Centrum voor Innovatief Vakmanschap
Passie voor Biobased
ROC West-Brabant, 8 oktober 2012
Inhoudsopgave Canvas Model Business Plan Centrum voor Innovatief Vakmanschap Passie voor Biobased ................ 4 1.
Wat: concretisering van het CiV ......................................................................................... 5 1.1
Visie en missie ..................................................................................................................... 5
1.2
Achtergrond ........................................................................................................................ 5
1.3
Focus ................................................................................................................................... 6
1.4
De aanpak ........................................................................................................................... 7
2.
Wie: het team ................................................................................................................... 11 2.1
Kernpartners ..................................................................................................................... 11
2.2
Overige partners ............................................................................................................... 14
2.3
Samenwerking .................................................................................................................. 15
2.4
Eerdere gezamenlijke activiteiten projectpartners .......................................................... 15
3.
Hoe: het Business model .................................................................................................. 17 3.1
Het resultaat in 2017 ........................................................................................................ 17
3.2
Diensten per klantsegment............................................................................................... 19
3.3
Verdienmodel ................................................................................................................... 20
3.4
Prestatie-indicatoren ........................................................................................................ 21
4.
Marktstrategie .................................................................................................................. 23 4.1
Risicoanalyse ..................................................................................................................... 23
4.2
Concurrentie-analyse ........................................................................................................ 24
4.3
Promotie en branding ....................................................................................................... 25
5.
Financiën ........................................................................................................................... 27 5.1
Exploitatiebegroting ......................................................................................................... 27
5.2
Investeringsbegroting ....................................................................................................... 29
5.3
Verduurzaming van CiV Biobased ..................................................................................... 29
5.4
Nieuwe financieringsstromen ........................................................................................... 29
6.
Uitvoering ......................................................................................................................... 30 6.1
Implementatiestrategie en fasering ................................................................................. 30
6.2
Plan van aanpak fase 1: opstart, voorbereiding en inrichting CiV .................................... 31
6.3
Fase 2: eerste uitvoeringsjaar ........................................................................................... 32
6.4
Fase 3 en 4: stabilisering en uitgroei, verduurzaming ...................................................... 33
7.
Organisatie en governance ............................................................................................... 34 7.1
Organisatie ........................................................................................................................ 34
Pagina 1
7.2
Managementteam ............................................................................................................ 36
Bijlage 1 ................................................................................................................................................. 38
Pagina 2
Samenvatting Met het CiV Biobased positioneert het mbo zich in het hart van de Biobased ontwikkelingen in de Zuidwest Delta 1. Biobased Economy vormt, naast Maintenance en Logistiek, een van de belangrijkste pijlers onder de economische transitie en de groei van werkgelegenheid van de regio West-Brabant en is van cruciaal belang voor haar economische toekomst. Willem Sederel, general manager Sabic, Bergen op Zoom: “De overgang naar een groene economie zal geleidelijk gaan. In 2020 gaat het misschien om vijf, zes procent en daarvoor zullen we nog hard aan de weg moeten timmeren. Wellicht heeft de regio dan een nieuwe, grote bio-raffinaderij met aanvoer van regionale biomassa en export van allerlei (tussen) producten. Er zullen nieuwe banen ontstaan, met jonge enthousiaste mbo-ers en hbo-ers. Want ook het kennisniveau zal en moet toenemen. Dit is een uitdaging die het onderwijs in de regio goed oppakt.” Biobased Economy vraagt om een structurele heroriëntatie van een groot aantal chemische bedrijven, doordat zij in hoog tempo fossiele brandstoffen zoals olie, vervangen door groene grondstoffen. Agrifood bedrijven richten zich meer en meer op productie van halffabricaten of grondstoffen voor de chemie. Beide categorieën van betrokken bedrijven streven naar duurzame, energie- en waterbesparende productie, hergebruik en waardecreatie, van materialen die tot voor kort als rest/afvalstromen werden gezien. Deze ontwikkelingen vinden bij uitstek plaats in WestBrabant vanwege de aanwezigheid van belangrijke chemische en agrifood (productie)bedrijven en vanwege de goede logistieke aan- en afvoermogelijkheden door de nabijheid van de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen. In de afgelopen maanden is vanuit het Business Plan Biobased West-Brabant een netwerk van bedrijven, organisaties en instellingen opgezet, zijn strategische keuzes gemaakt en zijn de visie en missie met betrekking tot de Biobased Economy geformuleerd. Een van de belangrijkste pijlers voor de realisatie van de geformuleerde visie en missie is het onderwijs. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased Economy van ROC West-Brabant: Passie voor Biobased en het Centre of Expertise Biobased Economy van Avans Hogeschool zijn het fundament onder deze pijler. De aanwezigheid van de toenmalige voorzitter van het Topteam Chemie, de heer Willems, bij de toekenning van de Centre of Open Chemical Innovation status voor de Green Chemistry Campus onderstreept het belang van de Biobased Economy en de noodzakelijke innovaties in bedrijfsleven en onderwijs in de vorm van een Centrum voor Innovatief Vakmanschap en een Centre of Expertise. De Biobased Economy biedt volop kansen voor groei van werkgelegenheid (naar schatting 2.500 fte’s) en mogelijkheden om bestaand én nieuw personeel te boeien en te binden. Kansen voor innovatieve ontwikkeling en inrichting van aantrekkelijk onderwijs en scholing ontstaan mede vanwege de noodzakelijke verbinding van groen onderwijs en techniekonderwijs. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased Economy ontwikkelt en biedt antwoorden op de opleidings- en onderzoeksvragen van het betrokken bedrijfsleven. Onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheden in de Zuidwest delta ondersteunen het CiV Biobased. CiV Biobased draagt bij aan waardecreatie door specifieke USP’ s die meer studenten opleiden voor de Biobased Economy. CiV Biobased heeft een heldere gefaseerde opbouw die aansluit bij de ontwikkelingen in de Biobased Economy, CiV Biobased volgt de governance structuur van het CoE van Avans Hogeschool.
1
CiV Biobased sluit aan bij de Regiovisie West-Brabant die op 17 juli 2012 is goedgekeurd. Pagina 3
Canvas Model Business Plan Centrum voor Innovatief Vakmanschap Passie voor Biobased Partners: Bedrijven: - Sabic, - Cosun, - Cargill, - Suikerunie, - Attero. Onderwijsinstellingen: - ROC West-Brabant, - Avans Hogeschool, - HAS Den Bosch. Overheden: - Samenwerkende gemeenten Regio West-Brabant, - Provincie Noord-Brabant.
Sleutelactiviteiten: - ontwikkeling onderwijsinhoud en lesmateriaal, - uitvoering van onderwijs, - organisatie van de uitvoering van opdrachten, - uitvoering van (onderzoek) – opdrachten. Resources: - docenten en lectoren, - praktijkfaciliteiten onderwijs en bedrijven, - Kennisinstellingen als de Ecocampus en het Kenniscentrum Biobased, - voorzieningen Biobase Europe Terneuzen, - regionaal netwerk Biobased Economy.
Kosten: - personele en materiële onderwijskosten, - leerstofontwikkeling, - locatiekosten, - marketing en PR, - ICT, - managementkosten.
Waarde creatie: Studenten: - aanbod van aantrekkelijke opleidingen, - relevant leren, - opleiding sluit aan bij behoefte bedrijfsleven, - erkend (bedrijfsleven) en maatschappelijk gewaardeerd diploma, - werk en carrière mogelijkheden. Docenten: - ontwikkelingsmogelijkheden, - betekenisvol werk, - ambassadeur van Biobased. Bedrijven: - vakmensen opgeleid voor een nieuwe economische sector, - betere match met toekomstige werknemers, - meer kennis en kunde in het bedrijf, meer innovatie, daardoor versterkte concurrentiepositie.
Relaties: - docenten, - bedrijfscontactpersonen, - vertegenwoordigers bedrijfsleven.
Klanten: - studenten vo, mbo, - docenten mbo, - studenten hbo, - werknemers van bedrijven, - bedrijven.
Communicatie: - diverse schriftelijke middelen, - (social) media, - contact en ontmoeting, - EcoCampus, - fysieke locaties van verschillende Biobased onderwijs en onderzoekactiviteiten.
Baten: - reguliere onderwijsinkomsten OCW en LNV, - inkomsten van bedrijven (uit opdrachten en/of lidmaatschap), - opdrachten voor derden, - subsidie Platform Bètatechniek, - sponsoring in natura; bijvoorbeeld door het gebruik van laboratoriumfaciliteiten, - overige subsidies, w.o. bijdrage Provincie Noord-Brabant via Avans Hogeschool. Pagina 4
1.
Wat: concretisering van het CiV
Dit hoofdstuk beschrijft de kern van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased Economy (CiV Biobased). Hierin komen visie en missie, achtergrond en focus en de relatie met andere innovatieprogramma’s aan de orde. 1.1 Visie en missie Door de initiatiefnemers van het CiV Biobased is als de volgende visie geformuleerd: De Regio West-Brabant neemt een leidende en onderscheidende positie in op het gebied van Biobased Economy. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap bundelt en ondersteunt de samenwerking van onderwijs, bedrijfsleven, overheid in projecten en programma’s en levert een belangrijke bijdrage aan de versterking van het innovatievermogen en de concurrentiekracht van de Biobased Economy in West-Brabant en daarbuiten. Deze visie leidt tot een gedeelde missie van de partners met betrekking tot de ontwikkelingen in de Biobased Economy in West-Brabant. Voorzien in de behoefte aan adequaat opgeleid personeel voor bedrijven en instellingen die actief zijn in de Biobased Economy door intensieve samenwerking van onderwijs, bedrijfsleven en overheid. 1.2 Achtergrond CiV Biobased positioneert zich als de spin in het web op mbo- niveau op het terrein van de Biobased Economy, onderdeel van de Topsector Chemie. Het CiV maakt onderdeel uit van een brede stroom van initiatieven, activiteiten en projecten op het terrein van de Biobased Economy in West-Brabant. De samenhang hiertussen wordt vanuit het bedrijfsleven geborgd in het Platform Biobased Innovations.
Biobased West-Brabant Ondersteunt de ambities van de regio (bedrijven, onderwijs, overheid) om de hotspot te worden op het gebied van BBE in Z.W. Nederland
Pagina 5
De samenhang tussen de onderwijspartners in het CiV Biobased wordt geborgd door de intensieve samenwerking tussen Avans Hogeschool met het Centre of Expertise Biobased Economy, de HAS Den Bosch en het ROC West-Brabant. Doordat ROC West-Brabant actief deelneemt in het Maintenance Education Consortium en Dinalog is ook de samenhang met de beide andere regionale speerpunten Maintenance en Logistiek georganiseerd. Op een recente EU-conferentie in Denemarken is de aanpak met betrekking tot de Biobased Economy in Zuidwest Nederland en Vlaanderen als een uitstekend voorbeeld genoemd voor de beleidsontwikkelingen rond het thema duurzaamheid in Europa. De brede steun van alle belanghebbenden in chemie en agro en de politieke en financiële steun van diverse overheden zijn expliciet benoemd als succesfactoren voor het versterken van de groene economie en de groei van de werkgelegenheid. In de Human Capital Agenda van de Topsector Chemie en in het TKI Chemie wordt de Biobased Economy gekarakteriseerd als een groeiende en dynamische bedrijfstak (nu al is 25-30% van de beroepsbevolking met ca. 15.000 arbeidsplaatsen in West-Brabant hiervan afhankelijk). Deze bedrijfstak vraagt om medewerkers met nieuwe kennis en nieuwe vaardigheden. 1.3 Focus De realisering van het CiV Biobased past uitstekend in de ontwikkelingen met betrekking tot de Biobased Economy in West-Brabant en daarbuiten. De start van de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom waarin ondernemers, onderzoek en onderwijs intensief samenwerken is het vliegwiel voor de ontwikkelingen die in de regio plaatsvinden. In de Green Chemistry Campus ontmoeten grootbedrijf, kleinbedrijf en startend bedrijfsleven elkaar en ontstaan optimale mogelijkheden voor uitwisseling van kennis en ervaring. De verbinding van de Green Chemistry Campus met onderzoeks- en onderwijspartners van binnen en buiten de regio waarborgt dat onderzoeksvraagstukken adequaat kunnen worden opgepakt en dat de Human Capital Agenda voldoende aandacht krijgt. De nauwe samenwerking tussen het CiV Biobased en het Centre of Expertise Biobased van Avans Hogeschool en haar partners HAS Den Bosch en Wageningen UR biedt optimale mogelijkheden om alle opleidingsvraagstukken in een doorlopende leerlijn vmbo, mbo, hbo en wo op te pakken. Het onderzoeksrapport ‘Anticiperen op de Biobased Economy’, LEI Wageningen UR, 2012, beschrijft de opvattingen van het bedrijfsleven met betrekking tot de vereiste competenties van werknemers in de Biobased Economy. Het bedrijfsleven geeft aan geen behoefte te hebben aan ‘Biobased specialisten’ maar aan breed, zo nodig sector overschrijdend, opgeleide vakmensen die samen kunnen werken met andere specialisten. De daarbij behorende competenties zijn samenwerken, creativiteit en schakelcapaciteiten. Daarnaast is vanzelfsprekend ook aanvullende inhoudelijke kennis vereist die van belang is om in het Biobased bedrijfsleven te kunnen werken.
