Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Centrum voor Innovatief Vakmanschap 'Polymeren, coatings en composieten' Businessplan
Status: definitieve versie (1.0)
1 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Dankwoord Met cocreatie kom je verder! De volgende personen – in willekeurige volgorde – hebben een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, Coatings en Composieten’: Tim van der Hoek, Henk Wierenga, Jaap Kwakman, Antje de Groot, Eddy Hilbrink, Michiel Bilstra, Ammir Farokhi, Wijnand Schrijver, Bas de Koekoek, Hans van Hout, Gerhard Kok, Bart Smit, Jan Vloedbeld, Aldrik Hoekstra, Ron Nuwenhof, Ed Kooijman, Wilco Veenstra, Helmuth Rijnhart,Gerrit Marinus, Klaas de Haas, G. Schroer, Martin Bremer, Klaas Ophoff, Alexander Jansen, Margreet Tijms, Bart Gerrits, Harm Kah, Claudia Kock-Muller, Mw. Meesters, Dhr. Klein Nagelvoort, Richard Beute, Hilbrand van Bleek,Jan van Kranenburg, Hans Fliervoet,André Jansen, Peter Nijland, Rob Spekreijse, Hans Groenhuis, Geert Heideman, Wim Zwetsloot, Harald Bersee, Martin Olde Weghuis, Dik Timmerije, Gerrit Rekers, Harold Gankema, Willemijn Eggengoor, Marlies van Wijhe, J. Nabers, Mike Jolink, Jan Engberts, C. Timmer, H. Bersee, Ineke van Marle, Bernard de Boer, Linke Brands, Jetta Keuning, Juul Boxman, Klaas Bakker, Wim Diender, Gert Wagenvoort, Harry Rouwenhorst, Herman Hempen, Marinus Royakkers, Harry Rouwenhorst, Rieneke Kalkman, Casandra Goos, Pieter Kist, Jan van Uitert, Reiny van Silfhout, Christian Rooth, Peter Wichers Schreur, Marleen Kanis, Bert Beun, Wilco Veenstra, G.M. van der Wal, Rieneke Kalkman, Timo Bennink, Bernard de Boer, Klaas de Haas, Jascha Laan, Jan-Ernst van Driel, Henk Wierenga, Harrie Holterma, Hans Luinge, Rein Willems en vele anderen….
2 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
1. Inleiding................................................................................................................................................................................. 1 2. Omgevings- en marktanalyse ............................................................................................................................................... 2 2.1. Onze kenniseconomie in beeld ...................................................................................................................................... 2 2.2. Chemie als kansrijke sector en samenhang met andere sectoren ................................................................................ 2 2.3. Kunststofsector als investeringscluster in de regio Zwolle ............................................................................................. 3 2.4. Investeren in menselijk kapitaal en de uitdagingen onderwijs - arbeidsmarkt................................................................ 4 2.5 Kennisinfrastructuur en samenwerking (trackrecord)..................................................................................................... 6 2.6 Wensen en behoeften vanuit bedrijven, docenten en studenten .................................................................................... 9 3. Centrum voor Innovatief Vakmanschap Polymeren, Coatings en Composieten ................................................................. 10 3.2. CIV PCC in perspectief ................................................................................................................................................ 10 3.2. Wie doen mee? ........................................................................................................................................................... 11 3.3. Reden voor participatie, bijdrage en return on investment ........................................................................................... 12 3.4. Businessmodel CIV polymeren, coatings en composieten .......................................................................................... 16 3.5. Missie en Visie ............................................................................................................................................................. 17 3.6. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap: positie in speelveld ................................................................................ 17 3.7. De stip op de horizon en de hieraan verbonden propositie.......................................................................................... 18 3.8. Marketing ..................................................................................................................................................................... 18 3.9. Resultaten ................................................................................................................................................................... 19 4. Uitvoering CIV en het eerste jaar ........................................................................................................................................ 19 4.1. Het werk is reeds begonnen ........................................................................................................................................ 20 4.2. Start, probeer en maak fouten ..................................................................................................................................... 20 4.3 Jaar 1 CIV polymeren, coatings en composieten ......................................................................................................... 21 4.4 Werkgebieden nader toegelicht .................................................................................................................................... 22 4.4.1 Beroepskolom en instroom: voorlichting en werving ............................................................................................ 22 4.4.2. Curriculum polymeren: leerinhoud polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen24 4.4.3. Kennisbasis polymeren: kennisontwikkeling intern en extern ............................................................................... 25 4.4.4. Beroepspraktijk in beeld: praktijkopdrachten en leeromgeving ............................................................................ 26 4.4.5. Doelgroep en profiel: (innovatief) vakmanschap / excellentie .............................................................................. 27 4.4.6 Leven lang leren: talent op peil............................................................................................................................. 28 5. Financiële analyse .............................................................................................................................................................. 28 5.1 Inzet en bijdrage ........................................................................................................................................................... 28 5.2 Investeringsbegroting ................................................................................................................................................... 29 5.3 Exploitatiebegroting ...................................................................................................................................................... 29 5.4 Verduurzaming van het CIV .......................................................................................................................................... 30 6. Organisatie en governance ................................................................................................................................................. 30 6.1 Organisatiemodel - CIV PCC ........................................................................................................................................ 30 6.2 Formaliseren en richten CIV PCC ................................................................................................................................ 31 6.3 Intellectueel en fysiek eigendom ................................................................................................................................... 32 6.4 Verantwoording: middelen en resultaten ...................................................................................................................... 32 6.5 Valorisatie van kennis: open organisatie gericht op samenwerking .............................................................................. 32
3 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
1. Inleiding De technische industrie in Overijssel heeft grote behoefte aan kwalitatief hoogwaardige, goed geschoolde vakmensen. Het grote aantal baanopeningen in de sector techniek wijst erop dat de vraag naar meer, beter geschoold en breder inzetbare vakkrachten hoog is. Tegelijkertijd is er sprake van een stagnerende aanwas van jong talent. Een sterk dalend technisch vmbo in de provincie Overijssel is daar één van de oorzaken van. Deze ontwikkelingen hebben consequenties voor de instroom in het technisch beroepsonderwijs en op termijn op de gekwalificeerde uitstroom op de arbeidsmarkt. In de Provincie Overijssel hebben de ROC´s de handen in een geslagen om een gezamenlijke ambitie te formuleren om één gezamenlijk Overijssels Breed Technisch opleidingsarrangement te ontwikkelen, gericht op de topsectoren HTSM (vanuit Twente), Chemie (vanuit IJssel-vecht Delta) en New Energy (vanuit Stedendriehoek). Uitgangspunten voor deze gezamenlijke ambitie zijn: aantrekkingskracht (een aantrekkelijke beroepskolom), meesterschap en excellentie (topconsortia voor kennis & innovatie), ondernemers aan zet (vraagsturing) en resultaatgericht werken (meetbare prestatieverbetering). Het CIV Polymeren, Coatings en Composieten (PCC) vormt het antwoord van bedrijven en opleidingen in de regio Zwolle (IJssel-Vecht Delta) op de vraag naar meer, beter geschoold en breder inzetbare vakkrachten op mbo-niveau in de sector van kunststoffen, coatings en composieten. De ontwikkeling van nieuwe materialen met nieuwe eigenschappen schept nieuwe toepassingsmogelijkheden en maakt dat bestaande kennis en opleidingen snel verouderen. Alleen als onderwijs en bedrijfsleven intensief samenwerken kan gezorgd worden dat studenten gediplomeerd op de arbeidsmarkt komen met goede kennis van nieuwe materialen en met de vaardigheid om in innovatieve bedrijven te werken. Daarnaast is het belangrijk om in het kader van een leven lang leren de huidige medewerkers op te scholen. Innoveren vraagt een lerende en open houding. Die houding willen wij in deze regio bevorderen door kennis en inzichten te delen. Het CIV PCC is een partnership tussen toonaangevende bedrijven in de regio, de onderwijsinstellingen Deltion College en Windesheim, innovatieplatforms en overheden. Gekenmerkt door de intensieve samenwerking met omliggende regio’s als de partner in het HBO, ROC van Twente en ROC Aventus. Het CIV wil verbinden en aanpakken, vraaggedreven en enthousiasmerend. Dit hebben wij vertaald in de volgende missie en visie: Missie: “Wij willen aan bedrijven, studenten en docenten een inspirerend platform bieden voor het werken met kunststoffen in al zijn facetten en hun innovatief vermogen op dat vlak bevorderen.”
Visie: “Door samen te werken vanuit bedrijven, onderwijs, onderzoek en overheid en samen te durven experimenteren ontstaan er nieuwe opleidingsconcepten die zorgen voor innovatief vermogen in de regio, die bestaande opleidingen versterken en die studenten over de streep trekken om voor techniek te kiezen”. In dit businessplan wordt geschetst hoe onze missie vormgegeven gaat worden en hoe het CIV PCC na vijf jaar levensvatbaar is als toonaangevend centrum voor het opleiden en bijscholen van innovatieve vakkrachten.
1 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
2. Omgevings- en marktanalyse 2.1. Onze kenniseconomie in beeld Nederland wil bij de meest competitieve en dynamische kenniseconomieën horen. Kennis vormt de grondslag voor innovatie van producten/diensten en voor het verbeteren van processen. Voldoende talent is van belang om als kenniseconomie te blijven innoveren en groeien, juist in tijden van crisis. Ondertussen kiezen steeds minder jongeren voor een opleiding in de techniek, waardoor het tekort aan goed opgeleide vaklieden op de arbeidsmarkt oploopt. Het is tijd voor nieuw elan, in het vmbo en mbo én in samenwerking met de bedrijven. Nieuwe coalities en samenwerkingsverbanden vormgeven en nieuwe accenten leggen om het beroepsonderwijs een impuls te geven. In de gehele beroepskolom zijn vakmensen nodig die zijn opgeleid in de bètadisciplines. Op dit vlak spelen verschillende uitdagingen: Toenemende vergrijzing van de beroepsbevolking op met name middelbaar beroepsniveau leidt tot twee uitdagingen: 1) de oudere medewerkers langer laten functioneren en 2) het borgen van vakmanschap en kennis van de personen die op korte termijn met pensioen gaan. Aantal jongeren dat kiest voor het (v)mbo en in het vervolgonderwijs voor een technische studie neemt af. Dit wordt versterkt door demografische krimp. Hierdoor ontstaat een steeds groter tekort aan nieuwe vakmensen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt gaan snel, zowel op het gebied van vakinhoudelijke kennis (bijvoorbeeld gebruik nieuwe materialen en de toepassing hiervan), als op het gebied van vaardigheden (zoals multidisciplinair kunnen werken binnen een project). Het onderwijs heeft moeite om die ontwikkelingen bij te houden. Hierdoor wordt de discrepantie tussen hetgeen geleerd wordt binnen het onderwijs en hetgeen waar de bedrijven om vragen groter. Sterke nadruk op (sociale) innovatie om als regio en (MKB) bedrijf mee te kunnen spelen in een internationale arena. Slimmer en innovatiever werken is cruciaal voor behoud van (maak)industrie. Naast uitdagingen zijn er ook kansen. Daarbij valt te denken aan de investeringen in de topsectoren en bijbehorende human capital agenda's. De provincie Overijssel ondersteunt deze initiatieven en investeert in economische ontwikkeling, werkgelegenheid en innovatiekracht. Voor de regio Zwolle zijn Kennispoort Zwolle en het Polymer Science Park voorbeelden van initiatieven die mede vanuit de overheid worden gestimuleerd. Bundeling van krachten met stakeholders maakt het mogelijk samen te werken aan innovaties in nieuwe publiek-private samenwerkingsconstructies. Daarnaast zijn verschillende regionale initiatieven in onderwijs en bedrijfsleven erop geënt een impuls te geven aan het technisch onderwijs en de (toekomstige) vakmensen. De positie van de Overijsselse industrie zal de komende jaren provinciebreed verder worden versterkt door een bundeling van krachten, faciliteiten en middelen die tot stand wordt gebracht dankzij een intensieve publiek private samenwerking tussen ondernemingen, overheid, onderzoek/onderwijs (Triple Helix) binnen de gehele onderwijskolom po-wo. De nadruk ligt op de versterking van de positie van bedrijfsleven: netwerken zodat men betere toegang krijgt tot nieuwe ideeën, onderwijs en onderzoek. Het onderwijs is op een directe wijze betrokken bij deze doelstelling. 2.2. Chemie als kansrijke sector en samenhang met andere sectoren In de sector Chemie worden de bouwstenen gelegd voor verschillende innovaties in andere sectoren. De topsector chemie heeft daardoor een relatie met veel andere topsectoren (zie figuur). Binnen de topsector Chemie is vervolgens gekozen voor een focus op polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen. Deze meer toegepaste vorm van chemie is in de regio Zwolle sterk vertegenwoordigd. Samenwerking met topsectoren (licht gemarkeerde komen terug in speerpunten van de regio Zwolle)
Water
Biobased
Tuinbouw
Agrofood
Creatieve industrie Energie
Chemie (nieuwe, high tech materialen)
Logistiek
Life sciences/ health & care Gebaseerd op het schema van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), 29 maart 2012
High tech (toepassing andere sectoren)
Smart materials
2 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Innovatie is de manier om op een duurzame wijze uit de crisis te komen. In de actieagenda van de topsector Chemie staat de ambitie op het terrein van Polymeren, coatings en composieten helder verwoord: “In 2050 wil Nederland in de mondiale top drie van producenten van slimme materialen staan. In Nederland gevestigde bedrijven maken creatieve en innovatieve producten met een hoge toegevoegde waarde. Bijvoorbeeld: materialen voor energieopslag en katalysatoren die worden gemaakt van ruim beschikbare en toegankelijke grondstoffen in plaats van bijvoorbeeld schaarse metalen. Kunststoffen zijn lichtgewicht, zelf-reparerend, zelfreinigend en volledig recyclebaar. Verder worden voor de productie van deze en andere polymere materialen hoofdzakelijk biomassa-gebaseerde grondstoffen ingezet.” .
-
De actieagenda van de topsector Chemie is door het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) op het terrein van Smart Polymeric Materials verder uitgewerkt. De focus van de van de TKI Smart Polymeric Materials ligt op: Polymere materialen, afkomstig van olie (en in een mindere mate aardgas en steenkool) maar in toenemende mate van hernieuwbare (biobased) grondstoffen en benodigde additieven. Processen voor productie, verwerking en hergebruik van deze materialen. Toepassing van deze materialen in kunststoffen, coatings, drukinkten en lijmen, composieten, textiel, tapijt, papier, rubber of halffabricaten en producten binnen veel sectoren zoals verpakkingen, transport, bouw, medical, hightech systemen en personal care. Doordat Polymeren in zoveel producten toegepast worden zijn ze een belangrijke enabler bij het realiseren van oplossingen voor huidige en toekomstige uitdagingen binnen de grote maatschappelijke thema’s, zeker in combinatie met composieten en coatings. Een aantal voorbeelden: Klimaat & Energie - Een tekort aan fossiele brandstoffen biedt kansen voor duurzame energie. Alternatieve bronnen, zoals wind, worden aangesproken en de technologie om op een zo efficiënt mogelijke wijze deze energie te winnen, wordt ontwikkeld. Windmolens met grote rotordiameters kunnen meer vermogen leveren en leiden tot de vraag naar high performance materialen die sterk en stijf zijn en onder extreme omstandigheden blijven presteren. Mobiliteit - Schonere auto’s, waaronder de elektrische auto, zijn sterk in ontwikkeling. Het reduceren van het gewicht van auto’s zonder in te leveren op comfort, veiligheid en levensduur speelt ook belangrijke rol. Beide voorbeelden vragen om grensverleggende materiaaloplossingen. Gezondheid - Er komt steeds meer aandacht voor de gezonde leefomgeving. Het binnenklimaat van gebouwen is daarbij van belang. De opkomst van zeer goed geïsoleerde gebouwen heeft geleid tot beperktere luchtcirculatie. Schadelijke stoffen blijven zo langer hangen en hebben een negatieve invloed op de gezondheid. Materialen die minder toxisch uitwasemen of met extra functionaliteit de lucht zuiveren, kunnen bijdragen aan gezondere leefomgevingen. 3D-printing – Door 3D- printing verandert het hele productieproces. 3D-printing maakt seriegrootte van één mogelijk en bespaart veel transport, energie en grondstoffen. De toegevoegde waarde komt steeds meer te liggen op het ontwerp en het ontwikkelproces. In de medische sector worden al gehoorapparaatjes en kunstkaken geprint. In 3D-printing komen diverse technologieën bij elkaar: IT, multimedia, robotica, mechatronica en de ontwikkeling van materialen waarmee geprint kan worden. Volgens de ABN AMRO liggen hier grote kansen voor de Nederlandse industrie. Binnen de agenda Smart Polymeric Materials zijn excellentie, vraagsturing, samenhang en ketensamenwerking als uitgangspunten benoemd. Deze uitgangspunten zijn in het businessplan vertaald naar het middelbaar beroepsonderwijs (CIV). De agenda van de topsector Chemie is ambitieus en spreekt tot de verbeelding. Het CIV wil middels de actieagenda Smart Polymeric Materials een nieuwe impuls gegeven aan het technisch onderwijs. Het gaat om een impuls in de onderwijsketen po-vo-mbo-hbo. Alle schakels zijn nodig om een succes te generen. Op een vraaggerichte wijze waarop men verbindingen in de keten zoekt zodat er meer samenhang ontstaat in de vernieuwing van het onderwijs. Daarbij speelt excellentie een sleutelrol. Immers zonder gekwalificeerde mensen geen innovatie en zoals de topsector Chemie terecht aangeeft raakt dit alle niveaus binnen het onderwijs. 2.3. Kunststofsector als investeringscluster in de regio Zwolle 1 In de regio Zwolle is de kunststofsector benoemd als investeringcluster , naast: agrofood, energie & duurzaamheid, logistiek, life sciences/ health & care en high tech. Ook in deze sectoren is een relatie met polymeren aanwezig. Polymeren verbinden ontwikkelaars en sectoren die door de innovatieve materialen hun eigen processen of dienstverlening kunnen verrijken door nieuwe mogelijkheden (bijvoorbeeld bouw, mode en medische zorg). Kortom, polymeren bieden een
1
Bron: Naar een economische investeringsagenda voor de Regio Zwolle. Deventer, 23 september 2010
3 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
uitstekend startpunt om techniek bij een brede doelgroep onder de aandacht te brengen, voor het versterken van innovatief vakmanschap, regio branding en interessante (keten overstijgende) crossovers. Positie van PCC landelijk, in de provincie en in de regio Zwolle De kunststofverwerkende industrie kent een grote diversiteit aan productiemethoden, materialen, marktsegmenten en afzetgebieden. De kunststofsector in Nederland kent een behoorlijke omzet, namelijk € 6.353 miljoen in 2009 (CBS). In totaal zijn er 43.500 mensen werkzaam en het aantal banen in de kunststofsector is sinds het economisch topjaar 2007 landelijk met 33% toegenomen. De sector bestaat voor 49% uit bedrijven met minder dan 10 mensen. Het kleinbedrijf vertegenwoordigt echter maar 3% van de werkgelegenheid. Het grootbedrijf telt 3% van de vestigingen en 39% van de werkgelegenheid. In de provincie Overijssel zijn 6.465 (15%) personen in de kunststofsector werkzaam, waarvan 2.985 (7%) in de regio Zwolle. Dit is een aanzienlijk aantal: Overijssel telt gemiddeld 7% van alle banen in Nederland en de regio Zwolle 2,5%. Het aantal banen in de kunststofsector groeit in de regio Zwolle (43%) harder dan het Overijsselse (37%) en landelijke gemiddelde (33%). Op het gebied van werkgelegenheid neemt de regio Zwolle de tweede plaats in van de Nederlandse regio’s (na West-Noord-Brabant). In de provincie Overijssel is het middenbedrijf relatief goed vertegenwoordigd, wat gunstig is voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en het innovatief vermogen. Het aandeel van de Overijsselse bedrijven op het totale Nederlandse R&D budget bij bedrijven steeg ook: van 3,1% in 2005 naar 4,4% in 2007 en 6% in 2009. Het bedrijfsleven blijft ook nu investeren in innovatie. Deze positieve ontwikkeling moet ondersteund worden vanuit een krachtig Centrum voor Innovatief vakmanschap. In Overijssel komt 100% van de innovatie zoals geïnventariseerd door DKI value center voor rekening van het MKB. Door de provincie en de Regio Zwolle (IJsselVecht Delta) is kunststof dan ook als een kansrijk cluster gedefinieerd. Onlangs hebben Dronten en de NO-polder aangegeven hierbij aan te willen sluiten. Gecombineerd met het cluster nieuwe materialen in Twente liggen er volop kansen 2 voor productinnovatie en versterking van de industrieën en werkgelegenheid in deze regio . Het gaat om een brede scope aan bedrijven, van de productie van basisstoffen, buizen, en dakbedekking, tot verf, tapijten en nieuwe innovatieve stoffen. Ook de opkomst van 3D-printing biedt veel nieuwe toepassingen voor de toekomst. In de 3 volgende figuur is te zien dat er in de regio Zwolle bedrijven aanwezig zijn in alle schakels van de kunststofwaardeketen . Door over de hele keten samen te werken kunnen technologische innovaties versneld worden. Deze keten vormt ook het aangrijpingspunt voor het Centrum voor Innovatief Vakmanschap. Het werken in ketens bevordert en versnelt innovatie. De bedrijven zijn dikwijls ketenpartners in plaats van directe concurrenten, waardoor samenwerking en open innovatie sneller mogelijk is.
