CABA 26-01-2010 Agendapunt: CABA
7
Sittard, 23 november 2009 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN Onderwerp: Vaststelling geactualiseerd Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
Het waterschap is als integraal waterbeheerder verantwoordelijk voor de zorg voor het watersysteem, hetgeen zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit omvat. Om de veiligheid in het functioneren van ons beheer te garanderen, vindt op de relevante aspecten monitoring plaats van verschillende waterkwantiteits- en waterkwaliteitsaspecten. Daarmee wordt gestreefd naar een vroegtijdige signalering van onheil, of dit nu wateroverlast uit verhoogde afvoeren of de aanvoer van verontreinigingen betreft. De risico’s inzake waterverontreiniging en veiligheid zijn beheersbaar gemaakt door de instelling van een calamiteitenorganisatie, die wordt geactiveerd wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven. De risico’s in het dagelijks beheer worden onder andere beheerst door middel van een 24/7 beschikbare waterwacht die alle meldingen inzake afwijkende situaties onmiddellijk in behandeling neemt. Het calamiteitenplan van het waterschap is het basisdocument waarin de structuur en werkwijze voor het optreden van de calamiteitenorganisatie is vastgelegd. Zowel bij de preparatie als bij repressie. Het huidige plan is in 2004 vastgesteld en deels verouderd en achterhaald. In verband hiermee is het gewenst zo spoedig mogelijk een geactualiseerd calamiteitenplan vast te stellen.
./.
./.
Op 27 juli 2009 hebben wij het geactualiseerde Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas in ontwerp vastgesteld. Het ontwerp-calamiteitenplan, dat u ter beoordeling hierbij aantreft, is vervolgens voor commentaar toegezonden aan de gemeenten, de veiligheidsregio's en de waterbeheerders. De reacties en de aanpassingen naar aanleiding daarvan, zijn verwoord in de eveneens hierbij gevoegde notitie 'Reacties en aanpassingen op het ontwerp-Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas'. De aanpassingen zijn al verwerkt in het ontwerpcalamiteitenplan. Kortheidshalve wordt verder volstaan met een verwijzing naar het bijgevoegde, aangepaste ontwerp-calamiteitenplan. Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen het bijgevoegde, geactualiseerde Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas vast te stellen. Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur, ing. J.M.G. In den Kleef
100055/VIN
de voorzitter, dr. J.J. Schrijen
BIJLAGE REACTIES EN AANPASSINGEN OP HET ONTWERP-CALAMITEITENPLAN WATERSCHAP ROER EN OVERMAAS Reactie Regiobureau brandweer Limburg-Noord Wij hebben natuurlijk vooral gekeken naar de noodzakelijke verbindingen tussen jullie en onze organisatie ten tijde van daadwerkelijke calamiteiten. Vanuit dat oogpunt kan naar onze mening in jullie plan duidelijker tot uitdrukking worden gebracht dat op alle niveaus behoefte is aan liaisons. Jullie plan wekt de indruk dat volstaan kan worden met een bestuurlijke liaison. Naar ons oordeel dient ook op het niveau van COPI en OT voorzien te worden in een liaison. Voor het overige hebben wij geen commentaar op het ontwerpplan. Aanpassing In paragraaf 4.3.1 wordt vermeld dat namens het Waterschap Roer en Overmaas een liaison deel neemt aan de vergaderingen van het RBT. In het relatieschema van paragraaf 4.3.3 wordt reeds nadrukkelijk schematisch weergegeven dat een liaison is vertegenwoordigd in het ROT. Dit behoeft geen extra toelichting. Bij de beschrijving van de liaison in paragraaf 4.3.3 wordt nogmaals benoemd dat de liaisons zijn vertegenwoordigd in de ROT’s en RBT’s. Reactie Brandweer Zuid-Limburg − Paragraaf 3.7.6. Calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Maas moet zijn Rampbestrijdingsplan Hoogwater Maas. − Paragraaf 4.3.4.1 CTPI moet zijn COPI (Commando Plaats Incident). − Paragraaf 4.3.4.3 zie schema: CTPI moet zijn COPI. − Paragraaf 6.2 CTPI moet zijn COPI. − Bijlage 5 Voorzitter ROT is de Operationeel leider. Aanpassing De wijzigingen zijn doorgevoerd, met uitzondering van de opmerking betreffende paragraaf 3.7.6. Calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Maas is correct. Reactie Kabinet van de Commissaris van de Koningin − Het plan zal waarschijnlijk eind dit jaar in werking treden. Om ervoor te zorgen dat het plan volgend jaar niet meteen geactualiseerd moet worden aan de hand van de Wet op de veiligheidsregio’s, lijkt het verstandig om de oude en de nieuwe situatie te beschrijven in 3.4.2. Het eerste gedeelte van de paragraaf kan bijvoorbeeld ingaan op hoe het nu geregeld is en het tweede gedeelte op de procedures vanaf 1 januari 2010. − In het plan wordt niet omschreven hoe, wanneer en door wie gewijzigde omstandigheden in het plan verwerkt worden. Voor de kwaliteitsborging lijkt dit belangrijk om op te nemen. −
Het calamiteitenplan is voor commentaar aan het Kabinet van de Commissaris van de Koningin toegezonden. Het ontwerpplan hoeft niet getoetst te worden door de provincie. Daarnaast komt de toetsing van het definitieve vastgestelde calamiteitenplan door de provincie te vervallen door de Wet op de veiligheidsregio’s welke naar verwachting in januari 2010 in werking zal treden. Toch heeft de provincie aan de hand van hun toetsingskader een aantal inhoudelijke opmerkingen gemaakt.
091325/VIN
1/2
Deze opmerkingen zijn reeds verwerkt in de desbetreffende calamiteitenbestrijdingsplannen of in het beleidsplan opleiden en oefenen van de calamiteitenorganisatie en de daarbij horende jaarplannen. Aanpassing − Gezien het feit dat de Waterwet in werking zal zijn getreden ten tijde van de definitieve vaststelling van het calamiteitenplan in 2010, zijn de wetten die onder de Waterwet gaan vallen verwijderd en is de Waterwet toegevoegd. In het hele plan is de genoemde Waterstaatswet 1900 gewijzigd in de Waterwet. In paragraaf 3.4.2 is een onderscheid gemaakt in de Waterwet en de Wet op de veiligheidsregio’s. − Hoofdstuk 2 Leeswijzer: hierin is een alinea opgenomen over het beheer van het calamiteitenplan.
091325/VIN
2/2
AANGEPAST ONTWERP
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas VERSIE 1.2 / 11 NOVEMBER 2009
AANGEPAST ONTWERP
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas VERSIE 1.2 / 11 NOVEMBER 2009
Inhoudsopgave Bijlagen......................................................................................................................................... 4 1 Inleiding.............................................................................................................................. 5 2 Leeswijzer .......................................................................................................................... 6 3 Waterschap Roer en Overmaas en calamiteiten............................................................ 7 3.1 Calamiteiten .............................................................................................................. 7 3.2 Taken en beheersgebied van het waterschap.......................................................... 7 3.3 Taken van derden ..................................................................................................... 7 3.4 Bevoegdheden van Waterschap Roer en Overmaas en andere overheden tijdens calamiteiten............................................................................................................... 8 3.4.1 Bevoegdheden binnen de waterstaatkundige keten ...................................... 8 3.4.2 Bevoegdheden binnen de algemene keten.................................................... 9 3.4.3 Coördinatie bij overschrijding van gemeentegrenzen .................................. 10 3.5 Verplichtingen op het gebied van calamiteitenzorg ................................................ 11 3.6 Uitgangspunten voor het handelen van Waterschap Roer en Overmaas tijdens calamiteiten............................................................................................................. 11 3.6.1 Flexibiliteit boven starheid ............................................................................ 12 3.6.2 Voortbouwen op de dagelijkse praktijk......................................................... 12 3.6.3 Voorlichting ................................................................................................... 12 3.6.4 Procesbewaking ........................................................................................... 12 3.6.5 Scheiding van taken en verantwoordelijkheden ........................................... 12 3.6.6 Netwerkmanagement ................................................................................... 13 3.6.7 Informatiemanagement................................................................................. 13 3.7 Overzicht calamiteiten............................................................................................. 13 3.7.1 Risico ten aanzien van de uitvoering van taken ........................................... 13 3.7.2 Waterkeringbeheer ....................................................................................... 13 3.7.3 Watersysteembeheer ................................................................................... 14 3.7.4 Waterkwaliteit ............................................................................................... 15 3.7.5 Risicovolle situaties ...................................................................................... 16 3.7.6 Risico’s waarvoor een calamiteitenbestrijdingsplan wordt opgesteld .......... 16 4 De calamiteitenorganisatie............................................................................................. 17 4.1 Algemeen................................................................................................................ 17 4.2 Basis voor de inrichting van de calamiteitenorganisatie......................................... 17 4.3 Opbouw van de calamiteitenorganisatie................................................................. 17 4.3.1 Beleidsteam .................................................................................................. 18 4.3.2 Operationeel Team ....................................................................................... 19 4.3.3 Ondersteuning operationeel team ................................................................ 20 4.3.4 Actiecentra.................................................................................................... 22 4.3.4.1 Actiecentra Regio Noord en Zuid .................................................. 23 4.3.4.2 Actiecentrum WBL ........................................................................ 24 4.3.4.3 Actiecentrum Kadewacht .............................................................. 25 4.4 Personele invulling van de calamiteitenorganisatie................................................ 27 4.4.1 Totstandkoming ............................................................................................ 27 4.4.2 Uitgangspunt................................................................................................. 27 4.4.3 Inzet van medewerkers buiten hun dagelijkse werkzaamheden.................. 27 4.4.4 Overzicht beschikbare medewerkers ........................................................... 27 4.4.5 Invulling van de calamiteitenorganisatie bij een daadwerkelijke calamiteit.. 27
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
3
5
6
7
Fasering van de calamiteitenbestrijding ...................................................................... 29 5.1 Algemeen................................................................................................................ 29 5.2 Melding en alarmering ............................................................................................ 29 5.2.1 Coördinatiefase 0: het dagelijkse werk......................................................... 30 5.2.2 Coördinatiefase 1: bestrijding van een (dreigende) calamiteit ..................... 31 5.2.3 Coördinatiefase 2: bestrijding van een (dreigende) calamiteit met bestuurlijke impact ........................................................................................................... 31 5.3 Terugschaling, nazorg en evaluatie........................................................................ 32 Netwerkmanagement ...................................................................................................... 33 6.1 Algemeen................................................................................................................ 33 6.2 Wijze van afstemming binnen het netwerk ............................................................. 34 6.3 Netwerkpartners...................................................................................................... 36 Calamiteiten zorgsysteem.............................................................................................. 37 7.1 Algemeen................................................................................................................ 37 7.2 Doel van het Calamiteiten ZorgSysteem (CZS) ..................................................... 37 7.3 Werkgroep calamiteitenzorg ................................................................................... 37 7.4 Activiteiten calamiteitenzorgsysteem...................................................................... 38 7.5 Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Roer en Overmaas ............................... 39
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen ................................................................................................................. 43 Bijlage 2: Overzichtskaart beheersgebied Waterschap Roer en Overmaas .............................. 45 Bijlage 3: Melding en alarmering ................................................................................................ 47 Bijlage 4: Opstartschema calamiteitenorganisatie ..................................................................... 53 Bijlage 5: GRIP-procedure ......................................................................................................... 55 Bijlage 6: Verzendlijst ................................................................................................................. 57
4
090839
1
Inleiding
De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu (artikel 21 van de Grondwet). Wezenlijk onderdeel van die zorg is de voorbereiding op en de bestrijding van calamiteiten. Alle activiteiten die worden ontplooid in het kader van een goede voorbereiding op en efficiënte bestrijding van calamiteiten worden bij het Waterschap Roer en Overmaas (WRO) samengebracht in een calamiteitenzorgsysteem. De bundeling van de diverse activiteiten in één systeem zorgt ervoor dat de samenhang van de activiteiten wordt gewaarborgd en gecoördineerd. Het calamiteitenplan is het basisdocument van het calamiteitenzorgsysteem van WRO en biedt een kader voor het optreden bij calamiteiten en incidenten. Het belangrijkste doel van het calamiteitenplan is daarbij: structuur bieden voor het optreden van de calamiteitenorganisatie van WRO tijdens zowel de bestrijding van calamiteiten als de voorbereiding op calamiteiten.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
5
2
Leeswijzer
In hoofdstuk 3 wordt beschreven wat een calamiteit inhoudt voor Waterschap Roer en Overmaas. Daarbij wordt aangegeven wat de taak van het waterschap is bij de bestrijding van calamiteiten. Ook de wettelijke basis van de bevoegdheden van Waterschap Roer en Overmaas en van andere bij calamiteiten betrokken organisaties, staat kort beschreven. In het vervolg van hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten voor crisismanagement beschreven. Deze uitgangspunten vormen de basis voor de inrichting van de calamiteitenorganisatie van Waterschap Roer en Overmaas. Daarnaast geven ze aan dat binnen een organisatie sprake moet zijn van integrale calamiteitenzorg, zodat de continuïteit van de calamiteitenorganisatie gewaarborgd blijft. In hoofdstuk 4 wordt de structuur van de calamiteitenorganisatie beschreven. Deze structuur is gebaseerd op bovenbedoelde uitgangspunten. De verschillende onderdelen van deze organisatie worden kort belicht, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de taken en verantwoordelijkheden binnen de onderdelen, en de afbakening en samenwerking tussen de verschillende onderdelen. Aan het slot van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de personele bezetting van de calamiteitenorganisatie. Tijdens calamiteuze situaties moet de calamiteitenorganisatie vanuit de dagelijkse situatie in korte tijd worden opgebouwd. Dit heet opschaling. Het doel van deze opschaling is om snel aan alle betrokkenen inzichtelijk te kunnen maken op welk hiërarchisch niveau de coördinatie van het optreden van Waterschap Roer en Overmaas plaatsvindt. De opschaling verloopt in verschillende stappen: coördinatiefasen. In hoofdstuk 5 worden deze coördinatiefasen uitgewerkt. Een van de uitgangspunten van crisismanagement is de noodzaak van netwerkmanagement, dat is de samenwerking tussen de diverse bij calamiteiten betrokken organisaties. Een korte beschrijving van het netwerk van Waterschap Roer en Overmaas en van de samenwerking binnen het netwerk staat in hoofdstuk 6. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7 het calamiteitenzorgsysteem beschreven. Het calamiteitenzorgsysteem is het overkoepelde systeem binnen Waterschap Roer en Overmaas dat zorgt voor de continuïteit van de calamiteitenorganisatie en dient als basis voor een optimale voorbereiding op calamiteiten.
