Cbs De Vlinderboom
Schoolgids 2014 - 2015 www.cbsdevlinderboom.nl E-mail:
[email protected]
Voorwoord 1. Cbs de Vlinderboom 1.1. De stichting 1.2. Levensbeschouwelijke identiteit 2. Ons onderwijs 2.1. Uitgangspunten van de school 2.2. Het team 2.3. Stagiair(e)s 2.4. De groepsindeling 2.5. Ons lesaanbod 2.6. Lesmethodes 2.7. Kennis opdoen 2.8. Omgaan met verschillen 2.9. Coöperatief leren 2.10. Vervroegd Engels 2.11. Aandacht voor techniek 2.12. ICT 2.13. Rapportfolio 2.14. Groepen 1 en 2 2.15. Groepen 3 t/m 8 2.16. Huiswerk 3. Schooltijden 3.1. Schooltijden 3.2. Voor en na schooltijd 3.3. Gezamenlijke maandsluiting 3.4. Gymtijden 4. Kennismaken en inschrijving 4.1. Kennismaken 4.2. Aanmeldprocedure/inschrijving 5. Een veilige school 5.1. Open en duidelijk 5.2. Pedagogisch klimaat 5.3. Schoolafspraken en regels 5.4. Omgang met elkaar (omgangssprotocol) 5.5. Video- en foto-opnames 5.6. Calamiteiten en ontruiming 6. Kwaliteit 6.1. De kwaliteit van ons onderwijs 6.2. Kwaliteitszorg 6.3. Schoolplan 6.4. Realisatie beleidsvoornemens 2013-2014 6.5. Beleidsvoornemens 2014-2015 6.6. Beroepskwaliteit 6.7. Eind- en tussenopbrengsten 6.8. Naar het voortgezet onderwijs en uitstroomgegevens 6.9. Onderwijskundige rapporten 7. Leerlingenzorg 7.1. Leerlingvolgsysteem 7.2. Entreetoets 7.3. Interne begeleiding 7.4. Remedial teaching 7.5. Ontwikkelingsvoorsprong en versnellen 7.6. Doubleren en OPP 7.7. Handelingsgericht- en opbrengstgericht werken 7.8. Passend onderwijs op De Vlinderboom- schoolondersteuningsprofiel 7.9. Samenwerkingsverband PPO Delflanden
3 4 5 6 7 7 8 8 9 10 10 11 12 13 14 15 16 16 17 21 25 26 26 26 26 26 27 27 27 29 29 29 29 29 30 30 31 31 31 31 32 32 33 33 34 35 36 36 37 37 38 38 39 40 41 42
i
8.
9.
10.
11.
12.
Contact, betrokkenheid en informatieverstrekking 8.1. In gesprek met 8.2. Ouderraad (OR) en ouderhulp 8.3. Informatieavond 8.4. Informatieverstrekking door school aan (gescheiden) ouders 8.5. Oudercontactmomenten – bespreken rappportfolio 8.6. Inloopkwartier 8.7. Ouderkamer 8.8. Schoolgids en kalender 8.9. Nieuwsbrieven 8.10. Website 8.11. Vrijwillige ouderbijdrage 8.12. Medezeggenschapsraad Samenwerkende instanties 9.1. Onderwijsinspectie 9.2. SWV 2802 Delflanden 9.3. Schoolbegeleidingsdienst 9.4. Schoolmaatschappelijk werk 9.5. Logopedie 9.6. Kinderopvang SkippyPePijN 9.7. Kindercentrum ZieZoo 9.8. Jeugdgezondheidszorg: Zuid-Holland West 9.9. Overdracht gegevens: Wet Bescherming Persoonsgegevens 9.10. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Leerplicht 10.1. Ziek of afwezig 10.2. Aanvragen extra verlof 10.3. Vakanties en vrije dagen 2014-2015 10.4. Urenverantwoording 10.5. Voorkomen van lesuitval 10.6. Vervangende lessen 10.7. Schorsing en verwijdering Klachten 11.1. Klachtenprocedure 11.2. Contactpersoon klachtenregeling en externe vertrouwenspersoon 11.3. Landelijke klachtencommissie 11.4. Centraal meldpunt vertrouwensinspecteur Goed om te weten 12.1. Goede doelen 12.2. Schoolreis en schoolkamp 12.3. Sporttoernooien 12.4. Koningsspelen 12.5. Mobiele telefoons 12.6. Laarzen, tassen en jassen 12.7. Gevonden voorwerpen 12.8. Hoofdluis 12.9. Schoolmelk 12.10. Schoolgruiten 12.11. Verjaardagen en traktaties 12.12. Verjaardagen van de leerkrachten 12.13. Vervoer 12.14. Meegeven folders 12.15. Jeugdtijdschriften en boekenseries 12.16. Dieren in de school 12.17. Verzekering 12.18. Aansprakelijkheid
45 45 46 46 47 47 47 48 48 48 48 48 49 49 49 49 49 50 51 51 51 53 53 54 54 54 55 55 56 56 56 57 57 57 58 58 59 59 59 59 59 60 60 60 60 61 61 61 61 62 62 62 63 63 63
ii
Voorwoord Je mag zijn zoals je bent om te worden wie je bent maar nog niet kunt zijn en je mag het worden op jouw manier en in jouw tijd Bron: Anna Terruwe
Beste ouder(s), verzorger(s) en belangstellende(n), Fijn dat u belangstelling hebt voor onze schoolgids. In deze schoolgids laten we zien waar “De Vlinderboom” voor staat, wat we op school doen, hoe het gedaan wordt en waarom het zo gedaan wordt. De Vlinderboom is een open christelijke basisschool, waar we goed onderwijs willen bieden aan alle kinderen, ook uw kind. Op de voorkant van deze gids staat het logo van onze school afgebeeld. Die is vol van kleur en symboliek. Uw kind komt jong binnen, leert spelen, leert leren en leert samenwerken. En uiteindelijk vliegt uw kind van ons weg naar het voortgezet onderwijs. In ons logo is dit terug te zien. U ziet de rups op een blad… Maar als u even verder kijkt, ziet u dat het hele logo ook een vlinder is. Kinderen ontwikkelen zich. Een vlinder wordt van een eitje een rups, een cocon en dan een wonderschone vlinder. En zo is het met kinderen ook. Zij hoeven niet meteen een vlinder te zijn, zij krijgen de kans zich tot vlinders te ontpoppen. Daarbij hebben ze wel leiding en richting nodig, zoals de rups de takken van een boom nodig heeft om op te kunnen groeien. Wij willen uw kind vanaf 4 tot en met 13 jaar begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Spreekt wat u leest en op onze school ziet u aan, dan zullen u en uw kinderen zich zeker bij ons thuis voelen. We verwachten dat uw kind onze school als een bijzondere en veilige plek zal ervaren. Als een plek waarin het zich kan ontwikkelen, gestimuleerd door de leerkrachten die hier werken en door de uitdagingen die we uw kind bieden! Met vriendelijke groet, namens het team van cbs De Vlinderboom Carin Robles Directeur N.B. Waar u in de tekst ‘uw kind’ leest, kan ook ‘uw kinderen’ gelezen worden. Verder worden in de tekst met ‘hij/hem/zijn’ ook meisjes bedoeld. Wanneer er in deze schoolgids gesproken wordt van ouder(s), kunt u indien gewenst ook verzorger(s) of wettelijke vertegenwoordiger(s) lezen.
3
1.
Cbs de Vlinderboom
Ontdek samen dat wat je nog niet kent, Om te worden wie je bent! Onze droom voor ieder kind op De Vlinderboom is dat je mag “Zijn” wie je bent. Wie je bent en waar je voor staat leer je in interactie met anderen. Op De Vlinderboom geloven wij dat als hart, hoofd en handen met elkaar zijn verbonden kinderen alle capaciteiten die ze in zich dragen kunnen ontplooien om te worden wie ze “Zijn”. Op De Vlinderboom is er veel aandacht en zorg voor elk kind. Ons team is deskundig en ervaren. Naast dat wij hoge eisen te stellen aan de kwaliteit van ons onderwijs, vinden wij het minstens even belangrijk om oog te hebben voor de sociaal – emotionele ontwikkeling van uw kind. Wij leveren graag een bijdrage aan de ontwikkeling van ieder kind in alle facetten van het leven, door in onze levenshouding en met ons onderwijs een school te zijn waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Onze school is gehuisvest in de multifunctionele accommodatie “Het Nest”. De Vlinderboom staat in een veilige omgeving met veel speelruimte. Het schoolgebouw biedt vele mogelijkheden voor allerlei activiteiten. Zo is er een grote hal met een tribune, beschikken wij over een eigen speellokaal en hebben wij toegang tot een prachtige sporthal en de handbalvelden die aan het schoolplein grenzen.
Schoolgegevens: Cbs De Vlinderboom Zilverreigerdreef 103 2643 MC Pijnacker 015 – 369 41 06 www.cbsdevlinderboom.nl
[email protected]
4
1.1.
De stichting
‘Wij zijn Octant’ Octant is een stichting voor christelijk primair onderwijs en telt acht scholen verspreid over Pijnacker, Nootdorp, Delfgauw en Den Haag (Ypenburg). Ook De Vlinderboom maakt hiervan onderdeel uit. Op onze scholen is ieder kind welkom. We vinden het belangrijk dat de visie van Octant op onderwijs gerespecteerd wordt. Die visie is verwoord als een droom die wij waar willen maken. ‘Verwachtingsvol onderwijs’ zijn de twee woorden die deze droom samenvatten. Wij geloven in verwachtingsvol onderwijs. Dat kinderen zichzelf, hun kwaliteiten, hun grenzen en hun levensweg leren kennen. Dat zij hun kwaliteiten leren inzetten voor de verdere ontwikkeling van zichzelf en van anderen om hen heen, als positieve bijdrage aan de samenleving en onze wereld. Wij hebben hoge verwachtingen van de kinderen. Wij geloven in vormingsgericht onderwijs. Wij willen kinderen vaardigheden leren om kennis duurzaam te gebruiken. En wij willen de talenten van kinderen stimuleren, zodat zij worden wie ze zijn, in balans. Wij willen kinderen laten ontdekken wat waardevol is. Wij geloven in liefde en vertrouwen. Wij geloven in de zelfstandigheid van mensen in gemeenschap met en verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat zij op zichzelf en de ander leren vertrouwen. Wij leren kinderen om elkaar te waarderen en van elkaar te leren. Wij geloven in een wereld voor iedereen. Wij geloven in het morele besef en het religieuze verlangen van mensen om die droom met elkaar te realiseren. Wij geloven dat de christelijke traditie en Bijbelverhalen ons en de kinderen daarbij inspireren. We zijn benieuwd naar de bijdrage van ieder kind en iedere ouder aan onze droom. Het bevoegd gezag wordt gevormd door de Raad van Beheer. De raad bestaat uit de algemeen directeur en een toezichthoudend gedeelte. De algemeen directeur stuurt aan en stelt vast en het toezichthoudende gedeelte van de raad keurt goed en houdt toezicht.
Octant Algemeen directeur dhr. R. de Vries Postadres: Postbus 22 2630 AA Nootdorp
Bezoekadres: Gildeweg 12 2632 BA Nootdorp
(t) 015 361 4698 (e)
[email protected] (w) www.octant.nl
5
1.2.
Levensbeschouwelijke identiteit op De Vlinderboom
Alle ouders en kinderen zijn van harte welkom op onze school, ongeacht hun levensbeschouwelijke identiteit. Uit respect voor het individu willen we in een open dialoog graag kennismaken met de levensovertuiging van onze ouders en kinderen. Met deze kennis kunnen wij ervoor zorgen dat zij zich bij ons thuis voelen. In deze open cultuur zullen kinderen met verschillende geloofsovertuigingen onze school bezoeken. Ook kinderen van ouders die niet gelovig zijn of die een andere geloofsovertuiging hebben, worden op onze school toegelaten. Wel vragen wij van een ieder op onze school een actieve houding en respect voor de visie en de grondslag van de school. Dit betekent onder andere: dat alle kinderen deelnemen aan activiteiten rondom levensbeschouwelijk onderwijs, bijvoorbeeld luisteren naar een Bijbelverhaal of een ‘symbolisch’ spiegelverhaal; dat alle kinderen deelnemen aan de gezamenlijke voorbereiding en viering van de christelijke feestdagen Kerstmis en Pasen; dat kinderen kennisnemen van de verschillende religies en de overeenkomsten tussen het christendom en de andere religies of geloofsovertuigingen. dat vloeken en schelden niet wordt geaccepteerd; dat elk individu gelijkwaardig is. Openheid is een belangrijk sleutelwoord voor ons doen en laten, waarbij elkaars mening wordt gewaardeerd en gerespecteerd. Niet alles is altijd even zichtbaar. Het christelijke karakter van de school is wel tastbaar. U mag van iedere leerkracht een positief christelijke levenshouding verwachten in de positieve sfeer die op school heerst en in de omgang met én zorg voor elkaar. Vanuit onze christelijke achtergrond zijn wij ervan overtuigd dat alle kinderen uniek en bijzonder zijn. Zij moeten zich optimaal kunnen ontwikkelen, daarom bieden we als school een veilige omgeving waarin uw kind kan leren en spelen.
6
2.
Ons onderwijs
2.1.
Uitgangspunten van de school
Onze school staat midden in de samenleving. Samen met ouders als ervaringsdeskundigen willen wij het kind laten ervaren dat leren en leven, hand in hand gaan. Wij willen alle kinderen meegeven dat zij zichzelf mogen zijn! Wij gaan uit van de gedachte dat ieder kind uniek is. Dit zien wij terug in de verschillende karakters van de kinderen, de wijze waarop ze leren en hoe ze omgaan met anderen. De kinderen bieden wij graag de ruimte om: zichzelf te leren kennen, hun persoonlijke mogelijkheden te ontwikkelen en uitdagingen te ontdekken, zichzelf te durven zijn door te leren kiezen, nieuwsgierig te durven zijn en invulling te geven aan hun eigen leerproces, te leren samenwerken. We willen dit bereiken door: Ruimte te bieden aan de eigenheid van ieder kind (ieder kind mag er zijn). We proberen dit te bereiken door het ontwikkelen van een positief zelfbeeld, kritisch leren denken en het ontwikkelen van hun eigen mening; Kinderen positief over zichzelf en anderen te leren denken; Kinderen te leren denken in kansen en mogelijkheden; Aandacht te besteden aan waarden en normen, waarbij respect hebben en zorg dragen voor elkaar en de omgeving centraal staat; Aandacht te schenken aan het werken vanuit een open houding; Het kind de mogelijkheid te bieden zijn eigen mening te ontwikkelen en te uiten door middel van het deelnemen aan bijv. groepsgesprekken en discussies; Structuur te bieden. Die structuur wordt binnen en buiten de lessen geboden door het maken van duidelijke afspraken tussen de leerkrachten en de leerlingen. We spreken elkaar ook aan op deze afspraken; Een leeromgeving te creëren waarin samengewerkt mag en kan worden door coöperatieve werkvormen in te zetten. Samen leren we beter; Oog te hebben voor de verschillen tussen kinderen, doordat ons klassenmanagement het mogelijk maakt om met kleine of grote groepen kinderen of individuele kinderen te werken; Ondersteuning op maat te bieden. Een duidelijk groepsplan en een uitgebreid leerlingvolgsysteem maken het mogelijk om de ontwikkeling van alle leerlingen in kaart te brengen. Hierdoor zijn we in staat om voor ieder kind een passend onderwijsplan te maken; Aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij, vandaar dat Engels en techniek onderwijs speciale aandacht krijgen op school; In te zetten op goede contacten tussen ouders en school. We gaan uit van een pedagogisch en educatief partnerschap met ouders, waarbij we de ouders zien als ervaringsdeskundigen van hun eigen kind(eren); Een team te zijn dat bereid is op een open manier van en met elkaar te leren. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept passend onderwijs. Dat wil zeggen dat we, daar waar mogelijk, niet alleen differentiëren naar “aanleg”, “tempo” en “niveau” maar zoveel mogelijk ook naar “competentie” en “onafhankelijkheid”. Op deze manier hopen we het “leren” van ieder kind te optimaliseren. 7
Het is ons doel om uw kind te begeleiden in alle facetten binnen het “leren” en “het leven”. Zodat zij, in eerste instantie, kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Om uiteindelijk uit te groeien tot een volwaardige en respectvolle burger, die verantwoordelijkheid durft te nemen voor zichzelf, voor anderen en de samenleving. En in staat is zelfstandig te denken en te handelen in diverse situaties.
“Onderwijzen” staat op onze school centraal, maar wij erkennen dat er mede sprake is van een “opvoedkundig karakter”. Het laatste is van grote invloed op de ontwikkeling van uw kind. Wij vinden het daarom belangrijk dat we regelmatig contact met u hebben. Wij streven naar een goede relatie met de ouders, met de kinderen en met elkaar. Omdat in een open sfeer, waar sprake is van respect voor elkaar, uw kind zich veilig zal voelen en zich verder kan ontwikkelen. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers en die de uitgangspunten van onze school respecteren.
2.2.
Het team
Het team van De Vlinderboom bestaat uit het management- en zorgteam, onderwijsgevend- en onderwijsondersteunend personeel. Het management- en zorgteam van De Vlinderboom geeft leiding aan de school. De intern begeleider ondersteunt leerkrachten, kinderen en ouders voor wat betreft de leerlingenzorg, zowel op didactisch als sociaal-emotioneel gebied. De directeur draagt de eindverantwoordelijkheid voor de hele school. Het team van De Vlinderboom bestaat uit de volgende personeelsleden en vrijwilligers: Mw. A. Breedveld Juf Ank Administratief medewerkster Mw. D. Blijleven Juf Daniëlle Groepsleerkracht Mw. Drs. W. Grootaarts Juf Wieneke Intern begeleidster/ orthopedagoge Mw. C. Francooijs Juf Krijna Groepsleerkracht Mw. A. Van Goolen Juf Annelies Groepsleerkracht Mw. I. van Haagen Juf Ilse Groepsleerkracht / O-ICT Mw. M. van Lawick Juf Mariëtte Groepsleerkracht Mw. S. Mantel Juf Sietske Groepsleerkracht/ taalcoördinator Mw. M. Pijl Juf Michelle Groepsleerkracht/ interne coach Mw. C. Robles Juf Carin Directeur Mw. E. Scheenaard Juf Esther Vakleerkracht gymnastiek Mw. G. Smit Juf Geertje Groepsleerkracht Mw. N. van Soldt Juf Nadia Groepsleerkracht Mw. H. van Swaaij Juf Helen Native speaker Mw. L. Verdoorn Juf Levien RT leerkracht Mw. S. van der Waard Juf Saskia Groepsleerkracht Dhr. M. Breedveld Meester Marius Gastheer
2.3.
Stagiair(e)s
Stagiair(e)s heten wij op school altijd van harte welkom. Zij zijn de leerkrachten van de toekomst! De stichting waar onze school bij is aangesloten, heeft een contract afgesloten met het opleidingsinstituut InHolland. Deze vorm van samenwerking met de basisscholen heeft de naam Opleiden in de School (OidS) gekregen. Studenten van InHolland komen één of twee dagen per week in de groep en geven les. Natuurlijk worden de stagiair(e)s 8
begeleid door de betreffende groepsleerkrachten die hier ook een cursus voor volgen of gevolgd hebben. De groepsleerkracht blijft verantwoordelijk voor het onderwijs in de groep. De afsluitende fase van de stage vindt plaats in het laatste jaar van de opleiding. Dit is de zogenaamde LIOstage. LIO staat voor Leraar In Opleiding. Deze LIO-stage duurt drie maanden. De vaste leerkracht van de betreffende groep is de praktijkbegeleider van de LIO. Deze leerkracht is niet altijd aanwezig bij de lessen die de LIO geeft. Ook kan het voorkomen dat er naast de groepsleerkracht een stagiair in de groep is die een opleiding volgt voor klassenassistent of onderwijsassistent. De eerst genoemde stagiair geeft geen les, maar helpt de leerkracht bij alle voorkomende werkzaamheden. Op school leren wij de kinderen een leerkracht aan te spreken met “meester” of “juf”, eventueel gevolgd door de voornaam, bijvoorbeeld juf Geertje. Deze afspraak is ook geldend voor het aanspreken van stagiair(e)s. Onze school staat ook open voor middelbare scholieren, die een zogenaamde snuffelstage of maatschappelijke stage doen. Meestal zijn zij gedurende een week te gast op onze school. Een snuffelstage houdt in dat je ergens stage loopt, maar dat de stage niet direct gericht is op het verkrijgen van beroepsbekwaamheden. Een snuffelstage is eerder gericht op het kennismaken met bepaalde beroepsbezigheden.
2.4.
De groepsindeling
Groep 1/2 A Groep 1/2 B Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8 Directie IB RT /OS Native Speaker Gym Admin. Gastheer
Maandag o m
Dinsdag o m
Juf Geertje Juf Annelies Juf Saskia Juf Krijna Juf Sietske Juf Ilse Juf Mariëtte Juf Daniëlle Juf Michelle Juf Nadia Juf Michelle Juf Carin Juf Wieneke Juf Levien Juf Helen
x
x
Juf Esther Juf Ank Meester Jan
x x x
x x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
x
x x
x x
Donderdag o m
Vrijdag o m
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x x x x x
x x x x
x x
x x
x
x
x
Woensdag o m
x x
x x
x
x
x x
x
IB = Intern Begeleider; RT = Remedial Teacher; OS = Ondersteuning; Admin = Administratie. Het streven van de school is om een groep door maximaal twee leerkrachten te laten begeleiden (duobaan). Uiteraard kunnen we niet altijd voorkomen dat er meerdere leerkrachten voor de klas komen. Bij ziekte van een leerkracht doen we ons best om een voor de kinderen goede oplossing te vinden. Eventuele verlofdagen 9
en het opnemen van BAPO van de leerkracht zijn zo gepland dat het voor de kinderen zo vertrouwd mogelijk verloopt. Juf Wieneke is twee dagen per week beschikbaar als IB-er. Juf Levien geeft RT, begeleidt zorgkinderen met een rugzak en verleent ondersteuning in groepen. Juf Esther is vakleerkracht bewegingsonderwijs en geeft gymlessen gedurende 1 dagdeel. Meester Marius zorgt vrijwillig voor alle klussen in en rond de school. Juf Helen is native speaker en begeleidt de kinderen van de groepen 1/ 2 en 7/8 met Engels.
2.5.
