CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
JAARVERSLAG 2010
adres : corr.adres : telefoon : telefax : e-mail : website :
Kokermolen 11, Houten Postbus 331, 3990 GC Houten 030 6355250 030 6571114
[email protected] www.szpluimvee.nl
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
2
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
VOORWOORD Voor u ligt het jaarverslag 2010 van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. In dit jaar was er sprake van een wisseling in de vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties. Aan hen is inzicht gegeven in de veelheid van lopende en nog te ontwikkelen brancheactiviteiten. In 2010 is een enquête gehouden onder werkgevers en werknemers over het levensfasebewust beleid. De resultaten van deze enquête zullen worden betrokken bij de komende cao-ronde. Een belangrijk onderwerp is elk jaar weer de behoefte aan een grote mate van flexibiliteit in de werktijden. Bedrijven hebben door de steeds ruimere openingstijden van de detailhandel voor de levering van verse producten behoefte aan aanpassing van de normale productietijd terwijl werknemers aandacht vragen voor werktijden die hen meer ruimte biedt voor persoonlijke omstandigheden. Een uitdaging aan sociale partners om hierin evenwicht te brengen. In het najaar werd door sociale partners overeenstemming bereikt over de de invoering van NEN+ regeling, waarmee bij gebruikmaking van uitzendbureaus en uitleenbedrijven gestreefd wordt naar het voorkomen van sociale en fiscale fraude. In het verslagjaar werd de kick off bijeenkomst gehouden voor de arbocatalogus. Een handboek dat werknemer en werkgever moet helpen bij het streven naar het werken onder goede en verantwoorde omstandigheden. De verantwoordelijkheid voor veilig en gezond werken ligt bij zowel werkgever als werknemer. Met de catalogus wordt het gesprek op de werkvloer over arbeidsomstandigheden gestimuleerd. Tegelijkertijd wordt daarmee gewerkt aan een versterking van de medezeggenschap in het bedrijf. Zorg was er om de financiële situatie van het pensioenfonds. Sociale partners maken zich sterk voor een goed en betaalbaar pensioen voor de werknemers. Bij het ter perse gaan van dit verslag lijkt de lucht enigszins geklaard. Drs. Jos Ramekers Voorzitter
3
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
4
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
INHOUD Pagina
VOORWOORD...................................................................................................................................... 3 INHOUDSOPGAVE................................................................................................................................ 5 1 SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE - inleiding............................................................................................................................................. - voorzitter . ....................................................................................................................................... - secretaris........................................................................................................................................... - secretariaat.......................................................................................................................................
7 7 7 7
2 OVERLEGORGANEN Georganiseerd Overleg.......................................................................................................................... 9 - Cao-overleg...................................................................................................................................... 9 - Tussentijdse wijziging van de cao..................................................................................................... 10 - Samenwerkingsovereenkomst met Inspectie Instellingen en Harmonisatieoverleg pluimvee................ 10 - CAO Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie....................................... 11 - Pensioenregeling.............................................................................................................................. 11 - Prepensioenregeling......................................................................................................................... 11 - Vervroegd uittreden........................................................................................................................ 11 - WGA-verzekering............................................................................................................................ 11 - Terugbetaling premie over 2004 van de herverzekering van het wao-hiaat. ..................................... 12 - Meldingen arbeidsongeschikte medewerkers..................................................................................... 12 - Sociaal handboek voor poeliers en wildhandelaren......................................................................... 13 - Pensioenopbouw vakantiekrachten en zaterdaghulpen..................................................................... 13 - Medezeggenschap. ........................................................................................................................... 13 - Arbocatalogus................................................................................................................................ 14 - Communicatie arbocatalogus........................................................................................................... 15 - Levensfasebewust beleid................................................................................................................... 17 - Overige punten................................................................................................................................ 18 - Samenstelling.................................................................................................................................. 19 Geschillencommissie............................................................................................................................. 20 - algemeen......................................................................................................................................... 20 - samenstelling. ................................................................................................................................. 20 Werkgroep kwaliteit van de arbeid....................................................................................................... - NEN+ regeling. ............................................................................................................................... - Protocol respectvolle bejegening..................................................................................................... - Samenstelling..................................................................................................................................
21 21 21 21
3 DE BEDRIJFSGENOTEN - slachterijen. .................................................................................................................................... 22 - pluimveeverwerkende bedrijven. ....................................................................................................... 24 4 ADRESSEN...................................................................................................................................... 26
5
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
6
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
1 SOCIALE ZAKEN PLUIMVEE INDUSTRIE INLEIDING Sociale Zaken Pluimvee Industrie is een gezamenlijk initiatief van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de pluimveeverwerkende industrie, NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. Deze organisaties vormen het Georganiseerd Overleg over sociale aangelegenheden in de sector. Het Georganiseerd Overleg (G.O.) wordt als belangrijkste orgaan aangemerkt. Binnen het GO komen de cao's voor de sector tot stand. Naast de reguliere cao (de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor werknemers werkzaam in de Pluimveeverwerkende Industrie) kunnen worden genoemd de Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Vervroegde Uittreding voor werknemers werkzaam in de Pluimveeverwerkende Industrie en de Collectieve Arbeidsovereenkomst Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie, kortheidshalve genoemd respectievelijk CAO pluimvee, CAO VUT en CAO scholing. Scholingsactiviteiten en vervroegd uittreden zijn ondergebracht in afzonderlijke stichtingen, die elk haar eigen jaarverslag uitbrengen. Het secretariaat van het G.O. wordt gevoerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie. Deze organisatie functioneert als aanspreekpunt voor alle activiteiten op het gebied van sociale aangelegenheden in de pluimveeverwerkende industrie.
