfsleven heeft behoefte aan MBO’ers die goed ingevoerd zijn in de sector, en die innovaties kunnen invoeren en begeleiden. Tenslotte werken wij aan een beter imago van de sector: samen m aken wij duidelijk dat de m elkveesector vernieuwend, uitdagend, internationaal, diervriendelijk is en van belang om de wereld te voeden. In ‘Dairy Chain’ werkt het Meeting Point Melkveehouderij samen met het Meeting Point Food Noord om een omvattend programma voor de gehele zuivelketen tot stand te brengen.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
50
Varkenshouderij (Zuid en Midden Nederland) Het Meeting Point Varkenshouderij wil in partnerschap m et het regionale bedrijfsleven en onderwijsinstellingen duurzaam de beste ondernemende vakmensen en ondernemers afleveren in de varkenshouderij sector. In Zuid Nederland speelt de varkenshouderij een belangrijke rol binnen de economische ontwikkeling van het agrocluster. Daarnaast is er een sterke concentratie van varkenshouderij bedrijven in M idden en Oost Nederland. De instroom van nieuwe arbeidskrachten blijft echter ver achter op de vraag. Met name de vraag voor goed opgeleide medewerkers / bedrijfsleiders op niveau 3 en 4 is erg groot. Het Meeting Point Varkenshouderij bundelt diverse initiatieven vanuit bedrijfsleven en onderwijs om het varkenshouderij onderwijs een nieuwe impuls te geven. De vorming van dit sectoraal Meeting Point draagt bij aan een duurzame oplossing. Er zijn 2 gebieden waar de onderwijsactiviteiten worden uitgevoerd. De trekker van Varkenshouderij is het Citaverde College, met als partners Helicon, Prinsentuin en Edudelta in Zuid Nederland. In M idden Nederland komt een uitvoeringslocatie met partners (Groenhorst en AOC Oost, Groene Welle en Landstede) Er wordt samengewerkt met relevante initiatieven en organisaties de samenwerking te zoeken: Varkensnet, Varkens Innovatie Centrum Sterksel (Animal Sciences Group WUR) en de scholingsconsulenten. Er wordt een keuze gemaakt van de belangrijkste onderwerpen op basis van de geschiktheid voor MBO'ers, deze onderwerpen worden door expertteams verder uitgewerkt. Naast theoretische verdieping zijn innovatieve praktijkopdrachten een heel belangrijke onderwijstool in dit geheel, hiermee wordt de verbinding m et het bedrijf gelegd. Dit alles wordt ondersteund met een goede E-‐learning tool zodat studenten ook in hun eigen omgeving en in hun eigen tijd kunnen leren. Deze onderwerpen worden als minoren, masterclasses of als (internationale) cursussen worden gegeven. Zo is de verbinding met het overige MBO geborgd. Hiermee wordt tevens het begrip Leven Lang Leren vorm gegeven.
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
51
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
52
8. Voorstel Prestatieafspraken Agri & Food
Doelstelling
Mid term review 2013
1
Instrument
2015
2017
CIV Agri & Food is opgericht
2
3
-
-
-
4
-
5
-
6
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
53
Financiën Doelstelling
Mid term review 2013
7
Geconsolideerde verkopen per 6.500
8
9
Instrument
2015
2017
300.000
800.000
0
-
5.000
300.000
50% 30%
50%
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
54
Doelstelling
Mid term review 2013
12
Instrument
2015
2017
-
13 2 3 15
-
-
16 17 -
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
55
Klanten en markten Doelstelling
Mid term review
Instrument
2013
2015
2017
19
Uitstroom BOL groeit (Food opleidingen)
30
100
150
20
Uitstroom BBL groeit (Food opleidingen)
225
340
465
460
460
460
80
80
80
40
335
740
50
520
990
350
775
1350
Jaarverslag, e-learning omgeving
- 0
75
530
Jaarverslag, e-learning omgeving Jaarverslag
21 22
(Agri opleidingen) (Agri opleidingen)
23
-
24 25
Aantal deelnemers aan Nederlands
26 27
Aantal deelnemers uit Vlaanderen groeit
0
50
90
28
Ondernemers geven aan dat
0%
0-25%
25-50%
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food
56
Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food