2.4. Investeren in menselijk kapitaal en de uitdagingen onderwijs - arbeidsmarkt Het realiseren van de ambitie zoals deze door de topsector Chemie zijn verwoord, vraagt uiteindelijk om voldoende menselijk kapitaal. Uit recent onderzoek blijkt dat het ontbreken van gekwalificeerde en geschoolde werknemers voor meer dan 54% van de Europese bedrijven de grootste barrière vormt voor een duurzame groei. Dit probleem wordt in Nederland ook geconstateerd, onder meer door Rein Willems, verbonden aan de topsector Chemie. Er is onder andere een tekort aan 2 3
Bron: Naar een economische investeringsagenda voor de Regio Zwolle, Deventer, 23 september 2010. Bron: Projectplan Polymer Science Park (PSP)
4 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
goed opgeleide technici in de kunststofindustrie in ons land en juist deze sector draagt sterk bij aan de export van Nederland. Innovatie is van belang om internationaal competitief te kunnen blijven, maar het vinden van gekwalificeerde menskracht is een uitdaging. De landelijke overheid heeft niet voor niets het doel in het Masterplan Bèta en Technologie gesteld op 4 op de 10 mbo-studenten die kiezen voor techniek. Concreet betekent dit dat 15% meer jongeren voor een technische studie moeten kiezen (in de huidige situatie kiest 23 tot 25% van de jongeren voor een technische opleiding). Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) pakt deze uitdaging op. De polymeren en de toepassing van deze nieuwe materialen zorgen voor een impuls in het technisch onderwijs. De nieuwe materialen bieden nieuwe mogelijkheden voor (toekomstige) vakmensen. Daarnaast vraagt het werken met de nieuwe materialen om een nieuwe kijk op vraagstukken rond thema’s als duurzaamheid, energie, design en hergebruik. Werken met polymeren en andere nieuwe materialen biedt daarnaast nieuwe perspectieven voor het vakmanschap. Met andere woorden, waardevolle input voor de innovatie van technische opleidingen (zowel vmbo als mbo). Het CIV stelt zich ten doel de vertaling van geconstateerde behoeften van het bedrijfsleven naar een adequaat onderwijsprogramma tot stand te brengen en voldoende jongeren te prikkelen zodat de vraag ingevuld kan worden. Vergrijzing in de techniek Vergrijzing en ontgroening plaatsen bedrijven voor een grote uitdaging. Ruim 67% van de technische bedrijven voorziet moeilijkheden met het werven van adequaat personeel. De toenemende vraag van de technische arbeidsmarkt vormt een schril contrast met de afnemende deelnemersaantallen. De industriële economie kampt met een significant hogere vergrijzing dan andere sectoren (43% van de werknemers in technische bedrijven is ouder dan 45 jaar). Deze vergrijzing vertaalt zich landelijk in een behoefte aan instroom in de komende vijf jaar van circa 60.000 technisch mbo-opgeleiden op niveau 4. De stagnerende aanwas van jong talent vormt de belangrijkste bedreiging. Bij ongewijzigd beleid zal de uitstroom uit het mbo technisch onderwijs, gezien de dalende instroom in het vmbo en mbo, in absolute zin sterk dalen. De daling als gevolg van demografische factoren wordt nog verscherpt als de keuzetrends in het voortgezet onderwijs ten faveure van de mavo-havo leerroute een structureel karakter krijgen. Mede door de introductie van technologieroute (binnen programmalijn 1: vmbo-mbo) wordt in de regio geïnvesteerd in snelle en krachtige routes richting mbo-hbo. Vraag naar technische werknemers op de regionale arbeidsmarkt en mensen met kennis van PCC Uit analyse van de arbeidsmarktgegevens voor het RPA gebied IJssel en Vecht, waar de regio Zwolle in valt, blijkt dat in de komende vijf jaar ongeveer 7.000 mbo technici op niveau 2, 3 of 4 worden gevraagd (baanopeningen). De hoge vervangingsvraag wordt vooral opgestuwd door het grote aandeel uitstromende 'oudere' medewerkers in de sector. Als de economie aantrekt en er ontstaat een uitbreidingsvraag dan zal de vraag naar het aantal technici verder toenemen. In de regio wordt jaarlijks ongeveer aan tweederde van de vraag voldaan. In de praktijk ligt het aantal gediplomeerde mbo-ers dat beschikbaar komt voor de arbeidsmarkt lager (bijv. 45% van de mbo 4 gediplomeerden stroomt door naar het hbo). Uit onderstaande figuur valt eveneens op te maken dat andere sectoren met een overschot kampen. Het is een uitdaging om leerlingen die geneigd zijn te kiezen voor economie of de sociaal culturele sector te bewegen om voor de techniek te kiezen. Dat kan alleen als techniek gepresenteerd wordt als een vak waarin leuke banen te vergeven zijn, waarin mensen samenwerken aan nieuwe producten met een maatschappelijke impact, en waarin de baanzekerheid en het inkomen op niveau zijn. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt - 2012-2016 - Overijssel Ijssel-Vecht
Overig Overijssel
12.000
11.100
10.200
9.900 7.800 7.100
2.000
6.900
1.900
1.100
Vraag
Aanbod
Mbo Groen
5.400
4.500
2.100
Vraag
3.000
Aanbod
Mbo Techniek
Vraag
Aanbod
Mbo Sociaal cultureel
2.900
2.700
1.500
1.300
Vraag
Aanbod
Mbo Zorg
3.700 Vraag
5.200
Aanbod
Mbo Economie
Bron: ROA, LISA, EBB, Etil (bewerking: EB management)
5 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Behalve dat er een tekort aan technici verwacht wordt, geldt ook dat er voor nagenoeg alle technische sectoren steeds meer kennis van kunststoffen en nieuwe materialen nodig is (met name de toepassing kant). Hout en metaal worden immers steeds vaker vervangen door nieuwe (kunststof)materialen. Dus ook in de niet directe kunststofindustrie is kennis van 4 nieuwe materialen nodig. Zo blijkt uit een kwalitatief onderzoek van Kenteq dat in de automotive sector en de luchtvaart behoefte is aan materiaalkennis van composieten bij onderhoudsmedewerkers en ontwerpers. Daarnaast werken in de regio nog eens 3.000 mensen direct in de kunststof sector. Bij een verloop van 3% Profiel nieuwe innovatieve vakman volgens (inclusief pensionering) betekent dit dat er jaarlijks circa 100 mensen nodig (potentiële) deelnemers CIV zijn met een meer directe kennis van de kunststofindustrie (machinebouw, Nieuwsgierig Bevlogen materiaalkennis, chemie). De bedrijven die in het kader van de voorbereiding van deze aanvraag gesproken zijn geven allen aan dat ze moeite hebben om goede stagiaires en nieuwe werknemers te vinden. Voorts hebben ze behoefte aan mensen met een meer innovatieve mindset. Naast een kwantitatief tekort is er dus ook sprake van een kwalitatief tekort. In de tabel is weergegeven welke eisen de deelnemende bedrijven stellen aan nieuwe medewerkers. Deze eigen bewoordingen komen sterk overeen met hetgeen in de Human Capital Agenda voor de Chemie staat als vaardigheden voor de kenniswerker van de toekomst. Daarbij gaat het om zowel persoonlijke, business als technische vaardigheden. Ook in die agenda wordt benadrukt dat innovatie ontstaat op het snijvlak van disciplines: vakmanschap uitgaande van een multidisciplinaire opleiding en een brede set van vaardigheden.
-
Communicatief
-
Integrale brede blik
-
Projectvaardigheden
-
Rapportagevaardigheden
-
Kennis van bedrijfs- en productieprocessen
-
Kunnen werken in een internationale, complexe omgeving
-
Het kunnen omzetten van werkomschrijvingen naar handelingsplannen
-
Kennis over eigenschappen, verwerking en toepassing van nieuwe materialen (kunststoffen, harsen, coatings, composieten)
Onderwijs – arbeidsmarkt sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod op meerdere vlakken Er zijn voldoende jongeren om te voldoen aan de arbeidsmarktvraag, maar er is een te sterke mismatch tussen de keuzepatronen van jongeren en de vraag op de arbeidsmarkt. Het stimuleren van een arbeidsmarktrelevante keuze is cruciaal. Daarnaast is een kwalitatieve mismatch als er gekeken wordt naar de inhoudelijke aspecten van de opleidingen. Voorts blijkt uit onderzoek dat mbo-instellingen relatief weinig inspelen op het potentieel aan werkzoekenden om tekorten in te vullen. De markt voor om-, bij- of opscholing biedt veel kansen. Het vraagt om een investering in tijd en middelen om dit te kunnen uitvoeren. 2.5 Kennisinfrastructuur en samenwerking (trackrecord) In deze paragraaf worden de founders van het CIV beschreven, met daarbij relevante aspecten van hun trackrecord, en wordt een beeld geschetst van aanwezige kennisinfrastructuur en samenwerkingsverbanden. Middelbaar beroepsonderwijs Het Deltion College is de penvoerder van het CIV PCC. In de regio Zwolle heeft Deltion ongeveer 70% (bijna 6.000 techniek studenten) van het marktaandeel van bijna 8.300 techniek studenten op MBO niveau (DUO, 2012). In onderstaande figuur is het aandeel van de drie MBO instellingen die opereren in de regio Zwolle weergegeven naar bedrijfstak waarvoor wordt opgeleid. Daarbij dient te worden aangetekend dat het techniek onderwijs van Landstede administratief weliswaar onder Zwolle valt, maar feitelijk uitgevoerd wordt in Harderwijk. De kunststofsector heeft te maken met studenten binnen metaalen elelektrotechniek en installatietechniek (o.a. machinebouw, buizen); beschermings- en afwerkingstechnieken (verf en coatings) en proces- en laboratoriumtechniek. Met name die laatste sector is klein binnen het MBO onderwijs in de regio. Verder is het de verwachting dat kunststoffen steeds belangrijker worden binnen de bouw, interieurbouw, mode en textiel en carrosserie. Binnen CIBAP ligt het accent op vormgeving. Landstede techniek is relatief klein in de regio Zwolle. Deltion College werkt reeds samen met deze aanbieders en zal hen bij de verdere ontwikkeling van het CIV betrekken. Vanzelfsprekend wordt er samengewerkt met collega ROC’s in de regio (ROC Aventus, CIBAP, Landstede en ROC van Twente) als het gaat om opleidingen en kennis die ontbreekt in de regio Zwolle.
4
Behoefte aan mbo-onderwijs in composieten. Resultaten van een kwalitatief onderzoek. Kenteq, 2011
6 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
aantal techniekstudenten 2011 per instelling met vestigingsplaats in regio Zwolle, naar bedrijfstak (bron, DUO 2012) Transport en logistiek Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel
Metaal, electro- en installatietechniek Hout en Interieur Cibap
Grafische beroepen
Landstede
Gezondheidstechnische beroepen en ambachten
Deltion
Handel, mode en textiel Combinatiebedrijf
Carrosserie en autoschadeherstel Bouw en grond-, weg- en waterbouw Beschermings- en afwerking, reclame en presentatie 0
200
400
600
800 1000 1200 1400 1600 1800
Bron: DUO (2012)
Deltion is een actieve speler in de regio als het gaat om het zorgen voor goed opgeleide vaklieden. Zo neemt het deel aan het overleg Zwolse 8, waarin alle Zwolse/regionale MBO- en HBO-instellingen zijn vertegenwoordigd. Daarnaast participeert Deltion in de stichting Kreatieve Industrie (KIZ) Zwolle (medeoprichter en bestuurslid), Zwolle Congresstad, Kennispoort Zwolle en het Servicepunt Techniek (UWV). Verder worden bestuursfuncties ingevuld in de besturen van de verenigingen Vrienden van Elektro- en Installatietechniek, Vrienden van de Werktuigbouw, en het op de Deltion Campus gevestigde vakcentrum van het Samenwerkingsverband PraktijkOpleiding Schilderen & Onderhoud Noord- Oost Nederland. Onderwijspartners zijn: Hogeschool Windesheim, CIBAP, KPZ, Geref. Hogeschool, Landstede, De groene Welle, Menso Alting, Universiteit Twente, ROC van Twente, Saxion en 34 vmbo schoollocaties in de Regio Zwolle. Bouwen op vernieuwing en innovaties binnen het Deltion College Het oprichten van een CIV sluit verder naadloos aan bij de onderwijsvisie van Deltion. Het idee is om opleidingen steeds meer aan te laten sluiten op de omgeving en het leren plaats te laten vinden in een inspirerende omgeving waarin werkveld en onderwijs steeds verder vervlochten is. Het is daarbij mogelijk om bedrijven of bedrijfsomgevingen de school binnen te halen of de school (leerlingen en docenten) meer te laten leren buiten de muren van de school. Ervaring met het binnenhalen van bedrijfsomgevingen in de school is opgedaan met Techcovery. Techcovery is door Installatie Werk Oost & Flevoland (IWO&F), Opleidingbedrijf Metaal (OBM), het Deltion College en het regionale bedrijfsleven opgericht, met als doel studenten in een bedrijfsmatige omgeving praktijkervaring op te laten doen. Binnen Techcovery wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van het Triple-T concept. Triple-T staat voor Training Tomorrow Technicans. Met dit project willen de partners van Techcovery studenten kennis laten maken met innovatie producten, een innovatieve houding laten ontwikkelen en stimuleren om zichzelf te ontplooien. Dit wordt gedaan aan de hand van vier pilots. De kennis er ervaring rond dit project wordt ingezet voor de ontwikkeling van het innovatieve vakmanschapsprofiel binnen het CIV Polymeren, coatings en composieten. Aanwezigheid van belangrijke kennisknooppunten in de regio Zwolle waar het mbo verbonden is In de regio zijn reeds verschillende stappen gezet waarbinnen onderwijs, bedrijfsleven en andere stakeholders werken aan innovatie op het gebied van kunststoffen. Er is bewust voor gekozen om in eerste instantie vooral aan te sluiten bij twee initiatieven in de regio Zwolle zelf: het kunststoflectoraat aan de Hogeschool Windesheim en het op 5 maart 2012 nieuw geopende Polymer Science Park (PSP). Deze initiatieven vormen een herkenbaar gezicht voor de bedrijven in de regio. Het is de bedoeling om in de loop van het eerste jaar van het CIV de contacten met andere kennisinstellingen en innovatieplatforms te verstevigen. Een beknopt overzicht van de belangrijkste partijen. 7 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Polymer Science Park - Het Polymer Science Park is in eerste instantie een samenwerking van 8 partijen: DSM, Wavin, Van Wijhe Verf, Universiteit Twente, Hogeschool Windesheim, Deltion College, Gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel. Naast de eerste 8 partijen, zal het voor ieder bedrijf, onderwijs- en onderzoeksinstelling mogelijk zijn om deel te nemen. Op dit moment werken 22 bedrijven binnen het PSP samen. De doelstelling van het Polymer Science Park is het stimuleren en versnellen van innovatie in het MKB. Hierbij gaat het om: 1)verbreden en verbeteren van kennis 2) verbreden van onderzoek en 3) vergroten van bedrijvigheid. Kennisinstellingen en bedrijven worden gestimuleerd samen te werken en over traditionele technologische afbakeningen heen te kijken. Met kunststoffen en coatings als uitdaging. Het Polymer Science Park (PSP) wordt voor bedrijven en studenten een dynamische ’werkplaats’, een levendig applicatielab om uitgebreid en praktijkgericht te experimenteren rond industrieel toegepast duurzaam onderzoek. Met de focus op innovaties en nieuwe materialen op het gebied van performance materialen zoals composieten (thermoharders), engineering plastics (thermoplasten) en rubbers, harsen, coatings (nat en poeder) en daaraan gerelateerde biopolymeren. In open kenniscirculatie worden de gekozen innovatiethema’s verder verbreed en breidt het netwerk zich in de tijd snel uit. Deltion wil met zijn participatie in het PSP bewerkstelligen dat nieuwe kennis over polymeren vertaald kan worden naar het MBO onderwijs en dat studenten van het MBO betrokken kunnen worden bij innovatieve projecten op het PSP. Daarnaast is het de bedoeling dat MBO studenten uit andere richtingen stage kunnen lopen op het PSP (facilitair, horeca, onderhoud, etc.). Verder dient het PSP als onderwijslocatie voor lessen in kunststoftechnologie of voorlichtingsplek voor het v(mb)o (junior polymer academie). Kunststoflectoraat Hogeschool Windesheim - Het kunststoflectoraat heeft als doel het hoger onderwijs in kunststoffen te bevorderen. Dat gebeurt onder meer door cursussen te geven, onderzoek te doen en projecten op te zetten. Het lectoraat doet vooral toepassingsgericht onderzoek naar de verwerking en het gebruik van kunststoffen. Duurzaamheid en mens- en milieugericht denken, zijn hierin leidend. Op dit moment is er nog geen vertaling van de activiteiten rond het PSP naar MBOonderwijs, maar wel naar HBO-onderwijs. Het lectoraat Kunststoftechnologie van Hogeschool Windesheim is nauw betrokken bij het PSP en wil ook een HBO-bacheloropleiding Kunststoftechnologie opzetten. Elementen van die opleiding zijn: Kennis van kunststofmaterialen, thermoplasten, vezelversterkte kunststoffen en coatings Het ontwerpen en construeren met kunststoffen Het verwerken van kunststoffen Rapid prototyping Rapid manufacturing en simulatiesoftware Polymeerchemie Duurzaamheid (recycling, biopolymeren, cradle-to-cradle, marine litter. Dhr. Dr. ir. H. Gankema is lector en heeft al diverse onderzoeken opgestart met diverse bedrijven uit de regio. Hierdoor is het goed mogelijk om de kennis door te vertalen naar het mbo en aan te sluiten op de behoeften van bedrijven. Op dit moment zijn vier onderzoeksprojecten gestart waarin diverse bedrijven participeren: biobased injection moulded products, duurzaam produceren in de kunststofindustrie, rapid manufacturing en recycling in ontwerpen. Overige kennis en onderzoeksinstellingen - Doordat Deltion direct participeert in het PSP is er van meet af aan directe samenwerking met de Universiteit Twente, Stodt (o.a. vakopleidingen en praktijkgerichte cursussen voor de maakindustrie, ook op het gebied van kunststoffen), Ellla (sociale innovatie en corporate leren). Van de daar aanwezige kennis en expertise zal bij de verdere uitwerking van het programma gebruik gemaakt worden. Het is daarnaast de bedoeling samen te gaan werken met andere open innovatiecentra op het gebied van High Tech Materialen, zoals bijvoorbeeld het Thermoplastic 5 Composite Research Center, het Open Innovation Center for Advanced Materials en het Texperium . Voor het werken met composieten zal verder gekeken worden naar de ervaringen van het MBO College Lelystad die samen met Schaap Composites een pilot zijn gestart om leerlingen te leren ontwerpen en produceren met composiet materialen. Ook wordt contact gezocht met de stichting CompoWorld, waarin partijen als het NLR, Fokker Landing Gear BV, ROC Friese Poort en Hogeschool Windesheim samenwerken. Kenteq, het kennis- en adviescentrumvoor technisch vakmanschap, wil zich sterk maken voor het CIV Polymeren, coatings en composieten. Zij hebben al een voorstudie gedaan naar de behoefte van mboonderwijs in composieten.