7
VOORZITTER De voorzitter, die ook verantwoordelijk is voor de aansturing van het sociaal secretariaat, wordt gekozen door het G.O. In het verslagjaar vervult de heer drs. J.J. Ramekers uit Zoetermeer het voorzitterschap van het G.O. en tevens van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. SECRETARIS Ronald Kerkmeijer uit Driebergen is secretaris van het G.O. en van Sociale Zaken Pluimvee Industrie. SECRETARIAAT De secretariaatswerkzaamheden worden uitge voerd door Sociale Zaken Pluimvee Industrie, gevestigd in Houten. Het secretariaat is bezet door Ronald Kerkmeijer en Ellen van Leer-Leatemia.
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
8
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
2 OVERLEGORGANEN A. GEORGANISEERD OVERLEG
de Staatscourant van 22 maart 2010.
In het Georganiseerd Overleg is in het jaar 2010 gesproken over een groot aantal onderwerpen. De belangrijkste zaken daaruit worden hier vermeld.
In het voorjaar van 2010 zijn de onderhandelingen begonnen over een nieuwe cao per 1 mei 2010. In juni hebben NEPLUVI, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten een akkoord gesloten over de CAO per 1 mei 2010. Dit akkoord betreft de volgende onderdelen.
CAO-OVERLEG In het voorjaar van 2009 zijn de onderhandelingen gestart voor een nieuwe cao per 1 mei 2009. Uiteindelijk is op 8 september 2009 een akkoord gesloten tussen de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI en CNV Vakmensen. Dit akkoord heeft de instemming van beide achterbannen. De wijziging van de CAO heeft betrekking heeft op de looptijd (van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010), het inkomen, het karakter van de CAO, de controle op naleving, Wajong, koop en verkoop van ADV en de pensioenpremie. Een uitgebreide toelichting op deze onderdelen is te vinden in het jaarverslag 2009. Bij de aanvraag voor het algemeen verbindend verklaren van de CAO zijn door ABU en NBBU bedenkingen ingebracht. Deze bedenkingen hebben betrekking op de bepaling van de werkingssfeer. Beide organisaties zijn bij het Georganiseerd Overleg uitgenodigd voor een nader gesprek en toelichting van standpunten op de ingebrachte bedenkingen. Hierover is in maart 2010 gesproken. Daarna heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 18 maart 2010 het besluit genomen tot het algemeen verbindend verklaren van de bepalingen van de CAO. Dit besluit is gepubliceerd in
9
- Looptijd De CAO kent een looptijd van een jaar, van 1 mei 2010 tot en met 30 april 2011. - Inkomen * Per 1 mei 2010 worden zowel de schaal lonen als de feitelijk betaalde lonen struc tureel verhoogd met 0,5%. * Per 1 januari 2011 worden zowel de schaallonen als de feitelijk betaalde lonen structureel verhoogd met 0,75%. - Protocolafspraak: Door het Georganiseerd Overleg wordt aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid de opdracht gegeven om een protocol op te stellen om te bereiken dat werknemers en leidinggevenden elkaar op een respectvolle manier bejegenen. De aanvraag voor algemeen verbindendverklaring is ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Door de Algemene Bond van Uitzendondernemingen (ABU) zijn schriftelijke bedenkingen over de bepaling van de werkingssfeer ingediend. Met de ABU is gesproken over de bepalingen, in het bijzonder over de 50%-bepaling van de activiteiten van uitleenbedrijven. Deze is niet in overeenstemming
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
met het advies van de Stichting van de Arbeid. Gesproken is over een aanpassing in de komende cao. Na dit overleg met de ABU zijn door ABU de bedenkingen ingetrokken. Op 27 oktober 2010 werd de algemeen verbindendverklaring afgegeven. Deze verklaring is gepubliceerd in de Staatscourant van 1 november 2010 (nr. 17211). TUSSENTIJDSE WIJZIGING VAN DE CAO In de cao-onderhandelingen is besloten dat voor de uitleenbedrijven die personeel leveren aan de pluimveeverwerkende industrie een NEN 4400+ regeling wordt ingevoerd. In deze regeling is bepaald dat in de pluimveeverwerkende industrie alleen gebruik mag worden gemaakt van uitleenbedrijven, die zijn gecertificeerd en staan opgenomen in het NEN 4400+ register van de Stichting Normering Arbeid. Het doel van deze plusregeling is, dat oneerlijke concurrentie wordt voorkomen en er bij de uitleenbedrijven controles plaatsvinden of ingeleende krachten het juiste loon uitbetaald krijgen. Deze regeling houdt in dat de uitleenbedrijven in de sector moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: een NEN 4400-1 of NEN 4400-2 certificering en een met positief resultaat afgesloten toepassingcontrole voor de pluimveeverwerkende industrie. De regeling is van toepassing op alle uitleenbedrijven. De NEN 4400-1 is een nationale norm die eisen stelt aan in Nederland gevestigde uitleners en (onder)aannemers van werk, met betrekking tot de afdracht van belastingen en sociale premies en het gerechtigd zijn tot het verrichten van arbeid in Nederland. De NEN 4400-2 is een identieke norm die geldt voor de buiten Nederland
gevestigde ondernemingen. De NEN+ regeling is op 10 november 2010 door het Georganiseerd Overleg vastgesteld en wordt opgenomen in artikel 31 van de cao. De regeling wordt per 1 januari 2011 van kracht, waarbij een overgangsregime geldt voor al afgesloten contracten tot 1 januari 2012. De algemeen verbindend verklaring van de tussentijdse wijziging van de cao is afgegeven op 16 december 2010. Publicatie vond plaats in de Staatscourant van 21 december 2010 (nr. 20400). SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET INSPECTIE INSTELLINGEN EN HARMONISATIEOVERLEG PLUIMVEE De controle van de erkenning van uitleenbedrijven voor de NEN+ regeling zal gebeuren door de Inspectie Instellingen, die zijn geaccrediteerd en zijn geregistreerd in het Register Normering Arbeid en met de Stichting Normering Arbeid een overeenkomst hebben afgesloten. Voor de controles van uitleenbedrijven die actief zijn in de pluimveeverwerkende industrie zal tussen de Inspectie Instellingen en het Georganiseerd Overleg een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten. Onderdeel van deze overeenkomst is het organiseren van een Harmonisatieoverleg. In dit overleg worden alle zaken besproken die de inspectie betreffen, waardoor alle Inspectie Instellingen op dezelfde wijze de controles zullen uitoefenen. De betrokken Inspectie Instellingen zullen deel nemen aan dit Harmonisatieoverleg pluimvee. Het afsluiten van de overeenkomsten en het eerste overleg zullen in 2011 worden gerealiseerd.
