DRAAIBOEK SCHOLING POWERPOINT 2010
IT ACADEMY
Meer informatie op www.technologie-‐onderwijs.nl
Dit draaiboek is ontwikkeld in het kader van het IT Academy project van Microsoft en de drie licentiepartners APS IT-‐ diensten, SLBdiensten en SURFmarket. Het is een hulpmiddel bij het voorbereiden van bijeenkomsten voor docenten door een MOS gecertificeerde ITA coördinator of docent, of een gecertificeerde ITA-‐trainer (zie: www.technologie-‐onderwijs.nl).
Inhoudsopgave Uitgangssituatie
4
Doelstelling bijeenkomsten
4
Opmerking over lesaanpak
4
Agenda globaal
5
Dagdeel 1
5
Dagdeel 2
6
Dagdeel 1 -‐ basisvaardigheden
7
Welkom, huishoudelijke mededelingen en programmaoverzicht.
7
Omgeving van PowerPoint
7
Ontwerpen, presenteren en navigeren
7
Een eenvoudige presentatie maken
8
Een presentatie voltooien en geven
9
Een nieuwe presentatie maken
10
Afronden, vragen beantwoorden, samenvatten
10
Huiswerk:
10
Dagdeel 2 – basisvaardigheden plus
11
Welkom, uitleg programma en materialen
11
Weergaves
11
Kop-‐ en voettekst
11
Tekst
11
Dia’s uitwisselen
12
Illustraties
12
Tabellen
13
Tekstvakken
13
Overgangen en animaties
13
Geluid en video
14
Diavoorstelling
14
Afronden, vragen beantwoorden, huiswerk, info examineren, samenvatten
14
Huiswerk
14
2
Eindtermen / exameneisen voor examen 77-‐883: PowerPoint 2010
15
1. Beheer van de omgeving van PowerPoint
15
2. Een diapresentatie maken
15
3. Werken met grafische en multimedia elementen
15
4. Creëren van grafieken en tabellen
16
5. Toepassing van overgangen en animaties
16
6. Voorbereiden van presentaties voor levering
17
7. Presentaties geven
17
3
Uitgangssituatie • De ITA-‐coördinator van een bestuur, school of locatie heeft de leerkrachten/docenten geïnformeerd over het belang van en de scholingsmogelijkheden met behulp van de materialen van Microsoft IT Academy. • De ITA-‐coördinator heeft de infrastructuur voor het gebruik van de materialen ingericht (Membersite, ITA LMS, bij voorkeur federatie via SURFfederatie/Kennisnetfederatie). • Er is voldoende belangstelling van docenten van 1 of meer scholen om cursusgroepen samen te stellen. • Er is een locatie beschikbaar met voldoende werkstations, een beamer en Office 2010. De technische toegang op de locatie is gecontroleerd. • Er is een MOS-‐gecertificeerde docent beschikbaar om de bijeenkomsten te verzorgen. Dit kan de ITA-‐coördinator zijn, een andere gecertificeerde docent of een gecertificeerde ITA-‐trainer via www.technologie-‐onderwijs.nl • De materialen die gebruikt worden tijdens de bijeenkomsten zijn vermenigvuldigd. • Er zijn toegangscodes op leerplannen aangemaakt in het ITA LMS voor de cursisten. • De cursisten weten, hoe zij toegang krijgen tot het e-‐learning materiaal (zie handleidingen www.technologie-‐onderwijs.nl). • Er zijn afspraken met een testcentrum, of de school/het bestuur heeft zelf een testcentrum ingericht. Er zijn examenvouchers beschikbaar voor de cursisten. De cursisten hebben via een proeftoets een goed beeld van het type examen waarop ze zich voorbereiden. De cursisten registreren zich bij www.certiport.com en maken een Live ID als er geen federatieve koppeling is.
Doelstelling bijeenkomsten De leerkrachten/docenten van de betrokken scholen/besturen hebben na twee bijeenkomsten en het voltooien van de opdrachten en het huiswerk voldoende kennis van PowerPoint 2010 om het certificaat MOS 2010 te kunnen behalen.
