Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap Energie - Eemsdelta

Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap Energie - Eemsdelta Toptechniek in Bedrijf Call for Proposals 2012

Groningen/Delfzijl, 8 oktober 2012

Noorderpoort versterkt de regio

Centrum voor Innovatief Vakmanschap Energie - Eemsdelta

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Visie, missie en concept 3 Visie missie 3 Het concept 4 Focus 5 3. Het team 6 De Stichting CIV E-E 6 Kennispartners 7 Samenwerkingsrelaties 7 4. Het Business model 8 Propositie 8 Verdienmodel 8 Markten 9 Marketing (communicatie- en marketingstrategie) 10 5. Omgevingsanalyse en risicoanalyse 10 Trends en ontwikkelingen in de markt 10 Concurrenten 10 Risicoanalyse 11 6. Uitvoering 12 Implementatieaanpak 12 Projectmatige uitvoering van de voorbereidingsfase 12 Doelstellingen en indicatoren 13 7. Organisatie en Governance 14 Structuur 14 8. Financiële analyse 15 Exploitatiebegroting 15 Investeringsbegroting 16 Verduurzaming 17 Bijlage Akkoordverklaring Stichting Support AOT Noord

Noorderpoort Energy & Maritime, Duurswoldlaan, Farmsum/Delfzijl

2

1

2


1 Inleiding Innovatie, kennisontwikkeling en kennisoverdracht vanuit de topsector energie vindt voor een belangrijk deel plaats in Noord Nederland. In samenwerking met (Noordwest-) Duitsland ligt het accent en de ambitie op de ‘renewables’. In het kader van Energy Valley zijn op dit moment projecten en investeringen in uitvoering die gezamenlijk een totaalbedrag van bijna 24 miljard behelzen. Speerpunt is de regio Eemsdelta. Hier worden ruim 3.000 vacatures verwacht in de periode van 2011 tot 2020. De vraag naar (energie-) technisch uitvoerend personeel neemt daardoor de komende jaren sterk toe. Door vergrijzing en afname van interesse in technische opleidingen daalt het aanbod. Dit vraagt om een herkenbaar en zichtbaar MBO cluster dat het MKB en het grootbedrijf in de Energy Valley regio kwalitatief en kwantitatief kan bedienen. Het ROC Noorderpoort voert een deel van haar techniek-onderwijs uit in Delfzijl. Voor het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Energie-Eemsdelta (CIV E-E) is met name de MBO4opleiding AOT (Allround Operational Technicus) van belang. Deze opleiding wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven via de Stichting Support AOT Noord, waarbij bedrijven meedoen en meebetalen aan het onderwijs. De oprichting van het CIV E-E borduurt voort op deze samenwerking. CIV E-E is een gezamenlijk initiatief van de Stichting AOT en Noorderpoort. Het CIV E-E heeft de ambitie specifiek energie toponderwijs aan te bieden en daarmee een groot aantal hoogopgeleide energietechnici aan te bieden aan de markt. De eerste stappen zijn reeds gezet. Met de onlangs in gebruik genomen nieuwbouw van het Noorderpoort in Delfzijl is een belangrijke randvoorwaarde vervuld om aantrekkelijk toponderwijs te realiseren. Met kennisinstellingen en andere partners in de regio zijn afspraken gemaakt over samenwerking. Onze ambities sluiten aan op ontwikkelingen in de provincie Groningen, die ook hoog inzet op de topsector Energie. De spin off in de regio is nu reeds merkbaar: zo overweegt een MKB-bedrijf studentenhuisvesting te realiseren in de buurt van de school. Om daadwerkelijk toponderwijs te realiseren zijn extra investeringen noodzakelijk. Een goede infrastructuur en een top-curriculum moeten op korte termijn worden gerealiseerd. Tijdelijk projectmanagement om de organisatie vorm te geven en extra acquisitie is noodzakelijk.

2 Visie, missie en concept 2.1 Visie missie Visie In Noord Nederland en in het bijzonder de regio Eemsdelta groeit het aantal bedrijven op het gebied van de energievoorziening, de verduurzaming daarvan en de inbedding van de opkomende decentrale energievoorziening. Onderhoud en beheer van de complexe en veranderende technische energie-infrastructuren is cruciaal. Dit vergt meer en beter gekwalificeerde energietechnici. Deze moeten worden opgeleid op een moderne beroepsopleiding waarin algemene operationele techniek wordt gekoppeld aan specifieke technische energievakkennis. De aanwezigheid van een moderne beroepsopleiding levert een positieve bijdrage aan het vestigingsklimaat van nieuwe bedrijven in de regio. Missie Het CIV E-E zorgt voor vergroting en kwaliteitsverbetering van de uitstroom van innovatieve energietechnici naar de arbeidsmarkt door een moderne, praktijkgerichte onderwijsaanpak die het vakgebied voor aankomend energietechnici aantrekkelijker maakt. Deze aanpak combineert leren en werken met samenwerken in verschillende disciplines op een MBO+ niveau en garandeert daarnaast een goede aansluiting op het HBO.