Beheer calamiteitenplan Het calamiteitenplan wordt tenminste één maal per jaar gecontroleerd en indien nodig gemuteerd. Wanneer het wijzigingen in de (calamiteiten)organisatiestructuur betreft, is een bestuursbesluit vereist en wordt het calamiteitenplan opnieuw vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. Wijziginggevoelige gegevens worden opgenomen in de bijlagen en mogen zonder goedkeuring van het algemeen bestuur worden gewijzigd. Het beheer van het calamiteitenplan alsmede het beheer van de calamiteitenbestrijdingsplannen wordt gemandateerd aan de medewerker calamiteitenbestrijding.
6
090839
3
Waterschap Roer en Overmaas en calamiteiten
3.1
Calamiteiten
Calamiteiten worden binnen Waterschap Roer en Overmaas gedefinieerd als: 'Gebeurtenissen, al dan niet plotseling optredend, met zodanig (kans op) ernstige gevolgen voor waterkering, waterbeheersing en/of waterkwaliteit dat het noodzakelijk kan zijn af te wijken van het bestuurlijk vastgestelde beleid en/of gangbare procedures, of beslissingen te nemen waarin het vastgestelde beleid niet voorziet'. Deze gebeurtenissen hebben veelal, één of meer van, de volgende kenmerken: • (grote) maatschappelijke consequenties of dreiging daarvan; • (grote) belangstelling van de media; • (goede) samenwerking met andere overheden en instellingen is een voorwaarde voor een effectieve bestrijding van de calamiteit; • vaak (hoge) kosten waarin de begroting niet of slechts in beperkte mate voorziet (en die niet of nauwelijks verzekerbaar of verhaalbaar zijn); • (grote) economische gevolgen ook voor andere instanties.
3.2
Taken en beheersgebied van het waterschap
De taak van het waterschap is de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen. De taak omvat: - de zorg voor het watersysteem en; - de zorg voor het zuiveren van afvalwater. De zorg voor het watersysteem omvat de zorg voor de waterkering en de zorg voor de waterhuishouding, waaronder ook de zorg voor de waterkwaliteit. Onder de zorg voor de waterhuishouding moet ook het regelen van de grondwaterstanden via het peilbeheer van het oppervlaktewater worden gerekend. Het gebied waarbinnen Waterschap Roer en Overmaas zijn taken uitoefent, bevindt zich ten zuiden van Roermond en ten oosten van de Maas tot aan de landsgrens bij Maastricht en Vaals. In dit gebied, dat 95.000 hectares omvat, zijn 23 gemeenten gelegen met 750.000 inwoners. In bijlage 2 is een overzichtskaart opgenomen.
3.3
Taken van derden
Behalve Waterschap Roer en Overmaas zijn er nog andere overheden, die aan de onder 3.2 genoemde taakvelden gelieerde bevoegdheden hebben. Het betreft hier met name bevoegdheden met betrekking tot de inzameling van afvalwater, het grondwaterbeheer, het (nautisch) beheer van enkele havens en vaarwegen. Het Rijk in de persoon van de Minister van Verkeer en Waterstaat is politiek eindverantwoordelijk voor een goede waterstaatszorg en Rijkswaterstaat is beheerder van de Maas. De provincie is verantwoordelijk voor de waterstaatkundige organisatie op regionaal niveau. In het kader van grondwater ligt het strategisch beleid bij de provincie. In de provinciale waterverordening geeft de provincie instructiebepalingen aan het waterschap. Gemeenten verzorgen de inzameling en (deels) het transport van afvalwater en hebben een zorgplicht voor overtollig hemel- en grondwater in bebouwd gebied.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
7
3.4
Bevoegdheden van Waterschap Roer en Overmaas en andere overheden tijdens calamiteiten
De taken en bevoegdheden van Waterschap Roer en Overmaas beogen de bescherming van specifieke waterstaatkundige belangen en kunnen daarmee van betekenis zijn voor de algemene veiligheid van de bevolking. Deze zorgplicht brengt met zich dat in de ‘normale’ situatie het bestuur, in het belang van die veiligheid, de nodige maatregelen treft en coördineert met de gemeenten in het beheersgebied. Daarnaast kent de Waterschapswet (art. 96) de voorzitter van Waterschap Roer en Overmaas bijzondere bevoegdheden toe bij dringend of dreigend gevaar. In dat geval ligt de eventueel benodigde afstemming primair bij de voorzitter maar is er een raakvlak met de bevoegdheden van de burgemeester. De situatie kan zich immers voordoen dat de burgemeester eenzelfde gebeurtenis zal moeten aanmerken als een (dreigende) ramp en derhalve zijn daarop gerichte bevoegdheden moet inzetten. In dat geval strekt zijn opperbevel zich ook uit ten aanzien van de maatregelen van Waterschap Roer en Overmaas. 3.4.1 Bevoegdheden binnen de waterstaatkundige keten De belangrijkste relevante wetgeving voor (bevoegdheden van) waterschappen en andere betrokken instanties ten aanzien van de bestrijding van (waterstaatkundige) calamiteiten en ongevallen is te vinden in: • de Waterschapswet (artikel 96); • de Waterwet; • de Onteigeningswet (de artikelen 65 en 73); • de Wet bodembescherming (artikel 30); • de Wet milieubeheer.
8
090839
3.4.2
Bevoegdheden binnen de algemene keten
Waterwet Het is denkbaar dat in een calamiteiten situatie sprake is van zowel een situatie van gevaar in de zin van de Waterwet als een ramp of zwaar ongeval in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO). In een dergelijke situatie kan sprake zijn van samenloop van bevoegdheden van de burgemeester (openbare orde en veiligheid) en van de beheerder van waterstaatswerk. Ingevolge artikel 11 van de Wet rampen en zware ongevallen berust het opperbevel in een dergelijke situatie bij de burgemeester en uit dien hoofde is het zijn taak al die activiteiten te coördineren die in zo'n situatie tot doel hebben de veiligheid van de bevolking te verzekeren. Degenen die aan de bestrijding van de ramp deelnemen (dus ook niet-gemeentelijke diensten en bestuursorganen, waaronder Waterschap Roer en Overmaas) staan dan onder bevel van de burgemeester. De burgemeester bepaalt het beleid van de rampenbestrijding zo mogelijk in overleg met de betrokken diensten en overheden. Hij houdt daarbij rekening met de wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van anderen. In het uiterste geval kan hij echter bindende aanwijzingen geven. Waterschap Roer en Overmaas moet de inzet van eigen bevoegdheden in een dergelijk geval dus afstemmen met de burgemeester. Als de burgemeester een aanwijzing geeft, is Waterschap Roer en Overmaas verplicht de eigen bevoegdheden conform die aanwijzing te hanteren. De burgemeester kan echter niet in de plaats treden van het bestuur van Waterschap Roer en Overmaas. De functionele keten staat op een dergelijk moment ten dienste van de algemene keten. Daarnaast is het denkbaar dat er sprake zal zijn van een situatie van gevaar in de zin van de Waterwet, die (nog) niet is te kwalificeren als een ramp (of ernstige vrees daarvoor) in de zin van de WRZO. Dan beschikt Waterschap Roer en Overmaas over de eigenstandige bevoegdheden en zijn de bevoegdheden van de instanties in de algemene keten, en dan in het bijzonder de bevoegdheid van de burgemeester, (nog) niet aan de orde. Wet op de Veiligiheidsregio’s Naar verwachting zal op 1 januari 2010 de Wet op de Veiligheidsregio’s in werking treden. Deze wet regelt de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en rampenbestrijding, zoals die thans worden geregeld op grond van drie afzonderlijke wetten. Doel van de wet is om structurele samenwerking tussen hulporganisaties en gemeentes op regionaal niveau tot stand te brengen. Onderdeel van de regeling is de vorming van 25 veiligheidsregio’s in Nederland. Een veiligheidsregio is een openbaar lichaam gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen dat het hart gaat vormen van het veiligheidsbestuur op regionaal niveau. Het bestuur van de veiligheidsregio wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten (met één van die burgemeesters als voorzitter van het bestuur). De voorzitter van het waterschap wordt uitgenodigd deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur. Een van de verantwoordelijkheden van het bestuur van de veiligheidsregio wordt de vaststelling van een ‘regionaal crisisplan’ waarin organisatie, verantwoordelijkenheden, taken en bevoegdheden in de crisisbeheersing en rampenbestrijding worden beschreven. Dit regionaal crisisplan wordt verplicht afgestemd met de calamiteitenplannen van de waterbeheerders.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
9
De relaties tussen de functionele en algemene keten kunnen als volgt in beeld worden gebracht:
FUNCTIONELE KETEN
ALGEMENE KETEN
Minister van V en W
Minister van BZK
Gedeputeerde Staten
Commissaris van de Koningin
Voorzitter waterschap
Burgemeester
aanwijzing bevellijn
3.4.3 Coördinatie bij overschrijding van gemeentegrenzen Bij een ramp van meer dan plaatselijke betekenis, kan de Commissaris van de Koningin aanwijzingen geven aan de betrokken burgemeesters over het door hen te voeren beleid. De aanwijzingen kunnen ook betrekking hebben op de wijze waarop burgemeesters bij de uitoefening van hun opperbevelbevoegdheid rekening moeten houden met de inzichten van andere organen die hun bevoegdheden uitoefenen in het kader van andere wettelijke regelingen, zoals waterschappen. De gemeenten in het beheersgebied van Waterschap Roer en Overmaas hebben zelf in coördinatie van gemeentegrens overschrijdende rampen voorzien door een ‘coördinerend burgemeester’ te benoemen die in dat geval de leiding heeft over een regionaal beleidsteam (RBT). De coördinerend burgemeester coördineert en adviseert, maar neemt in geen geval de bevoegdheden van de individuele burgemeester(s) over.
10
090839
De Commissaris van de Koningin heeft in het Provinciaal Coördinatieplan vastgelegd hoe hij zijn taak bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen uitoefent. De bevoegdheden van gemeenten, provincie en ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn, voor zover die de taakvelden van Waterschap Roer en Overmaas raken, te vinden in: • de Wet Rampen en Zware Ongevallen; • de Gemeentewet; • de Wet Bodembescherming; • de Ambtsinstructie van de Commissaris van de koningin Het toepassen van de diverse bevoegdheden is afhankelijk van de inschatting van de situatie door de betrokken bestuurders. Aangezien de beleving van calamiteiten voor iedereen verschillend is en daaraan gekoppeld ook de noodzaak voor het gebruik van bevoegdheden, moet bij een dergelijke situatie extra aandacht worden besteed aan het inzichtelijk maken van de actuele bestuurlijke structuur, de zogenoemde netwerkverkenning. Met andere woorden, welke onderdelen binnen de betrokken organisaties zijn actief, wat is hun functie binnen de totale structuur van de bestrijding en op welke wijze vindt de afstemming tussen alle onderdelen plaats. Binnen de organisatie van Waterschap Roer en Overmaas wordt deze netwerkverkenning uitgevoerd door de medewerker calamiteitenbestrijding.
3.5
Verplichtingen op het gebied van calamiteitenzorg
Behalve bevoegdheden zijn er in de Waterwet een aantal verplichtingen opgenomen, waaraan Waterschap Roer en Overmaas zich dient te houden bij de voorbereidingen en het handelen tijdens en bij de evaluatie van calamiteiten. Deze verplichtingen omvatten het volgende. • Het zorg dragen voor het regelmatig houden van oefeningen. • Het zorg dragen voor de vaststelling en bekendmaking van een calamiteitenplan. • Het zorg dragen voor een analyse van het optreden dat bij een situatie van gevaar heeft plaatsgevonden; de zogenoemde evaluatieverplichting. • De verplichting voor Gedeputeerde Staten om vierjaarlijks aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te rapporteren over de stand van zaken met betrekking tot de oefeningen en calamiteitenplannen. • De verplichting om, indien (de voorzitter van) Waterschap Roer en Overmaas gebruik heeft gemaakt van zijn bijzondere bevoegdheid bij gevaar, dit onverwijld te melden aan het waterstaatsgezag.
