Brancherapport Zakelijke dienstverlening Markt, trends, ontwikkelingen en risico’s
Inhoud 3 ICT-dienstverlening 12 Advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren 20 Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus 27 Reclamebureaus 32 Architecten- en ingenieursbureaus 39 Schoonmaakbedrijven 43 Uitzendbureaus
2
ICT-dienstverlening De markt De ICT-dienstverlening is onderdeel van de ICT-markt. ICT-dienstverleners adviseren hun klanten over automatisering of voeren activiteiten uit als: – ontwikkeling van nieuwe ICT-programmatuur – implementatie van nieuwe ICT-programmatuur – onderhoud, vernieuwing en aanpassing van ICT-programmatuur – beheer van websites, servers en databanken.
Figuur 1. Aantal ICT-dienstverleners verdeeld over subbranches en werknemersklassen (per 1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz pers
2 werkz pers
3-5 werkz pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
Software
Softwareontwikkeling
20.435
1.980
990
765
515
330
125
85
25.225
IT-dienstverlening
Adviesbureaus op het gebied van IT
11.915
860
495
445
300
200
70
40
14.325
985
85
45
40
20
10
5
0
1.190
Overige IT-dienstverlening
4.970
405
165
150
85
75
15
15
5.880
Gegevensverwerking, webhosting e.d.
3.790
420
210
155
90
40
5
5
4.715
Webportals
2.195
380
135
70
30
20
5
5
2.840
44.290
4.130
2.040
1.625
1.040
675
225
150
54.175
Beheer van computerfaciliteiten
Webhosting
Totaal Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van ICT-dienstverleners zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen.
3
–– ICT is bij de meeste bedrijven een vast onderdeel geworden in alle onderdelen van het bedrijfsproces, zoals inkoop, voorraadbeheersing, productie en marketing & verkoop. –– De markt voor softwareontwikkeling ontwikkelt zich daardoor razendsnel. Consumenten en bedrijven verwachten dat gegevens overal en altijd snel voorhanden zijn. Deze 7x24 dienstverlening zorgt ervoor, dat de eisen aan de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van IT-systemen en de uitgaven die daar mee gepaard gaan, steeds hoger worden. –– De markt groeit dankzij een toename aan bestedingen aan innovatieve cloudoplossingen (gedeelde infrastructuur), zowel privaat als publiek. Mede door de opkomst van cloud computing is het verdienmodel van softwarebedrijven aan het veranderen van verkoop op basis van licenties naar Sofware-as-a-Service (SaaS). Relatief zijn er veel kleine, jonge bedrijven actief in deze markt. –– De markt voor IT-dienstverleners is de laatste jaren juist gekrompen. Deze bedrijven zijn conjunctuurgevoelig en hebben te maken met verzadigde markten, de overgang naar nieuwe verdienmodellen en toenemende (internationale) concurrentie. Grote IT-dienstverleners hebben massaontslagen doorgevoerd en veel ontslagen werknemers zijn als zzp’er doorgegaan. –– In de markt voor webhosting is een toenemende vraag naar beheer van de infrastructuur (zoals back-ups en beveiliging) en een kant-en-klaar platform. De vraag naar diensten zoals IaaS (Infrastructure-as-a-Service) en PaaS (Platform-as-a-Service) neemt toe. –– Een belangrijke trend is dat steeds meer apparaten verbonden zijn met internet. Dit wordt ook wel het ‘internet der dingen’ genoemd.
4
–– De toename van cybercriminaliteit zorg ervoor, dat beveiliging een steeds belangrijker thema wordt. –– De datastromen die organisaties, overheden en burgers creëren, verdubbelen naar schatting iedere twee jaar. Organisaties zien zich daardoor geconfronteerd met een complexe, snelgroeiende berg data. Big Data is het fenomeen dat het gebruik van de door mensen, software, computers en sensoren gegenereerde data ons betere analyses, plannen en beslissingen in het vooruitzicht stelt. Big Data zorgt voor groei in de markt voor ICT dienstverleners.
Feiten en cijfers –– De branche van ICT-dienstverlening bestaat uit ruim 54.000 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 43.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen met ruim 2.000 bedrijven een kleine groep. –– Ruim 2.000 ICT-dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers in dienst. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 56% van de banen. Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed voor circa 44% van de banen. –– De meeste ICT-dienstverleners houden zich bezig met ontwikkeling van software. –– In 2013 telde de branche ruim 8.000 bedrijfsoprichtingen. –– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa € 25 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien in de ICT-dienstverlening in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. De branche is sterk gevoelig voor de stand van de economie. In economisch minder goede tijden hebben bedrijven in de branche te kampen met flinke terugval in de omzetten. De branche heeft tussen 2005 en 2008 een sterk groeitempo gekend. Als gevolg van de economische en financiële crisis tussen 2008 en 2013 zijn de omzetten flink gedaald, met een opleving in 2011. In 2014 en 2015 wordt een groei in de omzet verwacht, die sterker is dan de groei van de economie. In totaal werd in 2013 circa € 25 miljard omzet gerealiseerd, waarvan circa € 23,2 voor rekening van softwareontwikkelaars en IT-dienstverleners en € 1,8 voor rekening van webhosting bedrijven.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij ICT-dienstverleners en het bruto binnenlands product (BBP) 120 115
Index (2010 = 100)
110 105 100 95 90 85 80 75 70 2005
2006
2007
2008
2009
ICT-dienstverleners
2010
2011 BBP
2012
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, EIM (2014 & 2015)
5
Figuur 3. ICT-dienstverlening: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 9.000 8.000
8.000 7.000
7.970
6.600
8.020 7.285
6.760
6.000
5.995
5.730
5.000 4.000 3.000
3.785
4.410
3.920
3.170
3.040
3.420
2.000 1.000 – 2007
2008
2009
Opheffingen
De ICT-dienstverlening is een branche met veel bedrijfsdynamiek. Er zijn relatief veel bedrijfsoprichtingen. In 2009 en 2010 tijdens de kredietcrisis is er weliswaar een kleine dip geweest, maar sinds 2011 ligt het aantal bedrijfsoprichtingen weer op circa 8.000 per jaar. Het aantal bedrijfsopheffingen is sterk gestegen sinds 2011. De ICT-dienstverlening behaalde volgens CBS-cijfers tussen 2009 en 2012 gemiddeld een bedrijfsresultaat van circa 9%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%), maar lager dan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Bron: CBS
6
2010
2011
2012
2013
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Software en IT- dienstverlening
Webhosting
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
31,2%
36,7%
31,8%
68,9%
Personeel
44,9%
33,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,1%
3,6%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
1,1%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
3,6%
1,8%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,9%
7,9%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,9%
1,1%
0,9%
0,3%
Overig
9,3%
8,1%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
4,4%
6,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Kostencategorie
Bron: CBS, 2012
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel en door inkoop. Vergeleken met het totale bedrijfsleven zijn de huisvestingskosten relatief hoog. Vergeleken met andere zakelijke dienstverleners zijn de vervoers- en afschrijvingskosten van softwareontwikkelaars en IT-dienstverleners relatief gezien hoog. Het personeel rijdt in duurdere auto’s en reist veel. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 8.500 personenauto’s en 1.400 bestelauto’s (exclusief leaseauto’s). Daarnaast wordt er relatief veel afgeschreven op computerapparatuur. Bij webhosting bedrijven zijn de apparatuur- en inventaris-, verkoop-, communicatie- en afschrijvingskosten relatief hoog. Deze bedrijven investeren veel in servers en internet dataverkeer.