3


2.2 Het concept Het concept van het CIV E-E is afgeleid van de bewezen succesformule Stichting Support AOT Noord. Het technisch bedrijfsleven, specialisten in werving en selectie (Start People) en Noorderpoort werken sinds 2008 samen om meer en hoger gekwalificeerde algemeen operationele technici (AOT) op MBO niveau op te leiden. Kenmerkend is dat bedrijven meedoen en meebetalen aan het onderwijs. Het aantal aanmeldingen van leerlingen is inmiddels verdrievoudigd. De formule is succesvol. Deze succesformule wordt nu ingebracht in het CIV E-E. Daarmee worden de huidige energie activiteiten van de Stichting Support AOT Noord ondergebracht in het CIV E-E en vervolgens verder ontwikkeld. Energieonderwijs In het huidige onderwijs (niveau MBO-4) kunnen leerlingen zich in het derde en vierde jaar al specialiseren op fossiele energie en windenergie. Ook wordt met marktpartijen nagedacht over de ontwikkeling van energieonderwijs op het gebied van LNG (liquefied natural gas). Veruit de meeste energie die op dit moment gebruikt wordt, komt van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en kolen. Fossiele brandstoffen blijven de komende tientallen jaren een belangrijke rol spelen in de energievoorziening. Een van de meest voorkomende nieuwe vormen van energie is de windenergie. Het aantal windturbines groeit sterk. Deze groei zien we ook in de Eemshaven, nu al het grootste park van Nederland dat in 2019 meer dan 750 megawatt zal produceren. In de loop van 2014 wordt in Noord Nederland een LNG infrastructuur gerealiseerd voor het gebruik van LNG voor zwaar wegtransport en scheepvaart Afstemming met het bedrijfsleven Het CIV E-E maakt en verzorgt opleidingen en laat studenten uitstromen waar de markt behoefte aan heeft. Omdat het CIV is samengesteld uit bedrijven en Noorderpoort, hebben de bedrijven grote invloed op de inhoud van het onderwijs. Gevolg daarvan is dat de opleidingen sterk praktijk georiënteerd zijn en voorzien zijn van projecten die bij de deelnemende bedrijven worden uitgevoerd. Het onderwijs wordt verzorgd door docenten die op de hoogte zijn en blijven van de ontwikkelingen en innovaties in de branche. Ook is er sprake van een substantiële inzet en samenwerking van medewerkers uit bedrijven als gastdocenten etc. Het CIV E-E is daarmee een toonaangevend technisch opleidingscentrum waar studenten al vanaf het begin van en in de praktijk leren en in contact komen met de innovaties binnen de bedrijven. Voordeel voor de bedrijven is dat ze hoog gekwalificeerde afgestudeerde studenten als beginnende werknemer krijgen die door hun kennis bij gaan dragen aan technische innovatie. Afstemming met kennisinstellingen Het CIV E-E hecht grote waarde aan de samenwerking met andere MBO- en HBO instellingen. Deze samenwerking heeft tot doel: 1. wederzijdse kennisuitwisseling en 2. zorgen voor doorstroming van MBO naar HBO. Het CIV werkt intensief samen met de NHL Hogeschool, de Hanzehogeschool en met de Hochschule in EmdenLeer. Met de NHL Hogeschool is de afspraak gemaakt dat NHL studenten gebruik kunnen maken van de windturbine (simulator) van het Noorderpoort. In ruil hiervoor verzorgt de NHL-Lector Energie colleges op het CIV. Tevens hebben beide partijen, tezamen met ECN, de afspraak gemaakt om gezamenlijk een energie-kenniskring op te zetten. Met de Hochschule in EmdenLeer worden op dit moment soortgelijke afspraken gemaakt. Het CIV stelt aan de Hanzehogeschool apparatuur beschikbaar voor de energie laboratoria Entrance en RenQi. Het CIV mag, in ruil daarvoor, voor haar energie onderwijs gebruik maken van deze laboratoria. In het Energiekenniscentrum van de Hanzehogeschool wordt praktijkgericht onderzoek gedaan. Het CIV en de Hanzehogeschool denken na over de inzet van MBO studenten in deze onderzoeken. Naast de kennisuitwisseling werkt het CIV aan specifieke doorstroomprogramma’s MBOHBO. Met de NHL wordt een doorstroomprogramma ontwikkeld op het gebied van windtechniek. Noorderpoort en Hanzehogeschool denken na over een AD programma (niveau 5) opgezet voor doorgroei van CIV deelnemers na het 4e jaar en als alternatief voor HBO studenten. Via Noorderpoort is het CIV-E-E verbonden aan het Innovatiecontract Wind op Zee (mei 2012) en zal bijdragen in de keten van research tot commerciële toepassing. Met het Alfa-college heeft Noorderpoort macro-doelmatigheidsafspraken gemaakt waarbij

4


beider technische opleidingen zijn uitgeruild. Dat betekent dat de opleidingsportfolio’s in Groningen complementair zijn. Met het Alfa-college maken we nu nadere afspraken over ongehinderde onderlinge doorstroom van studenten, en participatie van studenten in relevante energieprojecten en – stages.

2.3 Focus De huidige- en toekomstige partners van het CIV hebben behoefte aan energietechnici en daar wordt het nieuwe onderwijs op afgestemd. Hoe ziet dit nieuwe onderwijs er globaal uit? • Na twee algemene basisjaren vindt in het 3e en 4e jaar verdieping en verzwaring in specifieke leer-werklijnen naar energietechnische beroepen plaats. In het nieuwe onderwijs wordt het 3e jaar met bedrijfsstages ingericht en vindt in het 4e jaar via minoren verdieping plaats (minor energie). Een en ander wordt natuurlijk afgestemd op de nieuwe kwalificatie dossiers. • De nieuwe afstudeerrichting Wind Technician (offshore wind) biedt nieuwe kansen voor jongeren, werkenden en zij-instromers. Het Noorderpoort heeft als enige MBO-opleiding in Nederland de BZEE licentie verkregen om studenten en werknemers op te leiden. De BZEE standaard is door 80 bedrijven in de windenergie branche ontwikkeld en binnen en buiten Europa erkend. • Leven Lang Leren. Het CIV E-E biedt specifieke opleidingen voor zij-instromers en medewerkers van het bedrijfsleven. Het gaat daarbij om verbreding (bv. technische kennis en maritieme kennis of een opleiding technisch duiken voor technici die offshore windparken onderhouden), verdieping (kennis over nieuwe technologieën) en/of verzwaring (innovaties vragen meer theoretische kennis: opscholen van MBO’ers naar Associated Degree niveau). CIV E-E helpt bedrijven zo de werknemerskwalificaties hoog te houden. • Professionalisering van docenten en Leven Lang Leren voor het MBO: upgrading van kennis over en een open houding t.o.v. (innovaties in) het bedrijfsleven en verdere professionalisering via een Zomerschool voor docenten, stages in de bedrijven. Daarnaast worden medewerkers uit de bedrijven ingezet voor het verzorgen van trainingen en cursussen. Kenmerken van het onderwijs in het CIV. Het CIV E-E biedt toponderwijs met de volgende kenmerken: • Praktijk staat centraal. Al vanaf de start worden MBO-studenten via excursies, stages en opdrachten met het bedrijfsleven in contact gebracht voor inzicht in en oriëntatie op beroepen, werkomgevingen en sectoren. Werkplekken en stages zijn uitdagend, praktijkgericht en vragen ambitie van MBO-studenten. • Leren op school ondersteunend. Het schoolgebonden deel dient als voorbereiding op of verwerking van wat in de praktijk wordt opgedaan (geen gescheiden werelden). Daarbij gaat het om verwerven van inzichten in de onderliggende theorie via werkgroepen en instructies en om oefenen met praktijksituaties in games en simulaties en online opleidingsvarianten (blended learning). • Gemengde groepen. De MBO-studenten werken in gemengde groepen van jongere- en ouderejaars. Ouderejaars kunnen hierdoor oefenen met het coachen van jongerejaars en voor jongerejaars draagt dit bij aan de beeldvorming over de opleiding (‘wat heb ik aan dit vak’). • Loopbaanbegeleiding. Begeleiding van de student richt zich op de ambitie en de optimale ontwikkeling. CIV-E-E kent een ambitieuze studiecultuur, waarin het herkennen, erkennen en stimuleren van talent een vanzelfsprekend onderdeel is van de opdracht die we als kennisinstelling hebben: het opleiden van uitstekende professionals. Wij kiezen voor een gedifferentieerde aanpak. Ieder programma kent een ‘plus’ ten opzichte van een standaardopleiding: extra certificering (REWIC of BZEE), een internationale stage, een zwaardere afstudeeropdracht, een minor uit een andere studierichting binnen het Noorderpoort, een extra programma via de Ondernemersacademie. Iedere leerling krijgt een vaste coach uit het bedrijfsleven. • State-of-the-art. Het CIV E-E gebruikt moderne leertechnologieën (games, simulaties, real-life apparatuur). Omdat dit erg duur kan zijn, maakt het CIV gebruik van apparatuur en werkomgevingen in de bedrijven. In andere gevallen stellen bedrijven apparatuur of installaties beschikbaar op school. De aansluiting op de innovaties van de sector wordt gerealiseerd in de samenwerking met de hogescholen en deelname aan het praktijkgericht onderzoek. Daar werken MBO-studenten samen met WO en HBO studenten aan de technieken en oplossingen voor morgen, multilevel en multidisciplinair.