Pagina 6
In het rapport van het LEI zijn 4 opleidingsopties beschreven. Biobased cursus
Een aparte biobased cursus voor iedere (groene) opleiding.
Biobased cursus generiek
Een biobased cursus voor alle leerlingen binnen de (groene) opleidingen.
Horizontale samenwerking
Groene en grijze opleidingen werken samen aan interdisciplinair onderwijs.
Verticale samenwerking
Mbo-studenten werken in interdisciplinaire projecten samen met hbo- en wo studenten.
De betrokkenheid van groen en niet-groen onderwijs in het CiV Biobased maakt het mogelijk om alle Human Capital vraagstukken uit de hele keten van grondstof tot productie en onderhoud vanuit het CiV op te pakken. Het CiV Biobased sluit aan bij de doelstellingen en ambities zoals opgenomen in de Human Capital Agenda van de Topsector Chemie. In de paragraaf ‘Focus en Massa in het mbo’ wordt onder meer verwezen naar de samenwerking van de chemische industrie met Biobase Europe, in Terneuzen en Gent. Vanuit West- Brabant bestaan nauwe contacten met dit initiatief (waar overigens geen Centrum voor Innovatief Vakmanschap wordt opgesteld) zodat overlap wordt voorkomen. De betrokken onderwijspartners in Zeeland en West-Brabant hebben regelmatig overleg om hun activiteiten af te stemmen. 1.4 De aanpak In de beschrijving van het Biobased onderwijs geven we het belang aan van de integratie van onderwijsvorm en onderwijsinhoud. In’ CiV’ zelf is het woord ‘innovatie’ letterlijk ingesloten. In ons onderwijsconcept hebben we een methodiek ontwikkeld die aanzet tot inventiviteit of zelfs innovatief denken. 1.4.1 Visie op leren: integratie van theorie en praktijk, leren te leren De beroepspraktijk vraagt om afgestudeerden die weliswaar veel weten en veel technieken beheersen, maar vooral om mensen die hun kennis kunnen inzetten en doelgericht kunnen handelen in zeer diverse situaties, die datgene wat ze geleerd hebben effectief kunnen toepassen, verantwoordelijkheid op zich durven te nemen en die in staat zijn snel en efficiënt nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven. Dat geldt bij uitstek voor de praktijk van Biobased technologie. Het onderwijs moet de competenties en vaardigheden aanleren die hierop aansluiten. Voor ons is het dus belangrijk dat de praktijk het uitgangspunt voor leren wordt, het gaat immers om het vermogen zich voortdurend nieuwe toepassingen eigen te kunnen maken. Het gaat om ‘leren te leren’. Opleiden moet gericht zijn op het aanzetten tot zelfstandige denk- en leeractiviteiten. Dat betekent dat studenten moeten leren te onderzoeken, te analyseren, te experimenteren, bevindingen toe te passen en uit te proberen in hun praktijk. In de kern gaat het om het stimuleren van het lerend vermogen van studenten. De fasen van leren die we hierin kunnen benoemen zijn achtereenvolgens: 1e fase: Betekenisgericht leren Studenten starten met een oriëntatie op een technisch/biobased vraagstuk, een probleem of situatie uit de praktijk, de manier van werken, enz. Studenten leren hier analyseren en problematiseren, uiteraard gerangschikt naar complexiteit, verantwoordelijkheid en transfer. Het gaat in deze fase om het aanleren van leerstijlen, leren te leren. Pagina 7
De werkwijze is ‘probleemgestuurd’: studenten leren brainstormen, analyseren, onderzoeken, bestuderen, kennis verwerven, ontdekken, zicht krijgen en inzicht krijgen. 2e fase: Toepassingsgericht leren Studenten leren hier hun nieuwe inzichten uit te proberen, toe te passen en te oefenen. In deze fase worden de probleemanalyses vertaald in een planmatige en systematische aanpak om het vraagstuk of probleem uit hun praktijk op te lossen, hun werkuitvoering te verbeteren, enz. Afhankelijk van complexiteit, verantwoordelijkheid en transfer gaat het soms om zowel ontwerp als uitvoering, soms alleen om uitvoering. Het gaat in deze fase om het aanleren van werkstijlen: plannen, organiseren, samenwerken, communiceren, leiding accepteren (soms leiding geven), technisch vaardig worden en anticiperen. De werkwijze is projectgestuurd: studenten leren hier vanuit een probleemstelling (fase 1) op zoek te gaan naar relevante kennis en vaardigheden die leiden tot verbetering van hun competenties en efficiency in hun uitvoering. Vaardigheden die daar voor nodig zijn worden tussentijds getraind en eigengemaakt. 3e fase: Veranderingsgericht leren Dit is de fase van voortdurend reflecteren, leren verbeteren. Studenten krijgen in deze fase het vermogen om vanuit nieuwe toepassingen (fase 2) de verschillende werkwijzen af te wegen en te betrekken op de eigen persoon en het beroep. Het gaat hier om het aanleren van beroepsstijlen. Dat betekent impliciet ook werken aan het innovatievermogen van studenten. De werkwijze is procesgestuurd: in deze fase ligt het accent op het leren reflecteren op toepassingen, handelingen en gebruikte werkwijzen. ‘Meten en verbeteren’ is hier het motto. Werknemers leren competenties zo te integreren dat die effectief kunnen worden toegepast in realistische gevarieerde situaties. Innovatief vermogen is om ook bestaande technieken te gebruiken in nieuwe situaties of om nieuwe technieken te bedenken in bestaande situaties. In deze fases van leren worden leerlingen en studenten in situaties geplaatst die zij gezamenlijk, sector- en discipline-overstijgend, moeten aanpakken. Studenten in groen en niet-groen onderwijs en van vmbo, mbo en hbo werken intensief samen. Het gaat erom de focus “duurzaamheid” binnen vmbo, mbo en hbo te integreren in de lesstof en het ontwikkelen van effectieve leerprocessen die duurzame ontwikkeling mogelijk maken. Het kenniscentrum van de Ecocampus van ROC WestBrabant wordt hiervoor ingezet. 1.4.2 Onderwijsinhoud Het CiV Biobased is gepositioneerd binnen de Topsector Chemie. Het CiV concentreert zich daarbinnen op het snijvlak van de vakgebieden proces- en besturingstechnologie, laboratoriumtechnologie en verwerking en bewerking van groene grondstoffen. De aanwezigheid van ‘groen’ en ‘grijs’ onderwijs binnen CiV Biobased biedt unieke mogelijkheden voor onderwijsaanpak waarbij de hele Biobased keten van grondstof tot eindproduct wordt betrokken.
Pagina 8
proces- en besturings technologie
laboratorium technologie
verwerking en bewerking groene grondstoffen
In de proces- en besturingstechnologie van de Biobased Economy worden kennis, kunde en competenties gevraagd ten behoeve van intensivering van het productieproces. Het gaat om nieuwe technologieën die toegepast kunnen worden in bestaande situaties en voor nieuwe procesinstallaties t.b.v. bio-raffinage. Deze technologieën zijn gebaseerd op minder energiegebruik, minder afval, hergebruik van reststromen en op de verhoging van de capaciteit van installaties en moeten tot slot leiden tot geringere milieubelasting. Daarnaast gaat het om vernieuwende principes in ontwerp, productie, gebruik en onderhoud van procesinstallatie en -apparatuur. Deze vereisen vernieuwing van de bestaande opleidingen in engineering, construction & maintenance, industriële automatisering en mechatronica. De duurzame processen in de Biobased Economy, waarmee eco-efficiënt (energie en materiaal efficiënte procesinstallatie), biomassa, groene grondstoffen en reststromen omgezet worden in biobased materalen, chemicaliën en bio-energie, vragen meer en betere kennis van katalyse, bioraffinage en scheidingstechnologie bij de opleidingen voor proces- en laboratoriumtechniek. De ontwikkeling naar het verwaarden van agro-reststomen vereist van het groen onderwijs een andere kijk op verwerking en bewerking van restmaterialen. Daarnaast is het groen onderwijs betrokken bij de teelt van nieuwe grondstoffen zoals algen, en de ontwikkeling van bioraffinage. De verandering van reststof in grondstof vraagt van de student een andere houding ten opzichte van de producten waarmee hij werkt en vereist dat hij beschikt over aanvullende kennis en vaardigheden over scheidings-, verwerkings- en bewerkingsprocessen. Het gaat dan om vakken als (bio-)chemie, procestechnologie, etc. De reactie van het onderwijs op de beschreven ontwikkelingen vraagt een aanpassing van het huidige aanbod van onze opleidingen. Daarbij is het van belang dat het bedrijfsleven geen behoefte heeft aan Biobased generalisten maar aan Biobased specialisten met brede vakinhoudelijke kennis (incl. beheersing van het Engels), die van belang is in de Biobased Economy en die beschikken over een combinatie van technische en sociaaleconomische vaardigheden. Om verbinding te kunnen maken met andere Biobased specialisten hebben zij daarnaast competenties als ondernemerschap, sociale vaardigheden, onderzoekvaardigheden, e.d. nodig (LEI 2012). Vanwege die uitgangspunten is ervoor gekozen om op de eerste plaats nieuwe Biobased onderdelen te integreren in bestaande opleidingen en pas later over te gaan tot ontwikkeling van nieuwe opleidingen. In de tussentijd kan dan eveneens gewerkt worden aan de noodzakelijke Pagina 9
kennisoverdracht richting docenten in de vorm van masterclasses, deelname aan lectoraten van Avans Hogeschool, bedrijfsstages, etc. Deze deskundigheidsbevordering is een voorwaarde voor een goede leerstofontwikkeling en voor een goede overdracht van kennis en kunde naar studenten. Het CiV Biobased zal het Biobased onderwijs in de komende 5 jaar volgens de volgende fasering ontwikkelen: 1. Introductie van de BioBased context binnen bestaande opleidingen door inbreng van biobased casuïstiek, bedrijfsbezoeken, gastsprekers, enz., 2. Ontwikkeling en uitrol van modules, lespakketten en opdrachten, die aansluiten bij de behoeften van het Biobased bedrijfsleven, 3. Ontwikkeling en uitrol van nieuwe opleidingen BioBased Economy (BBE), 4. Ontwikkeling van een aanbod van gerichte bij- en omscholing voor werknemers van de betrokken bedrijven.
Pagina 10
2.
Wie: het team
Dit hoofdstuk benoemt alle betrokkenen bij het CiV Biobased. Er is onderscheid gemaakt tussen kernpartners en overige partners. Daarnaast bevat het hoofdstuk een beschrijving van eerdere, of nog lopende, relevante projecten van de partners van het CiV Biobased. 2.1 Kernpartners De kernpartners van het CiV Biobased zijn afkomstig van ondernemingen, onderwijs, overheid en overige belanghebbenden. Hieronder wordt per partnergroep hun belang bij het CiV toegelicht evenals hun rol en betrokkenheid bij de verdere uitwerking. 2.1.1 Ondernemingen Het CiV Biobased heeft een directe relatie met de bedrijven die als toeleverancier en afnemer werken in de hele keten van Biobased West-Brabant.