10
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
CAO FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE De CAO Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie kent een looptijd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013. Deze cao is algemeen verbindend verklaard door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 19 januari 2009. De laatste statutenwijziging dateert van 23 februari 2009. De premie voor de Stichting OFP wordt vanaf het kalenderjaar 2008 geïnd door het secretariaat van de Stichting OFP in Houten. De hoogte van deze premie voor 2010 is gelijk aan de premie in 2009: 0,5% van het SV-loon. PENSIOENREGELING De pensioenregeling voor de werknemers in de pluimveeverwerkende industrie is ondergebracht bij de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Vlees- en Vleeswarenindustrie en de Gemaksvoedingindustrie (VLEP). Administrateur van de regeling is Syntrus Achmea Pensioenbeheer B.V. in De Meern. De premiepercentages zijn na de verhoging per januari 2009 niet gewijzigd en zijn als volgt: Premiejaar Werkgevers Werknemers
2009 9,9% 7,1%
2010 9,9% 7,1%
Het maximum pensioengevend salaris bedraagt in 2010 e 58.466,- en de franchise is in 2010 e 11.033,-, waarbij voor werknemers geboren vóór 1950 de franchise is vastgesteld op e 15.195,-.
11
PREPENSIOENREGELING Vanaf het jaar 2003 is de prepensioenregeling voor de werknemers in de pluimveeverwerkende industrie ondergebracht bij de Stichting Prepensionering Vleeswaren- en Gemaksvoedingindustrie (PPVGI). Ook voor deze regeling wordt de administratie verzorgd door Syntrus Achmea Pensioenbeheer B.V. in De Meern. De premie voor het jaar 2010 is ongewijzigd gebleven en is 3,5%. De verdeling tussen werkgevers en werknemers is respectievelijk 2,1% en 1,4%. VERVROEGD UITTREDEN Door de overgang naar de prepensioenregeling in 2003 worden sindsdien geen nieuwe vut-uitkeringen meer toegekend. De laatste uitkering is, door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door de laatste deelnemer, verstrekt in december 2010. Vanaf 2011 worden er dus geen uitkeringen meer verricht. In 2010 zijn er voorbereidende gesprekken gevoerd over de mogelijke liquidatie van de Stichting Vrijwillig Uittreden voor de Pluimveeverwerkende Industrie (SVUPI). In eerste instantie zal voor het batig saldo een bestemming moeten worden gevonden, die, conform de statuten, het meest overeen stemt met het doel van de stichting. Deze gesprekken zullen in 2011 worden vervolgd. WGA-VERZEKERING In de cao is de verplichting neergelegd, dat de werkgever de werknemer zal informeren over de met Interpolis overeengekomen arbeidsongeschiktheidsverzekering als aanvulling op de WGA-uitkering zoals deze geldt bij een arbeids-
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
ongeschiktheid tussen 35 en 80%. Deelname van de werknemer aan deze sectorale verzekering is vrijwillig. Indien geen gebruik is gemaakt van een afstandsverklaring wordt de werknemer geacht deel te nemen. Voor werkgevers is er een dispensatiemogelijkheid als een minimaal gelijkwaardige verzekering aan de werknemers wordt geboden. De premie van de sectorale verzekering komt voor rekening van de werknemer. Deze verzekering is ingegaan per 1 januari 2009. Voor het jaar 2010 gold een premie van 0,38% van het gemaximeerde SV-loon, waarbij 0,18% wordt betaald uit de winstdelingsregeling en de premie voor deelnemers 0,20% bedraagt. De uitvoering van deze regeling is door sociale partners ondergebracht bij de Stichting SAPLU. Meer informatie is te vinden in het jaarverslag van deze stichting. TERUGBETALING PREMIE OVER 2004 VAN DE HERVERZEKERING VAN HET WAO-HIAAT Door de vaststelling van de Wet WIA in november 2005 is er in 2004 premie betaald voor het WAO-hiaat, terwijl er niet langer een dekking tegenover stond. Besloten is om deze premie terug te betalen aan de rechthebbende werknemers. Door het bestuur van de Stichting SAPLU zijn alle mogelijkheden aangewend om betrokkenen te achterhalen en te informeren over de restitutie. Dit heeft geresulteerd in bijna volledige terugbetaling met uitzondering van een nog resterend bedrag van zo'n € 26.000,-. De rechthebbende werknemers van dit bedrag konden ondanks alle inspanningen niet worden achterhaald. Voormalige werknemers in de pluimveeverwerkende industrie kunnen in verband met