7
Figuur 5. ICT-bestedingen door consumenten, overheid en bedrijven
Figuur 6. Bestedingen aan software naar type drager
40.000
7.000
35.000 30.000 25.000
33.588
34.298
2.050
2.187
5.553
5.739
5.800
5.835
20.000 15.000
6.353
6.035
Hardware, incl. Office en Backoffice Services
14.184
14.150
Telco services
– 2013
6.035
6.353
980
1.238
931
1.232
5.000 4.000
Public Cloud Hosted & Private Cloud On premises
3.000 2.000
Software
10.000 5.000
Networking equipment
6.000
1.000
4.124
3.883
2013
2014 (verwachting)
–
2014 (verwachting)
Bron: Nederland ICT Bron: Nederland ICT
De totale bestedingen door consumenten, overheid en bedrijven aan ICT groeien naar verwachting met 2,1% in 2014. De explosief stijgende bestedingen aan clouddiensten hebben een aanjagende werking op de totale ICT-bestedingen. Alle segmenten maken groei door. De segmenten Networking equipment, Backoffice equipment (opslag) en Software maken een zeer sterke groei door. Het segment Hardware doet het goed, mede doordat bestedingen aan tablets en smartphones sterk blijven toenemen. Het Telecomsegment ten slotte blijft stabiel, per saldo door een toename van bestedingen aan datadiensten en een afname van bestdingen aan belminuten, sms en vaste telefonie.
8
Trends, ontwikkelingen, risico’s en verzekeringsbehoeften –– De meest gesloten verzekeringen binnen de ICT-dienstverlening zijn personenauto, bedrijfsaansprakelijkheid en brand. –– Verzekeringen op het gebied van AOV en rechtsbijstand worden ook vaak gesloten. –– Er zijn specifieke verzekeringsproposities voor ICT’ers op de markt op het gebied van beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheid, brand en bedrijfsschade, computer- en machinebreuk-verzekeringen en cybercriminaliteit. –– De brancheorganisatie biedt mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– Het gebruik van ICT blijft verder groeien. Dat geldt zowel in de zakelijke als in de particuliere markt. De afhankelijkheid van ICT neemt bij veel bedrijven toe. Uitval van ICT-functies kan ondernemingen soms volledig platleggen. Deze trend leidt tot meer vraag naar specialistische kennis over de inzet van ICT bij het optimaliseren van bedrijfsprocessen. –– Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van cloud computing, zoals cloudapplicaties (software-as-aservice oftewel SaaS), cloudplatforms (platform-as-a-service oftewel PaaS) en cloud infrastructuur (infrastructure-as-a-service oftewel IaaS). Dit kan via publieke of private servers of via gedeelde hosted servers. Gebruikers willen software, platforms en infrastructuur gebruiken op het moment dat het } hen uitkomt. –– Online dienstverlening door het bedrijfsleven blijft verder toenemen. Internet wordt steeds meer gebruikt om te winkelen, te vergelijken en om aankopen te doen. Dit leidt tot meer omzet voor gespecialiseerde ICT-dienstverleners die hiervoor de systemen leveren. –– De hoeveelheid data die wordt gecreëerd is groter dan de beschikbare opslagcapaciteit. Hierdoor moeten keuzes gemaakt worden wat wel en wat niet opgeslagen wordt. –– ICT biedt veel mogelijkheden tot innovaties. Voorbeelden hiervan zijn 3D-printing en elektrische en zelfsturende auto’s. –– Volgens een berekening van het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies (CSIS) bedraagt de schade van cybercriminaliteit aan de Nederlandse economie ongeveer 1,5% van het bruto nationaal product, oftewel circa € 8,8 miljard. –– Er wordt steeds meer aandacht besteed aan Big Data analytics om processen beter te laten verlopen. Risico’s –– De afhankelijkheid van ICT leidt bij veel bedrijven tot extra uitgaven ten behoeve van risicobeheersing bij uitval van ICT-systemen. Verzekeringen op het gebied van machinebreuk, computer- en elektronica, bedrijfsschade, reconstructie en extra kosten kunnen hierbij een rol spelen.
–– Het aanbieden van cloud computing diensten brengt nieuwe security risico’s met zich mee. Een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering en rechtsbijstandverzekering en heldere algemene voorwaarden zijn daarom steeds belangrijker. –– Groei van online dienstverlening leidt tot nieuwe vraagstukken rond aansprakelijkheid. Dat speelt ondermeer bij onvoldoende beveiliging of bij fouten in de programmatuur. Naast goede leveringsvoorwaarden kan een beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hierbij een rol spelen. –– Security risico’s en cybercriminaliteit nemen toe. Goed risicomanagement op dit gebied wordt steeds belangrijker. Er zijn inmiddels speciale verzekeringen tegen cybercriminaliteit op de markt.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Van ICT-dienstverleners wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de laatste trends op het gebied van ICT, zoals smartphones, Internet, televisie, social media en nieuwe online diensten, zoals Dropbox en diensten van Google. De verschillende media en online platforms zijn steeds meer met elkaar geïntegreerd. –– Een relatief nieuwe snel opkomende technologie is 3D-printen. 3D-printers maken het mogelijk om digitale data om te zetten in objecten. Bedrijven en consumenten kunnen tegenwoordig beschikken over relatief betaalbare 3D-printers, waarmee ze snel en eenvoudig objecten van kunststof kunnen printen. Volgens onderzoeksbureau Gartner zullen de wereldwijde bestedingen aan 3D-printers in 2017 uitgroeien tot rond de € 4,1 miljard. –– Steeds meer apparaten zijn verbonden met internet. Dit wordt ook wel het ‘internet der dingen’ genoemd. –– In het topsectorenbeleid van de overheid heeft ICT een belangrijke rol in de ambitie om te behoren tot de top vijf kenniseconomieën. Deze rol komt ook naar voren in zogenaamde ‘doorbraakprojecten’ met ICT, die zich onder andere richten op het MKB, Energie en ICT en Big Data. –– Steeds meer bedrijven besteden het beheer van hun datacenters uit. Naar schatting 80 procent van alle serverbased computing zal in 2020 uitbesteed zijn.
9
Risico’s –– De integratie van verschillende media en online platforms brengt kansen met zich mee, maar ook risico’s. De risico’s liggen voornamelijk op het gebied van diefstal en/of verlies van bedrijfsgevoelige data. Dit kan leiden tot aanzienlijke verliezen bij opdrachtgevers. De aansprakelijkheid hiervoor dient goed afgedekt te zijn. –– Door de opkomst van nieuwe technologieën ontstaan nieuwe businessmodellen en nieuwe bedrijven. De verzekeringsrisico’s en daaraan verbonden premies zullen opnieuw bekeken moeten worden. –– Het belang van cyber security wordt nog groter, met steeds meer apparaten om ons heen met een link naar het internet. Dit kan zelfs impact hebben op de veiligheid.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Er is steeds meer specialisatie in vakkennis en expertise. In de softwareontwikkeling is een tekort aan specialisten. –– Er is sprake van een mismatch van vraag en aanbod op opleidingsniveau. De vraag naar ICT’ers met HBO+ niveau of hoger is groter dan het aanbod van HBO studenten. Er is sprake van een oververtegenwoordiging van MBO studenten ten opzichte van de vraag. –– Het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie is gegroeid van 13% in 2008 naar 16% in 2012. Dit is wel lager dan gemiddeld in de zakelijke dienstverlening. Op de lange termijn wordt een stabilisatie van dit aandeel verwacht. Ook is er een grote groep zzp’ers actief in de branche, die zelfstandig werken of in een flexibele netwerkorganisatie met andere zelfstandigen. Ongeveer 15% van de werkzame personen is zelfstandig –– Belangrijkste risico’s op ziekte en arbeidsongeschiktheid voor ICT’ers zijn overspannenheid en pees- en spierklachten. De toename aan te verwerken informatie en data kan zorgen voor een toename van het risico op overspannenheid.