Ons lesaanbod
De inhoud van onze lessen wordt in belangrijke mate bepaald door de kerndoelen. Wat leerlingen in het basisonderwijs dienen te leren is vastgelegd vanuit het ministerie van Onderwijs. In deze kerndoelen wordt per leergebied beschreven over welke kennis, vaardigheden en houdingen kinderen bij het verlaten van de basisschool dienen te beschikken. Deze kerndoelen worden regelmatig aangepast aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Met ons onderwijs richten wij ons op deze kerndoelen. Ons aanbod wordt teambreed geëvalueerd via de uitkomsten van het leerlingvolgsysteem. Waar nodig vindt bijstelling van ons onderwijsaanbod plaats. Leren is meer dan het volgen van een methode. Niet alles wat wij de kinderen willen bijbrengen staat in een handleiding of lesboek beschreven. Op De Vlinderboom willen wij “leren” en “leven” hand in hand laten gaan. Met zowel ons didactisch als pedagogisch handelen geven wij hier vorm aan. Wij maken gebruik van moderne en eigentijdse methodes waarbij kinderen worden uitgedaagd medeverantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. Wij leren kinderen niet alleen leerstrategieën aan, wij bespreken ook met hen hoe zij medebepalen welke (leer)doelen zij willen behalen. De uitkomsten daarvan kunt u terugvinden in het portfolio gedeelte van hun persoonlijke rapportfolio. De leerkracht zorgt voor het bieden van een overzicht en het tonen van samenhang tussen de verschillende vakgebieden. Ook kinderen leren deze verbanden te zien. Voorafgaande aan de te leren lesstof wordt de voorkennis gemeten en geactiveerd door het aanbieden van een prikkelende activiteit. Door het lesdoel met de kinderen te bespreken en te evalueren, leren kinderen ook kritisch te kijken naar hun eigen inbreng en hun leerproces. Ieder kind leert in zijn eigen tempo. Door middel van het werken op verschillende niveaus en differentiatie aan te bieden in de onderzoeks- en verwerkingsactiviteiten kunnen deze persoonlijke leerdoelen ook worden behaald. De leerkracht volgt de voortgang van ieder kind en stuurt, waar nodig, bij in de begeleiding.
2.6.
Lesmethodes
Methodes groep 1/2: In groep 1/2 maken we gebruik van de volgende methodes: Schatkist voor taal, lezen, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling; Alles telt voor rekenen en wiskunde; iPockets voor de Engelse taal; Schrijfdans voor het voorbereidende schrijven (alleen groep 2); Kinderen en hun sociale talenten voor de begeleiding van de sociaalemotionele ontwikkeling; Moet je doen voor de expressievakken, zoals tekenen en handvaardigheid; Bewegingsonderwijs in het speellokaal voor bewegingsonderwijs; Trefwoord een methode om levensbeschouwelijk onderwijs op een moderne en eigentijdse manier te ondersteunen.
10
Methodes groep 3 t/m 8: In groep 3 t/m 8 maken we gebruik van de volgende methodes: Veilig leren lezen voor technisch lezen en taal (groep 3); Estafette voor voortgezet technisch lezen (groep 4 t/m 8); Taal Actief voor de Nederlandse taal en spelling (groep 4 t/m 8); Nieuwsbegrip XL voor begrijpend lezen (groep 4 t/m 8); IPockets voor de Engelse taal (groep 3 en 4); Backpack Gold voor de Engelse taal (groep 5 t/m 8); Alles telt voor rekenen en wiskunde (groep 3 t/m 8); Eigentijds voor geschiedenis; Grenzeloos voor aardrijkskunde; Binnenstebuiten voor natuur- en techniekonderwijs; Kinderen en hun sociale talenten voor de begeleiding van de sociaal- emotionele ontwikkeling; Pennenstreken voor schrijven (groep 3 t/m 6); Moet je doen voor de expressievakken, zoals tekenen en handvaardigheid; Trefwoord een methode om levensbeschouwelijk onderwijs op een moderne en eigentijdse manier te ondersteunen.
2.7.
Kennis opdoen
Op De Vlinderboom zorgen we voor een klimaat waarin uw kind alle kansen krijgt om te leren. Globaal gezien leren kinderen bij ons op school op drie verschillende manieren. Leerkrachten dragen kennis over Onze leerkrachten hebben veel kennis en zijn in staat deze kennis op een begrijpelijke manier over te dragen aan uw kind. De leerkrachten gebruiken hierbij moderne methodes. Alle leerkrachten die op onze school werken, ontwikkelen zich voortdurend verder in hun vak. Leerlingen dragen kennis over aan elkaar Kinderen zijn heel goed in staat elkaar te helpen en kennis over te dragen aan elkaar. Dat is ook één van de redenen waarom is gekozen voor coöperatief leren binnen onze school. Coöperatief leren, of samenwerkend leren, is een manier van werken, waarbij kinderen gezamenlijk kennis verwerven en/of verwerken. Dit kan kennis zijn van leerstof, maar ook kennis over elkaar. Kinderen hebben bij deze manier van werken verantwoordelijkheid voor elkaar, de sfeer en de gebruikte materialen. Naast coöperatief leren zullen kinderen elkaar regelmatig helpen. Dit gebeurt ook klassen doorbrekend. Kennis verwerven door onderzoek De school weet niet alles, ondanks de eigentijdse methodes die worden gebruikt. Er is veel kennis te vinden op andere plekken, zoals het internet. Kennis opdoen wordt leuk als je zelf nieuwe dingen ontdekt. Daarom bieden we kinderen ook de mogelijkheid om op onderzoek uit te gaan. Kinderen krijgen dan opdrachten om problemen te onderzoeken. De problemen kunnen van allerlei aard zijn. Bij het onderzoeken van het probleem kunnen de kinderen gebruik maken van 11
allerlei naslagmiddelen, zoals het internet, boeken en praktische situaties. Digitale media zijn belangrijk en worden steeds belangrijker. Naast het gebruik van computers en digitale schoolborden willen we uw kind ook “digibewust” maken. We leren leerlingen daarom ook hoe ze moeten omgaan met zaken als chatten en webpagina’s met twijfelachtige inhoud.
2.8.
Omgaan met verschillen
Gedifferentieerde instructie Kinderen zijn in aanleg en wijze waarop ze leren verschillend. Hieraan willen we ook tijdens ons onderwijs tegemoet komen. De organisatie van ons onderwijs is er dan ook op gericht dat de leerkracht in staat is om met groepjes kinderen en individuele kinderen te werken. Voorheen was het zo dat vrijwel alle kinderen dezelfde les volgden. Dit is in onze onderwijsorganisatie niet altijd het geval. Er zijn namelijk ook kinderen met een aangepast lesprogramma, omdat ze op een hoger of lager niveau werken dan de andere kinderen in de groep. Ook zijn er kinderen die zonder instructie de les kunnen maken. Aan het begin van de les weten de leerlingen wie de instructie volgt en wie er zelfstandig aan de gang kan gaan. Hierdoor volgen niet alle kinderen tegelijkertijd de instructie. De leerkracht geeft allereerst instructie aan de grote groep kinderen die het reguliere lesprogramma volgen. Terwijl sommige kinderen al direct aan de slag kunnen met de taak. Vervolgens kan hij of zij werken met een groepje kinderen of individuele kinderen, die verlengde instructie of aangepaste instructie nodig hebben. Door deze wijze van klassenorganisatie zijn we in staat om meer instructie naar behoefte te geven. Zo worden gezamenlijke leeractiviteiten steeds afgewisseld met momenten van zelfstandig werken waarin er plaats is voor verschillende niveaus. Van de kinderen wordt hierdoor een steeds zelfstandigere werkhouding gevraagd. Om dit mogelijk te maken wordt er in de klas gebruik gemaakt van een symbool en/of voorwerpen die het zelfstandig werken van de kinderen ondersteunen. Hierbij kunt u denken aan het gebruik van een stoplicht of het werken met zelfstandig werkblokjes. Zelfstandig werken Met een voor de kinderen zichtbaar symbool geeft de leerkracht aan dat er tijd is voor zelfstandig werken (bijv. stoplicht). Bij het zelfstandig werken gaat het erom dat de kinderen enige tijd leerstof op hun eigen niveau verwerken, zonder daar hulp van de leerkracht bij nodig te hebben. Zelfstandig werken kan op twee manieren worden ingezet: met het individueel verwerken van lesstof, omdat kinderen dan ook alleen, dus zelfstandig, bezig zijn met het verwerken van de leerstof. De individuele verwerking volgt op een (klassikale) instructie, de kinderen zijn bekend met het doel van de les en de manier waarop ze het werk moeten maken; de kinderen werken aan een eigen opdracht die door het kind zelf gekozen is óf aan een opdracht die door de leerkracht gegeven is. Het doel hierbij is om de kinderen zelf een opdracht te laten uitvoeren, zonder dat zij hulp kunnen vragen aan een leerkracht. De mate van zelfstandigheid en daarmee ook het niveau van probleemoplossend te werk gaan zijn verschillend in de bovenstaande werkvormen. In onderstaand schema proberen we dit voor u te verduidelijken. Zelfstandig werken Zelfstandig verwerken 1. Hoeft niet betrekking te hebben op de zojuist geïnstrueerde leerstof. 2. Biedt een gedifferentieerd aanbod. 3. Wordt gespreid over langere tijd: dag- weektaken. 4. Biedt mogelijkheden tot samenwerken. 5. Hoeft niet direct te worden gecorrigeerd (bijvoorbeeld projectwerk).
1. Heeft betrekking op de net behandelde leerstof en volgt direct op de instructie. 2. Het gaat om inoefenen van wat net is geleerd (automatiseren van de leerstof) 3. Is een activiteit waarbij de kinderen van dezelfde aanpak hetzelfde doen. 4. Het kind werkt (overwegend) individueel aan de opdracht. 5. Wordt snel gevolgd door correctie.
12
Tijdens het zelfstandig werken maken de kinderen gebruik van blokjes. Deze blokjes zijn een hulpmiddel bij het zelfstandig werken. Als de leerkracht de topopdracht heeft uitgelegd, kunnen de kinderen zelfstandig aan het werk. Ieder kind heeft een houten blokje op zijn tafel. Op het blokje staan een vraagteken, een groene en een rode stip. Het kind kiest een van deze drie symbolen en zorgt ervoor dat dit symbool aan de bovenkant ligt, zichtbaar voor de leerkracht en de andere kinderen. Ieder symbool heeft een betekenis. De betekenis van de symbolen is als volgt: Vraagteken - Ik heb een vraag (voor meester of juf, andere kinderen); Rode stip - Ik wil alleen werken; Groene stip - Als je hulp nodig hebt, dan wil ik je wel helpen (samen werken). Kinderen mogen elkaar dus ook helpen. Dit bevordert niet alleen de zelfstandigheid, het geeft de leerkracht ook de ruimte om kinderen die dat echt nodig hebben te helpen. In de loop der jaren werken we meer en meer toe naar het vergroten van de zelfstandigheid van kinderen. Er wordt een begin gemaakt met een dagtaak en weektaak. Kinderen gaan leren dat een bepaalde taak in de loop van de dag of week moet worden afgemaakt.
2.9.
Coöperatief leren
Op school wordt gewerkt vanuit het principe van Structureel Coöperatief Leren. Het woord zegt het eigenlijk al, we besteden aandacht aan het samenwerken met elkaar en leren van elkaar. Coöperatief leren is groepswerk waarbij de kinderen echt samen werken en leren. Met ‘echt’ bedoelen we dat de leerlingen als groepsleden samenwerken en van elkaar afhankelijk zijn om een goed resultaat te behalen. In veel scholen, bedrijven en instellingen moeten mensen met elkaar samenwerken. Dit gaat niet altijd vanzelf, want ook samenwerken moet je leren! Het gaat bij coöperatief leren dan ook om samenwerken aan één opdracht, maar ook om samenwerken waarbij iedereen tot een goed afzonderlijk resultaat komt. We gaan daarbij uit van de volgende principes: • samen kun je iets dat je alleen niet zou kunnen; • samen heb je meer resultaat dan alleen. Om te kunnen samenwerken vindt er communicatie plaats en moet er sprake zijn van taakverdeling en afspraken. In de samenwerking speelt taal een belangrijke rol. Door lesstof aan een ander kind uit te leggen leert een kind enorm veel. Samenwerken is ook heel belangrijk voor de sociale ontwikkeling. Door samenwerken krijgen kinderen inzicht in omgang met elkaar en leren kinderen allerlei sociale vaardigheden. Dit wordt bij coöperatief leren vormgegeven door te werken in teams. Een team bestaat in principe uit een groepje kinderen. Teamgenoten kennen en accepteren elkaar en geven elkaar steun. Binnen zo’n team vinden er soms individuele opdrachten plaats, maar ook opdrachten die in duo’s of met het hele team vervuld moeten worden. De leerkracht gebruikt hiervoor een didactische structuur als werkvorm. Zo’n structuur regelt hoe de interactie tussen personen plaatsvindt. Voorbeelden van didactische structuren zijn:
de binnen-buitenkring. De kinderen vormen twee kringen, één grote buitenkring en daarin een binnenkring. De kinderen van de kringen staan of zitten tegenover elkaar. Vervolgens krijgen ze een opdracht van de leerkracht. De binnenkring vertelt bijvoorbeeld over het weekend aan de buitenkring en als de aangegeven tijd voorbij is, mogen de kinderen uit de buitenkring hun verhaal vertellen. Vervolgens draait er één kring door en staat er een andere leerling tegenover je, mix en koppel, 13
rondpraat, pak en schud.
Met een aantal van de bovenstaande structuren kan bijvoorbeeld de voorkennis worden opgehaald of de stof van de vorige les worden herhaald. Coöperatief leren bestaat uit werkvormen die een plek krijgen binnen onze dagelijkse onderwijspraktijk. Het is een werkvorm die in alle groepen gehanteerd wordt. Samenwerken levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een kind. Zowel de verstandelijke als sociale ontwikkeling wordt gestimuleerd wanneer kinderen samenwerken.
2.10. Vervroegd Engels Op De Vlinderboom krijgen de kinderen al op jonge leeftijd structureel Engels aangeboden. Al vanaf groep 1 krijgen de kinderen Engelse les. Dit wordt vroegtijdig versterkt talenonderwijs genoemd. Het is algemeen bekend dat het leren van een buitenlandse taal voor jongere kinderen makkelijker is dan voor oudere kinderen. Door vroeg met het aanbieden van Engels te beginnen wordt de taalgevoeligheid van de kleuters optimaal benut. Kinderen zijn erg goed in het verwerven van talen. Een extra taal hoeft dan ook helemaal geen problemen op te leveren. Integendeel zelfs: onderzoek heeft aangetoond dat tweetalige kinderen sneller zijn in het uitvoeren van bepaalde cognitieve taken (bijvoorbeeld rekenen) dan ééntalige kinderen. Als team zijn we ervan overtuigd dat het goed is om kinderen voor te bereiden op een samenleving waarin de Engelse taal een grote rol speelt. Een goede beheersing van het Engels geeft meer mogelijkheden op de internationale arbeidsmarkt en bereidt beter voor op het vervolgonderwijs. Ook op de middelbare school en in het hoger onderwijs neemt het gebruik van het Engels immers toe. Bovendien geeft kennis van een extra taal ook toegang tot de cultuur van die taal: een tweede taal verbreedt de horizon en draagt bij aan de algemene ontwikkeling. Nederland is een open en internationaal gericht land. Onze leerlingen leren zo op jonge leeftijd ons land en onze cultuur in perspectief te zien. In de onderbouw (groep 1 t/m 4) wordt lesgegeven met behulp van de methode iPockets. iPockets bestaat uit drie niveaus en elk niveau heeft zijn eigen herkenbare handpop: Monkey, Tiger en Giraffe. Deze dierenfiguren komen ook weer in de lesstof terug. Het gebruik van deze handpoppen moedigt het gebruik van Engels in de klas aan. iPockets is digitaal en maakt gebruik van liedjes, rijmpjes, praatplaten en videomateriaal. Deze methode is uitermate geschikt voor het digitale schoolbord. In groep 5t/m 8 wordt les gegeven met de methode Backpack Gold. Backpack bevat lesmateriaal voor het digitale schoolbord, cd-roms en werkboeken. Verschillende taalvaardigheden worden geoefend en de methode biedt een rijke woordenschat. De boeken zijn volledig in het Engels en door het gebruik van het digibord of een computer krijgen de leerlingen de juiste uitspraak te horen. Wanneer de leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan, zullen zij niet alleen in het Engels kunnen lezen, schrijven en spreken, maar ook hun luistervaardigheid zal op niveau zijn. De lessen worden gegeven door leerkrachten die de Engelse taal goed beheersen. Tijdens deze les wordt er alleen Engels gesproken tegen de kinderen. We gaan daarbij uit van het principe van onderdompeling, d.w.z. dat kinderen Engels leren doordat er veel Engels tegen hen gesproken wordt. Verdere ondersteuning van het lesprogramma vindt plaats met hulp van een ‘native speaker’. Zij spreekt alleen maar Engels met de kinderen tijdens het spelen en zo raken zij aan de taal gewend. Zo leren de kinderen de juiste uitspraak en spelenderwijs wordt zo hun woordenschat uitgebreid en zullen zij zonder schroom Engels leren spreken. 14
2.11. Aandacht voor techniek Op De Vlinderboom zetten wij bewust activiteiten in die kinderen in contact brengen met de interessante wereld van de techniek. We doen dit door techniek te integreren binnen andere vakgebieden. Alle vakken bieden daartoe mogelijkheden. Techniekonderwijs is meer dan alleen knutselen. We willen kinderen stimuleren om op zoek te gaan naar vragen en daar vervolgens een oplossing voor te vinden. We willen kinderen bij onze lessen laten ervaren, dat wat ze in de les doen een directe relatie heeft met de werkelijkheid om hen heen. Techniekonderwijs is niet alleen heel geschikt voor het kind dat graag met de handen bezig is en die een toekomst heeft als (technisch) vakman/vakvrouw, maar ook voor het kind dat naast de gewone leerstof behoefte heeft aan uitdaging en verdieping. Wij merken dat de kinderen op De Vlinderboom een grote affiniteit hebben met techniek. Kinderen zijn enorm enthousiast als ze met techniek aan de slag mogen gaan. Vooral het ontdekkend leren en het zelf experimenteren, zorgt voor een grote betrokkenheid. Met techniek leren kinderen; ontwerpen; onderzoeken d.m.v. voorspellen, kritisch waarnemen, verklaren; processen te herkennen van oorzaak en gevolg; creatief te denken en te zoeken naar oplossingen; samenwerken.
15
2.12. ICT De computer is op school vooral een middel om de lessen te ondersteunen. Daarentegen is het vertrouwd raken met de computer wel degelijk een onderwijsdoel. In alle groepen zijn smartboards aanwezig en staan computers tot de beschikking van de leerlingen. De smartboards bieden veel ondersteunende mogelijkheden bij de lessen. De digitale borden geven veel mogelijkheden om ICT te integreren binnen ons onderwijs voor zowel de leerkrachten als de kinderen. De lesstof kan interactiever worden ingezet en sluit meer aan bij de onderwijsbehoeftes van de kinderen van deze tijd. In ons onderwijs wordt dagelijks meermalen gebruik gemaakt van de software van de methodes. De computers geven kinderen de mogelijkheid om te oefenen, informatie te vinden, presentaties te maken, werk te archiveren en toetsen te maken. We leren uw kind dan ook werken met de veelgebruikte pakketten Word en PowerPoint en het gebruik van zoekmachines. ICT draagt ook risico’s in zich. Daarom leren we uw kind de beschikbare digitale mogelijkheden op een veilige en verantwoorde manier te gebruiken. Met ‘veilig’ wordt bedoeld dat leerlingen alert zijn op onder meer schadelijke of discriminerende inhoud en voor het bestaan van virussen, spam en pop-ups. De gevaren van het doorgeven van persoonlijke en vertrouwelijke informatie aan onbekenden komen nadrukkelijk aan de orde. Uw kind wordt de reflex aangeleerd om dubieuze berichten en ongewone inhouden te signaleren. Bij ‘verantwoord gebruik’ wordt bijvoorbeeld gedacht aan de zorg voor apparatuur en software. Dat houdt onder meer in dat leerlingen rekening houden met de financiële en ecologische aspecten van ICT-gebruik. Hierbij kunt u denken dat niet elk document uitgeprint wordt en dat afspraken over downloaden en kopiëren gerespecteerd worden. Verantwoord gebruik heeft ook ethisch-sociale aspecten. Leerlingen gebruiken ICT niet om anderen lastig te vallen en te pesten. Ze hebben respect voor de intellectuele eigendom van anderen bij het gebruik van informatie en software. Onze onderwijskundig ICT-er (O- ICT-er) zorgt ervoor dat het personeel en de leerlingen begeleid worden en advies krijgen met betrekking tot het ICT-onderwijs. Zij neemt zitting in het O-ICT-netwerk van de stichting Octant, waarin alle technologische ontwikkelingen op onderwijsgebied en de toepassing daarvan binnen het onderwijs een voortdurend onderwerp van gesprek zijn.
2.13.
Rapportfolio Als ouder kent u vast als geen ander het gevoel van “trots zijn” op uw kind. Trots op hoe uw kind zich ontwikkelt en uitgroeit tot uiteindelijk een volwassen persoon. Geen kind is hetzelfde en ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Met het rapportfolio willen wij een duidelijk en overzichtelijk beeld geven van de wijze waarop uw kind zich bij ons op school ontwikkelt en functioneert. Kinderen mogen trots zijn op de ontwikkeling die zij doormaken. Kinderen maken in hun basisschoolperiode grote sprongen. Om deze ontwikkeling zichtbaar te maken, maken wij op school gebruik van een rapportfolio. Dit rapportfolio bestaat uit de volgende onderdelen:
16
Rapport: in dit gedeelte geeft de leerkracht een beoordeling over de ontwikkeling van uw kind. Hierin zijn de schoolresultaten van uw kind zichtbaar. Toetsresultaten: hierin zijn de toetsresultaten uit ons leerlingvolgsysteem opgenomen. Dit geeft een overzicht van de scores van uw kind op landelijk genormeerde toetsen. Portfolio: hierin is de ontwikkeling van uw kind zichtbaar. In het portfolio laat het kind zien waar hij/zij trots op is, waar hij/zij goed in is, wat hij/zij leuk en belangrijk vindt en laat hij/zij zien wat het kan. Ook geeft uw kind hiermee informatie over de eigen leer- en werkervaringen en competenties. Uw kind is natuurlijk niet van meet af aan een zelfstandige leerling die zonder hulp zijn eigen pad uitzet en zijn eigen portfolio samenstelt. De groepsleerkracht begeleidt hen hierin. Uw kind kan zelf de keus maken om iets toe te voegen aan zijn/haar portfolio. Door te reflecteren leert uw kind plannen en keuzes maken en medeverantwoordelijk te zijn voor zijn/haar eigen leerproces.
2.14. Groepen 1 en 2 Heterogene kleutergroepen Op De Vlinderboom zitten de jongste en oudste kleuters bij elkaar in dezelfde groep. Dit is een bewuste keuze. Wij gaan er hierbij vanuit dat de ontwikkeling van de kinderen in deze leeftijdsfase (4 tot 7 jaar) vaak gekenmerkt wordt door ontwikkelingssprongen. Leren doe je, zeker op deze leeftijd, ook van elkaar! Wij ervaren dat het leren en de omgang met elkaar in positieve zin wordt beïnvloed als je jongere en oudere kleuters bij elkaar in de groep plaatst.