5
Zie bijlage voor een korte omschrijving van deze innovatiecentra
8 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Bestuurlijke Stakeholders - Provincie Overijssel, de Regio Zwolle (16 gemeenten), Oost NV en werkgeversorganisaties. De 6 provincie heeft ingezet op de HTSM industrie in Overijssel . Daarbinnen zijn drie clusters onderscheiden die geografisch verdeeld zijn over drie economische subregio’s van Overijssel: Twente, IJssel-Vecht en Stedendriehoek. In de economische regio IJssel-Vecht/Zwolle ligt het accent op kunststoffen, harsen, coatings en composieten. Het accent in Twente komt te liggen op mechatronica en in Stedendriehoek op new energies. De provincie initieert en faciliteert de samenwerking van en tussen partijen om innovatief en vraaggericht op te leiden voor de regionale arbeidsmarkt, het bieden van aantrekkelijke opleidingsarrangementen en zo efficiënt mogelijke organisatie. De drie beoogde CIV’s in de provincie moeten elkaar aanvullen en versterken. Daarom wordt de samenwerking verstevigd door het oprichten van een Overijsselse coöperatie van de betrokken MBO instellingen en bedrijven, waarbij de CIV expertise gedeeld en vermarkt kan worden (zie ook hoofdstuk 6 organisatie en governance). 2.6 Wensen en behoeften vanuit bedrijven, docenten en studenten Zonder vraag geen noodzaak tot vernieuwing. De bedrijven, docenten en studenten staan te springen om vernieuwing en het zetten van stappen richting een toekomstbestendig mbo techniek onderwijs. Deltion heeft nu al een diverse groep bedrijven bereid gevonden te participeren als partner in de ontwikkeling van het CIV polymeren, coatings en composieten. Bedrijven vanuit de verf-, kunststofhars- en verpakkingsindustrie werken samen met aanbieders van kunststof leidingsystemen, robotsystemen, rotorbladen/windturbines en extrusieapparatuur voor pijpen en buizen. Een deel van deze bedrijven werkt ook al actief mee aan het PSP of doet mee met projecten vanuit het kunststoflectoraat. De scope is echter veel breder. Accountmanagers en teamleiders van Deltion krijgen concrete vragen van leerbedrijven (de directe afnemers van hun afgestudeerden) op het gebied van het kunnen werken met nieuwe materialen (o.a. bouw, automotive, interieur en installatietechniek). Bij de totstandkoming van dit projectplan is tweemaal een werkbijeenkomst gehouden waarbij diverse stakeholders van het CIV aanwezig waren (bedrijven, studenten en docenten). Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met afzonderlijke bedrijven om hun vragen en behoeften scherper op tafel te krijgen (zie schema voor samenvatting).
Behoefte docenten
Behoefte bedrijven o o o
o
o
o
Betere profilering van bedrijf en branche bij PO en VO (imago) Meer stagiaires en afgestudeerden Ketenstage, duo-stage (mbo-hbo) Neus boven op innovatie (praktijk) Betere aansluiting opleidingsprogramma aan behoeften bedrijfsleven kennis van nieuwe materialen (eigenschappen en wijze van verwerking) en hun toepassingsmogelijkheden vaardigheden in het verbinden van materiaalkeuze – ontwerp –productieproces (machines) brede kennis (meer dan één vakgebied, meerdere typen bedrijven) kennis van verftechniek, oppervlaktetechnieken innovatief vakmanschapsprofiel kwaliteitscontrole Op- en bijscholing zittende medewerkers (leven lang leren) werken met formules projectmatig werken talenkennis werken met kunststof en nieuwe materialen Toegang tot nieuwe kennis (kennistransfer) via studenten en docenten via andere bedrijven (gezamenlijke projecten, uitwisseling) via kennisinstellingen kruisbestuiving Samen opleiden, centrale faciliteiten (facility sharing))
o
Beter zicht op vraag bedrijfsleven qua opleidingseisen (articulatie) Meer gastcolleges van bedrijven Onderwijs levendiger maken, dichter bij jongeren Zelf stages lopen bij bedrijven Uitdagende projecten van bedrijven om in de school te doen Aansluiting zoeken bij modules in VMBO en HBO (doorlopende leerlijn) Tijd en faciliteiten voor vernieuwing
o o o o o o
Behoefte studenten o o o o o o o
Betere voorlichting over arbeidsmarktmogelijkheden Aantrekkelijke leerbedrijven Betere afstemming tussen leren in bedrijven en op school (feedback op dezelfde aspecten) Meer afwisseling van bedrijven in stageperiode Meer gastlessen van bedrijven Meer minors in andere richtingen (brede blik) Meer contact met HBO studenten
De MKB bedrijven in de regio geven aan dat zij op mbo niveau vooral behoefte hebben aan vakmensen die een stevige algemene basis hebben en daardoor breed bijgeschoold kunnen worden. Functies veranderen snel en daarmee zal de 6
Regiovisie Overijssel Techniek, september 2012
9 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
vraag in de toekomst anders liggen dan nu het geval is. Het is van belang om te werken aan sterke basiscurricula van het onderwijs die vervolgens voortdurend actief getoetst worden aan de specifieke kwaliteitseisen van het bedrijfsleven. De vraag is dus niet statisch en belangrijkste uitdaging ligt in het beter vervlechten van onderwijs en arbeidsmarkt, zodat de relevante ontwikkelingen tijdig worden vertaald in het onderwijs. Aan de andere kant geldt dat het bedrijfsleven deze vraag goed weet te articuleren en inzet op scholing van (huidige) medewerkers. Omdat er in de regio overwegend MKB bedrijven zijn gaat het ook om vraagbundeling, zodat er voldoende ‘massa’ in de vraag richting het onderwijs zit. Innovatie vraagt om een gezamenlijke investering in employability en leven lang leren. Daarnaast is een opwaardering in de vraag zichtbaar. Het bedrijfsleven vraagt om innovatief vakmanschap op mbo plus niveau. De wensen die worden uitgesproken rond technische vaardigheden, houdings- en sociale vaardigheden vraagt om een meerjarige route die investeert in ontwikkeling van opleidingen, excellentie (innovatief vakmanschap; mbo+/ AD) vorm geeft en een gezamenlijke investering in onderwijsleeromgevingen en de koppeling met de praktijk (praktijkopdrachten vanuit bedrijven als motor voor vernieuwing).
3. Centrum voor Innovatief Vakmanschap Polymeren, Coatings en Composieten De basis van het CIV PCC is uitgewerkt door vertegenwoordigers van bedrijven, onderwijs (docenten en studenten), onderzoek en overheid. Slim samenwerken, maximaal gebruik maken van elkaars kennis en expertise vormen de essentiele bouwstenen voor het CIV. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is daarom gericht op het zetten van de extra stap, de extra kwaliteitsimpuls die noodzakelijk is om de ambities van de betrokkenen waar te maken. De investeringsimpuls in het CIV biedt de mogelijkheid om versneld te investeren in de regionale kennisinfrastructuur waarin bedrijfsleven en onderwijs natuurlijke partners vormen voor de vernieuwing en verbetering van initieel onderwijs, cursussen en contracten in het kader van een leven lang leren. Doelen zijn: Voldoende (kwalificeerde) vakmensen. Aantrekken van nieuw toptalent, het werven van nieuwe doelgroepen en uitbreiden kansrijke pools en bij- en opscholing van huidige pool aan medewerkers. Verhogen instroom technische opleidingen in hele onderwijskolom (modern imago / toekomstperspectief). Het versterken van aantrekkelijke leerroutes vmbo-mbo-hbo (ad/ mbo+) rond polymeren en nieuwe materialen waarbij de focus op de marktvraag ligt. Organiseren hele onderwijskolom op het gebied van techniek en topsectorenbeleid. Gezamenlijk ontwikkelen van opleidingen, modules/ minors en trainingen om het innovatieve vakmanschap in positie te brengen (stimuleren van excellentie in de keten en het vergroten actuele vakmanschapskennis). Versterking kennisvalorisatie en kennisontwikkeling onderwijs – arbeidsmarkt. Aandacht voor MBO+ en een leven lang leren.
3.2. CIV PCC in perspectief 1. Het CIV in een ketenperspectief CIV – in de keten en omgeving
Kennisdeling en aansluiting kennisinstellingen en mbo-instellingen Open kennisdeling (seminars, etc) Open uitnodiging om mee te ontwikkelen (cooperatie) Als critical friend meedenken en ervaringen delen
Primair onderwijs Projecten rond inspiratie
Voortgezet onderwijs Betamentality in praktijk LOB Technobox
Talent op peil (werkenden en werkzoekenden) Op-, om en bijscholing Cursus ontwikkeling
MBO Curriculum en opleidingen actueel Praktijkprogrammering
HBO AD/ Mbo+ Duostage Module ontwikkeling
Bedrijven Als partner voor ontwikkeling Als leverancier van opdrachten Als scholingspartner
10 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
2. Het CIV binnen het middelbaar beroepsonderwijs (onderwijsagenda toevoegen aan (open) innovatie
Opleidingen (kunststof aan werk; modulair; flexibel)
Nieuwe materiaalkennis en gebruik ingebed in de opleiding (modules) Beschikking over nieuwe materialen. Beschikking nieuwe hardware (bijv. 3D-printing) Praktijk wordt door vertaald naar praktijkruimten Schoolprojecten rond kunststof en interdisciplinair werken
Kennis uit de markt (praktijk en onderzoek vertaalt naar mbo) Onderzoek UT en Hogeschool Windesheim Input bedrijfsleven
Polymer Science Park (projecten en lesfaciliteiten) – Excellentie route
Mbo studenten draaien mee binnen projecten en volgen onderwijs op het PSP. Mbo docenten begeleiden studenten binnen innovatieve projecten. Werken met hoogwaardige machines, materialen en testopstellingen
Techcovery (projecten en lesfaciliteiten) – Praktijksimulatie / reallife opdrachten in onderwijs
Aandacht voor innovatief werken (probleemgestuurd). Bedrijfsmatige houding en veiligheid / regels (VCA/ ISO). Multi disciplinair samen met andere opleidingen/ vakgebieden
3.2. Wie doen mee? In deze paragraaf wordt een onderscheid gemaakt naar Founding partners (schil 1) en Potentiële leden (schil 2). Founding partners (schil 1). Deltion heeft zich opgeworpen als penvoerder van het CIV omdat zij in de regio marktleider is in technische opleidingen, haar onderwijs al op andere manier wil organiseren (Techcovery, Triple T, DNA model) en participeert in diverse samenwerkingsverbanden waaruit het CIV als het ware logischerwijs voortvloeit (waaronder het PSP). Voor de start is verder expliciet gekozen voor een groep van enthousiaste MKB bedrijven die vooroplopen in zowel innovatie, de wil om het onderwijs verder te helpen en de bereidheid omop een open wijze met elkaar samen te werken. Daarnaast sluit men aan bij het lectoraat Kunststoftechnologie bij Hogeschool Windesheim en het PSP. Windesheim en PSP leveren een interessante basis als het gaat om het doorvertalen van onderzoek en innovaties naar benodigde kennis en vaardigheden voor MBO’ers. Ook kunnen faciliteiten binnen PSP en Windesheim gebruikt worden als onderwijslocaties/practicumruimtes voor mbo studenten. Daarnaast zal het hbo een actieve rol spelen in de ontwikkeling van mbo+ trajecten, de doorlopende leerlijn van vmbo-mbo-hbo-wo en ontwikkeling van toetsen en didactische innovaties (Pedagogische Technische Hogeschool). Ondernemingen: Rollepaal b.v., Van Wijhe verf b.v., Schaepman’s lakfabrieken b.v., DSM Zwolle, Robert Pack Engineering en SE Blades Technology b.v. Onderwijs, Open innovatiecentra en Onderzoek: Deltion College, Hogeschool Windesheim, Techcovery en Polymer Science Park. Overheid: Oost NV, Gemeente Zwolle en Provincie Overijssel. Potentiële leden (schil 2). Er is bewust gekozen voor een groeimodel waarin met een kleinere groep de eerste concrete producten en diensten ontwikkeld worden. Op basis daarvan worden vervolgens nieuwe partners benaderd. Ondernemingen. In de werkbijeenkomsten waren meerdere bedrijven betrokken die enthousiast meegedacht hebben. Een aantal van deze bedrijven heeft aangegeven deelname aan het CIV te overwegen, maar zij willen eerst wat meer concrete resultaten zien. De contacten met deze bedrijven worden warm gehouden, en zij worden waar mogelijk betrokken bij de verdere uitwerking. Daarnaast zijn alle bedrijven die participeren in het PSP en in projecten van het kunststoflectoraat als potentiële deelnemers (en afnemers) te beschouwen. Verder beschikt het Deltion College een uitgebreid leerbedrijvennetwerk. Onderwijs en onderzoeksinstellingen. Het CIV PCC zal na start van het projectmet afstemmen van de inspanningen met andere ROC’s in de regio waarmee samengewerkt wordt: Landstede, CIBAP, ROC Aventus en ROC van Twente. Voor de uitwerking van doorlopende leerlijnen en het bevorderen van de doorstroom vmbo-mbo zal aangesloten worden bij de scholen die al samenwerken in programmalijn 1 van de regiovisie: de technobox. Naast Windesheim zal ook contact gezocht worden met onder meer Universiteit Twente (UT). De UT is al deelnemer in het PSP en werkt in diverse projecten samen met Windesheim, ARTEZ en Saxion. De lijnen zijn dus kort. Andere relevante deelnemers in het PSP zijn Stodt (o.a. techniekopleidingen en innovatiestimulering voor 11 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
MKB) en Ellla (leven lang leren academie voor innoverend leiderschap). Verder zal contact gezocht worden met OICAM, Compoworld, Texperium en TPRC. Overheid. In de toekomst kan verdere samenwerking gezocht worden met (lokale) overheden als het gaat om specifieke projecten, bijvoorbeeld op- of omscholing van werkzoekenden. Het CIV PCC wordt gezien als katalysator in de samenwerking met de zestien gemeenten.