10
Risico’s –– Het tekort aan gespecialiseerd en hoger opgeleid ICT-personeel leidt in tijden van een groeiende economie tot spanning op de arbeidsmarkt, toename van ziekteverzuim door hoge werkdruk en in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie, bijvoorbeeld op het gebied van burnout en pees- en spierklachten, en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren. –– Binnen de branche is er een vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie- Communicatie- en Kantoortechnologiebranche (pensioenfonds ICK) en er is een cao ICK, die niet algemeen verbindend is verklaard. Beide gelden alleen voor leden van de werkgeversvereniging ICT. Overige bedrijven actief in de ICT sector kunnen op vrijwillige basis gebruik maken van het pensioenfonds.
Duurzaamheid Trends & ontwikkelingen –– Computers, smartphones, datacenters en communicatienetwerken verbruiken aanzienlijke hoeveelheden elektriciteit. Om die reden draagt ICT-apparatuur flink bij aan CO2-uitstoot. Schattingen van het verbruik liggen tussen de 5% en 10% van het totale energieverbruik. De sector heeft binnen de MeerjarenAfspraken (MJA) Energie-efficiëntie, afgesproken om voor 2020 een energie-efficiencyverbetering overeengekomen van 30% ten opzichte van 2005 te leveren. –– Er komt steeds meer ICT-apparatuur op de markt en de levensduur wordt korter. De verantwoorde inzameling van gebruikte ICT-apparatuur voor recycling wordt daarmee steeds meer van belang. –– ICT-bedrijven stellen andere sectoren in staat om duurzamer te functioneren, oftewel het vergroenen met ICT.
Belangrijke organisaties –– Nederland ICT, branchevereniging van IT-, telecom-, internet- en officebedrijven. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van zorg, ongevallen, persoonlijke verzekeringen voor werknemers, WEGAM, WIA, AOV en ziekteverzuim.
Bron De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
11
Advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren De markt Advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren zijn onderdeel van de markt voor zakelijke dienstverlening. Ze adviseren bedrijven over specialistische onderwerpen of voeren activiteiten uit als: –– juridische procedures en rechtszaken –– administratieve taken of belastingzaken –– boekhouding of de controle daarop.
Figuur 1. Aantal advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches Juridische dienstverlening
Administratieve dienstverlening
2 werkz pers
3-5 werkz pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
Advocatenkantoren
5.765
820
645
570
235
100
25
25
8.185
Rechtskundige adviesbureaus
4.440
315
100
50
35
20
0
5
4.965
Notarissen
670
50
210
305
135
30
0
5
1.405
Deurwaarders
115
20
20
35
35
25
5
10
265
Octrooibureaus
200
20
15
15
10
5
5
5
275
Registeraccountants
1.335
135
110
125
95
45
15
15
1.875
Accountantskantoren
2.220
335
240
255
150
75
25
15
3.315
Boekhoudkantoren
12.880
1.620
750
385
90
30
5
5
15.765
Belastingconsulenten
3.235
355
205
185
65
20
0
5
4.070
Overige administratiekantoren
3.690
340
185
125
65
40
5
5
4.455
Totaal
34.550
4.010
2.480
2.050
915
390
85
95
44.575
Bron: CBS, augustus 2014
12
1 werkz pers
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– Gespecialiseerde zakelijke dienstverleners bestaan als beroepsgroep al vrij lang. De meeste van dit soort bedrijven bestaan al sinds de industriële revolutie. Klanten zijn voor het merendeel bedrijven en daarnaast ook consumenten. De branche is sterk georganiseerd in meerdere belangenorganisaties, waaronder brancheorganisaties, ordes en registers. –– De markt voor juridische dienstverlening is ondanks de crisis de afgelopen jaren beperkt gegroeid. Het aantal bedrijven is veel sterker gegroeid, waardoor sprake is van een toenemende concurrentie in de markt. Enerzijds is sprake van buitenlandse toetreders en anderzijds van een toename van het aantal zzp’ers. Door het ontstaan van nieuwe vormen van dienstverlening en nieuwe prijsmodellen is er sprake van een sterke prijsconcurrentie.
–– Geografisch is de advocatuur sterk geconcentreerd rond Amsterdam, de Zuidas (nationaal). –– De economische crisis en de verslechtering van het betalingsgedrag heeft geleid tot meer werk voor deurwaarders en incassobureaus. Wel is er sprake van een verschuiving van inning naar preventie. –– Het aantal octrooiaanvragen is de afgelopen jaren gegroeid en levert daardoor meer werk op voor octrooibureaus. Spin-off programma’s van universiteiten en subsidies zijn belangrijke drijvers hiervoor. –– Notariskantoren zijn sterk afhankelijk van de woningmarkt en bedrijfsoprichtingen. Daardoor hebben deze kantoren veel geleden onder de economische crisis. –– Administratieve dienstverleners hebben een negatieve impact ondervonden van de economische crisis. De economie is gekrompen, waardoor er minder administratief werk te doen was. Daarnaast is er sprake van een sterke automatisering van de administratie en toename van online boekhoudprogramma’s.
13
Feiten en cijfers –– D e branche van advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren bestaat uit ruim 44.500 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 38.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met ruim 4.500 bedrijven een grote groep. –– Bijna 1.500 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 62% van de banen. Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed voor circa 38% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de boekhoudkantoren. –– In 2013 telde de branche bijna 4.400 bedrijfsoprichtingen. –– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg ongeveer € 15,4 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingadviseurs in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. De omzet van administratief dienstverleners is veel conjunctuurgevoeliger dan de omzet van juridische dienstverleners. Bij juridisch dienstverleners is sinds 2007 sprake van een omzetstijging. Alleen in 2013 is de omzet beperkt gedaald. De verwachting is dat in 2014 en 2015 de groei doorzet. Bij administratief dienstverleners is sinds 2010 sprake van een omzetdaling. De verwachting is dat in 2014 de omzet licht daalt en pas in 2015 weer verbetert. In totaal werd in 2013 circa € 15,3 miljard omzet gerealiseerd, waarvan € 5,9 miljard door juridisch dienstverleners en € 9,4 miljard door administratief dienstverleners.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij advocaten, notarissen, accountants, administraie- en belastingkantoren en het bruto binnenlands product (BBP) 115
Index (2010 = 100)
110
105
100
95
90
85 2005
2006
2007
Juridische-dienstverleners Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014) EIM (2015)
14
2008
2009
2010
Administratieve dienstverlerers
2011
2012 BBP
2013
2014
Prognose
2015
Figuur 3. Advocaten, notarissen, accountants, administraie- en belastingkantoren: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 6.000 5.240
5.000
4.735
4.385
4.395
4.395
4.000
3.835
3.000
2.795
3.665
2.890
2.920
2.470 2.165
2.000
2.265
2.340
1.000
– 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
De branche kent minder bedrijfsdynamiek dan bijvoorbeeld de branche van ICT-dienstverleners. Het aantal bedrijfsoprichtingen ligt relatief wat lager. Sinds 2010 is het aantal bedrijfsoprichtingen gedaald. In 2013 was het aantal ongeveer even groot als in 2007. Het aantal bedrijfsopheffingen is juist gestegen sinds 2010.
