Deel 7: PowerPoint Presentaties gemakkelijker maken De mogelijkheden van PowerPoint als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen.
CNO Universiteit Antwerpen
1
Deel 7
Werken in PowerPoint gemakkelijker maken
Bij het maken van PowerPoint presentaties kunnen sommige handelingen veel tijd in beslag nemen. Daarom wordt hier in een aantal handige tips beschreven hoe het maken van een PowerPoint presentatie eenvoudiger kan. Verder worden een specifieke oefening: de “serieeroefening”, en een specifieke diavoorstelling: “het fotoalbum”, toegelicht.
1. Figuren uitlijnen en verdelen Om verschillende figuren op 1 lijn te krijgen of gelijk te verdelen op het scherm, kunt u gebruik maken van de werkbalk “Tekenen” in PowerPoint. Bijvoorbeeld: Stel dat er vier kubussen gelijkmatig verdeeld moeten worden over het scherm:
1. Selecteer de objecten die u wilt uitlijnen en/of verdelen. Houdt daarvoor de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u met de muis de verschillende objecten aanklikt. U kunt ook de muiscursor over de dia slepen zodat u een rechthoek vormt die de objecten omvat:
startpunt
Sleep diagonaal tot de rechthoek alle objecten omvat.
U ziet nu dat alle figuren geselecteerd zijn.
2
2. Klik op “Tekenen” in de gelijknamige werkbalk:
3. Kies “Uitlijnen of verdelen”:
4. U kunt nu de gewenste bewerking kiezen:
Drie manieren om objecten verticaal uit te lijnen.
Drie manieren om objecten horizontaal uit te lijnen (hierdoor komen ze op één lijn te staan). Objecten horizontaal of verticaal verdelen (hierdoor worden de figuren op gelijke afstand gespreid). Uitlijnen of verdelen ten opzichte van de dia of tussen de objecten onderling.
3
5. In het voorbeeld van de kubussen, krijgt men het volgende resultaat wanneer men eerst “Horizontaal uitlijnen” en vervolgens “Verdelen ten opzichte van de dia” aanklikt.
4
2. Dia’s kopiëren Omdat de verschillende dia’s in een presentatie vaak eenzelfde opbouw hebben, is het soms handig de basiselementen aan te brengen en vervolgens deze basisdia een aantal keer te kopiëren alvorens de specifieke elementen in te voegen. 1. Klik in de linkerkolom op de dia die u wenst te kopiëren.
2. Klik op “Invoegen” in de menubalk en kies “Dia dupliceren” of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+D. Dezelfde dia verschijnt onder het origineel. U kunt dit zo vaak herhalen als nodig. Indien u het duplicaat op een andere plaats in de diareeks wilt zetten, klikt u in de linkerkolom op het duplicaat en sleept u het naar de gewenste plaats in de reeks.
5
3. Verschillende weergaven Binnen PowerPoint kunt u afgewerkte dia’s op verschillende manieren bekijken. De weergave kan aangepast worden aan de hand van de kleine icoontjes linksonder. De verschillende mogelijkheden zijn de volgende: 1. Standaard werkt men in de Normale weergave, zoals u links onderaan kunt zien.
2. Daarnaast vindt u de Diasorteerder terug, waarin u alle dia’s genummerd naast elkaar ziet, in een verkleinde versie.
Bijvoorbeeld:
3. Als derde pictogram links onderaan vindt u Diavoorstelling van huidige dia, als u hierop klikt, start de voorstelling vanaf de geselecteerde dia. 6
Bijzondere oefening: Serieer-oefening In deze oefening bekijkt de gebruiker de dia’s niet in “Diavoorstelling”, maar in de “Diasorteerder”. 1. Maak een aantal dia’s aan die in een bepaalde volgorde horen te staan en plaats ze opzettelijk door elkaar. 2. Biedt de gebruiker de dia’s aan in de diasorteerder (het tweede icoon, naast de normale weergave) en vraag hem/haar om de dia’s met de muis in de correcte volgorde te slepen. Bijvoorbeeld: De opdracht voor de gebruiker in deze oefening bestaat erin de klokken van vroeg naar laat te zetten:
De gebruiker kan nu zelf de klokken in de juiste volgorde slepen.