Een kleuter leert voornamelijk door spelen, want via spel kun je heel veel leren. Ze leren spelenderwijs over bijvoorbeeld de kleuren, getallen, hoe te bouwen met materialen, etc. Middels spel groeien ze ook in hun sociale vaardigheden en ontwikkelen ze hun taalgebruik. Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het ontdekkend bezig zijn en speelt de sociale vorming een grote rol. Er wordt een basis gelegd voor een goede onderlinge sfeer in een groep, waarbinnen iedereen zijn eigen plekje vindt. Naarmate de kleuter ouder wordt en/of meer aan kan, zal de leerkracht meer sturing geven en gaat het vervullen van een opdracht een belangrijkere rol spelen. Dit gaat nog steeds op een speelse en ontdekkende manier. De leerkracht zorgt er met zijn leerstofaanbod voor dat er geleidelijk een overgang kan worden gemaakt naar het aanleren van kennis en vaardigheden die nodig zijn vanaf groep 3. De meeste kleuters zitten tussen de twee en drie jaar in een kleutergroep, afhankelijk van hun leeftijd. Hoelang een kind in de kleutergroep blijft, wordt gebaseerd op de voortgang in de eigen ontwikkeling. Middels regelmatige observaties en toetsen volgen we de ontwikkeling van het kind (leerlingvolgsystemen KIJK! en Cito). 17
Per kind wordt afgewogen waar de ontwikkeling op langere termijn het meest gebaat bij is. Wij gaan altijd met u in gesprek mochten wij van mening zijn dat uw kind in aanmerking komt voor het vervroegd doorstromen naar groep 3, of gebaat is bij een verlenging van de kleuterperiode. School beschikt over een overgangsprotocol. Mocht u hier vragen over hebben of wilt u het protocol inzien, dan kunt u bij de directie terecht. Werken vanuit de kring Werken vanuit de kring is een vast onderdeel van de dag. In de kring krijgen meerdere aandachts-en vormingsgebieden een plekje. Zo behandelen we in de kring iedere dag de datum, het weer en de dagindeling. Aan de hand van “dagritme-kaarten” kunnen de kinderen zelf zien wat er die ochtend of middag op het programma staat. Dit is een van de manieren waarop we werken aan tijdsbesef bij kinderen. Maar de kring is ook een plek waar we naar elkaar (leren) luisteren en aan elkaar iets vertellen. Verder komen taal- en rekenspelletjes aan bod. Deze spelletjes bestaan uit o.a. rijmen, zingen en begrippen. Na een kringactiviteit volgt vaak een “doeactiviteit” Hierbij kunt u denken aan een speel- /werkles waarin kinderen aan de slag gaan met ontwikkelingsmaterialen of spelen in de diverse ontwikkelingshoeken. Zo wisselen kring- en doe-activiteiten elkaar regelmatig af. Werken en kiezen Tijdens het werken en kiezen (30 tot 45 minuten) gebruiken de kinderen ontwikkelingsmaterialen uit de kast, werken ze aan een opdracht of aan een werkblad. Ook kunnen ze kiezen voor spelen in de diverse hoeken, zoals een huishoek, de bouwhoek, lees- en luisterhoek, de computerhoek. De ontwikkeling van de kinderen wordt hierbij nauwlettend door de leerkracht(en) gevolgd. De leerkracht(en) stimuleren het kind steeds een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten en leren het kind te reflecteren op zijn werk.
Thema’s
Gedurende het schooljaar werken we met thema's. Allerlei activiteiten staan in een bepaalde periode in het teken van dit ene onderwerp. Soms nemen de kinderen ons mee in hun avontuur van ontdekken en kunnen we hier met een thema bij aansluiten. De thema’s kunnen over een seizoen gaan of het gebruik van water, ridders en jonkvrouwen, enz. Het is leuk als u thuis op de thema's inspeelt. De kinderen mogen boeken en/of ander materiaal over het thema mee naar school nemen. Dit vergroot de betrokkenheid en het leereffect.
18
Werken in hoeken In groep 1/2 zijn verschillende hoeken ingericht waarin de kinderen “spelen”. Voorbeelden hiervan zijn : de huishoek, de winkelhoek, de bouwhoek, de lees- en luisterhoek, de timmerhoek, zand/watertafel. De hoeken worden geregeld aangepast en / of uitgebreid tijdens een thema. In deze hoeken doen kinderen spelenderwijs allerlei ervaringen op. De leerkracht(en) stimuleren ook hier de kinderen in hun spel. Ook hierbij is het doel het kind te helpen de volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten.
Taal- en leesonderwijs Je goed kunnen uitdrukken, kunnen luisteren, kunnen begrijpen en lezen zijn in onze maatschappij van groot belang. Taalvaardigheid is dus een dagelijks hulpmiddel waarover je moet kunnen beschikken. Bij kleuters wordt er nog geen scheiding tussen taal- en leesaspecten gemaakt. Taal speelt wel de hele dag door een grote rol. Voor het “begrijpen” is een ruime woordenschat belangrijk. Uitbreiding van de woordenschat is dan ook een belangrijke doelstelling van het onderwijs aan kleuters. Daarnaast is leren luisteren van belang, met name als voorwaarde voor het latere taal- en leesonderwijs (van begrijpend luisteren naar begrijpend lezen). Leren lezen is een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste doelstelling van de basisschool. zonder te kunnen lezen is het heel moeilijk om je staande te houden in de maatschappij. In groep 1/2 wordt veel aandacht besteed aan wat wij noemen de ontwikkeling van geletterdheid. Spelenderwijs brengen we de kinderen in aanraking met het luisteren naar klanken en woorden, klappen van woorden in lettergrepen, het zoeken naar kleine verschillen in plaatjes, letters en taalbegrippen. De meeste kinderen hebben van nature belangstelling voor (prenten)boeken en wil ook zo schrijven en lezen als volwassenen dat doen. De (lees)ontwikkeling van ieder kind kan in deze leeftijdsfase sterk verschillen. Zo komt het voor dat kleuters al kunnen lezen voor zij naar groep 3 gaan. Deze kinderen krijgen de mogelijkheid om op hun eigen niveau verder te gaan met lezen in groep 3. Boekenpret Boekenpret is een leesbevordering programma voor kinderen. Drie keer per schooljaar krijgen wij een themakist via Bibliotheek Oostland. We werken dan aan een thema met behulp van speelleermateriaal en boeken uit de kist. In elke kist staat een boek centraal. Aan de hand van een vertelkastje (of "Kamishibai") en de vertelplaten wordt het hoofdverhaal in de klas aan de kinderen verteld. Vervolgens krijgen de kinderen dit boek mee naar huis, zodat u het boek zelf kunt voorlezen. Het boek wordt na een week weer mee naar school genomen. Rekenen en wiskunde Voor het latere rekenonderwijs is het belangrijk dat er in de kleutergroepen al aandacht wordt besteed aan een aantal basisvaardigheden. We werken met de methode Alles telt. Deze maakt gebruik van vertelplaten, computersoftware en een kleuterideeënmap. Dit is een multomap voor de leerkracht, met daarin leuke ideeën en suggesties voor rekenwiskundige activiteiten. Daarbij kunt u denken aan o.a.: hoeveelheden tellen, herkennen en benoemen van cijfersymbolen. Ook ruimtelijke begrippen (bijv. voor, achter, links, rechts), hoeveelheidsbegrippen (bijv. veel, weinig), ordenings-begrippen (bijv. eerste, tweede, laatste) en tijdsbegrippen (vandaag, gisteren) krijgen in de kleutergroep de aandacht. Door middel van spelletjes in de kring, met behulp van spel- en ontwikkelingsmaterialen komen deze begrippen en vaardigheden aan bod. Zo bereiden we kinderen voor op het latere rekenonderwijs. 19
Buiten spelen / gymles Een kleuter is beweeglijk en moet daarom de ruimte krijgen om voldoende te bewegen. Wij bieden dat in de vorm van vrij spelen buiten of in de speelzaal (kleutergymzaal). Tijdens het buitenspelen kunnen de kinderen gebruik maken van het buitenspelmateriaal van school. Ook heeft school de beschikking over een eigen speelzaal met veel materiaal. Bij een gymles in de speelzaal kunnen diverse bewegingsactiviteiten centraal staan; vaardigheden oefenen, bijvoorbeeld klimmen en klauteren, balanceren, springen, mikken en vangen; ervaren van bewegingsplezier door diverse tik-en zangspelletjes; samenspelen. De kinderen hebben voor gym een broekje, shirtje en gymschoenen nodig die ze zelf aan- en uittrekken. De gymkleren blijven in een tas op school. Voor alle vakanties geven wij ze mee naar huis om gewassen te worden. Na de vakantie zien wij de gymspullen graag weer zo spoedig mogelijk terug naar school. Schooltelevisie Elke week kijken de kinderen naar het programma Koekeloere. Een vast figuur uit het programma is Flip de Beer. Flip komt elk schooljaar logeren bij de kinderen. Ook bij de kinderen van groep 1/2 van de Vlinderboom is Flip de Beer een graag geziene gast. Soms mag Flip ook bij uw kind logeren. U mag in het schriftje, dat Flip bij zich heeft, iets schrijven over zijn belevenissen tijdens de logeerpartij. Deze belevenissen worden in de kring besproken. Hiermee proberen wij o.a. de taalontwikkeling van de kinderen te stimuleren.
Eten en drinken Tijdens het eten en drinken (tussendoortje) wordt er door de kinderen een stukje fruit/koekje gegeten en limonade/schoolmelk gedronken. Als u geen abonnement op de schoolmelk heeft dient u zelf uw kind drinken mee te geven. Op dinsdag, woensdag en donderdag is het gruitdag. Op die dagen is het de bedoeling dat kinderen tijdens het eten en drinken geen koekje bij zich hebben, maar groenten en/of fruit. Wilt u de naam van uw kind schrijven op zijn beker/pakje of tussendoortje. Dit helpt eventuele misverstanden bij jonge kinderen te voorkomen. Zindelijkheid Wij gaan er vanuit dat, als uw kind vier jaar is en bij ons op school start, het zindelijk is en in voldoende mate zelfstandig het toilet kan bezoeken. Praktisch gezien hebben wij de mogelijkheden niet om naast het werk als groepsleerkracht, ook de zindelijkheid te trainen. Het is voor het kind zelf ook prettiger als het zindelijk is. Natuurlijk letten wij erop dat uw kind, indien nodig, op tijd naar het toilet gaat. Desondanks kan het gebeuren dat uw kind een “ongelukje” heeft. In de meeste gevallen kan het kind dan gemakkelijk verschoond worden op school. Als er sprake is van het niet kunnen ophouden van ontlasting is het echter vaak onmogelijk voor de leerkracht om het kind te begeleiden én ook de andere kinderen van de groep in de gaten te houden. Mocht er geen ambulante medewerker in de buurt zijn, dan kan het zijn dat wij naar de ouder bellen met de vraag of het op school kan komen om het kind te verschonen. Wij gaan ervan uit dat u hier begrip voor heeft. Op medische gronden zijn uitzonderingen uiteraard mogelijk. In dergelijke gevallen zullen er aparte afspraken worden gemaakt met de betreffende ouders. 20
2.15. Groepen 3 t/m 8 Vanaf groep drie is er een accentverschuiving in het onderwijs zichtbaar. Van leren spelen naar spelend leren in groep 1/2, komt de nadruk nu steeds meer te liggen op het aanleren van de basisvaardigheden taal, lezen en rekenen. In groep 1/2 zijn hiervoor de voorwaarden al aangeboden. In groep 3 ligt het accent op het leren lezen, schrijven en rekenen. Als het kind naar groep 3 gaat, is de behoefte om af en toe te spelen niet ineens weg. Ook daar wordt tijd voor gegeven. Ook in groep 3 en 4 is de kring een vorm waarin veel “leer” stof kan worden aangeboden. Naast de functie van belangrijk leermoment is de kring overigens van wezenlijk belang voor de groepsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden. Vanaf groep 3 komt er steeds meer ruimte voor het maken van schriftelijk werk. De kinderen leren lezen en zo gaat er een nieuwe wereld voor hen open als het gaat om het opdoen van kennis. Veel vakken op de basisschool staan niet op zichzelf. Wij proberen de samenhang ertussen zoveel mogelijk zichtbaar te maken voor de kinderen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door onderwerpen te koppelen aan actuele gebeurtenissen. Door kennis die je hebt opgedaan in het ene vakgebied te koppelen aan nieuwe kennis die je opdoet in een ander vakgebied. Ons onderwijs is niet alleen bedoeld om uw kind feitenkennis bij te brengen. Wij zien het ook als onze taak om de sociale, creatieve en lichamelijke vaardigheden van uw kind te ontwikkelen. Daarbij kunt u denken aan het leren opkomen voor je eigen mening, leren luisteren naar je zelf en de ander, zelfstandig leren en werken, leren samenwerken, problemen leren oplossen en leren bewegen. Met alleen feitenkennis kan je immers niet in de maatschappij tot je recht komen. Wij proberen zoveel mogelijk te werken vanuit de verbinding tussen hoofd, hart en handen. Toch worden veel zaken nog via vakgerichte instructie aangeboden. In de groepen 3 tot en met 8 werken we voor een groot aantal vakken met methodes. Nederlandse taal Taal is bij uitstek het instrument om met elkaar in contact te komen, een boodschap aan elkaar door te geven of van een ander te ontvangen. Op onze school werken we met de methode “Taal Actief”. Taal Actief is een methode voor groep 4 t/m 8, met drie onderdelen die nauw met elkaar samenhangen, maar ook los van elkaar gebruikt kunnen worden: taal (taalbeschouwing, spreken & luisteren, stellen) woordenschat en spelling. Bij Nederlandse taal besteden we veel tijd aan spelling. Vanaf groep 4 wordt systematisch aandacht besteed aan dit onderdeel. Iedere week krijgen de leerlingen een aantal woorden aangeboden waarin één of meer spellingsregels aan de orde komen. Vanaf groep 6 is er extra aandacht voor de werkwoordspelling. Ook grammatica komt aan de orde. Aan het eind van de basisschoolloopbaan is uw kind bekend met ontleden. Naast ontleden en spelling komt ook het creatief hanteren van de taal aan de orde bij het schrijven van verhalen en bij dramatische vorming. Taal is een hulpmiddel om je te uiten. Dit kan niet alleen mondeling maar ook schriftelijk. Bij het leren schrijven speelt de schrijfmethode Pennenstreken (in groep 3, 4, 5 en 6) een belangrijke rol. Deze methode ondersteunt de motorische ontwikkeling die belangrijk is voor de technische beheersing en nodig om goed te leren schrijven.
21
Technisch Lezen Na de voorbereiding in groep 1/2 beginnen we in groep 3 met het technisch leesonderwijs. In de kleuterperiode of eerder ontdekken kinderen vaak al dat letters en lettercombinaties een betekenis hebben. Ze leren letters te koppelen aan klanken en dit is het begin van het technisch leesproces. Het technisch lezen is nodig om een tekst te kunnen lezen als je met de inhoud van die tekst iets wil doen: bijvoorbeeld een boodschappenlijstje kunnen lezen om te weten wat je moet kopen. In het begin is het technisch leren lezen een doel. Later een middel om teksten te kunnen begrijpen. In groep 3 leert uw kind lezen met behulp van de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode leert kinderen de basisprincipes van het technisch lezen aan. Voortgezet Technisch Lezen Estafette is de nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen voor groep 4 t/m 8. Estafette sluit aan bij de methode Veilig Leren Lezen van groep 3 en AVI lezen. Estafette zet leesplezier en leesuitdaging bewust voorop. Reden waarom de teksten uit leuke kinderboeken komen. Of ze nu verhalen bevatten of teksten die kinderen in het dagelijks leven tegenkomen (zoals raadsels, gedichten, interviews, dialogen en recepten). De lessen voortgezet technisch lezen van de groepen 4 t/m 8 kennen een vaste opbouw. Elk leerjaar bestaat uit 36 schoolweken, waarin gewerkt wordt in vijf leerstofblokken: Blok 1 8 lesweken 1 week vrij lezen
Blok 2 8 lesweken 1 week vrij lezen
Blok 3 8 lesweken 1 week vrij lezen
Blok 4 8 lesweken 1 week vrij lezen
Blok 5 leesbevordering
De leeslessen van Estafette bevatten vier fases: introductie, instructie, verwerking/inoefenen en afronding. Elke les begint met een introductie voor alle leerlingen en ook de les wordt weer afgerond met de gehele groep. Na de introductie vindt er een korte instructie plaats en kinderen die daar voldoende aan hebben, gaan zelfstandig verder met de lesopdrachten. De overige leerlingen krijgen verdere instructie op maat, tot ook zij in staat zijn aan de verwerkingsopdrachten te beginnen. De ontwikkeling van de leerlingen op het gebied van voortgezet technisch lezen wordt gevolgd aan de hand van de halfjaarlijkse Cito toetsen Technisch lezen, de drie-minuten toets (DMT). Indien nodig kan aanvullend de AVI toets worden afgenomen. Begrijpend en studerend lezen In de hogere groepen komt de nadruk bij het leesonderwijs steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Bij het begrijpend lezen gaat het erom dat je de tekst inhoudelijk begrijpt. Voor begrijpend lezen maken wij gebruik van de methode “Nieuwsbegrip XL”. “Nieuwsbegrip XL” biedt de mogelijkheid om actuele teksten binnen te halen, zodat lezen niet gaat over gedateerde informatie. Actualiteit is voor een kind heel belangrijk om de wereld om hem heen beter te begrijpen maar ook om de inhoud van de lessen interessant en boeiend te houden. Bij studerend lezen worden verschillende manieren aangeboden waarop je een tekst kan leren. Bijvoorbeeld door het maken van samenvattingen, schema’s, het zoeken van de onderwerpen in een tekst. Deze vaardigheid hebben de kinderen nodig om zelfstandig te kunnen werken en in het voortgezet onderwijs de leerstof tot zich te nemen. Op De Vlinderboom leren wij de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen. We proberen ze ook liefde voor boeken/ verhalen bij te brengen. We lezen op school voor en er is een bibliotheek waar de kinderen boeken kunnen lenen. In het kader van de leesbevordering, woordenschatuitbreiding en algemene
22
taalontwikkeling neemt onze school jaarlijks deel aan de Kinderboekenweek en de Nationale Voorleeswedstrijd. In de groepen wordt het houden van presentaties gestimuleerd. In groep 4 mogen kinderen al presentaties houden over een zelf gekozen onderwerp. In groep 6 tot en met 8 krijgen daarnaast ook boekbesprekingen en spreekbeurten de aandacht.
Rekenen en wiskunde Alles telt is onze rekenmethode voor groep 1 t/m 8. De methode biedt een grote hoeveelheid gevarieerd lesmateriaal. Centraal staat wel het automatiseren. De rekenlessen van de groepen 3 t/m 8 kennen een vaste opbouw. Elk leerjaar bestaat uit 36 schoolweken, waarin gewerkt wordt in zes leerstofblokken: Blok 1 5 lesweken 1 toetsweek
Blok 2 5 lesweken 1 toetsweek
Blok 3 5 lesweken 1 toetsweek
Blok 4 5 lesweken 1 toetsweek
Blok 5 5 lesweken 1 toetsweek
Blok 6 5 lesweken 1 toetsweek
Iedere week staan er vijf rekenlessen gepland op het rooster, daarvan zijn er twee rekenlessen leerkrachtgebonden en drie rekenlessen bevatten zelfstandig werkopdrachten. Tijdens de zelfstandig werklessen is er tijd voor instructie op maat door de leerkracht aan leerlingen die dit nodig hebben. Elke rekenles start u met hoofdrekenen. Alle leerlingen volgen de groepsinstructie op streefniveau. Daarna verwerken de leerlingen zelfstandig de lesstof op hun eigen niveau. De toetsweek bestaat uit een toets en op basis van die uitkomst wordt er voor iedere leerling een keuze gemaakt. Er zijn leerlingen die herhalingslessen maken om de leerstof die niet goed beheerst wordt nogmaals aan te beiden. Andere leerlingen die de leerstof al goed beheersen, maken verdiepings- en/of verrijkingslessen. De methode wordt ondersteund door computerprogramma’s en een remediërend pakket. Voor de kinderen die makkelijk en snel door de leerstof gaan, hanteren we het “compacten en verrijken”. Dit houdt in dat die kinderen op een compacte manier de basisstof krijgen aangeboden. Veel herhaling en inoefenen is voor deze kinderen niet nodig. Zij kunnen die tijd gebruiken voor uitdagende verdiepingsstof. Mede daardoor kunnen we alle kinderen een rekenaanbod geven dat op hun niveau wordt afgestemd. Wereldoriënterende vakken Voor de wereldoriënterende vakken maken wij gebruik van een drietal methodes voor de groepen 3 tm 8, te weten de methode Eigentijds(geschiedenis), Grenzeloos (aardrijkskunde) en Binnenstebuiten (natuur en techniek). Deze drie methodes zijn onafhankelijk van elkaar te gebruiken, maar door ze als pakket aan te bieden aan de kinderen versterken ze elkaar. In deze digitale lesmethode zijn de laatste inzichten uit hersenonderzoek verwerkt over hoe kinderen leren en zich optimaal ontwikkelen. Er wordt uitgegaan uit van een activerende didactiek die leerlingen prikkelt om zelf te willen weten en ontdekken door middel van prikkelende onderzoeksvragen en uitdagende doe-opdrachten. 23
De volgende drie stappen keren in elke les terug: ► Stap 1: Eerst prikkelen en raken ► Stap 2: Zelf aan de slag ► Stap 3: Samenvatten en checken De methodes bieden verschillende vormen van differentiatie om optimaal aan te sluiten bij de niveauverschillen van leerlingen. In de basis uitdagend voor alle leerlingen. Het basismateriaal biedt door de gekozen visuele aanpak, spannende invalshoeken en opdrachten, uitdaging voor alle leerlingen. Daarnaast zijn er extra opdrachten voor snelle leerlingen en voor plusleerlingen Voor plusleerlingen bieden de methodes twee mogelijkheden: meedoen met de basislessen, werken aan een eigen opdrachtserie. Op De Vlinderboom hebben wij er voor gekozen om de informatie te verwerken door het kiezen van verschillende werkvormen. In de groepen 5 tot en met 8 worden werkstukken, spreekbeurten en presentaties gehouden, zowel individueel als in duo’s. School tv-lessen nemen juist bij deze vakkengroep gedurende het hele jaar een belangrijke plaats in. Allerlei computerprogramma’s en het internet hebben hun plaats veroverd in de school bij de informatievoorziening. Diverse excursies ondersteunen verder de lessen. Creatieve vorming U kunt hierbij denken aan tekenen, handvaardigheid, muziek en dramatische expressie. Bij de creatieve vakken gaat het niet alleen om het technische aspect, maar ook om het durven uiten van je beleving. Creatieve vorming kan bijdragen aan het leren uiten van je gevoelens. Er wordt aandacht besteed aan de bevordering van de creativiteit. Lichamelijke oefening De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs vanuit de aandachtsgebieden: turnen, spelen, bewegen en muziek, atletiek en zelfverdediging. Gedurende het jaar komen vaardigheden uit al deze gebieden ruimschoots aan bod. Het doel van de gymlessen is het ontwikkelen van de motorische vaardigheden van de leerling. Door rekening te houden met niveauverschillen binnen een groep kunnen alle leerlingen zich op hun eigen niveau ontwikkelen. Belangrijk zijn daarbij de veiligheid, intensiteit, succesbeleving en het plezier in bewegen.