3.6
Uitgangspunten voor het handelen van Waterschap Roer en Overmaas tijdens calamiteiten
Een slagvaardige organisatie kan elke crisis het hoofd bieden. Deze slagvaardigheid wordt bereikt door zowel tijdens het voorbereiden op een calamiteit als tijdens het bestrijden van een calamiteit rekening te houden met een aantal uitgangspunten voor crisismanagement. Onderstaande uitgangspunten vormen de basis van het crisismanagement bij Waterschap Roer en Overmaas en zijn voor een deel gebaseerd op de ervaringen met calamiteiten bij Waterschap Roer en Overmaas in het verleden.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
11
3.6.1 Flexibiliteit boven starheid Om efficiënt en slagvaardig op iedere calamiteit in te kunnen spelen, is een flexibele organisatie een vereiste. Een heldere coördinatiestructuur, waarin iedereen binnen de organisatie haar eigen taak en werkwijze kent, verbetert de mogelijkheid tot en de snelheid van het inpassen van de benodigde flexibiliteit binnen de organisatie. Met andere woorden: een gestructureerde organisatie creëert de voorwaarden voor flexibiliteit van de organisatie, die op zijn beurt de efficiëntie en slagvaardigheid bij de bestrijding van calamiteiten mogelijk maakt. 3.6.2 Voortbouwen op de dagelijkse praktijk Crisismanagement is een logisch vervolg op de normale werkzaamheden binnen een organisatie. Tijdens een calamiteit moet het optreden zoveel mogelijk uitgaan van de normale, dagelijkse werkwijze. Dit betekent dat de taken die de leden van de calamiteitenorganisatie moeten uitvoeren in het verlengde liggen van hun dagelijkse werkzaamheden, met gebruikmaking van de contactpersonen in de dagelijkse netwerken. Voor de personele invulling van de calamiteitenorganisatie betekent dit dat medewerkers zoveel mogelijk worden ingezet op plekken waar ze van hun specifieke expertise en vakkennis gebruik kunnen maken. 3.6.3 Voorlichting Het geven van voorlichting is essentieel. Betrokkenen (intern en extern) bij de bestrijding moeten weten wat de ernst van de situatie is, hoe die zich (mogelijk) gaat ontwikkelen en hoe zij moeten of kunnen handelen. Het informeren van 'de buitenwereld’ is ook van belang voor de beeldvorming en acceptatie. De bestrijding kan nog zo effectief en efficiënt zijn, wanneer ‘buiten’ een ander beeld bestaat, loopt het imago van de organisatie schade op en is het zelfs mogelijk dat wordt aangedrongen op onjuiste en/of ineffectieve maatregelen. 3.6.4 Procesbewaking Tijdens een calamiteit biedt de organisatiestructuur aan alle medewerkers houvast bij het bestrijden van de calamiteit. Door de grote druk die gepaard gaat met calamiteiten kan bij medewerkers het overzicht verloren gaan over de structuur en over de wijze waarop binnen de structuur wordt gewerkt. Het houden van het overzicht, niet gericht op specifieke maatregelen maar op het algemene functioneren - waaronder het leggen van verantwoordelijkheden op de juiste (lees: afgesproken) plaats van de organisatie - is zeer belangrijk. Deze zogenaamde procesbewaking is een aandachtspunt van iedereen, maar een specifieke taak van de medewerker calamiteitenbestrijding van Waterschap Roer en Overmaas tijdens calamiteiten. 3.6.5 Scheiding van taken en verantwoordelijkheden Om een goede coördinatie niet te frustreren is het noodzakelijk dat elk onderdeel van de calamiteitenorganisatie zich met zijn eigen taken bezighoudt. Wanneer dit niet gebeurt, bestaat de kans dat bepaalde activiteiten niet en andere dubbel worden uitgevoerd, met alle (coördinatie) problemen van dien.
12
090839
3.6.6 Netwerkmanagement Bij de bestrijding van een calamiteit zijn diverse organisaties betrokken. Elke organisatie heeft zijn eigen taken en verantwoordelijkheden op basis waarvan tijdens een calamiteit wordt opgetreden. Het samenspel van al deze organisaties is van groot belang voor een efficiënte bestrijding van een calamiteit. Een voorwaarde voor samenwerking is kennis van de andere organisaties. Door op de hoogte te zijn van de werkwijze van elkaars (crisis)organisaties ontstaat meer inzicht in de manier waarop de organisaties kunnen samenwerken. Voor daadwerkelijke samenwerking is het daarnaast van belang om voort te bouwen op de dagelijkse contacten tussen de organisaties. Bij de voorbereiding op calamiteiten kunnen deze contacten ook worden gebruikt voor informatie-uitwisseling. Daarnaast kunnen contacten verder worden aangehaald door bijvoorbeeld samen te oefenen. 3.6.7 Informatiemanagement Informatiemanagement omvat de totale omgang met informatie. Tijdens een calamiteit is de beschikbaarheid van informatie essentieel voor de bestrijding. Het is van belang dat de juiste informatie op de juiste plek aanwezig is. Dit vereist dat alle medewerkers zich bewust zijn van hun eigen informatiebehoefte, maar ook van de informatiebehoefte bij andere medewerkers en bij externe instanties.
3.7
Overzicht calamiteiten
3.7.1 Risico ten aanzien van de uitvoering van taken In het kader van de waterstaatkundige verzorging bestaan er risico’s ten aanzien van de realisatie van de taakstellingen van het waterschap. In het onderstaande overzicht is voor de taken van Waterschap Roer en Overmaas aangegeven wat de risico’s en de gevolgen voor de maatschappij kunnen zijn. Wat deze gevolgen precies zijn is afhankelijk van vele factoren zoals, locatie van de calamiteit, bevolking/bebouwingsdichtheid, tijdstip, voorspelbaarheid etc. 3.7.2
Waterkeringbeheer
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen
(dreigende) Doorbraak van een primaire waterkering.
Het onderlopen van gebieden achter de waterkering die onder normale omstandigheden 'droog' behoren te zijn.
Als de doorbraak verwacht wordt zal evacuatie slachtoffers voorkomen. Vindt de doorbraak onverwacht plaats dan zijn slachtoffers nabij de doorbraak niet geheel uit te sluiten. De economische schade kan aanzienlijk zijn door schade aan bebouwing en infrastructuur. Tevens zal het weken duren voordat het ondergelopen gebied weer volledig bruikbaar is.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
13
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen Het milieu kan door een dijkdoorbraak schade ondervinden. Schade is mogelijk doordat opslagplaatsen van gevaarlijke stoffen onder water komen te staan, waardoor de stoffen zich zouden kunnen vermengen met het water.
(dreigende) Overstroming van de primaire waterkering.
Het onderlopen van gebieden achter de waterkering die onder normale omstandigheden 'droog' behoren te zijn.
Wanneer evacuatie tijdig heeft plaatsgevonden zullen slachtoffers worden voorkomen. De economische schade kan aanzienlijk zijn doordat gebieden voor langere tijd (enkele weken) niet meer volledig bruikbaar zijn. Gewasschade, stilstand bedrijven.
Uitval van kwelwaterpompen.
Wateroverlast achter de waterkering door het langdurig uitvallen van pompen.
Woningen en bedrijven kunnen wateroverlast ondervinden. Verdrinking klein vee. Schade aan interieur en vloeren. Als het water hoger stijgt dan ongeveer 40 cm kan ook de stroomvoorziening plaatselijk uitvallen.
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen
Inundatie van gebieden langs watergangen.
Hoge waterstanden als gevolg van een periode van hevige neerslag.
Wateroverlast met als gevolg schade aan vloeren en interieur van gebouwen. Gewasschade en verdrinking kleinvee. Overlast en hinder voor verkeer. Tijdelijk stilleggen economische activiteit. Het milieu kan schade ondervinden door verspreidingen van gevaarlijke stoffen.
3.7.3
14
Watersysteembeheer
090839
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen
Erosie van landbouwgronden.
Modderstromen naar de beekdalen.
Modderoverlast in de dalen op wegen en in gebouwen. Schade door baggerkosten en schoonmaakkosten. Verlies aan vruchtbare grond en zaaigoed op de hellingen.
Verdroging.
Droogte als gevolg van uitblijven neerslag.
Gewasschade en lagere opbrengst als gevolg van de droogte. Schade aan waterminnende natuur en milieu door droogvallen van beken en vennen.
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen
Het buiten bedrijf of in ongerede geraken van afvalwater- en effluenttransportleidingen of van installaties zoals rioolgemalen en afvalwaterzuiveringen.
Overlopen van het inzamelstelsel voor afvalwater. Lozen ongezuiverd effluent.
Verontreiniging oppervlaktewater met oplopende ernst: vissterfte, ecologische schade, verstoring ecosysteem, voor de mens hinderlijke effecten, besmettelijke ziekten zoals cholera, volksgezondheid ernstig bedreigd.
Bewust of onbewust lozen van verontreinigende stoffen.
Lozing bluswater Ongeval met gevaarlijke stoffen Thermische verontreiniging
De kans op slachtoffers is gering. De mogelijke economische gevolgen zullen voornamelijk veroorzaakt worden door gevolgen van de calamiteit. Wel zal het milieu schade ondervinden, echter de gevolgen zullen beperkt blijven tot lokaal niveau. Uitval van een zuiveringsinstallatie of een persleiding naar een zuiveringsinstallatie is voornamelijk 'vervelend' voor de omgeving. Grote economische schade of het betreuren van slachtoffers zal niet het geval zijn.
3.7.4
Waterkwaliteit
Radioactieve besmetting Chemische en/of biologische verontreiniging.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
15
Mogelijke calamiteiten
Risico’s
Gevolgen Wel kan, als de uitval te lang duurt, grote milieuschade ontstaan omdat het afvalwater ongezuiverd in het milieu terecht komt.
3.7.5
Risicovolle situaties
Er zijn situaties waarbij er een verhoogde kans bestaat op het optreden van een calamiteit. In deze situaties zal Waterschap Roer en Overmaas extra waakzaam zijn en indien nodig controles uitvoeren. Hier volgt een niet-uitputtende opsomming van risicovolle situaties. Extreme weersomstandigheden: • Hevige kortdurende lokale neerslag; • Langdurige regionale neerslag; en • Langdurige droogte Ongevallen/calamiteiten: • Grote branden met verontreinigd bluswater; • Verkeersongevallen met transporten van gevaarlijke stoffen; en • Verstoorde bedrijfsprocessen waarbij ongewenste stoffen worden geloosd Uitval nutsvoorzieningen: • Langdurige onderbreking van levering elektrische energie • Onderbreking van telecommunicatie- of telemetrievoorzieningen 3.7.6
Risico’s waarvoor een calamiteitenbestrijdingsplan wordt opgesteld
De hiervoor op hoofdlijnen genoemde risico’s en de beoordeling daarvan, zijn nader uitgewerkt in calamiteitenbestrijdingsplannen. In deze plannen zijn de bestrijdingsmaatregelen opgenomen die de gevolgen van de opgetreden risico’s moeten beheersen en verminderen. De volgende calamiteitenbestrijdingsplannen zijn opgesteld en worden beheerd en actueel gehouden: • Calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Maas met daarin maatregelen ter beperking van de gevolgen van risico’s ten aanzien van waterkeringbeheer (WRO); • Calamiteitenbestrijdingsplan Wateroverlast met daarin maatregelen ter beperking van de gevolgen van risico’s ten aanzien van het beheer van het watersysteem (WRO); • Calamiteitenbestrijdingsplan Kwaliteit oppervlaktewater met daarin maatregelen ten aanzien van risico’s van lozing bluswater, ongeval met gevaarlijke stoffen, thermische verontreiniging, radioactieve besmetting chemische en/of biologische verontreiniging (WRO); • Calamiteitenbestrijdingsplan Afvalwater met daarin maatregelen ter beperking van de gevolgen van het overlopen van het inzamelstelsel voor afvalwater. Lozen ongezuiverd effluent (WBL).
16
090839
4
De calamiteitenorganisatie
4.1
Algemeen
Op basis van de in het vorige hoofdstuk beschreven uitgangspunten van crisismanagement heeft Waterschap Roer en Overmaas een organisatie ingericht om calamiteiten te bestrijden. Het geheel van de bij de bestrijding betrokken medewerkers heet de calamiteitenorganisatie. De structuur van de calamiteitenorganisatie komt overeen met die van een projectorganisatie: vanuit verschillende disciplines worden medewerkers met specifieke expertise en bevoegdheden evenals de benodigde middelen, ter beschikking gesteld. De calamiteitenorganisatie is onder normale omstandigheden een 'lege organisatie', met een beperkte vaste bezetting, het team PPC, die de voorbereiding op calamiteiten coördineert. Op het moment dat er sprake is van een (dreigende) calamiteit, wordt de calamiteitenorganisatie volgens het principe van opschaling ingevuld met daartoe aangewezen functionarissen. Afhankelijk van de calamiteit kan de organisatie naar behoefte groter of kleiner worden. Binnen dit calamiteitenplan wordt deze organisatie op hoofdlijnen beschreven.
4.2
Basis voor de inrichting van de calamiteitenorganisatie
De calamiteitenorganisatie van Waterschap Roer en Overmaas is ingericht op basis van calamiteiten op het gebied van: • Wateroverlast • Waterkeringen • Afvalwater • Verontreiniging Watersysteem
4.3
Opbouw van de calamiteitenorganisatie
Schematisch kan de calamiteitenorganisatie van Waterschap Roer en Overmaas als volgt worden voorgesteld.
