Businessplan van het Centrum voor Productietechnologie, TecLab Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor de sector High Tech Systemen en Materialen Regio: Zuidoost-Brabant (Zuid-Nederland) 5 oktober 2012
Inhoudsopgave: 1. Inleiding................................................................................................................................. 3 1.1 Inleiding ........................................................................................................................... 3 1.2 Brainport 2020.................................................................................................................. 4 1.3 Ontwikkeling science campus en samenwerking ............................................................. 6 1.4 Waarom wordt een bijdrage van platform Beta Techniek gevraagd? .............................. 6 1.5 Expertcommissie: commitments ...................................................................................... 7 2. Marktanalyse ........................................................................................................................ 9 2.1 Innovatieregio Brainport .................................................................................................. 9 2.2 Topsector High Tech Systemen ....................................................................................... 9 2.3 Ontwikkelingen in de sector High Tech Systemen ........................................................ 10 2.4 Concurrentieanalyse en onderscheidend vermogen ....................................................... 15 3. Management en samenwerking......................................................................................... 17 3.1 Management en team ..................................................................................................... 17 3.2 Aandeelhouders .............................................................................................................. 18 3.3 Samenwerkingspartners ................................................................................................. 19 4. Centrum voor Productietechnologie................................................................................. 23 4.1 Visie en missie ............................................................................................................... 23 4.2 Doelstellingen en beoogde resultaten ............................................................................. 23 4.3 Doelgroepen en waardepropositie .................................................................................. 24 4.4 Businessmodel Centrum ................................................................................................. 25 4.4.1 Topopleidingen........................................................................................................ 25 4.4.2 Productie- en onderzoeksfaciliteiten ....................................................................... 28 4.4.3. Uitdagende onderzoeksprojecten ........................................................................... 31 4.4.4 Vakmanschap en praktijkkennis docenten .............................................................. 33 4.5 Marktbenadering ............................................................................................................ 34 5. Organisatie en (groei)strategie .......................................................................................... 37 5.1 Structuur ......................................................................................................................... 37 5.2 Locatie ............................................................................................................................ 38 5.3 Implementatie- en groeistrategie .................................................................................... 39 5.4 Risico's ........................................................................................................................... 40 6. Financiële prognoses .......................................................................................................... 42 6.1 Inleiding ......................................................................................................................... 42 6.2 Investeringsbegroting ..................................................................................................... 42 6.3 Exploitatieprognose ........................................................................................................ 44 6.4 Balansprognose .............................................................................................................. 47 6.5 Liquiditeitsprognose ....................................................................................................... 48 6.6 Financiering en inbreng .................................................................................................. 48 6.7 Continuïteit ..................................................................................................................... 51
Bijlagen (vertrouwelijk) 1. Bijlage 1 Curricula Vitae 2. Bijlage 2 Contracten en intentieovereenkomsten
1. Inleiding 1.1 Inleiding ROC Eindhoven en High Tech bedrijven aangesloten bij Brainport Industries en Spomm willen in samenwerking met onder andere Fontys Hogescholen, het Point One innovatieprogramma en andere partners uit de sector High Tech Systemen in het schooljaar 2012/2013 starten met een Centrum voor Innovatief Vakmanschap (mbo+) gericht op productietechnologie, genaamd "het Centrum voor Productietechnologie", TecLab. Het Centrum voor Productietechnologie zal worden gerealiseerd op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Het centrum zal commercieel worden geëxploiteerd. Het Centrum voor Productietechnologie beoogt op termijn uit te breiden met een Centrum voor Expertise (hbo+ en wo niveau). Het Centrum voor Productietechnologie is ontwikkeld om vraagstukken rondom de (dreigende) tekorten aan technici (voldoende mensen), de steeds hogere eisen die worden gesteld aan personeel (met juiste kwalificaties) en de noodzaak van innovatie in de High Tech Systemen sector te beantwoorden. Het Centrum voor Productietechnologie richt zich daarom op vakmanschap en innovatie in de High Tech Systemen sector in Nederland, met focus op de toeleveranciers van de OEMs 1 in de Brainportregio. Het Centrum heeft onderstaande doelstellingen: versterken van het opleidingsniveau en vakmanschap van mbo studenten techniek; verhogen van de kennis en vaardigheden van medewerkers in de High Tech Systemen sector (Leven Lang Leren). Daarnaast zijn er de afgeleide doelstellingen: meer studenten (en zij-instromers) interesseren voor het kiezen van een technische opleiding en een baan in de High Tech sector; versterken van het vakmanschap techniek bij docenten; versterken van de innovatiekracht van de High Tech sector aansluitend op de technologieroadmap van Point One. In dit businessplan is het Centrum voor Productietechnologie voor High Tech Systemen in de Brainportregio uitgewerkt. Het businessplan is eind 2010 / begin 2011 ontwikkeld in opdracht van de heer Wintels, voorzitter van het College van Bestuur van ROC Eindhoven en Brainport Industries. Het plan is tot stand gekomen in samenwerking met Leidse Instrumentmakers School, Fontys Hogescholen, Induteq, TU/e en TNO Industries, ROC ter AA en ondernemers uit de regio verbonden aan Brainport Industries, Spomm, Eindhovense Fabrikanten Kring (EFK) en Point One. Het businessplan van het Centrum voor Productietechnologie is in het kader van de eerste tender (2011) van de Centra voor Innovatief Vakmanschap ingediend bij het platform Bèta Techniek. Daarbij is het businessplan (als één van de weinige ingediende businessplannen) destijds aangemerkt als ZEER KANSRIJK, maar desalniettemin niet gehonoreerd omdat het Centrum voor Productietechnologie zich richt op de destijds niet voor de eerste tender geselecteerde High Tech Systemen sector. Desondanks zijn ROC Eindhoven, Brainport Industries en andere betrokken stakeholders doorgegaan met de ontwikkeling en opzet van het Centrum voor Productietechnologie. Inmiddels is is de fiscaal-juridische structuur uitgewerkt, zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten en is de BV formeel opgericht. Hans van Brussel is aangesteld als directeur en al volop aan de slag. De Raad van Commissarissen is benoemd en heeft haar eerste bijeenkomsten al gehad. In samenwerking met een gespecialiseerd communicatiebureau is gewerkt aan de ontwikkeling van wervingsmateriaal en PR & communicatie (website, huisstijl, logo, brochure).
1
Original Equipment Manufacturer
3
Werving van studenten is inmiddels gestart, in eerste instantie binnen de opleidingen Middenkader Engineering van ROC Eindhoven (nu 2e en 3e jaars studenten mbo, niveau 4). Ook zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met Fontys Hogescholen over instroom van uitvallers uit het HBO. In het kader van "Focus en Passie voor Techniek" worden VMBO instellingen aangesloten op het Centrum voor Productietechnologie. Onderwijs en bedrijven staan nu in de startblokken om te starten met de eerste activiteiten van het Centrum. Inmiddels is de ontwikkeling van de eerste CNC en mechatronica modules in samenwerking met bedrijven gestart. Deze eerste opleidingen zullen in het schooljaar 2012/2013 worden aangeboden. Ook de verbouwing van gebouw S2, alwaar het Centrum voor Productietechnologie zal worden gesitueerd, is gestart op de campus van de TU/e. De verbouwing moet eind 2012 zijn afgerond. Inmiddels zijn ROC Eindhoven en Brainport Industries ook gestart met de inrichting van het state-of-the-art machinepark. Het Centrum voor Productietechnologie is prominent opgenomen in de Human Capital Agenda van de High Tech sector en wordt ondersteund door het topteam High Tech Systems. Point One heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het Centrum en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven heeft een voorfinanciering verstrekt.
1.2 Brainport 2020 De bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de Brainport regio hebben de ambitie om in 2020 tot de top 3 in Europa en top 10 in de wereld te behoren. Met het uitvoeren van de strategie Brainport 2020 werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden aan het realiseren van die ambitie. Een cruciale pijler voor Brainport 2020 is het realiseren en behouden van voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten op alle niveaus met competenties die aansluiten op de topsectoren. De ambitie in het kader van Brainport 2020 met betrekking tot onderwijsarbeidsmarkt is dat in 2020 alle vacatures kunnen worden ingevuld. Om dat te realiseren zijn voor Zuidoost 2 Nederland de ambities gekwantificeerd in onderstaande doelstellingen : Tabel 1: Doelstelling Brainport 2020 Indicator
Nu
Ambitie 2015
Ambitie 2020
- MBO
10.340
ntb
15.000
- HBO
2.111
3.000
- WO bachelor
1.124
2.000
- WO master
382
Schoolverlaters zonder startkwalificatie vo
7.340
6.250
5.000
Instroom internationale kenniswerkers
12.000
ntb
ntb
Flexibel arbeidsmarktinstrumentarium: ranking NL op arbeidsmarktefficiëntie in Global Comp. Index
23e
Top 15
Top 10
Leven lang leren
16,5%
20%
35%
Jaarlijkse instroom bèta techniek:
700
Om de ambities in het kader van Brainport 2020 te kunnen realiseren heeft de Brainport Regio Eindhoven een excellent, productief onderwijs-ecosysteem nodig dat aan de vraag en eisen van de topsectoren kan voldoen. De bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden in de Brainport Regio Eindhoven zetten daarom in op strategische samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven: intensieve verticale en horizontale samenwerking tussen onderwijsinstellingen door het bundelen van opleidingen en techniekpromotie initiatieven, het creëren van doorlopende leerlijnen, uitwisselen van kennis, expertise en docenten, het delen van faciliteiten en het gezamenlijk investeren in nieuwe lesstofontwikkeling, huisvesting en apparatuur. Onderwijsinstellingen kiezen voor focus op en verbondenheid met lokaal aanwezige topsectoren;
2 Bron Brainport 2020. Deze gegevens gelden voor Zuidoost-Nederland. De gegevens zullen op maat worden gemaakt voor de regio ZuidoostBrabant en jaarlijks worden geactualiseerd in het kader van TOA\Werken in Brainport.
4
participatie vanuit bedrijven in het technische onderwijs; actieve inzet en investeringen waardoor bedrijven meer invloed verkrijgen op de besturing en inhoud van de opleidingen, maar ook medeverantwoordelijkheid hebben voor de inbreng van kennis, expertise, praktijkcases, stages, baangaranties en middelen; intensieve samenwerking met andere High Tech regio’s als Delft (nanotechnologie), Twente (microtechnologie), en Wageningen (levensmiddelentechnologie) o.a. door uitwisseling van kennis en expertise. Vanuit de samenwerking van onderwijsinstellingen en bedrijven wordt ingezet op: een hogere instroom van leerlingen en studenten in technische opleidingen. Focus ligt op het onbenutte potentieel in de Brainport Regio Eindhoven (vmbo T, meisjes, allochtonen, uitvallers) o.a. door het implementeren van aantrekkelijke technieklessen in het basis- en voortgezet onderwijs (op basis van BetaMentality). Ook worden experimenten uitgevoerd met regelgeving (variëren met 3 en 4 jarige mbo opleidingen) en financiële prikkels; een optimale aansluiting van onderwijs en (regionale) arbeidsmarkt door vraaggestuurd onderwijs. Bedrijven krijgen meer invloed én verantwoordelijkheid op de besturing en inhoud van opleidingen. De inbreng van bedrijven wordt gebundeld om versnippering tegen te gaan en de sturingsmogelijkheden te vergroten. Opleidingsfondsen worden uitgenodigd op regionale schaal mee te investeren. Inzet is gericht op nieuw in te stromen arbeidskrachten en – zeker niet minder belangrijk – zittende werknemers. Hiertoe wordt de samenwerking met de verschillende technische brancheorganisaties en opleidingsfondsen geïntensiveerd; een inhoudelijke kwaliteitsimpuls van het onderwijs (aantrekkelijker en beter betaalbaar), door bundeling van opleidingen, faciliteiten en investeringen en het verbeteren van de herkenbaarheid van technisch onderwijs in de topsectoren. In de Brainport Regio Eindhoven wordt in eerste instantie ingezet op verregaande samenwerking tussen vmbo en mbo (en havo instellingen, gericht op meer praktisch ingestelde havisten) en daarna ook op samenwerking mbo, hbo en wo. In de topsectoren worden door de bedrijven en onderwijsinstellingen kenniscentra ontwikkeld om technisch onderwijs actueel en state-of-the-art te houden; het aantrekken van (inter)nationale kenniswerkers en topvaklieden (mbo, hbo). Het Centrum voor Productietechnologie speelt hierin voor de High Tech sector in de Brainportregio een belangrijke rol. Zie onderstaand figuur. Figuur 1
5
1.3 Ontwikkeling science campus en samenwerking In de ontwikkeling van de onderwijsinfrastructuur is met het verder verstevigen van de samenwerking mbo (ROC Eindhoven), hbo (Fontys Hogescholen), en wo (TU/e) op de techniekcampus van de TU/e (Science park) een belangrijke stap voorwaarts gezet. Hiermee ontstaat een unieke situatie voor Nederland, waarbij de technische opleidingen mbo (Middenkader Engineering BOL niveau 4), hbo en wo niveau op dezelfde locatie zijn gevestigd. Op dit moment zitten 14.000 techniekstudenten op de campus. In 2020 moeten dat er 20.000 zijn: 11.000 op wo niveau, 9.000 hbo'ers en 1.000 mbo'ers. Bundeling van onderwijs met state-of-the-art locatievoorzieningen moet gaan zorgen voor een impuls in technisch onderwijs zowel kwalitatief als kwantitatief. Het Centrum voor Productietechnologie zal ook op deze Science Campus worden gevestigd. Vestiging op de campus van de TU/e geeft uitstraling aan het Centrum voor Productietechnologie en biedt enorme mogelijkheden voor samenwerking. Het Centrum voor Productietechnologie is complementair aan het M.A.C. , het Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor de Automotive sector in Helmond en het initiatief van de Leidse Instrumentmakers School (Topsector Life Sciences). De centra werken intensief samen en vormen een logisch en samenhangend geheel. De Centra van de Leidse Instrumentmakers School en M.A.C. richten zich op de ontwikkeling van prototypes en “proof of principles”. Het Centrum voor Productietechnologie concentreert zich op de daarop volgende ontwikkeling van productietechnologieën, cruciaal om tot nieuwe High Tech systemen te komen. De toeleveranciers zijn de partners van het Centrum voor Productietechnologie. Elk van de complementaire centra stelt eigen specifieke eisen aan de vakopleiding. Ook beoogt het Centrum voor Productietechnologie samenwerking met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor High Tech Systems i.o. in Twente.
1.4 Waarom wordt een bijdrage van platform Beta Techniek gevraagd? Het Centrum voor Productietechnologie heeft een bijdrage van € 1.900.000 van het Platform Beta Techniek nodig om haar ambities te kunnen realiseren. Technische opleidingen zijn dure opleidingen, met name door de benodigde kapitaalintensieve machines, leermiddelen en apparatuur. Voor ROC Eindhoven is het (net als voor andere onderwijsinstellingen in Nederland) op basis van de rijksfinanciering financieel nauwelijks meer mogelijk om de (dure) technische opleidingen een extra impuls te geven. Een impuls is juist nodig om gelijke tred te houden met de innovaties en investeringen van het bedrijfsleven en om de kwaliteit te kunnen blijven bieden die in de innovatieve Brainport regio noodzakelijk is. In de rapporten Brainport 2020 en 2030 is uitgebreid aandacht besteed aan dit gegeven. Met dit concept denken we hier een oplossing voor te hebben gevonden. Bij de start van het Centrum moeten veel initiele kosten worden gemaakt: Initiële investeringen in infrastructuur, state-of-the-art apparatuur en machines, in drie tranches, jaar 1 jaar 3 en jaar 5 van € 750.000 (totaal € 2.250.000, excl. € 500.000 aan investeringen en toezeggingen FESTO, Fablab en DeRidderRSM). Na de projectperiode moeten leveranciers van High Tech apparatuur worden geïnteresseerd om, vergelijkbaar met het IMEC model in Leuven, de nieuwste state-of-the-art high tech apparatuur (tijdelijk) beschikbaar te stellen aan het Centrum, in ruil voor exposure, testing en eventuele koopgaranties van participerende High Tech bedrijven. Resterende herinvesteringen kunnen na de projectperiode met betrokkenheid van ROC Eindhoven en de High Tech bedrijven uit de lopende exploitatie en/of bancair worden gefinancierd. Initiele investeringen voor het ontwikkelen van onderwijsmodules, leermiddelen en communicatie. Na de projectperiode kunnen herinvesteringen met betrokkenheid van ROC Eindhoven en de High Tech bedrijven uit de lopende exploitatie worden gefinancierd. Opzetten van een (kennis)netwerk van experts, instellingen en bedrijven voor het duurzaam ontwikkelen en organiseren van onderwijsmodules over de nieuwste technologieën, inzichten en ontwikkelingen. Ontwikkelen van sales- en marketing. Daarnaast zal er sprake zijn van aanloopverliezen in de eerste jaren .
6
De initiele kosten en aanloopverliezen kunnen niet volledig worden gedragen door ROC Eindhoven en de betrokken High Tech bedrijven uit Brainport Industries. Met een bijdrage van € 1.900.000 van Platform Beta Techniek kunnen de plannen van het Centrum van het Productietechnologie worden gerealiseerd en kan de basis worden gelegd voor een duurzame businesscase. Onderstaand een overzicht van de gevraagde bijdrage in het kader van Toptechniek in Bedrijf en beoogde aanwending van de gevraagde middelen. Tabel 2 2013
2015
2016
2017
€ 760.000
€ 380.000
€ 380.000
€ 380.000
Beoogde
- Lucas Nulle module(s)
- Uitbreiding organisatie, en locatie / werkplekken
besteding
- Leermiddelen
- Aanvullende investeringen in onderwijsmodules
- Ontwikkelen sales en
- Aanvullende investeringen machines / apparatuur
marketingaanpak
- Werkkapitaal
Gevraagde
2014
bijdrage Platform Beta Techniek
- Opbouw organisatie en netwerk - CNC meerassige machine
1.5 Expertcommissie: commitments ROC Eindhoven en Brainport Industries hebben zorgvuldig gekeken naar de feedback van de expertcommissie in het kader van de regeling Toptechniek in Bedrijf en de aanbevelingen ter harte genomen. De afgelopen maanden is hard gewerkt om afspraken op intentieniveau om te zetten naar concrete commitments van bedrijven en andere partijen. Hieronder een korte opsomming van de gerealiseerde commitments: Aandeelhoudersovereenkomst ROC Eindhoven en Brainport Industries: ROC Eindhoven en Brainport Industries brengen de komende 5 jaar ieder minimaal € 1.000.000 aan cofinanciering in, bestaande uit een initiele bijdrage van € 250.000 en jaarlijks minimaal € 150.000 in natura. Inmiddels zijn de eerste financiele bijdragen van Brainport Industries bedrijven (onder andere NTS, KMWE, AAE, Frencken) en ROC Eindhoven gestort op de rekening van het Centrum. Hierbovenop investeert ROC Eindhoven ook nog ca. € 800.000 in de ontwikkeling van de science campus op het terrein van de TU/e. Op dit moment zijn de onderstaande high tech bedrijven al intensief betrokken bij het ontwikkelen van modules in het kader van het Centrum voor Productietechnologie door middel van de inzet van kennis en ervaring in uren en van faciliteiten en apparatuur: o
NTS Group
o
KMWE
o
Frencken Europe
o
GL Group
o
Van Keulen Machinefabriek
o
Smits Machinefabriek
o
AAE B.V.
o
Nossin Fijnmechanische Industrie
o
VDL ETG
o
DAF Trucks
o
De RidderSRM
o
Wilting Components
o
VanderLande Industries
o
Widenhorn Industriele Automatisering
o
Seco Tools Benelux
o
CNC Consult 7
Contract met Fablab over vestiging van Fablab bij het Centrum voor Productietechnologie met een totale waarde van ca. € 150.000. Inrichting vindt momenteel plaats. Contract met De Ridder met speciale korting op marktconforme prijs voor meerassige CNC machine en gereedschappen voor het Centrum voor Productietechnologie, met een waarde van ca. € 75.000. Contract (concept) met FESTO over de inrichting van een FACT (Festo Authorized and Certified Training centre), met een waarde van ca. € 285.000. Contract met Fontys Hogescholen voor huur locatie (huurkorting bedraagt € 135.000). Daarnaast brengt Fontys Hogescholen het Lectoraat Mechatronica in (ca. € 25.000 per jaar, ca. € 125.000) Intentieovereenkomst met TU/e. Er zijn afspraken gemaakt over samenwerking met de werkplaats GTD en realisatie van projecten. E.e.a. moet nog contractueel worden vastgelegd. Subsidie ontvangen van Point One (€ 130.000) en (voorfinanciering) van Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (€ 225.000). Daarnaast is het Centrum voor Productietechnologie op intentieniveau met diverse partijen verregaand in gesprek over samenwerking en/of participatie in het Centrum voor Productietechnologie. De Provincie Noord-Brabant investeert de komende 4 jaar € 600.000 in het Verbindingscentrum Technific. Het Verbindingscentrum Technific is complementair aan het Centrum voor Productietechnologie gericht op techniekpromotie in primair- en voortgezet onderwijs in de Brainport regio.