Partners in Biobased West-Brabant
Dit zijn de bedrijfskernpartners van het CiV Biobased: • Sabic Innovative Plastics is een wereldwijd toonaangevend chemiebedrijf (plastics, chemicaliën). Sabic heeft in 2010 ruim 500 octrooien aangevraagd. Sabic is founding father voor de Agro meets Chemie campus ontwikkelingen in Bergen op Zoom, • Cargill behoort tot de 20 grootste bedrijven in Nederland. Is één van de grootste familiebedrijven ter wereld. Cargill is eveneens founding father voor de Agro-meets-Chemie campus in Bergen op Zoom. Participeert onder meer in Biobase Europe, • Nuplex Resins B.V. fabriceert kunsthars voor toepassing in onder andere autolak, verf en drukinkt. Participeert in Biobased West-Brabant. • SuikerUnie is actief in diverse duurzaamheidprojecten en beschikt over een eigen biogasinstallatie. Suikerunie ontwikkelt het ‘Nieuw Prinsenland’ gebied (gebruik van onder meer restwarmte van de suikerfabriek bij glas- en tuinbouwbedrijven. Dit terrein is één van de uitbreidingsgebieden voor het Businessplan Biobased West-Brabant,
Pagina 11
•
Attero werkt aan een nieuwe gasfabriek (Biogas plant for the future) waarin biogas wordt opgewaardeerd tot aardgaskwaliteit.
De genoemde topbedrijven investeren in het CiV Biobased en nemen jaarlijks diensten af die het CiV aanbiedt. De kernpartners van het CiV Biobased zetten expertise in (uren) en faciliteiten (apparatuur en huisvesting). Met deze kernpartners is de keten in de Biobased Economy; agro basisgrondstoffen, verwerking van reststromen, chemie en materialen, volledig afgedekt. Naast de genoemde bedrijven hebben een groot aantal bedrijven een intentieverklaring ondertekend. Dit betreft zowel grootbedrijf als MKB en startende ondernemingen. Deze partners werken samen met het CiV maar kunnen zich nog niet uitspreken over hun toekomstige financiële of materiële bijdrage aan het CiV. Deze bedrijven en een aantal overige belangstellende bedrijven zijn opgenomen in een bijlage. Het CiV Biobased is ontwikkeld en krijgt verder vorm in nauwe samenwerking met het betrokken bedrijfsleven. Deze bedrijven dragen actief bij aan de ontwikkeling en uitvoering van het CiV Biobased. Het belang voor de betrokken bedrijven is gelegen in het feit dat CiV Biobased: • Een bijdrage levert aan het versterken van hun innovatiekracht en hun continuïteit door de inzet, creativiteit en innovatievermogen van jonge, enthousiaste mbo en hbo studenten, • Bewerkstelligt dat voldoende opgeleid personeel op mbo-niveau op korte en op lange termijn beschikbaar is. De bedrijven in de regio hebben op dit moment ca. 15.000 arbeidsplaatsen. Naast de vervangingsvraag is in de komende jaren ook uitbreiding van functies aan de orde. • Ondernemingen door activiteiten van het CiV Biobased, als onderzoeksprojecten, stages, opdrachten, etc. kennis laat maken met en enthousiasmeert voor hun toekomstige werknemers, • Afgestudeerden toegang biedt tot interessante, perspectiefvolle banen in het bedrijfsleven, • Mogelijkheden biedt voor op- en bijscholing van hun werknemers in processen en technieken van de Biobased Economy, • Door de enthousiaste inbreng van leergierige studenten innovatie van productieprocessen en productietechnieken ondersteunt, • Bedrijven betrekt bij en invloed geeft op opleidingsprogramma’s en opleidingsinhoud, • Een aanbod van cross-sectorale opleidingen en opleidingsprogramma’s ontwikkelt dat aansluit bij hun huidige en toekomstige behoeften. Op dit moment is ca. 50% van het personeel in de chemische industrie opgeleid op mbo-niveau. Gemiddeld heeft de sector ca. 3.000 nieuwe instromers nodig vanwege uitbreiding (ca. 800 per jaar) en vervanging (ca. 2.200 per jaar). Bedrijven hebben behoefte aan excellente mbo-ers die zodanig zijn opgeleid dat zij de ontwikkelingen naar een Biobased Economy begrijpen, mee kunnen groeien met de veranderingen in bedrijven en echte ambassadeurs voor het bedrijf waar zij werken. Dergelijke mbo-ers zijn, samen met hbo-ers, in staat de ontwikkeling en invoering van nieuwe processen en technieken in de Biobased Economy te ondersteunen. Enthousiasme, leergierigheid, innovatievermogen en uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden zijn eigenschappen die deze nieuwe werknemers karakteriseren. Volgens het Centre for Biobased Economy van Wageningen UR heeft het bedrijfsleven in 2020 10.000 Biobased professionals nodig op hbo en wo niveau. Aangezien de Biobased Economy als sector zich nog niet op productieschaal bevindt is de specifieke behoefte aan uitvoerend personeel door Biobased bedrijven moeilijk te geven. Specifieke Biobased functies bestaan niet en worden door het bedrijfsleven ook niet geambieerd. Biobased is een onderdeel van de functie die iemand uitoefent als procesoperator of als laborant. Daarnaast laten de huidige ontwikkelingen zien dat de overgang naar een Biobased Economy met Biobased productieprocessen heel geleidelijk verloopt. Er is geen sprake van een plotselinge verdwijning van een door fossiele grondstoffen gedreven bedrijfsleven dat wordt Pagina 12
vervangen door een Biobased gedreven bedrijfsleven. Om die reden treedt ook in de vereiste kwalificaties van het personeel een geleidelijk verschuiving op en geen absolute verschuiving. De groei in het benodigde aantal werknemers specifiek voor de Biobased Economy zal ook geleidelijk plaatsvinden en voor een belangrijk deel samenhangen met de vervangings- en uitbreidingsvraag als zodanig bij het betrokken bedrijfsleven. 2.1.2 Onderwijs Vanuit het onderwijs is het ROC West-Brabant kernpartner. Het betreft in het bijzonder het Radius College in Breda, het Markiezaat College in Bergen op Zoom en het Prinsentuin College in Breda. De kennis, vaardigheden en competenties die noodzakelijk zijn in de Biobased Economy sluiten vooral aan bij de onderwijssectoren laboratorium, procestechniek, engineering, construction en maintenance en ’life science and urban en rural green”. Ook andere opleidingen zoals ICT zijn betrokken. De vmbo-scholen van het ROC die een belangrijke toeleverancier zijn van studenten, zijn betrokken bij het CiV Biobased in de instroomtrajecten die ontwikkeld worden. Binnen het ROC West-Brabant is duurzaamheid een van de college overstijgende kernthema’s. Dit thema krijgt systematisch aandacht in het beleid van het ROC. De activiteiten rond duurzaamheid zijn gebundeld onder de naam EcoCampus. In de komende jaren krijgt deze EcoCampus fysiek vorm in de combinatie van technisch en groen onderwijs in Breda. Avans Hogeschool is actief betrokken bij de opzet van CiV Biobased als kennisinstelling op het terrein voor Biobased Economy. Avans is een van de ‘founding fathers’ van het Biobased Economy Innovations Programma en profileert zich nadrukkelijk als Centre of Expertise voor Biobased Economy. In zowel onderwijs als onderzoek rond Biobased Economy ontwikkelt Avans veel activiteiten. Vanuit Avans (en vanuit het Prinsentuin College) bestaan intensieve contacten met de HAS Den Bosch en de Universiteit Wageningen rond de Biobased Economy. In de voorgestelde prestatieafspraken met het Ministerie van OCW heeft Avans het thema Biobased Economy en het bijbehorende Centre of Expertise benoemd als speerpunt. De reviewcommissie heeft het voorstel van Avans goedgekeurd. De Staatssecretaris van OCW is voornemens dit advies over te nemen. Voor Avans is een Centrum van Innovatief Vakmanschap Biobased dan ook een essentieel onderdeel van de onderwijspijler van het Biobased huis (zie schema pagina 5). Avans is recent zowel in de Keuzegids als in de Elsevier beoordeeld als “Beste grote hogeschool van Nederland” en blinkt uit op de onderdelenstudenttevredenheid, kwaliteit van docenten en praktijkgerichtheid. Avans heeft de kennis en het netwerk van 4 lectoraten rond duurzaamheid, inclusief twee lectoren specifiek op het gebied van Biobased, gebundeld in het Expertisecentrum Duurzame Innovatie, waaraan 6 Academies ( ruim 20 bachelor opleidingen) zich verbonden hebben. Het belang van het CiV Biobased voor het ROC West-Brabant, en in het verlengde daarvan voor Avans Hogeschool en de HAS Den Bosch, ligt in het feit dat: • Nauwe samenwerking met het bedrijfsleven het onderwijs betrekt bij zeer innovatieve ontwikkelingen met betrekking tot producten en productieprocessen van de Biobased Economy, • Onderwijs toegang krijgt tot aansprekende, uitdagende praktijk (onderzoek) opdrachten voor studenten, • Onderwijs de mogelijkheid krijgt samen met het bedrijfsleven opleidingen te ontwikkelen en uit te voeren die direct aansluiten op de behoeften in de Biobased Economy, • Biobased Economy uitstekende aanknopingspunten biedt voor ontwikkeling van docenten, • Onderwijs de mogelijkheid krijgt voor ontwikkeling en uitvoering van groen en niet-groen onderwijs overstijgende, regionale, doorlopende leerlijn (v)mbo - hbo in de Biobased Economy, • Studenten van vmbo, mbo en hbo samen kunnen werken in regionale netwerken en hun kennis en kunde kunnen delen ter verbetering van hun eigen kwalificaties, Pagina 13
•
Aantrekkelijke opleidingen en arbeidsmarktperspectief tot stand komt dat jongeren aan de regio bindt.
2.1.3 Overheid De provincie Noord-Brabant en de gemeenten Breda en Bergen op Zoom (vertegenwoordigd door het Regioverband West-Brabant) zijn betrokken bij het CiV Biobased. De provinciale en de regionale overheid hebben belang bij het CiV Biobased omdat dit een belangrijke bijdrage levert aan realisering van hun economische ambities ten aanzien van de Biobased Economy. Zowel de provincie als de samenwerkende gemeenten hebben herhaaldelijk vastgelegd dat de Biobased Economy een speerpunt vormt in hun economische ambities. Ter ondersteuning van deze ambitie steunt de provincie Noord-Brabant het Kenniscentrum van het Centre of Expertise van Avans met een bijdrage van € 500.000. Deze bijdrage wordt ingezet om de samenwerking tussen de partners te bevorderen. Avans Hogeschool en ROC West-Brabant zijn hierbij de gezichtsbepalende organisaties. Inmiddels heeft de Regio West-Brabant een drietal stuurgroepen ingesteld voor de economische speerpunten Maintenance, Logistiek en Biobased Economy. In de stuurgroepen bepalen ondernemers, onderwijs en overheden op welke wijze zij gezamenlijk inhoud en uitvoering aan het speerpunt willen geven. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap en het Centre of Expertise zijn belangrijke elementen van het speerpunt Biobased Economy. Dit sluit aan bij de ambities van de Topsector Chemie die als een van haar twee ambities formuleerde: “In 2050 staat Nederland bekend als hét land van de groene chemie” (juni 2011). 2.2
Overige partners
Studenten en (toekomstige) werknemers: Studenten, docenten en werknemers van betrokken bedrijven, die het CiV Biobased opleidt, zijn de belangrijkste ‘klanten’ van het CiV Biobased. Voor hen en voor de verbetering van hun kennis en vaardigheden is het CiV Biobased ontwikkeld. Studenten en andere gebruikers van het CiV Biobased gaan input leveren t.a.v. aanpak en inhoud en bij de verdere voorbereiding van de diensten van het CiV Biobased. Overige kennisinstellingen: Vanuit de ‘groene’ poot van het ROC West-Brabant en vanuit Avans Hogeschool bestaan hechte relaties met de HAS Den Bosch en met de Wageningen UR. Het onderzoek dat beide instellingen uitvoeren levert belangrijke kennis op die in het onderwijs wordt gebruikt. Beide instellingen hebben ook een belangrijke rol bij de uitvoering van onderzoeksopdrachten waarbij mbo- en hbo-studenten in het CiV Biobased worden ingeschakeld. Onlangs heeft ook TNO zich gevestigd op de Biobased Campus.
