C
les 1 en 2
blok 6
52 1
Kleur de percentages. Gebruik je liniaal. Gewicht
Nederland
te laag
Engeland
Italië
Kleur in balken hieronder
3%
5%
4%
normaal
55%
35%
57%
groen
te hoog
33%
38%
31%
rood
9%
22%
8%
bruin
veel te hoog
geel
0%
100% geel
Nederland
groen
Engeland
rood
C
Italië
2
bruin
Hoeveel suiker zit er in de potten, pakken en flessen? Kleur het goede percentage in de stroken. Elk vakje is 10%. a b c d
percentage suiker: aardbeienjam 38% appelsap 9% diksap 88% cola 9,5% cola light 4%
e
Appelsap
3 CD
Light
a
Reken uit. Let op: het zijn keersommen. a b 7
2,1
0,2
0,16
0,7
× 0,3
6
4,8
0,08
× 0,1
0,8
0,03
4 CD
bd
c 3
0,1
1
× 0,4
×
0,8
0,32
3
0,5
10
0,4
30 300
Tel terug.
aa
10
9,2
8,4
7,6
6,8
6,0
5,2
4,4
b
16,1
14,8
13,5
12,2
10,9
9,6
8,3
7,0
bc
18,01
15,71
13,41
11,11
8,81
6,51
4,21
1,91
even snel
blz. 116 - 119
verder
blz. 120 - 123
plus
blz. 124 - 127
computer
les 3 en 4
C
1
2 CD
53
blok 6
Appeldiksap bevat per 100 ml 88 g suiker.
Hoeveel suiker zit erin? Gebruik je rekenmachine. water
+ diksap
samen
gram suiker afgerond
% suiker afgerond
aa
100 ml
25 ml
125 ml
22
18
b
200 ml
40 ml
240 ml
35
15
c
150 ml
30 ml
180 ml
26
14
bd
225 ml
35 ml
260 ml
31
12
Hoeveel is het? 1 beker = 200 ml
1 kopje = 150 ml
1 eetlepel = 15 ml
1 dessertlepel = 10 ml
1 theelepel = 3 ml
10 ml 1,5 l
aa
b 10
kopjes
1 2
7
bd
c 10
eetlepels
3
1 3
theelepels
13
bekers
20 66
3 CD
4 CD
1 3
eetlepels dessertlepels
2 3
theelepels
Vul in. 100%
4%
12%
40%
60%
30%
bd
12
0,48
1,44
4,8
7,2
3,6
22,5
be
1,6
0,064
0,192
0,64
0,96
0,48
4,5
bf
2
0,08
0,24
0,8
1,2
0,6
100%
10%
5%
15%
25%
75%
aa
40
4
2
6
10
30
b
30
3
1,5
4,5
7,5
c
6
0,6
0,3
0,9
1,5
Maak de puzzel. In elk vakje komt een cijfer. 1 6
2 1
2
3
3
6
8 10
0
6
11
2
19
5
5
3
7
17
0
even snel
5
3
3
0
6
6
0
0
13
5
18
6 5
5
4 12
4
16
7
9
5 9
4
7
5
6
0
14
3 2
20
4
15
2 5 0
blz. 116 - 119
1 4 6 7 8 9 10 12 16 18 19 20
verder
Horizontaal 5000 – 2643. LIII in cijfers. 13 × 13. 17 × 17 + 17. Aantal seconden in 1 uur. Cijfer dat de Romeinen niet kenden. LXIV in cijfers. 10 000 – 2468. 16 × 16. 25 × 25. Som van alle getallen tot en met 100. XL in cijfers.
blz. 120 - 123
plus
1 2 3 4 5 7
Verticaal 3 × 7. Aantal dagen in een jaar. LIX in cijfers. De helft van M. 20% van 1800. Kleinste getal dat je door 12 en 9 kunt delen.