Opmerking over lesaanpak Als de cursisten met hun gezicht naar de beamer zitten, dan kun je cursisten direct mee laten doen. Zo niet, geef dan een deel van de demo en zet de cursisten met duidelijke opdrachten aan 't werk achter hun PC. In een apart bestand zijn 7 lesbrieven met in totaal 14 opdrachten voor het onderwijs beschikbaar, inclusief de benodigde bestanden, zoals teksten en afbeeldingen. Deze kunnen als vervanging gebruikt worden voor de opdrachten die zijn opgenomen in het e-‐learningmateriaal zelf. De trainer kan er voor kiezen (onderdelen van) de lesbrieven/opdrachten te gebruiken tijdens de bijeenkomst en de rest als huiswerk meegeven. Naast deze opdrachten met lesbrieven zijn nog 6 extra lessonplans beschikbaar met instructies voor een docent. Zie: www.technologie-‐onderwijs.nl
4
Agenda globaal
Dagdeel 1
09.00 – 09.20
Welkom, agenda, materialen en huishoudelijke mededelingen
09.20 – 09.40
Omgeving van PowerPoint
09.40 – 10.10
Ontwerpen, presenteren en navigeren
10.10 – 10.20
Pauze
10.20 – 11.00
Een eenvoudige presentatie maken
11.00 – 11.30
Een presentatie voltooien en geven
11.30 – 11.50
Een nieuwe presentatie maken
11.50 – 12.00
Vragen, evaluatie en huiswerk
5
Dagdeel 2
09.00 – 09.20
Welkom, uitleg programma en materialen
09.20 – 09.40
Weergaves
09.40 – 09.50
Kop-‐ en voettekst
09.50 – 10.10
Tekst
10.10 – 10.40
Dia’s uitwisselen
10.40 – 10.50
Pauze
10.50 – 11.10
Illustraties
11.10 – 11.15
Tabellen
11.15 – 11.20
Tekstvakken
11.20 – 11.45
Overgangen en animaties
11.45 – 12.05
Geluid en video
12.05 – 12.10
Diavoorstelling
12.10 – 12.30
Afronden, vragen beantwoorden, huiswerk, info examineren, samenvatten
6
Dagdeel 1 -‐ basisvaardigheden
Welkom, huishoudelijke mededelingen en programmaoverzicht. 09:00 – 09:20
Omgeving van PowerPoint 09:20 – 09.40 • Algemene introductie: de nieuwe User Interface. Uitleggen dat de werkbalken zijn vervangen door het Lint. -‐ Het Lint is opgebouwd uit Tabbladen. -‐ Een tabblad is opgebouwd uit Groepen. -‐ Een groep is opgebouwd uit Opdrachten. • Leg uit, dat hiermee de meest voorkomende handelingen kunnen worden verricht. Bij een aantal groepen kun je ook nog een dialoogvenster openen, zodat je meer detailinstellingen kunt doen. • Leg de werkbalk Snelle Toegang uit. Laat zien hoe je opdrachten kunt toevoegen en verwijderen. • Leg uit wat zich op het tabblad Bestand bevindt. -‐ Benoem kort de keuzes op het tabblad Bestand. -‐ Geef ook goed aandacht aan Recent. -‐ Leg uit dat je bestanden kunt pinnen.
Mogelijke opdracht:
Laat de cursisten PowerPoint starten en met je meedoen.
Materialen zelfstudie:
Laat de cursisten een aantal standaardopdrachten toevoegen (bijv. ook Sluiten). E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > De omgeving van PPT beheren.
Ontwerpen, presenteren en navigeren 09.40 – 10.10 • Een bestaande presentatie openen. -‐ Dat kan via Bestand, Snelle Toegang > Openen, Ctrl+O. -‐ Laat cursisten ook met sneltoetsen kennismaken (belangrijk i.v.m. voorkomen van RSI). • Door een presentatie-‐ontwerp navigeren. -‐ Leg uit dat er een ontwerp-‐modus en een presentatie-‐modus is en wat het verschil is. -‐ Knoppen volgende dia/vorige dia in scrollbar. • Beeldinstellingen wijzigen (verschillende weergaven). -‐ Demonstreer Normaal, Diasorteerder, Notitiepagina en Leesweergave. -‐ Laat zien dat je via het tabblad Beeld kunt switchen tussen de verschillende weergaven. -‐ Laat zien, dat dit met de muis kan, door op de pictogrammen rechtsonder in het PowerPoint venster te klikken. -‐ Laat ook inzoomen en uitzoomen zien in het tabblad Beeld. Geldt ook voor de dia-‐miniaturen en overzicht links in het venster (tot max 100%!). • Dia’s sorteren in de diasorteerder presentatieweergave.