Pagina 14
Overzicht betrokken kennisinstellingen
Hogeschool Zeeland is betrokken bij het programma Biobase Europe en heeft de opleiding Chemie en Acquatische Ecotechnologie en lectoraten op het gebied van duurzame innovatie in het domein water. Overige ondernemingen In de Biobased Economy zijn op dit moment een aantal belangrijke ondernemingen als Sabic, Cargill en Cosun actief. Middelgrote, en kleinere ondernemingen als Synbra, Rodenburg, Nuplex, e.a volgen. In de komende vijf jaar zal het aantal betrokken ondernemingen sterk toenemen. Belangrijke factoren die de groei positief beïnvloeden zijn de aantrekkingskracht van de Biobased Campus met haar erkenning als Centre of Open Chemical Innovation, de betrokkenheid en aanwezigheid van kennisinstellingen als de Wageningen UR, HAS Den Bosch en Avans Hogeschool, het innovatieve karakter van de Biobased Economy als zodanig en haar groeipotentie. 2.3 Samenwerking De provincies Zeeland en Noord-Brabant stemmen hun inspanningen frequent op elkaar af. Tussen de onderwijsinstellingen in West-Brabant en Zeeland bestaan intensieve relaties rond het thema Biobased Economy. ROC West-Brabant werkt samen ROC Scalda in het Platform Procestechniek Zeeland-West Brabant. Met het Bio Base Europe Training Centre in Terneuzen vindt afstemming en overleg plaats over investeringen in lesmateriaal, machines en apparatuur. Avans Hogeschool werkt in haar Centre of Expertise intensief samen met de Hogeschool Zeeland. Het Biobased Innovations Netwerk bundelt een groot aantal vertegenwoordigers van onderwijs, overheid en ondernemingen en werkt daarnaast in verschillende grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden ook samen met ondernemingen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. 2.4 Eerdere gezamenlijke activiteiten projectpartners Een belangrijk deel van de partners werkt al geruime tijd intensief samen in netwerken met betrekking tot het thema Biobased Economy: • Biobased Delta, • Green Chemistry Campus Bergen op Zoom, • Centre of Expertise Biobased Economy Avans Hogeschool. Met initiatieven als het Maintenance Education Consortium (onderdeel van World Class Maintenance) en de samenwerking tussen de Aircraft Maintenance and Training School met de World Class Aviation Academy heeft ROC West-Brabant ruime kennis ervaring opgedaan in de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen Pagina 15
onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Deze ervaringen die betrekking hebben op governance, financiering, rol van het bedrijfsleven en verduurzaming zijn bij de ontwikkeling van CiV Biobased betrokken. Andere relevante projecten zijn: • Tune Techniek Tune Techniek is een zelfstandige stichting, waarin participeren: Avans Hogeschool Breda, Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging, WorldClass Maintenance Education Consortium, Radius College Breda, Markiezaat College Bergen op Zoom. Het programma wordt mogelijk gemaakt door de Provincie Noord-Brabant en REAP. Tune Techniek stimuleert activiteiten die jongeren enthousiasmeren voor de wereld van bètatechniek en levert daarmee een bijdrage aan het beschikbaar komen van voldoende en gekwalificeerd personeel voor de technische arbeidsmarkt in de regio West-Brabant. • TechNet Kring Innovatieve Technieken. TechNet bevordert de regionale samenwerking tussen vmbo, mbo en technische bedrijven. In deze TechNet kringen werken scholen en bedrijven samen aan aantrekkelijker techniekonderwijs en betere loopbaanoriëntatie voor jongeren. • Tot slot heeft het ROC West-Brabant samen met het bedrijfsleven in een groot aantal BiB en HPBO projecten deelgenomen. In de kern richtte een belangrijk deel van deze projecten zich op het afstemmen van opdrachten die in de school en in het bedrijf worden uitgevoerd en daarmee tot curriculum ontwikkeling samen met het bedrijfsleven. .
Pagina 16
3.
Hoe: het Business model
In dit hoofdstuk is het CiV Biobased verder uitgewerkt. Vragen die aan de orde komen zijn: wat heeft het CiV Biobased voor verschillende doelgroepen te bieden? Welke faciliteiten zet het CiV Biobased daarvoor in? Hoe genereert het CiV Biobased haar inkomsten? 3.1 Het resultaat in 2017 Het CiV Biobased realiseert in 2017: • Verhoging van de instroom met 10% per jaar in Biobased gerelateerde beroepsopleidingen, voor 40% afkomstig uit havo en vwo, • Jaarlijkse deelname van 100 werknemers van het bedrijfsleven in de Biobased Economy in aanvullende opleidingen van het ROC West-Brabant, • Jaarlijkse samenwerking tussen 100 studenten van mbo en hbo in onderzoeksopdrachten van het bedrijfsleven, • Een Platform t.b.v. permanente uitwisseling van kennis en informatie over Biobased ontwikkelingen tussen docenten van (v)mbo en hbo en werknemers van de betrokken bedrijven, • Een bekorting van gemiddeld 15% van de periode waarin studenten hun mbo en hbo diploma kunnen behalen, • Jaarlijks 100 oriëntatie trajecten Biobased Economy in bedrijfsleven en onderwijs voor studenten van vo en vmbo, • Onmiddellijke, succesvolle instroom op de arbeidsmarkt na voltooiing van de opleiding. De realisatie van deze ambities vindt plaats door de uitvoering van een groot aantal diensten. Deze worden hieronder toegelicht. 3.1.1
Diensten van het CiV Biobased
Het CiV Biobased heeft de volgende diensten gedefinieerd: •
Instroomtrajecten voor vmbo/vo en mbo studenten en scholieren Uit marktonderzoek blijkt dat in het vmbo/vo kent slechts vijf tot zes procent van de scholieren de term Biobased Economy kent. Na toelichting bleek echter dat dertig tot veertig procent belangstelling had om in deze richting te studeren. Er is dus een groot potentieel aan studenten. Samen met het Platform Procestechniek Zeeland-West Brabant (PZW) zullen naast de al bestaande activiteiten gerichte acties worden opgezet die zijn gericht op de Biobased Economy. Tot deze acties behoren werkbezoeken, gastsprekers, opdrachten, etc. Studenten van mbo en hbo werken mee aan de instroomtrajecten omdat zij als beste ambassadeur van biobased zijn naar hun (iets) jongere generatiegenoten. Deze activiteiten hangen samen met de projecten in de onlangs gehonoreerde aanvraag van ROC West-Brabant voor Programmalijn 1 vmbo en mbo techniek.
•
Cross-sectorale Biobased opleidingstrajecten Eerder is in paragraaf 1.4.2 uitgewerkt volgens welke fasering Biobased opleidingen ontwikkeld worden. De eerste aandacht gaat uit naar de introductie van de BioBased context binnen bestaande opleidingen door inbreng van Biobased casuïstiek, bedrijfsbezoeken, gastsprekers, enz. Daarna vindt de ontwikkeling en uitrol van modules/lespakketten, die aansluiten bij de behoeften van het Biobased bedrijfsleven, plaats. Tot slot worden, indien daar op dat moment behoefte aan bestaat, nieuwe opleidingen BioBased Economy (BBE) ontwikkeld en uitgerold. In de verschillende stappen in deze fasering bestaan mogelijkheden voor extra minoren, praktijkopdrachten van vo, mbo en hbo studenten, gerichte afstudeerstages, e.d. Pagina 17
Vanwege de samenhang en de samenwerking met het Centre of Expertise van Avans Hogeschool ontstaat een doorlopende leerlijn Biobased van vo/vmbo via mbo naar hbo en universitair. Kenmerkend voor alle stappen in het ontwikkelingsproces is dat voortdurend wordt gewerkt in een combinatie van ‘groen’ en ‘grijs’ onderwijs. De nieuwe functies die ontstaan binnen de ondernemingen vragen om een vermenging van kennis en vaardigheden uit verschillende kwalificatiedossiers. •
Gezamenlijke projecten en opdrachten Vanuit het mbo-hbo expertisecentrum voor onderwijs en bedrijfsleven zullen mbo en hbo studenten gezamenlijk projecten en opdrachten uitvoeren, zoals ondersteuning MKB-bedrijven, uitvoering onderzoeksopdrachten, seminars en masterclasses. Uiteindelijk wil CiV Biobased, in samenwerking met het Centre of Expertise, ook opleidingen op maat voor het betrokken bedrijfsleven uitvoeren. Onderdeel van de opleidingen voor werknemers zijn eveneens train-de-docent en train-de-trainer trajecten. Tevens wordt op termijn een Associate Degree ontwikkeld. Deze is bedoeld voor werkende professionals op mboniveau, die geschoold moeten worden in Biobased Economy. In eerste instantie is de Associate Degree vooral gericht op het maken van een inhaalslag binnen bedrijven. Van de huidige generatie werkenden is immers nog nauwelijks iemand specifiek in Biobased Economy geschoold. Via het ROC kunnen werkenden op mbo-niveau een ‘upgrade’ behalen in Biobased Economy, waarna ze een tweejarige deeltijd AD bij Avans kunnen volgen.
•
Facility sharing De onderwijsvoorzieningen van de colleges van het ROC West-Brabant en van Avans Hogeschool zijn beschikbaar voor de partners en voor derden.
Voor uitvoering van de diensten zijn vanzelfsprekend voorzieningen nodig. Deze zijn hieronder uitgewerkt. 3.1.2 Voorzieningen van het CiV Biobased Facility sharing is voor het CiV essentieel. Fysieke procesopstellingen worden door bedrijfsleven, mbo en hbo waar mogelijk gezamenlijk gebruikt. Gelet op de fasering van de onderwijsontwikkeling in CiV Biobased en de daaruit voortvloeiende wens en noodzaak om in eerste instantie in een mbo omgeving te ‘oefenen’, zal de eerste periode vooral gebruik worden gemaakt van faciliteiten die zich bevinden op de onderwijslocaties in Breda en Bergen op Zoom. Pas in latere instantie worden voorzieningen van Avans Hogeschool of van het bedrijfsleven gebruikt. Deze werkwijze maakt efficiënt kostendekkend onderwijs mogelijk. ROC West-Brabant, ROC Scalda en Bio Base Europe Training Centre stemmen af welke voorzieningen zij met betrekking tot Biobased onderwijs realiseren. Zo heeft bijvoorbeeld het Bio Base Europe Training Centre het nodige geïnvesteerd in simulatie van Biobased productieprocessen zodat aanvullende investeringen vanuit CiV Biobased niet nodig zijn. Zo is daar bijvoorbeeld al een Future Biobased Factory: een deels virtuele, real-life opstelling waarin studenten, docenten en werknemers, gezamenlijk leren en werken aan de uitvoering van gesimuleerde werkzaamheden uit de Biobased praktijk. Deelnemers vanuit CiV Biobased kunnen deze voorziening gebruiken. Via de lectoraten van Avans hogeschool heeft het CiV Biobased toegang tot state of the art onderzoeksfaciliteiten. Sabic en Suikerunie hebben al aangekondigd dat lectoren van Avans Hogeschool (i.t.t. tot andere derden) gebruik mogen maken van deze faciliteiten. Vanzelfsprekend kunnen de bedrijven ook de faciliteiten van het ROC West-Brabant benutten.
Pagina 18
Sabic heeft met een extruder al geïnvesteerd in machines en apparatuur bij ROC West-Brabant. Door Analytico is een Integrated Circuit Plasmamachine ter beschikking gesteld. Hiermee kunnen milieumonsters metalen of sporenelementen worden gemeten. 3.2 Diensten per klantsegment De onderstaande tabel toont de relatie tussen de verschillende aangeboden diensten en de verschillende afnemers van het CiV Biobased. vo deelnemer
mbo student
hbo student
X
X X
X
X
X
X
Medewerker bedrijven / Docent onderwijs
X
Diensten CiV Biobased Instroom trajecten Cross-sectorale opleidingstrajecten Gezamenlijke projecten en opdrachten Faciliteiten
Grootbedrijf
MKB bedrijf
Startende onderneming
X X
X
X
X
X
X
X
X
3.2.1 Deelnemers De doelgroep van het CiV Biobased is op de eerste plaats de studenten en de docenten van de huidige, betrokken onderwijspartners. Gelet op de ambitie van CiV Biobased om dé partij te zijn voor onderwijs en scholing op het terrein van Biobased Economy verwachten wij op termijn ook instroom van deelnemers van ROC’ s uit Zeeland, Zuid-Holland en Midden en Oost Brabant. De bestaande samenwerkingsverbanden met andere ROC’ s en hogescholen die actief zijn op het thema Biobased Economy zetten wij daarbij in. De deelnemers zijn als volgt te categoriseren: Middelbaar beroepsonderwijs Het grootste deel van de mbo- studenten is afkomstig van de richtingen procestechniek, laboratorium, engineering, construction en maintenance en ’life science and urban en rural green’. Daarnaast bestaan, gelet op de breedte van de Biobased Economy, ook raakvlakken met ICT en economie. De studenten zijn afkomstig vanuit verschillende colleges van het ROC West-Brabant. Studenten vanuit andere ROC ’s kunnen eveneens instromen. CiV Biobased biedt mbo studenten: • Mogelijkheden voor intensieve, thematische, projectmatige samenwerking met studenten vanuit verschillende richtingen in mbo en hbo in opdrachten die door het bedrijfsleven worden aangedragen, • Mogelijkheden voor gerichte verbetering van hun kennis en kunde door minoren, masterclasses en aansprekende praktijkopdrachten in de topsector Chemie, • Het gebruik van verschillende, up-to-date faciliteiten bij aangesloten onderwijs- en onderzoeksinstellingen, bij het betrokken bedrijfsleven en bij het CiV, • Een uitstekend arbeidsmarktperspectief door de uitstekende relaties van het CiV Biobased met toekomstige werkgevers.