8 11 13 14 15 16 17
7 × 7 × 7 + 2 + 2. CDL in cijfers. 7 × 8. 6 × 60 – 6 × 6. 1 4 deel van M. Getal dat alleen door 5 te delen is. 5 × 13.
blz. 124 - 127
computer
C
1
les 6 en 7
blok 6
54
Vul in. Rond zo nodig af op 1 decimaal.
C
aa
2
b
bd
c
afstand in km
100
80
60
195
140
182
275
102,7
tijd in u:min
5:00
2:00
2:30
3:00
2:45
2:20
4:40
0:55
snelheid km/u
20
40
24
65
50,9
78
58,9
112
Teken de gemiddelde snelheid in de grafiek. Gebruik je liniaal. De lijnen die je gaat tekenen geven de snelheid aan. km
50
a b
40
30 c 20
10
0 2
1
aa
uur
3
Na 2 uur is 50 km afgelegd. Teken de lijn met zwart.
b Na 3
1 2
uur is 45 km afgelegd. Teken de lijn met rood.
c Na 1
3 4
uur is 25 km afgelegd. Teken de lijn met blauw.
bd
Hoe kun je zonder de lijnen te tekenen weten dat de blauwe lijn boven de rode komt te liggen? De auto die 2 keer zo lang rijdt, rijdt minder dan 2 keer zo ver.
3 CD
Verbind de Romeinse getallen met de getallenlijn.
MDCCLXXXV
1500
MDCX
MDL
1600
MDCLX
even snel
MDCCCXC
1700
MDCCCXX
MDX
blz. 116 - 119
verder
blz. 120 - 123
MCMX
1800
MDCXCV
plus
1900
MDCCXLV
blz. 124 - 127
computer
les 8 en 9
C
C
1
Vul steeds 1 bedrag in. vorig saldo
nieuw saldo
aa
€ 15,40
€ 10,30
b
€ −3,75
€ 21,25
c
€ 38,84
€ −1,11
bd
€ −0,05
€ 65,05
2
a
€ 25 € 39,95 € 85
€ 19,90
6 3 5
8 8 8
5 4 5
1 0 4 4
6 7 0 5
− 8 0
− 5 0
7 4
6 2 9
− 3 9 9
3 8 6 0
− 1 2 5 +
1 3 7 5 +
− 5 5 4 +
1 0 4 9
2 0 2 0
− 2 5 5 +
1 0 0 +
7 0 7
6 8 5
1 0 0 1 1
Wat is het verschil in temperatuur? b
bd
c
hoogste temperatuur (°C)
25
25
28
28
38,9
38,9
38,9
6,3
−3,7
laagste temperatuur (°C)
3
−3
12
−12
36,5
0
−4
−2,9
−10,1
22
28
16
40
2,4
38,9
42,9
9,2
6,4
verschil (°C)
Kleur de vakjes die gelijk zijn aan 75% rood en die minder dan 40% zijn blauw. 75 van 10
3 van
5 CD
bd
c
b
aa
4 CD
afgeschreven
4 2 0
3 8 5 3
bijgeschreven
€ 5,10
Reken uit. Denk aan geldbedragen. a
4 5 +
C
55
blok 6
0
3 van
75 1 van
25
24 van 32
9 van 12
150 va
30 van 40
4
60 van
n 200
10 van 75
4 van 3
80
6 van 8
Maak er breuken van. Vereenvoudig de breuk als dat kan.
aa
b
bd
c
25%
20%
4%
35%
40%
5%
12 12 %
65%
1 4
1 5
1 25
7 20
2 5
1 20
1 8
13 20
even snel
blz. 116 - 119
verder
blz. 120 - 123
plus
blz. 124 - 127
computer
blok 6
56
C
1
Vul in. Jelle verzendt computerbestanden per e-mail. De computer verzendt 15 kB per seconde. Hoeveel minuten en seconden duurt het? Rond zo nodig af op hele seconden.