8
2. Marktanalyse 2.1 Innovatieregio Brainport De Brainport regio is een grensoverschrijdende Europese innovatieregio die zich ruwweg uitstrekt van Eindhoven tot Leuven en Aken. Brainport loopt uit over staatkundige grenzen en is gebaseerd op functionele netwerken van kennisinstellingen en bedrijven. De driehoek Eindhoven-Leuven-Aken (ELAt) beslaat ca. 14.000 km² en heeft ongeveer 5,9 miljoen inwoners. De beroepsbevolking bestaat uit circa 2,9 miljoen mensen. Het totale Bruto Regionaal Product voor de ELAt-regio ligt op circa 157,5 miljard euro. Een essentieel deel van de internationale Brainport regio wordt gevormd door de Brainport Regio Eindhoven: Zuidoost-Brabant. Onderstaand figuur geeft de unieke positie van Brainport / Zuidoost Nederland weer. Figuur 2: unieke positie van Brainport regio
2.2 Topsector High Tech Systemen De topsectoren zijn goed vertegenwoordigd in de Brainport Regio Eindhoven, met name de topsector High Tech Systems & Materials, maar ook Automotive, Life Sciences (Homecare & Lifetec), Agro-Food (Food&Technology), Creatieve Industrie (Industrieel ontwerp en design) en Energy (Solar en herwinbare energie). In de Brainport regio Eindhoven bevindt 13,5% van alle banen zich in High Tech. High Tech Systems en Materials is een belangrijke "enabler" voor de andere topsectoren. High Tech Systemen is de 'moeder' van de andere belangrijke technologiegebieden en daarmee cruciaal voor de ontwikkeling van kennis, technieken en ondernemingen. Het snijvlak van High Tech Systemen en aanverwante industrieën als industrieel design, food, lifetec en automotive vormt het vertrekpunt voor vele nieuwe innovaties en toepassingen. De High Tech Systemen industrie heeft daarom ook een flinke groeipotentie, zowel onafhankelijk als crossindustry. Toepassingen van High Tech Systemen zijn onder andere: robotica, electromechanische materialen en controlesystemen, motion controllers met mechanische aandrijvers, lineaire motoren, motor management, remote monitoring en diagnose, geleide transportsystemen en embedded systems. Denk daarbij aan markten als semiconductor-, precisie- en nanotechsystemen, micro- en nanoassemblagesystemen, logistieke systemen, kantoor- en productieautomatisering en systemen voor het behandelen, verpakken, printen en verwerken van goederen. De kracht van de High Tech Systemen sector in Brainport schuilt in een internationaal uniek ‘innovatieecosysteem’; Brainport beschikt over focus en massa in de waardeketen van fundamentele research tot ontwikkeling, design, engineering tot en met productie. In de regio zijn wereldspelers gevestigd als ASML, DAF, FEI Company, Océ Technologies en Philips Healthcare.
9
Deze bedrijven hebben mondiaal een substantieel marktaandeel. Daarnaast bevinden zich 71% van de 1e lijns toeleveranciers (o.a. KMWE, Frencken, GL Group, NTS Group, VDL, Neways) van de grote multinationals en 3 34% van de 2e en 3e lijns toeleveranciers zich in Brainport (zie onderstaande figuur ). Figuur 3: OEMs en toeleveranciers Brainport
4
In de High Tech Systems & Materials sector in Zuidoost Brabant werken ca. 40.500 mensen . De High Tech sector in de Brainportregio is wereldleidend in het ontwerpen, ontwikkelen en produceren van hoogwaardige en intelligente precisiesystemen en -apparaten voor diverse markten zoals semicon, medical, analytical, printing en photo voltaic. De High Tech Systemen sector in de Brainport regio kenmerkt zich door high mix, low volume, high complexity. Alles wat in de sector wordt gemaakt balanceert op de rand van wat technisch mogelijk is. Alle vakgebieden lopen op hun tenen, of het nu machinedynamica, stijfheid- en sterkteleer, kinematica, motion control of elektromagnetische interferentie betreft, ergonomie en man-machine interfacing, normering en certificering, veiligheid, milieu, maakbaarheid, servicebaarheid en transport. Dit moet uiteindelijk samen met de toeleverketen vertaald worden naar maakbaarheid, tegen de afgesproken kosten, levertijden en kwaliteit. Voorbeelden van zeer geavanceerde technologie uit de High Tech Systemen sector in Brainport zijn onder andere de Twinscan 1950i van ASML en de elektronenmiscroscoop van FEI Company. De Twinscan is de snelste machine ooit voor de fabricage van chips. De elektronenmiscroscoop van FEI Company maakt chemie op atomaire schaal zichtbaar. De High Tech Systemen sector in de Brainport regio is sterk exportafhankelijk en zeer conjunctuurgevoelig. De gevolgen van de economische recessie hebben zich daarom ook eerder en harder laten voelen in de Brainport regio dan elders in Nederland. Inmiddels is de vraag in de High Tech sector alweer sterk aangetrokken en de krapte op de arbeidsmarkt weer volop zichtbaar en voelbaar.
2.3 Ontwikkelingen in de sector High Tech Systemen Het Centrum voor Productietechnologie is gericht op de toeleveranciers binnen de High Tech Systemen sector. Het Centrum voor Productietechnologie richt zich op (commerciële) oplossingen voor belangrijke marktontwikkelingen: Technologische ontwikkelingen De technologische ontwikkelingen in de High Tech sector gaan snel. Voor de toeleveranciers geldt dat de productie steeds nauwkeuriger, intelligenter, sneller, goedkoper en beter moet. Essentieel voor de High Tech sector is dat zowel de systeemtechnologie, de componenttechnologie en de fabricagetechnologie worden doorontwikkeld en verbeterd.
3 Bron: rapport Meesters in de Maakindustrie, Brainport Development 4 Bron Brainport Monitor 2012
10
Door de enorme inzet van Philips op Research & Development en innovatie heeft de Brainportregio de afgelopen decennia een voorsprong opgebouwd qua productietechnologie ten opzichte van de rest van de wereld. Door de veranderde rol van Philips en het oude CFT, het Centrum voor Fabricage Technologie, als directe aandrijver van productietechnologische ontwikkeling versmalt en versnippert langzaam maar zeker de opgebouwde kennisbasis en loopt de voorsprong van de High Tech sector in Brainportregio op de rest van de wereld terug. Voor de High Tech sector is het daarom nu van groot belang om krachten te bundelen en nog meer in te zetten op innovatie op het gebied van fijnemechanica en meet- en regeltechniek (mechatronica), het organiseren van complexe supply chains, het goed kunnen doorvertalen en delen van informatie in de keten en samenwerking binnen de sector. Point One heeft in samenwerking met High Tech bedrijven, kennisinstellingen en overheden een lange termijn technologie investeringsroadmap 2011 ontwikkeld. Brainport Industries is bezig met de ontwikkeling van CFT 2.0, een nieuwe “centrum voor fabricagetechnologie” gedragen door de community van High Tech bedrijven in de Brainport regio. Het Centrum voor Productietechnologie speelt in en sluit naadloos aan op de roadmap, het CFT 2.0 en onderliggende ontwikkelingen door het combineren van kennisontwikkeling met praktische “ambachtelijke” vaardigheden. Het Centrum voor Productietechnologie ziet marktkansen in de ontwikkeling en productie van prototypes, demoproducten en eerste kleine (aanloop)series van nieuwe innovatieve producten en systemen. Hogere eisen aan personeel in High Tech Sector De Original Equipment Manufacturers (OEMs) als ASML, Philips Healthcare en FEI Company vragen op het gebied van techniek, kosten en flexibiliteit steeds meer van hun toeleveranciers. Steeds meer onderdelen uit hun waardeketen worden uitbesteed aan toeleveranciers. De OEMs ontwikkelen zich steeds meer naar kop-staart organisaties waarbij design & engineering, prototyping & industrialization, component production en system integration volledig wordt uitbesteed aan toeleveranciers. De OEMs en de toeleveranciers worden daarom meer afhankelijk van elkaar. Beiden zullen zich moeten richten op de nieuwe manier van (samen)werken, dus de OEMs moeten op een hoger niveau leren uitbesteden en de toeleveranciers moeten meer verantwoordelijkheid nemen, 5 ook voor het productontwerp en de nazorg. In onderstaande figuren wordt deze ontwikkeling voor de toeleveranciers in de High Tech industrie geïllustreerd.
Figuur 4: 1980: OEM VALUE CHAIN: Subcontracting of component production only with different suppliers
Figuur 5: 2000: OUTSOURCING PART OF THE VALUE CHAIN:
5 Bron: Brainport Industries (2010)
11
Figuur 6: 2020: OPEN SUPPLY CHAIN: OEM transform to lean companies
Deze ontwikkeling van outsourcing bij de OEMs stelt ook steeds hogere eisen aan de kennis en vaardigheden van personeel van toeleveranciers. Werknemers zullen steeds vaker minimaal een werk- en denkniveau op mbo niveau nodig hebben om de kwaliteit te kunnen blijven bieden die de High Tech bedrijven nodig hebben. Willen werknemers hun plaats behouden, dan zullen zij hun werk- en denkniveau naar een hoger plan moeten tillen. Ook zullen de technici niet alleen hun technische kennis en vaardigheden, maar ook zogenaamde POFI+ 6 competenties verder moeten ontwikkelen. Het Centrum voor Productietechnologie ziet marktkansen om in de (bij)scholing van deze technische medewerkers met een BBL opleiding niveau 4(+) en individuele opleidingsmodules een rol te spelen. Tekorten aan personeel en vergrijzing in High Tech Sector In de sector High Tech Systemen en Materialen groeit het tekort aan talent, kennis en kunde (Human Capital Agenda. Ook in andere sectoren in Nederland is dat het geval. Maar de structurele trends die aan dat groeiende tekort ten grondslag liggen, werken in de hightech sector sterker door dan in ander sectoren. Voor ondernemers in de high tech staat de schaarste aan talent, kennis en kunde verdere groei in de weg. Tot 2014 verwacht de sector een groot tekort aan bètatechnici: zo’n 10.000 op hbo-/wo-niveau en ongeveer 30.000 op mbo-niveau. Nieuwe studies geven aan dat deze tekorten zelfs nog veel hoger kunnen liggen. De tekorten lopen extra snel op doordat het aandeel HTSM-werknemers in R&D stijgt, terwijl ook de concurrentie van andere sectoren groeit vanwege de alsmaar toenemende algehele krapte in het arbeidsaanbod. Daarbij speelt een rol dat afgestudeerden in een technische richting ook in andere sectoren aan de slag kunnen. Vaak doen ze dat. Maar voor niet-technisch geschoolden is het omgekeerde niet mogelijk. In de tussentijd wordt de beroepsbevolking steeds kleiner door vergrijzing en uitstroom van de babyboomgeneratie. Voor de Brainport regio is er momenteel al een tekort van zo'n 8.000 vaklieden en kenniswerkers met een mbo-niveau of hoger. Op basis van de ontwikkeling van de beroepsbevolking, het aantal banen en het aantal vacatures, wordt door Brainport Development geschat dat Zuidoost-Brabant in de High Tech sector tot 2020 jaarlijks tekorten zal hebben tussen de 400 en 700 medewerkers. Waarschijnlijk heeft ongeveer 40% van deze mensen een hbo/bachelor of wo/master opleiding en 60% een mbo opleiding nodig. Oorzaken hiervoor zijn, volgens het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), de hoge vervangingsvraag in de sector Industrie gecombineerd met een lage instroom van technisch geschoolden. In de Brainport regio: is en blijft een groot deel van de technische vacatures moeilijk tot zeer moeilijk invulbaar; staan vacatures gemiddeld langer open dan elders in Nederland; ontstaat een grote vervangingsvraag voor de sector High Tech Systemen, ca. 90% van de vraag is vervangingsvraag en maar 10% is uitbreidingsvraag. Naar verwachting zwaait 7,1% van de uitvoerende technici en 4,2% van de technisch opgeleide verkopers af in de komende jaren.
6 POFI+ staat voor probleemoplossend vermogen, omgaan met veranderingen, omgaan met klanten, flexibiliteit en initiatief.
12
Alle High Tech bedrijven in de Brainport regio zijn op zoek naar goed geschoolde vakmensen. Het Centrum voor Productietechnologie ziet marktkansen om afspraken te maken met High Tech bedrijven over participatie in het Centrum in ruil voor (directe) toegang tot stagiairs en afgestudeerden van het Centrum. Technisch onderwijs staat onder druk Het technisch onderwijs staat al jaren onder druk in Nederland. Ook in Zuidoost Brabant komt het technisch 7 onderwijs onder druk te staan. Van alle vmbo’ers in Zuidoost-Brabant kiest momenteel ca. 40% voor techniek . Dit percentage ligt bijna 10% boven het nationaal gemiddelde. Dit hoge aandeel geldt binnen alle leerwegen, maar de gemengde leerweg in Zuidoost-Brabant steekt hier boven uit met 75% techniekleerlingen tegen 45% nationaal. Ook met het aantal vrouwen dat voor tech niek kiest scoort de regio boven het nationaal gemiddelde. Het aandeel mbo’ers dat een technische richting volgt, ligt iets hoger dan het nationaal gemiddelde (1,5% hoger). Onderstaande tabellen geven inzicht in de studentaantallen van diverse opleidingen in deze regio. De doorlooptijd van de opleidingen bedraagt circa 4-6 jaren. Tabel 3: Studentaantallen ROC
Fontys
TU/e
2004
1740
4061
7169
2005
1962
4555
7171
2006
2326
4585
7041
2007
2184
4321
6926
2008
2400
4258
6880
2009
2314
4803
7118
2010
2139
5713
7177
2011
2130
6231
7358
Met deze studentaantallen zal in de High Tech sector voor iedere twee mensen die binnenkort met pensioen gaan, maar één student van school gaan komen! Een (groot) deel van de uitstroom van Fontys Hogescholen en de TU/e vertrekt uit de Brainport regio, om elders te gaan werken. Het bewustzijn hiervan is bij alle partners in deze regio groot en dat is één van de redenen waarom de bedrijven van ROC Eindhoven vragen om dit Centrum voor Productietechnologie te initiëren. Het Centrum voor Productietechnologie moet meer studenten interesseren voor mbo techniek en wil hiervoor nieuwe doelgroepen aanspreken. Het Centrum voor Productietechnologie ziet met name kansen voor groei vanuit de richtingen vmbo gemende en theoretische leerwegen, havo (zie onderstaande tabel) en uitvallers vanuit het hbo techniek. Tabel 4: Aantal leerlingen havo met beta profiel, Zuidoost Brabant
8
Schooljaar
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Leerjaar
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
4
2.538
2.467
2.615
2.565
2.582
5
1.842
2.089
2.026
2.159
2.199
Eindtotaal
4.380
4.556
4.641
4.724
4.781
Deze invalshoek vraagt ook om een meer inspirerende invulling van opleiden. Op basis van het BètaMentality model van het platform Bèta Techniek wordt geconcludeerd dat techniekonderwijs een grote potentiële doelgroep heeft, mits aan de juiste motivatie wordt geappelleerd. In het BètaMentality model worden jongeren ingedeeld in vier groepen: Concrete Bèta's, Carrière Bèta's, Non Bèta’s en Mensgerichte Bèta’s.
7 PlatformPocket 'Techniek in Zuidoost-Brabant' , Bureau Louter in opdracht van Platform Bèta Techniek, 2009 8
bron: ResearchNed B.V, via http://kiwiproductie.qdelft.nl/kiwipbt2010/Default.aspx
13
Met name de Carrière Bèta’s en Mensgerichte Bèta’s bieden potentie, die tot nu toe onvoldoende vanuit het techniekonderwijs wordt benut. In tabel 3 zijn prognoses opgenomen voor vmbo techniek, waarbij de kanttekening moet worden geplaatst dat vmbo scholen hebben aangegeven te verwachten dat de daling nog scherper zal zijn met name voor beroepsgerichte leerweg (BL). Tabel 5: Raming aantal leerlingen vmbo-techniek, Zuidoost Brabant
9
Leerweg
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
BL
795
802
806
800
796
790
788
784
KL
720
727
730
724
721
715
713
710
GL
1.345
1.358
1.363
1.353
1.347
1.336
1.333
1.327
TL
1.005
1.014
1.019
1.011
1.006
998
996
991
Totaal
3.865
3.901
3.917
3.888
3.870
3.839
3.830
3.812
100
101
101
101
100
99
99
99
Index (2008=100)
Verder is er met name in het techniek onderwijs sprake van een probleem door de vergrijzing en zal een (toekomstig) tekort aan docenten gaan ontstaan. In onderstaande figuur is ter illustratie de leeftijdsopbouw van de opleiding Middenkader Engineering van ROC Eindhoven weergegeven. Hieruit blijkt dat binnen enkele jaren een grote uitstroom onder docenten zal plaatsvinden. Nu al moet ROC Eindhoven veel moeite doen om docenten met goede vakkennis te vinden. Via het Centrum voor Productietechnologie wordt het aantrekkelijker en gemakkelijker om ook mensen uit het bedrijfsleven in te zetten. De scheiding tussen docenten en begeleiders uit de praktijk kan vervagen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Figuur 7: Leeftijdsopbouw opleiding Middenkader Engineering
Leeftijdsopbouw docenten
tot 30 jaar 30 - 40 jaar 40 - 50 jaar 50 - 60 jaar 60 +
Er is niet alleen sprake van vergrijzing, ook daalt al jaren het aantal studenten binnen de technische lerarenopleidingen. Zie onderstaande figuur voor de cijfers van de Pedagogisch Technische Hogeschool (PTH) van Fontys Hogescholen. De PTH is de kraamkamer van toekomstige (mbo) docenten techniek. Met dit Centrum voor Productietechnologie kan de aantrekkingskracht van de PTH verder worden verhoogd.