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van circa 19%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en hoger dan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
15
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Juridische dienstverleners
Administratief dienstverleners
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
8,4%
9,0%
31,8%
68,9%
52,3%
59,1%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
9,5%
6,6%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,3%
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
1,7%
3,7%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,4%
1,8%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,9%
1,4%
0,9%
0,3%
19,4%
13,6%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,2%
4,1%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Kostencategorie Inkoop Personeel
Overig
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel. Binnen de zakelijke dienstverlening is dit zelfs relatief hoog. Er wordt relatief veel uitgegeven aan huisvesting en energie, het meeste nog door juridische dienstverleners. De sterke concentratie van advocaten aan de Zuidas in Amsterdam dragen hieraan bij. Juridisch dienstverleners besteden relatief veel aan inventaris. Administratief dienstverleners besteden relatief veel aan vervoersmiddelen. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 11.000 personenauto’s (exclusief leaseauto’s).
16
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn auto, brand en aansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak gesloten. –– Juridische dienstverleners worden ondermeer betaald vanuit auto- (letselschade) en rechtsbijstandverzekeringen. –– Er zijn specifieke verzekeringen op de markt voor de verschillende beroepsgroepen op het gebied van beroepsaansprakelijkheid. –– Verschillende brancheorganisaties bieden mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– De Nederlandse overheid bezuinigt steeds meer op gesubsidieerde rechtshulp voor minder draagkrachtige burgers. –– Eind 2013 heeft het Europese Hof van Justitie de vrije advocaatkeuze onderstreept. Consumenten mogen zelf hun advocaat kiezen bij het gebruik maken van een rechtsbijstandverzekering voor een gerechtelijke of administratieve procedure. –– Bedrijven zijn steeds minder bereid de hoge uurtarieven van advocaten te betalen. Dit zorgt voor meer werk bij rechtskundig adviesbureaus, deurwaarders en incassobureaus, die vaker lagere tarieven rekenen en nieuwe business modellen hanteren zoals no-cure-no-pay constructies. –– Notariskantoren zien in 2014 hun omzetten weer groeien als gevolg van een stijging van de woningverkopen en een toename van het aantal testamenten, huwelijkse voorwaarden en samenlevingscontracten. In sommige gevallen staat de functie van notaris onder druk, doordat voor bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld een periodieke gift, mensen niet meer langs de notaris hoeven. Daarnaast treden branchevreemde partijen, zoals de HEMA, toe tot de branche. –– In de markt voor deurwaarders en incassobureaus verschuift de behoefte van opdrachtgevers van het innen naar het voorkomen van vorderingen. –– Voor accountants worden de audit-regels steeds strenger en daarmee de kosten hoger, terwijl tegelijkertijd de tarieven onder druk staan vanwege sterke concurrentie in de markt. Accountants gaan hierdoor meer op zoek naar winstgevende adviesdiensten. Dit kan echter wel conflicten opleveren. Onafhankelijkheid wordt steeds belangrijker voor het imago van de accountant. Inmiddels mogen accountants beursgenoteerde klanten niet tegelijkertijd adviseren en controleren. –– Accountants krijgen steeds vaker vragen op het gebied van inkomensverzekeringen en pensioen. Sommige accountantskantoren kiezen er daarom voor om een deel van hun werknemers de Wft-modules Inkomen en Pensioen te laten behalen.
Risico’s –– Een toename van het gebruik van het recht op vrije advocaatkeuze kan hogere kosten voor rechtsbijstandverzekeraars met zich meebrengen, die hierdoor mogelijk de premies zullen verhogen.. –– Rechtsbijstand- , aansprakelijkheid- en kredietverzekeringen zijn belangrijke bronnen van inkomsten voor juridische dienstverleners. –– Bij de verschuiving van inning naar preventie bij gerechtsdeurwaarders en incassobureaus kunnen kredietverzekeraars en bedrijven die kredietwaardigheid informatie leveren, zoals Graydon en Dun & Bradstreet, een rol in spelen. –– De toename in complexiteit en de strengere eisen rondom onafhankelijkheid en transparantie kunnen van invloed zijn op de (beroeps)aansprakelijkheid. –– Assurantietussenpersonen en verzekeraars kunnen een rol spelen bij de ondersteuning van accountantskantoren op het gebied van vragen over inkomens- en pensioenverzekeringen.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Het aanbod van online en telefonisch juridisch advies neemt toe. De tarieven voor deze diensten liggen aanzienlijk lager dan voor persoonlijk advies. –– Advocatenkantoren gebruiken steeds vaker software gericht op efficiënter werken, zoals urenregistratie en kantoormanagementsoftware. –– Er is sprake van voortschrijdende digitalisering. Enerzijds automatiseren steeds meer bedrijven de administratie, waardoor er minder werk op dit gebied te doen is voor administratief dienstverleners. Anderzijds worden steeds meer eisen gesteld ten aanzien van het digitaal aanleveren van gegevens en rapportages door administratief dienstverleners. –– Het gebruik van online boekhouden blijft groeien. Het geeft bedrijven de mogelijkheid via internet hun gegevens in te voeren en een overzicht van alle grootboekposten te krijgen op elk gewenst moment. –– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot internet, neemt het risico van verspreiding van vertrouwelijke bedrijfsgegevens toenemen. Cybercriminaliteit neemt de laatste jaren sterk toe.