aa
b
C
2
les 11 en 12
grootte bestand
seconden = minuten
seconden
75 kB
5
0
5
180 kB
12
0
12
300 kB
20
0
20
630 kB
42
0
900 kB
60
1
grootte bestand
seconden = minuten
seconden
1 MB
67
1
7
1,1 MB
73
1
13
2,45 MB
163
2
43
42
4,75 MB
317
5
17
0
12,3 MB
820
13
40
c
bd
Kleur in. Hoeveel procent van de bestanden is al gekopieerd? Kleur het goede deel van het balkje.
aa
Nog te kopiëren
Nog te kopiëren
X
X Resterende tijd -
Resterende tijd -
125 kB van 500 kB 25% b
3 MB van 4,5 MB 66,7%
Nog te kopiëren
Nog te kopiëren
X Resterende tijd -
Resterende tijd -
240 kB van 600 kB 40% c
X
2,1 MB van 6,3 MB 33,3%
Nog te kopiëren
Nog te kopiëren
X Resterende tijd -
Resterende tijd -
720 kB van 900 kB 80%
bd
X
2,5 MB van 12,5 MB 20%
Nog te kopiëren
Nog te kopiëren
X Resterende tijd -
Resterende tijd -
50 kB van 1 MB 5%
3 CD
X
2,55 MB van 4,25 MB 60%
Reken uit.
aa
bd
€ 50 is:
b € 12 is:
50% van € 100
10% van € 120
30% van € 200
20% van € 250
30% van € 40
100% van € 60
25% van € 200
25% van € 48
25% van € 240
2% van € 400
10% van € 500
75% van € 16
40% van € 150
2,5% van € 320
even snel
blz. 116 - 119
c € 60 is:
verder
blz. 120 - 123
€ 8 is:
plus
40% van € 20 200% van €
4
blz. 124 - 127
computer
les 13 en 14
C
1
Reken uit met je rekenmachine en vul in. Rond zo nodig af op 2 decimalen.
De Engelsen gebruiken veel andere maten dan wij, zoals de inch, de foot, de yard en de mile. Je weet al dat 1 inch 2,54 cm is.
1 foot (ft) = 12 inch 1 yard = 3 ft 1 mile = 1760 yard
aa
2 CD
a
1 ft
=
30,48
cm
b 1 yard =
2 ft
=
60,96
cm
5 yard =
457,2
5 inch =
12,7
cm
1 mile =
1609,34
15 inch =
38,1
cm
5 mile =
8,05
Afmetingen:
Afmetingen:
Afmetingen:
cm 40
Oppervlakte:
10 cm 96
bij
Omtrek: cm2
16
cm
52
Oppervlakte:
bij
Omtrek:
160 cm2
1 cm =
0,39
inch
cm
1 dm =
0,33
foot
m
1m =
1,09
yard
km
1 km =
0,62
mile
bd
6
cm
bc
m
c
Omtrek:
3 CD
0,91
Wat zijn de afmetingen als de schaal 1 : 4 is? Vul ook de omtrek en oppervlakte in. a b
8 bij 12
57
blok 6
Afmetingen: 10
32
Oppervlakte:
cm
9,6 bij 10,8
cm 60
Omtrek: cm2
cm
40,8
Oppervlakte:
cm 103,68
Reken uit. Dit is een overzicht van de telefoongesprekken van Max de Groot met datum, starttijd, gespreksduur in uren, minuten en seconden en de kosten van elk gesprek in euro’s.
aa
Kleur het duurste gesprek rood.
datum
starttijd
gespreksduur
kosten
01 – 01 – 09
00:02:30
00:01:35
0,0947
b Kleur het kortste gesprek blauw.