9
PlatformPocket 'Techniek in Zuidoost-Brabant' , Bureau Louter in opdracht van Platform Bèta Techniek, 2009
14
Tabel 6: Studenten instroom en doorstroom 2007 t/m 2010 Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool Totaal vt
Totaal dt (excl. VL)
Totaal PTH regulier (excl. VL)
Totaal PTH voltijd en deeltijd
544
Voorbereidende leerjaren PTH
2010-2011 (bijgewerkt tm 1 nov 10) 0. herinschrijvers
116
267
383
1. instroom
35
126
161
0. herinschrijvers
120
284
404
1. instroom
66
94
160
0. herinschrijvers
122
297
419
1. instroom
52
131
183
0. herinschrijvers
148
333
482
1. instroom
54
150
204
45
2009-2010 564 55
2008-2009 602 40
2007-2008 686 64
2.4 Concurrentieanalyse en onderscheidend vermogen Concurrentie in de markt voor technische opleidingen Concurrenten voor de opleidingen en met name voor de bij- en nascholing van het Centrum voor Productietechnologie zijn het Mikrocentrum, The High Tech Institute en eventueel andere nieuwe Centra voor Innovatief Vakmanschap in de High Tech Systemen sector. Het Mikrocentrum is een onafhankelijke kennisinstelling die bijdraagt aan het verbeteren van technische processen en bedrijfsprocessen van bedrijven die als OEM-er of als toeleverancier actief zijn in de technologische maakindustrie en/of de procesindustrie in Nederland en/of België. Het Mikrocentrum biedt: opleidingen: onder de merknamen Mikrocentrum (LBO/MBO/HBO) en Engenia (HBO+/Ac); evenementen: jaarlijks ongeveer 50 kleine en grote evenementen; het High Tech Platform: 500 deelnemende bedrijven verzameld in een High Tech Bedrijvengids. Jaarlijks nemen 5.000 bedrijven en 20.000 personen deel aan activiteiten van het Mikrocentrum. Het Mikrocentrum team bestaat uit 40 vaste medewerkers, 140 freelance docenten en 20 overige freelance medewerkers. Het Mikrocentrum is gestart in 1968 in Utrecht en is sinds 1976 gevestigd in Eindhoven. The Institute richt zich op het borgen en ontwikkelen van het leiderschap en vakmanschap van professionals op post hbo en post academisch nivo, die betrokken zijn bij: de ontwikkeling van hightech equipment; de ontwikkeling van hightech producten; de productie van hightech equipment en producten. Centraal staan het ontwikkelen van leiderschap en vakmanschap van professionals op post HBO en post academisch niveau. The Institute heeft in 2010 het mechatronica deel van de trainingsportfolio van Philips CTT overgenomen. The Institute is opgericht door het bedrijf Settels van Amelsvoort. Concurrentie in de markt voor onderzoek, ontwikkeling en prototyping Concurrent voor de onderzoeks-, ontwikkelings- en prototyping activiteiten van het Centrum voor Productietechnologie is MiPlaza op de High Tech Campus. Daarnaast hebben de High Tech Systemen bedrijven natuurlijk eigen ontwikkel- en productiecapaciteit en -faciliteiten. MiPlaza is het open-innovatie shared service centrum van Philips Research op de High Tech Campus voor hightech innovatie. MiPlaza biedt onder één dak onder andere cleanrooms, hoogwaardige faciliteiten voor device- en dunnefilm ontwikkeling en materiaalanalyse, test- en meetinstrumentatie, meetservice en ondersteuning bij ontwerp en fabricage van prototypes. 15
Meer dan 400 engineers en andere specialisten van Philips Research staan klaar voor interne en externe klanten / bedrijven die gebruik willen maken van de beschikbare faciliteiten. MiPlaza is het grootste open innovatie centrum in Europa. Onderscheidend vermogen Het Centrum voor Productietechnologie onderscheidt zich van concurrenten en is uniek door: haar bereik bij studenten en docenten op mbo+ niveau; scherpe focus op kennis- en expertise omtrent productietechnologie, met name mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek voor de High Tech Systemen sector; door de inbreng van niet alleen kennis maar met name ook praktische "ambachtelijke" vaardigheden en uitvoeringsprojecten; door de inbreng van niet alleen expertise vanuit het onderwijs, maar met name ook de meest actuele expertise, kennis en apparatuur vanuit de High Tech Systemen sector, TU/e en TNO Industries. The Institute is voornamelijk gericht op hbo+ niveau. Het Mikrocentrum is zowel op hbo niveau, alsook op mbo (+) niveau actief. Het Centrum voor Productietechnologie richt op de onderkant van de markt van het Mikrocentrum. Het Centrum voor Productietechnologie onderscheidt zich van het Mikrocentrum door niet alleen theoretische kennis te bieden, maar vooral ook trainingen en praktische vaardigheden (vakmanschap). Het Centrum voor Productietechnologie zal het Mikrocentrum daar waar wenselijk betrekken bij onderdelen/ modules in de uitvoering van de topopleiding(en). Hiermee kan het Mikrocentrum meer als een partner dan als een concurrent worden bestempeld. Momenteel worden deze gesprekken door ROC Eindhoven met het Mikrocentrum gevoerd. In de markt voor onderzoek, ontwikkelings en prototyping opdrachten komt de concurrentie voornamelijk vanuit High Tech bedrijven uit de sector. MiPlaza is vooral gericht op R&D projecten op HBO(+) en WO(+) niveau. Het Centrum voor Productietechnologie zal samenwerking zoeken met MiPlaza indien nodig. De onderzoeks-, ontwikkelings- en prototyping activiteiten van het Centrum voor Productietechnologie zijn vooral interessant voor productiebedrijven die zelf (tijdelijk) geen of minder toegang hebben tot de beschikbare kennis en expertise, capaciteit en/of beschikbare (state-of-the-art) faciliteiten.
16
3. Management en samenwerking 3.1 Management en team De dagelijkse leiding van het Centrum voor Productietechnologie is in handen van de heer Hans van Brussel. Hans is werkzaam bij ROC Eindhoven en was daar verantwoordelijk voor het realiseren van de contractactiviteiten van ROC Eindhoven voor onder andere de bedrijven die zijn aangesloten bij de Spomm. Hans heeft in van 2008 tot en met medio 2011 de private omzet bij ROC Eindhoven substantieel verhoogd naar € 2,1 miljoen per jaar. Hans is sinds medio 2011 full time vrijgemaakt voor de ontwikkeling van het Centrum voor Productietechnologie. Hij is een ondernemer en echte pionier en heeft zowel ervaring in het onderwijs alsook ervaring in het (technisch) bedrijfsleven (Philips). Hans is verantwoordelijk voor het algemeen management en aansturing van het Centrum en de verkoop van de opleidingen en masterclasses. Hans van Brussel zal worden ondersteund door een ervaren ondernemer (parttime) uit de achterban van Brainport Industries. Deze ondernemer zal Hans gaan coachen en ondersteunen. De ondernemer brengt kennis en ervaring met betrekking tot financiën en ondernemerschap en een uitgebreid (bestuurlijk) netwerk en ruime ervaring in de High Tech Systemen sector mee. Doelstelling is om deze ondernemer voor een actieve rol aan het Centrum te committeren. Momenteel worden gesprekken gevoerd met de beoogde kandidaat voor deze rol. Daarnaast zal het Centrum voor Productietechnologie een coördinator uit de achterban van Brainport Industries (High Tech sector) met kennis en ervaring met sales en netwerk in de High Tech Sector aan zich binden. Vooralsnog zal de heer John Blankendaal, directeur van Brainport Industries, deze rol op zich nemen. De coördinator is verantwoordelijk voor onder andere: het werven van nieuwe bedrijven uit de achterban van Brainport Industries voor concrete deelname aan het Centrum voor Productietechnologie; het werven van experts vanuit de leden en stakeholders van Brainport Industries die kennis en expertise beschikbaar willen stellen; werven van stages, projecten, productie- en onderzoeksopdrachten vanuit de leden en stakeholders van Brainport Industries; het werven van begeleiders en technical angels vanuit de leden en stakeholders van Brainport Industries die studenten kunnen begeleiden bij praktijkopdrachten en het bedienen van complexe machines; benutten van gezamenlijke inkoopkracht van Brainport Industries bij het investeren in apparatuur etc.. De coördinator zal allereerst de concept afspraken met de bedrijven over launching customership voor een “vliegende start” van het Centrum voor Productietechnologie nadere invulling geven. Daarnaast zal de coördinator de andere High Tech bedrijven, die onder andere zijn aangesloten bij Metaalhuis, Spomm en Point One benaderen voor opdrachten bij het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie is reeds bezig met de invulling hiervan. Verder zullen studenten en studentondernemingen ook een actieve rol spelen in het commercialiseren van de faciliteiten. Het Centrum voor Productietechnologie zal verder alle benodigde expertise voor de uitvoering van haar activiteiten inhuren, indien mogelijk bij haar aandeelhouders en/of partners en zo niet bij derden. Keuze voor kwaliteit staat hierbij voorop. Bij de uitvoering van het Centrum voor Productietechnologie zijn inmiddels betrokken: coördinator van ROC Eindhoven voor het werven van vmbo en havo leerlingen, de heer Rob Vaessen; lector Mechatronica van Fontys Hogescholen, de heer Henk Kiela; projectleider Induteq, de heer Ries Luijsterburg; secretariaat, mw. Angela van Velthoven; coördinator ontwikkelteams modules, de heer Ton van Weert docenten en experts vanuit onderwijs en/of bedrijven.
17
Het management rapporteert aan de Raad van Commissarissen. Tevens zal het management de beschikking krijgen over een Raad van Advies.
3.2 Aandeelhouders Aandeelhouders van het Centrum voor Productietechnologie zijn ROC Eindhoven en Brainport Industries. ROC Eindhoven ROC Eindhoven is een vooruitstrevende onderwijsinstelling die in het hart van de Brainport regio opereert. ROC Eindhoven heeft inmiddels een stevig track record opgebouwd in het ontwikkelen van nieuwe grote innovatieve innovatiearrangementen in het kader van HPBO en het platform Bèta Techniek. In de afgelopen jaren heeft ROC Eindhoven zes innovatiearrangementen gehad en in vijf arrangementen als partner deelgenomen. De audits over deze arrangementen zijn tot nu altijd positief. Ook heeft ROC Eindhoven een concept voor het experiment Netwerkschool ontwikkeld om meer studenten (met name andere doelgroepen) voor techniek te interesseren. In de Netwerkschool worden contextgerelateerde opleidingen als design, zorg, sport en duurzaamheid in combinatie met techniek / technologie aangeboden. Het Centrum voor Productietechnologie is complementair aan de Netwerkschool Techniek. ROC Eindhoven is penvoerder, voert (momenteel) het projectmanagement van het Centrum voor Productietechnologie en brengt expertise, studenten, docenten en middelen van haar opleidingen Mechatronica, Werktuigbouwkunde en Industriële automatisering in. ROC Eindhoven zal ook de opleiding Middenkader Engineering (BOL, niveau 4) verhuizen naar de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Dit biedt mogelijkheden voor samenwerking met hbo en wo onderwijs. ROC Eindhoven heeft een uitgebreid track record op samenwerking met technische bedrijven zoals bijvoorbeeld EVC en opleiden mechatronica / elektronica in samenwerking met Philips Healthcare, EVC en opleiden CNC voor DAF en mechatronica voor de treinmonteurs van Nedtrain. ROC Eindhoven realiseert binnen de School voor Techniek op dit moment al ca. € 2,1 miljoen aan private omzet per jaar, met name bij bedrijven aangesloten bij Brainport Industries en Spomm. Brainport Industries Coöperatie U.A. Brainport Industries Coöperatie U.A. is de exclusieve partner en mede aandeelhouder van het Centrum voor Productietechnologie. ‘Brainport Industries’ is een platform dat het samenhangende, samenwerkende en transparante ecosysteem van de ruim 300 High Tech toeleveranciers omvat. Initiatiefnemers zijn NTS Group, Sioux Embedded Systems, Euro Techniek Eindhoven, Van Berlo Group, HTR, Frencken Europe, Van der Hoorn Buigtechniek, KMWE en Philips Research Open Labs. Op dit moment zijn inmiddels 75 High Tech bedrijven aangesloten op de Brainport Industries Coöperatie U.A. De heer Marc Hendrikse is voorzitter van de Coöperatie, de heer John Blankendaal directeur. Brainport Industries Coöperatie U.A. heeft 49% van de aandelen van het Centrum voor Productietechnologie in handen. De deelnemende bedrijven (leden en stakeholders) uit de achterban van Brainport Industries stellen middelen, uren, expertise en apparatuur beschikbaar, tevens geven deze bedrijven stage- en baangaranties voor de studenten van de topopleidingen en treden de bedrijven op als launching customer van het Centrum voor Productietechnologie. In ruil hiervoor krijgen de bedrijven aangesloten bij Brainport Industries zeggenschap over de inhoud van de opleiding (20% keuzeruimte) en het eerste recht om de (beter) opgeleide schoolverlaters een baan aan te bieden en om medewerkers snel en goed (bij) te scholen. Op dit moment zijn de onderstaande high tech bedrijven intensief betrokken bij het Centrum voor Productietechnologie: NTS Group KMWE Frencken Europe GL Group Van Keulen Machinefabriek Smits Machinefabriek AAE B.V. Nossin 18
VDL ETG DAF Trucks De RidderSRM Wilting Components VanderLande Industries Widenhorn Industriele Automatisering Seco Tools Benelux CNC Consult Via Brainport Industries wordt gewerkt aan een nieuw concept en financieringsarrangement voor onderwijsarbeidsmarkt initiatieven, waarbij initiatieven en de bijdragen van bedrijven worden gebundeld (minder versnippering, regionale fondsvorming). Ook de opleidingsfondsen (A+O, OOM) en Koninklijke MetaalUnie en FME worden hierbij betrokken worden.
3.3 Samenwerkingspartners Fontys Hogescholen Het Centrum voor Productietechnologie werkt intensief samen met Fontys Hogescholen. Fontys Hogescholen is een innovatieve hoger onderwijsinstelling met hoge toegevoegde waarde voor de topsectoren in de Brainport Regio Eindhoven. Fontys Hogescholen zal haar techniekopleidingen ook gaan verhuizen naar dezelfde gebouwen op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen en TU/e hebben inmiddels afspraken gemaakt over onder andere doorlopende leerlijnen, het uitwisselen van kennis, docenten en faciliteiten en gezamenlijke investeringen in faciliteiten en lesprogrammaontwikkeling. Fontys heeft in 10 samenwerking met de HAN een Expertisecentrum voor Automotive geïnitieerd (ACE) en werkt in dit centrum ook samen met de High Tech Systemen sector. Verder is Fontys Hogescholen in samenwerking met CFT 2.0 gestart met de ontwikkeling van een Center of Expertise (hbo-wo niveau) voor de High Tech sector. Tevens wordt gewerkt aan het instellen van een lectoraat Productietechnologie. Hiermee kan Fontys de samenwerking en uitwisseling van kennis met High Tech bedrijven nog verder vergroten. Fontys zal met het Centrum voor Productietechnologie onder andere samenwerken op het gebied van uitwisselen van expertise, studenten, docenten en middelen vanuit de opleiding Mechatronica / Engineering en het Lectoraat Mechatronica, tevens wordt samengewerkt vanuit de PTH lerarenopleiding. ROC Eindhoven en Fontys Hogescholen zullen herinvesteringen in hun machinepark met elkaar afstemmen. Leidse Instrumentmakers School Het Centrum voor Productietechnologie werkt samen met Leidse Instrumentmakers School. Dit is een mbo vakschool voor precisietechnologie waar jonge mensen worden opgeleid tot Research Instrumentmaker, gevestigd in Leiden. De Leidse Instrumentmakers School heeft veel expertise rondom precisietechnologie en is met name ook gericht op OEMs uit de Brainportregio. De Leidse Instrumentmakers School zal haar expertise uitwisselen met dit Centrum voor Productietechnologie in de Brainportregio. De Leidse Instrumentmakers School zal een (aantal) onderwijsmodule(s) invullen binnen de opleidingen van het Centrum voor Productietechnologie. Tevens hebben de studenten binnen de opleiding de mogelijkheid om onderwijsmodules te volgen aan de Leidse Instrumentmakers School in Leiden. Tot slot zal de Leidse Instrumentmakers School aan haar leerlingen stages en de modules, ontwikkeld door het Centrum voor Productietechnologie, aanbieden. Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) Het Centrum voor Productietechnologie werkt ook samen met de Technische Universiteit Eindhoven. Het Centrum voor Productietechnologie wordt gevestigd op de campus van de TU/e. Dit verhoogt de uitstraling van het Centrum en biedt unieke kansen voor samenwerking.