Naast het ontwikkelen van de motorische vaardigheden is ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van belang. De omgangsvaardigheden zijn een belangrijk onderdeel van de lessen. Leerlingen zullen samen moeten werken om opdrachten te kunnen uitvoeren en zo te komen tot prestaties. Ook zullen de leerlingen leren omgaan met winnen en verliezen. De lessen bewegingsonderwijs dienen tevens als introductie in de huidige bewegingscultuur. Door de leerlingen kennis te laten maken met verschillende sporten zullen de leerlingen wellicht enthousiast raken en zo nog meer gaan bewegen in pauzes of bij sportverenigingen. 24
De kinderen van groep 3 t/m 8 hebben twee maal per week gymles. De gymlessen worden gegeven in de sporthal van de mfa “Het Nest”. We adviseren als gymkleding een T-shirt en een korte broek en gymschoenen. Een gympak of turnmaillot is ook goed. Lange hemden en andere wijdvallende kledingstukken zijn niet gewenst, omdat ze gevaarlijk zijn tijdens de gymles. Als u voor uw kind gymschoenen koopt, wilt u er dan op letten dat deze geen zwarte zolen hebben. Bij gebruik van gymschoenen is de kans kleiner dat kinderen voetwratten en schimmels oplopen.
2.16. Huiswerk In het voortgezet onderwijs is het normaal dat huiswerk meegeven wordt aan de leerlingen. In het kader van de voorbereiding op het leven na de basisschool vinden we het belangrijk dat de kinderen gewend raken aan het maken van huiswerk. De jongste kinderen krijgen alleen werk mee om thuis te maken, wanneer ouders en leerkrachten met elkaar vinden dat extra werk thuis niet te belastend is en duidelijk zinvol is om een bepaalde ‘hobbel’ in het leerproces te kunnen nemen. In hogere groepen krijgen de leerlingen langzamerhand meer huiswerk. De afspraak is dat groep 6 eenmaal per week, groep 7 tweemaal per week en groep 8 drie maal per week huiswerk meekrijgt.
25
3.
Schooltijden
3.1.
Schooltijden
Vanaf dit schooljaar (2014-2015) werken wij met het "vijf gelijke dagen model". In dit model hebben de vijf schooldagen eenzelfde lengte. In alle groepen hanteren wij gelijke schooltijden waarbij de kinderen tussen de middag lunchen met de leerkracht(en). Schooltijden groep 1 tot en met 8 Maandag 08:30 - 14:00 uur Dinsdag 08:30 - 14:00 uur Woensdag 08:30 - 14:00 uur Donderdag 08:30 - 14:00 uur Vrijdag 08:30 - 14:00 uur
3.2.
Voor en na schooltijd
Om 08.15 uur gaan de schooldeuren open. Uw kind is vanaf dat moment welkom in de school. Wij stellen u graag in de gelegenheid om samen in de klas naar het werk van uw kind te kijken of om rustig afscheid te nemen. Om 08.30 uur gaan de lessen beginnen en nemen de kinderen afscheid van u. ‘s Middags is uw kind vanaf 14.00 uur vrij en kunnen ze worden opgehaald. De kinderen kunnen ook aansluitend gebruik maken van de Buitenschoolse Opvang (BSO). In verband met de pauzetijd van de leerkrachten staan wij u graag weer na 14.30 uur te woord.
3.3.
Gezamenlijke maandsluiting
Een aantal keer per jaar sluiten we de maand gezamenlijk af. Om de beurt zorgt één van de groepen voor een afsluitingsprogramma voor de gehele school. Naast alle leerlingen en leerkrachten zijn ouders, familieleden en betrokkenen van de betreffende groep hierbij van harte welkom. De kinderen bepalen in overleg met de leerkracht hoe zij de afsluiting vorm geven. Je vrij durven te presenteren en trots zijn op je kunnen staan hierbij centraal.
3.4.
Gymtijden
De kinderen van groep 1/2 hebben twee keer per week een gymactiviteit. De gymles wordt gegeven in het speellokaal van school. De kinderen van de groep 3 t/m 8 hebben twee keer per week een gymactiviteit. De gymlessen worden gegeven in de sporthal van de multifunctionele accommodatie Het Nest. Onze vakleerkracht bewegingsonderwijs, juf Esther Scheenaard verzorgt de gymlessen op de maandagen. Er wordt op de volgende dagen gym gegeven: Maandag
Tijd
Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8
08.40 - 09.25 09.25 - 10.10 10.10 - 10.55 10.55 - 11.40
uur uur uur uur
Donderdag
Tijd
Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8
08.40 - 09.25 09.25 - 10.10 10.10 - 10.55 10.55 - 11.40
uur uur uur uur
26
4.
Kennismaken en inschrijving
4.1.
Kennismaken
Scholen verschillen, in de manier van omgang met de kinderen, ouders en elkaar (sfeer), in hun werkwijze en in wat zij kinderen leren. Een school kies je niet zomaar. De school moet passen bij u en uw kind. Samen met u zorgen wij graag voor uw kind door het een veilige plek te bieden en te begeleiden in zijn ontwikkeling. Wanneer u als ouder(s) geïnteresseerd bent in onze school of meer informatie over de school wilt, nodigen wij u graag uit voor een kennismakingsgesprek. U kunt hiervoor een afspraak maken met de directeur van de school. Zij geeft u een toelichting op de gang van zaken binnen De Vlinderboom en beantwoordt uw vragen. Tevens krijgt u een rondleiding en kunt u de sfeer op school proeven. Kinderen vinden het vaak fijn om bij een kennismakingsgesprek aanwezig te zijn; zij zijn bij ons van harte welkom!
4.2.
Aanmeldprocedure/inschrijving
Aanmelding Ouders die overwegen hun kind(eren) op onze school te plaatsen kunnen een informatiepakket aanvragen. Dit kan zowel telefonisch als via onze schoolwebsite. Wij maken graag een afspraak voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding door de school. Dit doen we bij voorkeur als onze school “in bedrijf” is. In dit kennismakingsgesprek ontvangt u informatie over De Vlinderboom en wordt tevens van beide kanten informatie verstrekt en verwachtingen uitgesproken die van belang kunnen zijn voor de uiteindelijke schoolkeuze. Om een goede schoolkeuze te kunnen maken adviseren wij ouders altijd de sfeer te komen proeven en te bekijken of De Vlinderboom aansluit bij uw verwachtingen. Inschrijving U kunt uw kind aanmelden door een inschrijfformulier in te vullen. Op dit inschrijfformulier vragen we uiteraard om de persoonsgegevens van u en uw zoon of dochter. Voordat uw kind geplaatst wordt vindt er een afweging plaats of De Vlinderboom tegemoet kan komen aan de pedagogische en didactische hulpvraag van uw kind. De inschrijving zal dan ook in eerste instantie voorlopig zijn, zodat wij de tijd hebben om ons te verdiepen in de onderwijsbehoeftes van uw kind en wij de benodigde informatie kunnen opvragen. Wij proberen zoveel mogelijk zicht te krijgen op de ontwikkeling van uw kind om uw kind de juiste begeleiding te bieden. Daarom vragen wij naar uw persoonlijke bevindingen betreffende de ontwikkeling van uw kind en indien mogelijk ook naar de bevindingen van het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal. Dit om duidelijk te krijgen of er omstandigheden zijn waar de school rekening mee moet houden. Heeft uw kind extra ondersteuning nodig, dan wordt binnen het team, aan de hand van het toelatingsbeleid, besproken of wij de ondersteuning die nodig is voor uw kind ook daadwerkelijk kunnen bieden. U als ervaringsdeskundige kent uw kind als geen ander en u bent daarmee de belangrijkste bron voor informatieverstrekking over uw kind aan de school. Vanaf 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving met betrekking tot passend onderwijs van kracht. Dit betekent dat wij een zorgplicht hebben naar alle kinderen die bij ons op school worden/staan ingeschreven. Zorgplicht houdt in dat een school een passende onderwijsplek moet bieden eventueel met extra ondersteuning, of indien wij de ondersteuning niet kunnen bieden op een andere school in het regulier of speciaal (basis)onderwijs. Als ouder(s)/ verzorger(s) betrekken wij u daarom graag vanaf het begin af aan bij dit proces. Zodra u uw kind aanmeldt laten wij u binnen 6 weken weten of wij uw kind kunnen toelaten op De Vlinderboom of komen wij met een voorstel voor een beter passende plek voor uw kind op een andere school. Vierjarigen en kinderen die door verhuizing op school willen komen, worden in principe altijd aangenomen. Uitzondering op deze regel wordt gemaakt voor kinderen waar een advies ligt voor een plaatsing in het speciaal onderwijs. Deze aanmeldingen worden apart bekeken. Ongeveer drie maanden voordat uw kind 4 jaar wordt, ontvangt u een bevestiging van de definitieve inschrijving van uw kind. 27
In het schoolondersteuningsprofiel van onze school is opgenomen dat wij op dit moment nog niet in staat zijn te voorzien in de ondersteuningsbehoefte van volledig dove en blinde kinderen. Voorzieningen voor volledig dove en blinde kinderen zijn momenteel niet en/of nog onvoldoende aanwezig op onze school. Kennismaken en wennen op De Vlinderboom Wanneer kinderen vier jaar worden, mogen ze voor het eerst naar de basisschool. Dit is voor veel kinderen een spannende dag. Daarom stellen we de kinderen in de gelegenheid om van tevoren een aantal keren in de groep te komen kijken. Ze kunnen dan op hun gemak wennen aan de andere kinderen in de groep en hun leerkracht. De leerkracht van groep 1/2 neemt ongeveer twee maanden voordat uw kind vier jaar wordt contact met u op om afspraken te maken over een wenperiode en om een kennismakingsgesprek met u te plannen. Kort voor de zomervakantie is het vaak verstandig om deze wenperiode over te slaan, omdat na de vakantie groep 1-2 een andere samenstelling heeft. Wisselen van basisschool Wanneer uw kind reeds op een andere school zit en u om welke reden dan ook een overstap naar de Vlinderboom overweegt, zult u in eerste instantie een afspraak met de directeur van de school moeten maken. Een overstap van uw kind naar een andere school, kan een ingrijpende gebeurtenis zijn voor een kind. U begrijpt dat wij bij een eventuele overstap, de kans van slagen op een succesvolle overstap voor uw kind, zo groot mogelijk willen laten zijn. Van belang daarbij is zicht te krijgen op het ontwikkelingsverloop van het kind en of er specifieke onderwijskundige hulp nodig is. Nadat we alle gegevens hebben verkregen, nemen we een besluit over de toelaatbaarheid van het kind. In een enkel geval kunnen we voorafgaande aan deze beslissing nog besluiten een toets af te nemen bij het kind. Bij aanmeldingen wordt altijd een afspraak gemaakt om kennis te maken voordat uw kind op school komt. Instroom vanuit andere basisscholen in de omgeving kan pas plaatsvinden, nadat overleg is gevoerd met de school waar het kind ingeschreven stond.
28
5.
Een veilige school
5.1.
Open en duidelijk
Opvoeden doen we samen, u als ouders thuis en de leerkrachten op school. We gaan op school uit van een samenwerkend partnerschap, waarbij we ouders zien als ervaringsdeskundigen met wie wij in gesprek zijn en blijven. Wij stellen het heel erg op prijs als ouders komen praten over hun kind, over de dingen die goed gaan en over die dingen die moeilijk zijn. In overleg met elkaar proberen we in voorkomende situaties tot de juiste oplossingen te komen.
5.2.
Pedagogisch klimaat
Op de Vlinderboom willen we met elkaar zorgdragen voor een veilige omgeving waar alle kinderen zich thuis voelen. We gaan daarbij uit van de kerngedachte respect; respect voor jezelf, de ander en de omgeving. Wanneer kinderen zich veilig voelen en zich gerespecteerd weten, zijn zij in staat om zich te ontplooien en ontwikkelen. Op een plezierige wijze met elkaar omgaan gaat niet altijd vanzelf, maar valt wel te leren. In ons onderwijs besteden wij hier voortdurend aandacht aan. Zo leren de kinderen zichzelf en de ander kennen en vinden er groepsactiviteiten plaats waarbij kinderen een beroep op elkaar moeten doen en elkaar moeten leren vertrouwen. We werken zo aan een open klassenklimaat.
5.3.
Schoolafspraken en regels
Binnen een leefgemeenschap zijn er vaak regels en afspraken nodig om de goede gang van zaken te bevorderen. Ook op De Vlinderboom kennen wij (groeps-)regels en schoolafspraken. Deze worden aan het begin van het schooljaar besproken in alle groepen. Daarnaast worden diverse protocollen nageleefd, waaronder het omgangsprotocol. Echte afspraken kennen een tweerichtingsverkeer, ze worden gemaakt tussen de leerkrachten en de leerlingen en dienen door beide partijen te worden gerespecteerd. Als ouder kunt u hier een belangrijke, ondersteunende rol spelen, door achter deze afspraken te staan en uw kind(eren) te stimuleren bij het naleven hiervan.
5.4.
Omgang met elkaar (omgangsprotocol)
Op de Vlinderboom vinden we het belangrijk dat kinderen zich veilig en gezien voelen! Dat doen wij door open, eerlijk, duidelijk en consequent te zijn naar de kinderen. Wij proberen daarbij zoveel mogelijk uit te gaan van een persoonlijke en positieve benadering. Dit vanuit de overtuiging dat bij een positieve benadering een kind, over het algemeen genomen, beter presteert. Je veilig voelen zit hem voornamelijk in de omgang met elkaar. Elk kind moet zich veilig en geaccepteerd voelen op school, te midden van andere kinderen en leerkrachten. Omgang met elkaar en aanverwante zaken zijn om die redenen regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen, zowel binnen een groep als binnen het team. Samen met de kinderen bespreken we de gedragsregels waar we elkaar op mogen aanspreken. Hiermee maken we de kinderen duidelijk dat zij ook een eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om “het omgaan met elkaar”. Als we kinderen in hun gedrag corrigeren bevragen we het kind op de schoolafspraak. Daarbij doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het kind zodat het zich bewust kan worden over wat er niet goed gaat. Ook stellen wij het kind in de gelegenheid na te denken over wat het in eenzelfde situatie anders kan doen. Wanneer een kind zich niet aan de schoolafspraken houdt, ontkomen we niet aan het opleggen van een “straf”. 29
Straffen is echter een leermoment en niet een doel op zich. Na het leermoment gaan we verder waar we gebleven waren, het werken vanuit een positieve benadering. Wij begeleiden kinderen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Een belangrijk onderdeel daarbij is leren samenspelen en werken. Dit gaat niet altijd vanzelf, maar daar begeleiden we de kinderen bij. Pesten wordt echter niet getolereerd op onze school. In ons omgangsprotocol staat beschreven hoe we kinderen hier stap voor stap in begeleiden. We geven hulp aan kinderen die aangeven gepest te worden en we spreken kinderen aan op hun gedrag. De ouders worden ook betrokken bij het stoppen van pestgedrag. Op school ligt een omgangsprotocol ter inzage, u kunt dit opvragen bij de directie van de school.
5.5.
Video- en foto-opnames
Bij de vele activiteiten die op school plaatsvinden worden ook regelmatig foto’s en/of video-opnames gemaakt. Deze opnames worden alleen gebruikt voor interne doeleinden, waaronder het rapportfolio, de nieuwsbrief, schoolgids, kalender of voor social media vanuit de school. Ze kunnen tevens gebruikt worden bij de deskundigheidsbevordering van de teamleden. Bij het aanmeldingsformulier wordt u gevraagd of u toestemming geeft om het beeldmateriaal waarop uw kind staat te mogen publiceren op de website, in de nieuwsbrief of in andere publicaties van onze school. Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van beeldmateriaal van uw zoon of dochter op de schoolwebsite of één van de andere papieren publicaties, dan kunt u dit aangeven bij de leerkracht van uw zoon of dochter of de directeur.
5.6.
Calamiteiten en ontruiming
Op school hebben we een vluchtplan en een aantal bedrijfshulpverleners (BHV-ers). Ongeveer twee keer per jaar wordt er een ontruimingsoefening gehouden, zodat de kinderen en de leerkrachten weten wat ze wel en niet moeten doen. Speciaal daarvoor beschikt de school over een calamiteitenplan. Dat plan is goedgekeurd door de plaatselijke brandweer. Verder test de brandweer elke eerste maandag van de maand (precies 12.00 uur) de sirenes. Mocht er ooit een echt alarm komen (als het alarm langer dan anderhalve minuut duurt), dan kunt u er vanuit gaan dat uw kind op school in goede handen is. De school zal de kinderen naar binnen halen. De kinderen wachten met hun leerkracht in het lokaal op verdere instructies. Ramen en deuren zijn dicht. We zijn ons bewust van spanningen bij kinderen die kunnen optreden en zullen ze daarin bijstaan. In bijna alle gevallen kunnen we volstaan met binnenblijven, totdat het sein veilig wordt gegeven. We verlaten de school niet eerder dan is toegestaan door politie of brandweer. In heel bijzondere gevallen kan het voorkomen dat de school en het gebied er omheen ontruimd moeten worden. In dat geval neemt de politie/brandweer/gemeente de zorg voor de kinderen over. Via de media zal de gemeente meedelen waar de kinderen zijn en hoe en wanneer u ze kunt ophalen. Aan u als ouder/verzorger adviseert de gemeente het volgende. Zorg dat de school beschikt over actuele gegevens, zoals het mobiele nummer waarop u bereikbaar bent onder schooltijd. Wij adviseren u om uw kind te informeren over een dergelijke situatie. Zorg dat u over een (draagbare) radio beschikt met een goede ontvangst van Radio West: FM 89,3 (ether) of FM 89,9 (kabel). Ook kunt u informatie vinden via TV-West, teletekst pagina 112 van RTV-West, of de site van de gemeente: www.pijnacker-nootdorp.nl Heb vooral geduld en wacht thuis af, zodat eventuele werkzaamheden in verband met calamiteiten goede doorgang kunnen vinden.
30
6.
Kwaliteit
6.1.
De kwaliteit van ons onderwijs
“Onderwijzen” en “opvoeden” doe je samen. Meerdere betrokkenen spelen in het onderwijs een belangrijke rol bij het realiseren van kwaliteit. Ouders en leerkrachten geven kinderen liefde, veiligheid en bescherming waardoor kinderen de ruimte voelen om zichzelf te mogen zijn. Samen bieden wij kinderen kansen om zichzelf te kunnen ontwikkelen en hun (leef)wereld te ontdekken. Een directie kan een grote invloed hebben op de kwaliteit van de school. Deze draagt de zorg over de begeleiding van de leerkrachten, het scheppen van de juiste voorwaarden in leermiddelen en goede arbeidsomstandigheden, factoren die de kwaliteit kunnen beïnvloeden. Ook het bestuur en de inspectie van onderwijs kunnen een belangrijke bijdrage leveren door de school te volgen en te adviseren. De wet verplicht scholen om op enigerlei wijze behaalde resultaten te publiceren in de schoolgids. Wij voldoen graag aan dit verzoek. Daarbij willen wij echter benadrukken dat het de opbrengsten van ons onderwijs niet altijd compleet in beeld te brengen zijn in cijfers. De groei van een kind laat zich niet altijd uitdrukken in een cijfer. Daarmee komt een kind niet geheel tot zijn recht omdat het niet de inspanningen van het kind laat zien die het heeft verricht om het resultaat te bereiken. Ondanks dat niet alles in een getal is weer te geven (meetbaar) zien wij het als onze taak om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan ieder kind.
6.2.
Kwaliteitszorg
Elke directeur en elk schoolteam werkt in het kader van optimale opbrengsten systematisch en doelgericht aan het verhogen van de prestaties van leerlingen. Jaarlijks maakt de directeur in samenwerking met het team een risico analyse, waarin de eindopbrengsten, tussenopbrengsten, sociale vaardigheden, onderwijsbehoeften van de kinderen, de doorstroming en het functioneren van oud-leerlingen in het voortgezet onderwijs worden gevolgd en geanalyseerd. Het doel hiervan is om de kwaliteit van het onderwijs te meten en indien nodig aan te passen. Dit opbrengstgericht werken is een cyclisch proces, waarbij leerkrachten, directieleden, bestuur en vooral ook ouders zicht krijgen op de kwaliteit van het geboden onderwijs op De Vlinderboom. Dit inzicht stuurt het handelen van directie en leerkrachten waarbij wordt uitgegaan van de verschillen in capaciteiten en behoeften van de kinderen. Dit vraagt afstemming op het niveau van het kind en de groep, duidelijke doelen stellen voor alle kinderen en weten wat een kind aan het eind van een schooljaar moet kennen en kunnen. Dit komt de ontwikkeling en prestaties van alle kinderen ten goede. Dit geeft u als ouder het vertrouwen dat de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig wordt gevolgd en gestimuleerd. De school stelt zich ten doel om in acht jaar tijd uw kind tot maximale ontwikkeling te laten komen. We beschouwen deze ontwikkeling dan ook als een proces.
6.3.
Schoolplan
Het team van De Vlinderboom is altijd bezig de school te verbeteren en up-to-date te houden. Dit kan niet zonder duidelijke keuzes en een goed doordacht plan. Jaarlijks stelt de directeur een schooljaarplan op waarin de te bereiken doelen voor het komend schooljaar beschreven zijn. Voor de lange termijn is er een schoolplan, dat geschreven wordt voor een periode van vier jaar. Hierin wordt de koers van de school uitgezet en worden per schooljaar de doelen gesteld. Het schoolplan 2011-2015 kunt u inzien bij de directeur van de school.
31
6.4.