Pagina 19
Docenten onderwijsinstellingen Docenten vanuit de betrokken onderwijsinstellingen zijn een belangrijke doelgroep voor het CiV Biobased. Met het CiV Biobased krijgen zij de mogelijkheid om: • Nieuwe kennis en vaardigheden op te doen waardoor zij in het onderwijs anticiperen en reageren op de ontwikkelingen in het bedrijfsleven dat actief is in de Biobased Economy. Daartoe gaan docenten deelnemen aan de Biobased lectoraten van Avans Hogeschool en participeren zij in masterclasses. • Hun werkzaamheden te verbreden naar nieuwe doelgroepen zoals werknemers van de betrokken bedrijven en studenten van andere onderwijsinstellingen. Voortgezet onderwijs CiV Biobased wil de aantrekkingskracht van het techniek onderwijs en het vergroten van de instroom in het technisch mbo versterken. Het CiV Biobased biedt het vo een aantrekkelijke (praktijkleer)omgeving waarin hun studenten kunnen kennismaken met techniek en de beroepen die in de techniek bestaan, de mogelijkheid voor vo-studenten om samen met mbo en hbo studenten samen te werken aan opdrachten en faciliteiten waar vo-scholen gebruik van kunnen maken. Hoger beroepsonderwijs De hbo studenten zijn afkomstig uit de Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu van Avans Hogeschool en andere betrokken Academies. Studenten van de HAS Den Bosch en van de Hogeschool Zeeland met belangstelling voor Biobased nemen deel. Het CiV Biobased biedt hen: • Mogelijkheden voor intensieve, thematische, projectmatige samenwerking met studenten vanuit verschillende richtingen in mbo en hbo in opdrachten die door het bedrijfsleven worden aangedragen, • Mogelijkheden voor gerichte verbetering van hun kennis en kunde door minoren, masterclasses, lectoraten en aansprekende praktijkopdrachten in de topsector Chemie, • Het gebruik van verschillende, up-to –date faciliteiten bij aangesloten onderwijs- en onderzoeksinstellingen, bij het betrokken bedrijfsleven en bij het CiV Biobased. Werknemers bedrijfsleven De werknemers van de betrokken bedrijven krijgen vanzelfsprekend ook toegang tot het CiV Biobased. In het kader van leven lang leren biedt het CiV Biobased hen: • Verwerving van nieuwe kennis en vaardigheden waarmee zij reageren en anticiperen op de ontwikkelingen in hun bedrijf en op de meest actuele behoeften van hun werkgevers, • Kennis en kunde delen met studenten en hen inspireren en enthousiasmeren voor techniek. Bedrijfsleven Het bedrijfsleven in het CiV Biobased zijn niet alleen de bedrijven die nu als partner bij het CiV betrokken zijn. In de komende jaren zullen meer bedrijven geheel of gedeeltelijk elementen uit de Biobased Economy gaan oppakken. Het is de ambitie van het CiV Biobased om hét kennis- en leercentrum te zijn voor al deze bedrijven en een belangrijke rol te spelen bij de opleiding van hun toekomstig personeel en hun huidige werknemers. Het CiV Biobased biedt het bedrijfsleven: • Voldoende instroom van goed opgeleide vakmensen, • Optimale kennismaking met toekomstige werknemers, • Ondersteuning voor (toegepast) onderzoek ten aanzien van producten en productiemethoden, • Opleidingen voor hun personeel. 3.3 Verdienmodel De baten van het CiV Biobased bestaan uit: • De vergoeding vanuit de Ministeries van OCW en ELI voor de onderwijsactiviteiten voor 3e en 4e jaar studenten van het mbo in de sectoren laboratorium, procestechniek, engineering, Pagina 20
• • • •
construction en maintenance en ’life science and urban en rural green’. Deelnemers uit andere onderwijssectoren kunnen eveneens aansluiten, De begeleidingskosten van bedrijven voor hun werknemers/studenten, Investeringen vanuit het ROC West-Brabant in de Ecocampus, waarvoor al een kwartiermaker is aangesteld, Inkomsten uit onderwijsprogramma’s en modules, seminars, workshops, masterprogramma’s of verhuur van faciliteiten, Inkomsten uit onderzoeksactiviteiten die in opdracht van derden, samen met Avans Hogeschool, worden uitgevoerd.
De lasten van het CiV Biobased bestaan achtereenvolgens uit: • De fysieke voorzieningen van het CiV, • Het personeel: o De kwartiermaker/directeur, deze is verantwoordelijk en draagt zorg voor de opstart van het CiV Biobased en voor de dagelijkse uitvoering van activiteiten, o De docenten en de praktijkbegeleiders, zij zijn betrokken voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs. Op basis van een analyse van de behoeften van het bedrijfsleven wordt bepaald of aanvullende expertise vanuit de betrokken onderwijs-en kennisinstellingen of van derden moet worden ingeschakeld. De inschakeling van expertise vanuit het bedrijfsleven in het onderwijs in het CiV Biobased wordt nagestreefd, o Bedrijfscontactpersonen/acquisiteurs, deze dragen zorg voor de werving van opdrachten voor het CiV Biobased en ‘vertalen’ die naar het onderwijs, o ‘Begeleiders’ vanuit onderwijs en bedrijfsleven: bij de uitvoering van opdrachten worden de studenten, zowel bij de theoretische als bij de praktische onderdelen, begeleid door experts vanuit het bedrijfsleven en vanuit de kennisinstellingen. Deze begeleiders zullen eveneens als gastdocent optreden, • Promotie: in de regio West-Brabant is het belang van de Biobased Economy uitstekend bekend bij ondernemingen, onderwijs en overheid. Het nieuwe CiV Biobased en de producten en diensten die zij aanbiedt aan de regio vereisen nog aanvullende publiciteit. De baten en de verschillende kostenposten worden in hoofdstuk 5 onder Financiën verder uitgewerkt. 3.4 Prestatie-indicatoren De algemene doelstelling van het CiV Biobased is om zorg te dragen voor voldoende, adequaat opgeleid personeel voor de bedrijven die actief zijn in de Biobased Economy in de regio WestBrabant. Eerder zijn in paragraaf 3.1 de resultaten van het CiV Biobased geformuleerd. Hieronder worden de algemene doelstellingen in 5 thema’s gebundeld en worden prestatie indicatoren geformuleerd voor de eerste 6 maanden van CiV Biobased in 2013, voor het eerste uitvoeringsjaar 2013-2014 en voor de verduurzaming aan het eind van de gesubsidieerde periode. Thema Instroom
CiV Biobased 2013 • Biobased mogelijkheden gepromoot in vo/vmbo, • Oriëntatie trajecten ontwikkeld.
CiV Biobased 2013-2014 • 2,5 % meer instroom in de techniek, • 25 oriëntatie trajecten Biobased Economy in bedrijfsleven en
CiV Biobased 2017 • 10% meer instroom in de techniek, waarvan 40% vanuit vo, • Oriëntatie trajecten Biobased Economy in bedrijfsleven en onderwijs voor 100 studenten van vo en vmbo per jaar. Pagina 21
Opleiden
• •
Samenwerking mbo en hbo ontwikkeld en uitgewerkt, Opdrachten geworven en uitgewerkt.
•
•
•
Uitwisseling van kennis en informatie
•
Voorbereidende • werkzaamheden Platform uitgevoerd.
Functioneren CiV Biobased
•
CiV Biobased ontwikkeld.
• •
onderwijs voor studenten van vo en vmbo. 25 studenten van mbo en hbo samen aan onderzoeksopdrachten van het bedrijfsleven, 5 docenten participeren in bijscholingsactiviteiten, Start uitwerking van het profiel van de Biobased vakman/vrouw. Wegbereiders van Platform hebben Plan van Aanpak opgesteld.
55 gebruikers (studenten en docenten), 10 cofinancierende partners.
•
•
•
•
•
• • •
100 werknemers uit het bedrijfsleven in opleidingen in het CiV Biobased, 100 studenten van mbo en hbo samen aan onderzoeksopdrachten van het bedrijfsleven, 15% bekorting van de periode waarin studenten hun mbo en hbo diploma kunnen behalen, 25 docenten zijn bijgeschoold. Permanent platform t.b.v. permanente uitwisseling van kennis en informatie over Biobased ontwikkelingen tussen docenten van (v)mbo en hbo en werknemers van de betrokken bedrijven. 300 gebruikers (studenten en docenten), 25 cofinancierende partners, Besluitvorming over toekomstige structuur CiV Biobased afgerond.
Pagina 22
4.
Marktstrategie
Hoofdstuk 4 beschrijft de marktstrategie van het CiV Biobased. In een SWOT analyse worden de sterktes, zwakten, kansen en bedreigingen van het CiV Biobased beschreven. Eveneens wordt benoemd wat de concurrenten zijn van het CiV Biobased. Tot slot wordt de marketing- en communicatiestrategie van het CiV Biobased uitgewerkt. 4.1 Risicoanalyse De kernpartners van het CiV Biobased hebben de volgende SWOT analyse gemaakt.
• • • • •
• • • • •
Kansen Gelijktijdige start CiV Biobased en Centre of Expertise, COCI status en bijbehorend gewicht Biobased campus, Onderwijsontwikkeling aansluitend op ontwikkelingen bedrijfsleven, Groeimogelijkheden naar omliggende regio’s in Nederland en Vlaanderen, Additionele financiering vanwege aansluiting bij economische speerpunten regio.
• • • •
• • •
Zwakten Competenties werknemer in Biobased Economy nog in ontwikkeling, Onderwijsprogramma (daardoor) nog in ontwikkeling Meerdere uitvoeringslocaties, Moeizame samenhang bekostigd en onbekostigd onderwijs in één organisatie.
Bedreigingen Moeilijke economische omstandigheden waardoor beperkte investeringsbereidheid betrokkenen, Geringe keuze studenten voor techniek, Beperkte positie ROC’s in markt voor bedrijfsopleidingen.
Negatief
Positief
•
Sterkten Optimale aansluiting bij regionale speerpunt, Biobased Economy is sterke groeisector, Bedrijfsleven aan het stuur, Intensieve samenwerking met Avans hogeschool met identiek speerpunt, Sterke relatie ROC-onderdelen met betrokken bedrijfsleven met aantoonbare trackrecord, Steun van regionale en provinciale overheid.