de geldende verjaringstermijn tot 10 november 2025 een beroep doen op terugbetaling van hun in 2004 betaalde premie onder aftrek van administratiekosten. Hiervoor blijft een voorziening bij de Stichting SAPLU bestaan. MELDINGEN ARBEIDSONGESCHIKTE MEDEWERKERS In het bestuur van de Stichting SAPLU is gesproken over het aantal instromers in de WGA. Jaarlijks worden werknemers deels of volledig arbeidsongeschikt. Over de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008 is er in de pluimveeverwerkende industrie slechts één melding ontvangen. Deze persoon is volledig, maar niet duurzaam, arbeidsongeschikt. Door Interpolis is als ervaringscijfer aangegeven dat gemiddeld 3 personen per 10.000 werknemers op jaarbasis als arbeidsongeschikt worden aangemeld. Statistisch gezien zouden zich dus jaarlijks ook in onze sector enkele werknemers als arbeidsongeschikt (moeten) melden. Het kan zijn dat in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008, het tijdsdeel dat er geen collectieve sectorale verzekering is afgesloten, er geen meldingen zijn gedaan aan Interpolis. Bij het aangaan van de WGAverzekering per 1 januari 2009 is ook de instroom in genoemde periode met terugwerkende kracht verzekerd. In het verslagjaar is aan de bedrijven verzocht om in het geval een werknemer onverhoopt arbeidsongeschikt is geworden, hiervan alsnog melding te doen aan Interpolis Schade N.V. in Tilburg. Voor genoemde periode is in de verzekeringsvoorwaarden voorzien in een schadelast. Mocht
12
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
deze schadelast niet worden aangewend, dan zal deze conform de winstdelingsregeling ten gunste komen van de premielast van de deelnemende werknemers. SOCIAAL HANDBOEK VOOR POELIERS EN WILDHANDELAREN Zoals in eerdere jaarverslagen al gemeld, heeft de Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren voor de poeliers een sociaal handboek opgesteld, waarin arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen. Met de bond is overleg gevoerd over de mogelijke samenwerking om te komen tot een gezamenlijke cao. Dit heeft als voordeel dat de arbeidsvoorwaarden voor de gehele pluimveeverwerkende sector identiek zijn. In een afzonderlijk hoofdstuk van de cao zou specifiek aandacht kunnen worden besteed aan detailhandelsactiviteiten. De gesprekken over een eventuele aanpassing van de werkingssfeer van de cao zijn gaande. De Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren beraadt zich intern over de activiteiten, welke kunnen worden beschouwd als detailhandelsactiviteiten. Daarna zal het overleg met het Georganiseerd Overleg worden vervolgd. Aan het einde van het verslagjaar is van de bond nog geen reactie ontvangen. PENSIOENOPBOUW VAKANTIEKRACHTEN EN ZATERDAGHULPEN In het Georganiseerd Overleg is in het voorgaande jaar gesproken over de pensioenopbouw van scholieren en vakantiekrachten. Conform het pensioenreglement dient voor genoemde groepen werknemers pensioenpremie te wor-
13
den afgedragen. Deze werknemers staan op de loonlijst met kleine pensioenbedragen tegen hoge administratiekosten. Aan het bestuur van de Stichting VLEP is in 2009 gevraagd welke ruimte er is binnen het pensioenreglement voor mogelijke vrijstelling/dispensatie. Een groot aantal medewerkers werkt sec in de zomermaanden of op zaterdagen, veelal niet langer dan een seizoen. Voor deze betrekkelijk korte periode worden dan pensioenrechten opgebouwd. De vraagstelling richt zich vooral op de groep tijdelijke krachten, die maximaal 8 uur per week werken of korter dan 6 maanden. Is bijvoorbeeld een wachttijd mogelijk of kan worden afgeweken door middel van een individuele afstandsverklaring c.q. kan vrijstelling van pensioenopbouw worden verleend? Kunnen bedoelde pensioenrechten worden afgekocht? Concreet gesteld: wat kost het aan belasting (administratie en jarenlange reservering) voor het pensioenfonds, wat kost het aan belasting voor de werkgever en wat is het uiteindelijke individuele recht van de werknemer. Uit een inventarisatie onder werkgevers is gebleken, dat de kosten van premie en administratie, veelal over een relatief korte periode, niet in verhouding tot de uiteindelijke pensioenrechten van betrokkenen staan. Aan het einde van het verslagjaar is de vraagstelling nog in beraad bij het bestuur van de Stichting VLEP en is nog geen uitsluitsel ontvangen. MEDEZEGGENSCHAP Cao-partijen spannen zich al geruime tijd in om de medezeggenschap in de pluimveeverwerken-
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
de industrie te verbeteren. Meer en beter overleg dicht bij de werkvloer is daarbij een belangrijk doel. In vervolg op de activiteiten rond medezeggenschap wordt op initiatief van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid een voorstel uitgewerkt voor een bijeenkomst van werkgevers en werknemers in de pluimveeverwerkende industrie. Doel van deze dag is om werkgevers en werknemers ervaringen rond medezeggenschap te laten delen, waarmee een ieder zijn voordeel kan doen. Het Georganiseerd Overleg ondersteunt dit initiatief. Door AWVN en FNV Bondgenoten zijn in 2010 interviews met bedrijven en OR-leden gehouden. De resultaten worden gepresenteerd in een uitgave, die bij een sectorale voorlichtingsbijeenkomst wordt uitgereikt. Naar verwachting zal deze bijeenkomst, bestemd voor werkgevers en werknemers, in het najaar van 2011 worden georganiseerd.
Mes- en machineveiligheid eerste thema’s De campagne voorziet in een reeks praktische middelen bedoeld om zelf te gebruiken. ‘Wees scherper dan je mes’ en ‘Wees slimmer dan de machine’ zijn de boodschappen die de aandacht vestigen op een veilige en prettige werkomgeving. In de communicatiemiddelen, zoals posters en broekzakboekjes per thema, zijn de belangrijkste tips ook in het Arabisch, Pools en Turks opgenomen.