Realisatie beleidsvoornemens 2013-2014
Wij werken voortdurend aan het verbeteren van ons onderwijs. Alle veranderingen worden geëvalueerd, bijgesteld en geborgd in de school. Afgelopen schooljaar hebben wij onderstaande beleidsvoornemens gerealiseerd: Borgen van de werkwijze van de methode IPockets en Backpack voor Engels, groep 1 t/m 8; Implementatie van de methode Alles telt voor het reken – en wiskundeonderwijs, groep 1 t/m 8; Implementatie van de methode Estafette voor het voortgezet technisch lezen, groep 4 t/m 8; Implementatie van de methode Trefwoord voor levensbeschouwelijk onderwijs, groep 1 t/m 8; Het aanschaffen van een nieuwe methode voor de wereldoriënterende vakken, Eigentijds voor geschiedenis, Grenzeloos voor aardrijkskunde en Binnenstebuiten voor natuur - en techniekonderwijs; Vernieuwde rapportage naar kinderen en ouders in groep 1 tot en met 8 (werken met het rapportfolio); Het afnemen van tevredenheidspeilingen onder ouders en teamleden; Het teambreed volgen van de verdiepingscursus handelingsgericht werken (HGW); Het structureel opstellen en werken vanuit (HGW) groepsplannen voor de vakgebieden rekenen- en wiskunde, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen; Het structureel maken van trendanalyses van de methode onafhankelijke resultaten van ons onderwijs. Dit om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en te verhogen (opbrengstgericht werken, OGW); Implementatie van het administratie- en leerlingvolgsysteem EsisB; Het teambreed volgen van de verdiepingscursus toetsanalyse EsisB; Eén leerkracht heeft de opleiding tot taalcoördinator met succes afgerond; Verdere uitwerking en invoering functiemix (leerkrachten LB, met specialisme) , het aanstellen van een taal coördinator.
6.5.
Beleidsvoornemens 2014-2015
Blijvend veranderen is een noodzaak voor goed onderwijs. De beleidsvoornemens staan uitgewerkt in een schooljaarplan, dit ligt ter inzage bij de directie. Het komend schooljaar zullen wij ons richten op: Implementatie van de nieuwe methode voor de wereldoriënterende vakken, Eigentijds voor geschiedenis, Grenzeloos voor aardrijkskunde en Binnenstebuiten voor natuur - en techniekonderwijs; Oriëntatie op een nieuwe methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling; Oriëntatie op een nieuwe methode voor het schrijfonderwijs; Het opstellen en implementeren van het nieuwe taal-leesbeleid; Het opstellen van een schoolveiligheidsplan; Het uitzetten van een tevredenheidspeiling onder de leerlingen van de bovenbouw; Het formuleren van beleid m.b.t. ouderbetrokkenheid en pedagogisch- en educatief partnerschap; Het beleid m.b.t. kindgesprekken en rapportfolio’s verder vormgeven; Het structureel maken van trendanalyses van de methodegebonden resultaten van ons onderwijs. Dit om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en te verhogen (OGW); Verder verdiepen in het “Structureel Coöperatief Werken”. We zijn nu aanbeland in de fase van “borging van coöperatieve werkvormen”; Het versterken van de professionele cultuur d.m.v. deelname aan het traject stichting LeerKRACHT met als doel de onderwijskwaliteit op De Vlinderboom op het gebied van opbrengsten en leerkrachtvaardigheden te vergroten; Het volgen van de opleiding tot interne coach door één leerkracht (stichting LeerKRACHT); Het volgen van de cursus oplossingsgericht coachen door de directeur; Het teambreed volgen van een verdiepingscursus in het kader van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld; Het volgen van de opleiding Master Special Educational Needs door twee leerkrachten. Waarvan één met de specialisatie voor het jonge kind en één met de specialisatie voor het oudere kind. 32
6.6.
Beroepskwaliteit
Op de Vlinderboom vinden we kwalitatief goed onderwijs van groot belang. Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Zij zorgen ervoor dat waarmee wij werken en hoe wij werken op school betekenisvol is. De maatschappij verandert voortdurend en daarmee ook het onderwijs. Daarom is het belangrijk dat iedereen in de school op de hoogte blijft van ontwikkelingen en vernieuwingen in het onderwijs. Om dit te kunnen realiseren krijgen de leerkrachten van De Vlinderboom de mogelijkheid aangeboden om zich te scholen en professionaliseren in hun vak. Dit gebeurt door middel van het volgen van opleidingen en (nascholings)cursussen, studiedagen voor het hele team en/of een studiedag georganiseerd door het schoolbestuur. Daarnaast vinden er jaarlijks gesprekken plaats met leerkrachten, waarin hun persoonlijke ontwikkeling centraal staat. Er wordt daarbij uitgegaan van de vernieuwde competenties voor leerkrachten. De ontwikkeling van elk individueel personeelslid wordt in een jaarlijkse gesprekscyclus tussen personeelslid en directie gevolgd.
6.7.
Eind- en tussenopbrengsten
Om de vorderingen van de kinderen goed te kunnen volgen worden er naast methode gebonden toetsen ook Cito-toetsen afgenomen (leerlingvolgsysteem). Met behulp hiervan worden de vorderingen van de kinderen duidelijk in kaart gebracht en vergeleken met landelijk geldende normen. Daardoor wordt een beeld verkregen van de kwaliteit van het onderwijs, maar het belangrijkste is dat op tijd een eventuele stagnatie in de ontwikkeling bij het leren van de kinderen kan worden onderkend en kan worden aangepakt. Jaarlijks maken de leerlingen van de school in januari en juni een Cito toets. De score die een kind behaalt op de toets heet een vaardigheidsscore. Met deze score kan gemeten worden of een kind zich voldoende heeft ontwikkeld. Dit wordt weergegeven in een grafiek, vergelijkbaar met een groeicurve. Daarnaast is het mogelijk om de prestaties van het kind te vergelijken met die van andere kinderen in Nederland, die in hetzelfde leerjaar zitten en/of van dezelfde leeftijd zijn. Op De Vlinderboom volgen we de resultaten van de individuele leerlingen, hierover kunt u meer lezen in hoofdstuk zeven. Daarnaast volgen we ook de resultaten van de leerlingen over meerdere leerjaren, dit heet trendanalyses. Deze trendanalyses worden besproken met het team en het bestuur en de inspectie van het onderwijs. Wij vinden het echter ook van belang om u als ouder te informeren over de eind- en tussenresultaten van de leerlingen. Tussenresultaten De resultaten van de school worden steeds doorgegeven aan de inspectie. Dit zijn de resultaten van de Cito scores. We noemen dat de tussenresultaten. De inspecteur beoordeelt voor de Vlinderboom de volgende tussenopbrengsten: Technisch lezen groep 3 en 4 Rekenen en wiskunde groep 4, 5, 6 en 7 Begrijpend lezen groep 5, 6 en 7 In het schooljaar 2013-2014 zijn vijf van de negen tussenresultaten voldoende. Dit is volgens de normen van de onderwijsinspectie een voldoende opbrengst. Daarmee zijn de tussenopbrengsten van De Vlinderboom voldoende.
33
Opgemerkt dient te worden dat de opbrengsten van diverse groepen door het geringe aantal leerlingen sterk beïnvloed wordt. Dit omdat de gemiddelde groepsscore gebaseerd is op minder dan 10 leerlingen. De inspecteur heeft dit in zijn beoordeling meegenomen. Tussenopbrengsten 2013: Groep: Technisch lezen (DMT juni) 3 23,5 (21,0) 4 51,1 (48,0) 5 6 7 -
Begrijpend lezen (BL februari) 33,9 (25,0) 26,5 (32,0) 33,5 (43,8)
Rekenen en Wiskunde (juni) 49,6 (50,0) 73,3 (71,0) 88,2 (84,0) 95,1 (99,6)
De onderstreepte getallen geven de inspectienorm weer. De inspectienorm wordt jaarlijks bepaald door de inspectie van het onderwijs op basis van het landelijk gemiddelde van alle leerlingen, op die betreffende toets in dat leerjaar. Deze norm wordt uitgedrukt in een kengetal. Vetgedrukt is de behaalde schoolscore aangegeven.
Analyse tussenopbrengsten Nadere analyse van de tussenopbrengsten laat, buiten de fluctuaties door het geringe leerlingaantal, zien dat begrijpend lezen aandacht behoeft. Vandaar dat het team besloten heeft een methodiek toe te passen binnen het begrijpend lezen van groep 3 t/m 8, die leerlingen helpt secuur te lezen. Deze methodiek maakt onderdeel uit van ons taalbeleidsplan en wordt binnen alle groepen structureel en op dezelfde wijze ingezet. Daarnaast hebben wij speciale toetsen aangeschaft om ook leerlingen met extra onderwijsbehoeften en/of een vertraagde ontwikkeling goed te kunnen volgen. Analyse laat tevens zien dat een aantal van onze leerlingen in aanmerking komt voor extra ondersteuning. In overleg met de leerling en hun ouder(s)/verzorger(s) zal een aangepaste leerlijn worden opgesteld, bestaande uit een ontwikkelingsperspectief (OPP) met eigen ambitieuze doelen. Cito eindscores De Cito eindtoets wordt in groep 8 afgenomen en is de laatste toets van het Cito leerlingvolgsysteem. Het resultaat van onze school ligt voor wat betreft deze Cito-eindtoets rond of boven het landelijk gemiddelde resultaat. In onderstaande tabel staan recente gegevens met betrekking tot de gemiddelde Cito-score van de afgelopen jaren. Jaar Eindscore Aantal leerlingen Cito versie
2014 540 1* Zonder correctie
2013 535,9 23 met correctie LG
2012 540,3 9 zonder correctie LG
* De score van een leerling met indicatie praktijkonderwijs is hier buiten beschouwing gelaten.
De school heeft naar aanleiding van het vierjaarlijks kwaliteitsonderzoek (2012) door de onderwijsinspectie op basis van onder andere bovenstaande resultaten een basisarrangement toegekend gekregen. Jaarlijks wordt op basis van de opbrengsten een nieuw arrangement toegekend. Dit zal in het najaar van 2014 weer plaatsvinden. Gezien bovenstaande voldoende tussen- en eindopbrengsten ligt het in de lijn der verwachting dat dit wederom een basisarrangement zal zijn.
6.8.
Naar het voortgezet onderwijs en uitstroomgegevens
Kinderen maken aan het einde van de basisschool de overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke vorm van voortgezet onderwijs voor uw kind haalbaar is, hangt niet alleen af van de kwaliteit van ons onderwijs, maar ook van de motivatie, aanleg en interesse van uw kind. Met ons onderwijs proberen we op de Vlinderboom het maximale uit ieder kind te halen en er zo voor te zorgen dat uw kind in de meest geschikte vorm van het voortgezet onderwijs terecht komt en binnen die vorm van onderwijs goed mee kan komen.
34
Advies van school Het schooladvies is belangrijk bij een schoolkeuze. In de loop der jaren hebben we meestal een goed inzicht verkregen in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk. Er wordt gekeken naar kind kenmerken, persoonlijke omstandigheden, schoolresultaten uit het verleden, de CITO entreetoets (groep 7) en de ervaringen van de leerkrachten met uw kind. In september vinden er vooradviesgesprekken plaats met ouders, kinderen, de groepsleerkracht, intern begeleider en directie. Wij zijn uitermate zorgvuldig in het geven van onze adviezen. Echter, het is een advies en u, als ouder(s) meldt uw kind aan bij een school voor voortgezet onderwijs. In januari (voor de open dagen in het voortgezet onderwijs) ontvangt u een definitief advies. Dit advies zal later in het jaar worden ondersteund door de uitkomst van de centrale eindtoets. De meeste voortgezet onderwijsscholen houden vanaf januari tot eind februari open dagen voor kinderen en ouders. Ouders dragen zelf zorg voor aanmelding van hun kind bij de gekozen school (februari/ maart). Toelating tot de nieuwe school hangt mede af van het basisschooladvies. Afhankelijk van de school sturen de scholen van het voortgezet onderwijs voor juni bericht, welke kinderen zijn afgewezen en welke zijn aangenomen. De school voor het voortgezet onderwijs beslist over de toelating. Meestal is het advies van school van doorslaggevende betekenis. Er is altijd sprake van een overdracht tussen onze school en het voortgezet onderwijs. In onderstaande tabel staan recente gegevens met betrekking tot het type voortgezet onderwijs waar de leerlingen van de school in de afgelopen drie jaren naar toe zijn gegaan. Uitstroom leerlingen naar het voortgezet onderwijs 2013-2014 2012-2013 VWO 0 (0 %) 9 (39%) HAVO/VWO 0 (0 %) 2 (8,7%) HAVO 0 (0 %0 4 (17,4%) HAVO /VMBO tl 0 (0 %) 1 (4,4%) VMBO TL/MAVO 1 (50 %) 1 (4,4%) VMBO kader/basis 1 (50%) 6 (26,1%) Totaal 23 (100%)
6.9.
2011-2012 2 (22,2%) 2 (22,2%) 3 (33,3%) 1 (11,1%) 1 (11,1%) 9 (100%)
Onderwijskundige rapporten
Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs en bij verhuizing naar een andere school maakt de leerkracht een onderwijskundig rapport (OKR) op. Wanneer een leerling verhuist, wordt het onderwijskundig rapport samen met de toets gegevens van het leerlingvolgsysteem meegegeven aan de ouders ten behoeve van de nieuwe school van de betreffende leerling.
35
7.
Leerlingenzorg
Elk kind mag zich zo goed mogelijk ontwikkelen, zowel op het gebied van leren, als op sociaal-emotioneel gebied. Om dit te kunnen realiseren is het belangrijk dat onderwijs op maat wordt gegeven. Wetende dat kinderen van elkaar verschillen, vinden we het belangrijk hiermee rekening te houden. Dit doen we op verschillende manieren. Schoolomgeving Voor het leren is een uitdagende schoolomgeving en een opgeruimde school die er gezellig uitziet, nodig. Daarnaast moet die omgeving kinderen uitlokken om te willen leren. Er zijn moderne hulpmiddelen beschikbaar, zoals computers en digitale schoolborden. Er is een veilige sfeer in de school. Ouders zijn hierbij ook belangrijk. Daarom worden ouders op allerlei manieren betrokken bij de school en kunt u op diverse momenten en op allerlei manieren de school en de kinderen helpen. Zelfstandigheid Het is belangrijk voor de ontwikkeling van uw kind dat hij zelfstandigheid leert. Op onze school leert uw kind van jongs af aan het werk te plannen en te organiseren. Leerlingen wordt geleerd problemen zelf te onderzoeken en hulp te vragen, zowel bij medeleerlingen als bij de leerkracht. Er wordt voldoende leerstof aangeboden en als leerlingen klaar zijn met hun werk, weten ze waarmee zij verder kunnen gaan. Leerkrachten bieden ondersteuning De leerkrachten van onze school weten welk niveau de kinderen in hun groep hebben en passen hun leerprogramma hierop aan. Wij onderzoeken eerst de leerbehoefte van de kinderen. Dit doen we door een groepsoverzicht voor elk kind in te vullen. Hierin staan alle gegevens die we hebben. Vanuit dit gegeven maken we een groepsplan. Zo bieden we alle kinderen onderwijs op maat. Kinderen die specifieke leerbehoefte(s) hebben krijgen een individueel handelingsplan(OPP). Uiteraard zien wij het als een taak voor de leerkracht dat deze zorgt voor een prettig en veilig klimaat in de groep.
7.1.
Leerlingvolgsysteem
Bij een leerlingvolgsysteem gaat het om het volgen van het kind in zijn leren en om het regelmatig vaststellen van zijn daadwerkelijke vooruitgang. Bij het meten van vorderingen in een bepaalde periode, willen we “meten en daarmee weten” wat het verschil is tussen het niveau aan het begin en aan het eind van die periode. Daarbij gaat het om vragen als: in welke mate is een kind het afgelopen half jaar vooruit gegaan in zijn rekenvaardigheid? Of: hoeveel beter kan het kind technisch lezen na drie maanden leesonderwijs? Of: is het zelfvertrouwen van het kind de afgelopen periode toegenomen? Kort gezegd kunnen we met een leerlingvolgsysteem: in kaart brengen hoeveel een kind vooruit is gegaan in een bepaalde periode; nagaan of de vooruitgang bevredigend is, gezien de vooruitgang van andere vergelijkbare kinderen in diezelfde periode (landelijk geldende normen); nagaan wat een kind heeft bijgeleerd; eventuele stagnatie in de ontwikkeling opsporen en gerichte hulp bieden; aan de hand van signaleringslijsten nagaan of ons beeld over het welbevinden van het kind in overeenstemming is met het eigen beeld dat het kind heeft; de kwaliteit van ons onderwijs meten. Signalen verkregen vanuit ons leerlingvolgsysteem zorgen ervoor dat we ons onderwijs kunnen aanpassen, daar waar nodig. Zijn er duidelijke problemen bij een kind gesignaleerd, dan worden deze besproken in een zogenaamde groepsbespreking of zorgoverleg. Problemen die het leerlingvolgsysteem uitwijzen zijn vaak 36
leerproblemen. Problemen van sociaal-emotionele aard kunnen ook aan de orde zijn. Bij extra zorg voor een kind worden de ouders uiteraard in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte gesteld. Ons leerlingvolgsysteem bestaat uit methode gebonden toetsen, Cito- toetsen en observatielijsten. Deze laatste gebruiken wij mede om gedrags- en cognitieve aspecten bij de kinderen te kunnen observeren. Met behulp van alle gegevens die we hiermee verzamelen stellen we groepsplannen op, waarmee op drie niveaus begeleiding en ondersteuning in de groep geboden wordt. Om de vorderingen van de kinderen goed te kunnen volgen worden twee keer per jaar Cito- en andere landelijke toetsen afgenomen. Hieronder ziet u welke Cito toetsen worden afgenomen. (Cito) toetsen Taal voor kleuters (2010) Rekenen voor kleuters (2010) Drie Minuten Toets (DMT 2009) Technisch Lezen (2009) Begrijpend lezen (2006) Spelling (2006) Spelling werkwoorden (2006) Rekenen en wiskunde (2005) Entreetoets Centrale Eindtoets
gr. 1 x x
gr. 2 x x
gr. 3
gr. 4
gr. 5
gr. 6
gr. 7
gr. 8
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x x x x x x x
x x x x x x x
Als kinderen met lezen bij de DMT-toets een lage score halen, toetsen we deze kinderen ook nog met de AVItoets voor technisch lezen om zo een beter beeld te krijgen van de leesvaardigheid van de kinderen. Geen twee leerlingen zijn gelijk: de een gaat met sprongen door de leerstof heen, de ander stap voor stap. Om ook leerlingen met extra onderwijsbehoeften en/of een vertraagde ontwikkeling goed te volgen, maken wij voor het leerstofgebied begrijpend lezen ook waar nodig gebruik van aangepaste toetsen, de zgn. toets voor leerlingen met functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8. Naast bovenstaande toetsen wordt Viseon afgenomen. Dit gebeurt in de periode tussen het eerste en tweede rapport. De uitkomst van deze toets geeft ons zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. De toets bestaat uit een vragenlijst voor de leerkracht van de kinderen van groep 3 en 4. Vanaf groep 5 vullen zowel de leerkracht als de leerling een vragenlijst in. Beide lijsten geven een indruk van het welbevinden van de kinderen. Om de ontwikkeling van de kinderen in groep 1/2 te volgen, maken we gebruik van KIJK! Dit observatiemodel registreert de voortgang van de ontwikkeling van de kinderen op diverse gebieden, waaronder de sociaal- emotionele ontwikkeling.
7.2.
Entreetoets
Tegen het einde van het schooljaar wordt in groep 7 bij de kinderen de (landelijke) Cito Entreetoets afgenomen. Cito staat voor Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling. Via deze landelijk genormeerde toets wordt nagegaan op welke terreinen elk kind in groep 8 wat extra aandacht en oefening nodig heeft. Deze toets is een signalerende toets en is niet bedoeld voor een uiteindelijk schoolkeuzeadvies.
7.3.
Interne begeleiding
Op de Vlinderboom wordt de zorg- en onderwijsbehoefte van elk kind meerdere malen per schooljaar besproken. Dit gebeurt in een zogenaamde groepsbespreking waarbij de groepsleerkracht(en) en de intern 37
begeleider (IB-er) samen de ontwikkeling van het kind bespreken. Hier gaat een observatie van de IB-er aan vooraf. Op onze school houdt de interne begeleider (IB-er) zich bezig met de organisatie van de zorg rondom de leerlingen. De IB-er / orthopedagoge van de Vlinderboom is juf Wieneke Grootaarts. Om de zorg goed te organiseren houdt ze groeps- en toetsbesprekingen met leerkrachten, geeft ze leiding aan ondersteuningsteams, organiseert ze oudergesprekken, volgt ze de ontwikkeling van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en bespreekt ze de vorderingen op schoolniveau met de directeur. Verder neemt zij deel aan het IB-platform, een overleg waarbij IB-ers en externen regelmatig bij elkaar komen om zich te verdiepen in allerlei vraagstukken met betrekking tot ondersteuning op scholen. Verder onderhoudt ze contacten met instanties en specialisten die ondersteuning kunnen bieden aan onze leerlingen, zoals de schoolbegeleidingsdienst, de remedial teacher, de logopediste, de schoolarts en andere externe hulpinstanties. Zij helpt de leerkrachten bij het opstellen van een OPP, het ontwikkelen van hulpprogramma’s en begeleidt hen bij de uitvoering daarvan. Ook beheert zij de orthotheek, een bibliotheek met lesmateriaal voor hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben.
7.4.
Remedial teaching
Het komt voor dat een kind de leerstof niet goed opgenomen heeft of dat het verwerkingstempo te hoog ligt. Kinderen verschillen waardoor het leren anders verloopt dan verwacht. Deze kinderen zijn vaak gebaat bij extra hulp. Ons streven is erop gericht om de remedial teaching (extra hulp) zoveel mogelijk in de groep te laten plaatsvinden. Hierdoor zal de leerkracht daarom vaak hulp in de klas verlenen, bijvoorbeeld tijdens gedifferentieerde instructiemomenten en het zelfstandig werken. Soms komt het voor dat leerlingen in een klein groepje hulp krijgen bij de remedial teacher (RT-er). Juf Levien Verdoorn is beschikbaar om deze hulp te geven. Voor alle kinderen die extra hulp behoeven, wordt een handelingsplan opgesteld dat zo nodig wordt bijgesteld. Deze plannen worden ook met de betreffende ouders besproken.
7.5.
Ontwikkelingsvoorsprong en versnellen
Op iedere school zijn kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong aanwezig. Dit zijn kinderen die op één of meer gebieden op een hoger niveau presteren dan van kinderen van hun leeftijd verwacht wordt. Zij kunnen meer aan en vinden in de groep onvoldoende uitdaging in de leerstof. We vinden het van belang om ook voor deze kinderen voor voldoende uitdagende en passende leerstof te zorgen. Allereerst benutten we de extra differentiatieopdrachten die de methode ons biedt. Wanneer dit niet voldoende is, zullen we extra leerstof aanbieden aan het kind. Hierdoor krijgt het kind de mogelijkheid om zich in de leerstof verder te verdiepen. Ook kan het voorkomen dat we een ander vak aan de leerling aanbieden, waardoor we het lesprogramma verbreden. Indien het kind over de gehele linie een ontwikkelingsvoorsprong laat zien, kan het voorkomen dat we samen met u besluiten om uw kind een jaargroep over te laten slaan(versnellen). In plaats van acht jaar doet hij dan zeven jaar over de basisschoolperiode. Versnelling van de schoolloopbaan is gebonden aan de volgende drie criteria: intellectuele capaciteiten; didactisch niveau; sociaal-emotionele ontwikkeling. Intellectuele capaciteiten Om te versnellen willen we zeker weten dat het kind de intellectuele capaciteiten bezit om met het verhoogde niveau van de versnelling van het leerparcours om te gaan. Als richtlijn kunnen we de uitslag van een intelligentietest gebruiken. Een andere manier om relatief veilig te kunnen stellen of een kind waarschijnlijk 38
(hoog)begaafd is, is door het gebruik van een goede signaleringslijst. De uitslag hiervan is niet geheel doorslaggevend, maar in combinatie met andere gegevens is een goed reëel beeld van het kind te krijgen.