7
Mogelijke opdracht:
Laat de cursisten met je meedoen.
Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > De omgeving van PPT beheren.
Pauze 10.10 – 10.20
Een eenvoudige presentatie maken 10.20 – 11.00 • Objecten selecteren en deselecteren. -‐ Een dia is opgebouwd uit objecten. Dat kan een afbeelding zijn of een tekstvak. Een tekstvak bestaat uit 2 delen, nl. een kader en een tekst. -‐ Laat zien dat er verschil is tussen het selecteren van tekst en het kader. -‐ Tijdelijke aanduiding van vakken, titels, subtitels, opsommingen en paragrafen. Lege tekstvakken worden niet weergegeven in presentatie. • Tekst toevoegen, aanpassen, opmaken, verplaatsen. -‐ Alle lessen die met tekst te maken hebben, in één keer behandelen. -‐ Check of de cursisten in de gaten hebben, dat het wijzigen van de tekstkleur eenvoudiger gaat, wanneer je het tekstkader hebt geselecteerd. Behandel ook de groep Lettertype op het tabblad Start. -‐ Laat zien je voor een tekstkader de regelafstand eenvoudig kunt wijzigen en dat de live-‐voorbeelden je helpen bij het maken van de juiste keuze. Groep Alinea. Laat ook Tekstrichting zien. Tekstvakken kun je ook verplaatsen en laat zien hoe je dat doet. -‐ Laat ook zien dat je tekst kunt centreren enz. • Een dia verwijderen. -‐ Dia's kun je verwijderen in het deelvenster Dia's/Overzicht door een miniatuur dia te deleten. Dit kan ook in de Diasorteerder. • Wijzigen van het Thema (Tabblad Ontwerpen). -‐ Laat zien dat je heel eenvoudig je presentie een nieuwe look kunt geven, door een ander thema te kiezen. -‐ Leg uit, dat het wijzigen van thema gevolgen kan hebben voor de layout van je dia en eigen objecten die je aan de dia hebt toegevoegd. -‐ Kleur van tekst, kaders, vormen zijn op elkaar afgestemd. Mogelijke opdrachten:
Laat de cursisten van een willekeurig tekstvak de tekst wijzigen. Laat de cursisten van een willekeurig tekstvak de hele tekst rood maken. Laat de cursisten 2 dia's verwijderen. Eén op de ene en één op de andere manier. Laat de cursisten een thema wijzigen en laat ze de verschillen benoemen.
Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > Een eenvoudige PowerPoint-‐ presentatie maken.