Beleidsteam (BT)
Operationeel Team (OT)
Ondersteuning Adviesgroep Communicatie Liaisons
Actiecentra (AC)
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
17
Het beleidsteam is bestuurlijk eindverantwoordelijk voor het optreden van de calamiteitenorganisatie. Het beleidsteam houdt zich bezig met de beleidsmatige aspecten van de bestrijding en bepaalt daarmee de strategie van het optreden van het waterschap. Het operationeel team zet de door het beleidsteam geformuleerde strategie om in de tactiek voor de bestrijding van de calamiteit. Deze tactiek zorgt voor afstemming en een gecoördineerde inzet van de actiecentra. De actiecentra bepalen, op basis van de vastgestelde tactiek en de daaraan verbonden aanwijzingen van het operationeel team, de wijze van uitvoering van concrete maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van de calamiteit. Elk actiecentrum coördineert vervolgens de inzet van medewerkers die de daadwerkelijke maatregelen uitvoeren. 4.3.1
Beleidsteam
In het beleidsteam (BT) hebben zitting: Voorzitter
Directeur • • •
Operationeel Leider
Communicatie adviseur
• •
Medewerker calamiteitenbestrijding
de voorzitter directeur afdelingshoofd NWO / Beheer / BOA afhankelijk van soort calamiteit en beschikbaarheid in de rol van operationeel leider communicatie adviseur van het team bestuur en communicatie de medewerker calamiteitenbestrijding in de rol van procesbewaker
Het beleidsteam houdt zich bezig met beleidsmatige aspecten voor Waterschap Roer en Overmaas. Dit houdt in dat de strategie voor het optreden van de calamiteitenorganisatie wordt bepaald. Om tot een goede strategie te komen is afstemming met externe organisaties op beleidsniveau noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats door overleg van het beleidsteam met vergelijkbare bestuurlijke teams binnen de externe instanties (bijvoorbeeld het regionaal beleidsteam (RBT) onder leiding van de coördinerend burgemeester). Namens het Waterschap Roer en Overmaas neemt een liaison deel aan de vergaderingen van het RBT. Taken beleidsteam • het formuleren van beleid indien het bestaande beleid ontoereikend is (stellen van doelen, benaderingswijzen in grote lijnen, beschikbaar stellen van middelen) met betrekking tot de bestrijding van de calamiteit, voor zover de bevoegdheid reikt en zo nodig in samenspraak met overige organisaties; • het nemen van de beslissingen over de inzet van een (bestuurlijke) liaison naar de crisisstaf van een burgemeester of het Regionaal Beleid Team (RBT);
18
090839
• •
• • •
•
aanvragen van personele en materiële bijstand van elders, voor zover dit niet geschiedt op operationeel niveau; zorgen voor de inbreng van prioriteiten van de functionele waterstaatskolom, van het waterschapsbeleid en de –deskundigheid, indien wordt samengewerkt met andere bestrijdingsorganisaties; vaststellen van een voorlichtingsstrategie en zorg dragen voor communicatie met publiek en pers; bewaken van het imago van Waterschap Roer en Overmaas; communicatie met het dagelijks bestuur (en zo nodig de VV): op de hoogte houden van de stand van zaken en informeren over de aanpak van de calamiteit; besluiten aangaande maatregelen in afwijking van wettelijke voorschriften zo mogelijk in samenspraak met het dagelijks bestuur nemen; bijhouden van een logboek en registratie van besluiten.
4.3.2
Operationeel Team In het operationeel team (OT) hebben zitting: operationeel leider
teamleider kadewacht
communicatie adviseur
medewerker calamiteitenbestrijding
•
• • •
WBL optioneel
adviseur
liaison
regiomanager
• • • • •
afdelingshoofd NWO / Beheer / BOA afhankelijk van soort calamiteit en beschikbaarheid in de rol van operationeel leider; medewerkers beheer; communicatieadviseur van het team bestuur en communicatie; de medewerker calamiteiten-bestrijding in de rol van procesbewaker; de regiomanager; adviseur, meestal medewerker BOA / AJZ, afhankelijk van soort calamiteit; liaison externe organisaties; vertegenwoordiger WBL; teamleider kadewacht.
Het operationeel team is de spil in de calamiteitenorganisatie van Waterschap Roer en Overmaas. In het operationeel team wordt de tactiek van de bestrijding bepaald. Binnen het operationeel team bestaat het overzicht over de situatie binnen alle delen van het beheersgebied. Hierdoor kan coördinatie op hoofdlijnen plaatsvinden tussen alle actiecentra en teams. De samenstelling is afhankelijk van de betreffende calamiteit. Daar waar knelpunten met gevolgen voor de tactiek optreden bij de daadwerkelijke bestrijding van een calamiteit vindt binnen het operationeel team overleg plaats. Daarnaast kan door het operationeel team afstemming plaatsvinden met operationele teams van andere organisaties. Zo nodig kan in dit kader een liaison bij Waterschap Roer en Overmaas worden gestationeerd. Deze liaison neemt dan deel aan de vergaderingen van het operationeel team.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
19
De coördinatie binnen het operationeel team vindt plaats onder leiding van de operationeel leider. De operationeel leider is tevens de schakel tussen het operationeel team en het beleidsteam. Daar waar beslissingen worden genomen met grote gevolgen voor de strategie van Waterschap Roer en Overmaas legt de operationeel leider de situatie voor aan het beleidsteam en geeft daarbij een advies van het operationeel team. De medewerker calamiteitenbestrijding ondersteunt de operationeel leider bij diens werkzaamheden en richt zich daarbij nadrukkelijk op de algemene procesbewaking (is iedereen, intern en extern, geïnformeerd, hebben we alle noodzakelijke informatie, moet die beslissing absoluut nu worden genomen, bewaking van gemaakte afspraken binnen het operationeel team, taakafbakening binnen het operationeel team etc.). De medewerker calamiteitenbestrijding fungeert tevens als contactpersoon naar de externe netwerkpartners op het gebied van de rampenbestrijding, zoals de gemeenten en de hulpverleningsregio’s. Taken operationeel team • coördineren van de inbreng van de verschillende actiecentra van Waterschap Roer en Overmaas bij de bestrijdingsactiviteiten; • vertalen van de strategie van het beleidsteam in een tactiek voor de actiecentra; • nemen van besluiten over door de actiecentra voorgelegde voorstellen/knelpunten; • periodiek informeren van het beleidsteam en de actiecentra door middel van • situatierapportages; • opstellen van een communicatietactiek; • zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand van elders; • onderhouden van contacten en overleg met andere betrokken bestrijdende organisaties • op tactisch coördinerend niveau; • het houden van overzicht, ook gericht op de toekomst; • het bijhouden van een logboek en registratie van besluitenhet afschalen van de calamiteitenorganisatie. 4.3.3 Ondersteuning operationeel team Aan het operationeel team (OT), maar indirect ook aan het beleidsteam (BT), wordt ondersteuning gegeven door de teams: • Adviesgroep; • Team Communicatie; • Liaisons; • Ondersteuning; • Calamiteitenbestrijding; • Geografische Informatievoorziening; • Beheer.
20
090839
Adviesgroep De adviesgroep bestaat uit de secties kwantiteit, kwaliteit en algemeen/juridisch. Afhankelijk van het soort calamiteit kunnen één of meer secties actief zijn. Elke sectie ondersteunt haar vertegenwoordiger in het operationeel team. De sectie adviseert de operationeel leider op het gebied van hun specifieke deskundigheid ten aanzien van de tactische bestrijding. De coördinator van het team bepaalt de noodzakelijke invulling in overleg met de medewerker calamiteitenbestrijding. Team Communicatie Het team communicatie coördineert de interne en externe communicatie. Bij de bestrijding van calamiteiten speelt de interne en externe communicatie een grote rol. Een communicatieadviseur is daarom aanwezig in zowel het beleidsteam als operationeel team. Liaisons De liaisons zorgen voor de externe afstemming ten behoeve van de tactische en strategische bestrijding met andere organisaties zowel gemeentelijk als in de regionale teams (ROT, RBT). Ten behoeve van de ondersteuning van de liaisons in de regionale operationele teams en regionale beleidsteams is er een sectie ondersteuning die zorgt voor de informatievoorziening tussen liaisons en OT / BT. Ondersteuning Team ondersteuning bestaat uit de secties FAZA, I&A, Secretariaat/Administratie, Aan- en afmeldprocedure. Afhankelijk van het soort calamiteit kunnen één of meer secties actief zijn. De coördinator van het team bepaalt de noodzakelijke invulling in overleg met de medewerker calamiteitenbestrijding. Calamiteitenbestrijding De medewerker calamiteitenbestrijding is verantwoordelijk voor een goed verloop van de interne en externe processen tijdens de bestrijding van een calamiteit, behoudt het totaaloverzicht, ziet toe op een juiste uitoefening van taken en bevoegdheden door de diverse onderdelen binnen de calamiteitenorganisatie en is aanspreekpunt indien er problemen zijn rond de bemensing van de diverse onderdelen van de calamiteitenorganisatie. De medewerker calamiteitenbestrijding kan hierbij worden ondersteund door een assistent. Geografische informatievoorziening Ondersteuning in de rol van plotter in het Operationeel Centrum maar ook ondersteuning door middel van GIV producten en bewerkingen op afroep. Beheer Ondersteuning op het gebied van legger en vergunningen.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
21
Relatieschema Operationeel Team en ondersteunende teams
Ondersteuning (OND)
Communicatie
Sectie FAZA Sectie I&A Sectie Receptie/Loods Sectie Secretariaat/Adm. Sectie Aan – en afmelding
Sectie pers/publiek Sectie Intranet/Internet
Geografische Informatievoorziening (GIV)
Beheer
Operationeel Team (OT)
Liaisons Sectie liaisons ROT’s Sectie ondersteuning
Adviesgroep (ADV) Sectie kwantiteit Sectie kwaliteit Sectie algemeen/juridisch Calamiteitenbestrijding
4.3.4 Actiecentra Elk actiecentrum beschikt over een coördinator (behalve actiecentrum projecten) eventueel aangevuld met ondersteuning. De coördinator is tevens OT lid. Als OT lid woont hij de OT vergaderingen bij voor coördinatie en afstemming op tactisch niveau. Er is geen permanente aanwezigheid in het operationeel centrum vereist. De invulling van de rest van het actiecentrum gebeurt door de actiecentrumcoordinator (evt. in overleg met de operationeel leider). Afhankelijk van de te bestrijden calamiteit worden de nodige actiecentra ingesteld. De volgende actiecentra kunnen actief zijn: • Operaties Noord, Zuid; • Kadewacht; en • WBL.
22
090839
Actiecentrum WBL
Sectie Logistieke ondersteuning
Sectie Projecten
Actiecentrum Regio Noord Operationeel Team (OT) Actiecentrum Regio Zuid
Actiecentrum Kadewacht
4.3.4.1 Actiecentra Regio Noord en Zuid Deze actiecentra sturen de uitvoering van de maatregelen in het veld aan. De daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen vindt van hieruit plaats. De uitvoering van de werkzaamheden in het veld vindt plaats binnen de tactiek die is bepaald door het operationeel team. Het actiecentrum heeft de bevoegdheid om binnen deze tactiek de wijze van uitvoering te bepalen. De coördinator van het actiecentrum (regiomanager) maakt deel uit van het OT en kan zo bijvoorbeeld aan het OT verzoeken om de tactiek te wijzigen indien de oude tactiek niet uitvoerbaar is. Het operationeel team neemt hierbij de beslissing. Hierbij wordt ook betrokken de eventuele bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt (bijvoorbeeld met burgemeesters over te stellen prioriteiten). Desnoods dient het beleidsteam een beslissing te nemen, wanneer een wijziging van de strategie noodzakelijk is. De invulling van het actiecentrum verschilt per soort calamiteit. In de diverse calamiteitenbestrijdingsplannen wordt voor een aantal specifieke calamiteiten aangegeven hoe de werkwijze bij de bestrijding verloopt. Bij de samenwerking met externe (hulpverlening)organisaties heeft het actiecentrum contact met de bestrijdende medewerkers van deze organisaties (bijv. met het Commando Plaats Incident, COPI). Het is essentieel dat de samenwerking en afstemming op dat niveau tussen Waterschap Roer en Overmaas en de andere organisaties alleen plaatsvindt over de specifieke uitvoering van de maatregelen. Bemoeienis van het operationeel team en beleidsteam is noodzakelijk indien ernstige knelpunten ontstaan of beslissingen moeten worden genomen die grote gevolgen hebben voor het tactische optreden van Waterschap Roer en Overmaas en voor de strategie van Waterschap Roer en Overmaas. Het OT en het BT zullen in dat geval afstemming zoeken met vergelijkbare teams bij externe (hulpverlening)organisaties (bijvoorbeeld het regionaal coördinatie centrum, respectievelijk het regionaal beleidsteam).
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
23
• • • •
• • • •
inspecteren en controleren; het afhandelen van klachten van ingelanden en het bijhouden van die afhandeling in het calamiteitenmeldingensysteem; coördineren van de bestrijdingsmaatregelen in het veld; uitvoeren van de bestrijdingsacties ter plaatse door veldmedewerkers met de beschikbare middelen, in samenwerking met uitvoerende van andere bestrijdende organisaties; het coördineren van bestrijdingsacties die door aannemers in opdracht van Waterschap Roer en Overmaas worden uitgevoerd; zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand bij het operationeel team; periodiek informeren van het operationeel team door middel van situatierapportages; het communiceren met het OC over status van afhandeling van maatregelen en registratie van besluiten.