5

3


3 Het team Dit hoofdstuk beschrijft het CIV E-E, de partners en hun trackrecord.

3.1 De Stichting CIV E-E Er wordt een nieuwe stichting CIV E-E opgericht door de initiatiefnemers Noorderpoort en de Stichting AOT. De Stichting kent een bestuur en een Raad van Toezicht en wordt geleid door een directeur. De Governance wordt in hoofdstuk 8 uitvoerig beschreven. De energie gerelateerde bedrijven uit de Stichting AOT financieren deze nieuwe stichting. Deze bedrijven worden hieronder kort beschreven. De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.

NAM B.V. (50% Shell / 50% ExxonMobil) is vanaf 1947 actief met opsporing en winning van aardgas en aardolie in Nederland. Naast olie (het Groningen-veld), wint de NAM ook uit de Noordzeebodem. NAM is in Assen gevestigd.

Bijdrage • De investering van NAM is ca. € 13.500 per jaar (€ 11.000 cash en € 2.500 in kind). • Deze investering geldt vooralsnog voor een periode van 5 jaar en is in totaal € 67.500. Nuon

Nuon is prominente energieleverancier. Nuon produceert, levert en handelt in energie. Nuon Production is het technische hart waar dagelijks energie voor ca. drie miljoen klanten wordt opgewekt met energiecentrales en windparken. In de Eemshaven wordt binnenkort de nieuwe Nuon Magnum centrale in gebruik genomen.

Bijdrage • De investering van Nuon is ca. € 13.000 per jaar (€ 5.500 cash en € 7.500 in kind). • Deze investering geldt vooralsnog voor een periode van 5 jaar en is in totaal € 65.000. Delesto

Delesto produceert al jarenlang op milieuvriendelijke wijze elektriciteit met 3 gasturbine-generatoren en een hoog rendement warmtekrachtcentrale. Deze centrale draagt bij aan de besparing op het gebruik van fossiele brandstoffen en aan het terugdringen van de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide.

Bijdrage • De investering van Delesto is ca. € 6.000 per jaar (€ 3.000 cash en € 3.000 in kind). • Deze investering geldt vooralsnog voor een periode van 5 jaar en is in totaal € 30.000. GDF Suez (voorheen Electrabel)

GDF Suez zit in de Europese kopgroep van energieondernemingen en is marktleider in de Benelux. Ze zijn de grootste elektriciteitsproducent in Nederland. De Eemscentrale is een moderne en een van de grootste en schoonste gasgestookte centrales van Europa.

Bijdrage • De investering van GDF Suez is ca. € 11.300 per jaar (€ 3.800 cash en € 7.500 in kind). • Deze investering geldt vooralsnog voor een periode van 5 jaar en is in totaal € 56.500. RWE

RWE is in Nederland actief met de opwekking en verkoop van gas, stroom en energiediensten en staat in de Nederlandse top 5 van energieleveranciers. RWE is gevestigd in Hoofddorp, Helmond en Groningen. Vooral op het gebied van opwekking van gas en stroom staat de organisatie niet stil. Zowel op zee als op land ontwikkelt RWE centrales en windmolenparken om energie op te wekken.

Bijdrage • De investering van RWE is ca. € 8.800 per jaar (€ 3.800 cash en € 5.000 in kind). • Deze investering geldt vooralsnog voor een periode van 5 jaar en is in totaal € 44.000. RWE Innogy windpower Netherlands BV

Windpark Westereems in de Noord-Groningse Eemshaven is het grootste windpark op Nederlandse bodem. Het omvat 52 windturbines. Voor Windpark Westereems zijn turbines ingezet met een ashoogte van zo’n honderd meter en een rotordiameter van zo’n tachtig meter. Het nieuwe park kan jaarlijks rond 470 miljoen kilowattuur leveren, genoeg om ruim de helft van de huishoudens in de provincie Groningen van Groene Stroom te voorzien.

Bijdrage • RWE I investeert eenmalig € 50.000 in het CIV E-E. De bijdrage is in kind. • De totale investering van RWE I is € 50.000.

6


Daarnaast neemt Noorderpoort deel aan de nieuwe stichting. Noorderpoort

Het Noorderpoort is een onderwijsinstelling voor voortgezet onderwijs, MBO, volwasseneneducatie en contractactiviteiten. Met 22 verschillende scholen verspreid in de regio, ruim 19.000 cursisten en 1.600 medewerkers is het Noorderpoort het grootste ROC (regionaal opleidingscentrum) in Noord-Nederland. Noorderpoort richt zich in haar energie opleidingen op de centrale energie opwekking via wind en fossiel gestookte centrales.

De bijdrage van Noorderpoort voor een periode van 5 jaar bedraagt € 214.500.

3.2 Kennispartners Het CIV E-E heeft ook een aantal kennispartners aan zich verbonden. Deze partners leveren een in kind bijdrage aan het CIV en delen vooral hun kennis met het CIV (en omgekeerd). Hanzehogeschool Groningen

De Hanzehogeschool Groningen is in de periode 2005-2007 gestart met onderzoeksprogramma’s gericht op toepassingen (effectiever en efficiënter met energie omgaan) en het gebruik van duurzame bronnen. In 2005 is het Energie Kenniscentrum gestart in een nauwe samenwerking met Gasunie. Centraal thema is energietransitie, opgedeeld in drie onderzoeksgebieden: Netintegratie, Energietoepassingen en Duurzame Energie (zon, wind en biogas). Rondom deze drie gebieden zijn lectoraten gevormd. Sinds 2009 en 2012 zijn er laboratoriumfaciliteiten (RenQi en Entrance) toegevoegd aan het Energie Kenniscentrum (EKC).

Alfa College

Alfa College richt zich in zijn opleidingen op decentrale energieopwekking. De onderwijsprogramma’s Value in the Valley en opvolger Value Beyond the Valley zijn een nieuwe invulling van het laatste jaar van MBO- en HBOopleidingen op het gebied van milieu, energie, landbouw en techniek met een duidelijke focus op duurzaamheid. Het programma richt zich op projecten en opdrachten rondom activiteiten van bedrijven en organisaties, die zich met duurzaamheid in relatie tot milieu, energie, landbouw en techniek bezig houden.

NHL Hogeschool

De NHL is gestart met een unieke afstudeerrichting Offshore Windenergie. Daarnaast heeft HNL het lectoraat Windenergie voor praktijkgericht onderzoek en onderwijs over windenergie en wordt de afstudeerrichting Offshore Windenergie ontwikkeld en wordt de module Wind binnen de EUREC Master opleiding Renewable Energy bij Hanzehogeschool Groningen uitgevoerd. Onderzoekspeerpunten zijn o.a. kleine windturbines (samen met Duitse universiteiten) en visuele inspecties van moeilijk toegankelijke windturbine onderdelen (met Computer Vision).