Intern
Extern
Confrontatie sterkten-kansen • Door het grote aantal enthousiaste partners en de nauwe aansluiting bij de regionale speerpunten en bij de prioriteiten van het bedrijfsleven staat het CiV Biobased nu al in de startblokken. • Het CiV Biobased verbindt de ontwikkelingen op mbo niveau en hbo niveau en draagt direct bij aan de onderwijskundige aanpak van actuele vraagstukken op de arbeidsmarkt. Pagina 23
Confrontatie sterkten-bedreigingen • De nauwe samenwerking van partners in het CiV Biobased in West-Brabant betrekt het onderwijs direct bij de ontwikkelingen met betrekking tot de vereiste competenties van werknemers in de Biobased Economy en biedt studenten daardoor een veel betere arbeidsmarktpositie. • Groepen mbo en hbo studenten en werknemers kunnen op meerdere locaties, gezamenlijk en tegelijkertijd aan opdrachten werken. Confrontatie kansen-zwakten • De vraag op de arbeidsmarkt van de Biobased Economy heeft belangrijke groeimogelijkheden voor Zeeland en Zuid-Holland en elders in Noord-Brabant. West-Brabant dient als pilot voor andere vergelijkbare regio’s. • Het CiV Biobased opstarten met een optimale bezetting vanuit een bedrijfsmatige invalshoek met een belangrijke rol voor bedrijfsleven. • Gebruik maken van bedrijfscontactpersonen/acquisiteurs die de diensten van het CiV Biobased uitdragen en de vraag van bedrijven ‘vertalen’ naar diensten van het CiV. Confrontatie bedreigingen-zwakten • Door optimaal gebruik te maken van bestaande en nog te ontwikkelen leerwerkplekken waar Biobased aan de orde is en van de samenwerking met Avans Hogeschool en haar Centre of Expertise, worden de additionele investeringskosten zoveel mogelijk beperkt. • De goede mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor studenten met een technische Biobased opleiding toont dat Biobased een heel aantrekkelijke uitstroomrichting is. • Ontwikkelingen in bedrijfsleven met betrekking tot Biobased stimuleren de behoefte aan de opleidingen die het CiV Biobased aanbiedt. 4.2 Concurrentie-analyse De Biobased Economy is een van de speerpunten van de regio Zuidwest Nederland met vertakkingen naar Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Vanzelfsprekend is het een illusie om er van uit te gaan dat het CiV Biobased, in samenhang met het Centre of Expertise, dé onderwijsaanbieder in deze regio zal zijn. Tegelijkertijd is het aanbod van het CiV Biobased, in combinatie met het aanbod van het Centre of Expertise, zo breed en veelomvattend, en zijn de relaties met de ondernemingen uit de regio zo krachtig, dat hiervan een sterke, regio overstijgende aantrekkingskracht zal uitgaan op studenten, werknemers en bedrijven. Partijen in de regio die mogelijk concurreren met het CiV Biobased bewegen zich over het algemeen op een specifiek terrein van opleiding of onderzoek. Dergelijke commerciële opleiders of andere ROC’s bieden weliswaar ook maatwerk aan maar de integrale benadering en de samenhang met het Centre of Expertise maken het CiV tot een unieke aanbieder van scholing en onderzoek in de regio. Bovendien heeft het CiV Biobased door de nauwe samenwerking met ondernemingen voortdurend toegang tot de meest actuele ontwikkelingen in de Biobased Economy en tot de meest geavanceerde faciliteiten. Wij verwachten dat meer partijen de markt zullen betreden zodra duidelijker wordt wat de gevolgen zijn van de overgang naar een Biobased Economy voor de producten en processen in de betrokken ondernemingen. Een succesvol voorbeeld van het CiV Biobased zal zeker ook aantrekkingskracht uitoefenen of andere opleiders. Wij gaan er van uit dat andere opleiders moeilijk de Unique Selling Points van het CiV Biobased kunnen evenaren.
Pagina 24
4.3 Promotie en branding De marketing strategie van CiV Biobased valt uiteen in twee onderdelen: 1. Nieuwe doelgroepen aanspreken met bestaande opleidingen Doel is vooral het aanspreken van voor de ‘harde’ mbo techniek nieuwe doelgroepen met het maatschappelijk relevante thema Duurzaamheid. Deze benadering Het zal zeker leiden tot een andere instroom, van studenten die maatschappelijk relevant bezig willen zijn. In West-Brabant worden met dit doel al jaren inspanningen geleverd waarop kan worden voortgeborduurd. CiV Biobased kan ongetwijfeld meer ‘prospects’ lokken met een maatschappelijk, ‘warm’, toekomstbestendig en hightech beroepenveld. Ook trekt CiV Biobased veel instroom vanwege de gunstige arbeidsmarktvooruitzichten. Tenslotte zal de markt verruimd worden doordat de duidelijke focus en samenwerking van bekende bedrijven een grote aantrekkingskracht zal hebben, ook buiten de regio. 2. Nieuwe doelgroepen met nieuwe opleidingen Er worden nieuwe Biobased opleidingen en leerlijnen ontwikkeld die aansluiten op de behoeften van het betrokken bedrijfsleven. Dit nieuwe, actuele aanbod zal zeker ook nieuwe doelgroepen aantrekken, mede doordat vanwege het goede arbeidsmarktperspectief in de regio. 3. Bestaande doelgroepen bediend met nieuwe opleidingen in een nieuwe beroepspraktijk De opleiding moet en kan aan CiV Biobased geboden worden doordat CiV Biobased andere toepassingen van techniek schetst. ontstaat, waarbij werken/leren een optie is tot scholing in de praktijk/omscholing/bijscholing. Bovenstaande analyse toont duidelijk de noodzaak voor een optimale promotie en positionering van het CiV Biobased. In de afgelopen maanden is hier in verschillende besprekingen en bijeenkomsten met bedrijven, Avans Hogeschool en andere betrokkenen mee gestart. In de komende periode pakken wij deze activiteiten gestructureerd op. Naar deelnemers en naar ondernemingen hebben wij hiervoor verschillende strategieën ontwikkeld. Marketing en communicatie richting deelnemers CiV Biobased krijgt een duidelijke identiteit waaraan de relevante opleidingen gekoppeld kunnen worden en aangeboden kunnen worden. Hier vanuit krijgt CiV Biobased een eigen communicatieplatform. Concreet betekent dit een eigen website waar studenten ervaringen delen over hun opleiding/stage. Ook kunnen oud-studenten, die al werkzaam zijn in het beroepenveld, aangeven wat ze met hun opleiding doen. Nieuwe ontwikkelingen worden gedeeld, koppelingen gemaakt met alle partijen, inzichtelijk kan worden gemaakt waar kansen liggen voor werk/ stages etc. Ook wordt communicatie over en weer tussen alle deelnemers mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt ingezet op: • Een digitale brochure (waarin veel filmpjes om beleving te schetsen) en een aantal printmiddelen zoals posters op vmbo/havo scholen, • Online campagnes om aandacht te vestigen op de mogelijkheden en het imago van werken met techniek in de zorg te versterken, • Een aantal studenten, docenten en werkgevers die actief in social media, • Voorlichtingsactiviteiten waarbij dit specifiek onder de aandacht wordt gebracht, • Aparte stands tijdens onze open dagen en beursdeelnames. Ook specifieke doe-dagen i.s.m. het bedrijfsleven om inzicht te geven in wat het vak inhoudt, • Daarnaast zal het aanbod bekend worden gemaakt in de reguliere communicatiekanalen van de aangesloten colleges c.q. de colleges waar prospects zich mogelijkerwijs oriënteren
Pagina 25
Marketing en communicatie richting ondernemers Een sterke, actieve betrokkenheid is voor het functioneren van het CiV op korte en op lange termijn essentieel. Om die reden is veel aandacht besteed aan het opbouwen van een nauwe relatie met alle betrokken bedrijven en hun vertegenwoordigers. De bedrijfscontactpersonen zullen de volgende activiteiten ondernemen: • Inventarisatie van bestaande netwerken rond CiV Biobased. Een eerste onderzoek heeft al tot een ruim overzicht geleid. De bedrijfscontactpersonen zullen zich aansluiten bij deze netwerken en de mogelijkheden van het CiV Biobased actief uitdragen. Daarbij zal ook door hen gevraagd worden naar mogelijk opdrachten voor het CiV Biobased in opleidingen of in onderzoek en naar stage- en afstudeermogelijkheden voor studenten. De netwerken worden ook ingeschakeld om het nieuwe partners te werven voor CiV Biobased. • Samen met Avans Hogeschool presenteert CiV Biobased zich op bijeenkomsten en seminars van Technologie in de Zorg, de KvK, etc. om de bekendheid met het CiV Biobased te vergroten. Om verdere bekendheid te verkrijgen is een website gemaakt en een LinkedIn groep. Op deze wijze is het mogelijk gemaakt dat CiV Biobased partners ook rechtstreeks contact kunnen leggen met elkaar. In de Biobased netwerken in de Zuidwest Delta bestaan al verschillende mogelijkheden voor onderling contact. Deze mogelijkheden zullen worden uitgebreid om ook vraagstukken die passen bij het CiV Biobased beter op te kunnen pakken. Er is een front-office gerealiseerd voor bedrijven en instellingen die rechtstreeks het CiV Biobased benaderen. Vragen van ondernemingen en instellingen worden direct verbonden met de diensten van het CiV Biobased.
Pagina 26
5. Financiën In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitgangspunten van de financiering van CiV Biobased toegelicht. In de bijgevoegde exploitatiebegroting zijn de investeringen verwerkt en is de cashflow opgenomen. De begroting omvat de jaren 2013 tot en met 2017 en bevat een vooruitblik naar de vijf jaren die daarop volgen en waarin het CiV Biobased op eigen benen staat. In de exploitatiebegroting zijn de baten en lasten van alle betrokken partners en van het CiV Biobased opgenomen. De kosten zijn zoveel als in dit stadium mogelijk is gespecificeerd. 5.1 Exploitatiebegroting Hieronder is de exploitatiebegroting opgenomen. De exploitatiebegroting wordt hierna toegelicht. Begroting Centrum voor Innovatief Vakmanschap Biobased Economy 2013
2014
2015
2016
Uitgaven Algemene kosten Directie, administratie en overhead Afschrijving investeringen machines en installaties Exploitatiekosten machines en installaties Lesmateriaal, verbruiksgoederen PR ICT
€ € € € € €
125.000 100.000 25.000 10.000 30.000 15.000
Kosten onderwijsuitvoering Inzet docenten - bedrijfscontactpersonen/acquisiteurs Praktijkbegeleiders partners bedrijfsleven Totale kosten
€ € €
150.000 € 150.000 € 605.000 €
225.000 € 150.000 € 715.000 €
275.000 € 150.000 € 785.000 €
€
350.000 €
€
- €
350.000 € € 15.000 €
€
350.000 €
Cash- Inkomsten Bijdrage Platform Bètatechniek Inkomsten uit inkoop opleidingen door bedrijven Inkomsten uit andere subsidies ROC West-Brabant Bijdrage ROC West-Brabant Totaal cash-inkomsten
€ € € € € €
2017
Totaal
2018
2019
2020
2021
2022
€ € € € € €
625.000 € 500.000 125.000 170.000 190.000 € 115.000
75.000 €
75.000 €
75.000 €
75.000 €
75.000
25.000 €
25.000 €
25.000 €
25.000 €
25.000
325.000 € 150.000 € 835.000 €
350.000 € 150.000 € 860.000 €
1.325.000 € 750.000 € 3.800.000 €
350.000 € 300.000 € 750.000 €
350.000 € 300.000 € 750.000 €
350.000 € 300.000 € 750.000 €
350.000 € 300.000 € 750.000 €
350.000 300.000 750.000
400.000 € 5.000 € 15.000 €
400.000 € 20.000 € 15.000 €
400.000 € 30.000 € 15.000 €
365.000 €
420.000 €
435.000 €
445.000 €
1.900.000 55.000 € 60.000 € € 2.015.000 €
40.000 15.000 45.000 100.000
50.000 15.000 35.000 100.000
60.000 15.000 25.000 100.000
70.000 15.000 15.000 100.000
€ € € €
80.000 15.000 5.000 100.000
125.000 100.000 25.000 25.000 40.000 25.000
€ € € € € €
125.000 100.000 25.000 45.000 40.000 25.000
€ € € € € €
125.000 100.000 25.000 45.000 40.000 25.000
€ € € € € €
125.000 100.000 25.000 45.000 40.000 25.000
€ € € €
€ € € €
€ € € €
Cofinanciering cash en in-kind Cofinanciering ROC West-Brabant bijdrage studenten Min. OCW Bijdrage Provincie West-Brabant (via Avans hogeschool) Cofinanciering bedrijfsleven in machines en apparatuur Cofinanciering bedrijfsleven in begeleiding studenten/werknemers Totaal cofinanciering