10
Hogeschool Arnhem Nijmegen
19
Op de campus van de TU/e is in het gebouw van TNO de gezamenlijke werkplaats van de Gemeenschappelijke Technische Dienst (GTD) van TU/e en van TNO Industries gevestigd. Het Centrum voor Productietechnologie zal gaan samenwerking met deze werkplaats. In de werkplaats werken ca. 50 medewerkers en staan ca. 175 machines en apparaten. De werkplaats is zo’n 2800 vierkante meter groot. De TU/e maakt in de gezamenlijke werkplaats een omzet van ca. € 3,5 miljoen euro per jaar. Het Centrum voor Productietechnologie zal verder samenwerken met de TU/e met betrekking tot bijvoorbeeld het uitwisselen van studenten, docenten, onderzoeksprojecten, faciliteiten, expertise en contacten. ROC ter AA ROC Ter AA is een mbo onderwijsinstelling gevestigd in Helmond met ca. 5.000 studenten en cursisten en ruim 400 medewerkers. ROC ter AA heeft voor technische opleidingen een Centrum voor Innovatief Vakmanschap opgezet gericht op de automotive sector, genaamd M.A.C. Het Centrum voor Productietechnologie werkt intensief samen met het M.A.C. Vanuit de opleiding Middenkader Engineering vindt uitwisseling van studenten (en docenten) plaats met het Centrum voor Productietechnologie. De fusieplannen tussen ROC Eindhoven en ROC ter AA zijn afgewezen door de Minister. ROC Eindhoven en ROC ter AA zullen hun samenwerking verder intensiveren. Stichting Praktijk Opleidingen Metaal Mechatronica (Spomm) Centrum voor Productietechnologie werkt samen en is complementair aan de Spomm. De Spomm zorgt, namens ca. 45 bedrijven in de regio Zuidoost-Brabant, te samen met ROC Eindhoven en ROC ter AA voor de uitvoering van kwalitatief hoogwaardige opleidingen in metaal en mechatronica op mbo niveau 2 en 3. Het Centrum voor Productietechnologie is gericht op niveau 4(+). Ook het werven van schoolverlaters om deze vervolgens op te leiden tot vakman / vakvrouw behoort tot de activiteiten van de Spomm. De Spomm onderhoudt nauwe contacten met alle vmbo-scholen in genoemde regio, met ROC Eindhoven en ROC ter AA in Helmond en het Kenniscentrum Kenteq. Spomm zal in het kader van het Centrum voor Productietechnologie bijdragen aan promotie, communicatie en benadering van bedrijven voor het beschikbaar stellen van uren, expertise, apparatuur en onderzoeksprojecten. Tevens kunnen de bij Spomm aangesloten bedrijven optreden als launching customer van het Centrum voor Productietechnologie. In ruil hiervoor krijgen de bedrijven aangesloten bij de Spomm het recht om (na Brainport Industries bedrijven) de (beter) opgeleide schoolverlaters een baan aan te bieden en om medewerkers snel en goed (bij) te scholen. Brainport Industries en Spomm werken momenteel aan integratie van hun activiteiten. CFT 2.0 Doelstelling is om het Centrum voor Productietechnologie te verbinden met CFT 2.0. Door verregaande uitbesteding van het fabricageproces behoort het in stand houden en doorontwikkelen van kennis van gespecialiseerde productietechnologie voor veel OEMs niet meer tot de kernactiviteiten. De toeleveranciers in de high tech keten die tegenwoordig verantwoordelijk zijn voor engineering, fabricage en assemblage realiseren zich dat deze kennis cruciaal is geweest voor het bereiken van hun huidige positie en blijft voor een veelbelovende toekomst. Tegelijkertijd zijn zij zich bewust van het ontbreken van individuele schaalgrootte en financiele slagkracht om deze kennis in stand te houden. Daarom hebben zij krachten gebundeld in CFT 2.0, een gezamenlijk instituut, ondergebracht bij Brainport Industries, voor het uitvoeren van onderzoek naar nieuwe productietechnologieen en engineering competenties op het gebied van mechatronica en high tech systeembouw. De ambitie van CFT 2.0 is om te ontwikkelen tot een World class centrum voor toegepast onderzoek door technische toeleveranciers in High Mix, Low Volume, High Complexity ketens. Het CFT 2.0 heeft als kernactiviteiten onderzoek, ontwikkeling en kennisdeling rondom pre-competitieve thema's op gebieden als productietechnologie ontwikkeling en ketenoptimalisatie door onder andere: het bundelen van de versnipperde nog aanwezige kennis; pre-competitief onderzoek: ontwikkeling die niet direct business oplevert, maar wel leidt tot interessante kennis en ervaring voor de sector; standaardisatie van processen; het bij elkaar brengen en afstemmen van cursussen en opleidingen op het gebied van de activiteiten in High Tech Systemen en Materialen; 20
heropbouwen van de "meester-gezel" relatie tussen jonge schoolverlaters en oude rotten in het vak. CFT 2.0 is onder verantwoordelijkheid van de heer Tappel, managing director van Frencken Europe, ontwikkeld en biedt de basis voor het Center of Expertise (hbo+ en wo) voor de High Tech Systemen sector. Stichting Induteq De Stichting Introductie Nieuwe Technologie (Induteq) richt zich op het vraagstuk dat het kennis- en ervaringsniveau van docenten, en daarmee ook van schoolverlaters en afgestudeerden in de techniek niet optimaal aansluit op de praktijk. Induteq ontwikkelt masterclasses, workshops, lesmaterialen voor vakinhoudelijke bijscholing van (met name) mbo docenten en verzorgt de introductie en integratie van nieuwe technologie in het technische beroepsonderwijs. Hierbij zijn bedrijven als Actemium, Bosch Rexroth, Festo, Philips, Siemens en TNO betrokken. ROC Eindhoven is mede-initiator van Induteq. Induteq is in het Centrum voor Productietechnologie betrokken bij de kwaliteitsverbetering van docenten. Point One Point-One is een open vereniging van en voor High Tech bedrijven en kennisinstellingen die zich in Nederland bezighouden met onderzoek en ontwikkeling (R&D) in de vakgebieden nano-elektronica, embedded systemen en mechatronica. De missie van Point-One is om in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken de Nederlandse hightech economie met 50% te laten groeien door het verhogen van de industriële investeringen in R&D met 30%. Point One heeft in kader van de regeling (ecosysteem, Human Capital) € 130.000 subsidie verstrekt voor opzet van het Centrum voor Productietechnologie. Point One draagt daarnaast bij aan dit Centrum voor Productietechnologie door het inbrengen van onderzoeksprojecten en het benaderen/betrekken van bedrijven uit de achterban van Point One. Metaalhuis Metaalhuis is een platform van mkb ondernemers uit de metaal- en metaalelectrobranche in de regio Eindhoven. Ondernemers binnen het Metaalhuis werken samen en wisselen kennis uit over arbeidsmarktvraagstukken, marktontwikkelingen, innovatie en onderzoek. Momenteel zijn ca 30 ondernemers actief lid van Metaalhuis. Metaalhuis is bij het Centrum voor Productietechnologie betrokken door het inbrengen van onderzoeksprojecten en door het benaderen van ondernemers uit de achterban van het Metaalhuis om zich als partner aan te sluiten bij het Centrum voor Productietechnologie. High Tech Systems platform Het High Tech Systems Platform is opgericht door ASML, Philips Healthcare, FEI Company, Thales, Vanderlande industries en Stork. Het platform telt twintig lidbedrijven die als topspeler actief zijn in hun wereldmarkt (met name OEMs). In het platform werken de bedrijven samen in het bevorderen van onderwijs, innovatie, arbeidsmarkt en supply chain. Het platform heeft als doel om de industrietak te promoten en samenwerking tussen de bedrijven te bevorderen. Het Centrum voor Productietechnologie wil samenwerken met het High Tech Systems platform om ook de OEMs als ASML, DAF, FEI Company, Océ Technologies en Philips Healthcare te betrekken bij het Centrum. Brainport Development Brainport Development is de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor de Brainport regio en ontwikkelt innovatieprojecten, onder andere gericht op onderwijs – arbeidsmarkt (People). Brainport Development steunt en faciliteert het Centrum voor Productietechnologie in het kader van haar programma TOA \ Werken in Brainport. Brainport Development brengt verder het Fablab, met alle apparatuur en faciliteiten, onder in het Centrum. Het Fablab heeft voor studenten apparatuur beschikbaar zoals lasersnijmachines, 3D printers en CAD hard- en software. Naast het Centrum voor Productietechnologie wordt in de Brainportregio volop geïnvesteerd in talentontwikkeling en techniek. Zo wordt in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs techniek geïmplementeerd in de curricula.
21
In Zuidoost-Brabant zijn 20 van 23 voorgezet onderwijs instellingen betrokken bij projecten rondom techniek (Universum, Technasia, Jet-Net, Technific) en 144 van de 271 basisscholen zitten in het zogenaamde VTB programma. In het vmbo zijn in Zuidoost-Brabant 10 TechNetkringen (bij 7 vmbo-instellingen) opgezet die samenwerking realiseren tussen voortgezet onderwijs, vmbo en regionale bedrijven op het gebied van gastlessen, bedrijfsbezoeken, docentenstages, lesvoorbeelden en matching leerling-stages. Stichting VMBO Zuidoost-Brabant Het Centrum voor Productietechnologie werkt ook samen met de Stichting VMBO Zuidoost-Brabant gericht op instroombevordering. Een consortium van vmbo instellingen (Stichting VMBO Zuidoost Brabant en TechNetkringen), de mbo instellingen (ROC Eindhoven en ROC ter Aa), Spomm, Brainport Industries en het Centrum voor Productietechnologie hebben hun krachten gebundeld in het project Focus en Passie voor Techniek voor mbo niveaus 2, 3 en 4. Hierbij investeren zij gezamenlijk in belangstellingsonderwijs voor vmbo, met name ook in vmbo TL en GL, door aantrekkelijke technieklessen te ontwikkelen op basis van BètaMentality. De deelnemende vmbo leerlingen kunnen gebruik maken van de faciliteiten en modules van het Centrum voor Productietechnologie. Het Platform Beta Techniek heeft in het kader van Toptechniek in Bedrijf ca. € 650K beschikbaar gesteld voor Focus en Passie voor Techniek. De Stichting VMBO Zuidoost-Brabant bestaat uit: Stedelijk College te Eindhoven, Kempenhorst College te Oirschot, Vakcollege Helmond te Helmond, Sondervick College te Veldhoven, Alfrink- en Hub van Doorne College te Deurne, PiusX College te Bladel, Varendonk college te Someren, Weredi College te Valkenswaard, De Burgh te Eindhoven, Commanderij College te Bakel, Pleincollege Nuenen te Nuenen en Christiaan Huijgenscollege te Eindhoven. Overige Het Centrum voor Productietechnologie werkt samen met Rapid Manufacturing Centre, Federatie Dunne Plaat, Metaal Compagnie Brabant, VanderLande Industries en Festo (FACT). FESTO zal binnen het Centrum voor Productietechnologie "om niet" een FACT inrichten (Festo Authorized and Certified Training centre); een hypermodern trainingscentrum voor medewerkers in de High Tech sector die ook door de studenten van het Centrum kunnen worden gebruikt. Het Rapid Manufacturing Centre wil een nevenvestiging bij het Centrum opzetten, met onder andere rapid prototyping apparatuur. Het Centrum voor Productietechnologie is daarnaast nog in gesprek met de Metaal Compagnie Brabant over de opzet van een materialenlab. Federatie Dunne Plaat en de VanderLande Academy zullen worden betrokken bij de ontwikkeling van onderwijsmodules en masterclasses. Het Centrum voor Productietechnologie beoogt naast de genoemde partijen onder andere samenwerking met het Mikrocentrum (inbreng van specialistische kennis mbo+ niveau), de TechNet-kringen, Stodt en de toekomstige Centra voor Innovatief Vakmanschap en Expertise rondom High Tech Systems in Twente.
22
4. Centrum voor Productietechnologie 4.1 Visie en missie De kracht van de High Tech sector in de Brainport regio ligt in het ontwerp, de ontwikkeling en productie van hoogwaardige en intelligente wereldleidende precisietechnologieën. Om deze wereldleidende positie te behouden en te versterken wordt een (kennis)Centrum voor Productietechnologie opgericht, met een focus op talent- en kennisontwikkeling op het gebied van mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek. Mechatronica betreft de realisatie van snelle, precieze en gecontroleerde beweging door een geïntegreerde aanpak van mechanische, elektronische en fysische elementen. Precisietechnologie en robotica, en het gebruik van sensoren en actuatoren zijn belangrijke onderdelen van dit technologiedomein. Mechatronica is een basistechnologie in de hightech systemen voor de productie van nano-elektronica. Missie: Het Centrum voor Productietechnologie draagt bij aan het versterken van de wereldleidende positie van de High Tech Systemen sector in Brainport door een focus te leggen op talent- en kennisontwikkeling op het gebied van mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek. Het Centrum voor Productietechnologie is een fysiek centrum met topopleidingen op mbo+ niveau, topdocenten, state-of-the-art apparatuur en uitdagende onderzoeksprogramma's en -projecten gericht op vakmanschap en innovatie voor en in de innovatieve maakindustrie in de High Tech Systemen sector in Nederland. De focus ligt op de eerste, tweede en derdelijns toeleveranciers in de Brainportregio. Het Centrum voor Productietechnologie wordt gevestigd op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Het Centrum voor Productietechnologie zal commercieel worden geëxploiteerd. Hiermee creëert het centrum niet alleen een uitdagende en realistische leeromgeving voor studenten, maar ook de prikkel voor management, docenten en studenten om maximale toegevoegde waarde te bieden aan High Tech bedrijven en toeleveranciers.
4.2 Doelstellingen en beoogde resultaten Het Centrum voor Productietechnologie heeft onderstaande doelstellingen: versterken van het opleidingsniveau en vakmanschap op het gebied van mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek van 125 mbo studenten techniek per jaar, aansluitend op de (toekomstige) eisen van de toeleveranciers in de High Tech Systemen sector; In het Centrum wordt niet alleen aandacht besteed aan kennis van assembleren in fijnmechanische techniek en fijnemechanische bewerkingen, maar met name ook aan attitude, ambitie en ondernemerschap; verhogen van de kennis en vaardigheden op het gebied van mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek van 250 medewerkers per jaar in de High Tech Systemen sector (in het kader van Leven Lang Leren), aansluitend op de (toekomstige) eisen van de toeleveranciers in de High Tech Systemen sector. Daarnaast heeft het Centrum voor Productietechnologie de afgeleide doelstellingen: meer studenten (en zij-instromers) interesseren voor het kiezen van een technische opleiding en baan in de High Tech Systemen sector; het centrum voor Productietechnologie streeft naar een verhoging van de instroom met 15% in de periode tot en met 2017; versterken van het vakmanschap en affiniteit voor mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek bij 50 docenten per jaar aansluitend op de (toekomstige) eisen van de toeleveranciers in de High Tech Systemen sector;
23
versterken van de innovatiekracht van de High Tech sector, te meten in aantallen octrooien, prototypes en uiteindelijk omzet uit nieuwe (high tech) producten.
4.3 Doelgroepen en waardepropositie Het Centrum voor Productietechnologie bedient onderstaande doelgroepen. Bedrijven uit de High Tech Systemen sector Het Centrum voor Productietechnologie is met name gericht op de eerste, tweede en derdelijns toeleveranciers van de OEMs uit de High Tech Systemen sector. Dit kunnen zowel mkb als grote toeleverende bedrijven zijn. De focus ligt op bedrijven in de Brainport regio, maar het Centrum staat ook open voor bedrijven uit de High Tech sector van buiten de Brainport regio. Het Centrum voor Productietechnologie biedt waarde aan de bedrijven op onderstaande onderdelen: het verhogen van de kwaliteit van het opleidingsniveau van studenten mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek met beoogd (eind)niveau mbo+ en hbo aansluitend op de eisen van de High Tech sector door intensieve betrokkenheid en toetsing vanuit deze bedrijven op de inhoud en kwaliteit van de opleiding; het vergroten van het aantal studenten techniek door bundeling van initiatieven en gezamenlijk promotie van de High Tech sector in het algemeen en het vakmanschap in het bijzonder; met de aandeelhouders en partners worden per bedrijf prestatieafspraken (no cure / no pay) gemaakt over het concrete aantal studenten vanuit het Centrum voor Productietechnologie dat een werkovereenkomst sluit bij het desbetreffende bedrijf; het (bij)scholen van medewerkers van bedrijven met een kwalitatief hoogwaardige BBL opleiding en/of individuele modules binnen de vakgebieden mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek; een onderwijsmodule voor het opleiden van praktijkopleiders binnen bedrijven; interessante faciliteiten voor het (gezamenlijk) onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe kennis, technologieën, prototypes en innovatieve producten. Studenten Het Centrum voor Productietechnologie is gericht op studenten techniek op mbo niveau 4 (BOL en BBL), op de beste studenten op mbo niveau 3 die willen doorstromen, op vmbo en havo studenten met een technisch profiel die nog een keuze voor vervolgopleiding moeten maken en op technische hbo studenten die uitvallen in het eerste jaar van de opleiding van Fontys Hogescholen. Het Centrum voor Productietechnologie biedt uitdagende opleidingen, opdrachten en onderzoeksprojecten aan studenten op mbo+ niveau (BOL en BBL) op het vakgebied mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek. Daarnaast zal het Centrum voor Productietechnologie met een Minor, de productie-, ontwikkel- en onderzoeksprojecten ook nadrukkelijk studenten van mbo niveau 3, vmbo- en havo onderwijsinstellingen betrekken om de aantrekkingskracht van het technisch onderwijs in het algemeen en de topopleidingen voor de High Tech sector in het bijzonder te vergroten. Het Centrum voor Productietechnologie denkt dat met name vanuit havo, vmbo gemengde leerweg en de uitval vanuit het hbo een groot onbenut potentieel ligt voor de High Tech Systemen sector. Studenten die de topopleiding van het Centrum voor Productietechnologie met succes doorlopen: hebben kennis en –vaardigheden ontwikkeld aansluitend op de eisen van de High Tech Systemen sector; krijgen een baangarantie van de high tech bedrijven aangesloten bij het Centrum voor Productietechnologie; kunnen (eventueel duaal) binnen 3 – 3,5 jaar een bachelor bij Fontys Hogescholen behalen. Docenten Het Centrum voor Productietechnologie is ook gericht op de docenten en aankomende docenten voor het technisch onderwijs op mbo niveau. De sleutel voor een structurele verbetering van het technisch onderwijs ligt volgens de initiatiefnemers van het Centrum voor Productietechnologie bij de kwaliteit van docenten.
24
Het technisch onderwijs heeft topdocenten nodig die het vakmanschap met passie kunnen overbrengen en daarnaast over goede - up to date- kennis en "ambachtelijke" en didactische vaardigheden beschikken. Hiermee kan de kwaliteit van het technisch onderwijs structureel worden verbeterd en de aantrekkingskracht worden vergroot. Met het Centrum voor Productietechnologie: verkrijgen (aankomende) docenten de nieuwste kennis, inzichten en "ambachtelijke" vaardigheden in het vakgebied mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek, mede door intensieve samenwerking en uitwisseling tussen docenten en experts uit het bedrijfsleven; worden (aankomende) docenten geënthousiasmeerd door ze een praktijkomgeving te bieden waarin uitdagende onderzoeks-, ontwikkel- en productieopdrachten moeten worden opgezet; krijgen praktijkopleiders binnen bedrijven een onderwijsmodule om hun coachings- en didactische vaardigheden verder te vergroten. Ouders en decanen Tot slot is het Centrum voor Productietechnologie ook gericht op de stakeholders die een belangrijke rol spelen die in het keuzeproces van leerlingen voor een vervolgopleiding. Het Centrum voor Productietechnologie denkt hierbij met name aan ouders en aan decanen van het middelbaar onderwijs. Het Centrum probeert deze doelgroepen beter voor te lichten en meer te enthousiasmeren voor een technische opleiding en een baan in de High Tech sector in de Brainport regio.
4.4 Businessmodel Centrum Het businessmodel van het Centrum voor Productietechnologie bestaat uit onderstaande onderdelen: aansprekende topopleidingen en modules Mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek voor studenten (mbo+) en medewerkers uit de sector High Tech Systemen; productie- en onderzoeksfaciliteiten, ondergebracht in een commerciële BV, in te zetten voor opleidingen, onderzoek en commerciële exploitatie; uitdagende onderzoeksprojecten, in te zetten voor opleidingen en commerciële exploitatie; masterclasses en stages voor studenten, praktijkopleiders en (toekomstige) docenten.
4.4.1 Topopleidingen Het Centrum voor Productietechnologie zal een aantal van de opleidingen en modules
11
doorontwikkelen en
verbeteren naar topopleidingen en -modules mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek. De nadruk in de opleidingen van ROC Eindhoven ligt momenteel grotendeels op werktuigbouwkunde en mechatronica. Door het toenemende belang van de combinatie met electronica zal in het Centrum voor Productietechnologie meer aandacht worden besteed aan 3D ontwerpen, CAD-CAM en CNC Motion Control, Servo technieken, Vision technieken en Robotica. Hierbij zal tevens veel aandacht zijn voor de bedrijfskundige aspecten als World Class Manufacturing en Operational Excellence vanuit de invalshoeken logistiek (Lean), kwaliteit (Six Sigma) en ondershoudsmanagement (TPM). Het Centrum voor Productietechnologie zal de bestaande basisopleidingen doorontwikkelen naar onderstaande topopleidingen die zich onderscheiden op basis van inhoud, snelheid en omgeving: Topopleidingen mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek op 12 13 mbo+ niveau voor de beste leerlingen binnen de BOL opleidingen Middenkader Engineering niveau 4 .