3.3. Reden voor participatie, bijdrage en return on investment 1. Overheid Profilering conform economische zwaartepunten en de regionale agenda (focus). Elke regio heeft een aantal unieke, aan de regionale arbeidsmarkt gekoppelde economische en maatschappelijke zwaartepunten. Deze economische motoren voor de regio genieten aanzien. Zij dragen bij aan naam en faam van de regio en vormen qua innovatie en werkgelegenheid de belangrijkste trekkers. Bedrijven moeten zorgen voor een aantrekkelijk carrièreperspectief voor technici, zodat toekomstige werknemers voor de sector kiezen en huidige werknemers in de sector werkzaam blijven. Voor de provincie Overijssel is gekozen voor een focus op High Tech Systems & Materialen. De regio Zwolle maakt bewust de keuze voor polymeren, coatings en composieten (materiaal en toepassing van nieuwe materialen). Door het technische onderwijsaanbod te focussen op innovatief vakmanschap rond polymeren, coatings en composieten (inclusief het gebruik van deze materialen) maakt de regio een heldere keuze ten aanzien van de profilering. Deze aanpak zorgt voor een optimaal macrodoelmatig aanbod op regionaal niveau. Versterking match tussen vraag en aanbod. De mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt groeit. De versterking van de economische structuur vraagt niet alleen om een krachtig bedrijfsleven en een daarop inspelend en aansluitend mbo, maar ook om een vitale arbeidsmarkt. Er dreigt een combinatie van openstaande vacatures (baanopeningen) aan de ene en een oplopende werkloosheid aan de andere kant. Hier ligt een belangrijke ondersteunende rol voor gemeenten en provincie. Zij kunnen de mbo-instellingen ondersteunen bij re-integratie en zodanig investeren in duurzame scholing. Op een aantal vlakken is actie nodig: Stimulering keuze jongeren voor arbeidsmarktrelevante sectoren (toekomstperspectief). Op- en omscholing van werkzoekenden naar tekortsectoren. Leven lang leren voor werkenden zodat dat zij op een hoogwaardige, duurzame wijze hun plek op de arbeidsmarkt kunnen innemen. Ondersteuning innovatie: mensen met de juist skills voor de toekomst. De regio zet sterk in op ondersteuning van het innovatieve bedrijfsleven. Om innovatie mogelijk te maken is een sterke onderwijsagenda nodig die zorgt voor de juiste (toekomstige) medewerkers met de juiste vaardigheden. De provincie en de gemeenten willen het bedrijfsleven ondersteunen bij de articulatie van hun behoefte richting het onderwijs, zodat het onderwijs tijdig het aanbod kan afstemmen op de vraag uit de omgeving. Internationale concurrentie en behoud van industriële activiteiten. Door de steeds sterkere concurrentie vanuit het verre oosten moeten bedrijven slimmer en innovatiever worden. Op kosten kunnen Nederlandse bedrijven niet concurreren. Voor de kunststofindustrie geldt dat bedrijven zich enkel kunnen handhaven als zij opereren als innovatieve spelers. Via het PSP en het CIV PCC kunnen kleinere MKB bedrijven mee blijven doen omdat door bundeling en samenwerking de innovatie infrastructuur veel sterker neergezet kan worden. Investeringen in CIV
Resultaat en return on investement
Financiële bijdrage aan CIV Afstemming over economische ontwikkelingen,
Overheid (provincie, gemeente, Oostnv)
provinciale speerpunten (tijd)
Toename instroom in technische opleidingen Verbetering kwaliteit technische opleidingen Besparing kosten onderwijsontwikkeling door provinciewijde kennisdeling Economische groei in de regio (toestroom nieuwe bedrijven, groei bestaande bedrijven) Verlaging werkloosheid door betere match vraag en aanbod (minder uitkeringen)
12 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
2. Ondernemingen Meer mensen. Bedrijven geven aan dat het steeds moeilijker wordt om mensen te vinden. Een eerste concrete reden om mee te doen met het CIV is dan ook de mogelijkheid om toekomstige medewerkers te kunnen ontmoeten. Profilering branche / imago. De bedrijven geven dat zij het belangrijk vinden dat wereld van ‘polymeren, coatings en composieten’ op een aantrekkelijke wijze voor het voetlicht wordt gebracht. De meeste bedrijven zijn MKB bedrijven waardoor zij individueel de slagkracht missen om dit op een krachtige wijze uit te voeren. In het CIV vinden zij een platform om dit gezamenlijk te doen, waardoor de impact vele malen groter is. Juiste basiskennis. Om de inzetbaarheid van (toekomstige) technici te vergroten geven bedrijven aan dat de basiskennis ten aanzien van nieuwe materialen en toepassingen van deze materialen meer aandacht verdient. Bedrijven geven aan dat de studenten een sterke en brede kern aangeboden moeten krijgen en specifieke modules de kleuring aan de opleiding geeft. Veranderende context arbeidsmarkt vraagt om andere vaardigheden. Daarnaast geven bedrijven aan dat de context waarin bedrijven opereren vraagt om andere vaardigheden van jongeren. Deels zijn deze vaardigheden gekoppeld aan technische kennis, zoals verftechnologie, oppervlaktetechnologie of applicatietechniek. Maar de belangrijkste aspecten liggen misschien wel in het domein van houdingsaspecten en sociale vaardigheden. Dit punt in combinatie met de juiste vakmanschapkennis (materiaal en materiaal gebruik) zorgt voor een modern en toekomstbestendig vakmanschap voor de regio. Met andere woorden: van inhoud naar innovatie. Leggen van verbindingen / stimulering innovatie. Van elkaar kun je leren. Innovatie vraagt om een dynamische context waar je over je eigen grenzen heen kunt kijken en geprikkeld wordt door ontwikkelingen elders. Bedrijven willen graag met elkaar en het onderwijs werken om de voedingsbodem voor innovatie te versterken. Scholing werkenden en het op peil houden van de talentpool. De meeste bedrijven hebben eigen interne opleidingen. Zij geven aan behoefte te hebben aan gezamenlijke opleidingen/ cursussen (leren we onze medewerkers wel de juiste dingen en wellicht kunnen we van elkaar leren). Een aantal bedrijven heeft aangegeven behoefte te hebben aan gezamenlijke talentpools, die zorgen voor flexibiliteit. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 14% van werknemers in de industrie post-initiële scholing volgt. Investeringen in CIV
Resultaat en return on investement
Bijdrage aan wervingsactiviteiten
Verhoging instroom in technische
Bijdrage aan onderwijsontwikkeling (articulatie vraag) Geven van gastlessen/ inzet duo-banen Ontvangen van docenten voor docentstages Bijscholing praktijkopleiders in bedrijven Beschikbaar stellen van stageplaatsen Ontvangen van docenten en studenten voor bedrijfs- en leerbezoeken (bijv. op interessante momenten in innovatieproces) Bijdrage aan nieuwe leeromgevingen (bijv. beschikbaar stellen van
opleidingen in de regio met 15% (vmbo, mbo en hbo!) Snellere opvulling van vacatures (lagere wervingskosten, lagere vervangings- of leegloopkosten) Verbetering kwaliteit nieuw personeel (hogere productiviteit, en minder wervings- en inwerkkosten)
apparatuur, aandragen van praktijkopdrachten voor school of op locatie) Bijdrage aan (ontwikkelkosten) onderwijsmateriaal
Bedrijven
Input leveren aan uitwerken leerbehoefte Bijwonen seminars
Goed opgeleide medewerkers (hogere productiviteit)
Cursusgelden
Lagere opleidingskosten doordat ontwikkelkosten gedeeld worden met andere bedrijven en doordat nieuwe modules voor initieel onderwijs ook ingezet kunnen worden voor post initieel onderwijs
Bijwonen seminars
Beschikbaarheid actuele kennis vanuit
Bezoeken andere bedrijven
onderzoek, wetenschap en andere
Ontvangen andere bedrijven
bedrijven
Meewerken aan onderzoeksprojecten Beschikbaar stellen medewerkers aan andere bedrijven (uitwisselen) Bijdrage aan gemeenschappelijk uit te voeren onderzoek, of gemeenschappelijke apparatuur voor testen en ontwikkelen (PSP)
Vergroten innovatief vermogen medewerkers Betere dienstverlening aan klanten Verkorten time to market Stijging omzet
13 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
3. Onderwijs en Onderzoeksinstellingen Noodzaak voor een gezamenlijke investeringsimpuls in het technisch onderwijs: naar innovatief vakmanschap. Technische opleidingen zijn kostbaar en leggen een grote investeringslast op mbo-instellingen. Het daadkrachtig kunnen omvormen van de huidige opleidingen naar CIV opleidingen vraagt om een gezamenlijke inzet van bedrijven en onderwijs. Op verschillende vlakken moet een slag gemaakt worden van opleidingsinhoud, tot inrichting van opleidingen (meer modulair) tot de wijze waarop studenten in aanraking komen met leersituaties en praktijksituaties. Om dit gericht en daadkrachtig te kunnen doen wordt er bewust gezocht naar een publiek private samenwerkingsconstructie. Het CIV biedt de mogelijkheid om kennis die voortvloeit uit onderzoek en innovaties te vertalen naar mboopleidingen. Het PSP en andere innovatieplatforms kunnen open innovaties (en innovatief vermogen) versterken met een onderwijsagenda. Windesheim en UT kunnen zorgen dat nieuwe kennis terugvloeit naar MBO opleidingen en zo bijdragen aan een doorlopende leerlijn. Het CIV als knooppunt voor ontwikkeling van mbo technisch onderwijs (stimuleren, aansluiten en opbouwen van netwerken). Het CIV zal als knooppunt fungeren waar kennis en expertise bij elkaar komt rond polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen. Het moet zorgen voor een toonaangevende onderwijscontext op mbo niveau rond innovatieve bedrijven. Opleidingen die niet langer achterlopen of niet geheel voldoen aan de vraag op de arbeidsmarkt, maar in de pas lopen met de laatste ontwikkelingen (of zelfs voorop!). Deze ambitie vraagt om een andere manier van samenwerken tussen bedrijven en onderwijs, een andere inrichting en organisatie van het onderwijs, een versterking van de praktijkcomponent in opleidingen en een investering in een innovatief vakmanschapsprofiel. Het CIV als knooppunt voor de bij- en opscholing van techniek docenten. Door samenwerking met toonaangevende bedrijven en onderzoeksinstellingen is het makkelijker om de kennis en kunde van huidige docenten op peil te houden. Polymeren, coatings en composieten en gebruik nieuwe materialen als motor voor vernieuwing. Het laden van een innovatieve vakmanschapsomgeving waar meer aandacht is voor praktijk (en de vertaling richting het onderwijs) en innovatie vraagt om een andere onderwijsomgeving. Het Deltion College heeft binnen Techcovery hier de eerste ervaringen mee opgedaan. Het gaat bijvoorbeeld om een andere inrichting van opdrachten (en de verantwoording richting het KD/ toetsing), het vervlechten van opdrachten (‘door elkaar heen lopen’) en een andere wijze waarop jongeren begeleid worden. Het initieel onderwijs wordt kwalitatief versterkt en aantrekkelijker gemaakt met extra expertise, kennis en faciliteiten van bedrijven. Imago techniek onderwijs. In de huidige opzet (gelet op de lage studentaantallen van een aantal opleidingen) zijn de technische opleidingen (denk aan opleidingen rond spuitgieten en coatingtechnologie) niet aantrekkelijk. Daarnaast moet vanuit het bedrijfsperspectief de opleidingen sterker worden gepositioneerd aan de toepassingkant. Het gebruik van polymeren, coatings en composieten biedt de mogelijkheid om het techniek onderwijs te verbinden aan allerlei innovatieve contexten en maatschappelijke thema’s waardoor techniek meer gaat leven (belevenis). Het gaat ook hier om de slag van inhoud naar innovatie en beleving. Daarnaast geven (potentiele) studenten aan behoefte te hebben aan betere voorlichting over bijvoorbeeld arbeidsmarktmogelijkheden. Werving van nieuwe doelgroepen. Direct verbonden aan het imago van techniek onderwijs is het werven van nieuwe doelgroepen voor techniek (naast de concrete bèta’s die op dit moment de opleidingen volgen). Op deze manier ontstaat er voldoende Onderwijs & Onderzoek massa (leerlingaantallen) om te investeren in opleidingen en de PSP Techcovery vernieuwing verder door te voeren. Bedrijfsleven Werken in de keten vmbo-mbo-hbo. Aantrekkelijke opleidingen moeten goed gepositioneerd worden in de onderwijsketen. Dit betekent dat samengewerkt wordt met vmbo en hbo om voorlichting vorm te geven, aansluiting te optimaliseren en meer met elkaar te doen en van elkaar te leren. CIV Talentontwikkeling. Het mbo onderwijs levert met initieel onderwijs een sterke bijdrage aan talentontwikkeling. Door het richten op een kern met modules ontstaat er ruimte om meer te focussen op bijvoorbeeld bijscholing. Een sterke manier om hier invulling aan te geven is het opvoeren van het alumnibeleid. Vaak blijft ongeveer 90% van techniekopgeleiden in de regio werkzaam. De uitdaging bestaat om vraag vanuit het bedrijfsleven te bundelen en te expliciteren. Vraagarticulatie en bundeling. Voor kleine en middelgrote bedrijven is het niet eenvoudig de scholingsbehoeften gestructureerd uit te voeren. Het onderwijs wil het bedrijfsleven helpen bij de vraagarticulatie en vraagbundeling. Op deze ontstaat er motief en input voor ontwikkeling van het onderwijs. 14 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Voldoen aan behoefte en leervragen studenten. Daarnaast geven studenten behoefte te hebben aan een sterke vervlechting van onderwijs en praktijk (geen losse leersituaties). Studenten hebben tevens behoefte aan een bredere oriëntatie middels gastlessen en bijvoorbeeld het kunnen volgen van minoren in andere richtingen (werken met beroepstaken). Investeringen in CIV
Resultaat en return on investement
Bijdrage aan onderwijsontwikkeling Beschikbaar stellen ruimtes en machines
opdrachten) Verhogen tevredenheid dienstverlening PSP bij
voor onderwijs MBO studenten laten participeren in andere
bedrijven Toename instroom in technische opleidingen
PSP
projecten van PSP
Vergroten innovatief vermogen region Bijdrage aan ontwikkeling leeromgeving en curricula in uren en geld
Toename instroom in technische opleidingen (ook van vrouwen en allochtone jongeren)
Bijscholing docenten (kennis en bedrijfsstages)
Deltion College
Vergroten bedrijvigheid PSP (deelnemers en
Lagere ontwikkelkosten voor vernieuwing technisch onderwijs door samenwerking met bedrijfsleven en
Afstemming met bedrijfsleven en studenten
overheden
en andere onderwijsinstellingen (vmbo-
Vermindering VSV
andere roc’s-hbo-ut)
Vermindering switchers van studierichting Verhoging % studenten dat baan vindt die past bij opleiding of % studenten dat doorstudeert aan hbo (nu 45%) Verhoging % tevredenheid over studie onder studenten, afstudeerders (alumni) en bedrijven Verbetering oordeel studenten en bedrijven over kwaliteit docenten
Studenten
Windesheim
Meer en betere stageplaatsen Bijdrage aan onderwijsontwikkeling mbo in uren en kennisoverdracht Bijdrage aan gezamenlijke projecten in CIV
Verhoging instroom studenten in kunststoftechnologie (hbo en AD) Meer en betere stageplaatsen en onderzoeksopdrachten van deelnemende bedrijven
Inzet en motivatie
Aantrekkelijke en uitdagende leeromgeving
Bereidheid om mee te denken in
Interessante stages
onderwijsontwikkelingen (feedback) Bereidheid om stapje extra te zetten in uitdagende projecten
Goede kwalificaties voor arbeidsmarkt, dus grotere kans op passende baan met loopbaanperspectief
Bereidheid om kennis op te doen uit aanpalende gebieden
Vergroten keuzemogelijkheden in opleidingen
Betere mogelijkheden om door te studeren en meer kennis van studiemogelijkheden Meer kennis van regionaal bedrijfsleven
Bij de start van het CIV PCC zal een monitor ontwikkeld worden waarbij de genoemde kengetallen uitgewerkt worden. Deze monitor zal gebruikt worden voor een nulmeting en zal jaarlijks- of tweejaarlijks herhaald worden. In paragraaf 3.9 resultaten zijn de uitgangspunten voor deze monitor beschreven.
15 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
3.4. Businessmodel CIV polymeren, coatings en composieten Oprichters (partners) -
Deltion College Windesheim Hogeschool Rollepaal Van Wijhe verf Provincie Overijssel Oost NV Polymer Science Park Gemeente Zwolle Schaepman’s lakfabrieken DSM Zwolle Robertpack Engineering SE Blades Technology Techcovery Maan group
Sleutelactiviteiten -
Acquisitie bedrijven Organisatie onderwijs en onderzoek Organiseren van uitvoeringslocaties en mensen Kennisdeling en ontwikkeling (valorisatie kennis richting het onderwijs) Opleiden en trainingen Vraagarticulatie Ontwikkeling instrumenten voor verbetering aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Middelen -
Polymer Science Park (locatie en machines) Techcovery (fysieke praktijkgerichte leeromgeving) Professionals Bedrijven Studenten
Waarde propositie
Klantrelaties -
WIZZ, BIZZ en BUZZ! Bedrijfsleven/ ondernemers Inzetbaarheid/ employability door hogere relevantie (HRM/ HCA agenda’s) (Nieuwe) medewerkers (opscholing) Nieuwe studenten Gemeenschappelijk opleiden Kennisdeling en kennisontwikkeling Keten denken en ketensamenwerking (Open) innovatie Vraagarticulatie Faciliteiten Delen van de kosten Onderwijs (docenten en studenten) Vertaling kunststof in mbo opleidingen (uniek!) Praktijkgericht werken in een realistisch / uitdagende omgeving. Directer contact dynamiek bedrijfsleven in opleidingsomgeving Actuele ontwikkelingen & trends in beeld Opleidingen met actuele vakmanschapskennis mede ontwikkeld door bedrijfsleven Expliciete bedrijfsvragen vertaald richting het onderwijs. Excellentie door innovatief vakmanschap Moderne faciliteiten voor uitdagend onderwijs
-
Distributiekanalen -
CIV trekkers Bedrijf Ed Kooijman Jan van Uitert Onderwijs Marianne Huisman
Bedrijf tot bedrijf Onderwijs tot onderwijs Bedrijfsleven tot onderwijs (Virtuele) community Co-creatie
Polymer Science Park Techcovery Bedrijfsopleidingen Regulier onderwijs Online kennisfaciliteiten Website
Klantsegmenten -
Bedrijven Studenten en ouders Docenten (onderwijs)
Kosten
Opbrengsten
Investeringen Inrichting locaties (fysiek en virtueel), training docenten
Bedrijven Trainingen, cursussen, ondersteuning en opdrachten, bekostiging O&O
Vaste kosten Faciliteiten, salarissen en beheer
Onderwijs OCW en O&O bekostiging. Inkomsten uit training en opdrachten.
