Secretariaat 'Boeddhistische Unie Nederland' Postbus 17286 1001 JG Amsterdam Betreft: Open brief aan waarnemend voorzitter André Kalden Maasland, 25 oktober 2011 Beste André, Het waren grote woorden, die je ruim twee maanden geleden als waarnemend voorzitter van de 'Boeddhistische Unie Nederland' (BUN) sprak. Ik citeer de notulen van de algemene ledenvergadering van 6 augustus jl.: Hij [André Kalden] plaatst daarbij de opmerking dat hij, die juist de open dialoog met kritische volgers van de BUN als Rob Hoogendoorn [sic] steeds centraal stelde, zich zwaar gepakt voelt door het in het geniep samen optrekken van Rob Hoogendoorn [sic] en Richard de Jongh. Dat deugt zowel op persoonlijk vlak als op bestuurlijk vlak niet [jouw curs.]1
Toe maar André, dacht ik, toen derden me hierop aanspraken. Het is me wat. En nog cursief gedrukt ook! Ik zou het laten lopen, ware het niet dat ik kort daarop kennis nam van een ander, ook van jou afkomstig citaat, onder het kopje 'Juist spreken': Daarnaast hebben we als bestuur de intentie uitgesproken het voorbeeld te geven in het juiste spreken door niet te spreken in termen van negatieve kritiek, maar vanuit verwoording van een eigen behoefte en respect voor de behoefte van de ander.2
Kennelijk valt dat 'juiste spreken' niet iedereen ten deel. In datzelfde bericht namelijk beticht je oud-voorzitter Richard de Jongh van het zenden van 'zwartboeken', en het onnodig publiekelijk schade aanrichten aan individuen. De ironie wil dat jij zelf als bestuurslid ten overstaan van de leden stelselmatig weigert in te gaan op de inhoud van Richard's brieven aan het Commissariaat voor de Media (CvdM) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Zo vermijd je iedere discussie over jouw eigen aandeel [mijn curs.] in Richard's besluitvorming en is het makkelijk roepen. Wie binnen de BUN zal jouw versie van de geschiedenis nu nog openlijk betwisten, nietwaar? Gelukkig spreken de feiten voor zich. Eerst distantieerde je je als bestuurslid ten overstaan van het CvdM en de DJI van Richard's brieven zonder kennis te hebben genomen van de precieze inhoud. Vervolgens belegde je als bestuurslid –in weerwil van Richard's uitdrukkelijke bezwaar daartegen– een ledenvergadering bewust tijdens diens afwezigheid wegens vakantie. Tegelijk bepaalde je als bestuurslid dat tijdens deze vergadering niet op de inhoud van Richard's brieven mocht worden ingegaan. Inmiddels liet je als waarnemend voorzitter weten dat het bestuur helemaal niet meer over deze inhoud wil spreken, omdat de Boeddha zou hebben geleerd dat je niet mee kunt gaan in meningen 'alleen maar omdat je het er mee eens bent. Dit weerhield je er niet van je 'eigen observaties, meningen en verbeterpunten' aangaande de 'zwartboeken' met de 'Werkgroep 1 2
BUN - Notulen ALV, 6 augustus 2011. Kalden - Brief aan de BUN-leden, 23 september 2011.
-1-
Lotusbloem' te delen. De leden zelf moeten het met diskwalificaties doen: 'zwaar gepakt'; 'in het geniep', en 'dat deugt zowel op persoonlijk vlak als op bestuurlijk vlak niet' [jouw curs.] Kennelijk vormt voor jou als bestuurslid niet het spreken over de inhoud van Richard's brieven het probleem, maar het idee van een open discussie over die inhoud. Die vermijd je liever, en dat is niet zo verwonderlijk. Een open discussie kan namelijk vragen oproepen, met name over jouw eigen functioneren binnen het bestuur van de BUN. En dat brengt me bij mijn antwoord op jouw suggestie als zouden Richard en ik 'in het geniep' samen hebben opgetrokken, en om die reden niet deugen. Ik zeg het je maar alvast: dat is een opzettelijk misleidende voorstelling van zaken, die makkelijk te weerleggen valt. Want wat zijn de feiten? Daarvoor moeten we terug naar de zomer van 2010. Ik was degene die Richard destijds bij jou heeft geïntroduceerd. Richard en jij hebben daarop een afspraak gemaakt en elkaar bij jou thuis uitgebreid gesproken. Medio januari 2011 heb jij Richard gevraagd het BUN-voorzitterschap in overweging te nemen. Toen deze daarmee instemde heb je mij gevraagd tekstfragmenten aan te leveren voor een profiel van Richard dat jij de leden wilde laten toesturen. Je hebt mij als kandidaat-bestuurslid toen ook gevraagd een zgn. Pipl-profiel te verwijderen waaruit bleek dat Richard en ik beiden bestuurslid waren van de stichting MindRealm. Dit met het oog op de zoekresultaten die de naam Richard de Jongh in Google zou kunnen opleveren. Omdat MindRealm een slapend bestaan leidde en het bestuur op het punt stond de stichting op te heffen heb ik daar aan meegewerkt. Zelf heb ik tegenover helemaal niemand mijn vriendschap met Richard verhuld of verzwegen, ook niet toen hij BUN-voorzitter was. Kortom, de enige die de tussen mij en Richard bestaande vriendschap van meet af aan bewust verhulde was jij, André! Toen Richard afgelopen voorjaar een groep adviseurs om zich heen verzamelde weerhield dit je er niet van in te stemmen met mijn lidmaatschap van dit gezelschap. Je hebt steeds geweten dat Richard naast mij –ook na de ALV in juni, ook na het verzenden van zijn brieven– ook andere adviseurs raadpleegde. Net als Richard deed je tot afgelopen zomer zelf voortdurend een beroep op mijn expertise. Je maakte –en maakt, schat ik– daarnaast veelvuldig gebruik van het door mij opgebouwde archief. Met het onderhouden van een dialoog met kritische volgers had dit alles niets te maken, hè André? Het kwam er eerder op neer dat jij zelf behoefte aan betrouwbare informatie had, en aan een klankbord. We kennen elkaar immers al jaren. Je bent er lang mee doorgegaan mij te raadplegen, ook nadat Richard zijn brieven aan het CvdM en de DJI had verzonden. Dat dit je nu minder goed uitkomt begrijp ik, maar het zegt wel iets over jou. Kun je je herinneren dat ik je in de week voorafgaand aan de verzending van Richard's brieven heb gewaarschuwd voor de snel toenemende verwijdering tussen hem en de rest van jullie bestuur? Herinner je je mijn beschrijving van een scène uit 'The Sopranos' nog? Ik heb je toen met zoveel woorden gezegd dat er binnen het bestuur een situatie dreigde te ontstaan waarin Richard zich genoodzaakt zou zien zijn eigen verantwoordelijkheid als voorzitter te nemen. Dat je die waarschuwing ter harte nam bleek toen je Richard op het allerlaatste moment nog enkele gearceerde documenten stuurde, en hem opdroeg deze aan het CvdM en de DJI te overhandigen. Van je latere 'principiële' bezwaren bleek toen helemaal niets.3 3
Kalden - Uitgeprint meenemen en achterlaten, 26 juni 2011.