11 mbo: Middenkader Engineer en specialist niveau 4; contexten: onderhoud, machinebouw en systemen, hbo Engineering / Mechatronica en productietechnologie. 12 Beroepsopleidende leerweg; leerling hebben geen vast dienstverband en gaan vier of vijf dagen per week naar school. Een deel van de opleiding loopt de leerling stage (beroepspraktijkvorming). 13 MBO opleidingen worden gegeven op vier verschillende niveaus: niveau 1: assistent beroepsbeoefenaar (geen startkwalificatie), niveau 2: medewerker/basisberoepsbeoefenaar, niveau 3: zelfstandig medewerker/zelfstandig 25
Deze topopleidingen zullen binnen het Centrum voor Productietechnologie worden aangeboden als 2 jarige kopopleiding (in het derde en vierde jaar van de opleiding Middenkader Engineering) met een combinatie van theorie- en praktijk/stage componenten alsmede geënt op het minor deel in het curriculum. Doelstelling is om jaarlijks 70 BOL studenten in deze opleidingen te laten instromen, waarbij minimaal 50% 14 moet doorstromen naar een hbo opleiding . Fontys Hogescholen heeft in 2011 de aanvraag voor een Associate Degree Engineering ingediend, waarbij het mogelijk wordt om na de 2 jarige topopleiding binnen twee jaar een Associate Degree te behalen. Daarnaast zal (vergelijkbaar met de inmiddels ontwikkelde versnelde leertrajecten voor studenten Electro en Werktuigbouwkunde) ook een versnelde route voor deze topopleidingen worden ontwikkeld in samenwerking met Fontys Hogescholen waardoor een mbo-hbo opleiding te doorlopen is binnen ca. 7 jaar. Binnen deze opleidingen wil het Centrum voor Productietechnologie de uitval met 25% reduceren. Topopleidingen mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek op 15 mbo+ niveau binnen de BBL opleidingen, niveau 4. Deze topopleidingen zullen binnen het Centrum voor Productietechnologie worden aangeboden in vier jaar op basis van twee varianten: een 4 jarige opleiding op niveau 4 en een 4 jarige opleiding met 2 jaar op niveau 3 en 2 jaar op niveau 4. In de laatste variant zal er intensieve samenwerking zijn met de Spomm. Doelstelling is om jaarlijks 35 BBL studenten in deze opleidingen te laten instromen. In samenwerking met Fontys Hogescholen wordt een duale opleiding ontwikkeld zodat deze BBL studenten indien gewenst naast hun werk een Associate Degree kunnen behalen. Het model voor deze duale opleiding is door Fontys inmiddels ontwikkeld voor medewerkers van een grote technologische onderneming uit Nederland. Ook binnen deze opleidingen wil het Centrum voor Productietechnologie de uitval met 25% reduceren. Een Minor/keuzeruimte mechatronica, precisietechnologie, fijnmechanische techniek en meet- en regeltechniek voor BOL opleidingen Middenkader Engineering niveau 4 en BBL opleidingen niveau 4. De bovenstaande opleidingen worden opgebouwd uit korte modules van 4-8 weken op mbo+ niveau. Voor de opleidingen worden onder andere onderstaande modules ontwikkeld: CAD-CAM CNC Motion Control 3D ontwerpen Instrumentmaken Logistiek (Lean) Kwaliteit (Six Sigma) Ondershoudsmanagement (TPM) Cleanroom technologie Rapid prototyping en rapid manufacturing Servo technieken Vision technieken Optica Robotica Industriële automatisering en besturingssystemen Ondernemerschap Materialenkennis Inmiddels is de ontwikkeling van de eerste CNC en mechatronica modules in samenwerking met bedrijven gestart. Deze eerste opleidingen zullen in het schooljaar 2012/2013 worden aangeboden
beroepsbeoefenaar/vakopleiding , niveau 4: middenkaderfunctionaris/ gespecialiseerd beroepsbeoefenaar (geeft toegang tot HBO) 14 Huidig potentieel aantal leerlingen ROC Eindhoven en ROC ter AA samen over 4 jaar ca. 750 (BOL) en 135 (BBL) 15 De beroepsbegeleidende leerweg is een combinatie van werken en leren, waarbij de leerling in dienst van een bedrijf is en daarnaast een opleiding volgt. In de BBL bedraagt het praktijkdeel zestig procent of meer van de studieduur en is daarmee meer dan in de beroepsopleidende leerweg (BOL). 26
In de opleidingen zal maatwerk per student centraal komen te staan, uiteraard binnen de kaders van de kwalificatiedossiers Middenkader Engineering, Machinebouw / Mechatronica en Fijnmechanische techniek. Alleen gemotiveerde studenten die gemiddeld ruim voldoende scoren komen in aanmerking voor deze topopleidingen. Iedere student binnen de topopleiding krijgt een (individuele) begeleider toegewezen voor ondersteuning en coaching bij het plannen en doorlopen van de opleiding. Binnen de opleiding zal aan de studenten tevens de mogelijkheid worden geboden om een (inter)nationale stage en/of modules te volgen aan de Leidse Instrumentmakers School in Leiden. Aan de studenten van de topopleidingen zal met het oog op commitment een extra schoolbijdrage worden gevraagd. Indien studenten ervoor kiezen om aan de slag te gaan bij één van de aandeelhouders van het Centrum voor Productietechnologie zal deze schoolbijdrage deels worden terugbetaald. De opleidingen in het Centrum voor Productietechnologie worden ontwikkeld en gecoördineerd door de manager van het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie maakt enerzijds gebruik van topdocenten van de School voor Techniek van ROC Eindhoven, anderzijds maakt het Centrum voor Productietechnologie ook nadrukkelijk gebruik van docenten, kennis en expertise van: experts van bedrijven uit de High Tech sector: de High Tech bedrijven aangesloten bij Brainport Industries en Spomm brengen de nieuwste up to date kennis en technologieën in; de Leidse Instrumentmakers School: deze onderwijsinstelling heeft veel expertise rondom precisietechnologie op MBO+ niveau en zal daarom een deel van de modules invullen. Op haar beurt zal de Leidse Instrumentmakers School aan haar leerlingen stages en modules, ontwikkeld door het Centrum voor Productietechnologie, aanbieden; experts vanuit Fontys Hogescholen, TU/e, TNO Industries en derden: bestaande succesvolle modules ontwikkeld door deze kennisinstituten en passend bij het portfolio van modules in het Centrum voor Productietechnologie zullen worden ingehuurd en/of aangekocht door het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie zal 50 weken per jaar geopend zijn. Voor het optimaliseren van de planning van de opleidingen wordt gebruik gemaakt van de software die is ontwikkeld in het kader van de Netwerkschool Techniek van ROC Eindhoven. In onderstaande tabel zijn de instroomprognoses voor de topopleidingen van het Centrum opgenomen. Deze zijn gebaseerd op de huidige aantallen studenten en eerdergenoemde potentie bij vmbo gemengde leerweg, havo en uitval hbo. Tabel 7: studenten en docenten in Centrum voor Productietechnologie voor topopleidingen: 2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2-jarige opleiding
2-jarige opleiding
2-jarige opleiding
2-jarige opleiding
2-jarige opleiding
2-jarige opleiding
BOL Instroom
20
30
50
70
80
80
BOL Cumulatief
20
50
80
120
150
160
BBL Instroom
20
25
30
35
40
40
BBL Cumulatief
20
45
55
65
75
80
Totaal aantal studenten
40
95
135
185
225
240
Onderwijsmens –studentratio
1:13
1:14
1:14
1:14
1:14
1:14
Totaal aantal docenten (fte)
3
7
10
13
16
17
Commercialiseren opleidingsmodules De modules van het Centrum voor Productietechnologie worden op commerciële basis ook aangeboden aan medewerkers van bedrijven uit de High Tech Systemen sector en/of personen met interesse in de High Tech sector. De verkoopprijs van de onderwijsmodules ligt gemiddeld op ca. € 6.000 excl. BTW. Bedrijven verbonden aan het Centrum voor Productietechnologie krijgen voorrang op de (bij)scholing van hun medewerkers.
27
Doelstelling is om na 5 jaar jaarlijks 250 medewerkers met succes te laten deelnemen aan deze modules. Zie onderstaande tabel voor de prognoses met betrekking tot aantallen (bij) te scholen medewerkers binnen het Centrum. Tabel 8: medewerkers en docenten in Centrum voor Productietechnologie voor modules: cumulatief
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
Medewerkers
20
75
125
200
250
250
Onderwijsmens -studentratio (0,25 FTE)
14
14
14
14
14
14
Totaal aantal docenten
1
1
2
4
4
4
4.4.2 Productie- en onderzoeksfaciliteiten Het "hart" van het Centrum voor Productietechnologie wordt gevormd door de fysieke locatie van het Centrum in het gebouw van Fontys Hogescholen op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. ROC Eindhoven heeft de beschikking over hoogwaardige productie- en onderzoeksfaciliteiten zoals computergestuurde meerassige bewerkingmachines en de nieuwste meet- en regelapparatuur en servo apparatuur. Voorlopig zullen ook nog een aantal van deze machines gevestigd (moeten) blijven op de huidige locatie van de School voor Techniek aan de Frederiklaan in Eindhoven (voormalige Philips Bedrijfsschool). Deze locatie zal ook worden verbouwd (inmiddels gestart) en aangesloten op de ontwikkelingen in Strijp S. De faciliteiten van het Centrum voor Productietechnologie en ROC Eindhoven zijn uniek voor onderwijsinstellingen in Nederland, maar ook interessant voor veel kleinere High Tech mkb bedrijven in de Brainport regio. Deze faciliteiten worden door ROC Eindhoven onder aantrekkelijke voorwaarden beschikbaar gesteld aan het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie heeft hiermee onder andere de beschikking over: Bewerkingsmachines (draai-frees combinaties); CNC draaimachines, met tweezijdig roterend gereedschap en overnamespil; CNC freesmachines/bewerkingscentra, meerassig; Gereedschap instelapparatuur; CAD/CAM faciliteiten met diverse software; Solid modelling en ontwerpen; Verspaningsmachines conventioneel; CNC Plaatbewerkingsmachines; Buig- en walsmachines; CNC Waterstraalmachine; Lasapparaten voor alle lasprocessen; Maakbaarheid analyses in projectvorm BOL4; Meetapparatuur; Productherkenningstechnologie; Servo techniek; Testopstellingen voor mechatronica en industriële automatisering. Het Centrum voor Productietechnologie zal met name aanvullende investeringen doen met betrekking tot: (te lezen als minimale technische eisen waarbij de merken als voorbeeld dienen). CNC freesmachines/bewerkingscentra, 5-assig simultaan gestuurd o met Heidenhain ITNC 530 besturing of beter o Vijfzijdig simultaan rondtafel o Gereedschapmagazijn met min 16 posities o Direct meetsysteem
28
Gereedschap instelapparatuur o Aangepast aan de eisen voortkomend uit de verspaningsmachines als boven genoemd Testopstellingen voor mechatronica en industriële automatisering. (Lucas Nulle) Servo techniek (Lucas Nulle) CAD/CAM faciliteiten met diverse software o Edgecam met postprocessoren horende bij de genoemde besturingen o Hypermill met postprocessoren horende bij de genoemde besturingen o Simulatiesoftware (didactisch) en dataoverdracht
Figuur 8: Mechatronica / Industriële automatisering
Figuur 9: Bewerkingscentrum 5-assig
Figuur 10: Lucas Nulle omgeving
29
Het Centrum voor Productietechnologie zal op termijn met name aanvullende investeringen doen met betrekking tot, CNC draaicentra, met tweezijdig aangedereven gereedschap en subspil o DMG Gildemeister CTX series met Siemens 840D besturing o Y-as Verspaningsmachines conventioneel CNC Plaatbewerkingsmachines; Buig- en walsmachines CNC lasersnijmachine Lasapparaten voor alle lasprocessen Meetmachine met scan mogelijkheid; o Bedrijfsstandaard nader te bepalen Productherkenningstechnologie; o 5-assig simultaan frezen in combinatie met hogesnelheidsfrezen o Robotica in combinatie met beladingvan verspaningsmachines o Leermiddelen; o Vision techniek; o Led technologie o Alternatieve energietechnieken o Robotica algemeen, en in combinatie met mechatronica o Mechatronica / IA scholingsfaciliteiten ( totaalconcept Lucas Nulle) o CAD/CAM modernisering trend volgend o Lasertechnieken, 3d snijden en lassen Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van partners die machines en apparatuur onder aantrekkelijke voorwaarden beschikbaar willen stellen. Tevens zal de gezamenlijke inkoopkracht van de aangesloten High Tech bedrijven optimaal worden benut, bijvoorbeeld voor investeringen in productiemachines en in het bepalen van type uitvoering en specificaties van de machines en de onderhandelingen met de potentiële leveranciers. Tot slot wil het Centrum (indien nodig) samenwerkingsverbanden aangaan met High Tech bedrijven en instellingen om bewerkingstijd en/of -capaciteit in te kopen voor apparatuur die in de werkplaats niet beschikbaar is. Het Centrum voor Productietechnologie beoogt onder andere voor complexe R&D projecten samenwerking met MiPlaza op de High Tech Campus in Eindhoven. Het Centrum voor Productietechnologie heeft in 2013 € 750.000, in 2015 € 750.000, en in 2017 nog eens €750.000 aan investeringen in state-of-the-art apparatuur en machines begroot. Door slimme afspraken met leveranciers, andere onderwijsinstellingen en High Tech bedrijven wordt een state-of-the-art machinepark gerealiseerd met een veelvoud van de waarde die in cash wordt geïnvesteerd. Het machinepark van het Centrum zal worden gedeeld met CFT 2.0 en Spomm (shared facilities). Onderstaand een kort overzicht van de huidige status: De eerste pilots hebben inmiddels uitgewezen dat op basis van het concept en de betrokkenheid van inkopers van deelnemende High Tech bedrijven substantiële kortingen tot ca. 50% bij leveranciers (zoals De Ridder, Hermle, Hypermill, Festo) kunnen worden gerealiseerd. Dit betekent dat met een totale investering van € 2,25M een machinepark met een waarde tot ca. € 4,5M zou moeten kunnen worden gerealiseerd. De eerste investeringen (1. een 5-assige CNC machine is besteld, waarde € 250.000, kosten € 170.000 en 2. state-of-the-art onderwijspakketten van Lucas Nulle, totale waarde offerte is € 1,2M, eerste module Industriële Automatisering is € 250.000, onderhandelingen gaande) worden momenteel voorbereid. Het Centrum voor Productietechnologie heeft inmiddels afspraken gemaakt met FESTO en Fablab over de opzet van regionale nevenvestigingen van deze partijen binnen en/of bij het Centrum voor Productietechnologie. FESTO zal binnen het Centrum voor Productietechnologie "om niet" een FACT inrichten (Festo Authorized and Certified Training centre); een hypermodern trainingscentrum voor medewerkers in de High Tech sector die ook door de studenten van het Centrum kunnen worden gebruikt. FACT is gericht op industriële automatisering. 30
Het Fablab heeft voor studenten "om niet" apparatuur beschikbaar zoals lasersnijmachines, 3D printers en CAD hard- en software. Het Fablab zal worden gevestigd bij het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie is onder andere in gesprek over samenwerking met de werkplaats van TU/e (GTD) en TNO, met het Rapid Manufacturing Centre en met de Metaal Compagnie Brabant over de opzet van een materialenlab. Daarnaast worden door ROC Eindhoven op bestuurlijk niveau momenteel gesprekken gevoerd over het gezamenlijk investeren in en delen van technische apparatuur door de vmbo instellingen in de regio, ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen en TU/e. Uiteraard is het Centrum voor Productietechnologie hierbij betrokken. Exploitatie van de productie- en onderzoeksfaciliteiten De productie- en onderzoeksfaciliteiten worden door het Centrum voor Productietechnologie daar waar mogelijk ingezet voor commerciële projecten. High Tech bedrijven kunnen via het Centrum voor Productietechnologie tegen aantrekkelijke maar marktconforme prijzen faciliteiten huren en/of opdrachten plaatsen voor onderzoek en productie van prototypes en/of (kleine) aanloopseries van High Tech systemen en/of producten. Dit heeft als voordeel dat de high tech bedrijven hiertoe niet hun eigen productieprocessen hoeven stil te leggen. In onderstaande tabel is het aantal opdrachten en verwachte omzet geprognosticeerd. Deze prognoses zijn gebaseerd op ervaringscijfers van ROC Eindhoven (huidige contractomzet bij Spomm bedrijven). Tabel 9: inkomsten productie- en verhuuropdrachten door Centrum voor Productietechnologie: cumulatief
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Verhuuropdrachten Aantal opdrachten
4
8
13
17
22
24
Gemiddelde verkoopprijs
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.400
€ 2.400
Baten ontwikkelopdrachten
€ 8.000
€ 16.000
€ 26.000
€ 34.000
€ 52.800
€ 57.600
Productieopdrachten Aantal opdrachten
2
8
12
18
22
24
Gemiddelde verkoopprijs
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
Baten productieopdrachten
€ 8.000
€ 32.000
€ 48.000
€ 72.000
€ 88.000
€ 96.000
De opdrachten worden uitgevoerd de high tech bedrijven ondersteund door multidisciplinaire teams van mbo (hbo en wo) studenten en docenten (vanuit de onderwijsinstellingen en/of aangesloten bedrijven). Voor de productie opdrachten wordt een docent eindverantwoordelijk gemaakt voor het leveren van afgesproken kwaliteit, prijs en tijd. Tevens is de docent verantwoordelijk voor een zorgvuldig gebruik van de apparatuur binnen het Centrum voor Productietechnologie. Docenten worden hiervoor benaderd door de office-/salesmanager. Docenten stellen per opdracht zelf een team van studenten samen. Er wordt gewerkt met vaste contactpersonen / coördinatoren bij ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen en de TU/e voor het benaderen van mbo, hbo en wo studenten.
4.4.3. Uitdagende onderzoeksprojecten Het Centrum voor Productietechnologie wil naast de opleidingen en state-of-the-art faciliteiten toegepaste kennis op productietechnologie ontwikkelen ten dienste van de opleidingen en industrie. Deze kennis wordt opgebouwd in ontwikkelopdrachten vanuit de bedrijven en door uitdagende en aansprekende onderzoeksprojecten naar nieuwe doorbraak productietechnologieën en/of -toepassingen voor de toekomst op het gebied van bijvoorbeeld machinebouw, domotica en/of robotica.
31
Door het Centrum voor Productietechnologie worden voor de ontwikkelopdrachten en onderzoeksprojecten multidisciplinaire teams samengesteld van mbo, hbo (en wo) studenten en docenten. Hierbij wordt voortgebouwd 16 op de ervaringen opgebouwd in de IPD combinatieprojecten en het know how sharing project waarin ROC Eindhoven en Fontys Hogescholen hebben samengewerkt met bedrijven. In een IPD project werkten studenten van Fontys Hogescholen en ROC Eindhoven samen aan de uitvoering van een innovatief project in opdracht van een bedrijf. Tijdens de looptijd van het know how sharing project namen jaarlijks tientallen mbo studenten van ROC Eindhoven deel aan de IPD projecten van Fontys Hogescholen. De IPD samenwerking tussen Fontys en ROC Eindhoven wordt in het kader van het Centrum voor Productietechnologie geïntensiveerd. In de (top)opleidingen van het Centrum voor Productietechnologie worden de IPD onderzoeksprojecten als module opgenomen, waarbij wordt samengewerkt tussen mbo en hbo studenten en -docenten in projecten in opdracht van het High Tech bedrijfsleven. De samenwerking tussen ROC Eindhoven en Fontys Hogescholen draagt bij aan de uitwisseling en doorstroming van mbo naar hbo en combineert de praktische vaardigheden van de mbo studenten en docenten (“maken”) met de meer theoretische kennis van de hbo studenten en docenten. Ook studenten en docenten van de TU/e worden daar waar gewenst betrokken bij de onderzoeksprojecten. Het lectoraat Mechatronica van Fontys Hogescholen zal een coördinerende rol spelen in het genereren van onderzoeksprojecten en de samenstelling van de multidisciplinaire docenten- (uit onderwijs en uit bedrijven) en studententeams. Het Lectoraat Mechatronica van Fontys Eindhoven is verbonden met de opleiding Engineering van Fontys. Het lectoraat richt zich op toegepast onderzoek op het gebied van high tech mechatronica en robotica ten behoeve van bedrijven en het engineering-onderwijs op hbo niveau. Bij het Lectoraat is kennis aanwezig op het gebied van mechatronica, robotica, vision, werktuigbouwkunde, technische natuurkunde, ontwikkeling van embedded applicaties en elektronica. In het lectoraat wordt in samenwerking met bedrijven toegepast onderzoek gedaan op het gebied van mechatronica. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door studenten (stagiars en afstudeerders), onder leiding van trainees en docenten. Per ontwikkel- en/of onderzoeksproject in het Centrum voor Productietechnologie zal één docent als eindverantwoordelijk worden aangewezen. Deze docent is verantwoordelijk voor de rolverdeling in het projectteam, uitwerking van het plan van aanpak, de uitvoering van de opdracht, milestonemeetings met de bedrijven, de organisatie van (eventuele) ondersteunende theoretische kennis en de overdracht van de resultaten aan de opdrachtgever. De ontwikkel- en onderzoeksprojecten kunnen door het Centrum voor Productietechnologie en/of Lectoraat Mechatronica zelf worden geïnitieerd, maar zullen met name ook worden geworven bij de bedrijven aangesloten bij Spomm en Metaalhuis, jonge innovatieve ondernemingen en/of kennisinstellingen uit de Brainport regio. De office-/salesmanager van het Centrum is verantwoordelijk voor het genereren van uitdagende (ontwikkel- en onderzoeks-) projecten. De office-/salesmanager onderhoudt hiertoe intensieve contacten met het loket United Brains (zal worden gevestigd op dezelfde locatie als het Centrum voor Productietechnologie), Research & Development programma van Point One, het technostartersprogramma Bright Move, TU/e, TNO Industries en natuurlijk de bedrijven uit het netwerk van Brainport Industries, Spomm en Metaalhuis. Vanuit TU/e zijn de eerste vier projecten inmiddels aangedragen bij het Centrum voor Productietechnologie. Mochten in het kader van de onderzoeksprojecten interessante intellectuele eigendomsrechten (IP) worden gegenereerd dan komt het IP toe aan de opdrachtgever van het project (meestal een bedrijf en/of het Lectoraat Mechatronica). Indien IP wordt gegenereerd door projecten die zelf zijn geïnitieerd door het Centrum voor Productietechnologie komt deze in handen van het Centrum. Deze IP zou op commerciële basis (verkoop / licenties) beschikbaar kunnen worden gesteld aan marktpartijen. Aandeelhouders (en daarna partners) hebben dan het eerste recht op aankoop van het (eventueel) ontwikkelde IP. Na de beoogde uitbreiding naar een Center of Expertise en/of verbinding met CFT 2.0 zal het belang van deze (potentiële) verdienlijn toenemen. Voor nu is in de begroting geen omzet geprognosticeerd met betrekking tot de commercialisering van eigen IP.