ARBOCATALOGUS
Inhaakmogelijkheid voor bedrijven In De Pineta in Nunspeet werd op 5 oktober 2010 Directies, afdelingen P&O, leidinggevenden en de arbocatalogus gepresenteerd. Tijdens de preOR / personeelsvertegenwoordigingen zijn opgesentaties van Jan Verhoeven, Jan Timmer, Jaap roepen om gebruik te maken van de middelen Hooiveld en Martine Onderdijk, onder dagvoordie kosteloos aan te vragen zijn via de site www. zitterschap van Jos Ramekers, is vooral ingegaan arbocatalogus-pluimvee.nl. op het belang van de arbocatalogus en de verantwoordelijkheid voor veilig en gezond werken, In de arbocatalogus staat beschreven op welke die zowel bij de werkgever als bij de werknemer manier werkgevers kunnen voldoen aan overligt. Om de onderwerpen op de kaart te zetten heidsvoorschriften op het gebied van veilig en binnen de bedrijven is een communicatiecamgezond werken. Bedrijven die met een door de pagne gestart. Arbeidsinspectie goedgekeurde arbocatalogus werken, voldoen aan deze wettelijke eisen. De Arbeidsinspectie gebruikt de arbocatalogus als
14
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
referentiekader bij bedrijfsbezoeken. De catalogus is een weergave van de huidige kennis en ervaring van mes- en machineveiligheid. Ontwikkelingen staan echter niet stil. De catalogus wordt regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd. Het is een groeimodel; sociale partners bepalen met welke risico’s de sites in de toekomst worden uitgebreid.
De Arbocatalogus Pluimvee is een gezamenlijk initiatief van Sociale Zaken Pluimvee Industrie, NEPLUVI, FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en het Productschap voor Pluimvee en Eieren.
COMMUNICATIE ARBOCATALOGUS Voor de communicatie van de arbocatalogus is communicatiebureau “2 in beweging” uit Utrecht ingeschakeld. In samenwerking met de Werkgroep arbocatalogus is een strategie ontwikkeld om met diverse uitingen de aandacht met regelmaat te vestigen op de catalogus. Hiervoor worden onder meer posters, free cards en broekzakboekjes gebruikt. Ook bij de loonstrook van werknemers kan informatie worden meegegeven. Hierdoor wordt de doelgroep optimaal bereikt. Er wordt waar mogelijk gewerkt met beeldmateriaal (pictogrammen). Belangrijke elementen uit de tekst zullen in meerdere talen beschikbaar zijn. Informatie wordt gezonden aan directies, ondernemingsraden en veiligheidskundigen in de bedrijven. Verder zal via digitale nieuwsbrieven informatie worden uitgewisseld. Op 2 december 2010 is het volgende persbericht verschenen: Arbocatalogus zet sector op scherp Inhaakmogelijkheden voor campagne mes- en machineveiligheid goed opgepikt Scherper dan je mes. Slimmer dan de machine. De campagnemiddelen over mes- en machineveiligheid vinden gretig aftrek bij pluimveeslachterijen en -verwerkingsbedrijven. En dat niet alleen. Ook de online arbocatalogus wordt steeds vaker bezocht. ‘Een goed teken’, aldus Willem Dijkhuizen, Sociaal Secretaris van Productschappen PVE, ‘maar geen reden voor de
15
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
sector om achterover te leunen.’ Volgens de Arbeidsinspectie maakt de branche wel serieus werk van arbeidsomstandigheden, maar moet het nog veiliger. Bij controles zijn bij meer dan de helft van de bezochte bedrijven overtredingen geconstateerd. Het risico op letsel is vooral groot bij het werken met onveilige machines en vlijmscherpe messen. Dijkhuizen: ‘We blijven werkgevers en werknemers prikkelen om aandacht te besteden aan deze en nieuwe thema’s.’ Binnenkort kunnen alle directies, arbocoördinatoren en P&O-ers een kaartje op hun bureau verwachten met de vraag hoe scherp hun beleid is als het gaat om mes- en machineveiligheid. ‘Het is een oproep om mee te doen met de campagne. We wijzen op de bestelmogelijkheid van gratis campagnematerialen en stimuleren de onderwerpen bespreekbaar te maken op de werkvloer. Uiteindelijk doel is het voorkomen van snij- en steekwonden of ongevallen met machines. Want een veilige en prettige werkomgeving, daar wordt iedereen beter van.’ Lekker visueel Bij 2 Sisters Storteboom, vestiging Cuijk zijn de posters en zakboekjes een welkome aanvulling op eigen communicatiemiddelen. ‘In onze instructie-dvd besteden we – naast praktische zaken zoals werktijden en personeelsingangen – ook aandacht aan mes- en machineveiligheid. De broekzakboekjes en posters sluiten daar prima op aan. Ze zijn lekker visueel. We verspreiden ze in de kantine. Middenkader en leidinggevend personeel zijn tijdens werkoverleggen gevraagd medewerkers te wijzen op de materialen’, aldus personeelsfunctionaris Jessica Westenbrink.