-2-
In het licht van al deze feiten is jouw voorstelling van zaken wel erg ver bezijden de waarheid, vind je niet? Je hebt altijd van Richard's en mijn vriendschap geweten. Je hebt hem zelf als voorzitterskandidaat benaderd. Je hebt het bestaan van die vriendschap zelf tegenover de leden verhuld. Je stemde volledig in met mijn lidmaatschap van de adviescommissie, en maakte zolang het van pas kwam gretig gebruik van mijn diensten. Je wist ook dat Richard zich tot op het laatst liet adviseren door anderen dan mij alleen. En zelf steunde je Richard's interventie ten opzichte van het CvdM en de DJI zonder voorbehoud en met raad en daad. Waarom is het nu zo ironisch dat uitgerekend jij als bestuurslid, als waarnemend en kandidaat-voorzitter niet openlijk wilt ingaan op de inhoud van Richard's brieven? Omdat juist jouw houding en gedrag als bestuurslid de doorslag gaven in Richard's besluit deze brieven ook daadwerkelijk te verzenden. Omdat jouw bestuur Richard het spreken met de leden onmogelijk heeft gemaakt, zal ik mijn waarneming daarvan graag met hen delen. De eerste belangrijke factor in Richard's besluitvorming was de volgende: je hebt Richard meer dan eens voorgehouden dat je je best voor de BUN wilde inzetten, mits je als freelancer op een redelijke manier in een inkomen zou kunnen voorzien. Je dacht daarbij zelf aan een (interim-)functie bij de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS). Deze zou je dan in staat stellen, meende jij, tegelijk orde op zaken te stellen bij de BOS en de BUN. Dat je je met zo'n vermenging van belangen en verantwoordelijkheden zou overgeven aan precies hetzelfde gedrag dat je anderen verweet leek jou daarbij te ontgaan. Je vasthoudendheid terzake zaaide bij Richard twijfel over de zuiverheid van je motieven. Weet je nog wanneer jij en ik het hier voor het eerst over hebben gehad? Dat gesprek vond plaats voordat je in januari 2011 toetrad tot het BUN-bestuur. Je vroeg me toen of het gezien je belangstelling voor de functie van (interim-)directeur van de BOS verstandig was bestuurslid van de BUN te worden. Zou je later geen (schijn van) belangenverstrengeling kunnen worden verweten? Herinner je mijn antwoord ook? Ik zei toen dat jij, gezien je rechtstreekse inbreng in de hervorming van de BUN, de schijn van belangenverstrengeling nooit meer zou kunnen vermijden. Aan jou was dat inzicht kennelijk niet besteed. Een tweede factor was je houding en gedrag tijdens en na de ALV in juni 2011. Zonder dat het bestuur (te weten Richard, Rinus, Wanda en jij) zich had kunnen beraden op het verloop en de uitkomst van de ALV voegde jij je –alle Richard's oproepen tot terughoudendheid en overleg negerend– volledig naar de dadendrang van niet-bestuurslid Bert Koopmanschap. Als niet-bestuurslid was Bert –al Richard's oproepen tot terughoudendheid en overleg negerend– druk doende rechtstreeks belanghebbenden de ruimte te geven de 'onafhankelijke' werkgroep naar hun hand te zetten. Weet je nog wat ik jou en andere bestuursleden toen heb voorgehouden? Ik heb jullie gevraagd na te denken over het antwoord op de volgende vraag: waarom maakten de rechtstreeks belanghebbenden die deze ALV naar hun hand zetten het bestuur wel volledig met de grond gelijk, maar stuurden ze het niet weg? Mijn antwoord was: de enige reden daarvoor is dat een vertrek van het BUN-bestuur de rechtstreeks belanghebbenden in het licht van de evaluatie door de DJI slecht uitkwam. Men had jullie nodig als stroman, en dat bleek een paar dagen later al. Zo bezien paste jullie aanblijven volledig in een bestaand patroon: het bestuur van de BUN richt zich naar belangen, niet naar beginselen. De leden zitten erbij en kijken ernaar, en
-3-
rechtstreeks belanghebbenden doen er hun voordeel mee. Gezien de missie van jullie bestuur –het herstel van bestuurlijke hygiëne binnen de BUN– gaf dat alle reden tot bezinning, en zelfs tot aftreden. Maar aan jou was dat inzicht kennelijk niet besteed. De derde en doorslaggevende factor in Richard's besluitvorming was jouw evidente bereidheid mee te gaan in het door Varamitra gedane voorstel dat ertoe strekte dat het bestuur –als door hem gesouffleerde stroman– staatssecretaris Teeven van Justitie bewust zou misleiden over de aanwezigheid van geldige redenen tot uitstel van de evaluatie van de samenwerking met de DJI. Hiermee ging Varamitra als ambtenaar zelf ver over de schreef. Het kwam hem niet veel later op een aangifte van integriteitsschendingen te staan. Maar aan jou was deze afweging kennelijk niet besteed. Ik weet uit eigen waarneming dat deze drie factoren, die alle rechtstreeks te herleiden zijn tot jouw opvattingen en gedrag als bestuurder, de doorslag gaven in Richard's besluit zijn eigen verantwoordelijkheid als voorzitter te nemen. Richard meende dat hij als voorzitter niet eens meer kon instaan voor de integriteit van zijn eigen bestuur, laat staan voor de BUN als geheel. Zoals hij bij zijn aftreden bekend maakte: door Richard's bestuur zijn ernstige misstanden en een gebrek aan zelfreinigend vermogen vastgesteld. Hij heeft deze ook bij de verantwoordelijke overheden gemeld. Richard trad af omdat hij als BUN-voorzitter niet langer in staat was invulling te geven aan zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid zonder zijn integriteit als boeddhist en burger te compromitteren. En jij bent daar als bestuurder medeverantwoordelijk voor. De ironie hiervan kan je toch niet ontgaan, André? Door zelf een open discussie over Richard's gefundeerde bezwaren onmogelijk te maken –eerst binnen het bestuur, later tegenover de leden– onttrok je niet alleen je eigen gedrag aan kritische waarneming, maar legitimeer je precies díe patronen die je zélf zo kwalijk vond. Je hebt je door een nietbestuurslid laten vangen in een discours dat het jouwe niet was. Wie zichzelf eenmaal tot spreekbuis van de Boeddha heeft gemaakt kan moeilijk terug. Wat 'juist spreken' aangaat had jij als waarnemend BUN-voorzitter de lat niet hoger kunnen leggen. Het is een loffelijk streven, met één belangrijk nadeel: je mag als (waarnemend) voorzitter zelf worden gemeten naar de maat die je anderen neemt. Wie nuchter de feiten op een rij zet moet vaststellen dat jouw lezing van 'juist spreken' geen ruimte biedt aan hoor en wederhoor. Eerst maakte je een open, inhoudelijke discussie over zaken van evident belang met Richard de Jongh en de leden onmogelijk. Vervolgens deed je tegenover de leden zijn brieven af als een 'zwartboek', en beschuldigde je hem van het opzettelijk beschadigen van personen. En nu blijkt dat je probeert Richard's interventie voor te stellen als een stiekeme tweemansactie waaraan jij part noch deel had, en waarmee het 'bewijs' zou zijn geleverd dat zowel hij als ik niet deugen. Zijn jou ook uitspraken van de Boeddha over 'juist spinnen' bekend, André, of kwam dat in die tijd nog niet voor? Groet, Rob Hogendoorn
-4-
Verslag extra Algemene Ledenvergadering (ALV) van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) op zaterdag 6 augustus 2011 bij het Maitreya Instituut, Brouwersgracht 157 te Amsterdam. Aanvang 13:00 uur Aanwezig: Ujukarin (BCAmsterdam Triratna en BCArnhem Triratna), Femke Merkx en Karin Pronk, (BCHaaglanden), Jan Kapteijn (Jewel Heart), Pema Norbu (Rigdzin Community Nederland), Hans Gijsen en Anneke Seelen (Stichting Inzichts Meditatie), Liang Tjoa (Kadam Chöling), Adi Ichsan (Sangha Metta), Jos Mul (Phuntsok Chö Ling), Flip Kolthoff (Shambhala), Aad Verboom (Dhammadipa), Jan van der Veer (Naropa Instituut), Daan Meerburg (Rigpa Nederland), Mark Schalken (Zen Centrum Amsterdam), Ronald de Caluwé (Maha Karuna Ch'an), Peter den Hollander (Zen River en Zen Spirit), Moniek Nooren (Sayagyi U Ba Khin), Paula de Wijs (Maitreya Instituut Amsterdam), Maarten de Vries (Maitreya Instituut Emst), Rob Janssen en Jan de Breet (SVB), Marleen Smit (St. Noorderpoort). Afwezig: Dzogchen Community Nederland, Inzicht & Bevrijding, Bön Garuda Foundation, Sakya Thegchen Ling, Diamantweg Boeddhisme, St. Vipassana Meditatie Groningen, Karma Eusel Ling, Karma Deleg Chö Phel Ling, Padma Ösel Ling, Diamantweg Boeddhisme Karma Kagyu Linie, European Zen Center, F.G.S. He Hwa Tempel, De Dharmatoevlucht, International Zen Center Noorder Poort, Lama Gangchen International, Metta Vihara, Bodhisattva, Leven in Aandacht, Sakya Thegchen Ling, Vipassana Meditatie Groningen, Vietnamese Boeddhistische Samenwerking, Suiren-ji, Zendo de Drie Juwelen. Er zijn 23 stemgerechtigden. Bestuur: André Kalden (vice-voorzitter), Rinus Laban (secretaris), Wanda Sluyter (penningmeester, Zen.nl Eindhoven), Bert Koopmanschap (kandidaat-penningmeester). Afwezig: Richard de Jongh(voorzitter). Verslag: Liesbeth Vermeulen (Tekstbureau Vlijtige Lies) 1. Opening vergadering. André Kalden opent de vergadering en heet allen welkom. Er worden drie minuten stilte gehouden. 2. Benoeming van André Kalden tot voorzitter voor de duur van de vergadering André licht toe dat de avond voorafgaande deze vergadering de voorzitter Richard de Jongh rond 22:00 uur een mail stuurde met de mededeling dat hij zich terugtrekt als voorzitter van de BUN. Omdat het op dat moment te laat was om deze vergadering af te zeggen en omdat de leden (en niet het bestuur) formeel deze extra ALV uitgeroepen hebben vindt deze extra vergadering toch plaats. Het bestuur had voor deze dag echter wel een andere vergadering voorbereid waarin Richard de Jongh verantwoording zou afleggen aan de leden. Het bestuur dacht dat de voorzitter in Nederland was en heeft er alles aan gedaan om hem uit te nodigen en te kunnen horen. Een lid vraagt om toelichting en de secretaris leest hierop een deel van de mail van Richard de Jongh voor. André Kalden wil afspraken maken over het verloop van de vergadering, zo heeft het de voorkeur van het bestuur om niet in te gaan op alle details maar om de inhoud over te laten aan de werkgroep die de verhouding met BZI/BOS onderzoekt. Wat wel kan aan de orde dient te komen is waarom er een extra ALV is aangevraagd. Een lid vraagt naar wie Richard de Jongh een persbericht heeft gestuurd waarop de secretaris aangeeft dat deze dat niet weet omdat deze mail in bcc (blinde kopie) is gestuurd. In de mail staat dat hij aftreedt, maar is blijkbaar niet aan alle leden gestuurd. De secretaris leest voor welke leden