16
IPD staat voor Integrated Product Development
32
Mede op basis van ervaringen van ROC Eindhoven en het Lectoraat Mechatronica van Fontys Hogescholen zijn onderstaande inkomstenprognoses begroot. Tabel 10: inkomsten ontwikkel- en onderzoeksprojecten door Centrum voor Productietechnologie cumulatief
2013
2014
2015
2016
2017
2018
1
5
12
24
32
35
Gemiddelde verkoopprijs
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.000
€ 4.400
€ 4.400
Baten ontwikkelopdrachten
€ 4.000
€ 20.000
€ 48.000
€ 96.000
€ 140.800
€ 153.600
Ontwikkel- en onderzoeksprojecten
4.4.4 Vakmanschap en praktijkkennis docenten Het opleiden van topdocenten die het vakmanschap met passie kunnen overbrengen is een speerpunt voor het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie ontwikkelt en organiseert daartoe: masterclasses over de nieuwste (precisie)technologieën en inzichten in het vak in samenwerking met Induteq, High Tech bedrijven, TU/e en TNO Industries voor docenten en voor de studenten van de PTH van Fontys Hogescholen en andere belangstellenden; opleidingsmodules voor het doceren van "ambachtelijke" vaardigheden rondom mechatronica en precisietechnologie voor docenten en voor studenten van de PTH van Fontys Hogescholen en andere (betalende) belangstellenden. Stichting Induteq ontwikkelt masterclasses, workshops, lesmaterialen voor vakinhoudelijke bijscholing van (met name) mbo docenten en verzorgt de introductie en integratie van nieuwe technologie in het technische beroepsonderwijs. Induteq zal in samenwerking met het Centrum voor Productietechnologie masterclasses gaan ontwikkelen ter versterking van het kennis- en ervaringsniveau van docenten in het (technisch) onderwijs rondom productietechnologie. Op dit moment heeft Induteq al vier masterclasses ontwikkeld die ter beschikking worden gesteld aan het Centrum voor Productietechnologie. Het gaat hierbij om de masterclasses: industriële automatisering; robotica; mechatronica; LED technologie. Hiernaast zal Induteq in samenwerking met het Centrum voor Productietechnologie een aantal nieuwe masterclasses ontwikkelen. Voor het ontwikkelen van nieuwe masterclasses en het verzorgen van masterclasses zal Induteq (deels) worden vergoed. Bij het ontwikkelen van nieuwe masterclasses zal nadrukkelijk gebruik worden gemaakt van de expertise en contacten aanwezig binnen het partnernetwerk van Point One, Brainport Industries en Spomm. Het Centrum voor Productietechnologie zal naast de samenwerking met Induteq in de topopleidingen veel meer dan nu gebruikelijk gebruik maken van experts uit de High Tech bedrijven voor de invulling van concrete modules. Deze experts worden "om niet" beschikbaar gesteld door de bedrijven uit het partnernetwerk van het Centrum. Het Centrum voor Productietechnologie zal daarnaast intensief samenwerken met de Pedagogisch Technische Hogeschool van Fontys Hogescholen. Het Centrum zal daar waar mogelijk de PTH studenten betrekken bij de topopleidingen, uitdagende productie- en ontwikkelopdrachten en onderzoeksprojecten. De studenten kunnen op flexibele basis (delen van) instructielessen geven, helpen bij assessments en bij het ontwikkelen van lesmateriaal, helpen bij de ontwikkeling en begeleiding van onderzoeks- en productieprojecten en een rol spelen bij de afstemming tussen de wensen van de High Tech bedrijven en de opleidingsmodules.
33
Verder onderzoekt de PTH van Fontys momenteel de mogelijkheden om binnen de technische hbo opleidingen een PTH module als variant aan te bieden. Hiermee zouden de hbo studenten binnen Fontys de mogelijkheid krijgen om een dubbel diploma te behalen: een technisch en pedagogisch diploma. Daarnaast ontwikkelt de PTH in samenwerking met het Centrum voor Productietechnologie ook een opleidingsmodule (Associate Degree) over didactische vaardigheden voor de praktijkopleiders van technische bedrijven. Hierin wordt technische vakkennis gecombineerd met didactische competenties (kennis, vaardigheden en houding om kennis over te dragen). Voor het ontwikkelen van deze module zal gebruik worden gemaakt van de ervaringen en kennis die elders in Nederland momenteel hiermee wordt ontwikkeld en opgedaan. In samenwerking met het Centrum voor Productietechnologie wordt deze module (in deeltijd) aan alle stagebegeleiders, docenten en opleiders van de aangesloten bedrijven aangeboden. Hiermee krijgen deze opleiders een meer structurele rol in het krijgen en behouden van (toekomstig) vakpersoneel in de techniek. Ook worden de modules aangeboden aan andere bedrijven en onderwijsinstellingen, hiervoor dient een commerciële vergoeding te worden betaald. Het Centrum voor Productietechnologie prognosticeert onderstaande omzetcijfers die met de masterclasses en modules naar verwachting kunnen worden gerealiseerd. Deze prognoses zijn gebaseerd op de leerervaringen van Induteq. Tabel 11: prognoses masterclasses docenten cumulatief
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Aantal masterclasses
3
8
13
18
22
24
Aantal deelnemers per masterclass (betaald)
ca.13
ca.14
ca.14
ca.15
15
15
Masterclasses
Prijs per masterclass Inkomsten masterclasses
€ 750
€ 750
€ 750
€ 750
€ 750
€ 750
€ 28.125
€ 84.375
€ 140.625
€ 196.875
€ 247.500
€ 270.000
4.5 Marktbenadering De marktbenadering en marketing van het Centrum voor Productietechnologie is gefocused op vier markten: vmbo, havo en mbo (incl. uitval hbo) studenten; (bij)scholing (opleidingsmodules) van medewerkers uit de High Tech Systemen sector; (aankomende) technische docenten uit heel Nederland; onderzoeks-, ontwikkel- en productieopdrachten bij werkgevers en medewerkers van de bedrijven in de High Tech Systemen sector. Werven van studenten Het Centrum voor Productietechnologie ziet kansen om meer studenten voor dit Centrum te interesseren binnen vmbo gemengde en theoretische leerweg, havo en hbo (uitval van Fontys Hogescholen). Samenwerking met andere onderwijsinstellingen (vmbo, hbo en wo) Het Centrum voor Productietechnologie denkt meer instroom te kunnen genereren door slimme samenwerkingsafspraken te maken en doorlopende leerlijnen te creëren met andere onderwijsinstellingen. Een consortium van vmbo instellingen (Stichting VMBO Zuidoost Brabant en TechNetkringen), de mbo instellingen (ROC Eindhoven en ROC ter Aa), Spomm en Brainport Industries hebben hun krachten gebundeld in het project Focus en Passie voor Techniek voor mbo niveaus 2, 3 en 4. Hierbij investeren zij gezamenlijk in belangstellingsonderwijs door aantrekkelijke technieklessen te ontwikkelen op basis van BètaMentality. Met name in vmbo TL en GL is nog veel onbenut potentieel voor techniekopleidingen.
34
Op dit moment werken de bovenstaande partijen daarom aan een gezamenlijk concept om in vmbo TL en GL structureel aandacht aan techniek te geven via contextgerelateerde projecten (Bèta Mentality) in de science vakken (wiskunde, natuurkunde, scheikunde). Ook worden afspraken gemaakt over doorlopende leerlijnen, uitwisseling van kennis en expertise en gezamenlijke investeringen in lesstofontwikkeling (techniekbreed) en in apparatuur. Een vergelijkbaar concept zal worden ontwikkeld voor havo instellingen. Het Centrum voor Productietechnologie zal zich hierbij richten op de 20 van 23 voorgezet onderwijs instellingen die in ZuidoostBrabant betrokken zijn bij projecten rondom techniek (Universum, Technasia, Jet-Net, Technific). Het Centrum voor Productietechnologie maakt onder andere gebruik van de coördinator van ROC Eindhoven die verantwoordelijk is voor het werven van studenten bij havo en vmbo. Ook hebben het Centrum voor Productietechnologie en ROC Eindhoven (Middenkader Engineering) afspraken gemaakt met de technische opleidingen van Fontys Hogescholen over doorlopende leerlijnen en uitval. Een doorlopende (verkorte) leerlijn mbo-hbo zou een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn voor studenten in vergelijking met havo-hbo. Met Fontys Hogescholen zijn inmiddels ook afspraken gemaakt over de studenten techniek die uitvallen in het eerste jaar van het hbo. Inmiddels hebben coördinatoren intensief contact hierover. Promotie techniek Het Centrum voor Productietechnologie draagt bij aan initiatieven in de regio die techniek in het basis- en voortgezet onderwijs stimuleren en techniek promoten bij kinderen (techniekpromotie). Het Centrum werkt hiertoe onder andere intensief samen met het Verbindingscentrum Technific, de Stichting Techniek Promotie (van 3TU), Braintrigger, De Ontdekfabriek, TechniekTalent.Nu, (S)cool science, Brains Award, United Brains en stelt voor deze initiatieven kennis, middelen en faciliteiten beschikbaar. Het Centrum draagt bij aan het stimuleren van techniek in de curricula van de 271 basisscholen in de Brainport regio. Innovatieve marketing en communicatie Het Centrum voor Productietechnologie zet niet alleen in op topkwaliteit van de opleiding maar met name ook op sales en marketing. Het Centrum zal een slimme innovatieve marketing- en communicatie campagne ontwikkelen waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van social media, beta mentality en de directe contacten met aangesloten bedrijven (netwerk, verhoging baankans). In deze voorlichtingsaanpak is ook aandacht voor de doelgroepen ouders en decanen. De marketing campagne zal worden gecombineerd met de bovengenoemde aanpak voor vmbo (en later) havo instellingen. Aantrekkelijker onderwijs Tot slot moeten ook de investeringen in de aantrekkelijkheid en uitstraling van het onderwijs hun vruchten afwerpen in de instroom in het Centrum voor Productietechnologie. Momenteel heeft ROC Eindhoven ca. 450 studenten in de opleiding Middenkader Engineering (BOL, niveau 4) en een instroom van ca. 120 studenten per jaar (BOL, niveau 4). Doelstelling is om met het Centrum 15%-20% meer instroom te genereren. De activiteiten van het Centrum moeten in totaal resulteren in minimaal 85 nieuwe techniekstudenten die anders niet zouden hebben gekozen voor een technische opleiding. Werven van onderzoeks-, ontwikkel- en productieopdrachten bij bedrijven Voor het werven van onderzoeks-, ontwikkel- en productieopdrachten zal het Centrum voor Productietechnologie zich met name richten op de kleinere High Tech mkb bedrijven (tweede- en met name derdelijns toeleveranciers) aangesloten bij Metaalhuis, Spomm en Brainport Industries. Werven van (bij)scholingmodules bij bedrijven Voor het werven van medewerkers van de eerste, tweede en derdelijns toeleveranciers van de OEMs die moeten worden bijgeschoold zal het Centrum voor Productietechnologie zich bij de start met name richten op de grotere toeleveranciers in de High Tech sector.
35
Werven van docenten Voor het werven van docenten voor de masterclasses zal intensief worden samengewerkt met Induteq. Het Centrum voor Productietechnologie zal zoveel mogelijk gebruik maken van het salesnetwerk van Induteq en inzetten op mbo, vmbo en hbo onderwijsinstellingen in Nederland. Gestart zal worden in het netwerk van de Stichting Brabant voor Techniek.
36
5. Organisatie en (groei)strategie 5.1 Structuur Het Centrum voor Productietechnologie is ondergebracht in een aparte BV en wordt commercieel geëxploiteerd onder leiding van Hans van Brussel, een pionier met kennis en affiniteit met de High Tech sector en het onderwijs. De meerderheid van de aandelen zal in handen blijven van het onderwijs om de opleidingsdoelstellingen te kunnen handhaven. De aandeelhouders van het Centrum voor Productietechnologie zijn: ROC Eindhoven (51%); Brainport Industries Coöperatie U.A. (49%); Samenwerkingsovereenkomst is gesloten en de BV is inmiddels opgericht. De High Tech bedrijven (leden en stakeholders van Brainport Industries) nemen via Brainport Industries Coöperatie deel aan het Centrum voor Productietechnologie. Op deze wijze kunnen veel bedrijven deelnemen in de activiteiten van het Centrum voor Productietechnologie, maar blijft het aantal directe aandeelhouders in het Centrum beperkt, hetgeen de slagvaardigheid ten goede komt. Zie figuur 7 voor de aandeelhoudersstructuur. Figuur 11: Aandeelhoudersstructuur Centrum voor Productietechnologie Bedrijven
BrainportIndustries Cooperatie U.A.
ROC Eindhoven
49%
51%
Centrum voor Productietechnologie
De Raad van Commissarissen van het Centrum voor Productietechnologie heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het management ten aanzien van onder meer de realisatie van de doelstellingen, de werking van risicobeheersings- en controlesystemen en het financiële verslaggevingsproces. De Raad van Commissarissen van het Centrum voor Productietechnologie bestaat uit een vertegenwoordiger vanuit ROC Eindhoven, een vertegenwoordiger vanuit Brainport Industries en een onafhankelijk voorzitter. De Raad van Commissarissen bestaat uit: de heer A.H.P.M. Wintels, voorzitter van het College van Bestuur ROC Eindhoven; de heer W.T. Pijnenburg (AAE) namens Brainport Industries Coöperatie; mw. Dr. Ir. M. de Kroon (TNO) als onafhankelijke voorzitter. De Raad van Commissarissen benoemt een adviseur (ervaren ondernemer) voor coaching van de directeur Hans van Brussel. De Raad van Commissarissen komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Tevens zal een Raad van Advies worden ingesteld. De Raad van Advies fungeert als klankbord voor het management en de Raad van Commissarissen. Het Centrum voor Productietechnologie BV heeft een beperkt aantal mensen op de loonlijst: Hans van Brussel (is detachering vanuit ROC Eindhoven in verband met pensioenvraagstukken); Angela van Velthoven (secretaresse, detachering per 1 januari 2013) 37
De directeur zal (deels) op prestatiebasis worden beloond. Hans van Brussel legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen van het Centrum. De directeur zal worden ondersteund door de managing director van Brainport Industries, de heer John Blankendaal. Alle andere benodigde expertise en capaciteit zal worden ingehuurd, indien mogelijk bij partners zoals ROC Eindhoven, de Leidse Instrumentmakers School en aangesloten High Tech bedrijven. De expertise kan ook worden ingehuurd bij niet-partners, bij deze keuze staat kwaliteit voorop. Het Centrum voor Productietechnologie heeft een lidmaatschapsmodel ontwikkeld, waarbij bedrijven (uit de achterban van Brainport Industries) op basis van een gelaagd abonnementenmodel toegang krijgen tot producten en diensten van het Centrum. Rapportage Het management zal ieder jaar een jaarverslag en jaarrekening opstellen en aanreiken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het jaarverslag geeft de resultaten van het jaarplan (en de voorgaande jaarplannen) weer. Het Centrum voor Productietechnologie stelt periodieke rapportages op voor eventuele financiers. Hierbij maakt het Centrum gebruik van systematiek van ROC Eindhoven. Aan het einde van schooljaar 2014-2015 wordt een Midterm Review opgesteld. Deze Midterm Review geeft een indicatie van de duurzaamheid van het centrum, en is de basis voor het eventueel bijstellen van het business plan voor de jaren 2015 tot en met 2017.
5.2 Locatie Het "hart" van het Centrum voor Productietechnologie wordt gevormd door de fysieke locatie van het Centrum in het gebouw van Fontys Hogescholen op de campus van de TU/e in Eindhoven (gebouw S2). Het gebouw op de campus van de TU/e heeft uitstraling en geeft voldoende mogelijkheden voor uitbreiding en groei. Het Centrum voor Productietechnologie kan op flexibele basis extra ruimte huren indien nodig. De omvang van het Centrum bedraagt bij aanvang ca. 500 m2 voor het machinepark en ca. 500 m2 voor de onderwijsfaciliteiten. De totale omvang groeit naar ca. 1000 m2 voor het machinepark en ca. 2800 m2 voor de onderwijsfaciliteiten (meerdere gebouwen). Op deze locatie zijn state-of-the-art productie- en onderzoeksfaciliteiten beschikbaar met onder andere computergestuurde meerassige bewerkingmachines en de nieuwste meet- en regelapparatuur en servo apparatuur. Tevens worden op deze locatie college- en werkruimtes ingericht voor de deelnemende mbo studenten, maar ook hbo en wo studenten. ROC Eindhoven zal daarnaast ook de opleiding Middenkader Engineering (BOL niveau 4) verplaatsen naar de campus van TU/e, zoals ook Fontys Hogescholen haar techniekopleidingen zal verhuizen naar dezelfde locatie. ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen en TU/e hebben inmiddels afspraken gemaakt over onder andere doorlopende leerlijnen, het uitwisselen van kennis, docenten en faciliteiten en gezamenlijke investeringen in faciliteiten en lesprogrammaontwikkeling. ROC Eindhoven heeft op dit moment al de beschikking over hoogwaardige productie- en onderzoeksfaciliteiten zoals computergestuurde meerassige bewerkingmachines en de nieuwste meet- en regelapparatuur en servo apparatuur. Voorlopig zullen ook nog een aantal van deze machines gevestigd (moeten) blijven op de huidige locatie van de School voor Techniek aan de Frederiklaan in Eindhoven. Deze locatie zal ook worden verbouwd ( is inmiddels gestart ) en aangesloten op de ontwikkelingen in Strijp S. In de toekomst zou het Centrum voor Productietechnologie kunnen verhuizen naar het Brainport Industries Parc, waarvoor momenteel de plannen in voorbereiding zijn en gesprekken met de Gemeente Eindhoven worden gevoerd. De gemeente heeft het voornemen om het gekozen terrein in 2014 bouwrijp te maken.