€ € €
150.000 € 15.000 € 50.000
225.000 € 15.000 €
275.000 € 15.000 €
325.000 € 15.000 €
350.000 € 15.000 € €
1.325.000 € 75.000 50.000
450.000 €
450.000 €
450.000 €
450.000 €
450.000
€ €
175.000 € 390.000 €
175.000 € 415.000 €
175.000 € 465.000 €
175.000 € 515.000 €
175.000 € 540.000 €
875.000 € 2.325.000 €
300.000 € 750.000 €
300.000 € 750.000 €
300.000 € 750.000 €
300.000 € 750.000 €
300.000 750.000
Totale financiering
€
740.000 €
780.000 €
885.000 €
950.000 €
985.000 €
4.340.000 €
850.000 €
850.000 €
850.000 €
850.000 €
850.000
Exploitatie-saldo Kosten/baten saldo Cumulatief kosten/baten saldo
€ €
135.000 € 135.000 €
65.000 € 200.000 €
100.000 € 300.000 €
115.000 € 415.000 €
125.000 540.000 €
€ 540.000 €
100.000 € 100.000 €
100.000 € 200.000 €
100.000 € 300.000 €
100.000 € 400.000 €
100.000 500.000
Cash-flow Cash inkomsten Cash uitgaven Saldo inkomsten uitgaven Cumulatieve cash- flow
€ € € €
350.000 305.000 45.000 45.000
365.000 340.000 25.000 70.000
420.000 360.000 60.000 130.000
435.000 360.000 75.000 205.000
445.000 € 360.000 € 85.000 290.000 €
2.015.000 € 1.725.000 € € 290.000
100.000 € 100.000 € €
100.000 € 100.000 € €
100.000 € 100.000 € €
100.000 € 100.000 € €
100.000 100.000 -
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
Pagina 27
De volgende algemene kosten zijn begroot: 1. De kosten voor directie, administratie en overige overheadpersoneel onderwijsinstelling en drukken volledig op de begroting. , 2. Afschrijving investeringen machines en installaties. De investeringen betreffen de investeringen ten behoeve van CiV Biobased door het ROC West-Brabant. De investeringen worden geheel binnen de eerste 5 projectjaren genomen., 3. Exploitatiekosten machines en installaties. Dit betreft een schatting van de jaarlijkse kosten voor het gebruik van de machines en installaties, 4. Lesmateriaal en verbruiksgoederen. Dit betreft de jaarlijkse kosten voor lesmateriaal en verbruiksgoederen die in het CiV Biobased worden verbruikt, 5. PR. Dit betreft de jaarlijkse kosten voor PR en marketing zoals geraamd door het CiV Biobased, 6. ICT. Dit betreft de jaarlijkse kosten voor ICT zoals geraamd door het CiV Biobased. Voor onderwijsuitvoering zijn de volgende kosten begroot: 1. Inzet docenten en bedrijfscontactpersonen / acquisiteurs. Dit zijn de kosten van de onderwijspartners voor de uitvoering van het onderwijs in CiV Biobased. Daarnaast zijn hier de kosten opgenomen van contactpersonen met het bedrijfsleven en acquisiteurs van nieuwe partners en nieuwe opdrachten. De kosten zijn bepaald op basis van inzet tegen de gebruikelijke kosten die vanuit het ROC worden gemaakt, 2. Praktijkbegeleiders partners bedrijfsleven. Het betreft hier de kosten voor praktijkbegeleiders en overige kosten die door het bedrijfsleven worden gemaakt ten behoeve van hun deelnemers aan Biobased opleidingen in het CiV Biobased. Als cash inkomsten zijn begroot: 1. De bijdrage van het Platform Bètatechniek, 2. De inkomsten uit inkoop van opleidingen. Deze inkomsten zijn uiterst terughoudend geschat en zijn gebaseerd op ervaring vanuit het contractonderwijs van ROC West-Brabant, 3. Inkomsten uit andere subsidies. CiV Biobased zal naar verwachtingen activiteiten uit gaan voeren die voor andere subsidieverstrekkers interessant genoeg zijn om een bijdrage aan te leveren. Deze inkomsten zijn bescheiden geschat. Als cofinanciering in-kind is geraamd: 1. ROC West-Brabant door inbreng van de bijdrage van het Ministerie van OCW aan lesgelden. Op basis van een aanname van de ontwikkeling van de studentaantallen in de komende jaren is het bedrag van de cofinanciering berekend, 2. Provincie Noord-Brabant (via Avans Hogeschool). Dit betreft een deel van de bijdrage die de Provincie heeft gegeven aan het Kenniscentrum Biobased van Avans Hogeschool en waarin het ROC West-Brabant een gezichtsbepalende partner is, 3. Bedrijfsleven in machines en apparatuur. Dit betreft de investering van Sabic en van Analytico in machines en apparatuur bij het ROC West-Brabant. De restwaarde is opgenomen, 4. Bedrijfsleven in begeleiding studenten/werknemers. Het Biobased bedrijfsleven laat grote aantallen werknemers in de BBL opleiden bij het ROC West-Brabant. Het Ministerie van SZW heeft de kosten die een leerwerkbedrijf maakt om BBL-leerlingen op te leiden vastgesteld op € 3.700. De cofinanciering is bepaald dit bedrag te vermenigvuldigen met het aantal geraamde BBL-deelnemers. Daarnaast is de jaarlijkse bijdrage van bedrijven aan het Platform Procestechniek Zeeland-West Brabant gekapitaliseerd.
Pagina 28
5.2 Investeringsbegroting De investeringen in het CiV Biobased zullen beperkt zijn omdat veelal gebruik gemaakt worden van bestaande voorziening van de onderwijspartners. Toch zullen wel enige investeringen plaatsvinden. Ruimte Meet-en regelpracticum Onderhoudspracticum Suikerraffinage proces Oefeninstallatie Totaal
Omschrijving 2013 2014 Vervanging meettafels en apparatuur € 20.000,00 € 20.000,00 Pomp-opstellingen € 5.000,00 € 5.000,00 Procesonderdelen en apparatuur € 50.000,00 € 50.000,00 Procesonderdelen en apparatuur € 25.000,00 € 25.000,00 € 100.000,00 € 100.000,00
2015 € 20.000,00 € 5.000,00 € 50.000,00 € 25.000,00 € 100.000,00
2016 € 20.000,00 € 5.000,00 € 50.000,00 € 25.000,00 € 100.000,00
2017 € 20.000,00 € 5.000,00 € 50.000,00 € 25.000,00 € 100.000,00
€ € € € €
Totaal 100.000,00 25.000,00 250.000,00 125.000,00 500.000,00
5.3 Verduurzaming van CiV Biobased De investering vanuit het Platform Bètatechniek draagt ertoe bij dat CiV Biobased in de jaren 2013 tot en met 2017 een positief financieel resultaat behaalt. Dit positief resultaat wordt in de jaren daarna voor de financiering van CiV Biobased ingezet. De langdurig en stabiele relatie met alle partners vanuit bedrijfsleven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen levert daaraan een belangrijke, doorslaggevende bijdrage. Deze bijdrage wordt bevorderd door de verkregen bijdrage maar is daar niet van afhankelijk. 5.4 Nieuwe financieringsstromen De begroting die eerder in dit hoofdstuk is uitgewerkt is gebaseerd op de inbreng van de huidige partners. Zoals eerder opgemerkt, voorzien wij dat het CiV Biobased in de komende jaren een sterke afnemersgroei zal kennen. Het CiV Biobased wil ook die nieuwe partners optimaal bedienen opdat zij zich voor langere tijd aan het CiV Biobased zullen committeren. Van een aantal van deze ‘toekomstige’ partners hebben wij nu al intentieverklaringen ontvangen. Hun toekomstige afname van het CiV Biobased is nog niet in de begroting verwerkt. De verwachte toename in het aantal studenten dat niet afkomstig is van ROC West-Brabant, die het CiV Biobased opleidt, heeft ook een stijging van de inkomsten tot gevolg.
Pagina 29
6.
Uitvoering
In hoofdstuk 6 van dit Business plan beschrijven wij de startfase van het CiV Biobased en de eerste uitvoeringsfase. 6.1 Implementatiestrategie en fasering CiV Biobased heeft in haar eerste bestaansperiode meerdere leerwerklocaties. Dit zijn de locaties van de Colleges van ROC West-Brabant in Breda en Bergen op Zoom en de locatie van de Biobased Campus in Bergen op Zoom. Het CiV Biobased wordt uitgevoerd vanuit meerdere locaties vanwege de beschikbaarheid van faciliteiten en studenten en overige deelnemers op of nabij de betreffende locatie. Deze volgorde is bepaald op grond van het aantal studenten dat ingezet kan worden in combinatie met de opvangcapaciteit van de betrokken locatie. 1 januari 2013
Voorbereiding start en formele inrichting
1 september 2013
Eerste uitvoeringsjaar
1 september 2014
Stabilisering en uitgroei
31 december 2017
Verduurzaming
CiV Biobased start als volgt: Fase 1: Voorbereiding start en formele inrichting van het CiV Biobased (1 januari 2013 – 30 augustus 2013). In fase 1 worden alle formaliteiten uitgewerkt en georganiseerd met het oog op de feitelijke start met ingang van het schooljaar 2013-2014. Vanaf 1 september 2013 is het bestuur en de directie van het CiV Biobased in functie en verantwoordelijk voor de uitvoering van de diensten van het CiV Biobased. Fase 2: Eerste uitvoeringsjaar (1 september 2013 - 1 september 2014). Dit is het eerste jaar waarin de verschillende diensten van het CiV Biobased daadwerkelijk worden uitgevoerd voor studenten. Het eerste jaar heeft nadrukkelijk een pilotkarakter waaruit lering getrokken moet worden voor de vervolgjaren. Een belangrijke activiteit in het eerste uitvoeringsjaar is de uitbreiding van het aantal gebruikers van de diensten van het CiV Biobased en het inrichten van andere uitvoeringslocaties. De eerste resultaten van jaar 1 gebruikt de directie en het bestuur van het CiV Biobased om aanvullende klantgroepen voor jaar 2 te werven. Fase 3: Stabilisering en uitgroei (1 september 2014 – 2016). Dit is de langste fase van de periode waarover dit business plan zich uitstrekt. Alle diensten van het CiV Biobased zijn naar tevredenheid van alle gebruikers uitgerold en nieuwe diensten zijn naar behoefte ontwikkeld en uitgevoerd. Nieuwe opdrachtgevers en nieuwe partners sluiten aan bij het CiV Biobased. Als gevolg hiervan daalt het aandeel van de investeringssubsidie in de totale exploitatie van het CiV Biobased. Fase 4: Verduurzaming (2017 en verder). In de voorafgaande periode van groei en stabilisatie heeft het CiV Biobased een zodanige positie verkregen op de scholingsmarkt dat het CiV Biobased zonder de initiële investeringssubsidie doorgaat.
Pagina 30
Bij de overgang van de ene fase naar de daarop volgende wordt de gang van zaken in CiV Biobased geëvalueerd. Daarbij wordt beoordeeld welke aanpassingen of aanvullingen noodzakelijk zijn voor een succesvolle overgang naar de volgende fase. 6.2 Plan van aanpak fase 1: opstart, voorbereiding en inrichting CiV Het doel van de fase van formele voorbereiding en start is om op 1 september 2013 het CiV Biobased feitelijk van start te laten gaan. Om deze doelstelling te realiseren is het noodzakelijk om de structuur, de diensten en de uitvoering verder in te vullen. Met het oog op een zo efficiënt en zo effectief mogelijke werkwijze hanteert het CiV Biobased een projectmatige aanpak. Een kwartiermaker zal de verschillende werkzaamheden in deze eerste fase aansturen en coördineren. De kwartiermaker wordt ondersteund door een coördinatiegroep waarin de kernpartners zitting hebben. De kwartiermaker roept naar behoefte additionele expertise voor bijvoorbeeld juridische, onderwijskundige of financiële vraagstukken. De activiteiten in fase 1 zijn verdeeld in een aantal werkpakketten. Voor ieder werkpakket is een einddoelstelling bepaald, een periode van uitvoering, de activiteiten, de producten en criteria om te bepalen of de resultaten van het werkpakket voldoen aan bepaalde eisen. De werkpakketten zijn: 1. Formele organisatie van het CiV Biobased. Doelstelling Periode Activiteiten
Criteria Producten
Vormgeven en installeren van het CiV Biobased 1 januari 2013 – 1 septemberi 2013 • Opzetten van de projectorganisatie, • Opstellen detailplan en detailplanning eerste 6 maanden 2013, • Werving onder de partners (en indien nodig extern), • Uitwerken formele afspraken met de partners, • Inventarisatie en beschrijving risico’s tijdens uitvoeringsjaar 1. • Initieel commitment partners omgezet in formeel commitment, • Detailplan en detailplanning geaccordeerd door coördinatiegroep. • Detailplan en detailplanning, • Uitgewerkte formele afspraken met partners, • Mogelijke reacties op beschreven risico’s geformuleerd.