3.3 Samenwerkingsrelaties Naast bovengenoemde organisaties heeft het CIV structurele samenwerkingsrelaties met een aantal partijen. Deze partijen zijn de volgende: Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta

SBE is de ondernemersorganisatie in de Eemsdelta (Delfzijl, Appingedam en Eemshaven). Ze behartigt de belangen van de aangesloten bedrijven in de sectoren havens, logistiek, industrie, energie en dienstverlening. Namens meer dan 100 bedrijven is SBE overlegpartner bij lokale, provinciale en nationale overheden en kennisinstellingen zoals universiteiten en hogescholen.

Energy Academy Europe / Energy College

De Energy Academy Europe heeft als doel om Nederland internationaal een vooraanstaande positie te geven op het gebied van energie en de transitie naar duurzaamheid. Dit doel kan alleen tot stand komen door intensieve samenwerking tussen markten, het bedrijfsleven, het publiek en kennisinstellingen van onderwijs en onderzoek. De EAE wordt in eerste instantie mogelijk gemaakt door de samenwerking van een vijftal partners: Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, de gemeente Groningen, de provincie Groningen en Energy Valley. Onder de vlag Energy College zijn de 7 MBO en AOC instellingen in Noord Nederland een netwerk-samenwerking aangegaan. Doel is om in de breedte energietechniek opleidingen te versterken en daarmee een krachtige basis onder de Energy Academy te bouwen.

7

4


Seaports Xperience Center

Dit centrum is een samenwerkingsverband van de Hanzehogeschool Groningen, Bouwend Nederland, Noorderpoort, Groningen Seaports, ISD Noordoost en de Provincie Groningen. Het SXC is gericht op het enthousiast maken van leerlingen uit het basis- en beroepsonderwijs voor de havens en de bedrijven aldaar, alsmede het makelen in leerwerkplekken, stageplaatsen en docentenuitwisselingen tussen bedrijven en onderwijs.

Energy Valley

De stichting Energy Valley (2003) is een netwerkorganisatie die invulling geeft aan de regionale groeikansen van de energiesector. De stichting is intermediair om projecten te versnellen, kennisuitwisseling te bevorderen en de noordelijke energieregio te versterken.

4 Het Business model 4.1 Propositie In de hieronder beschreven proposities wordt de vraag beantwoord: wat betekent het CIV voor wie? De proposities zijn beschreven in termen van meerwaarde. Meerwaarde voor studenten MBO studenten hebben de gelegenheid om hoog gekwalificeerd toponderwijs te volgen en te worden opgeleid tot een innovatieve energietechnicus. Het curriculum wordt in dialoog met het werkveld specifiek toegespitst op de actualiteit en ontwikkelingen in de branche; “State of the art kennis”. Waar mogelijk wordt dit onderwijs in het Engels gegeven. Het werkveld zorgt voor uitdagende praktijkopdrachten met toenemende complexiteit waardoor de student uitgedaagd wordt tot analytisch, creatief en oplossingsgericht handelen onder tijdsdruk. Afstuderen betekent altijd een baanaanbod. Meerwaarde voor werknemers van de deelnemende bedrijven Medewerkers van bedrijven hebben de mogelijkheid onderwijs te volgen aan het CIV E-E en hiermee hun kennisbasis aanzienlijk te vergroten. Het CIV E-E biedt maatwerkopleidingen voor zij-instromers en medewerkers van het bedrijfsleven. CIV E-E helpt bedrijven zo de werknemerskwalificaties hoog te houden. De opgeleide medewerkers dragen op deze wijze bij aan de technische innovatie van het betreffende bedrijf. Daarnaast participeren medewerkers van de deelnemende bedrijven bij de totstandkoming en de uitvoering van het onderwijs in de rol van materiedeskundige of docent. Meerwaarde voor de deelnemende bedrijven Door hun actieve participatie hebben de bedrijven grote invloed op de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast borgen zij de kwaliteit van de opleiding doordat ze betrokken zijn bij goede begeleiding van de studenten. Ook zijn ze gegarandeerd voorzien van goed opgeleide arbeidskrachten. CIV E-E biedt toegang tot het energie Netwerk Het CIV E-E biedt de bedrijven, partners en geïnteresseerden een netwerk op het gebied van energietechnologie. Dit netwerk breidt zich in de komende jaren sterk uit. De aanwezigheid van een diversiteit aan organisaties maakt het voor de partners interessant. Het CIV E-E houdt partijen regelmatig op de hoogte van de ontwikkelingen binnen het CIV en andere ontwikkelingen op het gebied van energietechnologie. Daarnaast organiseert het bijeenkomsten op diverse specifieke energie-thema’s.

4.2 Verdienmodel Het CIV realiseert zijn inkomsten door: • een toename van het aantal studenten. Het aantal (uitstroom) studenten groeit van 18 naar 53 in de periode van 2013 naar 2017. • een groei van het aantal maatwerkopleidingen. Het aantal deelnemers stijgt in de periode 2013 naar 2017 van 15 naar 120 deelnemers. • verhuur van trainingsfaciliteiten. Hier is sprake van een geschatte omzetgroei van € 12.000 in 2013 naar € 100.000 in 2017. • een toename van de omzet uit het buitenland. 8


In onderstaand overzicht is een aantal kansen plus de daarbij behorende geschatte omzet opgenomen. Opmerking daarbij is dat deze kansen waarheid kunnen worden wanneer het CIV beschikt over de benodigde infrastructuur. Hiervoor moet het CIV een forse investering doen.

Land bedrijfsnaam

NL Pure Wind Energy BV NL Hertel NL Heuvelman Ibis BV NL/Duitsland Enercon Benelux BV Duitsland Repower Systems Duitsland Vattenfall, europese O&M dept. Duitsland Global Energy Services Denemarken Areva Frankrijk Alstom Power België Vestas Benelux België ABB International Ltd. UK SgS United Kingdom

type participatie

financiele inbreng/omzet vanaf jaar

Betaling huisvestingslasten ‘dedicated’ werkplaats windtechniek

3 jaar a € 20.000 = € 60.000 sep-12 (hard toegezegd)

(kortlopende) safety trainingen

€ 15.000 jrl contractomzet

Ontwikkeling en realisatie studentenhuisvesting tbv reguliere studenten en (inter)nationale contractdeelnemers

Niet direct richting opleiding, 2014 wel duidelijke meerwaarde acquisitie. Uitgelokte MKB investering van € 5 - € 10 mln.

Beschikbaarstelling van ca. 12 stageplaatsen (= hard)

Niet direct financieel, waarde 2013 voor afstudeerders

2013

Stageplekken, safety trainingen en € 5.000 jrl. Contractomzet arbeidsmogelijkheden

2014

Stageplekken, safety trainingen en € 20.000 jrl. Contractomzet arbeidsmogelijkheden

2014

Stageplekken, safety trainingen, trainin- € 25.000 jrl. Contractomzet gen rotor blade repair/inspection

2013

Stageplekken, safety trainingen, trainin- € 30.000 jrl. Contractomzet gen rotor blade repair/inspection Start met unit in de Eemshaven (=hard) Uitgelokte investeringen € ?

2013

Stageplekken, safety trainingen, trainin- € 25.000 jrl. Contractomzet gen rotor blade repair/inspection Start met unit in de Eemshaven (=hard) Uitgelokte investeringen € ?