8
Een presentatie voltooien en geven 11.00 – 11.30 • Presentatie weergeven (Lint & sneltoetsen F5 en Shift F5). -‐ Laat zien, dat je op elk moment de presentatie kunt bekijken in de presentatie-‐modus. -‐ Laat zien dat je kunt starten via het Lint, maar ook met de sneltoets F5. -‐ Je kunt een presentatie ook starten vanaf de huidige dia. Sneltoets: Shift F5. • Navigeren door lopende presentatie (muisklik, enter, pijltjestoets enz). -‐ Laat zien hoe je naar de volgende dia gaat en hoe je de presentatie beëindigt. -‐ Wijs ook op linker benedenhoek van het presentatiescherm om te navigeren. -‐ Esc om te stoppen, Z voor zwart scherm, W voor wit scherm, pen en markeerstift, ga naar dia.., laatst weergegeven. • Dia’s verbergen. -‐ Leg uit waarom je dia's zou willen verbergen. -‐ Laat ook zien hoe je dat met je rechtermuisknop kunt doen of via het tabblad Diavoorstelling. • Notities invoeren en gebruiken. -‐ Leg uit wat sprekersnotities zijn en hoe je die invoert. • Een presentatie opslaan. -‐ Leg uit waarom je presentaties zou opslaan. -‐ .pptx. Eerst naam geven, dan opslaan. -‐ Verschil opslaan en opslaan als. -‐ */? in bestandsnaam mag niet. -‐ AutoHerstel en waar je het kunt instellen. • Een presentatie te bekijken in een voorbeeld, via afdrukvoorbeeld. -‐ Demonstreer het e.e.a. licht de printerinstellingen toe. • Dia’s, hand-‐outs en notities af te drukken. -‐ Aanpassen aan papierformaat. -‐ Vat nadat de cursisten de opdracht hebben gedaan, e.e.a. nog even samen, zodat je er zeker van bent dat iedereen de mogelijkheden kent. Mogelijke opdrachten:
Laat de cursisten hun presentatie opslaan en vraag na hoe ze dit hebben gedaan. Leg uit en laat zien dat er verschillende manieren zijn. Laat de cursisten kijken welke afdrukmogelijkheden er zijn en laat ze benoemen in welke situaties je welke mogelijkheid inzet.
Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > Een presentatie voltooien en geven.
9
Een nieuwe presentatie maken 11.30 – 11.50 • Een nieuwe lege presentatie starten. -‐ Laat zien, dat je een lege presentie kunt starten via het Tabblad Bestand, de werkbalk Snelle Toegang of met Ctrl+N. • Een nieuwe dia creëren. -‐ Leg uit, dat je nu een presentatie hebt, zonder enige opmaak, dus zonder thema. • De indeling van een dia aanpassen. -‐ Laat zien dat je kunt kiezen uit verschillende indelingen. -‐ Licht kort toe wat de verschillen zijn. -‐ Laat hier zien, dat je ook de indeling van een bestaande dia kunt aanpassen. Een nieuwe presentatie uit een thema starten. -‐ Laat nu zien, dat je ook kunt starten met het kiezen van een thema. -‐ Je kunt ook eigen thema’s maken. • De pagina-‐instelling wijzigen (staand/liggend). -‐ Leg uit dat een liggende dia standaard is, maar dat je die kunt wijzigen naar staand. -‐ Leg uit, dat de gewijzigde instelling voor heel je presentatie geldt. Het kan dus zijn, dat de wijziging consequenties heeft voor je bestaande presentatie. Het is dus slimmer om vooraf te bedenken of je de presentatie staand of liggend wilt hebben. Mogelijke opdrachten:
Laat de cursisten een nieuwe presentatie maken.
Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > Een eenvoudige PowerPoint-‐ presentatie maken.
Afronden, vragen beantwoorden, samenvatten 11.50 – 12.00
Huiswerk: • De bij ‘Materialen zelfstudie:’ genoemde e-‐learningonderdelen. • Opdrachten & Projecten lessen 1 en 2 en Opdracht les 3. In een apart bestand zijn 10 lesbrieven met in totaal 20 opdrachten voor het onderwijs beschikbaar, inclusief de benodigde bestanden, zoals teksten en afbeeldingen. Deze kunnen als vervanging gebruikt worden voor de opdrachten die zijn opgenomen in het e-‐learningmateriaal zelf. De trainer kan er voor kiezen (onderdelen van) de lesbrieven/opdrachten te gebruiken tijdens de bijeenkomst en de rest als huiswerk meegeven. Naast deze opdrachten met lesbrieven zijn nog 6 lessonplans beschikbaar met instructies voor een docent.
10
Dagdeel 2 – basisvaardigheden plus
Welkom, uitleg programma en materialen 09:00 – 09.20 Navragen huiswerk bijeenkomst 1.