Variabele kosten Salarissen (uren) voor projectdeelnemers, kosten voor gebruik innovatielaboratoria, materialen, scholing, werving en selectie en pr & communicatie
Overheid Gelden uit HCA Chemie, Gelden uit fondsen voor regionale ontwikkeling, Gelden uit fondsen voor arbeidsmarktbeleid
Overheid Versterking innovatiekracht en concurrentiepositie Economische ontwikkeling Samenhang in beleid Onderzoek Explicitering en vertaling van ontwikkelingen richting onderwijs Trends in kunststoffen vertalen naar het beroepsonderwijs Toekomstige onderzoekers en projectmedewerkers
16 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
3.5. Missie en Visie Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap focust zich op meer en betere medewerkers nu en in de toekomst. De invulling van meer en beter wordt bepaald door maatschappelijke programma’s, HCA agenda Chemie en de gebundelde behoefte van bedrijven. Het CIV zal tevens een vinger aan de pols houden ten aanzien van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zodat tijdig een relevant onderwijsaanbod wordt geboden. Missie: Wij willen aan bedrijven, studenten en docenten een inspirerend platform bieden voor het werken met kunststoffen in al zijn facetten en hun innovatief vermogen op dat vlak bevorderen.” Visie: “Door samen te werken vanuit bedrijven, onderwijs, onderzoek en overheid en samen te durven experimenteren ontstaan er nieuwe opleidingsconcepten die zorgen voor innovatief vermogen in de regio die bestaande opleidingen versterken en die studenten motiveren om voor techniek te kiezen”. Het succes van het CIV is afhankelijk waarin het de volgende begrippen weet te vullen: Wizz (actuele en uitdagende kennis), Bizz (koppeling van onderwijs met praktijk en bedrijfsleven) en Buzz (dynamiek, aantrekkingskracht: hier gebeurt het en daar moet je bij zijn!) 3.6. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap: positie in speelveld Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is spelverdeler die ervoor zorgt dat de verschillende partijen op een juiste wijze worden aangespeeld en op elkaar zijn ingespeeld, zodat tijdig oplossingen voor verschillende vraagstukken wordt gevonden. Overheidsbeleid
Human capital agenda topsector Chemie
Bedrijven
Onderwijs, innovatiecentra & kennisinstelling
Bestuur stichting CIV Founders (schil 1) Van Wijhe verf b.v. DSM Zwolle S.E. Blades Technology b.v. Schaepman’s Lakfabrieken b.v. Robert Pack Engineering b.v. Rollepaal b.v.
Founders (schil 1)
Trekker CIV
Praktijkopdrachten & leerplaatsen
Leerinhoud kunststof & toepassing
Voorlichting en werving
Kennisontwikkeling en -deling
Innovatief vakmanschap (excellentie
Talent op peil: werkenden
Potentials (schil 2)
ROC Deltion PSP Techcovery Windesheim
Potentials (schil 2) Open innovatiecentra UT
Bedrijven rond PSP Bedrijven rond Windesheim Leerbedrijven Deltion
WIZZ, BIZZ & BUZZ
Saxion ROC’s
Voldoende gekwalificeerd personeel (meer en beter) Verhoging instroom en doorstroom Nieuwe innovatieve mensen die innovatie stimuleren (mbo, mbo+ / AD) HCA Chemie en economische ontwikkeling gekoppeld aan onderwijscontext Versterking valorisatie en kennisdeling onderwijs – bedrijfsleven (ook onderling) Ondersteuning MKB innovatie
AOC’s V(MB)O PO CIV’s ROC Twente, Aventus CIV’s chemie
Jongeren (en hun ouders) en werkenden
In het schema is weergegeven welke partijen betrokken zijn bij de uitvoering van het CIV. In de kern gaat het om het zorgen voor meer en betere medewerkers. Om hier invulling te geven is een aantal werkgebieden benoemd:
Beroepspraktijk in beeld: praktijkopdrachten en leerplaatsen. Kennisbasis polymeren: kennisontwikkeling en –deling. Curriculum polymeren: leerinhoud kunststof en toepassing. Doelgroep en profiel: innovatief vakmanschap (excellentie). Beroepskolom en instroom: voorlichting en werving. 17 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Leven lang leren: talent op peil.
Onder deze werkgebieden vallen verschillende activiteiten, die resulteren in concrete producten van het CIV. In het onderstaande deel van het schema zijn de omgevingen weergegeven waar de verschillende producten een plek krijgen. Hierbij kan het gaan om bijvoorbeeld nieuwe opleidingsmodules of een bijeenkomst met rolmodellen in het vmbo. 3.7. De stip op de horizon en de hieraan verbonden propositie Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap zal innovatie en economische ontwikkeling ondersteunen door de onderwijsagenda af te stemmen op deze doelen. Met andere woorden het gaat om de rand voorwaardelijke kant van innovatie en niet om het zelf innoveren. De partijen verwachten dat polymeren, coatings en composieten voor de regio Zwolle de frontlijn voor innovatie en revolutie in techniek vormen. Het versterken van deze topsector draagt bij het doel om op een duurzame wijze uit de crisis te komen. Het CIV gaat dit doen door te focussen op toekomst bestendige medewerkers, jongeren en opleidingen. Het onderwijs wil antwoord geven op de belangrijke trends op de arbeidsmarkt. Maar welke zaken moeten vertaald worden naar het onderwijs en aan welke componenten heeft het bedrijfsleven concreet behoefte (op detailniveau – bijvoorbeeld welke kennis moet in een module worden aangeboden). Het gaat om het inrichten van het onderwijs op een dusdanige wijze dat mensen beschikken over de juiste skills. Om hier een krachtige invulling aan te geven zijn op verschillende gebieden acties nodig. In het onderstaande schema is de propositie van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap uitgewerkt op basis van werkgebieden en activiteiten binnen deze gebieden (deze activiteiten worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 4: uitvoering).
3.8. Marketing Voor het positioneren van het CIV PCC wordt een marketing aanpak ontwikkeld gericht op a) positionering van het CIV in regio / provincie, b) verbinden van partners/partijen in de regio en c) werving van studenten – bedrijven. De kwaliteit van de producten en diensten zijn van dien aard dat er sprake is van maximale waardecreatie voor de student en het bedrijfsleven. De marketing budgetten zoals genoemd in de begroting zijn voor voorlichtings- en wervingsdoeleinden. A) Positionering van het CIV in regio / provincie Ten behoeve van de positionering van het CIV wordt een collectieve boodschap op het gebied van Techniekonderwijs in het Overijsselse ontwikkeld en dan specifiek uitgewerkt voor topsector Chemie / PCC. De geformuleerde visie en missie zijn uitgangspunt in het formuleren van de boodschap.
18 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
B) Verbinden van partners/partijen in de regio Op basis van de boodschap gaan de projectleiders aan de slag. Dit doen zij door middel van ´kwartiermaken´ langs alle partners en partijen in de regio. We gaan werken aan onderscheidend klantwaarde waar veel energie wordt gestopt in het achterhalen van de klantvraag. Het CIV gaat snel eerste successen creëren en wil met name de eerste klanten als ambassadeurs inzetten (vrienden van het CIV). Daarnaast is het karakter van het CIV open. Het CIV wil dat zoveel mogelijk partijen deel nemen en zich inzetten voor krachtig en aantrekkelijk techniek onderwijs. Het CIV zal terug te vinden zijn op de websites van de partners. Daarnaast gaat het om persoonlijk contact. De trekkers zullen veel tijd investeren in het opbouwen van netwerken en ‘buiten koffiedrinken’. Geen betere marketing dan persoonlijk contact en mensen die dit met elkaar willen delen. C) Werving van studenten en bedrijven Vanzelfsprekend wordt aandacht besteed aan de promotie van techniekonderwijs en techniek in de beroepspraktijk. De regio wil jongeren motiveren te starten met een technische opleiding, gericht op vakmanschap, werk en ondernemerschap. Bèta is de toekomst, ook voor meisjes. De voorlichting en werving wordt inhoudelijk afgestemd met de andere regio’s waaronder Twente (ROC van Twente). Als vertrekpunt voor het CIV wordt de marketing gericht op polymeren, coatings en composieten, wat techniek in een ander perspectief plaatst. Daarnaast wordt getracht aan te sluiten bij de leefwerelden van jongeren, zodat de verbinding met techniek ook aansluit op de dagelijkse werkelijkheid van de doelgroep. Ontwikkeld wordt met betrekking tot de werving van studenten en bedrijven: Eenduidige boodschap Techniekonderwijs Overijssel voor studenten CIV specifieke boodschap bedrijfsleven en studenten Wervingsacties en accountbezoeken door accountmanagers CIV PCC aan bedrijfsleven Ontwikkeling van een website en vier digitale nieuwsbrieven op jaarbasis Informatiepakketten gericht op voorlichting en loopbaanoriëntatie CIV PCC 3.9. Resultaten Tot slot is het niet alleen nodig om te laten zien wat je gaat doen, maar ook wat je wilt bereiken. In het schema staan per werkgebied de beoogde opbrengsten. De resultaten worden middels de CIV PCC monitor gemeten. Strategische doelen Kwantiteit: Richt zich op het doen instromen en gediplomeerd uitstromen van jongeren die een technische opleiding hebben, al dan niet met kennis van polymeren en een innovatief vakmanschapsprofiel. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de regiovisie en worden gerealiseerd door het uitvoeren van lijn 1 (vmbo-mbo, technobox) en lijn 2 (CIV polymeren, coatings en composieten). Daarnaast gaat het om de bijscholing van werkenden. Kwaliteit: Richt zich op de kwaliteit van de aangeboden producten en diensten. Levensvatbaarheid CIV: Het gaat hierbij om de een sluitende begroting en de participatie van relevante partijen in het CIV. Kwantiteit Verhogen instroom in MBO techniek Verhoging instroom meisjes Verhoging deelname BBL techniek Verhoging doorstroom naar HBO techniek (inclusief AD) Verbeteren rendement MBO Aantal afgestudeerden met innovatief profiel Aantal afgestudeerden met basiskennis kunststoffen, coatings en composieten
Aantal deelnemers aan bedrijfstrainingen van het CIV (leven lang leren) Aantal innovatieve stageprojecten per jaar Aandeel docenten dat bedrijfsstages heeft gelopen Aantal gastlessen door bedrijven per jaar Kwaliteit Tevredenheid studenten over kwaliteit opleiding (inclusief docenten) Tevredenheid bedrijven over kwaliteit initiële opleiding Tevredenheid deelnemers bedrijfstrainingen (leven lang leren) Tevredenheid docenten over ondersteuning CIV Tevredenheid bedrijven over het CIV Levensvatbaarheid Aantal deelnemende bedrijven (founders) Aantal deelnemende ROC’s in de regio Aantal deelnemende kennisinstellingen en innovatieplatforms Begroting
Ambities 2011-2017 + 25% + 25% + 10% + 20% + 10% 10% van techniekstudenten op niveau 4 30% van alle techniekstudenten (uitwerken naar richting/ niveau. Kunststof soms verplicht, soms keuzevak) 50 per jaar 10 70% 15 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 20-25 3-5 3-5 3% rendement op exploitative, sluitend zonder subsidie (2018)
19 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
4. Uitvoering CIV en het eerste jaar 4.1. Het werk is reeds begonnen In de eerste hoofdstukken zijn de missie, visie, het concept en de doelstelling van het CIV polymeren, coatings en composieten beschreven. Omdat het CIV middels co-creatie is ontstaan, is het werk feitelijk gestart. De verschillende participanten hebben helder verwoord waar zij behoefte hebben, wat zij in het CIV willen ‘stoppen’ en wat het CIV voor hen moet opleveren. Er liggen stevige fundamenten zoals het Polymer Science Park, het kunststof lectoraat bij Windesheim, Techcovery (met bijvoorbeeld het project ‘training tomorrows technicians’) en de ruime ervaring die het Deltion College heeft met projecten rond bijvoorbeeld ondernemerschap. In het CIV PCC staat de nieuwe technologie en de toepassing ervan centraal. Het gaat het versterken van mbo-opleidingen, nieuwe aantrekkelijke leercontexten (zoveel mogelijk in of met de praktijk) te vervlechten met het onderwijs, imago van techniek te verbeteren en het talent nu en in de toekomst op peil te brengen en te houden. In dit hoofdstuk staat beschreven op welke wijze het CIV zal starten, welke werkzaamheden concreet worden uitgevoerd en hoe de beoogde resultaten worden bereikt. 4.2. Start, probeer en maak fouten De belangrijkste boodschap die de verschillende partners tijdens de laatste werkbijeenkomst aangaf was: laten we vooral snel starten en met elkaar dingen uitproberen. Dit betekent dat er is gesproken over concrete activiteiten waarmee het CIV kan starten en duidelijke ontwikkellijnen zijn besproken waar men in de komende vijf jaar aangaat werken. De start van het CIV is een bouwperiode waar sterk ingezet wordt op het versterken van de interactie en waarin de CIV trekker de eerste concrete projecten zal initiëren. De CIV trekker zal taakgroepen oprichten die de ideeën omzetten in concrete producten en activiteiten.Het doel is het genereren van quick wins, zodat het CIV tastbaarder wordt en de successen als motor fungeren voor de uitvoering van de complexere doelen.Aan de randvoorwaardelijke kant is het belangrijk dat ruimte voor ontwikkeling wordt vastgelegd in jaartaken en plannen waarin afspraken over inzet en inspanning worden gemaakt. Maar het credo hierbij luidt: start vooral snel en wees niet bang voor fouten, want van dingen die niet werken kun je vaak het meeste leren. Werkmodel / procedures CIV Binnen het Centrum voor Innovatief Vakmanschap zal volgens een vaste procedure worden gewerkt (valorisatie en disseminatie van kennis richting onderwijs). HTSM Coöperatie Overijssel
HTSM Overijssel Mechatronicacluster Twente
HTSM Overijssel New Energiescluster Stedendriehoek
HTSM Overijssel Materialscluster IJssel-Vecht
1. Kennisbasis polymeren, coatings en composieten (Praktisch/ toepassingskant materiaal) [PSP, UT, HBO, Kenteq, bedrijven en Techcovery]
5. Beroepskolom en instroom (leerlijn, imago, technobox, junior polymer academy) PO, V(MB)O MBO HBO
2. Doelgroep en profiel (analyse) Familygrouping bedrijven/ vragen Werkplekanalyse Functieanalyse In kaart brengen aandachtspunten Inventarisatie (in huis, wat niet)
3. Curriculum polymeren (ontwikkeling) Doelstelling opleidingsactiviteit Doelgroep Inhoud (module) Werkvormen Beschrijving context en randvoorwaarden
6. Leven lang leren Training/ cursus o Alumni o Werkenden o Werkzoekendenen
4. Beroepspraktijk in beeld (implementatie) Programmering onderwijs o Inzet moduls o Praktijk (PSP, techcovery, etc) o Uitwerking routes (bijv excellentie) o BPV/ LOB Organisatie randvoorwaarden
Kennisdeling en valorisatie naar omgeving Kennisevenemten/ seminars Artikelen
Middelbaar beroepsonderwijs
1. prototype / pilot 2. Testen 3. Evaluatie 4. Bijstelling 5. Breed verspreiden
1. prototype / pilot 2. Testen 3. Evaluatie 4. Bijstelling 5. Breed verspreiden
20 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
4.3 Jaar 1 CIV polymeren, coatings en composieten Deze projecten worden planmatig binnen taakgroepen die worden aangestuurd door de CIV trekker uitgewerkt in het schooljaar 2012/ 2013.Vaak gaat het om de eerste pilots en verkenningen. Als zaken werken zal snel het volume worden opgevoerd en ideeën worden verspreid. Vraag bedrijfsleven en onderwijs
Aangrijpingspunt vanuit onderwijs en bedrijfsleven
Beoogd resultaat
Alle techniek opleidingen Vertegenwoordiging CIV bedrijven
Meer basiskennis van polymeren, coatings en composieten
Voorlichting en werving
Leerinhoud kunststof en toepassing
Behoefte aan mensen met kennis van verftechnologie, applicatie-technologie
Team bouw en verf & applicatie Hars, verf en lijmfabrikanten
Praktijk vertalen naar onderwijs
Alle teams
Studenten die stagelopen
Neerzetten aantrekkelijk beeld polymeren, coatings en composieten. Werving en voorlichting jongeren in het vmbo. Aantrekken en interesseren van nieuwe doelgroepen (bèta mentality model).
Alle techniek opleidingen Vertegenwoordiging CIV bedrijven, vmbo scholen (technobox)
Ontwikkeling kennismakingmodule vmbo polymeren, coatings en compositie (verschillende aspecten van techniek, innovatie (status) tot duurzaamheid (biobased). Eerste pilot in het primair onderwijs (3D printing als inspirerend voorbeeld voor nieuwe materialen en toepassingen). Eerste pilot voorlichting middels rolmodellen ook hier bewust aandacht voor de concrete bèta, de ondernemer en de generalist (actuele thema’s zoals bio-based, duurzaamheid en afvalreducatie). Aanhaken bij programma lijn 1 vmbo - mbo Training docenten werken met innovatieve bedrijven en projecten. Selectie pilot groep studenten. Start: extra bedrijfsbezoeken, in combinatie met verschillende disciplines werken en een uitdagende praktijkopdracht. Samen met het kunststof lectoraat Windesheim en PSP werken aan de vertaling van kunststof naar de mbo omgeving. Gesprekken met Windesheim over een AD kunststoftechnologie
Innovatief vakmanschapsprofiel (Excellentie)
Behoefte aan de werknemers die mee kunnen draaien in innovatieve en uitdagende omgevingen. Extra aandacht voor de excellente student die meer wil.
Team Engineering en werkvoorbereiding (eventueel aangevuld met mechatronica), Windesheim en PSP
Mbo+/ AD/ Trainee
Team Engineering en werkvoorbereiding (eventueel aangevuld met mechatronica), Windesheim en PSP
Ontwikkeling actuele vakmanschapskennis Zicht op ontwikkelingen in de markt
Sollicitatie docenten alle teams (mensen die staan te springen!)