2013 2013 2014

Arbeidsmarktmogelijkheden, kortlopende trainingen

€ 10.000 jrl. Contractomzet

2014

Trainingen onderhoud


2014

Safety trainingen


2014

4.3 Markten De Energie-gerelateerde bedrijven uit de Eemsdelta vormen de huidige markt van het CIV. Uitstromende studenten gaan nu voornamelijk naar deze bedrijven. Daarbij gaat het om technici voor de fossiele energie-installaties en technici voor de installaties op het gebied van windenergie. Ook het maatwerkonderwijs wordt nu voornamelijk geleverd aan leden van de Stichting AOT. Ter voorbereiding op de start van het CIV wordt nu hard gewerkt om het aantal “energie bedrijven” uit de regio Eemsdelta uit te breiden. Later wordt het martktgebied uitgebreid tot het volledige Energy Valley gebied en Noord West Duitsland. Een aantal gegevens die de marktpotentie duidelijk illustreren: • 5.000 nieuwe vacatures in de techniek in de provincie Groningen; • 6.000 windmolens ten noorden van Schiermonnikoog; • in 2014 een nieuwe LNG infrastructuur in Noord Nederland. Naast de Nederlandse markt heeft het CIV ook de ambitie zich te gaan richten op de buitenlandse markt. Noorderpoort heeft recent een onderzoek laten doen naar de markt voor de opleiding windenergie in het buitenland. Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en België blijken de landen met veel potentie. Producenten van windturbines, energiebedrijven en O&M bedrijven zijn zeer geïnteresseerd in de opleidingen windenergie. Belangrijk USP is dat de opleiding voldoet aan de internationale BZEE standaard. Er is nog geen rekening gehouden met nieuwe vormen van hernieuwbare energie zoals Hydro-energie, fotovoltaïsche energie en blue-energy. Het CIV houdt met name de arbeidspotentie van deze nieuwe vormen nauwlettend in de gaten.

9

5


4.4 Marketing (communicatie- en marketingstrategie) Benaderen marktpartijen Het CIV werkt voortdurend aan een goede afstemming met de markt. In de huidige situatie doet Noorderpoort dat met vertegenwoordigers van de Stichting AOT. In de toekomst zal er ook vanuit het CIV sprake zijn van strategisch overleg met de aangesloten bedrijven. In jaarlijkse strategiesessies bepaalt het bestuur van het CIV de strategische doelstellingen voor de komende jaren. Gekeken wordt naar: • de behoefte aan studenten en toekomstige medewerkers; • de inhoud van het onderwijs; • de behoefte aan maatwerkopleidingen; • participatie van het bedrijfsleven in het ontwikkelen en verzorgen van opleidingen; • beschikbaarstelling apparatuur voor het onderwijs. • • • •

Uitbreiding van het aantal bedrijven vindt plaats door: deelname aan de kenniskring bijeenkomsten; bezoek aan beurzen en evenementen; individuele contacten; communicatie via de website en social media.

Het CIV onderhoudt daarnaast contact met intermediaire partijen (Samenwerkende bedrijven Eemsdelta, NNOW, NOM, MKB Noord, VNO/ NCW, Kamer van Koophandel, Syntens). Internationaal heeft het CIV reeds contact met een groot aantal organisaties uit Duitsland, Engeland, Denemarken en België. Organisaties uit deze landen hebben met name belangstelling voor de opleiding tot technicus op het gebied van Off shore windenergie Momenteel wordt door een HBO-student een internationaal marketing- en PR-plan ontwikkeld. Werven van studenten door actieve voorlichting Deelnemers van het voortgezet onderwijs worden via de open dagen, de Onderwijsbeurs en presentaties geïnformeerd over het CIV E-E. Digitale voorlichting speelt een belangrijke rol. De bestaande website van de Stichting AOT Noord wordt uitgebreid met informatie over de CIV E-E. Facebook en Twitter worden ingezet. Zo worden ook jongeren buiten de regio bereikt. Een deel van de voorlichting wordt nu al verzorgd door een van de partners van het CIV, het Seaports Xperience Center (SXC), gelegen pal naast het CIV E-E gebouw. Jaarlijks bezoeken honderden jongeren uit het primair- en voortgezet onderwijs dit centrum. Het SXC geeft actieve voorlichting over energietoepassingen en energiebanen in de Eemsdelta.

5 Omgevingsanalyse en risicoanalyse 5.1 Trends en ontwikkelingen in de markt In eerdere hoofdstukken zijn de marktontwikkelingen al uitvoerig beschreven. Hierin kwam al aan de orde dat Groningen flink inzet op de topsector Energie, onder andere in het kader van Energy Valley. De verwachting is dat op termijn een derde deel van de Nederlandse energieopwekking uit Noord Nederland komt. De transitie naar duurzame vormen van energieopwekking is daarmee in Noord Nederland uiterst relevant. Dit betekent dat er een groot aantal arbeidsplaatsen ingevuld moeten worden (ruim 3.000 in de Eemsdelta in de periode van 2011 tot 2020 en 5.000 voor het gehele provincie Groningen). De verwachte banengroei in de Eemsdelta-regio, gecombineerd met de bevolkingsafname en teruglopende aandacht voor technische opleidingen maakt dat intensieve samenwerking tussen de opleidingen en het bedrijfsleven absoluut noodzakelijk is.

5.2 Concurrenten Het CIV E-E heeft door haar voorsprong en door aanbod van goed onderwijs geen directe concurrenten in Noord Nederland. Noorderpoort verzorgt als enige, al jaren, goed energie onderwijs. Daarbij zijn met de andere ROC’s, in het kader van de macrodoelmatigheid, afspraken gemaakt over de verdeling van de (energie) thema’s, via het netwerk Energy

10


College. Daarnaast vraag de oprichting van het CIV om een behoorlijke investering. De verwachting is dat andere instellingen deze investeringen niet zullen doen. Wel bieden commerciële aanbieders cursussen aan, echter deze beslaan maar een deel van het totale energie-domein. Het CIV onderzoekt of samenwerking met deze aanbieders mogelijk is. De kracht van het CIV E-E is dat zij het totale onderwijs aanbiedt in een hechte samenwerking met bedrijven en met state of the art techniek. Het onderwijs van het CIV blijft daardoor altijd up to date.