Sectie Projecten • coördineren van specifieke bestrijdingsmaatregelen in het veld; • het coördineren van bestrijdingsacties die door aannemers in opdracht van Waterschap Roer en Overmaas worden uitgevoerd; • zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand bij het operationeel team; • het communiceren met het OC over status van afhandeling van maatregelen. Sectie logistieke ondersteuning Dit is een gemeenschappelijke sectie ten behoeve van operaties. Deze sectie ondersteunt logistiek de actiecentra die in het veld bestrijdingsmaatregelen uitvoeren. Zij zorgt voor de aan - en afvoer van materialen, materieel en hulpgoederen. Zowel vanuit eigen opslag alsook vanuit opslag van derden. De coördinator van de sectie zorgt voor afstemming met de verschillende actiecentra, zodat bestrijdingsmaatregelen tijdig kunnen worden uitgevoerd. Bij conflicterende prioriteiten tussen de actiecentra kan de operationeel leider aanwijzingen geven. 4.3.4.2 Actiecentrum WBL Een bijzonder actiecentrum wordt gevormd door het actiecentrum WBL. Het WBL (Waterschapsbedrijf Limburg) is het gemeenschappelijk uitvoeringsbedrijf voor het transport en zuivering van afvalwater. Dit is het actiecentrum in het kantoor van WBL in Roermond. Op het moment dat er zich bij het WBL een RWZI en/of in het stelsel van leidingen en gemalen van het verzorgingsgebied van Waterschap Roer en Overmaas een (dreigende) calamiteit voordoet met een zodanige omvang of impact, dat coördinatie door het OT of BT noodzakelijk is, zal WBL een Actiecentrum WBL vormen en zullen de benodigde tactische of strategische besluiten door Waterschap Roer en Overmaas op OT- of BT-niveau worden genomen. In het OT van Waterschap Roer en Overmaas zal op dat moment een vertegenwoordiger van WBL zitting nemen. Voor een nadere beschrijving van de verantwoordelijkheidsverdeling tijdens de diverse coördinatiefasen wordt verwezen naar het calamiteitenbestrijdingsplan Afvalwater.
24
090839
• • • •
• • • •
inspecteren en controleren; het afhandelen van klachten van ingelanden en het bijhouden van die afhandeling in het calamiteitenmeldingensysteem; coördineren van de bestrijdingsmaatregelen in het veld; uitvoeren van de bestrijdingsacties ter plaatse door veldmedewerkers met de beschikbare middelen, in samenwerking met uitvoerenden van andere bestrijdende organisaties; het coördineren van bestrijdingsacties die door aannemers in opdracht worden uitgevoerd; zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand bij het operationeel team; periodiek informeren van het operationeel team door middel van situatierapportages; het communiceren met het OC over status van afhandeling van maatregelen en registratie van besluiten.
4.3.4.3 Actiecentrum Kadewacht Het actiecentrum kadewacht bestaat uit kadewachten en centralisten. De centralisten verzorgen de inzet en coördinatie van de kadewachten. Tevens verzorgen zij de communicatie (meldkamer) met de kadewachten door middel van telefoon en portofoon. De kadewachten zijn de ogen en oren van het waterschap op de waterkering. Zij melden onwenselijke situaties via de centrale meldkamer naar het Operationeel Centrum (OC). In het OC worden de meldingen beoordeeld en eventueel voor verder onderzoek of maatregelen doorgezet naar de actiecentra operaties. De bemensing van de kadewacht bestaat uit medewerkers van Waterschap Roer en Overmaas aangevuld met medewerkers van de Maasgemeenten. • • •
inspecteren en controleren; opnemen van peilschalen; doormelden van meldingen aan centralisten
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
25
Totaaloverzicht Calamiteitenorganisatie Waterschap Roer en Overmaas
publiek
publiek
receptie beleidsteam (BT)
beleidsteams (bv. RBT )
operationeel team (OT)
operationele teams (bv. ROT )
eigen personeel
sectie communicatie
secties ondersteuning OT
actiecentra
medewerkers in het veld
coordinatie in het veld (bv. COPI)
uitvoerende eenheden in het veld
Meldingen
Meldingen Communicatie/voorlichting Communicatie/voorlichting Interne afstemming Interne afstemming Afstemming met externen Afstemming met externen
26
090839
4.4
Personele invulling van de calamiteitenorganisatie
4.4.1 Totstandkoming De medewerker calamiteitenbestrijding is verantwoordelijk voor het tot stand komen en up-todate houden van de personele invulling van de calamiteitenorganisatie en doet dit waar nodig in samenspraak met de directie en andere betrokken leidinggevenden van Waterschap Roer en Overmaas. 4.4.2 Uitgangspunt Tijdens een calamiteit moet bij het optreden zoveel mogelijk worden uitgegaan van de normale, dagelijkse werkwijze. Dit betekent dat de taken die de leden van de calamiteitenorganisatie uitvoeren zover mogelijk in het verlengde liggen van hun dagelijkse werkzaamheden, met gebruik van de contactpersonen in de dagelijkse netwerken. Voor de personele invulling van de calamiteitenorganisatie betekent dit dat medewerkers zoveel mogelijk worden ingezet op plekken waar ze van hun specifieke expertise gebruik kunnen maken. 4.4.3 Inzet van medewerkers buiten hun dagelijkse werkzaamheden Door de vele werkzaamheden en de langdurige inzet die gepaard gaat met calamiteiten is het onvermijdelijk dat concessies moeten worden gedaan. Met name niet-technisch geschoolde medewerkers zullen worden ingezet voor werkzaamheden die zij niet dagelijks vervullen. Hieraan kan worden tegemoet gekomen door deze medewerkers zoveel mogelijk samen te laten werken met ervaren krachten en door tijdens de voorbereiding op calamiteiten aandacht te besteden aan de benodigde aanvullende opleiding, training en oefening. 4.4.4 Overzicht beschikbare medewerkers In het personeelsoverzicht van de calamiteitenorganisatie van Waterschap Roer en Overmaas (het handboek) staat welke medewerkers voor welke functie bij de bestrijding van de calamiteiten kunnen worden ingezet. Dit overzicht wordt (minimaal) eenmaal per jaar door de medewerker calamiteitenbestrijding bezien op actualiteit (in- en uitstroom) en effectiviteit. Uitgangspunt bij de invulling van het overzicht is dat alle functies in twee danwel drie ploegen continu bezet moeten kunnen zijn. Daarnaast moet in redelijke mate rekening worden gehouden met het feit dat door ziekte of andere oorzaken niet altijd iedereen beschikbaar is. In principe is iedere medewerker van Waterschap Roer en Overmaas inzetbaar binnen de calamiteitenorganisatie. Als basis daarvoor geldt de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel (SAW), op grond waarvan in bijzondere omstandigheden medewerkers kunnen worden aangewezen voor bijzondere taken, eventueel op afwijkende werktijden. Alle medewerkers die zijn opgenomen in het personeelsoverzicht hebben daartoe een aanwijzingsbrief ontvangen. 4.4.5 Invulling van de calamiteitenorganisatie bij een daadwerkelijke calamiteit In samenspraak tussen operationeel leider, actiecentra, secties, de medewerker calamiteitenbestrijding en (zo nodig) de (algemeen) directeur vindt bij een daadwerkelijke calamiteit de personele invulling plaats van de diverse onderdelen van de calamiteitenorganisatie. Uitgangspunt hierbij is dat alleen die mensen worden opgeroepen die strikt noodzakelijk zijn voor de aanpak van de calamiteit.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
27
Hierbij moet het zekere voor het onzekere worden genomen, mede afhankelijk van de opkomsttijd van de diversenonderdelen van de calamiteitenorganisatie. Daar waar knelpunten optreden in de beschikbaarheid van personeel is het de verantwoordelijkheid van de betrokken leidinggevenden om samen tot een oplossing te komen. Bij grote knelpunten kan bemoeienis van de operationeel leider en het beleidsteam noodzakelijk zijn en de doorslag geven.
28
090839
5
Fasering van de calamiteitenbestrijding
5.1
Algemeen
Calamiteiten die onder de verantwoordelijkheid van Waterschap Roer en Overmaas vallen verschillen in aard en omvang. Daarom wordt de invulling van de calamiteitenorganisatie, zoals in het voorgaande gezegd, aangepast aan de gebeurtenis, zowel qua omvang als qua deskundigheid. Het opstarten van de daadwerkelijke bestrijding van een calamiteit begint met een melding. De bestrijding kan in veel gevallen binnen de reguliere organisatie worden afgehandeld, maar het kan ook voorkomen dat de calamiteitenorganisatie moet worden ingezet. Dit moet dan in korte tijd vanuit de dagelijkse situatie geschieden. Dit heet opschalen. Het doel van deze opschaling is om snel aan alle betrokkenen inzichtelijk te kunnen maken op welk hiërarchisch niveau de coördinatie van het optreden van Waterschap Roer en Overmaas plaatsvindt. De opschaling verloopt in verschillende coördinatiefasen. Bij Waterschap Roer en Overmaas worden drie coördinatiefasen onderscheiden. Deze worden in de volgende paragraaf nader geduid. De aard en omvang van de calamiteit, en de omvang en impact van de gevolgen bepalen de omvang van de benodigde calamiteitenorganisatie. De complexiteit van de situatie en de bestrijding, de intensiteit van de informatiestromen, de tijdsdruk en dergelijke zijn redenen voor het inschakelen van meer personeel om deze taken goed te kunnen uitvoeren. GRIP-fasering. In de algemene keten wordt door de gemeenten en operationele diensten (brandweer, politie en geneeskundige diensten) in het gebied van de veiligheidsregio’s Limburg Noord en Limburg Zuid bij de opschaling gebruik gemaakt van de zogenoemde Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). De GRIP-procedure beschrijft het gefaseerd optreden van genoemde rampenbestrijdingsorganisatie en bestaat uit vier fasen. Calamiteiten bij Waterschap Roer en Overmaas wijken qua benodigde inzet, verantwoordelijkheden en coördinatie af van de incidenten en rampen in de algemene keten. Daarom hanteert Waterschap Roer en Overmaas een eigen opschalingssystematiek en terminologie en sluit bewust niet aan bij de GRIP-fasering. Omdat inzicht in de opschalingsmomenten en -structuren van de partners in de rampenbestrijding wel van groot belang is, is in bijlage de GRIP-procedure opgenomen.
5.2
Melding en alarmering
Voor een goede bestrijding van calamiteiten is het belangrijk dat meldingen bij Waterschap Roer en Overmaas goed en snel worden verwerkt. Dit houdt in dat alle meldingen moeten worden geverifieerd en dat zo snel mogelijk duidelijk moet worden wat de aard en omvang ervan is. Als de melding wordt gedaan door een hulpverleningdienst of een gemeentelijke dienst, of als de ernst van de melding op een andere wijze duidelijk is, hoeft niet te worden gewacht op verificatie maar kunnen direct stappen worden ondernomen. In alle andere gevallen is verificatie belangrijk om onnodig alarmeren en opschalen van de calamiteitenorganisatie te vermijden en verwarring te voorkomen. Na het ontvangen en verwerken van de melding is snelle interne en externe alarmering van autoriteiten, instanties en personen van essentieel belang. Dit alarmeren moet met verstand van zaken gebeuren om ervoor te zorgen dat de calamiteitenorganisatie de juiste samenstelling krijgt.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
29
In geval van een (dreigende) calamiteit die nog geen directe alarmering van Waterschap Roer en Overmaas en / of andere hulpverleningsdiensten vereist, kan wel worden besloten om de eigen organisatie en andere overheidsdiensten en de hulpverleningsdiensten te informeren over de (dreigende) calamiteit. Dit wordt ook wel informatief opschalen genoemd. In het kader van dit informatief opschalen wordt bij calamiteiten, waarbij hulpverleningsdiensten en/of gemeenten zijn betrokken en/of bij calamiteiten die de aandacht van de media trekken, altijd de medewerker calamiteitenbestrijding gewaarschuwd. Deze zal op zijn beurt in ieder geval het afdelingshoofd NWO, de secretaris/directeur, de voorzitter (en evt. de portefeuillehouder) en het team Communicatie informeren. Tevens checkt de medewerker calamiteitenbestrijding of de waterwacht-ambtenaar op de hoogte is van de melding. Toelichting bij melding en alarmering Tijdens kantooruren komt een melding doorgaans binnen bij het waterschapskantoor te Sittard. De melder wordt door de receptie doorverbonden met meldpunt klachten/meldingen van het team communicatie, die de melding aanneemt en deze doorgeeft aan de verantwoordelijke afdeling. Het komt echter ook voor dat de melder rechtstreeks met de betreffende afdeling contact zoekt. De afdeling die de melding ontvangt, zorgt voor verificatie en de eerste inhoudelijke beoordeling van de situatie en is verder verantwoordelijk voor de alarmering van de juiste medewerkers of leidinggevenden. Daarnaast zorgt de afdeling ervoor dat het meldpunt klachten/meldingen omtrent belangrijke meldingen alsnog wordt geïnformeerd als de melding niet via dit meldpunt is binnengekomen. Als belangrijk worden aangemerkt meldingen die betrekking hebben op gebeurtenissen waarvan de gevolgen ingrijpend kunnen zijn of waarvan te verwachten is dat daarover meer meldingen zullen binnenkomen en/of vragen zullen worden gesteld door andere overheidsorganen of de media. Indien het alarmnummer van het waterschap wordt gebeld onder werktijd komt dit uit bij de receptie. Buiten werktijd wordt het alarmnummer direct doorgeschakeld naar een voicemailsysteem. De waterwachtambtenaar ontvangt hiervan een melding. De waterwachtambtenaar neemt contact op met de melder voor meer bijzonderheden over de aard, omvang en locatie van de gebeurtenis en zorgt voor verificatie en de eerste inhoudelijke beoordeling van de situatie. Noodzakelijke maatregelen worden genomen. De waterwachtambtenaar geeft de melding en ondernomen acties door aan de verantwoordelijke afdeling. Wanneer het algemeen nummer van het waterschap wordt gebeld onder werktijd dan komt dit uit bij de receptie. Als het algemeen nummer buiten werktijd wordt gebeld dan wordt een meldtekst gegeven met het alarmnummer. 5.2.1 Coördinatiefase 0: het dagelijkse werk Het merendeel van de tijd zal geen sprake zijn van calamiteiten. Binnen de dagelijkse werkzaamheden kunnen wel kleine afwijkingen optreden van het normale beheer. Dergelijke beperkte gebeurtenissen vereisen vaak wel extra tijdsbesteding, doch kunnen verder relatief eenvoudig binnen de dagelijkse routine en structuur worden afgehandeld. Buiten kantooruren worden noodzakelijke maatregelen gecoördineerd door de waterwachtambtenaar. Per regio is een dienstdoende medewerker beschikbaar om kleinere problemen te verhelpen.