1
om een extra ALV hebben gevraagd. Dat waren meer dan 10% van de leden die statutair nodig zijn om een extra ALV uit te roepen. (BonGaruda, Dhammadipa, Jewel Heart, MahaKarunaCh'an, Maitreya, Shambhala, Rigpa, Triratna, VipassanaGroningen, Zen River) Hans Gijsen geeft aan dat het ontslag aanvaarden in principe voorbarig is omdat er nog geen open dialoog is geweest. Hij betreurt het dat Richard de Jongh niet aanwezig is. Daan Meerburg merkt op dat de brieven die Richard de Jongh stuurde aan het Ministerie van Justitie ervoor hebben gezorgd dat het vertrouwen aan twee kanten is weggevallen. “Uit de notulen van de bestuursvergadering bleek dat hij andere bestuursleden daarover niet raadpleegde. Richard de Jongh had klaarblijkelijk geen vertrouwen meer in de ALV en het bestuur. Wij hebben daardoor nu geen vertrouwen meer in hem. De vorige ALV was afgesproken om geen actie richting de overheid te ondernemen en dat is niet gebeurd. Omdat de voorzitter is afgetreden doet de inhoud van de brieven niet meer ter zake.” Aad Verboom heeft de motie voor deze extra ALV gesteund. Hij vraagt zich af hoe we met elkaar om gaan. “We geven een slecht voorbeeld aan de samenleving en het is jammer dat Richard de Jongh er niet is”. Paula de Wijs steunde ook de brief: “Er is gebrek aan vertrouwen, hoewel zijn motivatie wel goed was. Ik denk dat we er ook inhoudelijk iets mee moeten”. Diverse leden merken op dat er een gebrek is aan vertrouwen. Richard de Jongh maakte vergissingen door niet via de ALV of het bestuur te handelen. De voorzitter stelde zich boven het bestuur en de ALV en dat is een slechte positie. De verhoudingen van de BUN met BOS/BZI is echter wel de reden dat we hier zitten, hetgeen bovenmatig veel energie kost. Er wordt geconstateerd dat de afspraken met de ALV zijn geschonden, iets wat voor veel leden onbegrijpelijk is. Er wordt vanuit de ALV gevraagd of Richard de Jongh de brieven heeft gestuurd zonder akkoord van het bestuur? André Kalden geeft hierop een toelichting. “Richard de Jongh voelde een eigen verantwoordelijkheid, ook t.o.v. zijn relatie met het Commissariaat voor de Media. Richard de Jongh mocht hier verslag doen tijdens de vorige ALV, maar hij ging daarna echter veel verder. Ik was verbijsterd dat Richard de Jongh geen vertrouwen had in de werkgroep, de ALV en het bestuur. Ik vond dat hij dan moest vertrekken, maar Richard de Jongh had het contact al verbroken. Richard de Jongh vond de ALV gecorrumpeerd omdat de BZI en de BOS erin vertegenwoordigd waren en een grote rol speelden in de sfeer. In de vereniging is de ALV echter het hoogste orgaan. Misschien was de besluitvorming rond de vorming van een werkgroep vorige ALV niet helemaal goed, maar Richard de Jongh was zelf de voorzitter van die vergadering. Hij had staande vergadering kunnen inbrengen dat de besluitvorming hem te slordig verliep en dat hij de besluitvorming in de ALV teveel beïnvloed vond door BOS en BZI. Ook had hij staande de vergadering afstand kunnen nemen van het besluit geen contact met het CvM te mogen opnemen, of dit besluit kunnen nuanceren. Dat heeft hij niet gedaan. Hans Gijsen merkt op dat volgens de bestuursnotulen Rinus Laban eerst positief reageerde maar later omdraaide. Rinus licht toe hoe een en ander verliep in het contact met Richard de Jongh. Toen hij Richard de Jongh sprak had deze de bewuste brieven al per koerier verstuurd. Rinus is met Richard de Jongh opgetrokken in het proces inzake BOS/BZI. De contacten met deze instellingen verontrustte Rinus en hij was geschrokken van de reactie van BOS/BZI naar het bestuur. Richard de Jongh is lang heel netjes opgetreden. Rinus was blij dat het bestuur een formeel standpunt in deze kwestie in nam, omdat deze er nog niet was geweest. Later is Richard de Jongh helemaal solo gegaan en heeft toen geen dialoog meer gezocht waardoor hij de grip op de werkelijkheid heeft verloren. André Kalden is in de beginperiode van het voorzitterschap van Richard de Jongh twee maanden op retraite geweest. In die tijd hebben Rinus en Richard de Jongh samen de dossiers BZI en BOS opgepakt en zijn ze tevens samen ergens doorheen gegaan. Rinus was geschrokken van het feit dat er bij beide BUN-gelieerde instellingen behoorlijk pittig werd gereageerd op de poging tot dialoog. In eerste instantie was zijn reactie op het initiatief van Richard de Jongh positief vanwege loyaliteit en vanwege de eerdere ernstige en in zijn ogen onvoorstelbaar afwijzende reacties vanuit BOS/BZI. Er wordt aangeven dat er een verschil is
2
tussen een primaire reactie en een secundaire. Hier heeft Rinus secundair wel direct een correctie uitgevoerd. Rinus: “Binnen drie uur nadat we formeel van de actie van Richard de Jongh hadden vernomen hebben we als bestuur actie ondernomen naar het Commissariaat en het Ministerie”. Hans merkt op dat het Commissariaat alle brieven verzameld heeft en nog met een reactie komt. Bert Koopmanschap merkt op dat het Commissariaat een gesprek wil met het hele bestuur. Het bestuur heeft daarop gezegd hiermee te willen wachten tot het rapport van de werkgroep aan de ALV is uitgebracht. André geeft aan dat de BOS ‘ons kind’ is en dat de mensen die er werken handelen binnen een binnen de BUN geïnitieerde en mede gecreëerde -omgeving. Varamitra werkt echter voor een overheidsinstelling, Justitie. Ook wordt aangegeven dat sommige brieven gaan over werknemers. De directeur van de BOS, Gertjan Mulder, heeft het dossier van Richard de Jongh overigens aan de integriteitcommissie van de omroepen gegeven. Femke Merx: “De voorzitter handelde buiten zijn bevoegdheid, wat is de rol van het bestuur hierin, is er goed gehandeld?” Het bestuur geeft aan dat Richard de Jongh een rol aan nam als klokkenluider in plaats van als voorzitter. Er wordt vanuit de ALV gevraagd of het bestuur niet eerder had gezien dat het fout ging. Wanda Sluyter geeft daarop het antwoord dat we elkaar als bestuur onderling willen steunen en sturen. Ze geeft aan dat Richard de Jongh zijn presentatie voor de ALV van 11 juli jl. drie dagen ervoor aan haar stuurde en dat hij daarin meteen begon over strijd. Wanda suggereerde dit anders aan te pakken maar hij wilde dat toch op die manier doen. Na de ALV was Richard de Jongh sterk aangedaan. Het bestuur heeft na de ALV nog samen gegeten en later stuurde Richard mails aan Wanda tijdens haar retraite, dat vond ze al vreemd en volgens haar is hij toen gaan ontsporen. Wanda vervolgt: “We hebben een bestuursvergadering belegd omdat we hem een kans wilden geven, maar het ging van kwaad tot erger.“ Bert Koopmanschap vult aan: “Sinds kort ben ik pas bij de ALV betrokken als kandidaat-bestuurslid. Richard de Jongh werd solistisch en op een gegeven moment vertrouwde hij niets meer, het escaleerde, ik wilde hem nog spreken maar dat is niet meer gelukt.” Vanuit de ALV wordt de opmerking gemaakt dat het jammer is dat er niet eerder is ingegrepen. Rinus Laban geeft aan dat Richard de Jongh in het begin heel goed gehandeld heeft, iets wat ook gebleken is bij het Ministerie en het Commissariaat. Rinus vervolgt: “Hij heeft zich lang heel correct gedragen, ook tijdens alle gesprekken bij BZI en BOS, ik heb geen idee waarom hij zo veranderd is”. André Kalden merkt op: “Bij hem is een gevoel van urgentie ontstaan, maar waarom? Als de werkgroep zou falen, dan had een plan B. in werking kunnen treden. Hij is opeens omgeslagen.” Rinus Laban geeft aan dat het een goed idee is als bestuursleden eerst een half jaar kandidaat zijn. Een lid merkt op dat het goed is om het hele plaatje te zien en dat we als vereniging daarom de hand in eigen boezem moeten steken. De leden kunnen nu niet meer de andere kant opkijken en moeten kritisch zijn over onze eigen rol. Iemand anders vanuit de ALV benadrukt dat het bestuurslid een vrijwilligersbaan is en dat we moeten oppassen dat we anders straks geen bestuursleden meer kunnen krijgen. Maarten de Vries geeft aan dat het nuttig is maar dat het wel jammer is dat dit proces zo gelopen is, hij geeft aan dat we niet achteruit moeten blijven kijken, daardoor zouden de doelstellingen van de BUN blijven liggen. Rinus Laban zegt dat het weer opbouwen belangrijk is maar dat daarvoor de participatie van de leden echt nodig is. Daan Meerbeek geeft aan dat de werkgroep BOS/BZI goed werk verricht. Maarten de Vries vindt dat we de zaken goed moeten uitzoeken en hiervan onze les moeten leren. “Hierdoor vergroten we onze geloofwaardigheid. We zullen ook stil moeten staan over wat we nu willen, met bijvoorbeeld doelstellingen als vertegenwoordiging en belangenbehartiging.” Aad Verboom vraagt zich af of het bestuur dit niet eerder zag aankomen maar geeft aan dat toen hij de mail van Richard de Jongh zag ook zag dat het bestuur op tijd in greep. Hij vindt dat het goed is opgepakt door het bestuur.