Weergaves 09.20 – 09.40 • Open een bestaande presentatie. • Werken met het overzicht Dia's (Ontwerpmodus). -‐ Leg uit, dat je met de diaminiaturen zicht hebt op de lay-‐out van je dia. Je krijgt zo een goed beeld van hoe je presentatie eruit zal zien. • Werken met het overzicht Overzicht (Ontwerpmodus). -‐ Leg uit, dat je hier heel goed de structuur en de tekst van je dia's kunt overzien. -‐ Laat zien, dat je het overzicht kunt inkorten, door op een diaatje in de kantlijn te dubbelklikken. Hierdoor krijg je een beter beeld van je "hoofdstukken". -‐ Ingevoegde tekst is direct zichtbaar in de dia. Ook stijleigenschappen (=opmaak) kan worden aangepast. • De presentatie aanpassen door gebruik van Overzicht. -‐ Laat zien, dat je in Overzicht eenvoudig je teksten kunt wijzigen. -‐ Laat ook zien, dat je m.b.v. slepen een bullit naar een andere dia kunt verplaatsten. -‐ Ook kun je m.b.v. slepen van een bullit en de eventueel daaronder hangende bullits een nieuwe dia maken. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersvaardigh. > De omgeving van PPT.
Kop-‐ en voettekst 09.40 – 09.50 • Een koptekst en voettekst invoegen (tabblad Invoegen). -‐ Leg uit wat kop-‐ en voetteksten zijn. -‐ Leg uit dat ze op elke dia herhaald worden, maar dat je het voor de titeldia kunt uitschakelen. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een presentatie voltooien en geven.
E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Kop-‐ en voetteksten.
Tekst 09.50
– 10.10
• Tekst vinden en vervangen. -‐ Leg uit dat je door een presentatie tekst kunt zoeken en vervangen. -‐ Laat eerst zien hoe het zoeken in z'n werk gaat en welke mogelijkheden er zijn. -‐ Leg ook Auto-‐correctie, Spelling-‐ en grammatica-‐controle en Synoniemenlijst uit.
11
• Tekst vertalen. -‐ Leg uit dat je tekst online kunt vertalen. -‐ Leg uit wat Onderzoeken inhoudt. -‐ Korte zinnen worden vertaald vanuit het ingebouwde vertaal woordenboek. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een eenvoudige presentatie maken. E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een presentatie voltooien en geven. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Werken met tekstvakken.
Dia’s uitwisselen 10.10 – 10.40 • Dia’s uit andere presentaties invoegen. -‐ Leg uit, dat het tijd kan besparen als je dia's uit eerdere presentaties kunt gebruiken. -‐ Je doet dit door op het tabblad Start, te kiezen voor Nieuwe Dia en vervolgens Dia's opnieuw gebruiken… te kiezen. • Een presentatie aanpassen in Word (importeren/exporteren). -‐ Het is mogelijk om een overzicht in Word te maken en dit te importeren in je PowerPoint-‐presentatie. Je kunt deze mogelijkheid gebruiken omdat het opzetten van je dia-‐structuur in Word misschien eenvoudiger gaat.
Pauze 10.40 – 10.50
Illustraties 10.50 – 11.10 • Illustraties en afbeeldingen invoegen. -‐ Laat zien hoe je een illustratie invoegt via het tabblad Invoegen > Illustratie. -‐ Leg uit hoe je een illustratie op onderwerp kunt zoeken. -‐ Laat ook zien, dat je op office.com meer illustraties kunt vinden. -‐ Laat zien dat je op vergelijkbare wijze een afbeelding/foto kunt invoegen. • De grootte en positie van afbeeldingen en illustraties wijzigen. -‐ Laat zien, dat je een extra tabblad in het Lint krijgt met Hulpmiddelen voor afbeeldingen. -‐ Bespreek alle relevante mogelijkheden en laat ze zien. • WordArt invoegen en aanpassen. -‐ Laat zien hoe je WordArt invoegt en bewerkt. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Werken met afbeeldingen. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Een afbeelding wijzigen E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Werken met tekstvakken
12
Tabellen 11.10 – 11.15 • Tabellen invoegen en aanpassen. -‐ Laat zien hoe je een tabel invoegt. -‐ Wijs erop, dat je ook nu weer een extra tabblad krijgt, maar nu met Hulpmiddelen voor tabellen. -‐ Loop door beide extra tabs en laat wat mogelijkheden zien. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een eenvoudige PPT maken. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Een tabel tekenen en opmaken