02 – 01 – 09
14:08:40
00:00:18
0,0520
c Het langste gesprek eindigde op:
06 – 01 – 09
10:33:04
00:34:41
1,1970 duurst
06 – 01 – 09
15:57:06
00:00:09
0,0470 kortst
07 – 01 – 09
09:50:43
00:02:52
0,1375
07 – 01 – 09
18:16:38
00:00:10
0,0476
09 – 01 – 09
18:57:53
00:13:25
0,4888
10 – 01 – 09
11:10:27
00:25:54
0,0000
10 – 01 – 09
18:02:59
00:04:50
0,0000
11 – 01 – 09
18:50:37
00:06:22
0,0000
12 – 01 – 09
12:00:19
00:03:23
0,1547
12 – 01 – 09
16:12:40
00:03:31
0,1591
12 – 01 – 09
19:31:20
00:21:39
0,7629
13 – 01 – 09
17:10:16
00:01:33
0,0936
14 – 01 – 09
20:57:18
00:12:45
0,4666
even snel
blz. 116 - 119
verder
11:07:45 Rond bij d en e af op 2 decimalen.
bd
Het gesprek op 14 januari kostte omgerekend
be
blz. 120 - 123
3,66
cent per minuut.
Het langste gesprek kostte omgerekend 3,45
plus
cent per minuut.
blz. 124 - 127
computer
cm2
C
1
les 16 en 17
blok 6
58
Reken uit en vul in. De schaal is 1 : 2000.
aa
De windmolen op de tekening is zonder wieken
b In werkelijkheid is hij c De wieken zijn
bd
100
40
5
cm hoog.
m hoog.
m lang.
Kruis aan: waar of niet waar? De diameter (middellijn) aan de voet van de molen is minstens 4 m.
C
× ▫ ▫ 2
waar niet waar
Vul in. Rond af op hele euro’s of hele m2. Als je zonnepanelen hebt, verbruik je minder gas. Hoeveel geld bespaar je zo per jaar?
aa
3 CD
4 m2
12 m2
10 m2
15 m2
17 m2
besparing per jaar
≈ € 235
≈ € 705
≈ € 588
≈ € 881
≈ € 1000
Wat is de rest als je alles deelt door 10 en 100? Vul in. b
bd
c
120
102
167
2000
2050
2005
10
19
419
2419
2019
2079
rest bij: 10
0
2
7
0
0
5
0
9
9
9
9
9
rest bij: 100
20
2
67
0
50
5
10
19
19
19
19
79
Zet in de uitkomsten de komma op de goede plek. Reken zonder rekenmachine.
aa
3,9 + 17,241 = 2 1 , 1 4 1
b
5,3 × 2,7 = 1 4 , 3 1
5,15 + 0,064 = 5 , 2 1 4 36,06 – 21,6
21,8 × 9,42 = 2 0 5 , 3 5 6
= 1 4 ,4 6
3,71 × 0,51 = 1 , 8 9 2 1
310,4 – 1,58 = 3 0 8 , 8 2 c
0,9 × 3,14 = 2 , 8 2 6
bd
74,4 : 12 = 6 , 2
128
111,6 : 9 = 1 2 , 4 84
× 25
= 3 2 0 0 ,0
8,75 : 0,25 = 3 5 , 0 0
: 60 = 1 , 4
0,567 : 3
112,23 : 4,3 = 2 6 , 1
5 CD
bd
c
oppervlakte
aa
4 CD
b
= 0 ,1 8 9
0,25 × 5,4 = 1 , 3 5
Vul in.
aa
bc
b :
30
6
3
1
1 2
5
10
30
60
even snel
blz. 116 - 119
: 5
verder
5
2
1
2
1 2
1 2
1 5
10
25
blz. 120 - 123
: 160
plus
4
40
400
4000
40
4
0,4
0,04
blz. 124 - 127
computer
les 18 en 19
C
1
a
Kleur de genoemde vakken. a Kleur B3 en C4 rood. b Kleur C2 en C1 blauw. c Kleur D6 en D5 groen. d Kleur met geel 5 vakjes zodat een plusteken (+) ontstaat. Kleur dan nog een keer 5 vakjes voor nog een plusteken.
b
1
bl
2
bl
+
3
ro
+
+
4
+
ro
+
+
+
gr
5
Welke coördinaten hebben die vakken?
blok 6
+
6
Het eerste plusteken: D2, C3, D3, E3, D4
+ A
59
+
gr
B
C
D
E
C
Het tweede plusteken: B4, A5, B5, C5, B6 Deze antwoorden mogen ook omgedraaid zijn.