Didactisch niveau In de tweede plaats is het noodzakelijk dat bekeken wordt wat het didactisch niveau van het kind is. Versnellen is alleen noodzakelijk als de combinatie van capaciteiten en een hoog niveau daar echt aanleiding toe geven. Dat betekent dat een kind over de hele breedte een didactische voorsprong moet hebben van minimaal een half jaar. Om dit te bepalen nemen we diverse niveautoetsen af om het niveau van het kind te bepalen. Sociaal-emotionele ontwikkeling In de derde plaats is het van belang dat gekeken wordt hoe het kind sociaal-emotioneel in zijn vel zit. Als een kind geen aansluiting kan vinden in een groep waar alle kinderen gemiddeld een jaar ouder zijn, is het wellicht verstandiger om het zijn normale traject te laten volgen. Het is ook noodzakelijk dat het kind en zijn ouders volledig achter het overslaan van een leerjaar staan.
7.6.
Doubleren en OPP
Aan het einde van ieder schooljaar zijn er voorwaarden waaraan een kind moet voldoen om over te kunnen gaan naar een volgend leerjaar. Indien het kind niet voldoet aan die voorwaarden zal het in het nieuwe leerjaar onvoldoende aan kunnen sluiten bij het niveau van de groep. Het resultaat is dan dat het kind nog verder achterop zal raken en het welbevinden in gevaar komt. Wanneer we tot de conclusie komen dat de geboden hulp dat jaar onvoldoende effect heeft gehad en het kind een te grote achterstand heeft opgelopen, nemen we het besluit om het kind een leerjaar opnieuw te laten doen. Wanneer er sprake is van een doublure zullen we daarover natuurlijk in een zo vroeg mogelijk stadium met u overleggen. Redenen voor een doublure kunnen zijn: Het kind heeft een achterstand in de leerstof opgelopen van een half jaar of meer. Het welbevinden van de leerling komt in gevaar. Het kind is emotioneel erg jong. De verwachting is dat de doublure zal leiden tot verbetering van de prestaties. Doubleren betekent automatisch dat voor het kind een plan wordt opgesteld om een effectieve begeleiding te waarborgen. Verlengen van de basisschoolperiode wordt alleen als zinvol ervaren als er een duidelijke verwachting is dat de eindresultaten van de leerlingen hierdoor sterk zullen verbeteren. Als dat niet het geval is bepalen we voor dit kind een nieuw eindperspectief (OPP = Onderwijs Ontwikkelperspectief). We gaan hier in ieder geval toe over als een kind op één of meer vakgebieden een achterstand heeft van meer dan 1 schooljaar. Bij het opstellen van een OPP staat het vast dat het kind het eindniveau van de basisschool, op dat vakgebied, niet haalt. We stellen het aangepaste programma dan zo op, dat er wel sprake is van aansluiting op het vervolgonderwijs.
39
7.7.
Handelingsgericht en opbrengstgericht werken
Passend onderwijs is maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind wordt gezorgd voor een passend onderwijsaanbod dat aansluit bij zijn mogelijkheden en talenten. Om bovenstaande te bereiken richten we ons op het bieden van kwalitatief goed onderwijs aan alle leerlingen. Ons streven is daarbij het maximale uit iedere leerling te halen. We doen dit op twee manieren, door middel van; 1. Handelingsgericht werken (HGW) 2. Opbrengstgericht werken (OGW) Wij werken op De Vlinderboom handelingsgericht om zo het onderwijsaanbod af te kunnen stemmen op de basisbehoeften en ondersteuningsbehoeften van ieder kind. Handelingsgericht werken is een systematische werkwijze waarbij de volgende vraag centraal staat; wat heeft een kind nodig om bepaalde onderwijsdoelen te behalen? Meer specifiek gaat het om vragen als welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie, of begeleiding het kind nodig heeft. Bij handelingsgericht werken richten we ons niet zozeer op wat een kind niet kan, maar vooral op wat het kind nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. De zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken (N. Pameijer & W. Gijzen) zijn: 1. De onderwijsbehoefte van leerlingen staat centraal. Wat heeft een kind nodig om een bepaald doel te behalen? Denk aan instructie op een andere manier, extra leertijd of uitdaging. Hoe kan de leerkracht het kind hierbij zo goed mogelijk ondersteunen? 2. Afstemming en wisselwerking. Het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind in wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om deze leerling, in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school bij deze ouders. 3. Het is de leerkracht die het doet. Leerkrachten realiseren passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van leerlingen op het gebied van leren, werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren. Wat heeft de leerkracht hiervoor nodig, wat zijn haar ondersteuningsbehoeften? 4. Positieve aspecten. Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van groot belang. Naast problematische aspecten zijn deze nodig om de situatie te begrijpen, ambitieuze doelen te stellen en om een succesvol plan van aanpak te maken en uit te voeren. 5. Constructieve samenwerking. Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Dit vergt constructieve communicatie tussen betrokkenen. Samen analyseren zij de situatie en zoeken naar oplossingen. 6. Doelgericht werken. Het team formuleert korte- en lange termijn doelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen. 7. 7. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Het is betrokkenen duidelijk hoe de school wil werken en waarom. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, hoe en wanneer. Formulieren en checklists ondersteunen dit streven. 40
Ondanks het handelingsgericht werken kan het zijn dat een school niet aan de behoeften van het kind tegemoet kan komen. Wanneer dit het geval is wordt in overleg met de ouders gezocht naar een school die wel geschikt is om het benodigde onderwijsaanbod te bieden. Bij het opbrengstgericht werken, werken de leerkrachten op basis van de verzamelde leeropbrengsten planmatig en resultaatgericht aan het verhogen van de opbrengsten waarbij vooraf een ambitie (leerstandaard) wordt vastgesteld. De leerkrachten verzamelen hiervoor de leeropbrengsten van individuele leerlingen én de groep op de methodegebonden toetsen en de Cito toetsen. De leeropbrengsten van alle groepen worden verwerkt in een schooldatamuur. Door deze informatie kunnen we het effect van ons onderwijs meten. We doen dit aan de hand van een drieslag-analyse; Wat is onze leerlingpopulatie en welke resultaten mogen van hen verwacht worden? Welk leerstofaanbod bieden we de leerlingen en is die passend bij de ondersteuningsbehoefte? Hoe kan en is het didactisch handelen van de leerkracht hierop afgestemd? We maken deze analyse niet alleen voor de opbrengsten van het huidige jaar, maar ook voor de voorgaande jaren, een zogeheten trendanalyse.
7.8.
Passend onderwijs op De Vlinderboom- schoolondersteuningsprofiel
Vanaf 1 augustus 2014 maakt onze school deel uit van het samenwerkingsverband passend primair onderwijs Delflanden. Dit samenwerkingsverband bestaat uit de basisscholen, die gehuisvest zijn in Delft, Den Hoorn, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp en Schipluiden. Tevens de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, die gehuisvest zijn in deze vier gemeenten. Doel van deze samenwerking is om kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar een passende onderwijsplek te kunnen bieden. De wetgeving met betrekking tot passend onderwijs geeft aan dat iedere school een schoolondersteuningsprofiel dient op te stellen, zodat ouders goed zicht krijgen op het profiel van de school en zodat binnen het samenwerkingsverband geconstateerd kan worden of er een dekkend netwerk van voorzieningen is. Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband geeft hier meer informatie over (www.swv2802.nl). Het samenwerkingsverband heeft met de aangesloten scholen afspraken gemaakt over de basisondersteuning. De basisondersteuning is wat iedere school aan ondersteuning gaat bieden. Voor ouders wordt hiermee komende jaren duidelijk wat zij kunnen verwachten van de school. Daarnaast hebben alle scholen een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. In dit profiel staat beschreven welk ondersteuningsaanbod onze school kan bieden, eventueel met hulp van derden. Op dit moment zien wij ons schoolondersteuningsprofielen als een groeidocument. Door ervaring hiermee op te doen, kunnen we dit model verder gaan uitwerken. In ons schoolondersteuningsprofiel staat beschreven dat in principe alle leerlingen welkom zijn. Voorzieningen voor volledig dove en blinde kinderen zijn momenteel niet en/of nog onvoldoende aanwezig. Hierdoor kan het voorkomen dat een andere school binnen het samenwerkingsverband beter in staat is een passend onderwijsaanbod te bieden afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van deze kinderen. In het kader van passend onderwijs biedt De Vlinderboom voor alle leerlingen basisondersteuning en extra ondersteuning waar mogelijk. Mocht een leerling extra ondersteuning nodig hebben, dan zullen we dat met de ouder(s)/verzorger(s) bespreken. Gezamenlijk wordt er een aanvraag gedaan voor een extra ondersteuningsarrangement of een speciale lesplek. Hoe verloopt deze procedure? 1. Basisondersteuning is niet toereikend. 2. Lokale ondersteuningsadviseur van het Samenwerkingsverband gaat hierover in gesprek met school. a. De school vult een groeidocument in waarin de ondersteuningsbehoefte duidelijk is. 41
3.
Indien vastgesteld is dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, worden er gesprekken gepland met ouders, basisschool, de lokale ondersteuningsadviseur en eventueel een andere expert. a. Voor de leerling wordt met alle betrokkenen een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt beschreven wat het kind nodig heeft om tot goed onderwijs te kunnen komen. Voor sommige kinderen staat hierin ook op welke lesplaats dat het beste kan.
Er zijn nu twee routes mogelijk: 1.) arrangement binnen de eigen basisschool en 2.) een speciale lesplek. 4.
5.
Route 1 arrangement binnen eigen school: a. Bij een arrangement op de basisschool waar het kind al zit, kan bij een goed samengesteld ontwikkelingsperspectief snel een besluit worden genomen. Route 2 arrangement buiten de eigen school, een speciale lesplek: a. Bij een route naar een speciale lesplek wordt ook een vertegenwoordiger van de school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs uitgenodigd. b. Het ontwikkelingsperspectief gaat naar de toelaatbaarheidscommissie van het samenwerkingsverband. Deze beoordeelt het ontwikkelingsperspectief dat door alle betrokkenen gezamenlijk is gemaakt. c. Een toelaatbaarheidsverklaring zal, uitgezonderd van bepaalde doelgroepen, altijd tijdelijk zijn. Met ouders en scholen wordt hierover altijd gesproken. Zij brengen hierover een advies uit.
7.9.
Samenwerkingsverband PPO Delflanden
Deze informatie is aangereikt door SWV 2802 Delflanden Op 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving met betrekking tot passend onderwijs van kracht geworden. De afgelopen twee jaren is er gewerkt aan de op- en inrichting van het nieuwe samenwerkingsverband PPO Delflanden. Onze school maakt met 80 andere scholen deel uit van dit nieuwe samenwerkingsverband. Deze scholen zijn gehuisvest over vier gemeenten: Delft, Lansingerland, Midden-Delfland en PijnackerNootdorp. In totaal bestaat het nieuwe samenwerkingsverband uit meer dan 20.000 leerlingen. Naast de reguliere basisscholen bestaat het samenwerkingsverband uit drie scholen voor speciaal basisonderwijs en vier scholen voor speciaal onderwijs. De missie van het samenwerkingsverband is om voor ieder kind een passende onderwijsplek aan te kunnen bieden. In de praktijk zal dit voor de meeste kinderen het reguliere onderwijs zijn, maar waar nodig kan dit ook een speciale lesplaats zijn. De wijze waarop wij gezamenlijk aan de slag gaan is in de volgende uitgangspunten beschreven: Het denken in mogelijkheden voor een kind. Niet alleen de vraag wat is er aan de hand met een kind (beperkingen), maar meer wat heeft het kind nodig om te komen tot een optimale ontwikkeling. Goede, constructieve samenwerking met ouders, scholen en samenwerkingsverband. Om voor een kind tot de juiste invulling te kunnen komen, hebben we elkaar nodig. Handelingsgericht werken. In passend onderwijs komen een aantal onderwijswerkniveaus: Basisondersteuning. De scholen hebben met elkaar afspraken gemaakt over wat iedere basisschool moet kunnen bieden. In het schoolondersteuningsprofiel van de school zijn deze afspraken terug te vinden. Dit is een nieuwe manier van samenwerken en betekent dat we de komende jaren gezamenlijk deze basisondersteuning verder gaan uitwerken. Soms zal een kind meer nodig hebben dan de basisondersteuning, die de school biedt. Het 42
samenwerkingsverband zal bij die kinderen worden betrokken om na te gaan wat deze kinderen nodig hebben. We spreken hier dan van een arrangement. Bij een aantal kinderen zal blijken dat basisondersteuning niet toereikend is. Van het arrangement is vastgesteld dat dit niet op de basisschool aangeboden kan worden en dat een speciale lesplaats dan van toepassing is. In die situaties gaan we samen met ouders en scholen aan de slag om te komen tot de juiste onderwijsplek. Voor een arrangement of een speciale lesplaats zijn routes beschreven, die gevolgd kunnen worden. Vanuit het samenwerkingsverband Centrale plaats wordt het schoolondersteuningsteam. In het ondersteuningsteam van onze school zitten de directeur Carin Robles en de intern begeleider/ orthopedagoge Wieneke Grootaarts. In onderstaand schema ziet u de verschillende niveaus van ondersteuning, die voorkomen binnen of buiten de school. Niveaus van zorg.
Niveau 0 basisondersteuning
Waar? In de groep
Wie? Leerkracht. Ouders
0 basisondersteuning
In de school
Leerkracht Ouders. Schoolondersteuningsteam.
1 Preventieve ondersteuning. 1 Preventieve ondersteuning.
Helpdesk samenwerkingsverband
Helpdeskmedewerker. Ouders. School. Leerkracht. Ouders. Preventieve ondersteuner. Schoolondersteuningsteam.
2 Arrangementen
In de school
In de school
Directie school Interne begeleider. Lokale
Wat? Goed onderwijs. Indicatoren onderwijsinspectie. Handelingsgericht werken. Gebruik maken van ondersteuning in de school. Gebruik van leerlingvolgsysteem. Goed onderwijs. Indicatoren onderwijsinspectie. Handelingsgericht werken. Gebruik maken van ondersteuning in de school. Gebruik van leerlingvolgsysteem. Korte praktische vragen.
Hulpvragen via formulier. Wat heeft kind nodig? Wat heeft leerkracht nodig? Wat heeft school nodig? Wat hebben ouders nodig? “critical friend” wel of geen basisondersteuning? Bespreking groeidocument. 43
2 Arrangementen
In de school
3 Speciale lesplaats
School/ sbo/ so
3 Speciale lesplaats
Sbo/so
3 Speciale lesplaats
SWV
4 Speciale lesplaats
Sbo of so
ondersteuningsadviseur. Leerkracht ouders School Ouders Loa Event. expert Ib Directie school Loa Ouders School Vertegenwoordiger sbo of so. Loa Event. expert Toelaatbaarheidscommissie
Directie sbo of so Ouders.
Gezamenlijke input voor arrangement in het OPP. Komt uit groeidocument. Ondertekening OPP. loa/ swv stelt vast. Critical friend/ advies.
Gezamenlijke input voor OPP. Komt uit groeidocument. Invulling OPP. Ondertekening OPP Specifieke aanvulling voor TLV. Beoordeling proces niveau 1 – 2- 3. Kwaliteitsbeoordeling OPP Besluit over toekenning. Aanmelding en plaatsing
*Waar nodig met Jeugdhulp. ** Stappen hoeven niet altijd in deze volgorde doorlopen te zijn. Ook kunnen stappen, indien helderheid bestaat over de onderwijsbehoeften, worden overgeslagen. Aanmelding en plaatsing. Om kinderen een passende onderwijsplek te kunnen bieden, dient bij aanmelding voor de school alle relevante informatie beschikbaar te komen. De school zal bij een schriftelijke aanmelding via een intakegesprek bepaald worden of de school de juiste onderwijsplek is. Ouders zijn de belangrijkste bron voor de school om deze informatie te krijgen. Daarnaast zal aan ouders gevraagd worden of er informatie bij een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal beschikbaar is. De school neemt binnen zes weken een besluit over plaatsing. Mocht dit besluit binnen zes weken niet genomen kunnen worden, dan kan de school de termijn om een besluit te nemen met vier weken verlengen. Bij de meeste aanmeldingen zal het kind geplaatst kunnen worden. Indien de school vindt dat de basisondersteuning niet op deze school geboden kan worden of vindt dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, zorgt de school dat het kind op een andere school geplaatst kan worden. In dat traject werken ouders en school intensief samen om te komen tot een goede plaatsing. Het samenwerkingsverband wordt betrokken bij dit traject als blijkt dat extra ondersteuning ( arrangement of speciale lesplaats) nodig is. Het bestuur van de school heeft dan zorgplicht.
44
8.
Contact, betrokkenheid en informatieverstrekking
8.1.
In gesprek met Op allerlei manieren onderhoudt de school de contacten met u als ouders. Wij zien ouders graag als ervaringsdeskundige. Voor het contact tussen ouders en leerkrachten zijn de gesprekjes voor en na schooltijd belangrijk. Vooral bij de jongste kinderen, die nog moeten ingroeien in de school, is dagelijks contact waardevol en wenselijk. Ook hopen we dat u de weg naar school weet te vinden wanneer u vragen heeft of problemen ondervindt met betrekking tot de begeleiding van uw kind. Een gesprek kan voor meer duidelijkheid zorgen. Het is voor ons erg prettig wanneer u een afspraak maakt, zodat we voldoende tijd voor u in kunnen plannen.
Natuurlijk kunt u altijd een afspraak maken met de leerkracht(en) van uw kind. De directeur en/of IB- er zijn ook altijd bereikbaar om een afspraak te maken. Dit mag mondeling maar ook per e-mail. Hieronder kunt u verder lezen hoe de school contacten met u onderhoudt.
8.2.
Ouderraad (OR) en ouderhulp
Ouderraad De Ouderraad (OR) bestaat uit een groep enthousiaste ouders van leerlingen van De Vlinderboom. Zij ondersteunen het team bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten gedurende het schooljaar. U kunt daarbij denken aan de volgende activiteiten en bevoegdheden; De inning en het beheer van de ouderbijdragen; Ondersteuning bij viering als Kerst, Pasen, Sinterklaas etc.; Hulp bij het Nationaal Schoolontbijt; Hulp bij de Koningsspelen; Voorbereiding van de Kinderboekenweek; Schoolreisje; meedenken over de bestemming en het afhandelen financiën; Begeleiding van kinderen bij de schoolfotograaf; Organiseren van de activiteiten m.b.t. het zomerfeest, techniektoernooi, etc.; • Begeleiden van hulpouders bij de verschillende activiteiten. Naast het organiseren en ondersteunen bij activiteiten is de OR ook een goede spreekbuis richting het onderwijzend team. Op het schoolplein hoort menig OR-lid zaken over activiteiten die in evaluaties meegenomen kunnen worden. Enkele leden van de OR zijn al algemeen bekend onder de ouders en worden daarom vaak aangesproken. Suggesties voor-, opmerkingen over- en aanmerkingen op gevoerd beleid en activiteiten van school zijn van harte welkom. U kunt natuurlijk ook mailen naar
[email protected] of hen persoonlijk aanspreken. Ouderhulp Bij veel activiteiten die er op school plaatsvinden maken wij graag gebruik van uw hulp en/of expertise. Om die hulp zo goed mogelijk te coördineren, ontvangt u aan het begin van het schooljaar een lijst waarop u kunt aangeven bij welke activiteiten u wilt helpen. Actief meehelpen is geen verplichting. De ervaring leert dat het voor u wel een leuke manier kan zijn om op informele wijze op de hoogte te 45
blijven van wat er in school gaande is. Wij kunnen uw hulp en expertise goed gebruiken bij bijzondere evenementen, zoals sportwedstrijden, feesten, projecten, kampen en schoolreisjes. Ouderparticipatie is dus op alle gebieden zeer welkom en wordt door de kinderen en het team zeer gewaardeerd! Uitstapjes Met name in de lagere groepen zijn er regelmatig uitstapjes of andere activiteiten, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij, een sportdag en een schoolreis. Hierbij wordt ook de hulp van de ouders gevraagd. Naast een oproep in het Vlinderblad, hangt er ook een intekenlijst bij de ingang van het lokaal. Binnen onze school geldt de afspraak dat iedereen de privacy van de kinderen respecteert en de informatie die men tijdens schoolwerkzaamheden opdoet uitsluitend met de leerkrachten bespreekt.
8.3.
Informatieavond
In het begin van het schooljaar wordt een informatieavond voor alle ouders gehouden. Op deze avond wordt algemene informatie verstrekt en presenteert de Medezeggenschapsraad hun jaarverslag. Bovendien kunt u kennismaken met de leerkracht(en) van uw kind en krijgt u informatie over wat er het komende schooljaar gaat gebeuren in de klas en uitleg over het lesprogramma. In de jaarkalender ziet u tevens andere informatieavonden opgenomen staan.
8.4.