Aandacht vasthouden Helma Koeman, Hoofd Personeelszaken van Vleesch du Bois, in Blokker heeft de posters en broekzakboekjes ook besteld via www.arbocatalogus-pluimvee.nl. ‘De posters hangen op diverse locaties in ons bedrijf.’ Timing is een belangrijk aandachtspunt bij de distributie van de broekzakboekjes. ‘We willen niet alles in één keer verspreiden, maar juist de aandacht vasthouden. Het uitzendbureau zorgt ervoor dat alle inleenkrachten de boekjes krijgen. Alle vaste medewerkers ontvangen ze bij hun salarisstrook. Komende maand die van mesveiligheid en een of twee maanden later die van machineveiligheid.’ Ook bij Pingo Poultry in Goor ontvangen alle medewerkers de broekzakboekjes bij hun eerstvolgende salarisstrook. De arbocatalogus biedt richtlijnen en goede praktijken voor mes- en machineveiligheid. Richtlijnen zijn voorschriften om risico's aan te pakken. De goede praktijken laten zien hoe (andere) bedrijven omgaan met arbo-risico's en de oplossingen die zij daarvoor hebben bedacht. Ontwikkelingen staan echter niet stil. De arbocatalogus wordt regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd. Het is een groeimodel; sociale partners bepalen met welke risico’s de site in de toekomst worden uitgebreid. Werkgroep arbocatalogus De totstandkoming van de Arbocatalogus is begeleid door de werkgroep Arbocatalogus Pluimveeindustrie. In de werkgroep zijn vertegenwoordigd:
16
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
- vakbonden met kaderleden van FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, kaderleden van Pingo Poultry Goor B.V. en Vleesch du Bois Dedemsvaart B.V. - werkgevers: Pingo Poultry Goor B.V., M. Ruig & Zonen B.V. en 2Sisters Storteboom B.V., Het Productschap Pluimvee en Eieren heeft als projectleiding opgetreden en tevens gefaciliteerd in de totstandkoming van de arbocatalogus. De werkgroep rapporteert aan het Georganiseerd Overleg.
LEVENSFASEBEWUST BELEID In 2010 werd er vanuit de Werkgroep kwaliteit van de arbeid naar werkgevers en werknemers een enquête verzonden over levensfasebewust beleid. De resultaten van deze enquêtes zijn besproken in de Werkgroep kwaliteit van de arbeid. Namens de werkgroep heeft de heer A. Visser uit Biddinghuizen de resultaten als volgt verwoord. Werkgevers Dat deel van de enquête, verstuurd aan werkgevers, moest wat meer duidelijkheid brengen over de dagelijkse betrokkenheid van werkgevers op het gebied van levensfasebewust beleid binnen de pluimveeverwerkende industrie. Welgeteld 22 bedrijven vulden de enquête in, waaronder 3 slachterijen, 16 verwerkende bedrijven en 3 bedrijven die hun werkzaamheden als ‘overig’ bestempelden, maar binnen de sector actief zijn. In 20 van de 22 bedrijven is levensfasebewust beleid geen onderwerp van gesprek.
17
Levensfasebewust beleid Van de 22 bedrijven geven 20 bedrijven aan dat het onderwerp levensfasebewust beleid niet binnen hun onderneming wordt besproken. Twee bedrijven geven aan dit wel te doen. Conclusie mag zijn dat het onderwerp levensfasebewust beleid voor werkgevers binnen de pluimveeverwerkende industrie nog een bijna onbesproken item is. Salaris Van de bijna 200 werknemers die reageerden geeft de helft aan meer salaris te willen ontvangen. Met name werknemers in de leeftijdsgroep 35-45 jaar geven dit aan. Verondersteld zou kunnen worden dat gezinsgrootte hierbij een rol speelt. Werkgevers is deze vraag ook gesteld. Slechts één werkgever wenst meer salaris te ontvangen, terwijl 15 werkgevers aangeven tevreden te zijn. Uit dit gegeven zouden een paar aardige conclusies getrokken kunnen worden. Laat ik het maar bij de simpelste en meest eenvoudige houden: werkgevers zijn tevreden mensen zolang het over hun eigen salaris gaat. Het betekent wel dat de salariswensen/salarisbehoefte van werknemers sterk verschilt van de beleving van die van de werkgevers. Zorgtaken Opmerkelijk is dat onder de noemer ‘Zorgtaken’ alle 22 bedrijven aangeven geen faciliteiten te kennen voor ouders met jonge kinderen. Dat gaat tegen maatschappelijke ontwikkelingen in. Verder is hier geen onderzoek naar gedaan, maar dit gegeven is echter
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
duidelijk. Bij werknemers wenst 10 % van de respondenten meer tijd voor zorgtaken. Afwijking cao-bepalingen Een andere opmerkelijke uitkomst is dat het overgrote deel van de responderende werkgevers de cao als ‘voldoende‘ ervaart met betrekking tot levensfasebewust beleid en dat terwijl in 20 van de 22 bedrijven er geen sprake is van enig overleg met betrekking tot levensfasebewust beleid. Slechts enkele werkgevers zouden meer ruimte binnen de cao willen om het beleid dat zij voorstaan meer inhoud te kunnen geven. Genoemd worden: meer vrije tijd voor zorgtaken, meer salaris toekennen, betere studiefaciliteiten, en een kortere werkweek voor jonge ouders. Al met al is het verschil tussen ‘voldoende’ en ‘meer ruimte‘ opvallend groot. Functioneringsgesprekken Binnen 18 bedrijven vinden functioneringsgesprekken plaats, bij 4 bedrijven niet. Op de vraag hoe gedacht wordt over de beleving van werknemers antwoorden de werkgevers opmerkelijk positief. Men vindt de wijze en de inhoud van het functioneringsgesprek uiterst positief. Dit in tegenstelling tot de werknemers, die een totaal andere beleving hebben. Heel bijzonder is, dat 5 bedrijven niets van het functioneringsgesprek op papier zetten, en onder het motto ‘nieuwe ronde, nieuwe prijzen’ er een jaarlijkse tombola van maken.