5.3 Risicoanalyse Het CIV heeft onder meer de volgende kwaliteiten: • Sterk trackrecord: • Energie is al langere tijd een strategisch thema in Noord- Nederland. • Er is veel inhoudelijke kennis op het gebied van energie-technologie (Energy Valley, Energy Academy, Energy College). • Er is een langdurig bestaand samenwerkingsverband tussen Noorderpoort en de Stichting AOT. • Er zijn actieve samenwerkingsverbanden tussen Noorderpoort met andere kennisinstellingen en het bedrijfsleven. • De Stichting AOT is een sterke pijler voor de ontwikkeling van het CIV en is een bewezen succes. • Met de oprichting van het CIV E-E worden de volgende kansen benut: • Er wordt een groot tekort verwacht aan gekwalificeerde energie-technici. • Een sterk CIV, met modern toponderwijs, heeft een grote aantrekkingskracht op toekomstige studenten. • Er wordt voortgeborduurd op een al bestaande actieve samenwerking tussen Noorderpoort en het bedrijfsleven. • Er is een stevige inbreng van het bedrijfsleven over de inhoud van de opleiding. In de onderstaande tabel is een aantal mogelijke bedreigingen uitgewerkt en als risico verwoord. Per risico zijn de acties aangegeven om de risico’s te kunnen beheersen. Risico Maatregel Onvoldoende groei van het aantal deelnemende • Via duidelijke afspraken in eerste jaren afgedekt. bedrijven in de toekomst waardoor niet kan worden • Inspanning om aantal bedrijven uit te breiden, voorzien in de directe kosten van het CIV. o.m. door bedrijven uit de ‘nieuwe sectoren’ wind en lng te interesseren voor deelname. • Verwachting is dat een eventuele tegenvaller kan worden opgevangen met extra maatwerkonderwijs of verhuur van faciliteiten. Onvoldoende studenten geworven voor de opleiding • • • • Kwaliteit van het aanbod onvoldoende • • • •

Extra inspanning in de marketing en voorlichting Inzetten van bedrijven bij Marketing en Communicatie Vergroten aantrekkelijkheid onderwijs Aanboren nieuwe doelgroepen: vergroten percentage studenten van buiten de regio, aanbieden ‘kopstudie’ voor studenten van andere technische MBOopleidingen, vergroten aantal zij-instromers Extra investeringen op kwaliteit Samenwerking met HBO en innovatieve bedrijven Professionalisering van docenten Door de governance-structuur meer afstand creëren van de OCW-gestuurde onderwijspraktijk bij het Noorderpoort.

Wanneer we de bovenstaande sterktes, kansen en risico’s analyseren, is er op dit moment geen reden om aan te nemen dat het CIV niet zou kunnen uitgroeien tot een toonaangevend centrum. De risico’s moeten door de directeur echter wel permanent worden gemanaged en het bestuur van de nieuw op te richten stichting zal continue de strategische doelen moeten bewaken en waar nodig bijstellen.

11

6


6 Uitvoering 6.1 Implementatieaanpak Het CIV E-E wordt, via een groeimodel, in een viertal fasen gerealiseerd. De vier fasen worden hieronder kort toegelicht. De voorbereidende fase wordt in de volgende paragraaf uitvoeriger beschreven. De vier implementatiefases: 1. De voorbereidingsfase In deze fase worden alle voorbereidende werkzaamheden getroffen om van start te kunnen gaan. De voorbereidingsfase heeft een projectmatig karakter. Het resultaat van het project is een volledig operationele organisatie, een ingerichte governance, medewerkers die goed op de hoogte zijn van hun taken, werkende processen, afgesloten overeenkomsten met partners, start van de ontwikkeling van het onderwijs, een draaiend marketing- en communicatie proces. De voorbereidingsfase wordt in paragraaf 6.2 verder toegelicht. 2. De initiële exploitatiefase. Dit is de eerste exploitatiefase, waarbij bestaand onderwijs is geactualiseerd en nieuw onderwijs wordt verzorgd. Er worden meer partners betrokken bij het CIV. Via actieve acquisitie breidt het CIV het aantal nationale partners uit en richt zich op de internationale markt (Engeland, Denemarken, Duitsland). Tijdens deze fase wordt actieve voorlichting gegeven aan potentiële nieuwe studenten. 3. Ontwikkeling en verduurzaming In deze fase vindt de uitbouw van het toponderwijs plaats en worden meer diensten geleverd aan derden. Het CIV groeit daarbij uit naar een instituut met steeds meer nationale impact. Tijdens deze fase wordt de subsidie afgebouwd en wordt de situatie bereikt dat zonder aanvullende subsidies een normale exploitatie gerealiseerd kan worden. 4. Stabilisatie Vanuit de duurzame situatie herijkt het CIV jaarlijks zijn strategische doelstellingen. In samenspraak met de bedrijven wordt jaarlijks de koers van het CIV bepaald en wordt gekeken aan welke onderwijsvernieuwingen er behoefte is. Schematisch ziet de planning er als volgt uit:

Fase

Voorbereiding

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Initiële exploitatie Ontwikkeling en verduurzaming Stabilisatie

6.2 Projectmatige uitvoering van de voorbereidingsfase In een periode van 8 maanden wordt projectmatig gewerkt aan de verdere voorbereiding van de start van het CIV. Bij de start van het project wordt een projectplan opgesteld met daarin een beschrijving van de deelprojecten, een activiteitenplan en rapportagemomenten. Ook wordt de projectorganisatie met de bijbehorende verantwoordelijkheden beschreven en wordt een begroting opgenomen. Op basis van de huidige inzichten wordt het project onderverdeeld in vier deelprojecten: 1. Acquireren van nieuwe bedrijven; 2. Governance en organisatie; 3. Ontwikkeling onderwijs ; 4. Marketing en Communicatie.

12


• • •

De deelprojecten zien er globaal als volgt uit: Deelproject 1: Acquireren van nieuwe bedrijven Dit deelproject levert ondermeer de volgende resultaten op: een overzicht van de proposities; een lijst met prospects; gecontracteerde nieuwe bedrijven.

Deelproject 2: Governance en organisatie Dit deelproject levert de volgende resultaten op: • ingerichte Governance (Stichting met statuten, Raad van Toezicht, definitieve bemensing van de diverse onderdelen); • document organisatie (structuur, processen, rollen, benodigde competenties, zelf doen of uitbesteden, planning en control cyclus); • benoemde functionarissen; • afspraken met Stichting AOT en Noorderpoort over gebruik van medewerkers, infrastructuur, diensten, faciliteiten en andere zaken; • ingerichte organisatie, inclusief bemensing. Deelproject 3: Ontwikkeling onderwijs Dit deelproject levert ondermeer de volgende resultaten op: • een onderwijskundig ontwerp waarin het totale vernieuwde curriculum (jaar 1 tot en met 4) is beschreven; • ontwikkeld onderwijs te verzorgen vanaf 1 september 2013. • • •

Deelproject 4: Marketing en Communicatie Dit project levert de volgende resultaten op: marketing- en communicatieplan; ontwikkelde communicatiemiddelen; interventies per doelgroep (activiteiten agenda).

6.3 Doelstellingen en indicatoren De voortgang van de ontwikkeling wordt onder gemonitord aan de hand van de indicatoren. Deze indicatoren staan beschreven in de tabel.

Hoofddoel (5jr)

Subdoelstellingen

Prestatie indicatoren

Waarde 2013

Waarde 2017

Tot 2017 groei van in- en uitstroom.

• aantal instromers • aantal uitstromers

• 33 • 33

• 173 • 173

Kennisontwikkeling en aansluiting • Aantal lectoraten op innovatie met lectoraten.

