BTW 1.
A. B.
INLEIDING .................................................................................................................................. 2 DEFINITIE .................................................................................................................................. 2 OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...................................................................................................... 2
2.
DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE ...................................................................................... 2
3.
DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE ................................................................................................ 3
4.
A. B.
DE BELASTBARE FEITEN .............................................................................................................. 3 ALGEMEEN ................................................................................................................................ 3 OVERZICHT ................................................................................................................................ 4 § 1 Levering van goederen....................................................................................................... 4 (1) (2)
§2 §3 §4
(a) (b)
Goederen................................................................................................................................................... 4 Lichamelijke goederen ........................................................................................................................... 4 Roerende goederen en nieuwe gebouwen ............................................................................................. 4 Levering..................................................................................................................................................... 4
Diensten ............................................................................................................................ 5 Invoer uit derde landen...................................................................................................... 5 Intracommunautaire verwerving ....................................................................................... 5
5.
DE BELASTBARE GRONDSLAG..................................................................................................... 5
6.
TARIEVEN ................................................................................................................................... 5
7.
8.
A. B.
VRIJSTELLINGEN ......................................................................................................................... 5 ALGEMEEN ................................................................................................................................ 5 OVERZICHT ................................................................................................................................ 6 § 1 Vrijstelling ter zake van uitvoer buiten de EU en intracommunautaire levering................... 6 § 2 Andere vrijstellingen .......................................................................................................... 6 AFTREK VAN DE VOORBELASTING.............................................................................................. 6
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
1
1. Inleiding A. • • •
B. •
•
•
Definitie BTW = verbruiksbelasting op o Levering van goederen o Diensten onder bezwarende titel Evenredig tot prijs, ongeacht aantal tussentransacties Gedragen door consument, maar wordt via tussenpersonen aangerekend aan afnemers
Oud en nieuw stelselstelsel Vroeger: cumulatief cascadestelsel o Belast bij elke transactie (op verkoopprijs) en rechtstreeks in schatkist gestort o Gevolgen: § Omzetbelastingen = element kostprijs § Belasting op belasting § Hoe meer transacties, hoe meer belasting Vervangen door Europese richtlijn o Doel: voorkomen vervalsing mededinging o Omschrijving in richtlijn § Verbruiksbelasting op goederen/diensten § Evenredig met prijs, ongeacht transacties § Tot aan kleinhandelsfase § Dus niet echt op ‘toegevoegde waarde’ -> wel op gehele prijs o Gevolg § Materiaal gezien: Belasting treft draagvermogen op grond van aanwending van middelen § Technisch gezien: is omzetbelasting op grond van belastbare feiten zoals levering § Dus: vereiste voortdurende medewerking economische tussenpersonen • Iedere tussenpersoon = belastingsplichtige • Maar mogen voorbelasting aftrekken • Consument = mag dat niet Principe nieuw stelsel o Aftrek van de voorbelasting § Kostprijsneutraal: wie doorverkoopt trekt betaalde BTW af van ontvangen BTW § Neutraal ten aanzien van aantal transacties § Consument draagt belasting