Informatieverstrekking door school aan (gescheiden) ouders
Als school willen wij een veilige haven zijn voor alle kinderen. De school houdt zich daarom bewust afzijdig van een eventueel conflict tussen ouders. Wij zullen ons neutraal opstellen bij bijvoorbeeld een echtscheiding. In principe worden beide ouders gelijkelijk behandeld. Beide ouders hebben recht op informatie over hun kind. De school zal deze informatie op verzoek aan de ouders geven, ook als zij gescheiden zijn en ook als een ouder niet het ouderlijk gezag heeft over het kind. Een ouder zonder ouderlijk gezag heeft dus in principe recht op dezelfde informatie. De ouder moet daar wel zelf om vragen. Van ouders verwachten wij dat zij de school (tijdig) informeren over (wijzigingen in) hun gezinssituatie: dat alle relevante feiten en gebeurtenissen op het gebied van bijvoorbeeld gezag, woonplaats, omgang, etc. van het kind of diens ouders zo spoedig mogelijk aan de school worden doorgegeven; dat een verzoek tot informatie van een niet met gezag belaste ouder onderbouwd wordt met relevante documenten als een rechterlijke beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan waarin de omgang en de school(gang) beschreven worden. Vanwege onze neutrale positie heeft het onze voorkeur om beide ouders op hetzelfde moment te informeren. Voor de rapportgesprekken ontvangt u alleen op uitdrukkelijk verzoek een uitnodiging voor een bezoek op een ander tijdstip dan de andere ouder. Wij zorgen dat beide ouders (indien beiden met het ouderlijk gezag zijn belast) indien zij niet op hetzelfde adres wonen gelijkelijk door ons worden geïnformeerd. Zo worden bijvoorbeeld in beginsel beide ouders uitgenodigd voor ouderavonden en worden beide ouders geïnformeerd over gewichtige aangelegenheden betreffende uw kind(eren), en zonder dat de niet verzorgende ouder hierom moet vragen. Hiervoor is natuurlijk wel nodig dat u de school tijdig op de hoogte houdt van de gezags- en omgangssituatie, adressen, etc. Het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder zal in onze administratie worden opgenomen. Als dit niet is toegestaan, denk hierbij aan een gerechtelijke uitspraak, moet het schriftelijk bewijs hiervan aan de directie worden overlegd. 46
Ouders die geen ouderlijk gezag hebben maar wel geïnformeerd willen worden, kunnen ons schriftelijk verzoeken om te worden geïnformeerd. U dient dan wel: aan te geven waarom u wilt worden geïnformeerd, een kopie van een geldig legitimatiebewijs mee te sturen en eventuele relevante informatie zoals een kopie van een rechterlijke beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan dat slaat op de schoolgang van uw kind, en de omgangsafspraken te overhandigen. Als wij zo’n verzoek ontvangen, zullen wij de verzoeker met inachtneming van wettelijke eisen binnen redelijke termijn informeren tenzij het niet in het belang van het kind is. Als er geen strijd is met het belang van het kind, zal de verzoeker in ieder geval de schoolgids en algemene informatie over de school ontvangen, mogelijk dat uitgebreider geïnformeerd zal worden, dat wordt dan per situatie bekeken.
8.5. Oudercontactmomenten – bespreken rapportfolio Tijdens de oudercontactmomenten (10-15 minuten) die driemaal per jaar worden gehouden, worden de ouders op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen van hun kind(eren) op De Vlinderboom. Een eerste gesprek vindt plaats in oktober. Een schriftelijke rapportage is dan nog niet aanwezig. Een tweede gesprek vindt plaats rond februari. Dit gesprek vindt wel plaats op basis van een schriftelijke rapportage; het rapportfolio. Bestaande uit een rapportgedeelte en het portfolio. Voor de zomervakantie volgt dan het laatste gesprek, weer met een schriftelijke rapportage. Om te weten hoe een kind het op school doet, is het belangrijk om de leerresultaten te meten, gedrag te observeren en navraag te doen naar zijn welbevinden. De bevindingen komen in het rapportfolio. Twee maal per jaar ontvangen de kinderen hun rapportfolio. Dit geldt niet voor de kinderen die korter dan een half jaar op school zijn. Kleuters krijgen voor het eerst een rapportfolio als zij minimaal zes maanden op school zitten. In de week na het uitreiken van de rapportfolio wordt u in de gelegenheid gesteld tijdens de oudercontactmomenten het rapportfolio met de leerkracht te bespreken. Ook kan het zijn dat de leerkracht tussentijds het initiatief neemt om u uit te nodigen voor een gesprek. Dit gesprek kan gaan over het welbevinden, het gedrag, de vorderingen en resultaten van uw kind.
8.6.
Inloopkwartier
Tussen 08.15- 08.30 uur bent u bij ons op school van harte welkom om samen met uw kind een kijkje te nemen naar zijn werk(zaamheden) in de klas. Ook kunt u bij ons terecht met een korte vraag, het maken van een afspraak of ons op de hoogte te stellen van belangrijke informatie. In de lagere groepen vinden de kinderen het vaak leuk als u niet alleen naar het gemaakte werk komt kijken, maar ook een korte activiteit met hen samen doet; zoals bijvoorbeeld een boekje lezen of werken met ontwikkelingsmateriaal. In groep 1/2 kunnen de kinderen, op twee ochtenden in de week, direct met hun naamkaart een activiteit uitkiezen. Dit wordt gedaan met behulp van een arbeid naar keuzebord (kiesbord) waarop verschillende activiteiten staan afgebeeld. Denk hierbij aan kleien, knutselen, bouwen en tekenen. Uw kind kan dan zelf een activiteit kiezen. U als ouder bent dan in de gelegenheid om de ontwikkeling van uw kind mede te stimuleren en te ervaren.
8.7. Ouderkamer Wij willen graag dat ouders zich laten zien en horen op onze school. Een goed contact met u als ouder vinden wij namelijk erg belangrijk. U bent onze belangrijkste partner als het gaat om de ontwikkeling van uw kind! We hebben daarom, in samenwerking met onze buurschool, een gezellige ouderkamer ingericht waar u de ruimte en rust heeft om met andere ouders te praten. Het is bedoeld als ontmoetingsplaats en plek om ervaringen uit te wisselen. Komend schooljaar staan er drie gemeenschappelijke themaochtenden en twee thema avonden gepland. U bent van harte welkom! 47
8.8.
Schoolgids en kalender
De schoolgids en de jaarkalender worden gepubliceerd op de website van school. U kunt er allerlei zaken vinden zoals: data waarop het Vlinderblad verschijnt, informatieavonden, oudercontactavonden, studiedagen, schoolvakanties, vieringen en andere activiteiten. Natuurlijk kan het voorkomen dat er toch een onvoorziene wijziging in de kalender plaatsvindt. Wanneer dit het geval is, zullen wij dit tijdig vermelden in de nieuwsbrief. De activiteiten die op school plaatsvinden worden tevens gepubliceerd en toegelicht in onze nieuwsbrief.
8.9.
Nieuwsbrieven
Wij willen u graag op de hoogte houden van zaken die van belang zijn op de Vlinderboom. Daarom verschijnt ongeveer om de week een nieuwsbrief, het Vlinderblad, met informatie over bijvoorbeeld activiteiten als sportdagen en -toernooien, toelichting op thema’s (Kerst, Pasen, e.d.), verslag van de MR en belangrijke data. Door het lezen van deze nieuwsbrief bent u op de hoogte van alles wat er op school gebeurt. Het Vlinderblad ontvangt u per e-mail en wordt ook op de website gepubliceerd.
8.10. Website De school heeft een eigen website: www.cbsdevlinderboom.nl. Op deze site vindt u alle actuele informatie. Daarnaast vindt u onder meer leerlingenwerk, protocollen, beeldmateriaal en de meest recente nieuwsbrieven op de site. Bij het inschrijvingsformulier wordt u gevraagd of u toestemming geeft om beeldmateriaal waarop uw kind staat te mogen publiceren op de website, in de nieuwsbrief of in andere publicaties van onze school. Jaarlijks wordt deze vraag opnieuw aan u voorgelegd bij het vernieuwde EHBO formulier en toestemmingsformulier verspreiden van beeldmateriaal.
8.11. Vrijwillige ouderbijdrage School zamelt via de vrijwillige ouderbijdrage extra financiële middelen in om extra activiteiten te kunnen betalen. U kunt hierbij denken aan de diverse festiviteiten (Sinterklaas-, kerst-, paas- en afscheidsfeestelijkheden) en andere extraatjes. Deze vrijwillige ouderbijdrage is € 23,- per jaar. De hoogte van het bedrag is bepaald in overleg met de medezeggenschapraad. Het is niet verplicht om de ouderbijdrage te betalen. Echter, er wordt een groot aantal activiteiten georganiseerd met behulp van het geld van de ouderbijdrage. Het zou jammer zijn als die activiteiten niet door kunnen gaan, omdat er geen geld voor is. In oktober krijgt u een verzoek tot betaling. Het bedrag kunt u overmaken op rekeningnummer 1137.49.120 t.n.v. Octant inz. Ouderraad Vlinderboom o.v.v. “ouderbijdrage” en de naam van uw kind(eren).
8.12. Medezeggenschapsraad Op grond van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) is er ook bij ons op school een Medezeggenschapsraad (MR). Deze bestaat uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. De directeur bezoekt de vergaderingen op uitnodiging als adviserend lid. De raad functioneert als inspraakorgaan voor ouders en leerkrachten en heeft op diverse onderwerpen instemmingbevoegdheid en adviserende bevoegdheden. Omdat er meer scholen onder het bestuur van de stichting Octant vallen, is er ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad heeft inspraak in alle boven schoolse zaken. De namen van de MR-leden kunt u op de website van de school vinden. U kunt de MR ook via email bereiken:
[email protected]
48
9.
Samenwerkende instanties
9.1.
Onderwijsinspectie
De onderwijsinspectie is op de volgende manieren te bereiken: Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht Website: www.onderwijsinspectie.nl Voor diverse vragen over onderwijs kunt u terecht bij: 0800-8051 (gratis). Voor klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunt u tijdens kantooruren terecht bij de vertrouwensinspecteur via 0900-1113111 (lokaal tarief). Op de website kunt u ook een verslag vinden van de inspectiebezoeken.
9.2.
SWV 2802 Delflanden
Passend primair onderwijs Ezelsveldlaan 2d 2611 RV, Delft www.SWV2802.nl
[email protected] Postbus 698, 2600 AR Delft 015 – 2568710
9.3.
Schoolbegeleidingsdienst
De schoolbegeleidingsdienst waar onze school mee samenwerkt is OnderwijsAdvies uit Zoetermeer. De begeleiding vanuit de dienst bestaat uit twee activiteiten: de leerlingbegeleiding en de systeembegeleiding. Voor de leerlingbegeleiding wordt de school vanuit OA begeleid door een orthopedagoog/psycholoog. Hij ondersteunt de school op onderwijskundig gebied en geeft advies over begeleiding van individuele leerlingen. Verder observeert en test hij op ons verzoek kinderen om te bekijken hoe wij op school het beste hulp kunnen bieden, of om te bepalen welke vorm van speciaal (basis-)onderwijs het meest geschikt is. Een onderzoek wordt altijd in overleg met ouders uitgevoerd. Bij systeembegeleiding wordt de school geholpen bij het invoeren van onderwijskundige vernieuwingen of andere veranderingen.
9.4.
Schoolmaatschappelijk werk
Aan onze school is een schoolmaatschappelijk werker verbonden, Mandy de Keizer. Zij ondersteunt ouders, kinderen en leerkrachten bij het zoeken naar oplossingen voor allerlei vragen en problemen die te maken hebben met school, opvoeding en/of thuissituatie. Het schoolmaatschappelijk werk draagt bij aan het versterken van de positie van uw kind binnen de school, het gezin en de maatschappij. Doelstelling is de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk te laten verlopen. Vroegtijdig signaleren van problemen die in de schoolsituatie tot uiting komen is hierbij van belang. Met welke vragen of problemen kunt u als ouder terecht? Met vragen over opvoeding of het gedrag van uw kind. Bijvoorbeeld: niet goed luisteren, snel boos zijn, moeilijk contact met leeftijdgenoten etc. 49
Misschien zit uw kind niet zo lekker in zijn vel? Uw kind is bijvoorbeeld onzeker, wordt gepest, wil niet naar school, slaapt slecht etc. Soms zijn er omstandigheden in een gezin die voor kinderen moeilijk zijn, bijvoorbeeld echtscheiding, overlijden, ziekte. Wat betekent dit voor uw kind en hoe kan uw kind zo goed mogelijk geholpen worden? Misschien zoekt u hulp voor uzelf en weet u niet waar u hiervoor moet aankloppen. Bijvoorbeeld relatieproblemen, financiële problemen, het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis. Er kan dan samen worden gekeken waar u terecht kunt.
De leerkracht en/of de IB-er wijst u bij problemen op de mogelijkheid van het schoolmaatschappelijk werk. Als u hulp wilt, wordt er met u contact opgenomen door de schoolmaatschappelijk werker. In een kennismakingsgesprek met u worden de problematiek en zorgen met betrekking tot uw kind besproken en kunt u vragen stellen. Indien nodig kan de schoolmaatschappelijk werker kortdurende hulp/begeleiding bieden. Is er specifieke of meer uitgebreide hulp nodig dan wordt u in contact gebracht met de juiste instantie.
9.5.
Logopedie
Alle leerlingen van groep 2 worden gecontroleerd door een logopediste. Mocht uit dit onderzoek vastgesteld worden dat behandeling nodig is, dan zal zij u doorverwijzen naar een particuliere logopediste. De logopedie op school wordt verzorgd door de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Haaglanden. Logopedie houdt zich bezig met de 4 aspecten van de mondelinge communicatie: stem, spraak, taal en gehoor. De mondelinge communicatie is een van de meest wezenlijke vermogens van de mens. Zo is bijvoorbeeld het gebruiken en begrijpen van de taal van grote betekenis voor het denken. De afdeling logopedie levert 5 producten: 1. Screening: Alle kinderen uit een bepaald geboortejaar (van wie de leeftijd tussen de 4,9 en 5,9 jaar valt) worden logopedisch gescreend. Eventuele stoornissen op logopedisch gebied worden zo vroegtijdig opgespoord. Bij een aantal kinderen zal naar aanleiding van de resultaten verdere logopedische behandeling noodzakelijk zijn. 2. Onderzoek: Logopedisch onderzoek wordt verricht naar aanleiding van het resultaat van de screening, controle of op verzoek van derden (ouders/verzorgers, leerkracht, jeugdarts, enz.). Het onderzoek is erop gericht de aard en de ernst van de logopedische stoornis vast te stellen en te bepalen welke mogelijke oorzaken eraan ten grondslag liggen. Op grond van het onderzoek wordt een besluit genomen over de noodzaak van vervolgactiviteiten (controle, advies of verwijzing). 3. Controle: Op grond van de screening of het onderzoek is besloten de ontwikkeling van het kind enige tijd te volgen. In de meeste gevallen gaat dit gepaard met een advies aan ouders/verzorgers en leerkracht. Als de stoornis verdwenen is, wordt het contact afgesloten. Een controle kan ook plaatsvinden om te kunnen vaststellen of na verloop van tijd het bereikte resultaat blijvend is. 4. Advies: Een advies vindt plaats naar aanleiding van een screening, onderzoek of controle. Onder een advies wordt verstaan: Uitleg geven aan ouders, kind en/of school over het logopedisch probleem. Adviezen geven aan ouders, kind en /of leerkracht betreffende het logopedische probleem. Het inwinnen van informatie, zoals bijvoorbeeld het afnemen van een anamnese om tot een adequaat advies te kunnen komen. Consultatie door derden, bijvoorbeeld jeugdarts, huisarts, tandarts, enz. 5. Informatieverstrekking logopedie (groepsgericht): In het kader van de logopedie in het basisonderwijs biedt de GGD Haaglanden ook groepsgerichte informatie.
50
9.6.
Kinderopvang SkippyPePijn
Deze informatie is aangereikt door de Kinderopvang SkippyPePijn: Onze school werkt samen met
Veilig ontmoeten, ontdekken, spelen, leren en groeien. Voor professionele kinderopvang bent u in Pijnacker-Nootdorp bij SkippyPePijN aan het juiste adres. Wij bieden uw kind de optimale gelegenheid te ontmoeten, te ontdekken, te groeien en zich in een rijke leeromgeving al spelend te ontwikkelen. Zonder zorgen over uw kinderen kunt u zich als ouder en opvoeder zo ook zelf maximaal ontplooien. Daarom kiest u voor SkippyPePijN. Wilt u meer informatie, bezoek dan onze website www.skippypepijn.nl
9.7.
Kindercentrum ZieZoo
Deze informatie is aangereikt door de Kindercentrum ZieZoo: ZieZoo biedt uw kind meer dan alleen een leuke invulling van vrije tijd. Ons team is hoger opgeleid en bestaat uit meiden én jongens. Niet zomaar pedagogisch medewerkers. Maar een breed scala aan gespecialiseerde vakkrachten (docenten) in eigen dienst zoals kunstzinnige vorming, sport, natuur, en techniek. Wat maakt ZieZoo anders? Open tot 19.00 uur Alle weekdagen, dus ook op woensdag en vrijdag open 52 weken per jaar (alleen op de officiële feestdagen gesloten) Wij kennen geen vakantiesluiting. U kunt zelf uw vakantie plannen. Open tijdens alle studiedagen van school zonder minimum aantal kinderen en zonder de verplichting om deze dagen af te nemen Alle leeftijden op 1 locatie (maar aparte groepen met activiteiten aanbod). Wel zo makkelijk met ophalen! Direct contact met de eigenaar. Geen hoofdkantoor, geen callcenter. Korte lijnen en grote betrokkenheid. Vergelijkt u eens ons tarief! Kijk naar onze openingstijden en wat wij bieden aan activiteiten. Dit vindt u nergens anders in Pijnacker! Meer informatie? Meer informatie vindt u op onze website http://www.ziezoo.nl/locaties/pijnacker.html Kindercentrum ZieZoo Pijnacker T 015 – 202 3033 W www.ziezoo.nl E
[email protected]
9.8. Jeugdgezondheidszorg: Zuid-Holland West onderdeel van GGD Haaglanden Deze informatie is aangereikt door de JGZ: Welkom bij de Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West (JGZ) – onderdeel GGD Haaglanden Een gezonde groei en ontwikkeling is belangrijk voor elk kind. Onze jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen volgen samen met u de groei en ontwikkeling van uw kind. We begeleiden u bij de opvoeding. Samen zoeken we naar antwoord op ál uw vragen. En we geven noodzakelijke vaccinaties. Soms heb je als ouder een steuntje in de rug nodig. Ook dan staan onze deskundige medewerkers voor u klaar. 51
Voor kleine en grote kinderen Tot de leeftijd van vier jaar komen ouders regelmatig met hun kind naar de JGZ (het consultatiebureau). Als een kind op de basisschool zit neemt het aantal bezoeken af, maar we blijven de groei en ontwikkeling van uw kind volgen. Dat doen we om tijdig eventuele gezondheids-problemen op te sporen, zodat kinderen geholpen kunnen worden voordat een probleem verergert. Gezondheidsonderzoek groep 2 Net als bij de vorige bezoeken wordt uw kind eerst gemeten en gewogen. Er wordt een ogentest en een gehooronderzoek gedaan. Daarna voert de jeugdarts een lichamelijk onderzoek uit, waarbij specifiek gekeken wordt naar de houding en de motoriek. De jeugdarts gaat met u in gesprek over de gezondheid en de opvoeding. Heeft u specifieke vragen of zorgen, aarzel dan niet om het te vertellen. Dan bekijken we samen met u wat nodig is om tot een oplossing te komen. Spraak-taalonderzoek 5-jarigen Een kind van vier jaar maakt al goede, eenvoudige zinnen. Rond vijf jaar maakt hij langere zinnen met ‘want’ of ‘maar’. Een goed moment om te kijken hoe het met de taalontwikkeling gaat. Onze logopedisten zijn gespecialiseerd in spraak- en taalontwikkeling en testen uw kind onder schooltijd op de basisschool. Aan de hand van het onderzoek krijgt u advies of extra oefening wenselijk is. Preventie via vaccinatie Als uw kind 4 én 9 jaar is, krijgt hij of zij een vaccinatie. Het is een herhaling van eerdere vaccinaties en belangrijk omdat uw kind pas helemaal is beschermd tegen bepaalde infectieziekten als het alle prikken heeft gehad. U krijgt hiervoor een uitnodiging thuisgestuurd. Meisjes van 12 jaar krijgen een oproep voor de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Gezondheidsonderzoek groep 7 In groep 7 geeft een verpleegkundige van de JGZ een gezondheidsles in de klas. De les gaat onder andere over voeding, puberteit, alcohol en pesten. De jeugdverpleegkundige voert daarna met uw kind een gesprek over dingen die uw kind bezighouden. Zit uw kind in groep 7, dan ontvangt u in de loop van het schooljaar een brief over dit onderzoek. Opvoedinformatie Kinderen worden niet met een gebruiksaanwijzing geboren. Het is dus logisch dat ouders op zoek gaan naar bruikbare informatie of advies bij de problemen die ze tegenkomen. Kijk eens op onze website www.jgzzhw.nl. Bij ‘opvoeden’ vindt u informatie over wat je van kinderen op een bepaalde leeftijd kunt verwachten en staan praktische tips over opvoeden. Onderzoek op verzoek Heeft u vragen of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind? Neem dan contact op met: Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West Contactbureau: 088 - 054 99 99 E-mail:
[email protected] Website: www.jgzzhw.nl Mevr. E.Verleg (jeugdverpleegkundige) en mevr. G. Parisi (jeugdarts) zijn aan onze school verbonden.
52
9.9. Overdracht gegevens: Wet Bescherming Persoonsgegevens De Jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar draagt de gegevens die in de eerste vier jaar over uw kind zijn verzameld over aan de sector Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit is noodzakelijk om de groei en ontwikkeling van uw kind in de tijd goed te kunnen volgen. Als u verhuist naar buiten de regio, of als uw kind later buiten de regio naar school gaat, worden de gegevens aan de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD ter plaatse doorgegeven. Op het beheer en de overdracht van de gegevens over uw kind is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing.
9.10. Advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) Deze tekst is geschreven door AMK-Nederland Binnen ons beroep kunnen wij te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dit brengt altijd zorg met zich mee en ook het verlangen samen met de betrokkenen ervoor te zorgen dat de juiste hulp kan worden geboden. Hierbij rekening houdende met de belangen van het kind, dat recht heeft op hulp en bescherming. En de belangen van ouder(s)/verzorger(s) die recht hebben op vertrouwelijkheid en privacy. Op school komen wij intensief in aanraking met kinderen. Wij hebben daarom een belangrijke signaleringsfunctie. De overheid heeft voor professionals o.a. werkzaam in het onderwijs de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld. Iedereen die zich zorgen maakt over een kind en denkt aan kindermishandeling kan advies vragen aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Meestal vertellen mishandelde kinderen of degene die hen mishandelt niet uit zichzelf over de situatie. Voor hen is het van groot belang dat mensen in hun omgeving de mishandeling opmerken en er iets aan doen. Elke provincie en grootstedelijke regio heeft een eigen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Allen bereikbaar via het landelijke telefoonnummer: 0900 - 123 123 0 (€ 0,05 per minuut).
53
10.
Leerplicht
Iedereen in Nederland moet van zijn vijfde tot zijn achttiende verjaardag naar school. Deze leerplicht is vastgelegd in de Leerplichtwet. Vanaf vier jaar mag uw kind op school onderwijs volgen. Vanaf het moment dat uw kind vijf jaar is, is het leerplichtig. De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de Leerplichtwet, maar voor hen gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het volgen van het onderwijs. Om het kind optimaal te kunnen begeleiden verzoeken wij ouders om overleg te voeren met de groepsleerkracht(en) als zij hun vierjarig kind thuis willen houden. De Leerplichtwet is streng. De wet zorgt ervoor dat ieder kind tot zijn 18e verjaardag naar school gaat en op een school staat ingeschreven. Verplicht. Ouders of verzorgers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Ze worden er dan ook op aangesproken als dat niet gebeurt. Scholen zijn verplicht een afwezigheidregistratie te voeren. Ook zijn we volgens de leerplichtwet verplicht vermoedelijk ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. De leerplichtambtenaar controleert of de leerplicht wordt nageleefd. Een school is verplicht om in acht jaar basisonderwijs minimaal 7520 uur onderwijs aan te bieden.