Eerste vijf docentenstages
Interactie en dichter bij elkaar brengen onderwijs – bedrijfsleven
Alle teams en CIV bedrijven
Eerste seminar over polymeren, coatings en composieten in relatie tot het mbo onderwijs (en uitrol CIV agenda). Inrichting projectbureau waar bedrijven projecten kunnen afgeven en vragen kunnen stellen (binnen 48 uur antwoord).
Praktijkopdrachte n en leerplaatsen
Kennisontwikkeling
Talent op peil
Ontwikkeling module kunststof 1 mbo (basiskennis). Ontwikkeling plannen voor uitwerkingvan de modules kunststof 2 en kunststof 3. Samen met het kunststof lectoraat Windesheim en PSP werken aan de vertaling van kunststof naar de mbo omgeving. Inrichting testlabs (ruiken en proeven nieuwe materialen en eigenschappen). Ontwikkeling module verf- en applicatietechnologie. Specifieke maatwerkmodule voor hars, verf en lijmfabrikanten. Deze module kan als training of kopmodule worden aangeboden.
Innovatie vraagt om versmelting disciplines (over eigen (vak)grenzen heen kijken.
Alle teams/ Kenteq/ Innovam (analyses)
Gezamenlijk kijken naar materiaal gebruik Meer samenwerking ten aanzien van machinegebruik en kennis
Vraagarticulatie per vakgebied
Alle teams en CIV bedrijven / hogescholen
Concretisering ontwikkeling modules voor komende jaren (waar behoefte, massa en voldoende generiek). Inrichting online platform voor kennis en materiaal deling.
Trends en ontwikkelingen sneller meenemen in het beroepsonderwijs (modernisering)
Alle teams en CIV bedrijven/ SBB/ kenniscentra
Mbo-ers meedraaien innovatie. Excellente jongeren die op een praktische wijze meedraaien met innovatieve projecten geladen bij PSP of Techcovery. Meer praktijk in onderwijssituatie zodat de ‘beleving’ wordt versterkt (alle studenten). Bij- en opscholing werkenden en werkzoekenden
Team Engineering en werkvoorbereiding (eventueel aangevuld met mechatronica) CIV bedrijven met een concrete innovatieopdracht
Alle teams, CIV bedrijven en gemeente / provincie
In een drietal sessies zullen docenten en mensen van de werkvloer praten over a) welke relevante trends komen op het mbo af en moeten meegenomen worden in de ontwikkeling van het onderwijs en b) welke elementen op korte en lange termijn verwerkt moeten worden. Eerste pilot bij PSP waar mbo-ers meedraaien met hbo-ers. Eerste pilots (minimaal vijf opdrachten). Werving praktijkopdrachten en inzet studenten. Ontwikkeling plan waarin de eerste ervaringen worden verwerkt en de vervolgstappen staan beschreven om praktijk op een structurele wijze in te bedden in het leerproces.
Gesprekken over meerjarige opleidingsplannen (inhoud, aantallen). Uitwerking groeiplan voor cursussen en trainingen.
21 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Bij de uitvoering van de bovenstaande activiteiten zijn alle opleidingen betrokken. Echter de focus aan het begin zal op een beperkt aantal opleidingen liggen. Dit wordt omgezet in een concrete planning. Deze opleidingen zien directe toepassingsmogelijkheden het gaat om de volgende opleidingen (inclusief huidige studentaantallen): Opleiding
Studentaantallen (2011/2012)
Medewerker schilderen en industriële lakverwerking (2/3) Middenkader engineering (4). Met de uitstromen: Werktuigbouw Elektro Installatie Industrieel product ontwerp Commercieel technicus Machinebouw mechatronica (2-4) AOT (4)
196 301
78 29
Bron: DUO (2012)
Groeimodel opleidingen Het CIV zal pragmatisch starten en zich geleidelijk ontwikkelen. Hierbij zal het credo ‘alles kan, maar niet alles past’ worden toegepast. Dit geldt ook voor de opleidingen. Niet alle opleidingen zullen bij het start van het centrum meedraaien. Sommige opleidingsteams hebben aangegeven zeker te willen te participeren en het CIV vooral te willen gebruik om het moment te bepalen waarop zij met opleidingen moeten aanhaken. Het gaat hier bijvoorbeeld om de bouw en infra opleidingen. Het team ziet duidelijke verschuivingen in materiaalgebruik, interdisciplinair werken en het bouwproces (taken, rollen en verantwoordelijkheden). De meeste bedrijven hebben op dit moment andere prioriteiten waardoor innovaties langzaam worden vertaald. Echter over enige tijd zullen de innovaties actueel zijn en worden andere vaardigheden van studenten gevraagd. Men wil tijdig aanhaken en middels het CIV een snelle basis leggen voor de ontwikkeling van de opleidingen. In het onderstaande schema staat het groeimodel naar opleidingsclusters weergegeven:
4.4 Werkgebieden nader toegelicht In de volgende paragrafen zullen de activiteiten binnen de werkgebieden inclusief de resultaten worden benoemd. 4.4.1 Beroepskolom en instroom: voorlichting en werving De centrale opdracht van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is het leveren van een duurzame bijdrage aan meer en betere vakmensennu en in de toekomst. De tekorten in specifieke takken van de techniek zijn groot. Sommige bedrijven hebben al enkele jaren geen stagiaires kunnen vinden. Een belangrijk speerpunt van het CIV zal liggen in het zorgen voor voldoende aanwas. Met andere woorden meer vakmensen. Op dit moment kiest slecht 20% van de jongeren voor een technische studie. Dit percentage is te laag om te kunnen voldoen aan de vraag van de bedrijven. Aanbrengen van focus In de regio zijn verschillende initiatieven die techniek onderwijs promoten. Het gaat om het bundelen en focussen van deze initiatieven (bijvoorbeeld first lego league en het opzetten van de ‘junior polymer academy’ op het PSP). Door de focus te leggen op polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen ontstaat een rode draad die alle sectoren van techniek raakt. De invulling hiervan verschilt per opleiding en per cluster van bedrijven die hieraan gekoppeld 22 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
is. Los van de invulling vanuit het mbo opleidingsperspectief en de individuele behoeften en wensen van bedrijven is er een gedeeld thema: op welke wijze kunnen we meer mensen interesseren voor techniek? Hieraan gekoppeld stellen de bedrijven de vraag: hoe kunnen we ‘de wereld’ van polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen aantrekkelijk voor het voetlicht brengen? In de kern gaat het om het betrekken van keten bij het uitvoeren van bèta techniekbeleid gericht op het bieden van perspectief aan (toekomstige) studenten/ leerlingen in het primair onderwijs, vmbo, mbo en havo. Met specifieke aandacht voor de doelgroepen die momenteel nauwelijks kiezen voor techniekopleidingen (meisjes, allochtonen). Uit onderzoek dat het Platform Bèta Techniek heeft laten uitvoeren blijkt dat veel meer jongeren te interesseren zijn voor techniek. Je moet ze op de juiste manier benaderen en prikkelen. Om de wereld van polymeren op een aantrekkelijk manier voor het voetlicht te brengen zullen we het bètamentality model gebruiken. Naast het motiveren van de concrete beta’s (die voor een belangrijk deel reeds mbo technische studies volgen) middels uitdagende en vernieuwend technologieën en innovaties, zal het CIV zich richten op doelgroepen die in eerste instantie niet geprikkeld worden door techniek. Deze twee groepen zijn: 1) carrière bèta’s en 2) de mensgerichte generalisten. Binnen deze groepen verdienen vrouwen extra aandacht.
Carrière bèta’s. De bedrijven die bij het CIV zijn aangesloten zijn sterke innovatieve bedrijven die wereldwijd opereren. Zij zijn toonaangevend in wat ze doen. Dit brengt status en trots met zich mee. Juist deze aspecten kunnen door krachtige bedrijfspresentaties en gesprekken met rolmodellen (waaronder vrouwelijke ondernemers van het jaar) naar voren worden gebracht. Het gaat niet om platte verleiding, maar om een eerlijk inspirerend verhaal.
Mensgerichte generalisten. De bedrijven die aangesloten zijn bij het CIV zijn bezig met actuele thema’s: duurzaamheid, lichtere materialen, bio-based of bijvoorbeeld het realiseren van systemen die zorgen voor energie neutrale gebouwen middels levende gevels. Deze bedrijven zorgen door nieuwe materialen en toepassingen voor een betere wereld. De nieuwe materialen zijn bijvoorbeeld renewable, besparen energie, verminderen afval, faalkosten of zijn bio-based.
De aanpak Het CIV zal zich sterk maken voor het imago van techniek. Het recept voor deze aanpak is een ketenaanpak (door bundeling meer kracht, van incidenteel naar gefocust en structureel), BetaMentality in de praktijk (meer aansluiten op de belevingswereld van jongeren en ouders), aandacht voor realistische beroeps- en studiekeuze / sector oriëntatie en meer rolmodellen in het po en vo (de verbeelding en inspiratie moet omhoog!). We willen actief mbo-studenten en vertegenwoordigers van bedrijven inzetten om de wereld van techniek op een aantrekkelijke manier neer te zetten. Naast jongeren zal tevens een belangrijk deel van de communicatie gericht zijn op ouders. Concrete activiteiten: Inzet op de ketenaanpak op regionaal niveau o Samenwerking met CIV bedrijven, Techniektalent.nu, TechNet-bedrijfskringen en vrienden van techniek. o Samenwerking met scholen voor primair onderwijs. Geef bijdragen en/of stel faciliteiten ter beschikking om Wetenschap & Techniek voor jonge kinderen op aantrekkelijke wijze zichtbaar te maken. o Samenwerking metde vo-scholen in de regio en actieve participatie in de studie- en beroepskeuzeprocessen op deze scholen. o Samenwerking met hogescholen in de regio. Ontwikkeling voorlichting en oriëntatie modules rond polymeren, coatings en composieten op basis van het bèta mentality model. Deze invulling wordt in samenwerking tussen vmbo, mbo, hbo en bedrijven vormgegeven. o Aandacht voor didactiek ‘hoe breng je het goed over’. o Begeleiding door mbo studenten (peer-to-peer). o Mensen van de werkvloer (CIV bedrijven en almuni van het Deltion College). Inspiratiedagen: o Laten zien van actuele ontwikkelingen (rapid prototyping, 3D printing en laatste technologieën rond biobased materialen) o Gesprekken met rolmodellen (aansprekende voorbeelden uit het bedrijfsleven). o Flitsbezoeken bedrijven (op een dag langs 4 – 6 bedrijven); kennismaken met polymeren vanuit verschillende bedrijven. Gastcolleges Meeloopdagen en gebruik faciliteiten (Deltion Techniek, Polymer Science Park, CIV bedrijven, etc)
23 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
4.4.2. Curriculum polymeren: leerinhoud polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen Het werken met nieuwe materialen en de sterke praktijkcomponent vormt het voertuig voor de modernisering van het mbo technisch onderwijs. Een van de belangrijkste componenten hierbinnen vormt het vernieuwen van de opleidingsinhoud. Het CIV kiest voor het ontwikkelen van modules. Deze modules kunnen als kop op de opleiding worden ingezet, als extra keuze vak of als invulling van de vrije ruimte van opleidingen. Op deze wijze kunnen actuele kennis vanuit de markt, regionale zwaartepunten vertaald worden in het curriculumen programmatisch aansluiting worden gezocht op de topsectoren en het hoger beroepsonderwijs. Hierbij wordt gewerkt binnen het grenzen van het kwalificatiedossier. Waar wrijving ontstaat zal dit worden aangekaart bij de kenniscentra. Actuele kennis: vakmanschap materiaal kennis en de toepassingskant; meer integraal kunnen kijken binnen het bedrijf en binnen het thema polymeren, coatings en composieten en het gebruik van deze materialen. Positie versterken als kennisinstelling op het terrein van vakmanschap. Het gaat om het opleidingsvraagstukken van het regionale bedrijfsleven. Dit betekent dat het Deltion College niet alles zelf wil oplossen, maar ook het leggen van verbindingen met andere partners en kennisplatforms in de omgeving. Mbo-ers spelen een belangrijke rol in de toepassingskant van de nieuwe materialen. Aan de voorkant in applicatietechniek, test opstellingen etc. Maar ook de toepassing in de producten en de verwerking op bijvoorbeeld de bouw. Bedrijven hebben nu te maken met faalkosten, door verkeerde applicatie of gebruik van materialen. Het beschikken van de juiste materiaal kennis. Het tweede profiel gaat om het brede personen (past bij de manier van benaderen van vraagstukken). Natuurlijk een vakcomponent, maar modules rond specifieke zaken (of minoren). Kan gekeken worden naar de vrije ruimte. Vertaling polymeren, coatings en composieten en de toepassingsmogelijkheden en gebieden naar het middelbaarberoepsonderwijs Concrete opdracht: explicitering van behoefte vanuit het bedrijfsleven, ophalen trends en ontwikkelingen (bedrijven en kennisinstellingen). Toetsing aan arbeidsmarktrelevantie en het verkrijgen van voldoende massa (weegt de investering op tov de meerwaarde in de praktijk). Kunnen we risico’s delen binnen het CIV. Ophalen van gemene delers onder aangesloten bedrijven. Welke kennis behoort tot de basis en welke kennis behoort tot het bedrijfsspecifieke deel. Welke technieken komen kijken in het ontwikkelings-, productie en toepassingstraject? Module ontwikkeling In de huidige situatie wordt er in een aantal opleidingen relatief weinig aandacht geboden aan polymeren, coatings en composieten en het gebruik van nieuwe materialen. Verschillende opleidingen zijn sterk gericht op het gebruik van traditionele materialen zoals metaal of hout. Kennis over de nieuwe materialen, de specifieke eigenschappen en het gebruik in de praktijk zou een belangrijke toevoeging zijn aan de opleidingen. De dossiers van het kenniscentra bieden ruimte om meer MBO aandacht te besteden aan de nieuwe materialen en de toepassing hiervan. opleidingen Gezamenlijk zullen het onderwijs en het bedrijfsleven gaan verkennen welke basiskennis van de materialen en de toepassing in module vorm toegevoegd kunnen aan de opleiding. Tevens wordt er gekeken in welke werkprocessen de nieuwe stof ondergebracht zal worden. Hierbij zal gezocht worden naar de gemene delers en of de module voldoende massa heeft (aantallen studenten). CIV
Modulaire opbouw van opleidingen past bij de wens om een sterke kern te bieden en deze te verrijken met modules. Modules kunnen eenvoudig worden verrijkt, aangepast of vervangen. De opleidingen worden flexibeler gemaakt. Om ruimte in opleidingen te maken zullen bepaalde elementen compacter worden gemaakt, andere zullen worden verrijkt en sommige aspecten worden geschrapt (zie afbeelding hier naast). Verschillende type modules Uit de gesprekken met de verschillende betrokken uit het onderwijs en het bedrijfsleven blijkt er behoefte te zijn aan een viertal type modules (of moduleclusters): Onderwijsmodules. Algemene thema modules voor po, vo, mbo en mbo+ over polymeren, coatings en composieten en de toepassing van deze materialen. De modules voor het po en vo kunnen ingezet worden voor werving en voorlichting. Het idee is om in deze laatste modules gebruik te maken van 3d-printing. Bij de uitvoering van deze modules zullen waar mogelijk ook mbo en hbo studenten ingezet worden. Kunststofmodules. Generieke moduleserie over polymeren, coating en composieten en materiaal gebruik. Deze modules worden opgebouwd volgens het stramien: kunststof 1 (niveau 2 en hoger, basiskennis), kunststof 2 24 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
(niveau 3, gericht op aansturing) en kunststof 3 (niveau 4, gericht op beslissingen over materiaal gebruik op basis van eigenschappen, kosten, etc). Specialistische modules (bedrijfstak specifiek). Specifieke modules gebaseerd op specifieke vragen vanuit bedrijvenclusters. Denk aan: verftechnologie, oppervlaktetechnologie, maar ook aan veilig werken rond kunststoffen. Vakmanschapsmodules. Modules rond innovatief vakmanschap, mbo+ en trainee-trajecten. Dit zijn de modules voor de studenten die een extra uitdaging kunnen gebruiken (excellentie). Hierbij kan gebruik gemaakt worden van kennis opgedaan in praktijkopdrachten bij techcovery, PSP en kunststoflectoraat.
Deze modules kunnen vertaald worden tot commerciële trainingen of (korte) cursussen.In de modules kunnen verschillende gebieden terugkomen: Kiezen van materialen (product, prijs, eigenschappen, etc). Materiaal gebruik en toepassing (verhitting, verlijmen, stresstesten, kan ik het gieten, etc?) Productontwerp en materiaal gebruik (inclusief maken van prototypen). Productieproces kunststoffen. Mechanische eigenschappen. Recycling en milieuaspecten. Minors en kunststof opleiding Tevens is de wens uitgesproken om bepaalde minors te kunnen volgen vanuit andere opleidingen / sectoren. In CIV zal de mogelijkheid worden verkend. Daarnaast is de wens uitgesproken om een mbo+ opleiding te realiseren. Gelet op de eisen aan de personen die deze opleiding willen volgen, moet er goed gekeken worden naar de positie.Is deze opleiding in mbo terug te vinden of zijn de eisen dermate zwaar dat bijvoorbeeld een niveau 5 opleiding (associate degree) eerder in aanmerking komt. Deze opleiding kan verbonden worden aan trainee trajecten waar bedrijven behoefte aan hebben. Randvoorwaardelijk De verschillende personen uit het onderwijs geven aan dat het leggen van verbindingen tussen de opleidingen van belang is. Daarnaast zullen de nieuwe modules uniform naar buiten gepresenteerd moeten. Het ontwikkelen van een standaard format voor module-ontwikkeling is stap 1. Concrete activiteiten: Ontwikkeling inventarisatie middel om wenselijke technische, houdings- en sociale aspecten te vertalen naar modules. Betrekken verschillende partijen bij module ontwikkeling (bedrijven, UT, HBO, VMBO, MBO en PSP) Gebruik informatie van studenten die stagelopen bij CIV bedrijven voor vertaling richting onderwijs. Daarnaast activiteiten uitvoeren die onder ‘kennisontwikkeling intern en extern’ staan. Hierbij gaat het onder andere om het opvoeren van interactie tussenscholen van docenten (actualiseren wederzijdse kennis). Ontwikkeling van stageplus trajecten en ketenstages in de toekomst (meerdere bedrijven, verschillende disciplines). 4.4.3. Kennisbasis polymeren: kennisontwikkeling intern en extern Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap zal op een vraaggerichte wijze invulling geven aan de verschillende activiteiten. Om dit op een goede manier te kunnen doen is een goede vraagarticulatie cruciaal. Om elkaars behoeftes en wensen te kennen – en niet onbelangrijk de beperkingen – is het van belang dat het CIV sterk inzet op interactie en kennismaking. Actuele kennis in het onderwijs Om actuele kennis uit het bedrijfsleven snel binnen het onderwijs te kunnen brengen zijn er tweetal lijnen: o Docenten moeten geschoold worden in de actuele kennis en een deel van de tijd in het bedrijfsleven stagelopen om hun kennis op te frissen. o Meer werknemers uit het bedrijfsleven voor de klas. Zij hebben hebben de meest recente praktijkervaring en kunnen daarmee state-of-the-art kennis overbrengen. Dit kan door gastdocenten of het stimuleren van combibanen. Het is noodzakelijk dat studenten, uit de eerste hand, worden opgeleid voor die vaardigheden waar het zo dynamische technisch beroepenveld om vraagt. Het CIV zet in op praktijkstages voor docenten en een investering in praktijkgerichte lessen. Het opleidingsniveau van docenten moet omhoog, zij dienen op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen in hun vak, zowel in theorie als in de beroepspraktijk.