2. De BTW-plichtige van rechtswege • •
•
Enkel belasting op handeling gesteld door BTW-plichtigen Wettelijke definitie (art. 4 WBTW) o eenieder die in kader van economische activiteit o geregeld leveringen van goederen en diensten zoals omschreven in WBTW stelt Belgische praktijk
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
2
•
•
•
o Verband met beroepswerkzaamheid vereist § Uitz: verhuur garage (ook particulieren) o Beroepswerkzaamheid = zoals in inkomstenbelasting Concreet gevolg o als belastingplichtige omschreven handeling stelt -> moet naast prijs ook BTW factureren o vervolgens: aftrek voorbelasting o resultaat: storten in schatkist Ontstaan belastingsplicht o Van rechtswege als aan voorwaarden voldaan o Opm: ook occasionele handelingen § Memorie toelichting wet 1969: wil om regelmatig belastbare handelingen te stellen volstaat § Administratie: vermoeden -> als binnen tijd die normaal nodig is om te starten met handelingen geen handeling gesteld -> geen belastingplicht en dus gerecupereerde BTW terugstorten § HVJ (1985): ook voorbereidende handelingen zijn economische activiteiten. Gevolg -> belastingsplicht als ‘waarschijnlijk dat belastbare handelingen zullen plaatsvinden’ • Cass (1993): idem • Uiteindelijk geen handelingen: herziening aftrek Teloorgang belastingsplicht o Van rechtswege bij stopzetten werkzaamheid § =feitenkwestie § praktijk: tot voorraden en bedrijfsmiddelen uitverkocht zijn
3. De toevallige BTW-plichtige •
Soms geen geregelde werkzaamheid vereist, bv: o Onroerende sector (art. 8 WBTW) o Intracommunautaire levering van nieuw vervoermiddel (art. 8bis WBTW § In België geen BTW verschuldigd, wel in ander land, dus aftrek
4. De belastbare feiten A. • •
•
•
Algemeen Algemeen: enkel binnenlands verbruik van goederen diensten Omschrijving verbruik = moeilijk o Strikt genomen: gebruik waardoor goederen tenietgaan o Niet werkbaar -> daarom ‘wettelijk verbruik’ § =bepaalde handelingen die waarschijnlijk tot verbruik zullen leiden § eenmalig? Principieel wel (enkel eindgebruiker belast), problemen voor bv. kunst of tweedehands goederen Gevolg: enkel consumptiegoederen/diensten die verbruik uitmaken o Dus: niet op privé-beleggingen o Probleem: onroerende goederen o Maar wetgever is niet consequent § Bv. vroeger ook BTW op goud voor beleggingsdoeleinden (nu niet meer, zie art. 44bis WBTW). Algemeen: vier belastbare feiten o Overzicht § Levering van goederen
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
3
§ Diensten § Invoer uit derde landen § Intracommunautaire verwervingen o Gemeenschappelijk kenmerk: moeten geschieden onder bezwarende titel (dus om niet: geen BTW-plicht) o Moeten verricht worden door belastingsplichtige
B.
Overzicht
§ 1 Levering van goederen (1)
Goederen
(A)
LICHAMELIJKE GOEDEREN
•
• (B) •
•
(2) •
•
Hier: lichamelijke goederen (art. 9 WBTW) o Ook: elektriciteit, gas, warmte, koude. o Ook: andere zakelijke rechten dan eigendomsrecht die bevoegdheid gegeven om onroerende goederen te goederen (uitz: recht van erfpacht gevestigd door onroerendeleasingonderneming = dienst). o Niet: effecten aan toonder (niet echt ‘verbruik’) Levering onlichamelijke goederen = dienst ROERENDE GOEDEREN EN NIEUWE GEBOUWEN In principe roerende en onroerende goederen o Maar vrijstellingen (art. 44, §3, 1° WBTW) -> de facto alleen levering van nieuwe gebouwen o Onroerende goederen = problematisch § Niet echt consumptiegoederen § Daarom vroeger dubbele beperking • Enkel levering nieuwe gebouwen • Bijzondere omschrijving belastingplichtige in onroerende sector § Huidige wet: onderscheid blijft, maar vloeit voort uit vrijstellingen Huidige regeling o Moet gaan om levering onder bezwarende titel nieuwe gebouwen (geen gronden) o Door een BTW-belastingplichtige § Belastingplichtigen van rechtswege: beroepsoprichters en beroepshandelaars in nieuwe gebouwen (maar de facto alleen beroepsoprichters) § Toevallige belastingsplichtige; vervreemding nieuw gebouw door andere categorie • Noodzakelijkerwijs gevolg van een optie, soms zelfs vereist Levering Overdracht/overgang van macht om als eigenaar over een goed te beschikken (art. 10, §1 WBTW) o O.a. feit waarbij een goed ter beschikking wordt gesteld van verkrijger o Economisch begrip Aantal gelijkstellingen o Eigendomsoverdracht op basis van opeising
