PowerPoint 2010: rondleiding
(deel 2)
Afbeeldingen en multimedia Afbeeldingen Afbeeldingen toevoegen uit illustratie Men kan een afbeelding uit het taakvenster illustraties opnemen als men een dia-indeling heeft gekozen met een illustratiepictogram erop.
Klik op het pictogram illustratie Om op een willekeurige dia een illustratie toe te voegen klikt men op het tabblad invoegen in de groep afbeeldingen op de knop illustraties
Typ onder zoeken naar een trefwoord, selecteer het gewenste mediatype en klik op starten
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
1
Afbeeldingen invoegen uit bestand Als op de computer bestanden staan met afbeeldingen, dan kan men deze in een presentatie opnemen. Men kan dezelfde dia-indeling gebruiken als bij een illustratie.
Klik op de dia-indeling met een pictogram op afbeelding invoegen uit bestand Om op een willekeurige dia een afbeelding toe te voegen klikt men op het tabblad invoegen in de groep afbeeldingen op de knop afbeelding.
Het contextgevoelig tabblad hulpmiddelen voor afbeeldingen
-
Achtergrond verwijderen Correcties: verscherpen en verzachten, helderheid en contrast Kleur: kleurtoon, doorzichtige kleur Artistieke effecten: afbeelding lijkt op schets of tekening Afbeelding comprimeren: bestandsgrootte aanpassen Afbeelding wijzigen: afbeelding vervangen door een andere Beginwaarden van afbeelding: oorspronkelijke instellingen terugzetten
Afbeeldingstijlen
- Afbeeldingstijlen: direct kiezen uit voorgestelde stijlen - Afbeeldingrand en afbeeldingeffecten: zelf instellingen maken - Afbeeldingsindeling: afbeelding omzetten in een SmartArt
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
2
Grootte
- Hoogte, breedte: afmetingen aanpassen - Bijsnijden: delen van een afbeelding weghalen
Geluid Men kan een geluid invoegen uit een opgeslagen bestand. Men kan ook een geluid zoeken met een trefwoord uit de illustraties, een geluid kopiëren en plakken of een geluid zelf opnemen. Geluid toevoegen. Selecteer het tabblad invoegen en klik in de groep media op het naar beneden wijzend pijltje van de knop audio en maak een keuze.
Zodra een geluid is ingevoegd, ziet men een pictogram van een luidspreker en het contextgevoelige tabblad hulpmiddelen voor audio.
Geluid tijdens een diavoorstelling. Dit regelt men met de audio-opties (zie tabblad hierboven) Starten: hiermee bepaalt men wanneer het geluid gestart wordt. - Automatisch: geluid begint van zodra de dia verschijnt - Bij klikken: het geluid start als er op het pictogram geklikt wordt - Tijdens dia’s afspelen: het geluid loopt steeds door
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
3
Films en animatie Films of animaties toevoegen. Selecteer het tabblad invoegen en klik in de groep media op het naar beneden wijzend pijltje van de knop video en maak een keuze.
Zodra een video is ingevoegd ziet men een afbeelding die geselecteerd is en het tabblad hulpmiddelen voor video. Dit tabblad bevat twee sub tabs: - Afspelen: instellingen voor video - Opmaak: afbeelding van de video Afspelen
Opmaak
Onder de afbeelding van de video ziet men de afspeelbalk.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
4
Video bewerken - Begin of einde verwijderen: klik in de groep bewerken op de knop video knippen - Fade-in en fade-out maken: o Infaden: tijd waarna de video helemaal duidelijk moet zijn o Uitfaden: tijd wanneer de video mag vervagen Video tijdens een diavoorstelling Hiervoor gebruikt men de groep afspelen in het tabblad afspelen
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
5
Diavoorstellingen Om een diavoorstelling in te stellen gebruikt men de tabbladen: - Overgangen - Animaties - Diavoorstelling
Dia-overgangen De manier waarop de dia’s opeenvolgend in beeld komen, noemt de dia-overgang. Een dia-overgang stelt men in met het tabblad overgangen Dia-overgangen toekennen. Een dia-overgang kan men toekennen aan één dia, reeks geselecteerde dia’s of aan alle dia’s van de presentatie. Selecteer de dia en wijs op één van de knoppen in de groep overgang naar deze dia. Men ziet het resultaat onmiddellijk op het scherm. Dia’s waarin beweging zit, krijgen een sterretje in het overzicht. Men kan extra effecten voorzien met de knop effectopties. De groep tijdsinstellingen. Deze groep bevat volgende extra instellingen: - Geluid bij dia-overgang - Snelheid van dia-overgang - Automatische of handmatige dia-overgang - Het aantal seconden dat een dia wordt vertoond bij automatische overgang.