3
Iemand uit de ALV vraagt hoe dit nu verder in de media gaat omdat deze situatie schade kan toebrengen. André Kalden geeft aan dat toen hij als bestuurslid gevraagd werd hij twee voorwaarden stelde: een ervan was dat de dialoog centraal zou staan. dat is geaccepteerd (de andere was dat Francisca als BUN-voorzitter in ieder geval tot 1 april 2011 zou aanblijven, later bleek dat niet mogelijk voor haar). Andre geeft aan dat je niet op voorhand kan zeggen dat je met een bepaalde groep niets te maken wilt hebben. Hij plaatst daarbij de opmerking dat hij, die juist de open dialoog met kritische volgers van de BUN als Rob Hoogendoorn steeds centraal stelde, zich zwaar gepakt voelt door het in het geniep samen optrekken van Rob Hoogendoorn en Richard de Jongh. Dat deugt zowel op persoonlijk vlak als op bestuurlijk vlak niet. André Kalden geeft daarop aan dat sommige omgevingen het moeilijk maken om te kunnen voldoen aan de wens om op een goede manier te leven en handelen. Andre overwoog daarom om te stoppen als bestuurder van de BUN omdat hij niet meer zorgvuldig kon handelen. Gijsen geeft aan dat er focus nodig is op de problemen die er al reeds waren. Hij stelt dat het bestuur goed werk leverde, er zijn wel kleine kritiekpunten die meengenomen kunnen worden. Mark Schalken vraagt zich af wat er gedaan is naar de buitenwacht? De secretaris geeft aan dat er na de bestuursvergadering binnen drie uur een mail gestuurd is aan het Commissariaat en het Ministerie om aan te geven dat het bestuur zich distantieert van het handelen van Richard de Jongh. André Kalden stelt voor om in stemming te brengen wie voor het ontslag van Richard de Jongh als voorzitter is. Hierop zijn 23 stemmen voor, er zijn geen tegen of blanco stemmen. Het bestuur gaat een brief in neutrale bewoordingen formuleren om deze uitslag aan Richard de Jongh te sturen. Aan de werkgroep zal gevraagd worden welke lessen over het voorzitterschap geleerd kunnen worden en welke aanbevelingen daarbij gedaan kunnen worden. Bert Koopmanschap geeft daarop aan dat de werkgroep als opdracht heeft om de relatie met BOS/BZI te onderzoeken, en niet deze vraag. De ALV vraagt aan het bestuur deze lessen te onderzoeken en met een voorstel te komen voor aanpassingen in statuten of huishoudelijk regelement. Dit voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. Bert vervolgt: “Als bestuur konden we niets doen, besluiten zijn voorbehouden aan de ALV. Naar de buitenwereld moesten we actie ondernemen.” Rinus Laban geeft aan dat André Kalden voor de duur van de vergadering voorzitter is en dat hij aan een nieuwe voorzitter nu geen behoefte heeft. André wordt dan waarnemend voorzitter tot de ALV van november, als de werkgroep verslag uitbrengt. Bert Koopmanschap licht toe dat een nieuwe voorzitter eerst een half jaar zal meedraaien en dat die positie dan pas in een ALV in stemming gebracht zal worden. Het voorstel dat André waarnemend voorzitter is tot de ALV van november wordt met algemene stemmen aangenomen. Opmerking: het bestuur heeft het fantastisch gedaan. Er is een kwartier pauze. 3. Ingekomen stukken. Rinus Laban geeft aan dat er ingekomen stukken zijn die allen hebben ontvangen, deze worden bij deze als besproken beschouwd. Vervolgens leest hij wel het stuk van de sangha ‘Leven en aandacht’ voor. In deze brief staat dat deze sangha deelname aan de BUN tijdelijk opschort vanwege de sfeer in de vorige ALV. L&A beraadt zich, net als Stichting Sakya Thegchen Ling opnieuw over deelname in 2013. Het houdt in dat beiden niet naar de ALV komt maar wel lid blijven. 4. Notulen vorige vergadering. Deze zijn op 24 juli ter kennisgeving meegezonden met de correcties zoals door Richard de Jongh in het bestuur zijn voorgesteld. Omdat de notulen niet de minimale vijf weken van tevoren zijn
4
verzonden, zullen ze pas de eerstvolgende ALV ter goedkeuring worden voorgelegd. Voorgestelde wijzigingen of aanvullingen kunnen via het secretariaat worden ingediend. André Kalden ligt toe dat voor deze ALV de BOS en BZI niet zijn uitgenodigd omdat het bestuur niet wist of Richard de Jongh zou komen. Onder meer door het optreden van hun vertegenwoordigers op de vorige ALV wou het bestuur niet dat zij hier nu aanwezig zouden zijn. We wilden Richard een veilige vergaderomgeving kunnen bieden. Het andere argument om de BOS en BZI te weren was borgen van zorgvuldige besluitvorming en voorkomen dat er een verkeerd beeld over de situatie kon worden geschetst als zouden BOS en BZI achter de bsluiten van deze ALV zitten. Het bestuur wilde om deze redenen alleen een ALV van de sangha’s. Voor dit besluit was een goede dialoog nodig en het is in goed overleg ook met de BOS en de BZI besloten. Tevens was ook besloten dat in deze ALV geen stemming zou komen over de participatie van BOS/BZI. Aan Daan Meerbeek is als jurist gevraagd hoe het zit dat de BOS lid is van de BUN. Deze situatie is voor het bestuur een vreemde en volgens hen een onwenselijke situatie omdat de BOS en BZI zgn. gelieerde instellingen zijn, aparte stichtingen die alleen op uitnodiging hier kunnen komen. Daan geeft aan dat het een onwenselijke situatie lijkt en dat het feitelijk een juridisch gedrocht is. Hij komt tot de conclusie dat dit is geen taak van de werkgroep is maar een interne verantwoordelijkheid van de ALV zelf. Daan vervolgt: “De zaken zijn uit de hand gelopen en de voorzitter is solo gegaan. De indruk ontstaat dat de ALV een platform is waar iedereen wat meldt. Het is goed terug naar de vorm te gaan. Het is een vereniging met leden die de basis vormen. Er zijn soms ook toehoorders in de vorm van uitgenodigde mensen”. Als de BOS lid is dan hebben die vertegenwoordigers een dubbele pet op en dan moeten zij het beleid meebepalen, het is de vraag hoe onafhankelijk ze dan kunnen zijn. Er wordt besloten dat het bestuur met een voorstel komt voor de inrichting van de ALV-nieuwe stijl. André Kalden geeft aan dat het gebrek aan kwaliteit een rol speelt, zowel van het bestuur als van de van procedures en van de mensen. Deze discussie is voor de ALV. Er is uiteraard vanuit het bestuur begrip voor het feit dat de sangha’s druk zijn met zichzelf maar voor een florerende vereniging kan het niet zo zijn dat er bij de leden geen tijd is voor de BUN. Iedereen vindt de BUN belangrijk maar het bestuur stelt zich de vraag of ze er zonder medewerking van de leden wel zoveel tijd in moeten investeren. De werkgroep. Aad Verboom zit in de werkgroep en doet verslag. “In de vorige ALV is besloten na te gaan hoe we de discussie kunnen verhelderen en waar spanningen zijn ontstaan over BOS en BZI. We komen met een advies over hoe dit op te lossen. Ik ben voor deze ALV de vervanger van Jan Willem Houthoff. Verder zijn de leden: Marijke Vullink, Matthijs Schouten en Bert Koopmanschap. Sinds gisteren vervangt André Bert omdat deze herstellende is van een operatie. Het is een onafhankelijke werkgroep. We analyseren de situatie, komen met een oplossingen en zullen concrete aanbevelingen doen. Er zijn ook vertegenwoordigers van BOS en BZI in de werkgroep, dat zijn Michel Dingarten (BOS) en Artho Jansen (BZI). Er komt een plan van aanpak, in vijf stappen. De tweede stap is het afnemen van interviews om zodoende het dossier boven water krijgen. Wij stellen een dossier samen met de belangrijkste documenten en zullen daar verslag van doen. Ook hebben we een onafhankelijke procesbegeleider in de arm genomen, Roland van Roermund, daar is gisteren kennis mee gemaakt. Hij miste een oplossing over hoe we willen samenwerken. We moeten meer samenwerking creëren en daar hebben we ons aan gecommitteerd. De werkgroep komt nog drie keer bijeen.” André Kalden zegt dat Roland vond dat er aan bepaalde aan basisvoorwaarden moest worden voldaan. Zelf is hij nu vervanger van Bert in de werkgroep en vertegenwoordiger van het bestuur.