25 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Concrete activiteiten (gericht op professionals in het onderwijs): Meer professionals uit het werkveld voor de klas en docenten professionaliseren in het werkveld. Introduceer veel meer combi-banen in bedrijfsleven en onderwijs en maak stages tot een vast onderdeel van de professionalisering van zittende docenten. o Trainingsroute voor docenten: up to date kennis polymeren, coatings en composieten o Trainingsroute voor docenten: werken in de keten en ketensamenwerking o Trainingsroute voor praktijkopleiders innovatief vakmanschap. Vakdidactiek in begeleiden excellente studenten (doortoetsen, uitdagende extra opdrachten, begeleiden complexe stages met hbo en mbo) o Selectie/ sollicitatie CIV docenten en mensen uit het bedrijfsleven voor kennisontwikkeling in het kader van het CIV. Organiseren kennisdelingsmomenten (fysiek en virtueel) o Organisatie kennisbijeenkomsten gericht op in het beeld brengen trends en vertaling richting het mbo onderwijs. o Ontwikkelde producten worden open gedeeld met andere scholen. o Evenementen en seminars (techcovery, PSP). Kennisdeling en vraagarticulatie Naast de betere kennisbenutting onder docenten en mensen uit de praktijk gaat het om kennisdeling en ontwikkeling (ontwikkelgroepen en bijvoorbeeld organisatie van seminars). Hieronder valt ook het delen van kennis met andere CIV’s en mbo-instellingen. Het CIV biedt een infrastructuur om zowel fysiek als virtueel kennis rond het CIV als opgedaan binnen het CIV onder te brengen en te delen. Dit netwerk is beschikbaar voor leden van het CIV. De vernieuwing die nodig is binnen het beroepsonderwijs vraagt om een actief samenspel van bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De ervaringen die het CIV opdoen met nieuw materiaal gebruik, excellentie, etc wil het CIV breed delen. Het CIV nodigt andere partijen uit mee te denken en te doen. Concrete activiteiten rond vraagarticulatie: Actief opzoek naar nieuwe ideeën (CIV trekkers) Kijk naar opdrachten en resultaten snel delen en vertalen In bedrijfsopdrachten leren studenten (en werkenden) hun nieuw opgedane kennis in processen en / of producten te verwoorden: beoordelen of deze opgenomen kunnen worden in het curriculum Opzet ideeën- en kennisbank (algemene kennis en voorlichting tot basismodules voor materiaal gebruik). Online portal. Organiseren ontmoetingsmomenten (bijv. evenementen) en benutten ontmoetingsplekken bij Techcovery en PSP. 4.4.4. Beroepspraktijk in beeld: praktijkopdrachten en leeromgeving De bedrijven hebben heldere eisen ten aanzien van huidige Een praktijk voorbeeld – ‘leren leren in de praktijk’ en toekomstige medewerkers. Daarnaast zijn er duidelijke Op dit moment voeren een aantal studenten projecten uit die we met het CIV breed signalen dat beroepen en verhoudingen op de werkvloer willen inzetten. Een goed voorbeeld is het project rond het maken van een dansende robot (het ontwerpen van vijf armen en de aansturing). zullen veranderen. Om betere medewerkers af te kunnen leveren zal het onderwijs en het bedrijfsleven nauwer moeten Het project kent een echte opdrachtgever die de studenten heeft voorzien van een basistekening. De studenten werken aan: samenwerken, zodat men niet achter de feiten aanloopt, Het ontwerp (praktische vertaling). Het vertalen van een idee naar maar tijdig bepaalde elementen toevoegt en verouderde ontwerp. componenten weglaat. Innovatief vakmanschap of excellentie Maken prototypes op 3D printers Maken mallen voor de productie van de schakels (spuitgieten). kan op verschillende niveaus terugkomen:
Technische aspecten: breed/ multi skilled (actuele materiaal kennis) of specifieke kennis zoals oppervlakte technologie. Houdingsaspecten: flexibel, ondernemend/ onderzoekende en gericht op probleemoplossing. Sociale aspecten: gericht op samenwerking en functioneren in uiteenlopende omgevingen.
De studenten moeten echt iets nieuws maken en lopen tegen allerlei problemen aan. Daarbij moeten ze ook met de opdrachtgever praten over zaken die niet kunnen en zelf alternatieven ontwerpen en voorstellen. Zij worden uitgedaagd om kennis te zoeken buiten hun vakgebied (zaken die niet standaard in de opleiding zitten). De studenten gaan ook een aantal weken naar het PSP om daar te praten over materiaal eigenschappen, het bespreken van oplossingen en te kijken naar het productieproces van de kunststoffen. Het belangrijkste verschil volgens de studenten zit in het leerproces. In ‘klassieke schoolopdrachten’ wordt je geleerd om na te maken (leren door te imiteren). In de nieuwe situatie wordt probleemgestuurd gewerkt en leren leren gestimuleerd (buiten de kaders denken en actief opzoek naar de oplossingen).
De focus van bedrijven komt steeds meer te liggen op kennisintensieve activiteiten die sterk samenhangen met research en development, testen en marketing en value chain management. Voor vakmensen op mbo+ niveau betekent dit dat er van hen verwacht wordt dat ze in staat zijn zich te bewegen in een omgeving waarin innovatie een grote rol speelt. Daarin wordt verwacht dat ze breed (multiskilled en flexibel) of sterk in het helpen ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Uit gesprekken met de CIV bedrijven blijkt dat voor deze groep een breed georiënteerde vakman/ vrouw de voorkeur geniet. Ze kunnen over grenzen heen kijken en kunnen in wisselende contexten opereren. Dit maakt de jongere flexibel en met aanvullende modules of trainingen beschikken ze snel over de 26 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
vaardigheden om op een duurzame wijze ingezet te worden. De specialistische kennis op mbo niveau zien bedrijven en het onderwijs eerder bij opleidingen op niveau 2 of 3 waar mensen gerichter voor een bepaald vakgebied worden opgeleid. Het CIV polymeren, coatings en composieten wil de ontwikkeling van deze competentie stimuleren door reële opdrachten van bedrijven direct in aanraking te brengen met situaties waarin multi-skilling of experimenteren van nieuwe oplossingen nodig is. Deze innovatieve projecten worden op excellentie niveau geladen bij het PSP. Doelen zijn: Meer praktijkopdrachten en real-life situatie. Structurele inzet docentenstages (met gerichte leeropdracht en doelen). Inzet op combi-banen (mensen uit de praktijk) in de onderwijscontext brengen. Structurele inzet gastdocenten. Structurele organisatie van kennisbijeenkomsten. Inbedden bedrijfsbezoeken en excursies in de opleiding. Structurele sturing op stagebedrijven en stageopdrachten (verbetering kwaliteit BPV). Meer sturing op matching. stapeplaatsen- studenten. Meer sturing/ondersteuning op kwaliteit stagebegeleiding binnen bedrijven. Concrete activiteiten: Meer beleving van polymeren, coatings en composieten door meer nieuw materiaal gebruik (met de nadruk op proberen, testen, etc). Van theorie naar echt proberen. Inrichten fysiek omgeving waar ideeën uitgeprobeerd kunnen worden (testlabs). Meer praktijkopdrachten koppelen aan: 1) PSP, 2) Techcovery en 3) (langlopende) schoolopdrachten. Inrichting praktijkruimte richting actuele toepassingen en materialen.Meer werken met kunststoffen en laatste technieken. Meer bedrijfsbezoeken, excursies en gastlessen (naar de praktijk). Structureel ingebed in het onderwijs (niet langer ad hoc, maar door het CIV structureel vertaalt naar onderwijs. Inclusief afspraken met het bedrijfsleven over inspanning en inzet locaties, materialen en machines. Inzet op vervlechting van opleidingen en disciplines binnen het Deltion College. Grenzen tussen vakgebieden vervagen en in de praktijk moeten de verschillende vakmensen ook met elkaar werken. Dit biedt tevens de mogelijkheid om praktijkruimten anders te benutten, de hardware te delen en de toepassing van de materialen breed neer te zetten. Op deze wijze wil het CIV het multi-skilled en probleemgericht werken stimuleren. Daarnaast wordt de leercontext verrijkt door docenten met actuele kennis en een directere bijdrage aan het onderwijs door bedrijven (gastdocenten, etc). Daarnaast kijken naar stages, loopbaan oriëntatieprogramma’s en meer richten op de ambities van het CIV. Stages kunnen bijvoorbeeld ketenstages worden. 4.4.5. Doelgroep en profiel: (innovatief) vakmanschap / excellentie Het excellentie profiel zal teven verder worden uitgewerkt op basis van de ervaringen binnen Techcovery (met name het project ‘training tomorrows teachers’) Daarbij gaat het bij innovativiteit om: flexibeliteit, initiatief, creatief, samenwerking, toekomstgericht en bedrijfsgericht. Om hier invulling aan te kunnen geven zullen verschillende zaken uitgewerkt moeten worden: Meer verbindingen leggen tussen verschillende disciplines (niet alles kunnen, maar breder hebben gekeken). Dit kan door minors te volgen in andere richtingen, of door samen met studenten van andere richtingen schoolprojecten of stageopdrachten uit te voeren. Meer kennis over bedrijfsprocessen, plaats in de keten, projectmatig werken, veiligheid, ondernemerschap, innovatieprocessen. Het zorgen voor nieuwe uitdagende praktijkgerichte leeromgeving met realistische of echte bedrijfsopdrachten. Deze opdrachten kunnen zowel bij bedrijven als in de school uitgevoerd worden. Kijken of studenten die goed zijn sneller door programma kunnen (doortoetsen) en hen extra verdieping of verbreding aanbieden. Stage-plus en in de toekomst ketenstages. Hierbij moet rekening gehouden worden dat het totaal aantal BPV uren omlaag gaat. Het kan voor het creëren van een brede blik ook zinvol zijn om kortere bedrijfsbezoeken (van bijvoorbeeld een dag, met specifieke kijkopdrachten te doen). Bedrijven geven namelijk aan liever langere stages te hebben, of korte bezoeken, maar niet iets er tussen in. Meewerken aan projecten samen met HBO’ers. Excellentie route (voor innovatief vakmanschap) Uitgewerkte innovatief vakmanschap - en excellentieroute. Om te voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven zullen meerdere componenten worden uitgewerkt: 27 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Excellentiemodules voor niveau 4 (10% beste studenten) die extra lesstof aangeboden krijgen rond technische kennis, houdingsaspecten en sociale vaardigheden. Denk aan een ondernemende houding, meer aandacht voor taal, veiligheid en combinatie van analyse en probleem oplossend vermogen. Excellente studenten zullen meedraaien bij innovatieve projecten bij het Polymer Science Park, Techcovery of lang lopende schoolprojecten. Deze projecten zijn gericht op werken met andere discipline, samen met mbo en stimuleren jongeren om verder te kijken dan de eigen vak grenzen (leren leren). Deze studenten worden extra belast en uitgedaagd (talent ontwikkeling op het hoogste niveau!). In samenwerking met de Hogeschool Windesheim zal een associate degree opleiding (niveau 5) worden uitgewerkt die voor de CIV bedrijven als kop op niveau kan worden aangeboden. Daarnaast zal deze opleiding worden ingezet om trainee programma’s voor bedrijvenclusters in te vullen (jongeren rouleren over bedrijven).
Het belangrijkste toevoeging van de excellentieroute bestaat op een optimale voorbereiding om aan de hoogste eisen van het bedrijfsleven (technisch, houding en sociaal) te voldoen, sneller door het onderwijs kunnen stromen en een optimale route mbo-hbo behelst. Inhoudelijk worden studenten meer uitgedaagd van projecten die zich richten op imitatie (leren door herhalen) naar een echte praktijkcase waar het einddoel helder is, maar de student verschillende problemen oplossen (kijken over vakgebied, oplossingen bedenken en met andere samenwerken). In deze situatie moet de student ook meer overleggen met de opdrachtgever over onmogelijkheden en het vinden van passende oplossingen. 4.4.6 Leven lang leren: talent op peil Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap maakt zich niet alleen sterk voor werving en een optimale vertaling van de actualiteit in de opleidingen, maar wil zich met de partners inzetten voor het in stand houden van het talentniveau voor werkenden en werkzoekenden. Het CIV zal in overleg met de bedrijven, PSP en het kunststoflectoraat trainingen en cursussen ontwikkelen. Een deel van de huidige werkenden heeft bijscholing nodig en voor de overige medewerkers geldt dat ontwikkelingen in het bedrijfsleven der mate snel gaan dat bijscholing een must is. Publiek-private samenwerking tussen mbo-instellingen, gemeenten en bedrijven biedt kansen voor duurzame scholing van werkzoekenden: door de koppeling van Centra voor innovatief vakmanschap aan economische speerpunten en groeisectoren ligt de route naar werk en opleiden in de praktijk. Concrete activiteiten Ontwikkeling cursussen en trainingen (standaard) Actief alumnibeleid. Alumni vormen een bron van input voor leerbehoeften, kunnen dienen als ambassadeur van het CIV en zijn potentiële afnemers van nascholingsprogramma’s. Ontwikkeling maatwerkprogramma voor bedrijvenfamilies of individuele bedrijven (werken in opdracht). Afspraken met gemeente voor mobiliteitsprogramma’s voor werkenden (gekoppeld aan de economische speerpunten).
5. Financiële analyse 5.1 Inzet en bijdrage Het CIV 'polymeren en nieuwe materialen' is een samenwerkingsverband tussen scholen en bedrijven. Het CIV wordt verbonden aan het Polymer Science Park en Techcovery binnen het Deltion College, waardoor er twee fysieke locaties beschikbaar komen en gebruik gemaakt kan worden van state-of-the-art machines, middelen en kennis. De positionering zorgt er tevens voor dat het onderwijs dichter bij het bedrijfsleven wordt gepositioneerd. De kennisverrijking en de ontwikkeling van producten en diensten worden in projecten vormgegeven en worden uitgevoerd op de locatie van het PSP of Techcovery of praktijkruimten op het Deltion College. Voor het bestuur van CIV zal gebruik worden gemaakt van de publiekprivate samenwerking die bestaat binnen Techcovery. De Raad van Advies zal bestaan uit het bestuur van het Polymer Science Park. De provincie Overijssel heeft middelen gereserveerd om het Centrum voor Innovatief Vakmanschap te ondersteunen. Investeringspartners (in een periode van vijf jaar): het platform Bèta Techniek: 1,9 miljoen, 1,0 miljoen onderwijs en 1,0 miljoen bedrijfsleven, andere partners en regionale / lokale overheid.
28 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Kosten- en baten Founders worden lid voor een periode van 5 jaar. Daarnaast sluiten members aan bij het centrum (jaarlijkse kleine bijdrage). De bijdrage kan in de vorm van tijd (voorlichting, stagebegeleiding, meehelpen module ontwikkeling, gastdocentschap, inzet studenten, inzet docenten, etc), middelen (machines, huisvesting, materiaal, etc) en/ of geld. Founders investeren minimaal €10.000 (‘in kind’ en/ of geld). Zij krijgen hiervoor het volgende terug: 60% in de vorm van studenten, trainingen of kennisbijeenkomsten. 40% in de vorm van werving studenten/ voorlichting, product- en dienstontwikkeling en de organisatie van het CIV.
Uurlonen (voor kapitalisatie inzet uren)
Bedrijven: 100 euro per uur Onderwijs: o management: 100 euro per uur. o docenten: 80 euro per uur. o ondersteunend personeel: 60 euro per uur.