17
Risico’s –– Juridisch en administratief dienstverleners beheren vaak veel belangrijke data van klanten. Schade hieraan door brand, cybercriminaliteit of verlies van data dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Preventieadviezen en goede dekkingen op het gebied van brand, dataverlies en cybercrime zijn belangrijk. Aansprakelijkheidsverzekeringen kunnen risico’s op claims op dit gebied afdekken. Ook goede afspraken met leveranciers van dataopslag en rechtsbijstandverzekeringen kunnen van belang zijn. –– De toename van het gebruik van software zorgt ervoor dat het bedrijfsproces hiervan in toenemende mate afhankelijk wordt. Verzekeringen op het gebied van computer en elektronica, bedrijfsschade, reconstructie en extra kosten kunnen de risico’s op schade afdekken. –– Innovatieve bedrijfsmodellen (bijvoorbeeld internetaanbieders) kennen mogelijkerwijs een ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk. –– Goed risicomanagement op het gebied van internet security risico’s wordt steeds belangrijker. Inmiddels zijn specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de risico’s van diefstal van gegevens via het internet.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Personeel is in deze branche de motor van de onderneming. Relatief is er veel aanbod vanuit de verschillende juridische en administratieve studies. –– Ongeveer 15% van de werknemers heeft een flexibele arbeidsrelatie. Dit is minder dan gemiddeld (19%). Het aantal zelfstandigen is gegroeid van 19% in 2010 tot 22% in 2013. –– Psychische klachten zijn de belangrijkste oorzaken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid onder advocaten. De advocatuur gaat gebukt onder een veelheid werkgerelateerde problemen zoals werkdruk, samenwerkingsproblemen en een moeizame balans tussen werk en privé. –– Bij accountantskantoren is er een sterke vraag naar ervaren accountants. –– Door de omzet- en margedruk zullen accountantskantoren hun personeelsbestand steeds meer inrichten op de bezetting die door het jaar heen nodig is. Piekperiodes, zoals in de eerste vier maanden van het jaar, zullen steeds meer worden opgevangen door flexwerkers of zzp’ers. –– In de arbeidsmarkt van belastingadviseurs verschuift de vraag van belastingadvieskantoren, die op termijn minder personeel nodig hebben, naar de Belastingdienst, die juist meer fiscalisten nodig hebben. Risico’s –– Hoge werkdruk en stress kunnen leiden tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– De inzet van meer flexwerkers bij accountants zorgt ervoor dat advies op het gebied van de mogelijkheden van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet-flex en WGA belangrijker worden. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– In deze branche is er alleen voor medewerkers in het notariaat een beroepspensioenfonds. Er is geen algemeen verbindend verklaarde cao. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
18
Belangrijke organisaties
Bron
–– Balieplus (advocaten). Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van cybercriminaliteit, AOV, beroepsaansprakelijkheid, persoonlijke verzekeringen voor werknemers, zorg, collectief ongevallen, WIA, ziekteverzuim en goodwill (bij overlijden van een vennoot) en pensioen. –– Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) –– Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) –– Vereniging voor Letselschade Advocaten (LSA) –– Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) –– Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB). Mantelcontract voor verzekeringen op het gebied van beroepsaansprakelijkheid. –– Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) –– Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) –– De Nederlandse Orde van AccountantsAdministratieconsulenten (NOvAA) –– Nederlandse Orde van Accountans en Accountantskantoren (NOVAK). Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van beroeps-/bedrijfsaansprakelijkheid, rechtsbijstand, auto, brand, bedrijfsschade, computer, zakenreis, AOV, ziekteverzuim, WIA, ongevallen, zorg, Carrière Stop Polis (ORV). –– Nederlandse Vereniging van Rechtskundige Adviseurs (NVRA) –– Register Belastingadviseurs (RB) –– Stichting Notarieel pensioenfonds (SNPF, beroepspensioenfonds) –– Samenwerkende Registeraccountants en AccountantsAdministratieconsulenten (SRA) –– Vereniging van accountants- en belastingadviesbureaus (VLB)
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
19
Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus zijn een onderdeel van de markt van zakelijke dienstverleners. Ze adviseren over specialistische zaken en voeren taken voor klanten uit als: –– ontwikkeling en implementatie van organisatievormen –– onderzoek naar en advies over markten, klanten, strategie, organisatie, processen & systemen –– marketing en PR-activiteiten –– projectmanagement en interim-management.
De markt Figuur 1. Aantal reclamebureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches Management advies
Organisatieadviesbureaus Public relationsbureaus Overige managementadviesbureaus
Marktonderzoek
Markt- en opinieonderzoekbureaus Totaal
1 werkz pers
2 werkz pers
3-5 werkz pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
71.790
4.540
1.345
920
470
265
65
35
79.340
2.250
185
85
75
45
15
5
0
2.660
10.420
760
295
210
90
65
15
10
11.865
4.570
405
210
170
100
65
20
10
5.550
89.030
5.800
1.935
1.375
705
410
105
55
99.415
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen.
20
–– Organisatieadviesbedrijven bestaan al sinds het begin van de twintigste eeuw. Dat is veel langer dan bijvoorbeeld ICT-dienstverleners. De branche is zeer beperkt georganiseerd en kent geen specifieke opleidingen, orders of registers. –– Er is de trend dat managementadviesbureaus zich steeds meer richten op het creëren van eigen kennis en inzichten. Investeren in ‘Big Data’ en kennissystemen worden belangrijker en ‘data driven’ adviesopdrachten nemen toe. De vraag naar strategisch advies en specialistische kennis neemt toe en de vraag naar procesbegeleiding neemt af. –– Marktonderzoekbureaus richten zich steeds meer op consultancy, omdat opdrachtgevers vaker inzichten willen en niet alleen onderzoeksdata. –– De financiële en economische crisis heeft geleid tot een forse terugval van de omzetten in de branche in de jaren 2009 t/m 2011. De totale omzet is met bijna 20% afgenomen. Dit was het resultaat van enerzijds minder opdrachten en anderzijds een daling van de tarieven vanwege een toename van de concurrentie. –– Grote adviesbureaus hebben aanzienlijke ontslagen doorgevoerd en tegelijkertijd zijn er veel nieuwe adviseurs als zzp’er gestart, al dan niet noodgedwongen vanwege ontslag. Deze zzp’ers werken steeds vaker samen in flexibele netwerkorganisaties. De branche kent een zeer lage toetredingsdrempel. –– De schaal en de professionaliteit van organisatieadviesbureaus is de laatste decennia sterk toegenomen. Eerst nam de schaal toe door consolidatie in nationale markten. Later ontstonden wereldwijd actieve organisaties. –– De adviesbureaus in deze branche zijn verschillend op het gebied van dienstenpakket, organisatievorm, stijl, tariefstelling, omvang et cetera.
Feiten en cijfers –– De branche van organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus bestaat uit bijna 100.000 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 72.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met ruim 3.300 bedrijven een grote groep. –– Bijna 1.300 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 68% van de banen. Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed voor circa 32% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door organisatieadviesbureaus. –– In 2013 telde de branche ongeveer 14.500 bedrijfsoprichtingen. –– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa € 17,2 miljard.
21
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus en het bruto binnenlands product (BBP) 125 115
Index (2010 = 100)
105 95 85 75 65 55 2005
2006
2007
Juridische-dienstverleners
2008
2009
2010
Administratieve dienstverlerers
2011
2012 BBP
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014) EIM (2015)
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche kent een grote bedrijfsdynamiek. Tussen 2008 en 2010 is het aantal bedrijfsoprichtingen gedaald. In 2013 was het aantal oprichtingen weer op het niveau van 2008. Het aantal opheffingen is sterk gestegen sinds 2010.
De branche is gevoelig voor de stand van de economie. In economisch minder goede tijden hebben bedrijven in de branche vaak te kampen met terugval in de omzetten.
Een flink aantal professionals uit deze branche kiest er voor om een eigen bureau op te zetten. Daarbij spelen verschillende motieven een rol, bijvoorbeeld ontslag en het niet kunnen vinden van een nieuwe baan, het verbeteren van de inkomenssituatie of van de mogelijkheden om flexibeler te werken. Daarnaast willen sommige starters zich op een bepaald specialisme concentreren.
Tussen 2005 en 2008 is de branche flink gegroeid door een sterk groeiende economie. De groei heeft zich doorgezet voor marktonderzoekbureaus, maar is wel afgezwakt en in 2012 en 2013 is er sprake van krimp. Bij managementadviesbureaus is sprake van een zeer sterke krimp van 2009 tot en met 2011. Sinds 2012 groeit deze branche weer. In totaal werd in 2013 circa € 17,2 miljard omzet gerealiseerd, waarvan € 15,6 door managementadviesbureaus en € 1,6 door marktonderzoekbureaus.