5
Artho Janssen, Michel Dingarten en hij zijn de vertegenwoordigers van de andere besturen. Aad Verboom geeft aan dat Jan Willem Houthoff betrokken was bij de totstandkoming van BOS en BZI en dus niet geheel onafhankelijk is, daarom neemt Roland het voorzitterschap later over. Roland is via Maarten de Vries bij de werkgroep gekomen. Maarten laat weten dat Roland orde in de chaos kan scheppen, daar hebben ze ook als instituut van geprofiteerd. Bert Koopmanschap geeft aan dat voor het hele traject is overwogen om een externe betaalde voorzitter te nemen en dat de BOS aanbood dit te betalen, maar vanwege hun rol is dat niet gedaan. André Kalden geeft daarop aan dat Roland het proces bewaakt. De vraag of alles in deze werkgroep voldoende ruimte krijgt wordt bevestigend beantwoord. Aad Verboom zegt dat de werkgroep graag Richard de Jongh had willen interviewen en dat het jammer is jammer dat hij er niet op in is gegaan. Er komt volgens hem nu wel een waardevol dossier waarin ook de juridische aspecten worden meegenomen. André Kalden wil hierop stemming over de vraag of de ALV vertrouwen heeft in de werkgroep en de ingeslagen weg. Stemming: 21 stemmen voor, geen tegen, 2 onthoudingen. Rinus Laban geeft aan dat de werkgroep een grote klus is voor de vrijwillige leden en dat het bestuur erg dankbaar is dat ze dit werk willen doen. 5. Ontslagverzoek vanuit ALV van huidige voorzitter als bestuurder van de BUN. Dit punt is al behandeld. 6. Korte schorsing van de vergadering. Schorsing is na punt 2 gehouden. 7. Update Werkgroep B3. Dit is onder punt 4 aan de orde gekomen. 8. Wat verder ter tafel komt. -Rinus Laban: Het boeddhisme in het westen is nog jong en wat hij mist is een gezamenlijk punt, een archief of een op te richten bibliotheek. Zijn voorlopige verzoek hierbij is om voorzichtig te zijn met het weg gooien van oude stukken weggooien, ook nieuwsbrieven e.d. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij het secretariaat. André Kalden vervolgt dat er ook gesprekken zijn met de Universiteit Leiden om te kijken naar samenwerking op dit vlak. -Andre Kalden geeft aan dat er ook gedacht wordt aan de oprichting van een Nederlands Fonds van Boeddhistische Letteren. Dit omdat bepaalde herdrukken soms niet te betalen zijn en er ook teksten zijn die dan vertaald kunnen worden. Als gezamenlijke sangha’s lijkt het hem nuttig om daar iets mee doen. -Bert Koopmanschap brengt het persbericht na de bestuursvergadering naar voren. Richard de Jongh handelde toen niet meer namens de BUN. Bij vragen van de pers aan André Kalden (tevens persvoorlichter) en het secretariaat gaat het bestuur niet inhoudelijk reageren. Wel laat men weten dat André voorlopig waarnemend voorzitter is. Het bestuur had een kort een zakelijk persbericht voorbereid maar nu de situatie anders is lijkt het beter om niets te laten horen. We reageren alleen op vragen van de pers en melden dan dat we wachten op de bevindingen van de werkgroep. De BUN is een zelfstandige vereniging, wie daarvan de voorzitter is, is een interne zaak. We willen hierin niet gezamenlijk optrekken met BOS en BZI. -Aad Verboom geeft aan dat de werkgroep niet communiceert maar verwijst naar het bestuur. -Paula de Wijs geeft aan dat de Europese Boeddhistische Unie eind september een vergadering heeft waarvoor de BUN is uitgenodigd. Als enige organisatie in Europa is de BUN geen lid, dat lidmaatschap is jaren geleden opgezegd. Maar deze Unie heeft een grote slag gemaakt en de connectie hiermee is belangrijk en nuttig. Ze roept het bestuur en de vereniging op om nadenken
6
of we hier als waarnemer bij aanwezig willen zijn. Eventueel kan de ALV besluiten dat we weer lid worden. Het bestuur gaat ernaar kijken. Rinus merkt op dat het punt ook in de bestuursnota staat. 9. Rondvraag. 10.Afsluiting. André bedankt iedereen voor zijn/haar komst en het Maitreya Instituut voor de ontvangst. De vergadering wordt om 15.50 gesloten. BESLUITENLIJST Nr. Datum 1 06-aug-11
2
06-aug-11
3
06-aug-11
4
06-aug-11
5
06-aug-11
6
06-aug-11
Besluit Aangeboden ontslag van voorzitter Richard de Jongh aanvaarden en hem dit na deze ALV laten weten Bestuur laten onderzoeken hoe rol voorzitter geformaliseerd/aangepast kan worden André Kalden is tot ALV in november waarnemend voorzitter De leden hebben vertrouwen in de werkgroep die de relatie met BOS/BZI onderzoekt
Stemmen 23 voor; geen tegen; geen onthoudingen Algemene stemmen Algemene stemmen 21 stemmen voor; geen tegen; 2 onthoudingen
Het bestuur geeft geen persbericht uit, reageert alleen op vragen en zegt dan dat André voorlopig waarnemend voorzitter is en dat de BUN wacht met re/acties tot na de ALV van november als de werkgroep rapport uitbrengt. Nadenken over de vraag of de BUN iemand afvaardigt naar de vergadering van de Europese Boeddhistische Unie
7
B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland
Amsterdam, 23 september 2011. Geacht lid van de Boeddhistische Unie Nederland,
Graag zou ik willen beginnen met aandacht te vragen voor een huishoudelijke mededeling. De eerstvolgende algemene ledenvergadering is 5 november aanstaande om 10:30 in de Fo Guang Shan He Hua Temple op de Zeedijk nr. 106-108 te Amsterdam. De stukken voor deze vergadering zullen u in twee delen worden toegezonden. Het eerste deel betreft de stukken vanuit het BUNbestuur, zoals de notulen, de agenda, het beloofde voorstel voor een nieuwe contributieregeling en de begroting 2012. Het tweede deel bevat de rapportage van de in januari ingestelde ALV-werkgroep, die inmiddels van ‘B3’ (BUN, BOS, BZI ) naar ‘Lotusbloem’ is omgedoopt. De werkgroep hoopt daarbij op uw begrijpende goedkeuring voor het feit dat deze rapportage korter voor de ALV van 5 november wordt aangeboden, dan aanvankelijk in alle optimisme was gepland. Bestuur Op de ALV van 5 november zal Bert Koopmanschap zich als bestuurslid kandidaat stellen teneinde de rol van penningmeester van Wanda Sluyter over te kunnen nemen. Anca Ansink is tot onze vreugde bereid gevonden als kandidaat-bestuurslid in het bestuur zitting te nemen. Zij is voorgedragen door SIM. In het dagelijks leven is zij recent benoemd als hoofd van de Inspectie curatieve gezondheidszorg. Een uitgebreider profiel zal met de vergaderstukken worden meegezonden. Vóór de ALV van 5 november hopen we daarbij nog een andere geschikte kandidaat-bestuurslid te hebben geworven. Met betrekking tot het voorzitterschap van de BUN heb ik mijn medebestuursleden desgevraagd laten weten dat ik mij als voorzitter kandidaat wil stellen. Voor mij betekent dit een omslag, omdat ik aanvankelijk de verantwoordelijkheid voor deze positie binnen gegeven omstandigheden niet wilde dragen. Inmiddels heb ik – mede dankzij de Werkgroep Lotusbloem en de actieve bemoeienis daarbinnen van onafhankelijk voorzitter Roland van Roermund - voldoende vertrouwen in de realisatie van een goede bestuurlijke relatie tussen BUN BOS en BZI op afzienbare termijn. Tijdens de ALV zal ik een toelichting geven op grond waarvan deze omslag concreet heeft plaatsgevonden. Tegenkandidaten worden uitgenodigd om zich via het secretariaat met een beknopt profiel aan te melden. Afstand We hebben allen nogal wat voor onze kiezen gehad de laatste maanden. Waar we ons in kunnen verheugen is dat gebleken is dat de BUN als centrale organisatie waaraan BOS en BZI zijn gelieerd, stevige stormen kan doorstaan. Maar dat doorstaan heeft wel een prijs. Die prijs wordt niet zozeer betaald door de rechtspersonen BUN, BOS en BZI, maar vooral door de mensen die deze organisaties mogelijk maken. En die prijs is onnodig hoog. Er is door het - zonder bestuurlijke instemming - zenden van zwartboeken aan Justitie en het Commissariaat van de Media en het negeren van afgesproken bestuurlijke procedures bij conflicten, B.U.N. secretariaat: Postbus 17286, 1001 JG Amsterdam, K.v.K. nr. 40.537.105, ING 62.61.327 Email:
[email protected] website: www.boeddhisme.nl
onnodig publiekelijk schade aangericht aan individuen. Als bestuur – minus onze toenmalige voorzitter die de zwartboeken zond - hebben we richting alle betrokkenen direct afstand genomen van het zenden van deze zwartboeken. We hebben ons echter niet uitgesproken over de inhoud. Dat gaan we als bestuur en plein public ook niet alsnog doen, zo hebben we besloten. Sterker nog, we nemen als bestuur afstand van die inhoud die niet los gezien kan worden van de wijze en de vorm waarbinnen deze publiek is gemaakt. Boeddha leerde niet mee te gaan met meningen alleen maar omdat je het er mee eens bent. Voor ons is dit een moment in de geschiedenis van de BUN om ons door deze woorden te laten inspireren. Beschadiging van personen of pogingen daartoe mogen geen basis vormen voor de veranderingen waarnaar we als bestuur streven. In de zwartboeken staan delen waarmee wij het als individuele bestuursleden eens zijn. Onze eigen observaties, meningen en verbeterpunten hebben we als individuele bestuursleden dan ook binnen de werkgroep ingebracht. Als bestuur vertrouwen we daarbij op een heldere uitkomst van het ingezette proces. We gaan daarbij uit van een eindrapportage van de Werkgroep Lotusbloem waarin - zonder direct betrokkenen te beschadigen - kool en geit niét gespaard worden en heldere aanbevelingen gedaan worden. Alleen zo kunnen we een gezamenlijke toekomst ingaan. Juist spreken Daarnaast hebben we als bestuur de intentie uitgesproken het voorbeeld te geven in het juiste spreken door niet te spreken in termen van negatieve kritiek, maar vanuit verwoording van een eigen behoefte en respect voor de behoefte van de ander. Momenteel voer ik op deze wijze als waarnemend voorzitter gesprekken met de voorzitter van de BZI, Artho Janssen, en de voorzitter van de BOS, Michel Dingarten. Terwijl een deel van de Werkgroep Lotusbloem de interviews over het verleden uitwerkt en aanbevelingen voorbereidt, praten wij onder leiding van voornoemde voorzitter van de werkgroep, Roland van Roermund, over hoe wij in de nabije toekomst de onderlinge relaties op operationeel niveau gaan inrichten. Waar liggen de behoeftes? Begrijpen we die? Delen we die behoefte? Zo niet, kunnen we er toch aan tegemoet komen en hoe? Zo nee, waarom niet? Begrijpt de ander dat op zijn beurt? We werken er hard aan om nog voor 5 november met operationele voorstellen te komen die recht doen aan de wederzijdse behoeften van BUN, BOS en BZI. Ik stel voor dat we tijdens de vergadering van 5 november op eenzelfde wijze met elkaar van gedachten wisselen. Wat zijn de behoeften van u en uw sangha als lid van de BUN? Hoe verhoudt dit zich tot wat u te horen krijgt en anderszins ervaart? Hoe wilt u dat aan die behoefte tegemoet wordt gekomen? Wat kunnen de sangha die u vertegenwoordigt en uzelf betekenen voor het invullen van de behoefte van de andere BUN-leden, het BUN-bestuur, de BOS en de BZI? Wat kan het BUN-bestuur, de BOS, de BZI betekenen voor invulling van de behoeften die uw sangha als lid van de BUN heeft? Op deze wijze kunnen we voor de komende jaren een goede basis leggen voor het versterken van de onderlinge samenwerking van het georganiseerd boeddhisme in Nederland. Want dat is waar we als boeddhistische organisaties nu mee bezig zijn. Ik hoop met deze brief daaraan een positieve bijdrage te hebben geleverd.
Namens het BUN-bestuur,*
André Kalden Waarnemend voorzitter
* Kandidaat-bestuurslid Bert Koopmanschap is op vakantie.
B.U.N. secretariaat: Postbus 17286, 1001 JG Amsterdam, K.v.K. nr. 40.537.105, ING 62.61.327 Email:
[email protected] website: www.boeddhisme.nl
Van: André Kalden [mailto:
[email protected]] Verzonden: zondag 26 juni 2011 16:21 Aan: Richard de Jongh Onderwerp: Uitgeprint meenemen en achterlaten
Ter informatie (De markering is enkel aangebracht om in ieder geval aandacht aan de gemarkeerde tekst te doen besteden. Deze hele tekst is echter relevant.) Onderstaande brief van aan derden van Michel Dingarten (vicevoorzitter BUN) en Gijs ten Kate (Voorzitter BOS) van 3 april 2008 toont het kantelpunt waarop (Michel Dingarten als vice-voorzitter namens) het BUN-bestuur het eerder door het BUN-bestuur ingenomen standpunt - de BUN dient haar bestuurlijke greep op de BOS te versterken - verlaat en inruilt voor het standpunt dat de BOS volledig onafhankelijk van de BUN moet worden gemaakt. De notulen van de ALV van 19 april 2008 geven aan dat de ALV niet over onderstaande belangrijke brief is ingelicht. Uit onderstaande brief blijkt dat de terecht geconstateerde onwenselijkheid van vermenging van de functies van BOS Voorzitter en BOS Directeur als opmaat naar een nieuwe delegatieovereenkomst op één lijn werd gesteld met de aanwezigheid van BUN-vertegenwoordiging in het BOS-bestuur, een samenvallen van verantwoordelijkheden van andere orde. Zie ook de passage m.b.t. de tekenbevoegdheid van de BUN. Context benoemingen en overige overeenkomsten Onderstaand document is de opmaat naar de later dat jaar, op 4 oktober 2008, ondertekende delegatie-overeenkomst. Diezelfde dag werd Michel Dingarten uitgeschreven als bestuurslid en vice-voorzitter van de BUN. Op 20 juli 2009 trad Michel Dingarten toe tot het bestuur van de BOS. Inmiddels is Michel Dingarten voorzitter van de BOS. Deze benoeming is in besloten kring door het BOS-bestuur gerelegd. Het BUN-bestuur werd niet ingelicht over het feit dat de vacature van BOS-voorzitter openstond en werd niet vooraf gekend in de benoeming van de nieuwe voorziter. BUN Bestuur 11-06-2011 ------------Relatie BUN-BOS Er is aantal overwegingen waardoor er een proces van wijzigingen gaande is met betrekking tot de bestuursverhouding tussen de BUN en de BOS en het BUN-bestuur wil u hiervan door middel van dit schrijven informeren. De Boeddhistische Omroep Stichting is een omroeporganisatie ex artikel 39f van de Mediawet waarin is vastgelegd:
1. Het Commissariaat voor de Media kan eenmaal in de vijf jaren voor een periode van vijf jaren zendtijd voor landelijke omroep toewijzen aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, dan wel aan rechtspersonen waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken. De zendtijd vervalt na afloop van deze periode. 2. De kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag die zendtijd hebben verkregen, zijn gerechtigd de verzorging van hun programma’s op te dragen aan hetzij de Stichting, hetzij een omroepvereniging die zendtijd heeft verkregen, hetzij een door hen in het leven geroepen orgaan.