Tekstvakken 11.15 – 11.20 • Tekstvakken invoegen en aanpassen. -‐ Laat zien hoe je een tekstvak invoegt. -‐ Wijs erop, dat je ook nu weer een extra tabblad krijgt, maar nu met Hulpmiddelen voor tekenen. -‐ Loop door de opties op de tab Opmaak en laat wat mogelijkheden zien. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een eenvoudige PPT maken. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Werken met tekstvakken
Overgangen en animaties 11.20 – 11.45 • Dia-‐overgangen instellen. -‐ Bespreek het principe van de dia-‐overgang en waarom je met overgang zou werken. -‐ Waarschuw voor het feit dat een presentatie niet te onrustig moet worden. -‐ Overgangen vind je op het tabblad Overgang. -‐ Laat zien dat je een overgang kunt instellen voor elke dia afzonderlijk, maar ook dat je een overgang kunt toepassen op alle dia's. • Dia’s animeren. -‐ Leg uit, dat een overgang ook een soort animatie is, maar van dia naar dia. -‐ Animaties die je hier bespreekt, spelen zich af binnen één dia. -‐ Laat zien hoe je een animatie instelt voor dia's met bullits, zodat de tekst regeltje voor regeltje verschijnt. -‐ Laat de cursisten ook zien, dat je door op het knopje "Meer" te klikken, meer animaties vindt. -‐ Leg ook uit, dat je op één object meerdere animaties kunt instellen. Zo kun je een regel eerst laten verschijnen, maar later ook weer laten verdwijnen. -‐ Laat de cursisten het Deelvenster Animatie openen. Demonstreer nu hoe je een tekstregel ook weer kunt laten verdwijnen. -‐ Laat ook zien hoe je animaties ook weer kunt verwijderen. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een eenvoudige PPT maken. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Een presentatie voltooien.
13
Geluid en video 11.45 – 12.05 • Geluiden invoegen. -‐ Demonstreer dat een geluid kan worden toegevoegd door de knop “Audio” op het “Invoegen” lint te gebruiken. -‐ Leg uit dat geluidsbestanden gebruikt kunnen worden van een CD, de Microsoft Illustratie bibliotheek of dat een geluid apart kan worden opgenomen. -‐ Doorloop de opties op het tabblad Hulpmiddelen voor audio. -‐ Behandel alle optie m.b.t. het afspelen van geluidsbestanden. • Video toevoegen aan dia. -‐ Demonstreer dat een videofragment kan worden toegevoegd door de knop “Video” op het “Invoegen” lint te gebruiken. -‐ Video maakt gebruik van hetzelfde tabblad Hulpmiddelen voor audio. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Werken met afbeeldingen. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Werken met video’s. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Een presentatie met multimedia maken.
Diavoorstelling 12.05 – 12.10 • Een presentatie opslaan als een diavoorstelling. Materialen zelfstudie:
E-‐learning 10591 > PPT 2010 beginnersv. > Een presentatie voltooien en geven. E-‐learning 70067 > PPT 2010 gevorderden > Een presentatie voltooien en geven.
Afronden, vragen beantwoorden, huiswerk, info examineren, samenvatten 12.10 – 12.30
Huiswerk • De bij ‘Materialen zelfstudie:’ genoemde e-‐learningonderdelen. Voor het examen is het doornemen van zowel heel 10592 als 70067 essentieel. • Project les 3 en Opdrachten & Projecten lessen 4 t/m 7. In een apart bestand zijn 10 lesbrieven met in totaal 20 opdrachten voor het onderwijs beschikbaar, inclusief de benodigde bestanden, zoals teksten en afbeeldingen. Deze kunnen als vervanging gebruikt worden voor de opdrachten die zijn opgenomen in het e-‐learningmateriaal zelf. De trainer kan er voor kiezen (onderdelen van) de lesbrieven/opdrachten te gebruiken tijdens de bijeenkomst en de rest als huiswerk meegeven. Naast deze opdrachten met lesbrieven zijn nog 6 lessonplans beschikbaar met instructies voor een docent.
14
Eindtermen / exameneisen voor examen 77-‐883: PowerPoint 2010
1.