Onder de noemer ‘investeren in arbo-vriendelijke toepassingen ‘ geven vijf bedrijven aan daar geen energie in te steken. Gelukkig zijn er dan 17 bedrijven die dat wel doen. Maar ook hier blijft het antwoord heel opmerkelijk. Conclusies / aanbevelingen En nu? Op grond van de uitkomsten van de enquête Levensfasebewust beleid adviseer ik, via de Werkgroep kwaliteit van de arbeid, het Georganiseerd Overleg de volgende zaken nader uit te werken: * scholingstraject functioneringsgesprekken voor werkgevers. (organisatie informatiedag inzake dit item) * levensfasebeleid nader uitwerken, traject naar werkgevers opzetten. (organisatie informatiedag inzake dit item) * opzetten project “Meiden aan de macht” (hoe meer vrouwen een leidinggevende functie krijgen) Het Georganiseerd Overleg neemt de resultaten van deze enquête en de adviezen van de heer A. Visser mee in de cao-onderhandelingen in 2011.
OVERIGE PUNTEN Naast bovenstaande, meest belangrijke aandachtspunten is in de loop van het jaar nog een aantal zaken de revue gepasseerd. Dit betreft onder meer de jaarlijkse personeelsenquête, waarvan de resultaten zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van dit verslag en dispensatieverzoeken
18
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
dan wel vragen over de toepassing van de cao van individuele ondernemingen. SAMENSTELLING In het voorjaar van 2010 heeft de heer J. Hendriks binnen FNV Bondgenoten een ander takenpakket gekregen. In deze vacature is voorzien door de heer J.C.H.M. Verhoeven tot lid van het G.O. te benoemen. In het najaar van 2010 heeft de heer J.P. Visser zijn activiteiten voor het G.O. beëindigd. Als opvolger is door NEPLUVI mevrouw M.C.J. Onderdijk benoemd. Aan het einde van het verslagjaar is het Georganiseerd Overleg als volgt samengesteld: Voorzitter: drs. J.J. Ramekers Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs, K. Kraijenoord, M.C.J. Onderdijk, J. Timmer, mr. P.J.H.T. Verkuilen Dr. P.C. Vesseur Leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven Adviseur werkgeverszijde: ir. B.J. Odink
19
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
B. GESCHILLENCOMMISSIE
Algemeen In de cao zijn de taken en bevoegdheden van de Geschillencommissie beschreven en is de procedure voor de behandeling van geschillen vastgelegd.
verslagjaar niet bijeen geweest.
De commissie bestaat uit vier leden, waarvan twee van werkgeverszijde en twee van werknemerszijde en de commissie kan al dan niet uit haar midden een voorzitter benoemen. Aan werkgeverszijde zijn vier personen benoemd, die afhankelijk van de ontvangen zaken zullen bepalen wie aan de behandeling deelneemt. Dit om te voorkomen dat er een mogelijke betrokkenheid kan zijn tussen de te behandelen zaak en het betrokken lid.
Voorzitter: drs. J.J. Ramekers Secretaris: R. Kerkmeijer Leden werkgeverszijde: J. Heijs M.C.J. Onderdijk J. Timmer mr. P.J.H.T. Verkuilen Leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven
In het jaar 2010 hebben zich geen zaken aangediend. Daarom is de Geschillencommissie in het
Samenstelling Aan het einde van het verslagjaar is de Geschillencommissie als volgt samengesteld:
20
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
C. WERKGROEP KWALITEIT VAN DE ARBEID
In 2010 is in de Werkgroep kwaliteit van de arbeid gesproken over de medezeggenschap en de arbocatalogus pluimvee. Over beide onderwerpen heeft de werkgroep adviezen uitgebracht aan het Georganiseerd Overleg en onder hoofdstuk 1 van dit verslag is hierover al het nodige verwoord. NEN+ REGELING IN DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE De werkgroep heeft in het verslagjaar gewerkt aan de inhoud van de NEN+ regeling voor de pluimveeverwerkende industrie. Als onderdeel daarvan heeft de werkgroep in samenwerking met VRO Certification B.V. auditformulieren vastgesteld om een gelijkwaardige controle te kunnen toepassen op de NEN+ regeling door de Inspectie Instellingen. Om de regeling op korte termijn te kunnen invoeren, maar bestaande afspraken tussen bedrijven en uitzendorganisaties te respecteren is voorzien in een overgangsregeling. In het najaar van 2010 is de NEN+ regeling voor de pluimveeverwerkende industrie met de daarbij behorende controlesystematiek aangeboden aan het Georganiseerd Overleg. PROTOCOL RESPECTVOLLE BEJEGENING Een van de opdrachten van het Georganiseerd Overleg aan de Werkgroep kwaliteit van de arbeid vloeit voort uit de cao-afspraken. Er zal een protocol worden opgesteld teneinde te bereiken dat werknemers en leidinggevenden elkaar op een respectvolle manier bejegenen. Dit protocol zal in de cao worden opgenomen. De werkgroep is met deze opdracht hard aan de slag gegaan en hoopt in het voorjaar van
21
2011 een concept van het protocol aan het Georganiseerd Overleg te kunnen aanbieden. SAMENSTELLING In het verslagjaar heeft de samenstelling van de werkgroep wijzigingen ondergaan. In het voorjaar is de heer J. Hendriks opgevolgd door de heer J.C.H.M. Verhoeven en per medio 2010 is de heer Kraijenoord opgevolgd door de heer E. van Wensveen. De samenstelling van de Werkgroep kwaliteit van de arbeid is per ultimo 2010 als volgt: voorzitter: mr. P.J.H.T. Verkuilen secretaris: R. Kerkmeijer leden werkgeverszijde: H.M. Koeman S. Smit E. van Wensveen leden werknemerszijde: J.H. Kraan J.C.H.M. Verhoeven adviseur: J.W. Dijkhuizen
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
3. DE BEDRIJFSGENOTEN
Door het secretariaat wordt elk jaar, op verzoek van het Georganiseerd Overleg, een enquête gehouden naar het personeelsbestand. Dit om de ontwikkelingen binnen de doelgroep voor de te verrichten activiteiten in beeld te houden. De activiteiten zijn gericht op ondernemers en werknemers in de pluimveeslachterijen en pluimveeverwerkende bedrijven, die vallen onder de werkingssfeer van de CAO voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie.