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
4
o Afgifte op grond van maakloonwerk (=iets vervaardigen met door opdrachtgever verstrekte materialen) o Inbreng in vennootschap § Maar uitz art. 11 WBTW (+breder): geen levering als • overdracht algemeenheid/bedrijfstak • als overnemer verschuldigde BTW zou kunnen aftrekken • wordt geacht persoon overdrager voort te zetten
§ 2 Diensten • •
Vroeger: limitatieve opsomming van diensten Nu: elke handeling die geen levering van een goed is (art. 18, §1, lid 1 WBTW) o Onder bezwarende titel o Geen schadevergoedingen o Ook heel wat diensten verricht aan zichzelf (art. 19 WBTW)
§ 3 Invoer uit derde landen •
•
Invoer lichamelijke roerende goederen (onroerende goederen = technisch onmogelijk) o Iedereen o Zelfs als eigen goederen < bestemmingslandbeginsel: enkel BTW in land van verbruik o gevolg: vrijstelling in geval van uitvoer
§ 4 Intracommunautaire verwerving •
‘Invoer’ vanuit andere EU-lidstaat (maar gezien interne markt andere benaming)
5. De belastbare grondslag • • •
Art. 26-36 WBTW: alles wat leverancier verkrijgt of moet verkrijgen Talloze uitzonderingen Tegenprestatie niet in geld -> kijken naar ‘normale waarde’
6. Tarieven • •
Normaal: 21% (KB nr. 20, 20 juli 1970) Uitzonderingen o Levensnoodzakelijke leveringen/diensten: 6% o Horeca: 6% o 12% voor bepaalde andere diensten/leveringn (bv. luiers, margarine)
7. Vrijstellingen A. • •
Algemeen Art. 39-44 WBTW: twee soorten vrijstellingen o Uitvoering en intracommunautaire levering o Andere vrijstellingen Strikt gezien: zou betekenen dat een verrichting geen effect BTW ondergaat, dus: o Recuperatie voorbelasting
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
5
• •
B.
o Vrijstelling plicht BTW aan te rekenen o Vrijstelling formaliteiten Maar bestaat niet zo Voor tussenpersoon is BTW in principe geen last: dus hoe vrijstelling voor hen?
Overzicht
§ 1 Vrijstelling ter zake intracommunautaire levering • • •
•
van
uitvoer
buiten
de
EU
en
Ratio: BTW = verbruiksbelasting Concreeet: o Op prijs uitvoergoederen geen BTW (wel aftrek voorbelasting) o Land van bestemming heft BTW Intracommunautaire levering o Levering buiten België maar binnen EU o Afnemer =/= verkoper o Naar belastingplichtige of niet-belastingsplichtige rechtspersoon Maar in feite: geen werkelijke uitvoering -> beter: “nultarief”
§ 2 Andere vrijstellingen • • •
Art. 44 BTW: hele reeks vrijstellingen Geen recht op aftrek voorbelasting, eerder uitsluitingen uit toepassingsgebied (verbreking ketting) Concreet: beroepsuitoefenaars = eindconsumenten o Rekenen geen BTW aan o Trekken geen voorbelasting af
8. Aftrek van de voorbelasting •
•
•
• •
Art. 45-49 WBTW o Principe: elke maand verrekening betaalde – ontvangen BTW § Ook driemaandelijkse aangifte mogelijk, met voorschot o Meer ontvangen dan betaald: Verschil in schatkist o Meer betaald dan ontvangen: overdracht naar volgend tijdvak (art. 47, lid 2 WBTW) of terugbetaling staat (art. 76, è1 WBTW) Voorwaarden o Belastingplichtige gebruikte goederen/diensten voor verrichting van belastbare of sommige vrijgestelde handelingen o Belastingplichtige heeft factuur o Opm: recht op aftrek ontstaat op moment dat BTW verschuldigd is Volledige uitsluiting van aftrekbaarheid o Gebruik voor privébehoeften o Het verrichting van niet-belastbare en (de meeste) vrijgestelde handelingen o Levering van o.a. tabaksfabrikaten, onthaalkosten,… Beperking voor auto’s o Aftrek BTW mag nooit hoger zijn dan 50% (art. 45, §2, lid 1 WBTW), behoudens reeks uitzonderingen De gemengde BTW-belastingsplichtige o Oefent twee activiteiten uit, respectievelijk met en zonder aftrek van voorbelasting o Aftrek slechts proportioneel
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
6
•
Herziening ter zake van bedrijfsmiddelen o Betaalde BTW voor levering bedrijfsmiddelen: integraal aftrekbaar § Als effectief voor bedrijfsdoeleinden gebruikt o Anders: herziening binnen 5 jaar (soms 10 of 15) (modaliteiten in KB) § Telkens als wanneer aftrek geen reden van bestaan heeft o Bedrijfsmiddelen = duurzame goederen voor bedrijfsdoeleiden, doorgaans afgeschreven worden
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
die
7