Beheer van de omgeving van PowerPoint 1.1. Weergaven aanpassen. -‐ weergaven veranderen met behulp van lint of statusregel-‐opdrachten. 1.2. Omgaan met het PowerPoint-‐venster. -‐ werken met meerdere presentatievensters tegelijk. 1.3. De werkbalk Snelle toegang configureren. -‐ de werkbalk Snelle toegang onder het lint weergegeven. 1.4. PowerPoint-‐opties in het tabblad Bestand configureren. -‐ opties Algemeen, Controle en Opslaan.
2.
Een diapresentatie maken 2.1. Samenstellen en bewerken van fotoalbums. -‐ bijschriften toevoegen aan afbeeldingen, tekst invoegen, invoegen van zwart-‐wit afbeeldingen, de afbeeldingen in een album herschikken en beeldrotatie, helderheid en contrast aanpassen. 2.2. Instellingen voor het paginaformaat en de afdrukstand van dia toepassen. -‐ instellen van een aangepast formaat en de afdrukstand wijzigen. 2.3. Dia’s toevoegen en verwijderen. -‐ invoegen van een overzicht, opnieuw gebruiken van dia's uit een opgeslagen presentatie, dia's uit een diatheek hergebruiken, geselecteerde dia's dupliceren, verwijderen van meerdere dia's tegelijk en met inbegrip van niet-‐ opeenvolgende dia's in een presentatie. 2.4. Dia's opmaken. -‐ opmaak van secties, thema's wijzigen, overschakelen naar een andere dia-‐indeling, een opvulkleur, een kleurovergang, een afbeelding, een structuur of een patroon toepassen op een dia. Voetteksten voor dia instellen. 2.5. Invoeren en opmaken van tekst. -‐ teksteffecten toepassen. De inspringing, uitlijning, regelafstand en richting van de tekst veranderen. De opmaak van lijsten met opsommingstekens en genummerde lijsten wijzigen. Invoeren van tekst in het tekstvak. Converteren van tekst naar SmartArt. Kopiëren en plakken van tekst. Plakken speciaal en Opmaak kopiëren/plakken gebruiken. 2.6. Tekstvakken opmaken. -‐ toepassen van een opvulkleur, een verloop, een foto, een structuur of een patroon op een tekstvak. Omtrekkleur, gewicht of stijl aanpassen. Vorm van het tekstvak wijzigen. Effecten toepassen. Uitlijning. Kolommen in een tekstvak maken. Instellen van interne marges. Instellen van het huidige opmaak van een tekstvak als de standaardwaarde voor nieuwe tekstvakken. Tekstomloop, dimensionering en positionering van een tekstvak aanpassen en het gebruik van AutoAanpassen.
3.
Werken met grafische en multimedia elementen 3.1. Manipuleren van grafische elementen. -‐ schikken, positionering en formaat van grafische elementen, effecten toepassen, stijlen toe te passen, toepassen van randen en hyperlinks toevoegen.
15
3.2. Afbeeldingen bewerken. -‐ toepassen van kleuraanpassingen, correcties van de afbeelding (scherper maken, verzachten, helderheid, contrast), artistieke effecten toevoegen aan een afbeelding, een achtergrond verwijderen, bijsnijden van een afbeelding, geselecteerde afbeeldingen of alle afbeeldingen comprimeren, een afbeelding wijzigen en opnieuw instellen van een afbeelding. 3.3. WordArt en vormen aanpassen. -‐ instellen van de opmaak van de huidige vorm als de standaard voor toekomstige vormen, wijzigen van de opvulkleur of het -‐patroon, het WordArt-‐object aanpassen, converteren naar SmartArt. 3.4. Manipuleren SmartArt. -‐ toevoegen en verwijderen van vormen, SmartArt-‐stijlen, wijzigen van de SmartArt-‐indeling, vormen herschikken, converteren van een SmartArt-‐afbeelding naar tekst, converteren SmartArt naar vormen, vormen groter of kleiner maken, niveaus opsommingsteken verhogen en verlagen. 3.5. Het bewerken van video en audio-‐inhoud. -‐ toepassen van een stijl op video-‐ of audio-‐inhoud, aanpassen, arrangeren en formaat aanpassen van video of audio-‐inhoud en aanpassen van de weergave-‐opties.