10.1. Ziek of afwezig Wanneer uw kind niet naar school kan, door bijv. ziekte, willen wij graag dat u dat aan ons meldt. U kunt het beste bellen tussen 08.00 uur en 08.30 uur. Mocht u geen contact met ons hebben opgenomen, dan zullen wij na 09.00 uur contact met u zoeken. Als dit om 12.00 uur nog niet gelukt is, dan melden wij uw kind ongeoorloofd afwezig. Als uw kind onverhoopt langdurig ziek is en om medische redenen geen onderwijs kan volgen, kan “thuiswerk” georganiseerd worden. Dit gebeurt in overleg tussen u, de betrokken leerkracht(en) en het zorgteam. Als uw kind, ook weer bijvoorbeeld om medische reden, tijdelijk geen gymles kan volgen, dan vangen wij het kind op in een andere groep. Of kijken naar de mogelijkheid om het kind op andere wijze bij de gymles te betrekken.
10.2. Aanvragen extra verlof In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Kinderen mogen dus nooit zonder geldige reden van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op de regel mogelijk. Bij vragen over het aanvragen van extra verlof kunt u bij de directie terecht, deze staat u graag te woord. Buitengewoon verlof moet u schriftelijk aanvragen. Aanvraagformulieren zijn op school verkrijgbaar. In een aantal gevallen dient u een bewijsstuk te overleggen. We vragen u dringend een en ander ruim van tevoren te regelen. U kunt voor het aanvragen van vrije dagen buiten de reguliere vakanties een formulier halen bij de directie. Belangrijke spelregels voor verlof: Totdat uw kind zes jaar wordt, mag u uw kind 5 uur per week thuis houden. U moet dit wel aan de directeur melden. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan hebt u speciale toestemming van de directeur nodig. Dat kan ook maximaal 5 uur. In totaal komt dat neer op maximaal 10 uur per week. De school moet uw kind de dagen vrijgeven waarop het vanwege uw geloofs- of levensovertuiging niet op school kan zijn. Dat geldt ook voor dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals een huwelijk of begrafenis. In uitzonderlijke gevallen mag de directeur van de school een leerling vrijgeven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste 10 dagen. Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep geen vakantie kunnen nemen tijdens de schoolvakanties. U moet dan een verklaring van uw werkgever laten zien waaruit blijkt dat u niet op een ander moment op vakantie kunt. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste 2 weken na de grote vakantie.
54
10.3. Vakanties en vrije dagen 2014-2015 Schoolvakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Koningsdag Meivakantie Pinksteren Zomervakantie
20 t/m 24 oktober 2014 22 december 2014 t/m 2 januari 2015 23 t/m 27 februari 2015 03 t/m 06 april 2015 27 april 2015 04 mei 2015 t/m 15 mei 2015 25 mei 2015 13 juli 2015 t/m 21 augustus 2015
Hiermee wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de vakantieregeling van het voortgezet onderwijs in de regio Rotterdam/Den Haag. Wat betreft de voorjaarsvakantie wordt de regio Den Haag aangehouden en wat betreft de meivakantie (2 weken) wordt de regio Rotterdam aangehouden. Let op! De vet gemarkeerde data wijken af van de richtlijnen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Studiedagen en roostervrije uren Studiedag Octant Vrije middag voor aanbreken kerstvakantie Marge dag voor het aanbreken zomervakantie
02 april 2015 19 december 2015 10 juli 2015
NB. In bovenstaand schema zijn alleen de studiedagen opgenomen die gevolgen hebben voor de lesuren van de leerlingen. Overige studiemomenten vinden bewust niet onder schooltijden plaats.
10.4. Urenverantwoording In de onderwijswet is voor alle sectoren vastgelegd hoeveel uren les de leerlingen minimaal moeten krijgen. De wettelijke eisen voor onderwijstijd in het basisonderwijs is minimaal 7520 uur verspreid over 8 schooljaren. Gemiddeld gaat het dus om 940 uur per schooljaar (7520 uur : 8 schooljaren). Voor het aantal uren onderwijs per jaar wordt gerekend van 1 oktober tot 1 oktober: 52 weken + 2 dagen. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe of scholen de minimum hoeveelheid onderwijstijd halen. Urenverantwoording De Vlinderboom schooljaar 2014-2015 Aantal (les)uren Groep 1 t/m 8 52 weken x lestijd per week 1300 uur (52 x 25 uur) 30 september 2014 (di, bijtellen) 5 uur Schrikkeljaar (n.v.t.) 0 uur Vakantie 320 uur Studiedagen en extra vrije dagen 9 uur Totaal lesuren 2014-2015 976 uur (norm 940 uur) Verspreid over acht schooljaren krijgen de leerlingen meer dan 7520 uur onderwijs. Hiermee voldoen we ruimschoots aan het minimale urenaantal. Door de school wordt jaarlijks een activiteitenplan gemaakt en opgestuurd naar de onderwijsinspectie ter controle of onze school aan de norm voldoet.
55
10.5. Voorkomen van lesuitval Het kan voorkomen dat leerkrachten door ziekte of andere onvoorziene omstandigheden verhinderd zijn les te geven. In dat geval worden de lessen, indien mogelijk, overgenomen door één van de andere leerkrachten, bij voorkeur door degene die een duobaan heeft met de afwezige leerkracht. Wanneer er geen vervangers beschikbaar zijn, zullen er groepen worden samengevoegd of worden de kinderen verdeeld over de andere groepen. In het uiterste geval zullen de leerlingen naar huis worden gestuurd, maar alleen na overleg met de ouders van de kinderen. Gelukkig is dit op onze school nog nooit nodig geweest. Op school is een protocol voor kortdurend personeelstekort beschikbaar.
10.6. Vervangende lessen In principe volgen alle kinderen alle lessen. Ook nemen zij deel aan alle activiteiten die in schoolverband worden georganiseerd. Wanneer de kinderen om medische of sociale redenen niet kunnen deelnemen aan bepaalde lessen of activiteiten wordt – in overleg met de ouders – gezorgd voor vervangende bezigheden.
10.7. Schorsing en verwijdering In uitzonderlijke gevallen kan de school/het schoolbestuur besluiten een leerling voor kortere of langere tijd te verwijderen van de school. Het gaat dan om een leerling die herhaaldelijk wangedrag vertoont dat onmiskenbaar een negatieve invloed heeft op de overige leerlingen en een goede gang van zaken op school ernstig belemmert. Definitieve verwijdering kan pas plaatsvinden als het schoolbestuur ervoor heeft gezorgd dat de leerling elders kan worden geplaatst. Tot verwijdering kan ook worden overgegaan als het schoolbestuur kan aantonen dat het 8 weken lang zonder succes heeft gezocht naar een plaats op een andere school. De school moet het voornemen om de leerling te verwijderen kenbaar maken aan de ouders. De ouders kunnen tegen deze verwijdering een bezwaarschrift indienen bij het schoolbestuur, dat verplicht is de ouders te horen. Is de beslissing negatief, dan kunnen de ouders via een kort geding proberen de verwijdering tegen te gaan. Voor meer informatie verwijzen we u naar ons gedragsprotocol.
56
11.
Klachten
11.1. Klachtenprocedure Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, personeel en schoolleiding op de juiste manier worden afgehandeld. Indien u op school onverhoopt geen overeenstemming kunt bereiken over de oplossing, dan kunt u terecht bij het bevoegd gezag (het bestuur van de stichting). Indien u ook bij het bevoegd gezag geen gehoor meent te vinden, kunt u terecht bij de contactpersoon (zie 11.2). Zij kan eventueel helpen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. De klachtencommissie behandelt de klacht en kan aan het bestuur van de stichting advies geven over de volgende zaken: Moet de klacht als terecht of als onterecht worden beschouwd? Welke maatregelen zijn er te nemen? Welke overige besluiten zijn er te nemen door het bestuur? De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding en tot inachtneming van de grootst mogelijke zorgvuldigheid.
11.2. Contactpersoon klachtenregeling en externe vertrouwenspersoon Op onze school is juf Wieneke Grootaarts contact- en vertrouwenspersoon. Zij is te bereiken via het telefoonnummer van de school of per e-mail
[email protected] Vaak is de drempel naar de school te hoog als er vermoedens bestaan van nare dingen thuis, op school of in de buurt. Wij staan altijd open voor zaken die ‘onze’ kinderen aangaan. Bij problemen kunt u bij juf Wieneke terecht, maar u kunt natuurlijk ook altijd terecht bij de leerkracht van uw eigen kind of bij de directeur. Vermoedens en/of nare zaken worden zeer vertrouwelijk behandeld. Voor alle scholen van de stichting Octant is als vertrouwenspersoon aangesteld: Mevrouw Nelleke Blijleven-Voordouw. Haar gegevens zijn: Tel. 06-22492321/ 010-5290654, E-mail:
[email protected] De taken van de vertrouwenspersoon zijn: nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt; nagaan of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een officiële klacht; indien gewenst, de klager begeleiden bij de verdere procedure; indien gewenst en/of noodzakelijk de klager bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie; indien gewenst en/of noodzakelijk de klager verwijzen naar andere instanties, gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding en inachtneming van de grootst mogelijke zorgvuldigheid.
57
11.3. Landelijke klachtencommissie Het bestuur heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de Besturenraad. Het adres van deze commissie is: Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs Postbus 82 324 2508 EH Den Haag Tel.: 070 386 16 97 Fax: 070 302 08 36 Email:
[email protected] Website: www.klachtencommissie.org
11.4. Centraal Meldpunt Vertrouwensinspecteur Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, extremisme, discriminatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld kan contact worden opgenomen met het centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs. Centraal Meldpunt Vertrouwensinspecteurs, telefoonnummer: 0900-1113111.
58
12.
Goed om te weten
Deze gids is vooral bedoeld als een naslagwerk. Als u iets over onze school wilt weten, dan kunt u dat meestal terug vinden in de gids. Is dat laatste niet het geval, dan kunt u met uw vragen terecht bij een van de teamleden en/of de directie. Het laatste hoofdstuk van onze schoolgids hebben wij gereserveerd voor een aantal zaken die wij elders in de schoolgids niet onder kunnen brengen, maar wel van belang zijn voor u om te weten.
12.1. Goede doelen Een belangrijk doel in de opvoeding is dat kinderen oog hebben voor elkaar. Dichtbij in de eigen groep, maar ook voor kinderen die onder moeilijke omstandigheden leven op andere plekken in de wereld. Jaarlijks proberen wij aandacht te schenken aan een goed doel waarvoor wij samen met de kinderen middelen of geld ophalen. Dit koppelen wij aan een thema of linken wij aan een andere schoolactiviteit. Daarnaast werken de kinderen van groep 7/8 in het najaar mee aan de Kinderpostzegelactie.
12.2. Schoolreis en schoolkamp De kinderen van de groepen 1 t/m 6 gaan één keer per jaar op schoolreis. De kinderen van groep 7/8 gaan op kamp. Aan het schoolreisje en het schoolkamp zijn kosten verbonden. De ouders ontvangen hiervoor een factuur. Deze vergoeding staat los van de vrijwillige ouderbijdrage en dient door alle gezinnen te worden voldaan.
12.3. Sporttoernooien In de loop van het jaar worden er sporttoernooien georganiseerd door verschillende verenigingen. Dat gebeurt bijna altijd op zaterdag, woensdagmiddag of in de schoolvakanties. De kinderen geven zich vaak massaal op voor deze evenementen. Er worden dan ook veel prijzen gewonnen en dat stimuleert weer tot grotere deelname. Voor de begeleiding bij de sporttoernooien wordt de hulp van ouders ingeroepen. U wordt via de nieuwsbrief op de hoogte gehouden over de sporttoernooien. De kinderen gaan bij sportevenementen gekleed in een oranje schoolshirt met logo. Het schoolshirt wordt bij aanvang van het toernooi uitgedeeld door de begeleiders en aan het eind van het toernooi weer ingenomen. Aan de wandelavondvierdaagse kunnen alle leerlingen die dat willen meedoen, ook de jongste kinderen van groep 1. In tegenstelling tot de deelname aan sporttoernooien, ligt de organisatie van deelname aan de avondvierdaagse bij de ouders.
12.4. Koningsspelen Een keer per jaar houden wij een sport- en speldag; de Koningsspelen. Alle kinderen spelen die dag met elkaar een aantal sportieve spellen. Het belangrijkste doel: plezier in bewegen!
59
12.5. Mobiele telefoons Mobiele telefonie is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Toch moeten wij als school afspraken maken over het gebruik van de mobiele telefoon. Onder schooltijd (tussen 8.15 – 14.00 uur) moet de mobiele telefoon uitgeschakeld zijn, dit om onnodige hinder tegen te gaan en ongewenst gebruik van andere mogelijkheden (foto, film, muziek) van een mobiel te voorkomen. Indien ouders tijdens schooltijd contact wensen met hun kind(eren), dan kan er altijd gebeld worden naar het nummer van de school: 015-3694106. Wij zorgen voor een goede afhandeling van uw bericht. Mocht het onverhoopt noodzakelijk zijn dat uw kind gebruik maakt van een mobiele telefoon, dan willen wij dat u dit bespreekt met de leerkracht. Hierover kunnen dan aparte afspraken gemaakt worden. Mobiele telefoons die meegenomen worden door kinderen moeten bij aanvang van de lessen uitgezet worden. Mocht blijken dat de telefoon van uw kind tijdens schooltijd niet uitstaat, dan neemt de leerkracht deze in. Aan het eind van de dag krijgt uw kind de telefoon weer terug en worden de ouders hiervan door ons ingelicht. Bij het herhaaldelijk niet nakomen van de afspraak zal school een gesprek voeren met het betreffende kind en zijn ouder(s). De telefoon wordt pas weer meegeven na contact tussen school, kind en de ouder(s). Naast het bellen met de mobiele telefoons kan er ook op andere manieren worden gecommuniceerd via de telefoon (ping’en, app’en, sms’en enz.) en dient de telefoon(smartphone met internet abonnement) ook als informatiebron, met ongekende toegankelijkheidsmogelijkheden. We zullen binnen de grenzen van de zgn. ‘Mediawijsheid’ (wat is goed en wat is niet goed voor kinderen) de komende jaren gaan bekijken of we de functionaliteit van de telefoons kunnen gaan inzetten binnen ons onderwijs. Veel kinderen hebben een mobiele telefoon. We willen u er graag op wijzen dat kinderen deze telefoon op eigen risico mee naar school nemen. School kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of diefstal van het toestel.
12.6. Laarzen, tassen en jassen We vragen u om de tas en de jas van uw kind te voorzien van zijn naam. Dit geldt ook voor de laarzen van uw kind. Dit voorkomt dat uw kind met andere kleding naar huis komt.
12.7. Gevonden voorwerpen Het kan gebeuren dat een kind zijn persoonlijke bezittingen op school kwijtraakt of vergeet. Waardevolle spullen worden bij de directie bewaard. Overige spullen worden in de mand in de conciërge ruimte bij de centrale ingang van het gebouw gelegd. U kunt daar kijken wanneer uw kind iets kwijt is. Regelmatig legen wij de mand nadat we dit in de nieuwsbrief hebben vermeld. Bruikbare spullen die niet worden opgehaald gaan naar een goed doel.
12.8. Hoofdluis Hoofdluis is in veel scholen een hardnekkig probleem. Een groep ouders heeft in overleg met de GGD een protocol ontworpen dat onze school hanteert om dit probleem onder controle te houden. Het protocol bevat voorschriften en gedragslijnen om hoofdluisbesmetting te voorkomen. Er is een groep ouders die alle leerlingen na iedere vakantie controleert op hoofdluis. Als hoofdluis ontdekt wordt, worden de betreffende ouders direct op de hoogte gebracht en dient het kind meteen behandeld te worden om daarna terug te keren op school. De groep krijgt bericht dat er hoofdluis is ontdekt, zodat alle ouders actie kunnen nemen. Verder krijgen alle kinderen van de school een luizenzak. Bij een (mogelijke) luizenbesmetting kunnen de jassen hierin worden gedaan om uitbreiding van de besmetting te voorkomen. Het protocol ligt ter inzage op school en is ook te lezen op de website van school.
60
12.9.
Schoolmelk
Uw kind kan schoolmelk drinken. U kunt uw kind via de website van Campina aanmelden. De kosten zijn ongeveer € 0,39 per pakje, afhankelijk van het gekozen product. Ook het opzeggen van het abonnement verloopt via Campina www.campinaopschool.nl
12.10.
Schoolgruiten
Gezonde voeding is belangrijk. Daarom heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de actie Schoolgruiten in het leven geroepen. Gruiten is een samentrekking van groenten en fruit. De bedoeling van het EU-Schoolfruitprogramma is dat kinderen gestimuleerd worden meer groenten en fruit te eten. Hiermee legt het programma een basis voor goede voedingsgewoonten in de toekomst. Daar willen we als school graag een bijdrage aan leveren. We doen dit onder meer tijdens onze lessen en door deelname aan het schoolgruiten project. Voor komend schooljaar houden we op school drie dagen per week een gruitdag. Dit is op dinsdag, woensdag en donderdag. Op die dagen is het de bedoeling dat kinderen tijdens het eten en drinken groenten en/of fruit bij meenemen en geen koek of snoep.
12.11.
Verjaardagen en traktaties Wanneer een kind jarig is, wordt zijn verjaardag in de groep gevierd en mogen de kinderen van de groep getrakteerd worden. Het is niet de bedoeling dat broertjes of zusjes, vriendjes en vriendinnetjes in andere groepen worden getrakteerd. Wij verzoeken u de traktaties beperkt te houden. Een traktatie is bedoeld als een kleine (en het liefst gezonde!) lekkernij voor de andere kinderen. Wij adviseren u tand bedervende traktaties zo veel mogelijk te vermijden. Het is niet de bedoeling dat nieuwe leerlingen hun 4e verjaardag op school vieren. Om teleurstellingen bij vooral de jongere kinderen te voorkomen, vragen wij u de uitnodigingen voor kinderfeestjes, waar mogelijk, niet op school uit te delen.
12.12.
Verjaardagen van de leerkrachten
De leerkrachten vieren hun verjaardag tijdens de jaarlijkse ‘juffen- en meesterdag’ die feestelijk wordt ingevuld binnen de eigen groep.
61
12.13.
Vervoer
Zo nu en dan gaan we met de kinderen op excursie. Voor het vervoer van kinderen houden we ons aan de wettelijke regels die per 1 mei 2008 zijn ingegaan:
leerlingen kleiner dan 1.35 m. moeten vervoerd worden op een goedgekeurd en passend kinderzitje. Goedgekeurd zijn zitjes met labels ECE R44/03 en R44/04. Passend betekent dat het kinderbeveiligingssysteem aangepast moet zijn aan de lengte en gewicht van het kind. Kinderen vanaf 1,35 m en volwassenen moeten gebruik maken van de veiligheidsgordel. er mogen niet meer kinderen vervoerd worden dan dat er autogordels aanwezig zijn. Iedereen moet een eigen autogordel gebruiken, twee kinderen/personen in één autogordel mag niet; ouders die leerlingen vervoeren dienen in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering.
Moet uw kind tijdens een excursie worden vervoerd in een kinderzitje, wilt u dit dan aangeven aan de leerkracht. Wij verzoeken u op de dag van de excursie zelf een kinderzitje beschikbaar te stellen. De uitzonderingen Uitzondering 1: kinderen van 3 jaar en ouder mogen een autogordel gebruiken in plaats van een kinderbeveiligingssysteem als er op de desbetreffende zitbank al twee kinderbeveiligingssystemen zijn aangebracht en in gebruik zijn, waardoor er geen plaats meer is voor een derde zitje. Dit kind mag niet zonder kinderbeveiligingssysteem op de voorbank worden vervoerd. Uitzondering 2: kinderen vanaf 3 jaar mogen de autogordel gebruiken bij vervoer door een ander persoon dan de eigen (pleeg)ouder in incidentele gevallen, waarin redelijkerwijze niet verwacht kan worden dat de bestuurder een kinderbeveiligingssysteem bij zich heeft. Het kind wordt dan vervoerd op de achterbank. Het dient hierbij om vervoer over beperkte afstand te gaan, zoals bijvoorbeeld een kinderfeestje naar het plaatselijke zwembad. Het begrip incidenteel moet letterlijk worden genomen. Van incidenteel vervoer is geen sprake meer als bijvoorbeeld oma elke week de kleinkinderen naar school brengt. Een korte afstand is volgens het ministerie een afstand van maximaal 50 km. Schoolafspraken Alle kinderen zitten achterin in de veiligheidsriemen. Auto’s zonder veiligheidsriemen komen niet in aanmerking voor vervoer van kinderen. Kinderen van rijdende ouders mogen – binnen de grenzen van de wet – zo nodig voorin zitten in de eigen auto. Ten overvloede: rijdende ouders houden zich aan alle verkeersregels.
12.14.
Meegeven folders
Soms brengt uw kind folders mee naar huis. Deze worden de school aangeboden met het verzoek ze aan de leerlingen mee te geven. Het gaat vaak om bijzondere evenementen of om sport- en jeugdverenigingen die iets voor de kinderen organiseren. In overleg met de medezeggenschapsraad is besloten dat we deze folders meegeven zolang er geen direct commercieel belang mee gemoeid is.
12.15.
Jeugdtijdschriften en boekenseries
Aan de verspreiding van kwalitatief goede jeugdtijdschriften(zoals Okki, Taptoe e.d.) en boekenseries (van o.a. de Leesleeuw en Boektoppers) verlenen we onze medewerking. Een paar keer in het seizoen krijgt u van verschillende leveranciers folders thuis en bent u in de gelegenheid boeken te bestellen.
62
12.16.
Dieren in de school
Om diverse, voornamelijk hygiënische redenen, vragen wij u vriendelijk uw huisdier niet mee te nemen in de school. Sommige kinderen daar zijn allergisch voor. Op 4 oktober besteden wij aandacht aan dierendag. Dit doen we met knuffels, foto’s en verhalen van de huisdieren.
12.17.
Verzekering
Door het bestuur is voor alle leerlingen een collectieve schoolongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is van kracht tijdens het verblijf op school en tijdens het gaan van en naar school. Ook tijdens excursies en andere door de school georganiseerde activiteiten is deze verzekering van kracht. Deze verzekering kan pas worden aangesproken als alle andere verzekeringen hebben geweigerd uit te keren.
12.18.
Aansprakelijkheid
Bij diefstal, verlies of schade aan eigendommen van u of uw kind is de school niet aansprakelijk. Eventueel verhaal van schade loopt via eigen WA verzekering. De school adviseert daarom met klem GEEN WAARDEVOLLE SPULLEN mee naar school of schoolse activiteiten te nemen.
63
Volg ons online:
Zilverreigerdreef 103, 2643 MC Pijnacker Telefoon (015) 369 41 06 E-mail:
[email protected]