38
5.3 Implementatie- en groeistrategie Implementatieplan In onderstaande paragraaf is de huidige status en het plan van aanpak voor de opzet en implementatie van het Centrum voor Productietechnologie opgenomen. Huidige status Onderstaand de stand van zaken van het Centrum voor Productietechnologie: BV van het Centrum voor Productietechnologie, genaamd Teclab BV, is per 31 augustus 2012 opgericht. Samenwerkingsovereenkomsten met stakeholders zijn gerealiseerd. Raad van Commissarissen is ingericht, Raad van Advies wordt momenteel ingevuld. Management, secretariaat en projectstructuur (werkgroepen bestaande uit experts vanuit bedrijfsleven en docenten vanuit onderwijs) zijn operationeel. Verbouwing en inrichting van de locatie op de campus van de TU/e is gestart. De eerste investeringen in het machinepark zijn gerealiseerd en samenwerkingsafspraken met o.a. FESTO, Fablab en De Ridder gemaakt . De inhuizing in gebouw S2 is gepland eind 2012. Ook de verbouwing van de locatie Frederiklaan is gestart. Huisstijl is gereed, website is in aanbouw en marketing- en wevingscampagne voor studenten is in ontwikkeling. Concept voor samenwerking met vmbo instellingen is ontwikkeld (Focus en Passie voor Techniek). Modules CNC technieken en Mechatronica zijn in samenwerking met high tech bedrijven uit Brainport Industries in ontwikkeling en inmiddels bijna gereed. Betrokken zijn o.a. experts van Widenhorn Industriele Automatisering, De RidderSRM, Nossin Fijnmechanische Industrie, Smits Machinefabriek, Wilting Components, KMWE, Federatie Dunne Plaat en ROC Eindhoven. Administratie, backoffice en monitoringsysteem zijn in ontwikkeling (onder andere ten behoeve van ISO9000 certificering). Start januari 2013 Het Centrum voor Productietechnologie wil officieel van start gaan in januari 2013. In het eerste schooljaar heeft het Centrum voor Productietechnologie onderstaande activiteiten voorzien: ontwikkelen van topopleidingen Industriële Automatisering, Robotica en Nieuwe Materialen; aanbieden van de eerste ontwikkelde opleidingsmodules op niveau 4+ CNC Technieken en Mechatronica aan 20 BOL leerlingen mbo niveau 4 en aan 20 BBL leerlingen mbo niveau 4; start januari 2013 (licentie is reeds aangevraagd). aanbieden van de eerste modules CNC Technieken en Mechatronica niveau4+ bij High Tech bedrijven voor de (bij)scholing van minimaal 20 medewerkers, beoogde start januari 2013; doorontwikkelen van een samenwerkingsarrangement tussen het Centrum voor Productietechnologie, ROC Eindhoven en geïnteresseerde vmbo-instellingen in de regio, waarbij techniek op basis van het Bèta Mentality model wordt ingebed in de curricula van vmbo TL en GL; stimuleren van techniekpromotie initiatieven en het doorontwikkelen en uitvoeren van wervingcampagne ontwikkelen van 2 masterclasses over cleanroom-technologie over nieuwe CNC technieken, waarbij experts vanuit de aangesloten High Tech bedrijven hun kennis en expertise overdragen aan minimaal 50 docenten en aankomende docenten (studenten PTH); uitbreiden van het state-of-the-art machinepark door nieuwe eigen investeringen en nadere samenwerkingsafspraken met High Tech bedrijven; realiseren van minimaal 10 commerciële productie- en/of onderzoeksprojecten (eerste 4 onderzoeksprojecten zijn in ontwikkeling); vergroten aantal deelnemende bedrijven uit de achterban (leden en stakeholders) van Brainport Industries, incl. selectie experts; Uitrol Het Centrum voor Productietechnologie zal haar activiteiten verder opschalen in het schooljaar 2013/2014. Ieder jaar zal een jaarplan worden opgesteld en vastgesteld door de aandeelhouders. 39
Groeistrategie en kennisvalorisatie Het Centrum voor Productietechnologie ziet mede vanuit het oogpunt van kennisvalorisatie onderstaande groeikansen: aanbieden van ontwikkelde opleidingen en modules bij andere mbo(+) onderwijsinstellingen in Nederland. Concreet heeft het Centrum voor Productietechnologie hierover inmiddels op intentieniveau afspraken met de Leidse Instrumentmakers School; breder (inter)nationaal aanbieden van de opleidingsmodules voor medewerkers, bijvoorbeeld in samenwerking met een partner (bijvoorbeeld Mikrocentrum); in samenwerking met Induteq aanbieden van de masterclasses, die zijn ontwikkeld voor (aankomende) docenten, bij andere PTH opleidingen in Nederland; licenseren / verkopen van ontwikkelde kennis / IP. De aandeelhouders van het Centrum voor Productietechnologie hebben de ambitie om het Centrum voor Productietechnologie te verbinden met CFT 2.0. Hiermee kan de innovatie- en onderzoekspoot van het Centrum voor Productietechnologie een enorme impuls krijgen, waarbij het Centrum voor Productietechnologie toegevoegde waarde kan bieden aan CFT 2.0 op met name ambachtelijke vaardigheden met betrekking tot productietechnologie. Tevens kan een Shared Facilities Centre worden gerealiseerd. Het Centrum voor Productietechnologie heeft de ambitie om het Centrum uit te breiden met een Centrum voor Expertise (hbo+ en wo niveau). CFT 2.0 biedt hiervoor de basis. Businessplan wordt momenteel ontwikkeld door Fontys Hogescholen. Ook wordt een lectoraat Productietechnologie ingesteld. Verder zal het Centrum voor Productietechnologie haar huidige netwerk van participerende High Tech Systemen bedrijven verder gaan uitbreiden, in eerste instantie vooral in de achterban van Brainport Industries. Het Centrum wil het aantal bedrijven in het netwerk van binnen EN van buiten Brainport Industries in de komende 5 jaren uitbreiden. Extra inkomstenstromen zijn niet begroot. Het is tot slot de ambitie van het Centrum voor Productietechnologie om op termijn de activiteiten van de Spomm in het Centrum voor Productietechnologie te integreren. De heer Voncken is voorzitter van de Spomm en tevens als bestuurder van Brainport Industries intensief betrokken bij het Centrum voor Productietechnologie.
5.4 Risico's De belangrijkste risico's / kritische succesfactoren van het Centrum voor Productietechnologie zijn als volgt: Conjunctuurgevoeligheid van de High Tech Systemen sector: de High Tech Systemen sector in de Brainport regio is sterk exportafhankelijk en zeer conjunctuurgevoelig. Conjunctuurschommelingen kunnen enorme impact hebben op de omzet en activiteiten van het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum voor Productietechnologie probeert zich tegen deze schommelingen te beschermen door een variabele kostenstructuur (veel inhuur) en door het opbouwen van een hoger eigen vermogen (overwinsten worden niet uitgekeerd). Onvoldoende instroom van studenten: door gebruik te maken van het BètaMentality model en nadrukkelijk te zoeken naar doelgroepen die op dit moment nog onvoldoende worden aangesproken door mbo techniekonderwijs verwacht het Centrum voor Productietechnologie een substantiële groei in het aantal studenten te kunnen realiseren. Ook zal het Centrum voor Productietechnologie bijdragen aan het stimuleren van techniek in basis- en voortgezet onderwijs. Mochten deze activiteiten tot onvoldoende instroom leiden dan zal in de kosten moeten worden gesneden, het Centrum heeft immers (gedeeltelijk) no cure no pay afspraken met de aandeelhouders en partners. Liquiditeitsvraagstuk: het Centrum voor Productietechnologie heeft een behoorlijke liquiditeitsbehoefte. Om deze kapitaalbehoefte te financieren is het Centrum voor Productietechnologie momenteel in gesprek met banken, bedrijven en potentiële subsidieverstrekkers. De initiatiefnemers van het Centrum voor Productietechnologie hebben er op basis van de lopende gesprekken alle vertrouwen in dat (met een combinatie) van deze partijen de kapitaalbehoefte kan worden ingevuld. 40
Kwaliteit management: voor iedere (startende) onderneming is de kwaliteit van het management van doorslaggevend belang. De initiatiefnemers van het Centrum voor Productietechnologie hebben vertrouwen in de ondernemerskwaliteiten van Hans van Brussel. Tevens zal Hans van Brussel intensief gecoached en ondersteund worden door een actieve en ervaren ondernemer uit de High Tech Systemen sector.
41
6. Financiële prognoses 6.1 Inleiding Het Centrum voor Productietechnologie verwacht voor de komende 5 jaren bijgaande omzet- en kostenprognoses. Opgemerkt moet worden dat in de prognoses nog geen rekening is gehouden met het BTW vraagstuk.
6.2 Investeringsbegroting De totale initiële investeringen in het Centrum voor Productietechnologie worden begroot op ca. € 1.750.000. Om state-of-the-art te blijven zal ook in 2015 en 2017 opnieuw geïnvesteerd worden in het machinepark. Zie onderstaande tabel. Tabel 12 Investeringsprognose
2013
2014
2015
2016
2017
Totaal 2013-2017
Huisvesting / verbouwing topopleiding
250.000
250.000
Initiële investeringen apparatuur
750.000
750.000
750.000
2.250.000
1.000.000
750.000
3.250.000
investeringen bedrijven Totaal
500.000
500.000 1.500.000
500.000
Het Centrum voor Productietechnologie huurt ruimte bij Fontys Hogescholen voor de locatie van Fontys op de campus van de TU/e te Eindhoven. De basisvoorzieningen van Fontys Hogescholen, TU/e en TNO Industries op de campus van de TU/e passen prima bij het Centrum voor Productietechnologie. Wel moet de huurruimte deels worden verbouwd en ingericht om de ruimte volledig geschikt te maken voor het onderwijs van het Centrum en de beoogde aanvullende apparatuur en projecten van het Centrum. Voor de verbouwing en inrichting van de onderwijswerkplekken (onder andere projectenlokaal Lucas Nulle) en werkplaats is € 250.000 begroot. In 2015 is voor uitbreidingen nog eens € 250.000 begroot. Voor de inrichting van het state-of-the art machinepark heeft het Centrum voor Productietechnologie inmiddels onderstaande afspraken gemaakt: FESTO zal binnen het Centrum voor Productietechnologie "om niet" een FACT inrichten (Festo Authorized and Certified Training centre). FACT heeft een geschatte waarde van ca. € 285.000. Fablab heeft voor studenten "om niet" apparatuur beschikbaar zoals lasersnijmachines, 3D printers en CAD hard- en software met een totale waarde van ca. € 150.000. Het Fablab zal worden gevestigd bij het Centrum voor Productietechnologie. De Ridder heeft voor het Centrum voor Productietechnologie een meerassige CNC machine en gereedschappen met substantiële korting op de marktconforme prijs beschikbaar gesteld. Deze kortingbijdrage van De Ridder bedraagt ca. € 75.000 . Het Centrum voor Productietechnologie is onder andere in gesprek over samenwerking met de werkplaats van TU/e (GTD) en TNO, het Rapid Manufacturing Centre en met de Metaal Compagnie Brabant over de opzet van een materialenlab. De bovenstaande commitments van FESTO, Fablab en DeRidder zijn opgenomen in de post "investeringen bedrijven" in tabel 13 en niet in het liquiditeitsoverzicht (immers geen cash out). Het Centrum voor Productietechnologie zal ook gebruik maken van de state-of-the-art productie- en onderzoeksfaciliteiten van ROC Eindhoven en de aangesloten High Tech bedrijven. De huurkosten hiervoor komen terug in de exploitatiebegroting.
42
Daarnaast zal het Centrum aanvullende investeringen doen in onder andere een computergestuurde meerassige bewerkingmachine, de nieuwste meet- en regelapparatuur en servo apparatuur en ICT (denk aan laptops en computers, beamer en scherm en de administratieve organisatie). Voor aanvullende investeringen in leermiddelen en apparatuur die benodigd is voor het Centrum is in 2013 € 750.000 begroot. Om state-of-the-art te blijven en om het groeiende aantal studenten te kunnen bedienen zijn ook in 2015 en 2017 nieuwe investeringen begroot. Voor deze investeringen zal de (gezamenlijke) inkoopkracht van ROC Eindhoven en de aangesloten High Tech bedrijven worden benut. Het Centrum voor Productietechnologie zal deels gebruik gaan maken van de ICT infrastructuur van ROC Eindhoven. Deze kosten zijn in de huursom opgenomen. De Netwerkschool Techniek van ROC Eindhoven stelt haar software voor het online aanbieden en bewerken van lesstof, voor planning, logistiek en monitoring “om niet” beschikbaar aan het Centrum voor Productietechnologie. Het Centrum betaalt alleen een kleine bijdrage per student voor de licentiekosten van ROC Eindhoven aan de leverancier van de software (deze kosten zijn opgenomen in kostenpost leermiddelen). In totaal is in de software van de Netwerkschool Techniek door ROC Eindhoven al meer dan € 2 miljoen geïnvesteerd. Deze waarde is niet gekapitaliseerd in de prognoses en noch benoemd als cofinanciering.
43
6.3 Exploitatieprognose 2012 Netto omzet TOP -Topopleiding MBO TOP - Bijdrage Schoolgeld TOP - BBL Opleiding of the Job TOP - No cure no pay opdrachten TOP -/- Terugbetaling Schoolgeld COM - Opleidingen contractonderwijs COM - Productie- en ontwikkelopdrachten COM - Onderzoeksprojecten COM - Topdocenten masterclasses Netto omzet Inkoopwaarde Materiaal en grondstoffen Inkoopwaarde Brutowinst Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten: Kosten personeel Lonen en sociale lasten: Personeel Directie Ontvangen vergoedingen Lonen en sociale lasten Overige personeelskosten: Professionalisering docenten Inhuur Externe expertise masterclasses/l Overige personeelskosten Kosten personeel Bedrijfskosten: Kosten onderwijs Leermiddelen Ontwikkeling/aankoop onderwijsmodules Examinering, administratie, overige Kosten onderwijs Bedrijfskosten: Kosten inventaris Onderhoud eigen aparatuur Huur aparatuur Kosten inventaris Bedrijfskosten: Kosten huisvesting Huurkosten Kosten huisvesting Bedrijfskosten: Communicatie en Marketing Communicatie en werving Marketing en sales Communicatie en Marketing
2013
2014
2015
2016
2017
2018
0 0 0 0 0 0 0 0 0 ───── 0
77.490 305.003 568.923 844.113 1.178.227 1.413.761 20.000 68.750 122.500 180.000 237.500 271.250 37.500 121.875 187.500 225.000 262.500 290.625 50.000 90.750 115.500 151.250 187.000 216.000 0 -21.600 -28.800 -42.000 -50.400 -57.600 60.000 285.000 600.000 975.000 1.500.000 1.800.000 16.000 48.000 74.000 106.000 140.800 153.600 4.000 20.000 48.000 96.000 140.800 153.600 28.125 84.375 140.625 196.875 247.500 270.000 ───── ───── ───── ───── ───── ───── 293.115 1.002.153 1.828.248 2.732.238 3.843.927 4.511.236
0 ───── 0
8.000 ───── 8.000
19.200 ───── 19.200
0
285.115
982.953 1.798.648 2.681.038 3.786.327 4.453.636
355.000
0
0 100.000 -100.000 0
261.668 101.000 0 362.668
581.325 886.433 1.215.417 1.534.793 1.711.884 102.010 128.030 129.060 129.060 129.060 0 0 0 0 0 683.335 1.014.463 1.344.477 1.663.853 1.840.944
0 25.000 25.000 ───── 25.000
5.656 50.000 55.656 ───── 418.324
19.042 33.034 47.527 62.288 71.073 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 69.042 83.034 97.527 112.288 121.073 ───── ───── ───── ───── ───── 752.377 1.097.497 1.442.004 1.776.141 1.962.017
0 25.000 0 ───── 25.000
50.192 50.000 20.000 ───── 120.192
119.206 50.000 47.500 ───── 216.706
169.398 50.000 67.500 ───── 286.898
232.138 50.000 92.500 ───── 374.638
282.330 50.000 112.500 ───── 444.830
301.152 50.000 120.000 ───── 471.152
0 0 ───── 0
25.000 50.000 ───── 75.000
25.000 50.000 ───── 75.000
25.000 50.000 ───── 75.000
25.000 100.000 ───── 125.000
25.000 100.000 ───── 125.000
25.000 100.000 ───── 125.000
0 ───── 0
121.000 ───── 121.000
242.000 ───── 242.000
341.000 ───── 341.000
533.500 ───── 533.500
632.500 ───── 632.500
649.000 ───── 649.000
30.000 0 ───── 30.000
30.000 50.000 ───── 80.000
30.000 50.000 ───── 80.000
30.000 50.000 ───── 80.000
30.000 50.000 ───── 80.000
30.000 50.000 ───── 80.000
30.000 50.000 ───── 80.000
0
29.600 ───── 29.600
0
51.200 ───── 51.200
0
57.600 ───── 57.600
0
57.600 ───── 57.600
0
44
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
25.000 ───── 25.000
50.000 ───── 50.000
50.000 ───── 50.000
50.000 ───── 50.000
50.000 ───── 50.000
50.000 ───── 50.000
50.000 ───── 50.000
25.000
25.000
50.000
50.000
75.000
75.000
100.000
0 0
25.000 25.000
25.000 25.000
50.000 50.000
50.000 50.000
50.000 50.000
50.000 50.000
Afschrijvingen
0 0 ───── 0
150.000 150.000 ───── 175.000
150.000 150.000 ───── 175.000
300.000 300.000 ───── 350.000
300.000 300.000 ───── 350.000
300.000 300.000 ───── 350.000
300.000 300.000 ───── 350.000
Bedrijfsresultaat
225.000
-779.401
-658.130
-531.747
-349.104
252.856
666.467
0 0 ───── 0
0 2.325 ───── 2.325
41.908 11.475 ───── 53.383
60.432 26.218 ───── 86.650
101.319 42.391 ───── 143.710
108.683 60.670 ───── 169.353
122.011 77.760 ───── 199.771
0
-2.325
-53.383
-86.650
-143.710
-169.353
-199.771
225.000
-781.726
-711.513
-618.397
-492.814
83.503
466.696
0
0
0
0
0
0
11.477
225.000 ═════
-781.726 ═════
-711.513 ═════
-618.397 ═════
-492.814 ═════
83.503 ═════
455.219 ═════
Bedrijfskosten: Overige kosten Algemene beheerskosten Overige kosten Bedrijfskosten: Onvoorzien Onvoorzien Afschrijvingen Afschrijvingen onroerende zaken: Verbouwingskosten Afschrijvingen onroerende zaken Afschrijvingen bedrijfsuitrusting: Apparatuur Centrum Afschrijvingen bedrijfsuitrusting
Financiële lasten Rentelasten rek. courant (bank) Rentelasten voorfinanciering ROC E. Financiële lasten Financiële baten en lasten Gewoon resultaat vóór belasting
Winstbelasting
Resultaat na belasting
Op basis van deze prognoses is het Centrum voor Productietechnologie in 2017 winstgevend. Bij het opstellen van bovenstaande exploitatieprognoses is uitgegaan van onderstaande uitgangspunten: Omzet prognoses De opbrengsten voor topopleidingen mbo+ zijn gebaseerd op rijksbekostiging voor BOL, niveau 4 en BBL, niveau 4. Van studenten binnen de topopleidingen van het Centrum wordt een hogere schoolbijdrage gevraagd, zijnde € 1.500 extra per jaar voor BOL leerlingen en € 500 per jaar voor BBL leerlingen (exclusief schoolbijdrage voor afdracht aan OC&W en boekengeld). ROC Eindhoven heeft hier al eerder positieve ervaringen mee opgedaan. Het Centrum verwacht op basis van huidige ervaringen met Spomm dat binnen de BBL opleiding minimaal 50% van de bedrijven ervoor kiest om de BBL studenten 2 dagen per week extra off the job te laten bijscholen binnen het Centrum (in plaats van binnen het bedrijf). De extra kosten hiervoor voor bedrijven zijn op basis van ervaringen met Spomm conservatief begroot op ca. € 7.500 per student (gemiddelde kosten in het kader van Spomm ca. € 8.500). Studenten (BOL) die kiezen voor een baan bij één van de deelnemende bedrijven aangesloten bij de aandeelhouders krijgen het extra schoolgeld € 3.000 terugbetaald als beloning. In de prognoses is ervan uitgegaan dat 60% van de BOL studenten doorstroomt naar het hbo en dat van de resterende BOL en BBL leerlingen 90% - 75% van de studenten kiest voor een baan bij één van de aandeelhouders en/of partners van het Centrum. De aandeelhouders betalen voor iedere student die een werkovereenkomst aangaat bij het desbetreffende bedrijf € 2.500 (no cure, no pay) en partners € 5.000 (no cure no pay). Een belangrijk deel van de opbrengsten van het Centrum wordt gegenereerd met het aanbieden van commerciële opleidingsmodules. De opbrengsten vanuit contractonderwijs zijn geprognosticeerd op basis van het aantal deelnemende medewerkers dat oploopt van 20 medewerkers in 2012/2013 naar 250 in 2016/2017. De gemiddelde verkoopprijs per module bedraagt € 6.000.