1
Omdat de BUN een belangbehartigende vrijwilligersorganisatie is en de BOS een professioneel omroepbedrijf, is bij de oprichting van de BOS al direct gekozen voor een zelfstandig operende BOS. Dit is in 1999 geformaliseerd in een zogenaamde delegatieovereenkomst. Dit neemt niet weg dat mede door de pioniersfase waarin de BOS verkeerde, het BUN-bestuur direct vertegenwoordigd was in het BOS-bestuur en de voorzitter van het BOS-bestuur ook functioneerde als directeur van het omroepbedrijf. In de opstartfase van een organisatie is een dergelijke bestuurlijke belangenvermenging nog te rechtvaardigen maar de huidige fase van verdere professionalisering van de BOS in combinatie met de toenemende publieke eis tot transparante verantwoording (zogenaamde ‘governance’) heeft het BUN- en BOS-bestuur aanleiding gegeven om de bestuurlijke verhoudingen volledig in lijn te brengen met de meest actuele inzichten op het gebied van Goed Bestuur en Integriteit. Hiermee wordt een proces afgerond dat door het vorige bestuur van de BUN al is geïnitieerd. De BOS heeft zich daarbij laten adviseren door het op dit gebied toonaangevende advocatenen notarissenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek en zal een dezer dagen de wijziging van haar statuten formaliseren. Met de aanpassingen wordt overigens recht gedaan aan een in feite bestaande situatie. Verder zijn de volgende overwegingen van belang. Ten eerste volgt uit de Code Goed Bestuur en Integriteit zoals gepubliceerd door de Commissie Integriteit Publieke Omroep (CIPO) alsmede de opvatting van het Commissariaat van de Media en de Raad van Bestuur van de publieke omroep dat er een eenduidige scheiding dient te zijn tussen de toezichthoudende en bestuurlijke verantwoordelijkheden binnen de organisatie. Hierbij wordt laatstgenoemde verantwoordelijkheid neergelegd bij het orgaan dat ook daadwerkelijk de dagelijkse gang van zaken bestuurt, zodat de Raad van Toezicht onafhankelijk functioneert. Dit alles impliceert dat het huidige BOS-bestuur haar primair toezichthoudende verantwoordelijkheid vertaalt naar de naam ‘Raad van Toezicht’, terwijl de bestuurlijke aansprakelijkheid ligt bij de directie. Een ander toezichthoudend orgaan dan het huidig BOSbestuur, dat nu dus als Raad van Toezicht zal gaan fungeren, is bestuurlijk gewenst noch mogelijk. Ten tweede heeft de BUN mede om dezelfde overwegingen haar zetel in het bestuur en haar tekenbevoegdheid ten aanzien van de vijfjaarlijkse concessieverlenging overgedragen aan de BOS, ook omdat die procedure in het verleden niet goed is verlopen en onvoldoende geregeld bleek. Deze maatregel is voor beide besturen de beste garantie voor efficiënt en effectief verloop van het aanvraagproces. Statutair is overigens vastgelegd dat de BUN eigenaar is en blijft van de uitzendvergunning en dat zij gerechtigd is in te grijpen als de activiteiten van de BOS afwijken van de missie en activiteiten zoals vermeld in die zelfde statuten. Verder hechten BUN en BOS eraan te benadrukken dat de gewijzigde statuten er ook in voorzien dat: 1. Het BOS-bestuur en haar Raad van Toezicht gezamenlijk een correcte afspiegeling vormen van de verschillende in Nederland te onderkennen boeddhistische stromingen; 2. De BOS haar worteling mede vindt in de Participatieraad die idealiter ook representatief is voor de boeddhistische stromingen in Nederland en, voorzover dit al niet het geval is, individuele leden van de BUN worden ten zeerste aangemoedigd om op eigen titel en initiatief daarin zitting te nemen. Nieuw in de verhouding tussen BUN en BOS is dat de BOS haar beleid zal toelichten in de ALV van de BUN en dat de bestuurlijke en toezichthoudende organen van beide tenminste tweemaal per jaar informeel overleg zullen hebben. Met deze aanpassingen zijn BUN en BOS ervan overtuigd dat de bestuurlijke verhoudingen niet alleen in lijn zijn gebracht met de meest moderne inzichten op het gebied van ‘goed bestuur’ en daarin, temidden van een turbulent Hilversum, een onberispelijk voorbeeld geven
2
voor andere omroepen, maar dat bovendien recht wordt gedaan aan de feitelijke omvang en manier van functioneren, waardoor ruimte ontstaat om ook de kwaliteit van de programmering een nieuwe impuls te gegeven. Hilversum, 3 april 2008 Namens: BUN Michel Dingarten (Vice Voorzitter)
BOS Gijs ten Kate (Voorzitter)
3
Relatie BUN/BOS – brainstorm
4 september 2006
Inleiding: JW is nu drie jaar lid van het bestuur van de BOS. In die tijd is er nog nooit gepraat over de BUN. In art. 39F lid 1 staat dat een zendmachtiging alleen verstrekt wordt aan koepelorganisaties. In art. 39F lid 2 staat dat de koepelorganisatie een omroeporganisatie kan oprichten die de programma’s van de koepelorganisatie maakt. De BOS is dus de omroeporganisatie van de BUN. Als dit zo is, waarom wordt er dan nooit over de BUN gepraat en nooit verantwoording afgelegd aan de BUN? In het begin waren JK en Johan Niezing in conflict over relatie BUN/BOS. Het bestuur van de BOS werd hierdoor en ook door andere frustraties onwerkbaar. JW heeft eerst de interne perikelen in de BOS willen oplossen alvorens de strijd aan te gaan over dit thema. De BOS is de omroep van de BUN en dient het programmabeleid van de BUN uit te voeren. Op dit uitgangspunt zitten een aantal restricties. De BOS bepaalt b.v. met welke mensen en middelen de program-ma’s gemaakt worden. De BUN kan niet aan de financiële middelen van de BOS komen en heeft geen zicht op programma’s maken. De BUN moet niet in technische dingen gaan ingrijpen en ook niet al te zeer op in-dividuele programma’s willen in gaan. Maar de BOS moet de grote hoofdlijnen van het programmabeleid voorleggen aan de BUN en als de BUN het niet eens is met het programmabeleid moet de BOS een ander programmabeleid maken. Hier tegen zal het hele bestuur van de BOS, behalve JW, zich met hand en tand verzetten. Dat wij in de beleidsvrijheid van de BOS zouden komen is een hekel punt. Discussie: Hoe kunnen we dit het beste aanpakken? JW: de BOS moet naar de BUN komen, niet de BUN naar de BOS. Iedereen mee eens. Waar het om gaat is dat de programma’s die van de BUN zijn. We hoeven ons niet te bemoeien met de jaarcijfers en middelen waarmee de BOS de programma’s maakt. Het BOS- bestuur doet de beleidscyclus en het bestuur van de BUN stelt een aantal randvoorwaarden vast. JW denkt dat er een machtsstrijd zal gaan ontstaan. Wat is de beste aanpak? Eerst met Gert-Jan praten, vervolgens met Babeth? VM zou het niet via de directie maar via het bestuur spelen. JW wil eerst de centrale spelers wat vertrouwen geven en daarmee beginnen. VM: daarmee passeer je het bestuur. Stelt voor om een brief aan het BOS-bestuur te zenden met het voorstel om met het BUN-bestuur over onderlinge relaties te praten. Gewoon zeggen waar het op staat: we willen dat er een vruchtbare relatie ontstaat tussen het BUN-bestuur (die de zendmachtiging heeft) en het BOSbestuur. RL: zou kunnen overwegen om die vergadering door een extern iemand te laten leiden. JW: Jan Merkx? VM: nee, die heeft zijn sporen achtergelaten bij de BOS en heeft de wortel van het kwaad er niet uit gehaald. JW: dat kon hij niet. Wie dan? Het moet iemand zijn die de omroepwereld kent. Ziet bijna geen mensen die het kunnen leiden. RL: die vergadering is niet moeilijk. Je hebt een voorzitter nodig die rustig blijft en beide partijen laat spreken. JW: het is een extreem moeilijke vergadering! Allemaal mensen met oude patronen. VM: het is geen thuiswedstrijd van het BOS-bestuur. Wij nodigen ze uit. Externe voorzitter, die we goed moeten in praten. Herdefiniëren van de relatie op basis van de wetgeving. Niet één vergadering, maar een aantal vergaderingen. Pas op een gegeven mo-ment zeggen waar het om gaat. De BOS kan veel beter, daar gaat het om. JW: aantal vergaderingen nodig. VM: eerste testcase: als wij ze uitnodigen, gaan ze dan komen? JW: neutrale voorzitter, die de oude emoties goed weet te hanteren. RL: het gaat toch over een bestuur, overleg en afstemming? JW: ja, maar binnen een heel specifiek kader. Het evenwicht tussen BUN en BOS moet zijn beslag krijgen binnen al de regelingen en richtlijnen van de 39F omroepwet. RL: het gaat er om welke partij welke verantwoordelijkheid heeft. Dat de BOS duidelijk krijgt hoe de relatie is. JW: hoe gaat zich dat evenwicht vormen? VM: op het moment dat BUN en BOS collegiaal aan tafel kunnen zitten kun je het buiten de regels houden. JW: dan kiezen we iemand die twee gesprekken gaat leiden om te kijken of wij op gelijkwaardige wijze gesprekken kunnen voeren. BV: BOS moet inleveren. VM: ze leveren niet in, ze missen iets. Er is een veel te smal draagvlak van waaruit de BOS aan het werk is. Als wij het conflict op regel- en wetgeving gaan uitvoeren wordt het niets. RL: doel gesprek tweeledig: dat de BUN bepaalde verantwoordelijkheden heeft en de BOS dit dient te ac-cepteren; dat die taakverdeling de BOS ten goede komt. JW: als alles goed gaat twee gesprekken, zo niet, gespreksleider er uit en dan juridisch aanpakken. Heel goed om deze twee gesprekken te voeren. Hoop dat het zo loopt. Een goede voorzitter vinden. Iemand die veel met dit bijltje gehakt heeft. VM/RL kijken in hun netwerk, contact met JW. JW: goed dat BUN BOS uitnodigt en een voorzitter aandraagt. RL: vriende-lijk, met brief en telefoontje. JW: in BOS-bestuur meedelen dat hij deze discussie niet als BOS-bestuurslid aangaat. JW stuurt mailtje naar BUN-bestuursleden waarin in het kort deze procedure wordt aangegeven.