2
Teken lijnen in een rooster. Teken een blauwe lijn door de punten (1,0), (1,1), (1,2), (1,3) en (1,4). b Teken een groene lijn door de punten waarvan de tweede coördinaat 3 is. c Teken een rode lijn door de punten (–3,0) en (3,–2). d Door welk punt met hele coördinaten gaat de rode lijn nog meer? (0,–1)
aa b
5 4 b: groene lijn 3 2 1 –5
–4
–3
–2
0
–1
1
2
4
3
5
–1 c: rode lijn
–2 –3 –4 –5
3 CD
a: blauwe lijn
Vul in.
aa
b
artikel
prijs €
korting €
korting %
koelkast
€ 298
€ 29,80
10
€ 138
magnetron
€ 149
€ 7,45
5
6
€ 329
spelcomputer € 365
€ 14,60
4
€ 276
4
€ 264,96
fotocamera
€ 276
€ 41,40
15
wasmachine
€ 825
12
€ 726
wasmachine
€ 825
€ 16,50
2
stofzuiger
€ 138
7
€ 128,34
stofzuiger
€ 138
€ 48,30
35
artikel
prijs €
korting % uitverkoopprijs €
koelkast
€ 300
5
€ 285
magnetron
€ 150
8
spelcomputer € 350 fotocamera
even snel
blz. 116 - 119
verder
c
bd
blz. 120 - 123
plus
blz. 124 - 127
computer
C
C
les 21 en 22
blok 6
60 1
Teken vlakken in de kubussen. De eerste 2 kubussen worden doormidden gedeeld door een vlak. Teken in de andere kubussen ook zulke vlakken. Kies steeds een andere manier.
2
Kijk naar deze zeshoeken. Je kunt ze ook als kubussen zien.
a Geef het voor- en achtervlak b Geef het onder- en bovenvlak dezelfde kleur. dezelfde kleur. De antwoorden bij a en c mogen omgedraaid zijn.
3 CD
Welke maat hoort hierbij?
aa 50 cm = 3m
1 2
m
= 30 dm
g =
1 4
kg
c 500
cl = 5 l
600
g =
0,6 kg
40
cl = 4 dl
0,5 kg = 500
6 dm = 600 mm
bd
b 250
0,2 m = 20 cm
4 CD
c Geef de 2 overgebleven vlakken dezelfde kleur.
4000
kg =
4
g ton
2
dm2
20 000 cm2 =
2
m2
2 cm2 = 200
0,3 hl = 30 l 400
200 cm2 =
20 dm2 =
ml = 40 cl
mm2
0,2 m2
Reken uit en vul in.
aa € 50 is:
b € 20 is:
bd
c € 70 is:
€ 36,90 is:
10% van € 500
25% van € 80
35% van € 200
9% van € 410
50% van € 100
200% van € 10
140% van € 50
150% van € 24,60
even snel
blz. 116 - 119
verder
blz. 120 - 123
plus
blz. 124 - 127
computer
C
les 23 en 24 1
a
2
Verschuif de letters langs de pijlen.
aa
C
3
61
Maak de trap naar links af. a Teken de eerste tree van de trap af. Er is al een begin gemaakt. b Teken de volgende tree. c Maak de trap verder af.
b
C
blok 6
b
bd
c
a
Teken de kubussen verder af. Van elke kubus zijn 3 of 4 hoekpunten bekend. a b c
bd Schets zelf een paar kubussen met verschillende aanzichten. Meer antwoorden.
even snel
blz. 116 - 119
verder
blz. 120 - 123
plus
blz. 124 - 127
computer