30
090839
5.2.2 Coördinatiefase 1: bestrijding van een (dreigende) calamiteit Coördinatiefase 1 kenmerkt zich onder meer door het feit dat de gebeurtenis niet zonder meer in het kader van de normale taakuitoefening kan worden afgedaan. Het gaat hier om (dreigende) calamiteiten die qua gecompliceerdheid en/of omvang binnen de eigen organisatie een gecoördineerde aanpak vergen. Om de schade te beperken, worden alle maatregelen genomen die binnen het vastgestelde beleid mogelijk zijn. Alarmeren/informeren Nadat door de regiomanager of waterwachtambtenaar is geconstateerd dat de gebeurtenis van omvang en aard verandert of dat de bestrijding binnen de normale taakuitoefening niet meer mogelijk is, wordt dit gemeld bij de medewerker calamiteitenbestrijding en wordt na overleg met de operationeel leider besloten verder op te schalen. Het crisiscentrum en de benodigde actiecentra worden ingericht (indien noodzakelijk) en de medewerkers worden opgeroepen hun plaats in de calamiteitenorganisatie in te nemen. Aan de hand van de verkregen informatie, waartoe kan behoren een nadere oriëntatie op de plaats en oorzaak van de gebeurtenis, zal het geformeerde Operationeel Team (OT) beoordelen of het nodig is om de voorzitter te adviseren op te schalen naar coördinatiefase 2 (bijv. in verband met dreigende escalatie, media-aandacht en/of noodzaak tot het treffen van maatregelen waarin het vastgelegde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid). Afhankelijk van de ernst van de situatie neemt het OT in het laatste geval intussen die maatregelen die in het belang van een adequate bestrijding van de (dreigende) calamiteit nodig of wenselijk zijn. In de afzonderlijke calamiteitenbestrijdingsplannen wordt meer concreet beschreven in welk stadium de waterwachtambtenaar of regiomanager adviseert inzake het opschalen naar coördinatiefase 1 en het formeren van het OT. De leden van het BT worden in deze fase (telefonisch) geïnformeerd. Het is gewenst om de bestuurders, ook als er nog geen directe actie van hen wordt verwacht, tijdig te informeren. Zij zijn dan reeds geïnformeerd indien een verdere opschaling nodig is. De gecoördineerde aanpak blijft niet beperkt tot een uitsluitend 'interne' aangelegenheid. De betrokken netwerkpartners (zoals o.a. gemeenten) worden in deze fase door de medewerker calamiteitenbestrijding voor het eerst of opnieuw ingelicht dan wel gewaarschuwd. In de calamiteitenbestrijdingsplannen worden de betrokken netwerkpartners met name genoemd. Vanaf deze fase van de bestrijding wordt voorzien in structurele informatie en communicatie met netwerkpartners, bevolking, bestuur en eigen organisatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van situatierapporten, internet, intranet en telecomvoorzieningen. 5.2.3 Coördinatiefase 2: bestrijding van een (dreigende) calamiteit met bestuurlijke impact Coördinatiefase 2 kenmerkt zich indien er sprake is van een ernstige situatie die als een (dreigende) calamiteit kan worden aangemerkt en waarbij de media belangstelling tonen, multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en beleidsbeslissingen moeten worden genomen. Alarmeren/informeren De operationeel leider neemt contact op met de voorzitter. Wanneer de voorzitter heeft besloten tot opschalen naar coördinatiefase 2 wordt het Beleidsteam bijeengeroepen. Het Beleidsteam voorziet voor de duur van de (dreigende) calamiteit in de benodigde beleidsbeslissingen. Zo nodig maakt de voorzitter gebruik van de bijzondere bevoegdheden die hij heeft in geval van calamiteiten.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
31
De voorzitter brengt het dagelijks bestuur op de hoogte van de opschaling. De betrokken netwerkpartners worden in deze fase door de medewerker calamiteitenbestrijding voor het eerst of opnieuw ingelicht. In deze fase zijn alle onderdelen van de calamiteitenorganisatie actief.
5.3
Terugschaling, nazorg en evaluatie
Indien de situatie het toelaat kan worden beslist om de calamiteitenorganisatie terug te schalen. Besluitvorming geschiedt door de voorzitter (van fase 2 naar 1), de operationeel leider (van fase 1 naar 0) Uiteindelijk zal de bestrijding zijn afgelopen. Dit betekent uitdrukkelijk niet dat alle activiteiten in het kader van de calamiteitenzorg zijn beëindigd. Op basis van de leerpunten en ervaringen kan immers een verdere slag gemaakt worden in het kader van het optimaliseren van de calamiteitenzorg binnen Waterschap Roer en Overmaas. Een belangrijk aspect na de beëindiging van de daadwerkelijke bestrijding is de nazorg voor de eigen organisatie. Binnen de eigen organisatie kunnen bijvoorbeeld nabesprekingen worden gehouden voor de leden van de calamiteitenorganisatie, waarin aandacht wordt geschonken aan het verloop van de bestrijdingsactiviteiten, het hanteren van de diverse processen en procedures en de personele aspecten. Daarnaast bestaat dan voor iedereen de gelegenheid om aan te geven waar leerpunten zijn voor het optreden bij een volgende calamiteit. In situaties waarbij medewerkers zijn geconfronteerd met traumatiserende ervaringen kan nazorg door gespecialiseerde hulpverleners noodzakelijk zijn. Naast de interne nazorg is het belangrijk om samen met alle bij de bestrijding betrokken externe partijen te komen tot een gezamenlijke evaluatie van de calamiteit, waarbij het van belang is om binnen één evaluatie tot een integrale beeldvorming te komen. Op grond van het bepaalde in de Waterwet dient Waterschap Roer en Overmaas in ieder geval zorg te dragen voor een analyse van het optreden dat heeft plaatsgevonden; de zogenoemde evaluatieverplichting. Door Waterschap Roer en Overmaas zal moeten worden aangeven welke leerpunten er zijn voor de calamiteitenorganisatie en op welke wijze deze leerpunten kunnen worden omgezet in resultaat. Ook in geval de voorzitter gebruik heeft gemaakt van noodbevoegdheden zal een volledige analyse moeten worden gemaakt van de gebeurtenissen. Nazorg, evaluatie en analyse worden geïnitieerd en gecoördineerd door de Medewerker calamiteitenbestrijding.
32
090839
6
Netwerkmanagement
6.1
Algemeen
In het kader van de kwaliteitsverbetering van de rampenbestrijding is in de afgelopen jaren de desbetreffende wetgeving op elkaar afgestemd en heeft onderzoek plaatsgevonden naar risico’s en de mate waarin de bestrijding daarop moet worden afgestemd (Leidraad Maatramp en Slagen voor veiligheid (door VNG)). Alle activiteiten die in het kader van de voorbereiding op en de bestrijding van calamiteiten worden ondernomen om de activiteiten van de afzonderlijke organisaties te bundelen tot een integrale aanpak, vallen onder het zogenoemde netwerkmanagement. In het kader van de voorbereiding op calamiteiten krijgt dit netwerkmanagement concreet gestalte door participatie van Waterschap Roer en Overmaas in diverse regionale en provinciale overleggremia op het gebied van rampenbestrijding. Daarnaast wordt door Waterschap Roer en Overmaas met enige regelmaat een bijdrage geleverd aan opleidingen voor de brandweer, teneinde het inzicht in waterhuishoudkundige calamiteiten ook binnen die groep hulpverleners te vergroten. De bewustwording bij de verschillende bij rampenbestrijding betrokken overheden, zoals gemeenten, hulpverleningsregio’s en provincie van ieders taken en verantwoordelijkheden tijdens calamiteiten is mede als gevolg van bovengenoemde activiteiten sterk toegenomen. Resultaat daarvan voor Waterschap Roer en Overmaas is dat meer dan voorheen in het calamiteitenplan en de daaraan gekoppelde bestrijdingsplannen wordt ingegaan op de relaties met de partners bij de bestrijding. Immers, in alle gevallen is bij de bestrijding van calamiteiten een goede samenwerking met andere overheden en instanties onontbeerlijk. Welke netwerkpartners bij een specifieke calamiteit betrokken zijn, kan uiteraard per calamiteit verschillen. De aanleiding, aard (ramptype) en omvang van een calamiteit of de ‘groeipotentie’ ervan zijn vanzelfsprekend bepalend voor de inzet van of taakuitoefening door de betrokken partners. Tevens betrekken de partners elkaar bij de wettelijk verplichte planvorming in het kader van de rampenbestrijding. Omdat uit analyse van eerdere calamiteitenbestrijding vaak herkenbare patronen optreden, zijn veel van de activiteiten van Waterschap Roer en Overmaas vastgelegd in calamiteitenbestrijdingsplannen. Dat geldt ook voor de inzet van gemeentelijke en hulpverleningsdiensten bij ongevallen, calamiteiten en rampen. Voor dat doel zijn in het kader van het gemeentelijke rampenplan (in regionaal verband afgestemde) deelplannen geschreven. De vereiste onderlinge afstemming wordt onder meer mogelijk gemaakt door zowel in de calamiteitenbestrijdingsplannen van Waterschap Roer en Overmaas als in de gemeentelijke deelplannen actieve informatiestappen op te nemen waardoor de betrokken organisaties hun rol in de bestrijding kunnen vervullen. Risicokaart Een nieuwe ontwikkeling in het kader van de rampenbestrijding is het in beeld brengen van risico’s door middel van de (gemeentelijke en provinciale) risicokaart. Deze is, indien gereed, voor een ieder in te zien, onder meer via internet.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
33
6.2
Wijze van afstemming binnen het netwerk
Afstemming met de algemene rampenbestrijdingsketen. De algemene keten wordt gevormd door de gemeenten, de hulpverleningsregio’s, de provincie en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij een dreigende situatie informeert het waterschap haar netwerkpartners. Als sprake is van een gebeurtenis waarbij door een burgemeester gebruik wordt gemaakt van bevoegdheden conform de Gemeentewet (handhaving openbare orde, brand of ongevallen) of de Wet rampen en zware ongevallen dan opereren de diensten van Waterschap Roer en Overmaas in gecoördineerd verband met de andere overheidsdiensten op aanwijzing van of onder opperbevel van de desbetreffende burgemeesters (bij gemeentegrens overschrijdende rampen: de coördinerend burgemeester) en onder operationele leiding van de daartoe aangewezen operationele leider. Namens Waterschap Roer en Overmaas kan een functionaris deel uit maken van de gemeentelijk crisisstaf, indien daardoor de afstemming beter wordt gewaarborgd. Ook als het Regionaal Operationeel Centrum (ROT) operationeel is (hetgeen het geval zal zijn bij gemeentegrens overschrijdende rampen), kan het gewenst zijn dat daar een functionaris van het waterschap aanwezig is. Uitgangspunt is echter dat een liaison namens het RCC plaatsneemt in het Operationeel Team van Waterschap Roer en Overmaas. Op het moment dat het ROT en (RBT) operationeel zijn, verloopt alle bestuurlijke afstemming via het RBT en de tactische coördinatie via het ROT. In het veld vindt afstemming plaats tussen een eventueel Commando Plaats Incident (COPI) en de actiecentra.
34
090839
De samenwerking tijdens de bestrijding van calamiteiten in beeld (gemeenteoverstijgend) WATERSCHAP
VEILIGHEIDSREGIO
GEMEENTE
Strategisch Overmaas als liaison namens Waterschap Roer en Overmaas plaats in het CTPI/CoPI. Deze niveau ambtenaar kan zo nodig vanuit dit CTPI/CoPI zijn RBTstrafrechtelijke taken uitoefenen. GCS BT tijdens de bestrijding van calamiteiten in beeld: De samenwerking Regionaal Gemeentelijke Beleidsteam Beleidsteam crisisstaf
Tactisch niveau
OT Operationeel team
ROT Regionaal Operationeel Team
GCS
Coördinerend uitvoerend niveau
Actiecentra
COPI Commando Plaats Incident
Gemeentelijke Actiecentra
Uitvoerend niveau
Veldmedewerkers Roer en Overmaas
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
Eenheden Hulpverlening
Veldmedewerkers gemeente
35
Afstemming van de voorlichting Een goede en open informatievoorziening kan voorkomen dat onduidelijkheden of tegenstrijdige berichten ontstaan. Voorkomen moet worden dat door een escalatie van (verontrustende) berichtgeving een onjuist beeld van de daadwerkelijke situatie ontstaat, dan wel reacties ontstaan die in geen verhouding staan tot de calamiteit. Voor alle partijen die bij de calamiteitenorganisatie zijn betrokken, moet duidelijk zijn welke informatie naar buiten gaat en welke niet. De coördinatie van de informatieverstrekking (zowel intern, extern als aan de media) is in handen van team communicatie onder verantwoordelijkheid van de directeur.
6.3
Netwerkpartners
Afhankelijk van de aard en de omvang van de gebeurtenis of de calamiteit kunnen na te noemen instanties actief zijn in het netwerk van Waterschap Roer en Overmaas. Tevens vindt in de koude fase afstemming plaats met de netwerkpartners (o.a. Waterschap Peel en Maasvallei, Rijkswaterstaat, gemeenten en provincie) over de planvorming. De bereikbaarheidsgegevens van het netwerk zijn opgenomen in de Supplementen - netwerkoverzichten.