22
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van ruim 20%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en hoger dan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%). Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Bron: CBS
Figuur 3. Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 16.000 13.135
14.000 12.000
14.840
12.405
14.520
14.520
10.000
7.645
8.000
10.360
13.330 7.865
6.745
6.000
6.235
5.845
5.490
10.424
4.000 2.000 – 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel, terwijl ook inkoop een aanzienlijk deel van de kosten uitmaakt, het meeste bij marktonderzoekbureaus. Vergeleken met het totale bedrijfsleven wordt relatief veel uitgegeven aan huisvesting en energie, vervoersmiddelen, verkoop en communicatie.
De bedrijven zitten op duurdere locaties en reizen en bellen veel. Managementadviesbureaus geven veel uit aan vervoersmiddelen vergeleken met andere zakelijke dienstverleners, terwijl marktonderzoekbureaus relatief veel uitgeven aan verkoop.
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Managementadvies
Marktonderzoek
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
25,8%
35,6%
31,8%
68,9%
Personeel
46,9%
41,0%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,4%
3,8%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,2%
2,6%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,6%
3,2%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,3%
1,2%
0,9%
0,3%
11,6%
9,6%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,3%
2,2%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Overig
23
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak gesloten. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– Naast het bedrijfsleven is de overheid een belangrijke opdrachtgever. De overheid heeft al geruime tijd een kostenbesparingsprogramma lopen om het aantal adviesopdrachten terug te dringen en hebben daartoe een eigen adviesbureau opgericht. Senior managers vanuit de overheid worden ingezet als consultant. Sinds 2009 zijn de uitgaven van het Rijk aan consultants met 80% afgenomen. –– Binnen het bedrijfsleven is de financiële sector een belangrijke opdrachtgever voor adviesbureaus. Binnen deze sector vinden grote reorganisaties plaats. Aan de ene kant levert dat extra werk op om te ondersteunen bij het opstellen van een nieuwe strategie en bij de reorganisatie. Aan de andere kant komen de budgetten voor nieuw advieswerk en marktonderzoek onder druk te staan vanwege kostenbesparingen. –– Grote opdrachtgevers werken steeds meer met preferred suppliers en inkoopcontracten. –– Eind 2011 is de Europese norm voor Management Consultancy Services gelanceerd (EN 16114). Het doel van deze norm is het verbeteren van de transparantie en het begrip tussen klanten en Management Consultancy Service Providers (MCSP’s). Dat moet leiden tot betere resultaten van adviesprojecten en tot het wegnemen van hindernissen voor grensoverschrijdende opdrachtverlening. –– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van overheden boven een bepaald omvang dienen aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid het online-aanbestedingssysteem TenderNed ontwikkeld.
24
–– Marktonderzoek verandert van aard. Consumenten zijn mondig, hun tijd is schaars, en meedoen aan onderzoek is niet meer vanzelfsprekend. Opdrachtgevers verwachten steeds meer kennis en inzichten in plaats van alleen data en informatie. Marktonderzoekbureaus gaan daardoor steeds meer adviesdiensten verlenen. Risico’s –– Toenemende specialisatie en veranderingen in klantsectoren kunnen zorgen voor een toename aan ontslagen. Een goede aansprakelijkheidsverzekering en concurrentiebeding kunnen een belangrijke rol spelen. –– Een Europese norm voor Management Consultancy Services en richtlijnen van de MOA kunnen de kwaliteit van managementadvies- en marktonderzoekbureaus verbeteren. Dit kan leiden tot aanpassing van de inschatting van de aansprakelijkheidsrisico’s en in lijn daarmee de premies. –– De toename van wet- en regelgeving op het gebied van aanbestedingen kan met name invloed hebben op de (beroeps)aansprakelijkheid. –– De verschuiving van marktonderzoekbureaus naar adviesdiensten kan mogelijk extra aansprakelijkheidsrisico’s met zich meebrengen.
Technologie & innovatie
Personeel
Trends & ontwikkelingen –– Nieuwe maatschappelijke of economische trends, zoals bijvoorbeeld Big Data, social media, maatschappelijk verantwoord ondernemen, zijn drijfveren voor de opkomst van nieuwe type adviesbureaus. –– Marktonderzoek wordt steeds meer online en real-time uitgevoerd, direct na het uitvoeren van een bepaalde activiteit, zoals het bestellen van een product of bellen met de klantenservice. –– Nieuwe manieren van onderzoek, zoals via games of via neurologische brainscans of emotiemetingen winnen terrein. –– Social media blijft aan terrein winnen voor PR bureaus. PR advies wordt daardoor steeds meer 24/7 uitgevoerd. In geval van belangrijke evenementen, zoals bijvoorbeeld de WK voetbal, hebben grote bureaus hele teams werkzaam, die op de sociale media actief zijn. –– ICT en internet worden steeds belangrijker in het adviesproces.
Trends & ontwikkelingen –– Personeel is in deze branche de motor van de onderneming. Relatief is er veel aanbod, omdat er geen specifieke studies vereist zijn. Voor gespecialiseerde strategische adviesbureaus, marktonderzoekbureaus en specifieke interim adviesbureaus is het moeilijker om goed personeel te vinden. –– Ongeveer 15% van de werknemers heeft een flexibele arbeidsrelatie. Dit is minder dan gemiddeld (19%). Organisatieadviesbureaus gebruiken steeds vaker tijdelijke contracten. Het aantal zelfstandigen in de branche bedroeg ongeveer 22% in 2013. –– Adviseurs staan soms onder grote druk. Ze maken veel overuren en lopen verhoogd risico op een verstoorde balans tussen werk en privéleven. –– Het opleiden van personeel wordt steeds belangrijker om te voldoen aan de vraag naar meer kennis en specialisatie. Ontwikkelingen op het gebied van ICT en internet gaan snel en vragen ook om een goede actuele kennis hierover bij medewerkers.
Risico’s –– Nieuwe type adviesbureaus kennen mogelijkerwijs een ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk. –– Goed risicomanagement op het gebied van internet security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich meebrengen. Goede verzekeringen voor computer- en elektronica, brand, bedrijfsschade, reconstructie en extra kosten kunnen een goede dekking geven voor de risico’s. Inmiddels zijn ook specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de risico’s van diefstal van gegevens via het internet. –– Voor PR-bureaus, die steeds meer evenementgedreven werken, kan een evenementenverzekering een risicodekkende oplossing bieden.
Risico’s –– Hoge werkdruk kan leiden tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– De inzet van meer flexwerkers bij accountants zorgt ervoor dat advies op het gebied van de mogelijkheden van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet-flex en WGA belangrijker worden. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Er is geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds in deze branche. Er is geen algemeen verbindend verklaarde cao. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
25
Belangrijke organisaties –– Algemene Beroepsvereniging voor Counseling (ABvC) –– Brancheorganisatie Bedrijfsoverdracht Bemiddelaars (BOBB) –– Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA) –– MarktOnderzoekAssociatie (MOA) –– Nederlandse Vereniging voor Interim Managers (NVIM) –– De Orde van organisatiekundigen en -adviseurs (Ooa) –– Nederlandse Orde van Register Managers (ORM) –– Raad van Organisatie-Adviesbureaus (ROA) –– De Vereniging voor Public Relations Adviesbureaus (VPRA)
Bron De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
26
Reclamebureaus De markt –– Reclameontwerp- en adviesbureaus en organisaties die reclamediensten verlenen, zijn onderdeel van de markt voor zakelijke dienstverlening. Zij voeren uiteenlopende werkzaamheden uit rond reclamecampagnes, waaronder: –– – adviseren over marketingstrategie en reclamecampagnes –– – bedenken en ontwikkelen van reclamecampagnes –– – begeleiden en uitvoeren van reclamecampagnes –– – analyseren van resultaten en effecten van campagnes. –– Grafische vormgeving en dtp-bedrijven behoren niet tot deze branche.