7
4 Foto-album maken U kunt een heel aantal foto’s of afbeeldingen in één keer in een PowerPoint presentatie invoegen dankzij de optie “Foto-album”. 1. Ga naar “Invoegen” in de menubalk, selecteer “Afbeelding” en klik op de twee pijltjes onderaan het menu “Afbeelding” om de verschillende mogelijke opties te zien.
2. In de lijst ziet u de optie “Nieuw fotoalbum”. Klik hierop.
U krijgt het volgende menu op uw scherm:
8
3. Eerst gaat u de afbeeldingen invoegen. Klik hiervoor onder de titel “Afbeelding invoegen uit” op de knop “Bestand/schijf” als u de foto’s van de harde schijf van uw computer of van een CD-rom wilt halen. U krijgt dan het volgende scherm: 1. Klik hier om de mappen op uw computer te zien en selecteer een map met afbeeldingen. 2. Selecteer de gewenste afbeelding door erop te klikken. 3. Klik tenslotte op “invoegen”
4. Selecteer in dit menu een foto uit een map naar keuze. Dit verloopt analoog aan het invoegen van afbeeldingen uit bestand zoals beschreven in “Deel 1 PowerPoint basis, 2. Een figuur invoegen”. Wanneer u een foto heeft geselecteerd klikt u op “invoegen”.
9
5. U ziet nu rechts in het menu de door u geselecteerde afbeelding staan. U kunt er nu nog enkele dingen aan veranderen: u kunt de foto draaien, lichter of donkerder maken of het contrast tussen de kleuren versterken.
Met deze twee knoppen kunt u de afbeelding 90° draaien, naar links of naar rechts
Met deze twee knoppen kunt u het contrast tussen de kleuren in de afbeelding sterker of minder sterk maken.
10
Met deze twee knoppen kunt u de kleuren van de afbeelding lichter of donkerder maken 6. U kunt, indien u dat wenst, onder de foto een lege dia reserveren waar u achteraf tekst kunt inbrengen. Hiervoor klikt u op de knop “Nieuw tekstvak”.
Het tekstvak verschijnt nu als tweede dia in de lijst.
11
7. Wanneer de foto klaar is, klikt u weer op “Bestand/Schijf” om de volgende foto in te voegen. Voeg het gewenste aantal foto’s in. Wanneer alle foto’s ingevoegd zijn klikt u op “Maken”. Het foto-album wordt dan voor u in PowerPoint weergegeven.
Als u, vóór u het fotoalbum definitief invoegt, toch nog iets aan één van de voorgaande foto’s zou willen veranderen, selecteer dan de foto in het lijstje en breng de gewenste veranderingen aan.
Klik op “Maken” om dit menu af te sluiten en het foto-album in te voegen.
8. U kunt ook foto’s van uw Scanner of camera invoegen. Klik hiervoor onder de titel “Afbeelding invoegen uit” op de knop “Scanner/camera” en volg verder de instructies van uw scanner of camera.
5 Diamodel In “ Deel 7 PowerPoint gemakkelijk maken, 2. Dia’s kopiëren” toonden we hoe u eerst een basisdia kunt maken en deze kunt kopiëren alvorens er concrete dingen op te plaatsen. Diezelfde basiselementen kunt u ook in het diamodel plaatsen. Op die manier hoeft u ze slechts één keer in te stellen en niet meer te kopiëren. Een voorwaarde is echter dat de instellingen voor deze basiselementen op elke dia identiek zijn.
12
1. Ga naar “Beeld”, kies “Model”, en selecteer dan “Diamodel”:
2. Er verschijnt een standaardmodel van een dia op uw scherm:
13
3. Verwijder zowel de tekst als de tekst-vakken.
Selecteer eerst de tekst die u wenst te verwijderen en druk dan op de ‘delete’ toets.
Selecteer vervolgens de kader van het titelgebied en verwijder het met de ‘delete’ toets.
Selecteer ook de hoofdkader en verwijder het met de ‘delete’ toets.
Doe hetzelfde met deze kleine vakjes. 4. Plaats de gewenste basiselementen (afbeeldingen of tekst) op het diamodel. 5. Kies “Modelweergave sluiten”:
6. Indien u nu een nieuwe dia invoegt, zijn de basiselementen aanwezig. Bovendien worden ze toegepast op alle reeds aanwezige dia’s.
14