36
090839
7
Calamiteiten zorgsysteem
7.1
Algemeen
In geval van calamiteiten mag van het waterschap tijdig, daadkrachtig en efficiënt optreden worden verwacht. Daarvoor is alleen het maken van plannen niet voldoende. Ook voorbereiding zoals instructie, opleiding en oefening zijn belangrijk. Oefenen moet deel uitmaken van een reeks van activiteiten, waaronder bijvoorbeeld het opleiden van personeel, het opstellen van daartoe benodigde plannen, het inventariseren van noodzakelijke middelen en het afstemmen met externe partijen. Het zorgsysteem staat garant voor een doordacht calamiteitenplan volgens de moderne crisismanagementfilosofie. Het zorgsysteem beoogd afstemming tussen denken en handelen en behandeld het hele proces van de calamiteitenbestrijding. Een calamiteitenzorgsysteem (CZS) biedt een meerwaarde ten opzichte van het louter hebben van een calamiteitenplan en calamiteitenbestrijdingsplannen. De meerwaarde schuilt in het feit dat integraal onderdeel van het zorgsysteem is: • het opleiden en oefenen voor de calamiteitenbestrijding; • het inbedden van de calamiteitenbestrijding in de normale organisatiestructuur en taakuitoefening van het waterschap.
7.2
Doel van het Calamiteiten ZorgSysteem (CZS)
Het zo efficiënt en doeltreffend mogelijk laten verlopen van de bestrijding en de nazorg bij calamiteiten. Daarnaast het coördineren en begeleiden van de noodzakelijke activiteiten in de voorbereiding waaronder het opstellen van plannen c.a. en de implementatie daarvan door het opleiden en oefenen van medewerkers. Het CZS heeft een structurele aanpak als uitgangspunt en is daarmee een goed hulpmiddel bij het voorbereiden van tijdig, efficiënt en doelmatig optreden van het waterschap tijdens calamiteiten. Het maakt de calamiteitenzorg tot een normaal onderdeel van de werkzaamheden van een organisatie. Het incidentele karakter van de voorbereiding op calamiteiten verdwijnt hierdoor. Het systeem waarmee dit wordt bereikt bestaat uit drie onderdelen: • instellen van een coördinerende werkgroep calamiteitenzorg; • beschikbaar stellen van budget voor noodzakelijke activiteiten en middelen ter voorbereiding op calamiteiten; en • reserveren van tijd voor opleiden en oefenen van de leden van de calamiteitenorganisatie.
7.3
Werkgroep calamiteitenzorg
In tijden waarin het waterschap niet actief is bij de bestrijding van een calamiteit is het voor de voorbereiding noodzakelijk dat een klein deel van de calamiteitenorganisatie actief is. Dit deel betreft een vaste bezetting in de vorm van een calamiteitenoverleg onder leiding van de medewerker calamiteitenbestrijding. Deze werkgroep coördineert de uitvoering van de voorbereidende activiteiten treedt op als procesbewaker en coördinator. Deelname van vertegenwoordigers uit de gehele organisatie vergroot de betrokkenheid. Regelmatige informatie over de voorbereiding op calamiteiten wordt intern verspreid.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
37
De werkgroep functioneert als aanspreekpunt voor de in- en externe organisatie. De calamiteitenmedewerker functioneert binnen team PPC (Planning Peilbeheer en Calamiteitenbestrijding), in de lijn, onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd NWO. Jaarlijks wordt een overzicht van de activiteiten door de medewerker calamiteitenbestrijding gepresenteerd aan MT en DB en geëvalueerd.
7.4
Activiteiten calamiteitenzorgsysteem
De activiteiten richten zich op de vier onderdelen uit de veiligheidsketen: preventie, preparatie, repressie en nazorg. Er wordt vanuit gegaan dat preventie (preventieve maatregelen) onderdeel vormt van de dagelijkse werkzaamheden en hun plaats hebben in de bestaande organisatiestructuur. Uiteraard is terugkoppeling gewenst. Onderdeel
Activiteiten
Preventie
Terugkoppeling van leerpunten uit andere onderdelen (preparatie, repressie en nazorg).
Preparatie
• • • • • •
Repressie
Bestrijding van calamiteiten op basis van de voorbereiding
Nazorg
• • • •
planvorming voor calamiteitenzorg (calamiteitenplannen, etc.); afstemming met netwerkpartners; interne voorlichting over calamiteitenzorg; externe voorlichting over calamiteitenzorg; opleidingen en oefeningen voor calamiteitenorganisatie; en personele invulling van calamiteitenorganisatie.
Evaluatie van de inhoudelijke bestrijding en van het verloop van de crisismanagementprocessen in- en extern; Nazorg voor medewerkers; Afronding van de communicatie over de calamiteit Verwerken van de leerpunten in de preventie en preparatie
Preventie Is onderdeel van de normale werkzaamheden van de organisatie. Leerpunten uit preparatie, repressie en nazorg dienen bekend te worden gemaakt bij de betrokken afdelingen, zodat deze verwerkt kunnen worden in de preventie. Preparatie De organisatie beschikt over documenten waarin staat beschreven: • hoe men zich voor bereid op calamiteiten, waaronder een programma voor opleidingen en oefeningen); en • de wijze waarop de organisatie optreedt bij calamiteiten waarbij aandacht voor de structuur en plannen gericht op specifieke calamiteiten. Bij bestrijding van calamiteiten is samenwerking van organisaties en instanties onontbeerlijk (het netwerk) De samenstelling van het netwerk is calamiteit-afhankelijk. Het gezamenlijk optreden dient te worden voorbereid.
38
090839
In- en externe communicatie/ voorlichting, ook tijdens periodes waarin geen calamiteiten optreden, is noodzakelijk om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen. Ruimtes en hulpmiddelen moeten beschikbaar zijn voor de calamiteitenorganisatie. Een budget moet voorzien in mogelijkheden voor planvorming, opleidingen en oefeningen en daarnaast facilitaire zaken Repressie De calamiteitenorganisatie vervult een actieve rol bij de bestrijding van calamiteiten. Er wordt gewerkt volgens vooraf vastgelegde en beoefende structuren, met gebruik van het gezonde verstand. Nazorg Het zorgsysteem voorziet tenminste in de evaluatie van calamiteiten. Evaluatie richt zich op de reconstructie van gebeurtenissen. Er wordt geëvalueerd op twee essentiële zaken: • de inhoudelijke bestrijding; en • de crisismanagementprocessen. Van belang is dat alle netwerkpartners aan de evaluatie deelnemen Activiteiten die zorgen dat medewerkers na een calamiteit de ervaringen kunnen verwerken, ter voorkoming van nadelige gevolgen privé en op het werk. Administratieve afronding richt zich op het archiveren van op waarde beoordeelde rapportages, notities, verslagen e.a. Daarnaast dienen relevante aspecten zoals personele inzet, kosten, materieel te worden geadministreerd en verwerkt. Aangegane verplichtingen, overeenkomsten en uitgegeven verordeningen en bevoegdheden te worden afgerond en / of ingetrokken.
7.5
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Roer en Overmaas
Alle producten in het kader van calamiteitenzorg zijn samengebracht in het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Roer en Overmaas. Het handboek is openbaar en voor een ieder beschikbaar. Voor de medewerkers van Waterschap Roer en Overmaas is het handboek toegankelijk via intranet. Tevens is er een digitale versie op cd-rom beschikbaar, welke in ieder geval aan de netwerkpartners ter beschikking wordt gesteld. Ten slotte is een aantal handboeken hard-copy beschikbaar als naslagwerk in de diverse werkruimten tijdens calamiteiten.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
39
Basisdocument
Supplementen
calamiteitenplan
netwerkoverzichten opleidings- en oefenplan personeelsoverzicht
afvalwater kwaliteit oppervlaktewater wateroverlast
Bestrijdingsplannen
hoogwater Maas
Toelichting Basisdocument
Het calamiteitenplan is het basisdocument en biedt een kader voor het optreden bij calamiteiten in het algemeen. Het calamiteitenplan biedt een structuur voor het optreden van de calamiteitenorganisatie, zowel bij preparatie als bij repressie.
Supplementen
Aan het plan worden naar behoefte supplementen (bijlagen) toegevoegd. Zij geven een uitwerking van de hoofdlijnen die zijn vastgelegd in het plan. Hierbij valt te denken aan een personeelsoverzichten, achtergrondinformatie over diverse netwerkpartners (zoals contactpersonen, bereikbaarheid, achtergrondinformatie etc.), een beschrijving van de voorbereiding de komende vier jaar etc.
Bestrijdingsplannen Ten slotte worden ter ondersteuning van betrokken medewerkers calamiteitenbestrijdingsplannen opgenomen. Het betreft hier aanvullende informatie en/of draaiboeken waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de bestrijding van specifieke calamiteiten.
40
090839
Bijlagen Bijlage 1 : Afkortingen Bijlage 2 : Overzichtskaart beheersgebied Waterschap Roer en Overmaas Bijlage 3 : Melding en alarmering Bijlage 4 : Opstartschema calamiteitenorganisatie Bijlage 5 : GRIP-procedure Bijlage 6 : Verzendlijst
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
41
42
090839
Bijlage 1 Afkortingen AC
Actie Centrum
ARB
Ambtenaar Rampenbestrijding
RWZI
Rioolwaterzuiveringsinstallatie
Bgm
Burgemeester
BT
Beleidsteam
CB
Coördinerend Burgemeester
CdK
Commissaris der Koningin
COPI
Commando Plaats Incident
CZS
Calamiteiten Zorgsysteem
DCC
DCC Departementaal Coördinatie Centrum
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GRIP
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
GRS
Gemeentelijke Rampenstaf
HOvJ
Hoofdofficier van Justitie
KNMI
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
MCB
Medewerker Calamiteitenbestrijding
NCC
Nationaal Coördinatie Centrum
NN
Nationaal Noodnet
NWO
Afdeling Nieuwe Werken en Onderhoud
OL
Operationeel Leider
OT
Operationeel Team
Dvd
Officier van Dienst (brandweer)
PCC
Provinciaal Coördinatiecentrum
PPC
Team Planning Peilbeheer en Calamiteitenbestrijding
PPS
Publiek Private Samenwerking
PRS
Provinciale Rampenstaf
RAC
Regionale Alarmcentrale (brandweer)
RBT
Regionaal Beleids Team
ROT
Regionaal Operationeel Team
RegCD
Regionaal Commandant van Dienst
ROC
Regionaal Operationeel Centrum
RVD
Rijksvoorlichtingsdienst
WBL
Waterschapsbedrijf Limburg
WPM
Waterschap Peel en Maasvallei
WRO
Waterschap Roer en Overmaas
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
43
44
090839
Bijlage 2 Overzichtskaart beheersgebied Waterschap Roer en Overmaas
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
45
46
090839
Bijlage 3 Melding en alarmering Bereikbaarheid Zowel tijdens als buiten kantooruren (24 uur per dag en alle dagen van de week) is het Waterschap Roer en Overmaas telefonisch bereikbaar via het volgende telefoonnummer 046-4520808 Buiten kantooruren wordt dit telefoonnummer doorgeschakeld naar een voicemailservice. Tevens is 24 uur per dag het telefoonnummer van de vuilwaterwacht beschikbaar (0800-0341) ten behoeve van meldingen van verontreiniging van oppervlaktewater. De alarmeringsprocedure en de opschalingsprocedures worden hierna schematisch uitgewerkt.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
47
COÖRDINATIEFASE 0
Melding van buiten
buiten kantoortijden
van binnen
binnen kantoortijden
Voicemail centrale / semascript Waterwachtambtenaar
Receptie kantoor Sittard Doorverbinden met meldpunt communicatie zie richtlijn 2
Waterwachtambtenaar Verifiëren melding en Beoordelen situatie zie richtlijn 1
Meldpunt communicatie
Kan ambtenaar melding afhandelen?
Afdeling Medewerker/Team
zie richtlijn 4
zie richtlijn 3
JA
zie richtlijn 5
NEE (Verifiëren melding en) beoordelen situatie zie richtlijn 6
Maatregelen noodzakelijk?
NEE
JA
Veel extra personeel / materiaal? Media aandacht? Ernstige gevolgen?
NEE
JA
Maatregelen nemen
Afdelingshoofd (OL) (volgens volgorde telefoontreintje)
Situatie onder controle?
NEE
ACTIE BEËINDIGD
48
JA
Nazorg en administratie
COÖRDINATIEFASE 1
090839
Richtlijnen, behorend bij de meldings- en alarmeringsprocedure Actie door
Actie
Richtlijn 1
Waterwachtambtenaar
Onder meer beoordelen of de melding de volgende werkdag kan worden afgehandeld; zo nodig ter plaatse een onderzoek instellen.
Richtlijn 2
Receptie
Degene die een melding heeft door te geven, wordt in het algemeen doorverbonden met het meldpunt team Communicatie Waterschap Roer en Overmaas (doorkiesnummer 046-4205718).
Richtlijn 3
Waterwachtambtenaar
Als de melding naar het oordeel van de waterwachtambtenaar zo spoedeisend is dat de volgende werkdag niet kan worden afgewacht of als hij behoefte heeft aan het oordeel van een ter zake deskundige, neemt hij contact op met een daartoe aangewezen medewerker van de betreffende afdeling of het afdelingshoofd (volgorde volgens telefoonlijst).
Richtlijn 4
Meldpunt communicatie
Het meldpunt communicatie Waterschap Roer en Overmaas registreert de melding en geeft deze bij voorkeur schriftelijk, maar in spoedeisende gevallen eventueel mondeling door aan de betreffende afdeling.