Notulen discussie relatie BUN/BOS dd. 6 november 2006 JW heeft diverse malen aangegeven, dat hij de relatie BUN/BOS aan de orde wil stellen. Op 18/10 in afscheidstoespraak tijdens BOS vergadering er iets op ingegaan en toegezegd dat er binnen drie maanden een gesprek zal komen tussen de beide besturen, ruim tevoren voorafgegaan door een brief van JW als voorzitter. Inmiddels blijkt Gijs, de nieuwe voorzitter van de BOS, het volstrekt eens te zijn met JW’s standpunt. Ook Gertjan is gaan inzien dat de BUN de peiler is waarop de BOS drijft. De BOS heeft er in de komende politieke ontwikkelingen belang bij om zich heel nauw te verbinden met de religieuze achterban waarvan ze de omroep zijn, en ook met de representant van die stroming, de BUN. Artikel “Minority and religious channels ”: belangrijk dat minderheden in Europa een stem krijgen en niet door meerderheden worden ondergeschoffeld. Commerciële omroepen hebben niets met minderheden en zijn dus niet voor multicultureel debat. Als overheid wil zorgen dat minderheden stemmen krijgen, dan is er een publieke omroep nodig, daar krijgen de minderheden stemrecht. Dit houdt in voor de BOS dat ze zich heel erg moeten verbinden met de sangha’s en de BUN. Zouden BUN en BOS niet een synergie kunnen ontwikkelen? In de oude overeenkomst (maart 1999, nog voordat de BOS is opgericht) staat als één van de onderdelen dat BUN twee vertegenwoordigers in het BOS bestuur heeft. Dit, en een aantal andere dingen, is achterhaald. Er is een ontwikkeling gaande dat, behalve de BOS, nu ook gevangenenzorg geld krijgt. Heel goed mogelijk dat er in de gezondheidszorg geld beschikbaar komt. Zo bestaan er op verschillende terreinen werkgroepen, zelfstandige organen van de BUN, die aan de ene kant een lijn naar de BUN hebben en aan de andere kant naar de staat, die geld beschikbaar stelt. Op welk punt zou de BOS nu verantwoording moeten afleggen aan de BUN? RL: BOS bestuur komt met een jaarplan, programmabeleid met doelstellingen, in principe geïnitieerd door de BUN. De BUN geeft aan in welk kader het programmabeleid, financieel beleid, en personeelsbeleid moet passen. Vervolgens laat je de BOS met een voorstel komen, dat door de BUN wordt geaccordeerd. JW is hier fel op tegen. De financiën zijn onderhevig aan richtlijnen van de kant van de publieke omroep. RL: de BOS legt de BUN de grote lijnen van hun plan voor. JW: in hoeverre kan de BUN invloed uitoefenen op het BOS beleid? VM: bedrijfsethiek, wat is de basis van waaruit je de organisatie leidt? Wat de BOS doet mag geen schade berokkenen aan het imago van het boeddhisme in het algemeen en in Nederland. JW: bezoldiging? RL: geen BUN gebied tenzij echt wanbeleid. Het gaat om de hoofdlijnen. VM: ons wel bemoeien met de intentie van waaruit de financiën worden ingericht. JW: er heerst grote onrust bij een aantal bestuursleden - als de BOS verantwoording moet afleggen naar de BUN, waar gaat het dan over? VM: niet over geld praten, alleen over de wijze waarop ze met het geld omgaan. JW: hoe passen we de overeenkomst aan zodat het voor BUN en BOS duidelijk is waar we het over hebben? RL stelt voor om het even te laten rusten. Informele contacten van Gijs met VM/MD. Er komt een moment en dan gaan we het aanpassen. JW geeft aan dat er op de laatste BOS vergadering een enorme omslag is gemaakt binnen het BOS bestuur – de BOS ziet zijn heil om aan te sluiten bij de achterban en BUN als representant van die achterban. Er heerst onrust over wat de BUN gaat zeggen. Daarom moeten we een termijn noemen waarbinnen helder wordt wat de bedoelingen van de BUN zijn. RL denkt dat we het even moeten laten lopen en dat het vanzelf gaat. VM is het in zoverre met RL eens dat, zolang er nog wantrouwen is bij het BOS bestuur over wat wij ze gaan opleggen, er niet de sfeer naar is om er over te gaan praten. BV: je kunt ook wantrouwen wegnemen door helder te maken wat we willen. JW geeft aan dat er ¾ jaar geleden een momentum is geweest waarop verandering kon, nu is er weer zo’n momentum. RL: laat JW dit dan aansturen en een ander bestuurslid de contacten onderhouden. JW: eerst zelf ons idee helder maken over hoe een nieuwe overeenkomst er uit zou kunnen zien. Hoe willen wij het? Dan overleggen met Gijs. Wat zijn de grote lijnen? JW denkt dat het BOS bestuur er mee gebaat is dat ze een aantal heel professionele mensen hebben, m.n. in de sfeer van de publieke omroepen en financiën. BV: de BUN kan invloed hebben op het profiel en de samenstelling van het BOS bestuur. Uitgangspunt dat alle boeddhistische richtingen vertegenwoordigd zijn. VM: de BUN heeft een licentie gekregen bij de gratie dat wij inhoudelijk iets, n.l. het boeddhisme in Nederland, vertegenwoordigen. Die verantwoordelijkheid wil ik nemen en daar wil ik de BOS op aan kunnen spreken. Ik wil dat de BUN de BOS langs die maatlat van het
1
boeddhisme kan leggen. JW: kun je definiëren wat de hoofdlijnen zijn? VM: ja. RL: beleid over 3, 4, 5, jaar, de kleinste tijdsspanne is een jaar. Wat is je doel, wat wil je uitdragen en wat voor programma’s wil je maken? Personeel in grote lijnen. JW: 2 x per jaar overleg BUN en BOS bestuur, in het voorjaar nagaan of het afgelopen jaar heeft voldaan aan de prognoses die in het najaar zijn gezet. In het najaar kijk je wat je in het komend jaar gaat doen en hoe je het gaat doen. Over het hele terrein, niet alleen over programma´s. Doelstelling en hoe bereiken we het. MD: als BUN hebben we het niet over strategie, visie en beleidsthema´s. Onze vergaderingen gaan over heel kleine dingetjes. Wij hebben lange termijn planning nodig als voorwaarde om met de BOS een serieuze relatie aan te gaan. Ook naar al die andere werkgroepen. VM: 6 jaar geleden één cruciale fout gemaakt. De BOS is niet een gewone publieke omroep, maar een 39f omroep, afhankelijk van een beleidende religieuze stroming. Daarin is geen onderscheid tussen professionaliteit, vrijwilligheid enz. Dat er in Nederland praktiserende boeddhisten zijn, dat is het toetsingskader. Als BUN hebben wij van de overheid de middelen gekregen om dat naar buiten toe uit te dragen via een omroep. De BOS dient dat niet alleen in hun programma´s te doen, maar ook in hoe ze met elkaar omgaan, en daar worden ze op aangesproken. Dan is er ook nog iets te zeggen over de onvolledigheid b.v. inhoudelijk van een heleboel programma´s van de BOS. RL: hoe kunnen we samen bewerkstelligen dat de uitingen op radio bijvoorbeeld in redelijkerwijze kloppen? BV: zij moeten zorgen dat het inhoudelijk klopt. JW: als moederorganisatie moeten wij enigszins aangeven hoe wij het willen VM: je kunt het helder maken. Het probleem is dat een heleboel van de freelancers onvoldoende thuis zijn in het onderwerp van het boeddhisme. Daar wordt van tijd tot tijd te gemakkelijk overheen gelopen. Dat is een constant terugkerend punt van aandacht. Kaders zijn: kwaliteit, communicatie, PR, vertegenwoordiging van de belangen van de sangha´s, van de verhoudingen ongebonden boeddhist en sangha´s, programma’s over gevangenenzorg, stervensbegeleiding, e.d. Als de BUN het toetsingskader heeft aangeboden, kan de BOS het invullen. Wat er in wezen moet gebeuren is dat het BUN-bestuur de taak overneemt van de participatieraad. De BUN is de participatieraad van de BOS. Vrienden van de BOS zouden vrienden van de BUN moeten zijn. Hoe gaan we verder? JW stuurt het aan, VM/RL doen het voorwerk, bespreken de kaders onder een glaasje wijn. In een petit comité werken. Niet met directieven komen van de BUN maar in harmonie werken. JW vraagt aan VM en RL of ze dan bereid zijn de eerstkomende tijd te kijken wat ieder doet, om te zorgen dat er helderheid is. Niet praten zonder dat er helderheid is waar we naar toe willen. VM heeft nog steeds het idee en de ervaring dat er binnen de BOS ergens gradueel een stuk wantrouwen is naar de BUN toe. Dat moet er eerst uit voordat we over statuten e.d. gaan praten. Veel meer op het persoonlijke nivo. De bodem is nog heel dun. We moeten Gijs ook een beetje de ruimte geven om zijn plek te vinden binnen het bestuur. JW: ook overleg over welke richting we uit willen: VM/JW/RL. VM: het is ook deels een taak van Gijs om binnen het BOS bestuur die bodem steviger te maken om met ons aan tafel te gaan zitten. JW geeft aan dat het sociocratisch model nog niet weg is. Als Philip zegt dat hij geen consent geeft is het niet weg. VM: invloed bij de BOS gaat niet via het sociocratisch model. JW denkt dat Gijs te optimistisch is. Wat wel zou kunnen lukken is de relatie BUN/BOS op een andere manier opzetten. VM denkt dat dat niet kan, als wij als toetsingskader hebben dat de BOS langs een meetlat gelegd moet worden. JW: maar de BUN is de moederorganisatie. Er is een sociocratisch model in het BOS bestuur, maar relatie BUN/BOS is niet een kwestie van het BOS bestuur. BV: BOS kan consensus krijgen over hoe ze het oplossen maar niet dat ze het oplossen. Discussie over het sociocratisch model. JW denkt wel dat het mogelijk is om in de verhouding BUN/BOS iets voor elkaar te krijgen. JW/VM/RL overleggen. Op niet te lange termijn statuut. Etentje VM/RL/JW met Gijs en Gertjan. RL belt Gijs. Geeft Gijs de ruimte om mensen van de BOS uit te nodigen. VM: niet meer dan twee. JW: Gijs mag ook alleen komen. VM is niet tegen JW´s ideeën maar vindt dat, als je te snel met een document komt, dit vooral bij mensen die weinig vertrouwen hebben koren op de molen is om het kapot te schieten. Er zijn nog steeds genoeg elementen aanwezig die het tegen zullen werken.
2