De members stoppen een kleiner bedrag in het CIV (€1.000, ‘in kind en/ of geld). Zij kunnen kosteloos deelnemen aan kennisbijeenkomsten (seminars, etc). Daarnaast kunnen zij participeren in projecten, maar zullen een investering moeten meenemen (geld, tijd of andere middelen). Naast de inbreng van founders zullen trainingen en cursussen aan werkenden rond het werken met polymeren en nieuwe materialen een steeds groter wordende geldstroom vormen. 5.2 Investeringsbegroting Founding partners Deltion College Onderwijs -partners Founders - bedrijven/ open innovatie centra Members - bedrijven Provincie / gemeenten
2013 € 200.000,00 € 5.000,00 € 80.000,00 € 5.000,00 € 40.000,00
2014 € 200.000,00 € 5.000,00 € 100.000,00 € 10.000,00 € 40.000,00
2015 € 200.000,00 € 10.000,00 € 120.000,00 € 25.000,00 € 40.000,00
2016 € 200.000,00 € 10.000,00 € 150.000,00 € 40.000,00 € 40.000,00
2017 Totaal € 200.000,00 € 1.000.000,00 € 10.000,00 € 40.000,00 € 200.000,00 € 650.000,00 € 50.000,00 € 130.000,00 € 40.000,00 € 200.000,00
Totaal partners CIV
€ 330.000,00 € 355.000,00 € 395.000,00 € 440.000,00 € 500.000,00 € 2.020.000,00
Financiering vanuit Ministeries Bijdrage Ministeries Totaal financiering ministerie
2013 2014 2015 2016 2017 Totaal € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 1.900.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 380.000,00 € 1.900.000,00
Totale investering
€ 710.000,00 € 735.000,00 € 775.000,00 € 820.000,00 € 880.000,00 € 3.920.000,00
5.3 Exploitatiebegroting BATEN bedrijven Aantal bedrijven (founders) Aantal bedrijven (members)
Contractactiviteiten: trainingen en cursussen bedrijven en maatwerktrajecten
Opbrengsten (eenheid) Aantal € 10.000,00 Aantal € 1.000,00 Aantal € 500,00
2013 8 € 80.000,00 5 € 5.000,00 0 € 0,00
2014 10 € 100.000,00 10 € 10.000,00 25 € 12.500,00
2015 12 € 120.000,00 25 € 25.000,00 50 € 25.000,00
2016 15 € 150.000,00 40 € 40.000,00 60 € 30.000,00
2017 cum.2013-2017 20 € 200.000,00 € 650.000,00 50 € 50.000,00 € 130.000,00 100 € 50.000,00 € 117.500,00
2018 25 € 250.000,00 60 € 60.000,00 150 € 75.000,00
Totaal_bedrijven
€ 85.000,00
€ 122.500,00
€ 170.000,00
€ 220.000,00
€ 300.000,00
€ 897.500,00
€ 385.000,00
Totaal_onderwijs
2013 € 205.000,00 € 205.000,00
2014 € 205.000,00 € 205.000,00
2015 € 210.000,00 € 210.000,00
2016 € 210.000,00 € 210.000,00
2017 cum.2013-2017 € 210.000,00 € 1.040.000,00 € 210.000,00 € 1.040.000,00
2018 € 210.000,00 € 210.000,00
2017 cum.2013-2017 380.000,00 € 2.000.000,00 € 40.000,00 € 200.000,00 420.000,00 € 2.200.000,00
2018 0 € 40.000,00 € 40.000,00
Onderwijs ROC Deltion en onderwijspartners
Overheid Platform Beta Techniek Provincie en gemeenten
€ Totaal_overheid
€
2013 380.000,00 € € 40.000,00 420.000,00 €
2014 380.000,00 € € 40.000,00 420.000,00 €
2015 380.000,00 € € 40.000,00 420.000,00 €
2016 380.000,00 € € 40.000,00 420.000,00 €
Totaal generaal baten
2013 € 710.000,00
2014 € 747.500,00
2015 € 800.000,00
2016 € 850.000,00
2017 cum.2013-2017 € 930.000,00 € 4.137.500,00
2018 € 635.000,00
Management Personele lasten CIV Inhuur/ vergoeding gastdocenten/ expertise Gebruik faciliteiten Docenten op stage Evenementen Uitvoering trainingen Instroombevordering, PO, VO en MBO (los van programma lijn 1) (MBO) Kennistransfer, w.o. MBO-Polymeer-Portal (virtuele plek) PR en marketing (werving en instroom) Ontwikkeling modules (po, vo, mbo en mbo+) Afschrijvingen Overige lasten Accountantskosten Totaal generaal kosten
2013 € 60.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 25.000,00 € 0,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 40.000,00 € 150.000,00 € 25.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 660.000,00
2014 € 60.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 50.000,00 € 150.000,00 € 25.000,00 € 10.000,00 € 75.000,00 € 75.000,00 € 40.000,00 € 200.000,00 € 25.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 870.000,00
2015 € 60.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 50.000,00 € 150.000,00 € 25.000,00 € 20.000,00 € 100.000,00 € 75.000,00 € 35.000,00 € 150.000,00 € 25.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 850.000,00
2016 € 60.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 50.000,00 € 125.000,00 € 25.000,00 € 24.000,00 € 125.000,00 € 75.000,00 € 30.000,00 € 150.000,00 € 25.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 849.000,00
2017 cum.2013-2017 € 60.000,00 € 300.000,00 € 80.000,00 € 400.000,00 € 60.000,00 € 300.000,00 € 50.000,00 € 250.000,00 € 125.000,00 € 600.000,00 € 25.000,00 € 125.000,00 € 40.000,00 € 94.000,00 € 100.000,00 € 450.000,00 € 75.000,00 € 350.000,00 € 25.000,00 € 170.000,00 € 100.000,00 € 750.000,00 € 25.000,00 € 125.000,00 € 10.000,00 € 50.000,00 € 10.000,00 € 50.000,00 € 785.000,00 € 4.014.000,00
2018 € 60.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 25.000,00 € 60.000,00 € 70.000,00 € 40.000,00 € 20.000,00 € 65.000,00 € 30.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 630.000,00
2013 € 50.000,00
2014 -€ 122.500,00
2015 -€ 50.000,00
2016 € 1.000,00
2017 cum.2013-2017 € 145.000,00 € 23.500,00
2018 € 5.000,00
KOSTEN
Exploitatieresultaat
29 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
5.4 Verduurzaming van het CIV Het Centrum voor Innovatief vakmanschap polymeren, coatings en composieten is een project, maar een vernieuwingsbeweging die ingang wordt gezet. Het doel is het realiseren van een duurzaam CIV dat ook na de impuls vanuit de overheid draait. De investeringsimpuls vanuit de overheid wordt dan ook gezien als een middel om de motor aan te zwengelen. Door de volgende bronnen wordt de duurzaamheid van het CIV gegarandeerd: Bedrijven werken op een structurele wijze samen met het CIV. Het contact is niet langer incidenteel en ad hoc, maar structureel van aard. In mantelcontracten zijn inspanningsafspraken vastgelegd. In deze contracten zijn afspraken gemaakt over de inzet van: o Uren / mensen (bijvoorbeeld gastlessen, ontwikkeling van materiaal). o Het beschikbaar stellen van materiaal. o Het beschikbaar stellen van (oude) machines. o Het gebruik maken van faciliteiten (bij het bedrijf of bijvoorbeeld meedraaien van studenten op het PSP waar het bedrijf een deel van of de kosten voor haar rekening neemt). Het CIV beschikt over vijf jaar over een uitgebreid producten en dienstenaanbod. Meer en meer bedrijven zullen een kleine fee (€ 1.000) betalen om gebruik te kunnen maken van deze producten en diensten. Het CIV beschikt daarnaast over een uitgebreid trainingen en cursus aanbod dat men commercieel met haar partners aanbied. Dit genereert inkomsten voor het CIV. De activiteiten van het CIV resulteren tevens in meer techniekstudenten. Maar studenten betekent ook meer bekostiging en ruimte voor ontwikkeling en innovatie. Een deel van deze extra inkomsten zullen gereserveerd worden voor het CIV.
6. Organisatie en governance Het CIV Polymeren, coatings en composieten (PCC) wordt vormgegeven aan de hand van twee componenten: het formaliseren en inrichten van het CIV PCC, als organisatievorm, met een eigen juridische entiteit en de verbinding (integrale) samenwerking met de subregio’s (en daarbij behorende initiatieven waaronder CIV HTSM van ROC van Twente) in de Provincie Overijssel. Hiermee wordt de organisatie en governance gerealiseerd en gewaarborgd. 6.1 Organisatiemodel - CIV PCC
Raad van Commissarissen CIV PCC (6 leden, publiek-privaat)
Dagelijkse leiding en sturing CIV Ed Kooijman (algemeen directeur)
Jan van Uitert
Marianne Huisman
(programmaleider bedrijfsleven CIV)
(programmaleider onderwijs CIV)
HTSM/Chemie/Polymeren coalities Gelegenheidscoalities (innovatieve bedrijven / MKB)
Gelegenheidscoalities Projecten / leerroutes
Producten en diensten (propositie voor regio)
Zie bijlage voor de CV’s van de trekkers van het CIV. 30 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
6.2 Formaliseren en richten CIV PCC Het CIV PCC wordt geformaliseerd in de rechtsvorm van een Stichting. In de Stichting wordt de publiek – private samenwerking geformaliseerd op basis van gelijkwaardigheid in de samenwerking, eigenaarschap en organisatievorm. Iedere partner in de stichting levert daarbij een evenredige financiële bijdrage. Ten grondslag aan het oprichten van de Stichting ligt het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten. In de te sluiten samenwerkingsovereenkomsten zullen partijen in ieder geval de volgende punten vastleggen: Dat zij voor gezamenlijke rekening en risico CIV PCC gaan vormgeven; Dat zij dat doen in overeenstemming met het businessplan CIV PCC; Dat zij zich voor minimaal vijf jaar verbinden aan het initiatief middels het leveren van een jaarlijkse bijdrage; Welke aard en omvang die bijdrage zal krijgen. Uitgangspunt is dat er een slagvaardige organisatie wordt opgericht, waaraan zowel publieke als private partijen zullen deelnemen. Na het bericht over wel of niet toekenning vanuit het Platform Bèta Techniek wordt binnen 14 dagen gestart met de procedure tot oprichting van een rechtspersoon waaraan de bijdragen worden gedoneerd. De beoogde voordelen van de nieuwe organisatie zijn: Katalysatorfunctie: het op gang brengen van activiteiten samen met andere publieke en/of private organisaties; Kennisvoordeel: het delen van kennis die afzonderlijke partners in huis hebben; Effectiviteit: de deelnemers staan samen sterker ten opzichte van hun omgeving; Risicospreiding: het delen van financiële risico’s met andere partijen (deelnemers lopen alleen risico over het ingebrachte geld); Efficiencyvoordeel. Omdat het niet de bedoeling is dat de nieuwe organisatie winst gaat maken ter verdeling onder de leden, noch het doen van uitkering aan bestuurders, oprichters of aangeslotenen is voor wat betreft de juridische vorm gekozen voor een rechtsvorm met een zogenaamd “onstoffelijk doel” (geen winstuitkering aan deelnemers): de stichting. De stichting is gekozen om de volgende redenen: Een stichting beoogt om met een daartoe bepaald vermogen het in de statuten vastgelegde doel te verwezenlijken. Hierdoor kan dus een duidelijke opdracht aan de stichting worden meegegeven te weten “Vormgeving, beheer en onderhoud CIV polymeren, coatings en composieten”; Het vermogen van de stichting kan slechts worden besteed ter verwezenlijking van het statutaire doel. Aangezien dit doel is vastgelegd in de statuten kan dit niet zomaar worden gewijzigd; In de stichtingsvorm kan gekozen worden voor een bestuur bestaande uit afgevaardigden uit de founding partners van het consortium. Het bestuur van de stichting stuurt de dagelijkse leiding van het consortium aan. De directeur legt rechtstreeks verantwoordelijkheid af aan het bestuur; Bepaalde besluiten van het bestuur van de stichting kunnen worden onderworpen aan goedkeuring. Hierdoor kan aan de partners in het consortium, ook aan de partners die niet participeren in het bestuur van de stichting, toch een bepaald “stemrecht” kunnen worden gegeven via een statutaire Raad van Advies. Op basis van hun wettelijke taak blijven de onderwijsinstellingen eindverantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van het onderwijs. Het bestuur van de Stichting Centrum voor Innovatief Vakmanschap polymeren, coatings en composieten wordt samengesteld uit minimaal 4 en maximaal 6 leden, afkomstig uit de gremia van de founding partners. Daarnaast wordt één plaats in het bestuur gereserveerd voor een lid van het maatschappelijk innovatieprogramma. Dit lid heeft de landelijke en maatschappelijke borging van Centrum voor Innovatief Vakmanschap polymeren, coatings en composieten als expliciet aandachtspunt. 2. Samenwerking CIV polymeren, coatings en composieten op provinciaal niveau met ander CIV’s Binnen de Overijsselse industrie worden op dit moment voor iedere tak drie topconsortia voor kennis en innovatie of Centra voor innovatief Vakmanschap ontwikkeld waarin ondernemers, overheid, onderwijs- en onderzoeksinstellingen samenwerken aan technologische innovaties op de werkvloer. Het smart systemscluster Twente (HTSM), het materialscluster IJssel-Vecht (Chemie) en het new energiescluster Stedendriehoek (Energie). Alle topconsortia werken vanuit een gemeenschappelijke besturingsfilosofie en vanuit een gemeenschappelijke coöperatie Overijssel.
31 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
De coöperatie werkt vanuit 5 elementaire uitgangspunten: 1. Coöperatief samenwerken 2. Kennisontwikkeling, -deling, -circulatie 3. Onderwijs- en productinnovatie 4. Educatief partnerschap 5. Flexibele programmering Hoewel de Overijssels coöperatie werkt vanuit drie verschillende topconsortia die verschillende componenten binnen de industrie bedienen (new materials/ smart polymeric materials, new energies en smart systems) werken de verschillende topconsortia samen binnen de coöperatie Overijssel. Want hoewel kennisontwikkeling binnen de consortia geografisch verspreid zitten, wordt de uitvoering ervan decentraal uitgevoerd. De drie topconsortia zijn dus naast kenniscentrum ook elkaars HUB’s. Opgedane kennis binnen het topconsortium voor kennis en innovatie New Materials in IJssel-Vecht wordt dus bijvoorbeeld ook ‘uitgeleverd’ in de HUB Stedendriehoek. De besturing van het gehele veld vindt plaats vanuit de gemeenschappelijke bedrijfscoöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid coöperatie Overijssel U.A. Hierin participeren de drie topconsortia samen met hun netwerk van ondernemers, overheden, onderwijs en onderzoek. Bovenliggend fungeert het Expertisecentrum HTSM Oost Nederland (ECHO) als kennisbrugfunctie. De coöperatie levert ‘onderwijs- en innovatiediensten’ aan haar leden. Onderwijs begint in deze coöperatie met de kleinste eenheid: onderwijsactiviteit. Dat kunnen dus zijn: het bieden vast (gast)lessen, begeleiden van onderzoek en innovatie, bedrijfsrondleidingen en presentaties, het aanbieden van stages, (leer)banen en werkervaringsplekken, bieden van cursussen, opleidingen toepasbaar in de industrie. De coöperatie Overijssel vertrekt in eerste instantie vanuit de drie topconsortia in Overijssel. Zij legt de fundering en zijn als het ware founding partners. In een later stadium kunnen ook andere topconsortia of techniekafdelingen van bijvoorbeeld Graafschap College toetreden tot de coöperatie, waardoor de coöperatie Overijssel kan uitgroeien tot coöperatie Oost Nederland. In het najaar van 2012 wordt de samenwerking in het coöperatief model tussen de ROC’s verder vormgegeven in de vorm van governance afspraken en bijbehorend convenant. Initiatiefnemers zijn ROC van Twente en het Deltion College. 6.3 Intellectueel en fysiek eigendom Het intellectueel en fysiek eigendom van deelnemende partijen wordt ondergebracht bij de Stichting Centrum voor Innovatief Vakmanschap Polymeren, coatings en composieten. In beginsel houden de deelnemende partijen de intellectuele eigendomsrechten op door of voor deze partijen ontwikkelde formats, opleidingen, producten, onderwijs- en onderzoeksprogramma’s of onderwijs- en onderzoeksmaterialen die zijn ontstaan vóór het aangaan van het consortium. 6.4 Verantwoording: middelen en resultaten Op een tweetal wijzen wordt verantwoording afgelegd: Verantwoording wordt jaarlijks afgelegd in de financiële cyclus van planning en control. Een financieel en inhoudelijk jaarverslag maken hiervan deel uit. De activiteiten die binnen projecten worden uitgevoerd worden middels een PDCA-cyclus gemonitord. Daarnaast worden de resultaten gemeten en gekeken of zij de doel zoals gesteld in het businessplan halen. Deze resultaten en lessen worden vastgelegd en gedeeld. 6.5 Valorisatie van kennis: open organisatie gericht op samenwerking Het CIV polymeren, coatings en composieten is gericht op de regio Zwolle (16 gemeenten). Dit is het natuurlijke voedingsgebied waarin het Deltion College opereert. In de directe omgeving zijn andere mbo-instellingen te vinden. Met deze instellingen wordt intensief samengewerkt (Zwolse 8). Met verschillende mbo-instellingen worden op dit moment projecten uitgevoerd. Landstede wordt samengewerkt in de lijn vmbo-mbo. Met het CIBAP wordt samengewerkt binnen GODO project. Een provinciale aanpak voor topsectoren Met de andere centra voor innovatief vakmanschap die in de regio worden opgericht zijn samenwerkingsafspraken gemaakt op provinciaal niveau. Het coöperatie model voorziet in de samenwerking met het Roc van Twente (Mechatronica cluster / HTSM) en ROC Aventus (New energie cluster). Deze afzonderlijke centra zullen kennis en expertise delen en gezamenlijke thema’s boven de CIV’s oppakken. Niet alleen bedrijven die partner zijn bij het CIV hebben voordeel van de producten en diensten van het CIV, maar alle bedrijven in de regio en de provincie die zich begeven op het vlak van polymeren, coatings en composieten. Door samenwerking met ROC Twente en ROC Aventus zullen modules die ontwikkeld worden bij Deltion ook beschikbaar gesteld worden aan die ROC’s. Daarnaast kan er uitwisseling plaats vinden van studenten en docenten. Omgekeerd doen ROC Twente en Aventus dat voor modules en kennis die zij ontwikkelen op het gebied van Mechatronica en Clean Technology. 32 Versie 1.1 (8 oktober 2012)
Businessplan Centrum voor Innovatief Vakmanschap ‘Polymeren, coatings en composieten’
Ook de doelmatigheid voor nascholingsactiviteiten (een leven lang leren) wordt beter door de vraag uit de hele provincie te bundelen. Open uitnodiging om mee te werken aan vernieuwing Andere (v)mbo-instellingen en kennisinstellingen worden uitgenodigd om mee te draaien in ontwikkeling van nieuwe materiaal en projecten / programma van het CIV. Zij kunnen kennisdelen en halen, meelopen en mee ontwikkelen. Kortom: niet denken in termen van concurrentie, maar gezamenlijk werken aan open innovatie op het terrein van middelbaar beroepsonderwijs op het terrein van polymeren, coatings en composieten. Open delen van leeropbrengsten via verschillende kanalen Als special partner in de samenwerking met het landelijk COE Chemie; Als critical friend in de samenwerking met CIV’s van andere gebieden, die inhoudelijk raakvlak hebben met chemie; Door het verspreiden van leeropbrengsten via diverse kanalen (digitaal, conferenties, publicaties); Als partner in het economische programma van de provincie Overijssel; Door medewerking aan de activiteiten in het kader van kennisvalorisatie die tussen 2013 en 2017 worden uitgezet door het Platform Bèta Techniek.
33 Versie 1.1 (8 oktober 2012)