2. Vormgeven organisatie CiV Biobased. Doelstelling Periode Activiteiten
Criteria Producten
Uitwerken en implementeren van de uitvoeringsorganisatie 1 maart 2013 – 1 september 2013 • Opstellen overzicht taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden kwartiermaker/directeur en overige organen, • Structuur voor eerste uitvoeringsjaar opstellen, • Ondersteunende functies uitwerken (marketing, finance, HRM). • Uitvoeringsorganisatie startklaar, • Kwartiermaker/directeur aangesteld. • Een volledig uitgewerkte uitvoeringsorganisatie.
Pagina 31
3. Uitwerking dienstenpakket CiV Biobased. Doelstelling Periode Activiteiten
Criteria
Producten
Ontwikkeling en uitwerking diensten CiV Biobased 1 maart 2013 – 1 september 2013 • Analyseren Biobased ontwikkelingen om mogelijkheden voor Biobased opleidingen verder te specificeren, • Uitwerking onderwijsaanpak, • Beschrijving onderwijsprogramma en opstellen casussen, • Uitwerking werklocaties Breda en Bergen op Zoom, • Overleg en afstemming Avans Hogeschool, • Overleg en afstemming Biobased Europe, • Opstellen gedetailleerd marketingplan. • Een volledig aanbod van diensten en een onderwijsprogramma voor het eerste uitvoeringsjaar beschikbaar, • Uitvoeringslocaties ingericht, • Overleg en afstemming andere betrokken organisaties afgerond. • Compleet dienstenpakket, • Uitvoeringslocaties startklaar.
4. Werving opdrachtgevers uitvoeringsjaar 1. Doelstelling Periode Activiteiten
Criteria Producten
Werving opdrachtgevers uitvoeringsjaar 1 1 april 2013 – 1 september 2013 • Inzet eerder ontwikkelde marketinginstrumenten, • Benaderen partnerbedrijven en overige bedrijven, • Onderzoek Biobased opleidingsbehoeften betrokken bedrijven, • Ontwerp en ontwikkeling aansluitend opleidingsaanbod, • Formalisering opdrachten bedrijfsleven, • Voorbereiden uitvoering, • Werving studenten voor uitvoering opdrachten en casussen. • Afgeronde planning voor eerste 6 maanden van uitvoeringsjaar 1, • Studenten aangemeld voor Biobased opdrachten en casussen. • Een ‘volle’ planning voor de eerste 6 maanden van het eerste uitvoeringsjaar.
6.3 Fase 2: eerste uitvoeringsjaar De kern van het eerste uitvoeringsjaar is het leveren van de ontwikkelde diensten aan opdrachtgevers en afnemers van CiV Biobased. Uitbreiding van het aantal opdrachtgevers en afnemers en van het aantal uitvoeringslocaties is eveneens een belangrijke activiteit van jaar 1. De uitvoeringsorganisatie van CiV Biobased is hieronder toegelicht. Aandachtspunten in fase 2 zijn de ontwikkeling van een ‘papieren’ organisatie naar een daadwerkelijk functionerende organisatie, de overgang van diensten die zijn ontwikkeld naar diensten die worden uitgevoerd en het vasthouden en verder uitbouwen van het commitment van de partners.
Pagina 32
6.4 Fase 3 en 4: stabilisering en uitgroei, verduurzaming In fase 3 en 4 gaat de belangrijkste aandacht uit naar de verdere uitrol en stabilisering van de diensten van CiV Biobased, het uitbreiden van het aantal afnemers en gebruikers van het CiV Biobased en de realiseren van voldoende inkomsten om zonder additionele subsidies voort te bestaan. Opschaling, verbreding en verdieping is noodzakelijk opdat het CiV Biobased zijn maximale effecten kan behalen voor zijn studenten, zijn afnemers en zijn partners. Het CiV Biobased is in deze fase een erkend opleidings- en scholingsinstituut voor studenten en werknemers in West-Brabant en daarbuiten dat nauw aansluit bij de ontwikkelingen rond Biobased en functioneert naar tevredenheid van haar opdrachtgevers en cliënten.
Pagina 33
7.
Organisatie en governance
Het Centrum van Innovatief Vakmanschap zal tot meerdere samenwerkingsverbanden behoren. De governance met betrekking tot de samenwerking binnen het CiV Biobased is als volgt geregeld. 7.1 Organisatie Het CiV Biobased past in de belangrijke economische ontwikkeling in Zuidwest Nederland rondom het motto ‘Agro meets Chemistry’. De onderwijspartners profileren zich hierin nadrukkelijk wat tot uitdrukking komt in hun rol als medeauteur van zowel de gezamenlijke strategische agenda als ook van het Businessplan Biobased West-Brabant. Het ROC West-Brabant neemt deel aan de ‘Onderwijs & Kennis’-opdracht waarvoor Zuidwest Nederland zich gesteld ziet vanuit de gezamenlijke agenda, visueel vormgegeven in het zogenaamde Biobased Huis met de vijf pijlers. CiV Biobased en CoE werken in één structuur samen. Na de zeer recente erkenning van het Centre of Expertise van Avans zal deze structuur nu verder uitgewerkt gaan worden. Op dit moment wordt voorzien in een Stichting met een Vereniging van bedrijfsleden. In het stichtingsbestuur zijn alle belanghebbende partijen vertegenwoordigd. Met deze gezamenlijke structuur van CiV Biobased en CoE is een duidelijke profilering naar de regio bewerkstelligd en wordt voorkomen dat externe partijen moeten zoeken naar het juiste aanspreekpunt van het Biobased onderwijs. Binnen deze gezamenlijke structuur voeren beide onderdelen zowel afzonderlijke, als gezamenlijke activiteiten uit. Voor CiV Biobased is het van groot belang dat door deze organisatie opzet een optimale verbinding ontstaat naar de onderzoeksactiviteiten en het Kenniscentrum Biobased van Avans Hogeschool. Hieronder is de inbedding en samenhang van CiV Biobased en het CoE in de Biobased Delta weergegeven. Onderzoek
Onderwijs
Overheid
Ondernemingen
Biobased Delta Centrum voor Innovatief Vakmanschap
mbo onderwijs en hbo onderwijs
Centre of Expertise
kenniscentrum
onderzoek
Organisatorische inbedding CiV Biobased Pagina 34
Om het CiV Biobased in de komende jaren succesvol te laten zijn, moet behalve in de activiteiten ook geïnvesteerd worden in een solide organisatievorm. De organisatie moet: • Zo zijn ingericht dat voor Biobased West-Brabant een optimale wisselwerking bestaat tussen het CoE Biobased en het CiV Biobased, • Zo zijn ingericht dat voor Biobased West-Brabant een optimale wisselwerking bestaat tussen het CiV Biobased, het CoE Biobased en andere ontwikkelingen binnen het baken Onderwijs & Kennis en de andere bakens, • Garant staan voor een optimale realisatie van activiteiten binnen en tussen de drie pijlers Onderwijs, Onderzoek en Kenniscentrum, • Zorgen voor de optimale interne en externe belangenbehartiging. Het organisatiemodel moet een soepele uitvoering van activiteiten in de totale projectperiode mogelijk maken. Hieronder wordt de structuur van CiV Biobased schematisch weergeven voor de voorbereidingsperiode in de eerste helft van 2013. Belanghebbenden Partners
Avans Hogeschool
Provincie NoordBrabant
ROC West-Brabant penvoerder
Sabic Suikerunie
Regio WestBrabant Coördinatiegroep
Cargill
Attero
Kwartiermaker / Directeur
Nuplex Resins B.V.
Werkpakket 1: Vormgeven en installeren CiV Biobased
Additionele expertise (HRM, financiën, etc.)
Werkpakket 2: Uitwerken en implementeren uitvoeringorganisatie
Werkpakket 3: Ontwikkelingen uitwerking diensten
Werkpakket 4: Werving opdrachtgevers uitvoeringsjaar 1
Organisatiestructuur CiV Biobased
Pagina 35
De voorbereidingsorganisatie voor fase 1 wordt op 1 september 2013 opgeheven nadat alle beoogde doelstellingen zijn gerealiseerd. Per 1 september 2013 wordt de uitvoeringsorganisatie van het CiV Biobased voor de voorbereidingsperiode omgezet in de uitvoeringsorganisatie voor het eerste pilot jaar. De werkzaamheden van de diverse fasen van de voorbereidingen zijn afgerond en worden vervangen door werkzaamheden die zijn geconcentreerd op de vier verschillende diensten: instroomtrajecten vmbo/vo en mbo, cross-sectorale Biobased opleidingstrajecten, gezamenlijke projecten en opdrachten en facility sharing. 7.2 Managementteam In de voorbereidingsperiode van het CiV Biobased in de eerste helft van 2013 is alleen de kwartiermaker aangesteld. Vanaf het eerste pilotjaar 2013-2014 bestaat het managementteam uit de directeur (mogelijk de eerdere kwartiermaker) en de vier coördinatoren van de vier afzonderlijke diensten. De directeur geeft leiding aan het team en is hiervoor gemandateerd door de Raad van Bestuur van ROC West-Brabant. De coördinatoren participeren in het managementteam voor de ‘externe’ (in CiV en CoE-verband) afstemming en initiëren en coördineren de interne activiteiten binnen de eigen pijler. Op dit moment wordt in het netwerk van betrokkenen bij Biobased WestBrabant gezocht naar een kwartiermaker. Kwartiermaker/directeur De kwartiermaker/directeur heeft als belangrijkste verantwoordelijkheden: •
• •
Realiseren van de integrale ontwikkeling van de vier pijlers onderzoek, mbo onderwijs, hbo onderwijs en kenniscentrum. Dat wil zeggen dat hij verantwoordelijk is voor de totstandkoming van de wisselwerking en communicatie over en weer tussen de drie pijlers zodanig dat het CoE en het CiV in de geest van het businessplan gaan functioneren, Realiseren van een optimale wisselwerking tussen enerzijds het CiV en CoE en anderzijds de externe Biobased omgeving waar het CiV en het CoE deel van uitmaken, zowel binnen (de agenda van) ‘Biobased West-Brabant’ als daarbuiten, Zorg dragen voor korte en lange termijn afstemming met directies, expertisecentra en andere actoren onder andere door een experiment in te richten over wat de meest effectieve en optimale samenwerkingsvormen zijn tussen CiV en CoE.
Dit doet hij door invulling te geven aan de volgende taken en bevoegdheden: • • • • •
Leiding geven aan het managementteam (gemandateerd door RvB), Sturing en inhoud geven aan de door de RvB uitgezette inhoudelijke, financiële en organisatorische kaders, Kwartiermaker extern, Business development strategisch niveau, Voorzitter managementteam.
Coördinator pijler instroom Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: • • •
Aanspreekpunt voor vo en voor colleges ROC West-Brabant wat betreft instroom gerelateerde vragen, Initiëren en coördineren activiteiten binnen de pijler, in het bijzonder aanjagen van de instroom activiteiten zoals verwoord in dit businessplan, Lid managementteam.
Coördinator pijler cross-sectorale opleidingstrajecten Pagina 36
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: • • •
Aanspreekpunt voor coördinator instroom wat betreft onderwijs gerelateerde vragen, Initiëren en coördineren activiteiten binnen de pijler, in het bijzonder aanjagen van te ontwikkelen cross-sectorale opleidingstrajecten en/of onderdelen daarvan zoals verwoord in dit businessplan, Lid managementteam.
Coördinator pijler projecten en opdrachten Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: • • •
Aanspreekpunt voor coördinator cross-sectorale opleidingstrajecten wat betreft project en opdracht gerelateerde vragen, Initiëren en coördineren activiteiten binnen de pijler, in het bijzonder aanjagen van projecten en opdrachten zoals verwoord in dit businessplan, Lid managementteam.
Coördinator pijler faciliteiten Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: • • •
Accountmanagement voor faciliteiten op operationeel niveau, Initiëren en uitvoeren activiteiten binnen de pijler zoals verwoord in het businessplan, Secretaris managementteam.
Pagina 37
Bijlage 1 De onderstaande bedrijven hebben aangegeven op een later moment te willen aansluiten. • Ecopoint; • Abott; • C2Circle; • Cobar; • DSM; • Cumela; • Fuji; • IFF; • Isover; • Lyondell Basell; • Saver; • Synbra; • Van Melle.
Pagina 38