Richtlijn 5
Afdeling
Degene die de melding ontvangt, is er verantwoordelijk voor dat een daartoe bevoegde medewerker van de inhoud ervan op de hoogte wordt gesteld en de vereiste actie kan ondernemen; een melding die zich ernstig doet aanzien wordt zo spoedig mogelijk (mede) ter kennis van het hoofd van de afdeling gebracht; een belangrijke melding die niet rechtstreeks van het meldpunt afkomstig is, wordt direct aan het meldpunt gerapporteerd; onder een belangrijke melding wordt verstaan een melding die betrekking heeft op een gebeurtenis waarvan de gevolgen ingrijpend kunnen zijn of waarvan te verwachten is dat daarover meer meldingen zullen binnenkomen en/of vragen zullen worden gesteld door andere overheidsorganen of de media.
Richtlijn 6
Medewerker afdeling
Bij een melding die zich ernstig doet aanzien, wordt meteen een onderzoek ter plaatse ingesteld; zo nodig vraagt hij raad aan desbetreffende teamcoördinator/regiomanager of het afdelingshoofd.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
49
COÖRDINATIEFASE 1 Afdelingshoofd besluit i.o.m. MCB in hoeverre de calamiteitenorganisatie wordt ingericht.
Calamiteitenorganisatie wordt geactiveerd
Medewerker Calamiteiten Bestrijding (MCB) informeert voorzitter, team communicatie, waterwacht
Afdelingshoofd wordt Operationeel Leider
OT Bepaalt tactiek ter beperking van schade (draaiboek)
Begeleid het proces. Roept medewerkers op
AC Uitvoering van maatregelen Informeert betrokken gemeenten, hulpverleningsregio’s en andere partners
OT, AC Onderzoeken situatie en maken prognose
Situatie beheersbaar binnen bestaand beleid, geen bestuurlijke complicaties?
JA
NEE
OL Adviseert voorzitter tot opschalen fase 2
Maatregelen nemen
Situatie onder controle
NEE
JA
Voorzitter Besluit op te schalen naar fase 2
Afschalen en nazorg
ACTIE BEËINDIGD
MCB Evaluatie en administratie
50
COÖRDINATIEFASE 2
090839
COÖRDINATIEFASE 2
Voorzitter Roept BT bij elkaar
BT Bepaalt strategie
OT Bepaalt tactiek
AC Voert uit
BT, OT, AC Onderzoeken situatie en maken prognose
Maatregelen nemen
Situatie onder controle
NEE
JA
AFSCHALEN NAAR COÖRDINATIEFASE 1
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
51
52
090839
Bijlage 4 Opstartschema calamiteitenorganisatie Waterschap Roer en Overmaas Dit overzicht biedt een handreiking aan degenen die, na te zijn gealarmeerd wegens een (dreigende)calamiteit, belast zijn met het treffen van maatregelen om de calamiteitenorganisatie zoveel als nodig is tot ontplooiing te brengen. Het schema begint op het moment dat er sprake is van een (dreigende) calamiteit, dat kan worden bestreden binnen de dagelijkse routine van een afdeling en waarbij het afdelingshoofd/regiomanager de verantwoording voor de bestrijding heeft (coördinatiefase 0)
1.
Actor Afdelingshoofd / regiomanager / waterwachtambtenaar
Actie Zodra verwacht mag worden dat een gebeurtenis in de publieke belangstelling komt te staan en/of mede gevolgen heeft voor andere afdelingen, informatie geven over hetgeen gaande is (informatief opschalen) Informatie geven over wat er gaande is.
2.
Medewerker calamiteitenbestrijding
3.
Afdelingshoofd / regiomanager / waterwachtambtenaar
Adviseren over te gaan tot coördinatiefase 1 of zelfs 2
4.
Operationeel leider
5.
Operationeel leider
6.
Voorzitter
In overleg met medewerker calamiteitenbestrijding bepalen tijdstip bijeenkomst en samenstelling OT Informeren over instelling coördinatiefase 2 of alarmeren en adviseren tot fase 2 over te gaan en betrokken burgemeester(s) RAC ’s te informeren In overleg met operationeel leider bepalen noodzaak, tijdstip bijeenkomst en samenstelling beleidsteam
7.
Medewerker calamiteitenbestrijding
Alarmeren en oproepen teamleden OT voor 1e bijeenkomst OT
8.
Medewerker calamiteitenbestrijding
Alarmeren en oproepen om: • kantoor te openen (buiten kantoortijd) • telefooncentrale te bezetten (buiten kantoortijd) • catering te verzorgen • operationeel centrum in te richten
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
Aan te spreken Medewerker calamiteitenbestrijding
Team communicatie Waterwachtambtenaar Andere afdelingshoofden Afdelingshoofd wordt operationeel leider Medewerker calamiteitenbestrijding / Team Communicatie / Waterwachtambtenaar Teamleden
Voorzitter
Medewerker calamiteitenbestrijding Medewerker team communicatie Teamleden OT
Team ondersteuning
53
9.
Actor Teamleider voorlichting (OT)
10. 11.
Teamleiders OT Team communicatie
Actie • Informeren medewerkers • Informatie op internet plaatsen Informeren oproepen personeel. Informeren aan de hand van sitrap (periodiek te herhalen)
Aan te spreken Alle medewerkers Teamleden Media medewerkers en bestuursleden
Aandachtspunten A. Verdeling werkruimten. B. Leden BT en OT regelen aflossing van zichzelf en zijn eindverantwoordelijk voor aflossing van hun teammedewerkers in de calamiteitenorganisatie (met gebruikmaking van het personeelsoverzicht). Knelpunten bij de bezetting van functies anders dan in het BT worden gemeld aan de medewerker calamiteitenbestrijding en zo nodig door het OT opgelost C. Alle aflossingen worden gemeld bij de medewerker calamiteitenbestrijding. D. Media worden niet toegelaten tot de onder A genoemde ruimten, anders dan om (onder begeleiding van het team communicatie) te fotograferen of filmen. Interviews vinden buiten deze ruimten plaats. E. Het BT bepaalt of en wanneer het dagelijks bestuur en/of het algemeen bestuur wordt bijeengeroepen. Zodra in coördinatiefase 2 de situatie zodanig is gestabiliseerd dat kan worden afgeschaald tot coördinatiefase 1: Actor
Actie
Aan te spreken
12.
BT
Beslist over afschaling van de calamiteitenorganisatie van fase 2 naar fase 1
OT
13.
Medewerker team communicatie
Informeren medewerkers en betrokken instanties
Zodra kan worden afgeschaald naar coördinatiefase 0: Actor
Actie
14.
Operationeel leider i.o.m. OT
Beslist over afschaling van de calamiteitenorganisatie naar normale bedrijfsvoering
15.
Medewerker team communicatie
Opstellen en verzenden (laatste) sitrap met mededeling over afschaling aan betrokken instanties
Betrokken instanties en interne betrokkenen.
16.
Operationeel leider
Bepaald het moment waarop het operationeel centrum mag worden ontmanteld.
Medewerker calamiteitenbestrijding
17.
OT
Nazorg activiteiten benoemen en toewijzen aan afdelingen.
Alle afdelingen
18.
Medewerker calamiteitenbestrijding
Evaluatie en administratie afhandelen.
54
Aan te spreken
090839
Bijlage 5 GRIP-procedure De GRIP-procedure ( Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure) is in Nederland een landelijke afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor gemeenten en hulpverleningsdiensten zoals brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (waaronder ambulancediensten). De procedures regelen opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk. GRIP I Het incident is lokaal van aard en op het incidentterrein wordt eventueel een Commando Plaats Incident (COPI) ingesteld. Daarin vervult de brandweer doorgaans een leidinggevende (lees coördinerende) rol. Op bestuurlijk niveau wordt geen actie ondernomen. GRIP II Bij incidenten met effect naar de omgeving ontstaat de noodzaak om de informatievoorziening voor bestuur en bevolking te coördineren, evenals de acties van de bij de bestrijding betrokken diensten. Er wordt een Regionaal Operationeel Team (RegOT) met beperkte bezetting bemenst, onder leiding van de Operationeel Leider (OL). Het onderkomen van het RegOT is het Regionaal Operationeel Centrum (ROC). De Regionale Alarm Centrale (RAC) van de brandweer alarmeert de burgemeester. Op basis van de verkregen gegevens besluit de burgemeester tot het alarmeren van (een deel van) de rampenstaf. GRIP III Bij GRIP III zijn de effecten op de omgeving van dien aard dat invulling gegeven dient te worden aan de bestuurlijke component op gemeentelijk niveau. De Gemeentelijke Rampenstaf (GRS) wordt gealarmeerd en het RegOT wordt uitgebreid met een voor de bestrijding noodzakelijke stafbezetting. De GRS draagt zorg voor de bestuurlijke afhandeling en de voorlichting aan de bevolking. GRIP IV Bij incidenten waarbij meerdere gemeenten zijn betrokken, zal een coördinerend burgemeester worden gealarmeerd die zorg draagt voor de noodzakelijke bestuurlijke afstemming inzake voorlichting en operationele inzet. Het bestuurlijk en operationeel optreden wordt gecoördineerd vanuit één regionaal centrum. Vanuit dit Regionaal Coördinatiecentrum (RCC) wordt het bestuurlijk optreden door de coördinerend burgemeester gecoördineerd en wordt de operationele leiding uitgevoerd door de Operationeel Leider (OL). Voor het waterschap bestaat, indien nodig, de mogelijkheid om zich door een liaison in het RegOT te laten vertegenwoordigen. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Roer en Overmaas Calamiteitenplan, juni 2004 Tabel 1. opschalingniveaus algemene kolom (conform handboek voorbereiding rampenbestrijding)
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
55
56
090839
Bijlage 6 Verzendlijst Naam instantie
Adres
Plaats
Waterschap Roer en Overmaas
Postbus 185
6130 AD Sittard
Aantal
• •
voorzitter secretaris/directeur
1 ex. 1 ex.
•
adjunct-directeur
1 ex.
•
calamiteitenkast
1 ex.
• •
medewerker calamiteitenbestrijding waterwacht koffer
1 ex. 1 ex.
•
regio's
3 ex.
•
calamiteitencoördinatoren
4 ex.
Waterschapsbedrijf Limburg
Postbus 314
6040 AH Roermond
1 ex.
Waterschap Peel en Maasvallei
Postbus 3390
5902 RJ Venlo
1 ex.
Rijkswaterstaat Dienst Limburg
Postbus 25
6200 MA Maastricht
1 ex.
Brandweer Zuid-Limburg
Postbus 35
6269 ZG Margraten
1 ex.
Veiligheidsregio Noord Limburg
Postbus 11
5900 AA Venlo
1 ex.
Gedeputeerde Staten van Limburg
Postbus 5700
6202 MA Maastricht
1 ex.
Gemeente Beek, college van B&W
Postbus 20
6190 AA Beek
1 ex.
Gemeente Brunssum, college van B&W
Postbus 250
6440 AG Brunssum
1 ex.
Gemeente Echt-Susteren, college van B&W
Postbus 450
6100 AL Echt
1 ex.
Gemeente Eijsden, college van B&W
Postbus 39
6245 ZG Eijsden
1 ex.
Gemeente Gulpen-Wittem, college van B&W Postbus 56
6270 AB Gulpen
1 ex.
Gemeente Heerlen, college van B&W
Postbus 1
6400 AA Heerlen
1 ex.
Gemeente Kerkrade, college van B&W
Postbus 600
6460 AP Kerkrade
1 ex.
Gemeente Landgraaf, college van B&W
Postbus 31000
6370 AA Landgraaf
1 ex.
Gemeente Maasgouw, college van B&W
Postbus 7000
6050 AA Maasbracht
1 ex.
Gemeente Maastricht, college van B&W
Postbus 1992
6201 BZ Maastricht
1 ex.
Gemeente Margraten, college van B&W
Postbus 10
6269 ZG Margraten
1 ex.
Gemeente Meerssen, college van B&W
Postbus 90
6230 AB Meerssen
1 ex.
Gemeente Nuth, college van B&W
Postbus 22000
6360 AA Nuth
1 ex.
Gemeente Onderbanken, college van B&W
Postbus 1090
6450 CB Schinveld
1 ex.
Gemeente Roerdalen, college van B&W
Postbus 6099
6077 ZH St. Odiliënberg
1 ex.
Gemeente Roermond, college van B&W
Postbus 900
6040 AX Roermond
1 ex.
Gemeente Schinnen, college van B&W
Postbus 50
6365 ZH Schinnen
1 ex.
Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas
57
Naam instantie
Adres
Plaats
Gemeente Simpelveld, college van B&W
Postbus 21000
6369 ZG Simpelveld
1 ex.
Gemeente Sittard-Geleen, college van B&W
Postbus 18
6130 AA Sittard
1 ex.
Gemeente Stein, college van B&W
Postbus 15
6170 AA Stein
1 ex.
Gemeente Vaals, college van B&W
Postbus 450
6290 AL Vaals
1 ex.
Gemeente Valkenburg a/d Geul, college van B&W
Postbus 998
6300 AZ Valkenburg a/d Geul
1 ex.
Gemeente Voerendaal, college van B&W
Postbus 23000
6367 ZG Voerendaal
1 ex.
Unie van Waterschappen
Postbus 93218
2509 AE Den Haag
1 ex.
Waterdienst
Postbus 17
8200 AA Lelystad
1 ex.
Staatliches Umweltamt Aachen (stua)
Postfach 101555
D-52015 Aachen
1 ex.
Kreisverwaltung Heinsberg
Valkenburgerstrasse 45
52525 Heinsberg
Eisenbahnstrasse 5
D-52353 Düren
A. van de Maelestraat 96
9320 Erembodegem
Wasserverband Eifel Rur Vlaamse Milieu Maatschappij Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
58
Aantal
1 ex. 1 ex. 1 ex.
Belliardstraat 73 1040 Brussel 1 ex.
090839