Figuur 1. Aantal reclamebureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches Reclamebureaus Handel in advertentieruimte Totaal
1 werkz pers 23.355
2 werkz 3-5 werkz pers pers 2.300
975
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
765
285
125
30
10
27.845
970
130
60
30
25
15
5
5
1.240
24.325
2.430
1.035
795
310
140
35
15
29.085
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– De reclamewereld bestaat sinds de industrialisatie. In Rotterdam en Amsterdam vestigden zich reeds aan het eind van negentiende eeuw de eerste reclamebureaus. –– De reclamewereld heeft sterk te lijden gehad onder de economische crisis. De advertentiemarkt is sterk gekrompen. –– De moderne consument is minder goed voorspelbaar. Daardoor treden soms zeer snelle veranderingen op in het koopgedrag van bepaalde doelgroepen. Mede daardoor is persoonlijke reclame meer in opkomst, worden de massamedia anders ingezet en ontstaan allerlei nieuwe vormen van reclame. –– Door convergentie van de verschillende reclamekanalen als televisie, internet en mobiel ontstaan niet alleen nieuwe mogelijkheden voor reclamecampagnes, maar ook meer behoefte aan een geïntegreerde multimediale aanpak.
–– Reclamebureaus zoeken naar nieuwe verdienmodellen, omdat de traditionele advertentiemarkt sterk krimpt. Voorbeelden hiervan zijn contentmarketing en social media marketing. –– De toename van het gebruik van de mobiel voor internet en apps zorgt voor een groei in opdrachten op dit vlak. –– Communicatie heeft een impact op het hele bedrijf en wordt meer en meer gedragen door medewerkers door het hele bedrijf heen. Verschillende departementen leveren inhoud en verhalen, medewerkers treden via social media op als ambassadeurs en de kwaliteit van de klantendienst heeft een impact op de reputatie. . –– Geografisch is de reclamebranche sterk geconcentreerd rond Amsterdam (nationaal).
27
Feiten en cijfers –– De branche van reclamebureaus bestaat uit ruim 29.000 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 26.500 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met ruim 1.800 bedrijven een redelijke groep. –– Ongeveer 500 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 81% van de banen. Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed voor circa 19% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de categorie reclamebureaus. –– In 2013 telde de branche bijna 3.400 bedrijfsoprichtingen. –– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer € 6,0 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij reclamebureaus in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. De branche is zeer gevoelig voor veranderingen in de economie. In minder goede economische tijden wordt er vaak snel bezuinigd op de diensten van reclamebureaus. Sinds 2009 is sprake van een zeer sterke terugval in reclame-inkomsten. Bedrijven geven met name minder uit aan reclames via print en televisie. De online reclamebestedingen zijn wel sterk toegenomen. In totaal werd in 2013 ongeveer € 6,0 miljard omzet gerealiseerd. De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek met een aanzienlijk aantal bedrijfsoprichtingen. Het aantal bedrijfsoprichtingen is in 2010 sterk gedaald en sinds 2011 weer gestegen. Het aantal bedrijfsopheffingen stijgt sinds 2010. De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van bijna 12%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij reclamebureaus en het bruto binnenlands product (BBP) 125 120
Index (2010 = 100)
115 110 105 100 95 90 85 80 75 2005
2006
2007
2008
2009
Reclamebureaus Bron: CBS, CPB, EIM (2014, 2015)
28
2010
2011 BBP
2012 Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Reclamebureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 4.000 3.700
3.000
3.525
3.490
3.500 3.015
3.385 3.190
2.825
2.635
2.500 2.000
1.810
1.920
2.165
1.995 1.740 1.585
1.500 1.000 500 – 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door inkoop en een aanzienlijk deel door personeel. De inkoop betreft onder meer inkoop van online en offline advertentieruimte en productiewerk. Onder deze categorie valt inkoop van werk geleverd door zzp’ers.
Binnen de zakelijke dienstverlening wordt daarmee relatief veel aan inkoop uitgegeven. Vergeleken met het totale bedrijfsleven wordt relatief veel uitgegeven aan huisvesting en energie, en communicatie. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 3.500 personenauto’s (exclusief leaseauto’s).
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Reclamebureaus
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
58,1%
31,8%
68,9%
Personeel
24,4%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,7%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
2,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,7%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,9%
0,9%
0,3%
Overig
5,7%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
2,7%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: CBS
29
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van AOV en reis worden ook vaak gesloten. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– De markt wordt steeds competitiever. Dat is enerzijds het gevolg van een sterke afname van de reclamebestedingen en anderzijds komt het doordat een aanzienlijk aantal professionals voor zichzelf begint en zich direct verhuurt aan opdrachtgevers. –– Reclame via televisie lijkt steeds minder gewenst te zijn door consumenten. De opkomst van ‘on-demand’ video diensten zoals Netflix, waarbij films en series online gestreamed worden, is een bedreiging voor de televisie reclame-inkomsten. Netflix is namelijk reclamevrij. –– De inkoop van reclamedienstverlening door grote bedrijven wordt verder geprofessionaliseerd. Dat betekent dat opdrachtgevers meer dwingende eisen stellen aan de uitvoering van opdrachten. –– De Reclame Code Commissie voert steeds meer toezicht op oneerlijke handelspraktijken, met als doel de consument beter te beschermen tegen misleiding en ondernemers tegen oneerlijke concurrentie. Zo is per 1 januari 2014 de Reclamecode Social Media (RSM) aangenomen. Deze code geeft het bedrijfsleven handvatten bij het ontwikkelen van reclamecampagnes met gebruik van social media als Facebook en Twitter. –– Met de invoering van de cookiewet moeten websites bezoekers informeren als zij cookies willen plaatsen. De bezoeker moet daarvoor toestemming geven. Dat geldt alleen voor cookies die surfgedrag bijhouden. Voor cookies die de werking van websites verbeteren, de zogenaamde ‘analytic cookies’ is dit sinds kort niet meer nodig. –– Intellectueel eigendom blijft toenemen aan belang. –– Reclamebureaus exploiteren steeds vaker eigen consumentendatabases om de wensen van de klant in kaart te brengen.