45
De opbrengsten vanuit productie- en verhuuropdrachten en ontwikkel- en onderzoeksprojecten zijn mede gebaseerd op de ervaringen van ROC Eindhoven en Lectoraat Mechatronica. De prognoses voor masterclasses zijn mede gebaseerd op ervaringen van Induteq. De omzet wordt verrekend met de materiaal- en verbruikskosten die gemaakt moeten worden in de productie- en onderzoeksprojecten (inkoopwaarde). In deze prognoses zijn de subsidies van € 130.000 van Point One en € 225.000 van SRE opgenomen als overige bedrijfsopbrengsten. Kostenprognoses Personeel De kosten voor personeel (docenten en begeleiders) zijn gebaseerd op onderstaande uitgangspunten Tabel 13 Topopleidingen: Fte's team
3
7
10
13
16
Onderwijsmens-studentratio
13
14
14
14
14
Kosten totaal docenten contractonderwijs
1
1
2
4
4
Onderwijsmens-studentratio (0,25 FTE)
14
14
14
14
14
Contractonderwijs:
In de post directie zijn de kosten voor de manager/directeur en secretariële ondersteuning van het Centrum voor Productietechnologie opgenomen. De kosten voor de manager/directeur en secretariële ondersteuning zijn in 2012 gedragen door ROC Eindhoven, daarna bedragen deze ca. € 100.000 per jaar (incl. werkgeverslasten). De kosten voor de officemanager van het Centrum en de coördinator vanuit Brainport Industries zijn in de personeelskosten van het Centrum opgenomen. In totaal wordt 5% van de loonkosten besteed aan professionalisering en scholing van de docenten. Tevens wordt externe expertise ingehuurd voor de opleidingsmodules, onderzoeksprojecten en masterclasses, naar schatting ca. € 50.000 per jaar. Onderwijs De kosten voor leermiddelen zijn gebaseerd op het aantal studenten. Het Centrum voor Productietechnologie zal voor de onderwijs- en opleidingsmodules onderdelen moeten inkopen bij niet-partners en/of zelf moeten ontwikkelen. Deze kosten worden door het Centrum voor Productietechnologie geschat op ca. € 50.000 per jaar. Voor de examinering en andere overhead (o.a. administratie) is € 500 per student aan kosten opgenomen. Inventaris De onderhoudskosten voor machines en eigen apparatuur worden begroot op ca. 5% per jaar. Tevens worden kosten gemaakt voor de huur van apparatuur bij bijvoorbeeld ROC Eindhoven, werkplaats GTD TU/e en TNO en/of High Tech bedrijven. Deze zijn begroot op € 50.000 per jaar en stijgen in 2015 naar € 100.000 per jaar. Huisvesting Huisvestingskosten zijn de huurkosten die betaald moeten worden aan Fontys Hogescholen voor de huur van de locatie. Deze kosten zijn gebaseerd op het aantal studenten (€ 1.100 per student) en kosten voor de huur van de werkplaats. Communicatie en werving Voor communicatie en werving van studenten is € 30.000 per jaar begroot. Voor marketing en sales is € 50.000 per jaar begroot.
46
Overige kosten Tot slot zijn nog kosten geprognosticeerd voor verzekeringen, accountants, overig en onvoorzien. Afschrijvingen De verbouwingen worden in 10 jaar afgeschreven. De investeringen in machines en apparatuur worden in 5 jaar afgeschreven. ICT wordt in 3 jaar afgeschreven. Deze afschrijvingstermijnen worden ook door ROC Eindhoven gehanteerd. Financiële lasten Voor de financiering van een rekening courant krediet is gerekend met een rentepercentage van 3%. Mocht de kapitaalbehoefte deels kunnen worden ingevuld middels subsidies dan kan deze financiële last nog worden verlaagd. De rijksfinanciering voor opleidingen is gebaseerd op het principe t-2, wat wil zeggen dat de financiering twee jaar na afloop van het schooljaar wordt verstrekt. ROC Eindhoven is bereid het onderwijs voor de topopleidingen BOL en BBL niveau 4 uit te besteden aan het Centrum voor Productietechnologie en de rijksbekostiging voor te financieren. De rentelasten worden door ROC Eindhoven gedragen.
6.4 Balansprognose Onderstaand de balansprognose van het Centrum voor Productietechnologie. In de balansprognose is nog geen rekening gehouden met de inmiddels gecommitteerde inbreng van ROC Eindhoven en Brainport Industries in het eigen vermogen van in totaal € 500.000.
Verbouwingskosten Onroerende zaken Apparatuur Centrum Bedrijfsuitrusting Vorderingen Niet operationele kasmiddelen Liquide middelen
Totaal activa
Gestort en geplaatst kapitaal Winstreserve Eigen vermogen Handelscrediteuren Belastingen en premies: Te betalen winstbelasting Belastingen en premies Kortlopende schulden Vermogensbehoefte
Totaal passiva
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
0 ───── 0
225.000 ───── 225.000
200.000 ───── 200.000
400.000 ───── 400.000
350.000 ───── 350.000
300.000 ───── 300.000
250.000 ───── 250.000
0 ───── 0
600.000 ───── 600.000
450.000 ───── 450.000
900.000 ───── 900.000
600.000 1.050.000 ───── ───── 600.000 1.050.000
750.000 ───── 750.000
40.962
33.821
115.633
210.952
315.258
443.530
520.527
202.038 ───── 202.038
0 ───── 0
0 ───── 0
0 ───── 0
0 ───── 0
0 ───── 0
0 ───── 0
───── 243.000 ═════
───── 858.821 ═════
───── ───── ───── ───── ───── 765.633 1.510.952 1.265.258 1.793.530 1.520.527 ═════ ═════ ═════ ═════ ═════
18.000 225.000 ───── 243.000
18.000 18.000 18.000 18.000 18.000 18.000 -556.726 -1.268.239 -1.886.636 -2.379.450 -2.295.947 -1.840.728 ───── ───── ───── ───── ───── ───── -538.726 -1.250.239 -1.868.636 -2.361.450 -2.277.947 -1.822.728
0
615
1.477
2.277
3.938
4.431
4.431
0 0 ───── 0
0 0 ───── 615
0 0 ───── 1.477
0 0 ───── 2.277
0 0 ───── 3.938
0 0 ───── 4.431
11.477 11.477 ───── 15.908
0 1.396.932 2.014.395 3.377.311 3.622.770 4.067.046 3.327.347 ───── 243.000 ═════
───── 858.821 ═════
───── ───── ───── ───── ───── 765.633 1.510.952 1.265.258 1.793.530 1.520.527 ═════ ═════ ═════ ═════ ═════
47
6.5 Liquiditeitsprognose 2012 Beginsaldo rek. courant (bank) Ontvangsten: Storting aandelenkapitaal Ontvangsten van afnemers Ontvangsten Uitgaven: Betaald i.v.m. investeringen Betaalde rente en aflossingen Betalingen aan leveranciers Betaalde personeelskosten Betaalde overige kosten Uitgaven Liquiditeiten
Werkkapitaal Niet operationele kasmiddelen Vermogensbehoefte Saldo rek. courant (bank) Vorderingen Kortlopende schulden Netto werkkapitaal
0 18.000 314.038 332.038
2013
2014
2015
2016
2017
2018
202.038 -1.396.932 -2.014.395 -3.377.310 -3.622.770 -4.067.046 0 300.256 300.256
0 0 0 0 0 920.341 1.732.929 2.627.931 3.715.655 4.434.238 920.341 1.732.929 2.627.931 3.715.655 4.434.238
0 -1.000.000 0 -1.000.000 0 -750.000 0 0 -2.325 -53.383 -86.650 -143.711 -169.352 -199.771 0 -7.385 -18.338 -28.800 -49.538 -57.108 -57.600 -25.000 -418.324 -752.377 -1.097.497 -1.442.004 -1.776.141 -1.962.017 -105.000 -471.192 -713.706 -882.898 -1.238.138 -1.407.330 -1.475.152 -130.000 -1.899.226 -1.537.804 -3.095.845 -2.873.391 -4.159.931 -3.694.540 ───── ───── ───── ───── ───── ───── ───── 202.038 -1.396.932 -2.014.395 -3.377.311 -3.622.770 -4.067.046 -3.327.348 ═════ ═════ ═════ ═════ ═════ ═════ ═════
202.038 0 0 0 0 0 0 0 -1.396.932 -2.014.395 -3.377.311 -3.622.770 -4.067.046 -3.327.348 ───── ───── ───── ───── ───── ───── ───── 202.038 -1.396.932 -2.014.395 -3.377.311 -3.622.770 -4.067.046 -3.327.348 40.962 33.821 115.633 210.952 315.258 443.530 520.527 0 -615 -1.477 -2.277 -3.938 -4.431 -15.908 ───── ───── ───── ───── ───── ───── ───── 243.000 -1.363.726 -1.900.239 -3.168.636 -3.311.450 -3.627.947 -2.822.728 ═════ ═════ ═════ ═════ ═════ ═════ ═════
In de liquiditeitsprognose is gerekend met een debiteurentermijn van 6 weken en een crediteurentermijn van 4 weken. De totale liquiditeitsbehoefte van het Centrum voor Productietechnologie, voor cofinanciering door ROC Eindhoven (minimaal € 1.000.000), Brainport Industries (minimaal € 1.000.000), en andere stakeholders zoals Fontys Hogescholen en TU/e (ca. € 200.000 ), bedraagt in totaal € 4.100.000. Om deze kapitaalbehoefte te financieren vraagt het Centrum voor Productietechnologie een bijdrage van € 1.900.000 aan het Platform Beta Techniek in het kader van de regeling Toptechniek in Bedrijf. Daarnaast zijn met Rabobank Eindhoven-Veldhoven en ING Bank meerdere intensieve gesprekken gevoerd. Beide banken zijn bereid een financieringsvoorstel uit te brengen voor het benodigde werkkapitaal. Beide banken stellen in deze startfase zware borgstellingseisen aan ROC Eindhoven en betrokken High Tech bedrijven.
6.6 Financiering en inbreng Tot op heden hebben ROC Eindhoven, Brainport Industries en Brainport Development naar schatting meer dan € 250.000 in de opzet van het Centrum voor Productietechnologie geïnvesteerd. Het Centrum voor Productietechnologie kan worden geëxploiteerd door de inbreng van de aandeelhouders ROC Eindhoven en Brainport Industries, door de partners (bedrijven uit het netwerk van Spomm en Metaalhuis) en door de onderwijspartners Leidse Instrumentmakers School, Fontys Hogescholen, TU/e, TNO en Induteq. Aandeelhouders ROC Eindhoven wordt meerderheidsaandeelhouder van het Centrum voor Productietechnologie. ROC Eindhoven brengt in het Centrum voor Productietechnologie de komende 5 jaar minimaal € 1.000.000 in bestaande uit: een initiële investering van € 255.000 (cash); een bijdrage in natura van minimaal € 150.000 per jaar bestaande uit: kosten van manager van het Centrum voor Productietechnologie (eerste jaar) ter waarde van € 100.000;
48
crebolicentie voor de topopleidingen en de bijhorende rijksfinanciering voor de studenten die deelnemen aan de topopleidingen; ROC Eindhoven neemt de voorfinanciering van deze rijksfinanciering voor haar rekening. De bijdrage van ROC Eindhoven bedraagt hiermee de rentelasten (3%) die oplopen van € 2.325 in 2012 tot € 60.670 in 2017; docenten, begeleiders en secretariaat en leermiddelen ter waarde van gemiddeld ca. € 100.000 per jaar; gratis toegang voor docenten en studenten binnen het Centrum tot de bestaande faciliteiten van de School voor Techniek. schoolbijdrage van studenten; ICT en software ontwikkeld voor Netwerkschool Techniek. Hierbovenop investeert ROC Eindhoven ca. € 800.000 in de ontwikkeling van Science Campus op de TU/e (niet opgenomen in deze begroting). Verder overweegt ROC Eindhoven de lopende contractactiviteiten van Spomm, niveau 3 en 4 ter waarde van ca. € 100.000 - € 300.000 per jaar in te brengen. Tot slot heeft ROC Eindhoven deels de voorbereidingskosten (cash) gedragen voor het opzet van dit businessplan. Tegenover de inbreng van ROC Eindhoven zullen (gedeeltelijk) ook opbrengsten komen te staan door de inhuur van kennis en capaciteit vanuit het Centrum voor Productietechnologie bij ROC Eindhoven. Brainport Industries Coöperatie wordt minderhouds aandeelhouder van het Centrum voor Productietechnologie. Brainport Industries brengt de komende 5 jaren minimaal € 1.000.000 in, bestaande uit: een initiële inleg van € 250.000 in cash te financieren door de leden (€ 50.000) en stakeholders (€ 200.000) van Brainport Industries; Minimaal € 150.000 in uren per jaar, te verdelen over de leden en stakeholders van Brainport Industries; Kwalitatief goede stageplekken; Baangaranties. De inbreng van € 150.000 in uren per jaar bestaat uit de inzet van de coördinator van Brainport Industries, ca. € 50.000 per jaar. Ook stellen de bedrijven nog € 100.000 aan uren per jaar beschikbaar voor de inzet van experts en praktijkbegeleiders in de ontwikkeling en uitvoering van opleidingsmodules en begeleiding. Inmiddels zijn al ca. 15 High Tech bedrijven vanuit Brainport Industries intensief betrokken bij de ontwikkeling van modules en masterclasses van het Centrum voor Productietechnologie. Bovenop de investering van ca. € 1.000.000 betalen de High Tech bedrijven aangesloten bij Brainport Industries Cooperatie: € 2.500 in cash per student die bij het desbetreffende bedrijf een arbeidsovereenkomst aangaat (no cure, no pay). Totale waarde in de komende 5 jaar wordt nog eens geschat op ca. € 600.000. Daarnaast zullen (naar verwachting) de aangesloten bedrijven ook commerciële diensten gaan afnemen bij het Centrum (opleidingsmodules, ontwikkel- en productieopdrachten, onderzoek). Deze bijdragen zijn als inkomsten opgenomen in de exploitatieprognose (no cure no pay opdrachten). In ruil voor deze bijdrage verkrijgt Brainport Industries: zeggenschap over 20% keuzeruimte in de topopleidingen; eerste recht op aanbieden baan afgestudeerden. Partners (bedrijven) Spomm en Metaalhuis zijn de preferred partners van het Centrum voor Productietechnologie. Bedrijven van Spomm en Metaalhuis kunnen zich via Brainport Industries Coöperatie ook als samenwerkingspartner aansluiten bij het Centrum voor Productietechnologie. FESTO zal binnen het Centrum voor Productietechnologie "om niet" een FACT inrichten (Festo Authorized and Certified Training centre); een hypermodern trainingscentrum voor medewerkers in de High Tech sector die ook door de studenten van het Centrum kunnen worden gebruikt. FACT is gericht op industriële automatisering en heeft een geschatte waarde van ca. € 285.000. 49
Fablab heeft voor studenten "om niet" apparatuur beschikbaar zoals lasersnijmachines, 3D printers en CAD harden software. Fablab zal worden gevestigd bij het Centrum voor Productietechnologie. Totale waarde van Fablab wordt geschat op € 150.000. De RidderRSM levert een bijdrage van ca. € 75.000 (korting op marktconforme prijs) voor een meerassige CNC machine en gereedschappen voor het Centrum voor Productietechnologie. Rapid Manufacturing Centre wil een nevenvestiging bij het Centrum opzetten. Ook is het Centrum voor Productietechnologie nog in gesprek over samenwerking met de Metaal Compagnie Brabant over de opzet van een materialenlab. Partners (onderwijs) Fontys Hogescholen draagt kennis, expertise en uren bij van docenten en studenten uit de opleiding Mechatronica / Engineering, het Lectoraat Mechatronica en de PTH lerarenopleiding. Deze inbreng wordt geschat op € 25.000 per jaar, totale waarde € 125.000. Daarnaast geeft Fontys Hogescholen een substantiële korting aan het Centrum voor Productietechnologie op de huurprijs van de locatie op de campus van de TU/e in de eerste 2 jaren (€ 81.000 korting in jaar 1, € 54.000 in jaar 2). De totale bijdrage van Fontys Hogescholen in de komende 5 jaar bedraagt hiermee naar schatting ca € 260.000. Technische Universiteit Eindhoven draagt kennis, expertise en uren bij van docenten en studenten in onderzoeks- en studieprojecten. Deze inbreng bedraagt ca. € 15.000 per jaar (totale waarde ca. € 75.000). Daarnaast is afgesproken dat het Centrum voor Productietechnologie gebruik mag maken van de werkplaats van GTD TU/e en TNO. Deze afspraken moeten nog contractueel worden bekrachtigd. Leidse Instrumentmakers School draagt kennis, expertise en uren bij van docenten en studenten en zal tevens een (aantal) module(s) invullen binnen de opleidingen van het Centrum voor Productietechnologie. Ook zal de Leidse Instrumentmakers School aan haar leerlingen stages en de modules ontwikkeld door het Centrum voor Productietechnologie aanbieden. Partners (overig) Voor de opstart van het Centrum is door Point One € 130.000 beschikbaar gesteld. Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) heeft een financiering van ca. € 225.000 voor de eerste activiteiten en opstart van het Centrum in het schooljaar 2012-2013 verstrekt. De voorfinanciering van SRE moet (in principe) worden terugbetaald. Stichting Induteq brengt vier ontwikkelde masterclasses voor docenten in en zal daarnaast nieuwe modules ontwikkelen voor het Centrum voor Productietechnologie. De Provincie Noord-Brabant investeert indirect in het Centrum voor Productietechnologie door de komende 4 jaar € 600.000 beschikbaar te stellen voor het complementaire programma Verbindingscentrum Technific. Het Verbindingscentrum Technific is gericht op techniekpromotie in primair- en voortgezet onderwijs in de Brainport regio en sluit aan op het Centrum voor Productietechnologie. Ook is de provincie Noord-Brabant betrokken bij de totstandkoming van CFT 2.0
50
6.7 Continuïteit Het Centrum voor Productietechnologie verwacht met de publieke bijdrage in het kader van de regeling Toptechniek in Bedrijf binnen 5 jaar een zelfvoorzienend kenniscentrum te kunnen realiseren. Deze verwachting is op onderstaande peilers gebouwd: lagere investerings- en exploitatiekosten voor machines, apparaten en materialen, door de gedeelde investeringen en exploitatie van het Centrum (bezuiniging); hogere financiële bijdrage van studenten voor deze topopleiding (€ 1.500 per student per jaar); bijdragen van bedrijven (aandeelhouders en partners) in uren, machines en apparaten en financiële middelen; commerciële inkomsten van het Centrum voor Productietechnologie door betaalde opdrachten voor onderzoek, ontwikkeling en productie, verhuur van apparatuur en betaalde opleidingen, cursussen en masterclasses. Zie bovenstaande prognoses.
51
Bijlage 1 Curricula Vitae (vertrouwelijk)
Directeur Centrum voor Productietechnologie Raad van Commissarissen Centrum voor Productietechnologie
52
Bijlage 2 Contracten en intentieovereenkomsten (vertrouwelijk) Overeenkomst ROC Eindhoven en Brainport Industries Intentieovereenkomsten met High Tech bedrijven Statuten TecLab B.V. (Centrum voor Productietechnologie) Huurcontract bij Fontys Hogescholen Contract met Fablab Contract met DeRidderRSM Contract (concept) met FESTO Begroting ROC Eindhoven: investeringen science campus TU/e Intentieovereenkomst met Fontys Hogescholen Intentieovereenkomst met TU/e Intentieovereenkomst met ROC ter Aa Intentieovereenkomst met Spomm Intentieovereenkomst met Metaalhuis Intentieovereenkomsten overig
53