• 1

•3

Uitbreiding met nieuwe partners • aantal aangesloten bedrijven (bedrijven) voor kwaliteit en contiuniteit. (industriële multinationals)

• 6

• 11

• aantal energietechici centrales • aantal energietechnici wind

• 10 • 8

• 60 • 100

• aantal bedrijfsmedewerkers in het “energie-onderwijs”

• 5

• 11

Het CIV E-E realiseert tot 2017 minimaal een verdubbeling van de in- en uitstroom MBO op diverse niveaus. De nieuwe onderwijsaanpak scoort vanaf 2014 een studenttevredenheid van 7.2. Het nieuw te ontwikkeling curriculum wordt door studenten als uitdagend en vernieuwend omschreven. Bedrijven zijn partner en dragen bij aan het moderne parktijkgerichte onderwijs.

Toename doorstroom naar het bedrijfs leven. CIV onderwijs wordt over 5 jaar voor 10% gegeven door bedrijfsmedewerkers.

13

7


Toelichting prestatie indicatoren • De toename van de instromers komt als volgt tot stand. In 2013 zijn er voor BOL 18 instromers en 15 contractdeelnemers. In 2017 ligt dit aantal op respectievelijk 53 en 120. • De uitstromers zijn voor 2013: 18 Bol plus 15 contractdeelnemers, is totaal 33. In 2017 zijn er 53 Bol gediplomeerden en 120 contractdeelnemers. • In 2013 is er 1 lector vanuit de NHL. In 2017 wordt dat naar verwachting uitgebreid met een Lector van de Hochschule Emden Leer en een lector uit de UK. • Op dit moment zijn er 6 aangesloten bedrijven. De verwachting is dat dit in 2017 11 zullen zijn. Op de lijst van toekomstige deelnemers staan onder andere: Enercon, Areva, Alstom Power, Global Energy Services. • Het aantal energietechnici in 2013 is 18 Bol-ers, waarvan 10 in fossiel en 8 in wind. De verwachting is dat dit aantal zich in 2017 zal uitbreiden tot 53 Bol-ers, waarvan 20 in fossiel en 20 wind. De verwachting dat ca 13 studenten gaan doorstuderen. Daarnaast zijn er 120 contractdeelnemers waarvan 40 fossiel en 80 wind. • In 2013 wordt onderwijs verzorgd door 5 medewerkers van de nu aangesloten bedrijven. Het streven is dat in 2017 11 medewerkers van de dan aangesloten bedrijven onderwijs gaan verzorgen.

7 Organisatie en Governance 7.1 Structuur Het CIV E-E wordt opgericht als stichting. De initiatief nemende partners van deze stichting zijn Noorderpoort en de Stichting AOT Noord (founding fathers). De Stichting CIV E-E heeft een bestuur en een raad van toezicht en wordt geleid door een directeur. Bestuur Het CIV E-E krijgt een compact bestuur. Het bestuur bestaat uit twee vertegenwoordigers van de deelnemende bedrijven en een vertegenwoordiger van Noorderpoort, niet zijnde de directeur. Het bestuur heeft tot taak de samenwerking tussen de verschillende partners optimaal te laten renderen en de belangen van de partners te behartigen. De bestuurstaken zijn onder andere: • toezicht houden op de uitvoering van het opleidingsconcept; in samenspraak met het Noorderpoort toezicht houden op de kwaliteit van de te ontwikkelen opleidingen; (De governance karakteristieken van het regulier bekostigd MBO onderwijs binnen het CIV E-E blijven overigens onverkort overeind: het bevoegd gezag van Noorderpoort is wettelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit ervan) • toezicht houden op de inhoudelijke en financiële voortgang van het CIV; • toezicht houden op kwantitatief voldoende goede begeleiding van de studenten op hun leerwerkplek door bedrijven en school; • toezicht houden op het bieden van voldoende leerwerkplekken/ mogelijkheden voor het uitvoeren van prestaties, waardoor de student in staat is zijn/haar competenties te verwerven conform de doelstellingen van het CIV E-E. Het bestuur stuurt op afstand en heeft regulier overleg met de directeur over de voortgang. Ook toetst zij de door de directeur opgestelde rapportages. Het bestuur stelt tezamen met de directeur het meerjarenbeleid op evenals de daaraan gekoppelde meerjarenbegroting. Het bestuurt rapporteert aan de Raad van Toezicht over de ontwikkeling van het beleid en over de financiële consequenties. Het bestuur stelt jaarlijks de jaarrekening op. Directeur De directeur geeft leiding aan het CIV E-E en wordt door een kleine staf ondersteund. De Raad van Toezicht De stichting kent een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt gevormd door vertegenwoordigers van de leden van de Stichting CIV E-E.

14

8


8 Financiële analyse 8.1 Exploitatiebegroting Exploitatie begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Afschrijvingen Afschrijvingen hardware 70.000 130.000 130.000 130.000 130.000 60.000 130.000 130.000 Kosten kennisontwikkeling 40.000 92.000 86.000 96.000 90.000 50.000 380.00 24.000 Licentiekosten/onderhoud Simulator Steg (+2% index) 6.750 6.885 7.023 7.163 7.306 7.453 7.602 7.754 ICT onderhoud ICT infrastructuur (+2% index) 10.000 10200 10.404 10.612 10.824 11.041 11.262 11.487 ICT werkplekken (+2% index) 2.500 2.550 2.601 2.653 2.706 2.760 2.815 2.872 Communicatie/PR Kosten commun./PR (+2% index) 75.000 50.000 15.300 15.606 15.918 16.236 16.561 16.892 Opzet/uitrol kenniskringen Kenniskring bedrijfsleven/ onderwijs/overheid 50.000 51.000 15.300 15.606 15.918 16.236 16.561 16.892 Overhead Administratie/Front-office 34.000 34.680 35.374 36.081 36.803 37.539 38.290 39.055 Projectmanager 75.000 76.500 78.030 79.591 81.182 0 0 0 Totale kosten 363.250 453.815 380.031 393.312 390.658 201.265 261.091 248.952 Bijdrage rijksoverheid 252.000 321.000 17.000 0 0 Bijdrage bedrijfsleven 62.600 62.600 62.600 62.600 62.600 62.600 62.600 62.600 Toename nieuwe participanten in CIV/AOT 0 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 40.000 40.000 Bijdrage Noorderpoort 42.900 42.900 42.900 42.900 42.900 0 0 0 Totale bijdragen 357.500 436.500 137.500 125.500 130.500 92.600 102.600 102.600 Verschil kosten/bijdragen -5.750 -17.315 -242.531 -267.812 -260.158 -108.665 -158.491 -146.352 Opbrengsten Energy simulation (conform buss.case offshore wind) 8.250 25.245 42.917 52.530 53.580 63.761 65.036 75.813 Refresher courses wind 3.750 26.775 35.114 39.795 44.650 45.543 46.454 47.383 Toerekening reguliere deelnemers 32.680 35.475 39.775 43.000 46.225 47.300 47.300 48.375 Studenten NHL 2.500 3.750 5.000 6.250 6.250 6.250 7.500 7.500 Training working professionals 7.375 29.500 36.875 51.625 51.625 59.000 59.000 66.375 Totale opbrengst 54.555 120.745 159.680 193.200 202.331 221.854 225.290 245.447 Resultaat 48.805 103.430 -82.851 -74.612 -57.827 113.189 66.800 99.094 Cumulatief resultaat 48.805 152.235 69.384 -5.228 -63.056 50.133 116.933 216.027