Aan het einde van het verslagjaar kent de sector in de onderscheidenlijke categorieën 31 slachterijlocaties, waarin 1.843 personeelsleden werkzaam zijn en 128 pluimveeverwerkende bedrijven met 2.918 personeelsleden. Daarnaast zijn er 5 bedrijven bekend, die actief zijn in de uitzendbranche en onder de werkingssfeer vallen. Hierbij zijn in totaal 128 werknemers betrokken.
SLACHTERIJEN Het totaal aantal pluimveeslachterijen bedraagt per 31 december 2010: 25 (26 per ultimo 2009 en 28 per ultimo 2008). De overige 6 slachterijen zijn actief in het slachten van wild. Overzicht personeelsbestand in slachterijen (pluimvee, wild en konijn) 2007 tot en met 2011 Jaar Totaal
mannen mannen t/m 19 jr 20 jr en ouder
vrouwen t/m 19 jaar
vrouwen 20 jr en ouder
2007 1.942 2008 1.902 2009 1.962 2010 1.813 2011 1.834
26 29 36 22 20
10 12 14 10 9
465 470 479 440 429
1.441 1.391 1.433 1.341 1.376
22
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
Overzicht aantal personeelsleden per slachtlocatie (pluimvee) 2011 2010 geen personeel: 0 1 van 1 tot 5 personeelsleden: 4 3 van 5 tot 10 personeelsleden: 4 1 van 10 tot 20 personeelsleden: 5 3 van 20 tot 30 personeelsleden: 1 2 van 30 tot 40 personeelsleden: 2 1 van 40 tot 50 personeelsleden: 3 3 van 50 tot 60 personeelsleden: 1 1 van 60 tot 70 personeelsleden: 1 1 van 70 tot 80 personeelsleden: 2 2 van 80 tot 90 personeelsleden: 1 1 van 90 tot 100 personeelsleden: 0 0 van 100 tot 150 personeelsleden: 4 3 van 150 tot 200 personeelsleden: 2 3 200 personeelsleden en meer: 1 1 Nationaliteiten: Turkije Marokko Polen Vietnam Irak België overige landen Totaal Opleidingsniveau: niveau HBO niveau MBO niveau LBO/VBO/MAVO/HAVO
2011 98 31 11 6 8 8 33 195 2011 68 309 1.457
23
2009 0 4 1 2 3 2 3 1 2 1 0 1 4 3 1
2010 2009 90 98 27 31 8 37 6 8 7 7 8 10 35 34 181 225 2010 66 250 1.446
2009 78 274 1.557
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
PLUIMVEEVERWERKENDE BEDRIJVEN
In totaal zijn er per 31 december 2010 128 pluimveeverwerkende bedrijven (per ultimo 2009: 147 en per 2008: 171). Overzicht personeelsbestand in pluimveevleesverwerkende bedrijven 2006 t/m 2010 Jaar Totaal
mannen mannen t/m 19 jr 20 jr en ouder
vrouwen t/m 19 jaar
vrouwen 20 jr en ouder
2007 2.867 2008 2.998 2009 2.947 2010 3.025 2011 2.918
122 115 119 124 92
55 54 65 45 51
917 925 859 880 855
2011
2010 2009
1.773 1.904 1.904 1.976 1.920
Overzicht aantal personeelsleden per locatie geen personeel: van 1 tot 5 personeelsleden: van 5 tot 10 personeelsleden: van 10 tot 20 personeelsleden: van 20 tot 30 personeelsleden: van 30 tot 40 personeelsleden: van 40 tot 50 personeelsleden: van 50 tot 100 personeelsleden: 100 personeelsleden en meer:
10 36 29 22 12 2 5 7 5
24
16 35 36 27 13 1 4 10 5
29 46 35 26 15 2 3 11 4
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
Nationaliteiten
2011
2010
Turkije Marokko Polen Duitsland Ghana Servië en Montenegro Suriname Irak Vietnam overige landen Totaal
136 107 97 20 12 10 11 5 6 90 494
163 118 74 16 14 11 11 10 9 105 531
174 108 30 15 9 11 10 5 12 94 454
2011
2010
2009
254 269 2.095
225 518 2.280
242 571 2.134
Opleidingsniveau niveau HBO niveau MBO niveau LBO/VBO/MAVO/HAVO
25
2009
CAO VUT Pensioen Scholing Saplu
4 ADRESSEN
Sociale Zaken Pluimvee Industrie Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Correspondentieadres: Postbus 331, 3990 GC Houten Telefoon: 030 6355250 Website: www.szpluimvee.nl Contactpersoon: Ronald Kerkmeijer, secretaris
Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Telefoon: 030 6355252 Website: www.nepluvi.nl Contactpersoon: Peter Vesseur, algemeen secretaris
FNV Bondgenoten Adres: Gotlandstraat 2a, 7418 AZ Deventer Telefoon: 0900 9690 (lokaal tarief) Website: www.fnvbondgenoten.nl Contactpersoon: Jan Verhoeven, bestuurder
CNV Vakmensen Adres: Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Telefoon: 055 5264250 Website: www.cnvvakmensen.nl Contactpersoon: Jacqueline Kraan, bestuurder
26