4.
Creëren van grafieken en tabellen 4.1. Maken en wijzigen van tabellen. -‐ tekenen van een tabel, een Microsoft Excel-‐werkblad invoegen, instellen van opties voor tabelstijlen, arcering, randen en effecten toevoegen, de uitlijning wijzigen, formaat aanpassen, samenvoegen of splitsen van kolommen en rijen, verdeling van kolommen en rijen, kolommen en rijen schikken. 4.2. Invoegen en wijzigen van grafieken. -‐ selecteren een grafiektype, grafiekgegevens invoeren, het grafiektype wijzigen, indeling van de grafiek wijzigen, overschakelen van rij en kolom, gegevens selecteren, bewerken van gegevens. 4.3. Toepassing van grafiekelementen. -‐ grafieklabels, assen, rasterlijnen en achtergronden toepassen. 4.4. Manipuleren grafiekindeling. -‐Grafiekelementen selecteren en opmaak selecties 4.5. Manipuleren van grafiekelementen. -‐ schikken grafiekelementen, een exacte positie opgeven, effecten toepassen, grootte grafiekelementen aanpassen, snelle stijlen toepassen, een rand toepassen en hyperlinks toevoegen.
5.
Toepassing van overgangen en animaties 5.1. Ingebouwde en aangepaste animaties toepassen. -‐ gebruik van meer start-‐, nadruk-‐ en eindeffecten en het gebruik van meer animatiepaden. 5.2. Effect en pad opties toepassen. -‐ timing en startopties instellen. 5.3. Toepassen en overgangen tussen dia's wijzigen. -‐ een overgangseffect wijzigen, een geluid toevoegen aan een overgang, duur wijzigen en handmatig of automatisch getimede voortgangsopties. 5.4. Animaties manipuleren. -‐ veranderen van de richting van een animatie, een geluid toevoegen aan een animatie, animatie kopiëren/plakken, opnieuw ordenen animaties en tekstopties selecteren.
16
5.5. Samenwerken aan presentaties. 5.6. Het beheren van opmerkingen in presentaties. -‐ invoegen en bewerken van opmerkingen, weergeven of verbergen van commentaar, verplaatsen naar de vorige of volgende opmerking en opmerkingen verwijderen. 5.7. Taalprogramma's toepassen. -‐ gebruik van Spelling-‐ en synoniemenlijst, vergelijken en combineren van presentaties.
6.
Voorbereiden van presentaties voor levering 6.1. Presentaties opslaan. -‐ opslaan van de presentatie als een fotopresentatie, PDF, XPS, overzicht of OpenDocument presentatie, een dia's of objecten opslaan als een afbeeldingsbestand en het opslaan van een presentatie als een show (.ppsx). 6.2. Presentaties delen. -‐ inpakken van een presentatie voor CD, video maken, maken van hand-‐outs (verzenden naar Microsoft Word) en comprimeren van media. 6.3. Presentaties afdrukken. -‐ afdrukinstellingen aanpassen. 6.4. Presentaties beveiligen. -‐ instellen van een wachtwoord, het wijzigen van een wachtwoord en een presentatie als definitief te markeren.
7.
Presentaties geven 7.1. Toepassing presentatietools. -‐ aantekeningen met pen-‐ en markeerstift toevoegen, de inktkleur wijzigen, een aantekening wissen, verwijderen of behouden van aantekeningen bij afsluiten. 7.2. Diavoorstellingen instellen. -‐ opzetten van diavoorstelling, gesproken tekst afspelen, presentatorweergave instellen, tijdsinstellingen, mediaknoppen weergegeven, kioskmodus en een aangepaste diavoorstelling maken. 7.3. Presentatietiming instellen. -‐ repeteren en bewaren van tijdsinstellingen, tijdsduur van een dia aanpassen. 7.4. Presentaties opnemen. -‐ een diavoorstelling opnemen vanaf het begin en opnemen vanaf de huidige dia in de diavoorstelling.
17