2021 130.000 14.000 7.909 11.717 2.929 17.230

17.230 39.836 0 240.851 62.600 40.000 0 102.600 -138.251

77.330 48.331 48.375 7.500 66.375 247.910 109.659 325.686

Opmerkingen • De benoemde afschrijvingskosten zijn de kosten voor afschrijving van de simulatoren en apparatuur. De kosten voor de kennisontwikkeling zijn de kosten die nodig zijn voor het ontwikkelen van het toponderwijs. • De bijdrage van overheid en Noorderpoort stopt na 5 jaar. Na die periode is het CIV door toename van studenten en de levering van diensten (gebruik simulatie, opleiding en training) en een toename van het aantal participerende bedrijven zelfvoorzienend. De prognose is dat het gebruik van de simulator groeit van 5 (2012) naar 40 deelnemers. Daarnaast is er ook een sterke toename van de toerekening van de reguliere deelnemers. De prognose is dat het aantal studenten groeit van ca. 18 naar ruim 50 in 2017. In de onderstaande tabel is een verdere specificatie van de opbrengsten uitgewerkt. Opbrengsten regulier en contractonderwijs, CIV Energie Eemsdelta 2013 2014 2015 2016

2017 2018

2019 2020

Energy simulation Aantal deeln. 5 15 25 30 30 35 35 Energy simulation Tarief p.p 1.650 1.683 1.717 1.751 1.786 1.822 1.858 Opbrengst 8.250 25.245 42.917 52.530 53.580 63.761 65.036 Refresher courses wind Aantal deeln. 5 35 45 50 55 55 55 Refresher courses wind Tarief p.p 750 765 780 796 812 828 845 Opbrengst 3.750 26.775 35.114 39.795 44.650 45.543 46.454 Toerekening regulier 32.680 35.475 39.775 43.000 46.225 47.300 47.300 Toerekening studenten NHL 250 2.500 3.750 5.000 6.250 6.250 6.250 7.500 Training working professionals 5 20 25 35 35 40 40 1475 7.375 29.500 3.6875 51.625 51.625 59.000 59.000 Totaal aantal contractdeelnemers 15 70 95 115 120 130 130

40 1.895 75.813 55 862 47.383 48.375 7.500 45 66.375 140

2021 40 1.933 77.330 55 879 48.331 48.375 7.500 45 66.375 140

15


8.2 Investeringsbegroting

Investeringsbegroting

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Totaal Hardware

Stoom- en turbine installatie (Laboratory scale, GUNT) 250.000 Simulator STEG (stoom en gas simulator) 225.000 Werkplaatsmaterialen tbv GUNT installatie 50.000 Aanschaf 2 windturbine sets 50.000 Inrichting werkplaats tbv rotorblade repair/inspection 75.000

Kennisontwikkeling

250.000 225.000 50.000 50.000 75.000

Lector Wind (5 jaar, 0,2FTE) 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 125.000 Ontwikkeling curriculum Wind 25.000 25.000 50.000 Ontwikkeling distance learning / E-learning 20.000 20.000 35.000 75.000 Ontwikkeling curriculum LNG 20.000 20.000 35.000 75.000 Ontwikkeling curriculum Topfossiel 35.000 30.000 10.000 75.000 Internationale training docenten (4 docenten, 13 weken) 40.000 20.000 20.000 80.000 Kosten uitwisseling docenten NHL/Hochschule Emden-Leer 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 410.000 435.000 125.000 105.000 105.000 1180.000 Bijdrage Bedrijfsleven 62.600 62.600 62.600 62.600 62.600 313.000 26,5% Bijdrage Rijksoverheid (PBT/Min. EL&I) 252.000 321.000 17.000 0 0 590.000 50,0% Bijdrage NHL/Hochsch. EmdenLeer 12.500 12.500 12.500 12.500 12.500 62.500 5,3% Bijdrage Noorderpoort 42.900 42.900 42.900 42.900 42.900 214.500 18,2% 370.000 439.000 135.000 118.000 118.000 1.180.000 100,0% Afschrijvingen (5 jaar) Stoom- en turbine installatie (Laboratory scale, GUNT) 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 250.000 Simulator STEG (stoom en gas simulator) 45.000 45.000 45.000 45.000 45.000 225.000 Werkplaatsmaterialen tbv GUNT installatie 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 Aanschaf 2 windturbine sets 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 Inrichting werkplaats tbv rotorblade repair/inspection 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 75.000 Afschrijvingen hardware: 70.000 130.000 130.000 130.000 130.000 60.000 650.000 Lector Wind (5 jaar, 0,2FTE) 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 125.000 Ontwikkeling curriculum Wind 5.000 10.000 10.000 10.000 10.000 5.000 50.000 Ontwikkeling distance learning / E-learning 4.000 8.000 15.000 15.000 15.000 11.000 7.000 75.000 Ontwikkeling curriculum LNG 4.000 8.000 15.000 15.000 15.000 11.000 7.000 75.000 Ontwikkeling curriculum Topfossiel 7.000 13.000 15.000 15.000 15.000 8.000 2.000 75.000 Internationale training docenten (4 docenten, 13 weken) 40.000 20.000 20.000 80.000 Kosten uitwisseling docenten NHL/Hochschule Emden-Leer 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 Kosten kennisontwikkeling 40.000 92.000 86.000 96.000 90.000 50.000 38.000 24.000 14.000 530.000 1.180.000

16


Toelichting In totaal wordt er de komende jaren € 650.000 geinvesteerd in hardware (stoom- en turbine installatie, simulator, werkplaatsmaterialen, 2 windturbines, inrichting van de werkplaats). Daarnaast wordt er ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van: curricula, moderne didactische werkvormen, internationalisering en kennisuitwisseling van docenten. De investering voor deze kennisontwikkeling bedraagt € 530.000. Hierdoor komen de totale investeringen voor het CIV E-E op € 1.180.000,-. De financiering van deze € 1.180.000,- komt als volgt tot stand:

Bijdrage energiesector via St. Support AOT Noord 263.000 Bijdrage RWE Innogy 50.000 Bijdrage bedrijfsleven 26,5% 313.000 Bijdrage overheid (PBT/Min.EL&I) 50,0% 590.000 Bijdrage NHL/Hochschule (50% lectorschap) 5,3% 62.500 Bijdrage Noorderpoort 18,2% 214.500 Totale financiering 100,0% 1.180.000

De specificatie van de bijdrage via St. Support AOT Noord is als volgt: Bijdrage Stichting Support AOT Noord (cash) 135.500 Bijdrage Stichting Support AOT Noord (in kind) 127.500 Totaal

263.000

8.3 Verduurzaming Zoals uit de exploitatiebegroting blijkt, kan het CIV, na afloop van de periode waarin de subsidie verstrekt wordt, in haar eigen behoeften voorzien. Dit komt door een toename van het aantal bedrijven dat zich bindt aan dit initiatief en het vergroten van de externe omzet bij de bestaande participerende bedrijven.

17


18

Contactgegevens Penvoerder: ROC Noorderpoort B. Hakvoort Postbus 530 9700 AM Groningen Tel. 06-55185865 [email protected]

Noorderpoort versterkt de regio

Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap Energie - Eemsdelta

Recommend Documents