Animaties Met animaties stelt men de bewegingen in van de verschillende onderdelen (objecten) van de dia. De bewegingen regelt men met het tabblad animaties. Soorten animaties 1. Start: bepaalt hoe een object op de dia zal verschijnen 2. Nadruk: bepaalt hoe een object benadrukt wordt 3. Eind: bepaalt hoe een object verdwijnt 4. Animatiepaden: hiermee kan een object een bepaalde route volgen. Animatie instellen Selecteer het object Kies een animatie door te klikken op een knop in de groep animatie. Als een object meerdere animaties moet krijgen, gebruikt men de knop animatie toevoegen.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
6
Op de dia verschijnt een blokje met een cijfer om de animatievolgorde aan te geven. Met de knop voorbeeld kan men de gekozen animaties van de huidige dia bekijken. Voor de meeste animaties kan men het effect aanpassen. Klik hiervoor op de knop effectenopties. Start, duur en volgorde van animaties Taakvenster animatie Met de knop deelvenster animatie verschijnt aan de rechterkant een taakvenster. Hierin ziet men een samenvatting van de ingestelde animaties op een dia.
De groep tijdsinstellingen Deze groep bevat volgende extra instellingen: - Start o Bij klikken zal de animatie starten bij muisklik o Met vorige start de animatie gelijktijdig met de vorige animatie o Na vorige start de animatie na de vorige animatie. Hoeveel tijd na de vorige animatie stelt men in met vertraging - Duur: hoelang een animatie erover moet doen. - Eerder verplaatsen en later verplaatsen: volgorde van de animaties aanpassen Trigger instellen. Met de trigger kan men een effect laten beginnen als er op een ander object wordt geklikt.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
7
Diavoorstelling Als men geen diavoorstelling instelt, werkt PowerPoint met de standaardinstellingen. Diavoorstelling instellen. Klik op het tabblad diavoorstelling en kies in de groep instellen voor diavoorstelling instellen.
Tijdens de diavoorstelling. Tijdens de voorstelling kan men: - De voorstelling besturen - Laserpointer gebruiken - Pop-up werkbalk gebruiken - Snelmenu gebruiken - Tekenen
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
8
Fotoalbum Een fotoalbum is een bijzondere presentatie waarin mop een snelle manier een (grote) hoeveelheid foto’ kan opnemen. Men kan ze voorzien van bijschriften, animaties, achtergronden en alles wat verder mogelijk is in PowerPoint.
Fotoalbum maken Om met een fotoalbum te beginnen, gebruikt men de knop fotoalbum. Er wordt een nieuwe presentatie gemaakt met de standaardsjabloon. Selecteer het tabblad invoegen en klik in de groep afbeeldingen op de knop fotoalbum. Klik op en kies nieuw fotoalbum. Klik op de knop bestand/schijf om de foto’s en afbeeldingen te selecteren. Klik op invoegen Klik op maken
De tekst van de titel-dia kan men aanpassen.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
9
Fotoalbum bewerken. Alle hierna beschreven acties werken met de functie fotoalbum bewerken. Selecteer het tabblad invoegen en klik in de groep afbeeldingen op de knop fotoalbum. Klik op en kies fotoalbum bewerken.
Fotoalbum indelen
Klik in het dialoogvenster fotoalbum op indeling van afbeelding en maak een keuze. Kies bij vorm van frame voor één van de opties. Kies gebeurlijk een thema met de knop bladeren Klik op bijwerken
Foto’s toevoegen of verwijderen Toevoegen: gebruik hiervoor de knop bestand/schijf Verwijderen: klik in de lijst met foto’s op de foto die men wilt verwijderen en klik daarna op de knop verwijderen Om de acties af te sluiten klikt men op de knop bijwerken. Volgorde van de foto’s wijzigen. Gebruik hiervoor de knoppen Vergeet niet de actie af te sluiten door op bijwerken te klikken. Bijschriften bij foto’s. Schakel het selectievakje bijschriften onder alle afbeeldingen in. En klik op bijwerken. Het bijschrift komt onder de vorm van een tekstvak op de dia. Men kan zowel de inhoud als het tekstvak zelf bewerken met het contextgevoelige tabblad hulpmiddelen voor tekenen.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
10
Tekstvakken tussen de foto’s Gebruik hiervoor de knop nieuw tekstvak. Foto’s aanpassen
Linksom of rechtsom draaien Contrast verhogen of verlagen Helderheid verhogen of verlagen
Animaties voor diavoorstelling Als het fotoalbum volledig klaar is, kan men het verder afwerken als een normale presentatie. Opgelet: als men later het dialoogvenster fotoalbum bewerken weer oproept en men werkt het fotoalbum bij, dan gaan veel, buiten het fotoalbum gemaakte aanpassingen, verloren.
PowerPoint 2010: rondleiding (2)
OKRA computerclub: Patrick Verbeke
11