30
Risico’s –– De toename in toezicht op het ontwikkelen van reclamecampagnes en strengere wet- en regelgeving rond het volgen van surfgedrag op internet kunnen hun weerslag hebben op de (beroeps)aansprakelijkheid. –– De inzet van innovatieve reclame-instrumenten kan leiden tot andere risicoprofielen. Hierdoor kan aanpassing in de bestaande dekkingen noodzakelijk worden. –– Een goede rechtsbijstandverzekering kan bescherming bieden tegen misbruik van intellectueel eigendom door concurrenten.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Reclamebestedingen voor reclame via internet stijgen verder door. Zo zijn bestedingen aan search engine optimization (SEO), Google Adwords, banners en advertorials sterk gestegen. Consumenten willen echter steeds minder vaak reclames zien. In reactie hierop zijn er inmiddels zogenaamde adblock programma’s verkrijgbaar, die advertenties blokkeren. –– Reclames via de verschillende kanalen mobiel, internet en offline worden steeds meer met elkaar geïntegreerd. Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt aan technologie om met de mobiel een scan te maken van een reclame en op die manier een aankoop te doen via de mobiel. –– Reclamebureaus gebruiken steeds meer nieuwe technologieën. Voorbeelden hiervan zijn audiovisueel materiaal via internet, computerprogrammatuur, games en ‘Augmented Reality’ (AR). AR is het versmelten van de werkelijke (fysieke) wereld met de virtuele wereld. Met behulp van deze techniek kan een virtuele laag over de werkelijkheid heen gelegd worden en is het mogelijk om objecten die er niet zijn te laten verschijnen in 3D. Middels een smartphone kan men in het gezichtsveld van de gebruiker digitale informatie laten verschijnen die de poster verrijkt met praktische informatie, beelden, een spel of een speciaal effect. Een ander voorbeeld is ‘virtual boarding’ in de sportwereld. Reclame op televisie wordt via digitale reclame getoond als laag over de vaste borden heen, die in de stadions te zien zijn. –– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot internet zijn bedrijven kwetsbaarder voor internetcriminaliteit. Dat geldt met name omdat cybercriminaliteit toeneemt.
–– Social media hebben inmiddels een vaste plek veroverd in de communicatiemix. Ze worden voornamelijk gebruikt om te zenden en te monitoren maar ook steeds meer om de dialoog aan te gaan met doelgroepen. Social media worden ingezet voor o.a. co-creatie en crowdsourcing. Verder komen content marketing en storytelling steeds meer in de belangstelling. Risico’s –– Innovaties en technologische veranderingen kunnen ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige aansprakelijkheids- en technische verzekeringen tekortschieten. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. Daarnaast moet bekeken worden of er nieuwe risico’s zijn ontstaan die (nog) niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of geheel nieuwe verzekeringen. –– Innovatieve bedrijfsmodellen (bijvoorbeeld internetaanbieders) kennen mogelijkerwijs een ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk. –– Goed risicomanagement op het gebied van internet security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich meebrengen. Het niet of onvoldoende nemen van adequate preventiemaatregelen kan er toe leiden dat schades niet of onvolledig zijn gedekt door de huidige brand, bedrijfsschade, computer- en elektronicaverzekeringen. Inmiddels zijn ook specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de risico’s van diefstal van gegevens via het internet.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Personeel is een belangrijke, creatieve factor in deze branche. Personeelskosten vormen een aanzienlijk deel in de totale kosten van reclamebureaus. –– Een deel van de reclamebranche is sterk evenement en seizoensgedreven. Grootschalige evenementen, zoals de WK voetbal en Olympische Spelen, maar ook kleinschalige evenementen, zoals festivals, zorgen voor pieken in de vraag naar personeel. Reclamebureaus werken daarom steeds meer met flexibele contracten om aan deze vraag te voldoen. Dit betreft vaak zzp’ers.
–– Het aantal zzp’ers in de branche is relatief erg hoog. Redenen daarvoor kunnen zijn dat men graag zelfstandig en flexibeler wil kunnen werken of dat men zich op een bepaald specialisme wil concentreren. In het geval van startende bedrijven wordt in de beginfase vaak vanuit het eigen huis gewerkt. –– Professionals in de reclamebranche staan soms onder grote druk. Een veelgehoorde klacht is dat er veel overuren worden gemaakt en dat daardoor de balans tussen werk en privéleven verstoord kan raken. Dat leidt tot hogere kans op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en een relatief groot personeelsverloop. Risico’s –– Hoge werkdruk kan leiden tot een toename van het ziekteverzuim en in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– Zzp’ers missen een wettelijk vangnet voor ziekte en arbeidsongeschiktheid. Ook het risico op een pensioengat is groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Dat geldt bijvoorbeeld op het gebied van beroepsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Er is geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds in deze branche, maar wel een facultatief bedrijfstakpensioenfonds voor de media. Dit is het pensioenfonds PNO Media. Er is geen Algemeen Verbindend Verklaarde CAO voor de branche.
Belangrijke organisaties –– Voorheen Genootschap voor Reclame (GVR), tegenwoordig actief met het slagzinnenregister –– Vereniging van communicatie adviesbureaus (VEA) –– Brancheorganisatie voor public relations en communicatieadviesbureaus in Nederland (VPRA)
Bron De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
31
Architecten- en ingenieursbureaus De markt Architecten- en ingenieursbureaus maken deel uit van de markt voor zakelijke dienstverlening. Ze maken ontwerpen en adviseren over gebouwen, infrastructuur en installaties. Belangrijke categorieën daarbinnen zijn: –– huizen, flats en kantoren –– wegen, waterwegen en spoorwegen –– fabrieken en technische installaties
Figuur 1. Aantal architecten , ingenieurs , technisch ontwerpers verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz pers
2 werkz 3-5 werkz pers pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
Architectenbureaus
4.970
630
315
225
125
45
10
5
6.325
Ingenieursbureaus
24.830
2.125
1.125
950
565
300
95
80
30.070
Totaal
29.800
2.755
1.440
1.175
690
345
105
85
36.395
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen.
–– Architecten- en ingenieursbureaus bestaan al meer dan honderd jaar. Ze vormen een relatief stabiel onderdeel van de economie. –– Beide type bureaus zijn erg afhankelijk van de ontwikkeling van de bouw en de investeringsbereid van de overheid en het bedrijfsleven. Architectenbureaus zijn het meeste afhankelijk van de bouw en ingenieursbureaus het meeste van de investeringsbereidheid van de overheid en het bedrijfsleven. –– De bouwproductie is de afgelopen jaren zeer sterk gedaald, vergeleken met 2008 was de omzet in 2013 20% lager. De omzet van architectenbureaus is sinds 2008 daardoor bijna gehalveerd. Daarnaast heeft de overheid sterk bezuinigd op projecten waar ingenieursbureaus bij betrokken zijn en zijn de investeringen van het bedrijfsleven ook afgenomen. –– Door de enorme omzetdalingen in de afgelopen jaren en het grote aantal faillissementen, zijn veel architecten ontslagen en voor zichzelf begonnen. 32
–– Architectenbureaus zijn sterk gericht op de Nederlandse markt, terwijl ingenieursbureaus veel vaker internationaal werken. –– Ketensamenwerking tussen architecten- en ingenieursbureaus neemt toe en biedt veel kansen op het gebied van innovatie. –– Een deel van de (bouw)projecten wordt steeds groter en complexer. Daardoor is er behoefte aan bureaus die specialisten in huis hebben op een groot aantal expertisegebieden. –– Het thema duurzaamheid blijft aan belang toenemen.
Feiten en cijfers –– De branche van architecten- en ingenieurs-bureaus bestaat uit ruim 36.000 bedrijven. –– Eind december 2013 zijn er 14.196 personen geregistreerd in het architectenregister. Driekwart daarvan is architect. Interieurarchitecten, stedenbouwkundigen en tuin- en landschapsarchitecten vormen respectievelijk 13%, 6% en 5% van het register. –– In totaal werken er ongeveer 23.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met circa 2.500 bedrijven een redelijke groep. –– Ruim 1.200 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 56% van de banen. Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed voor circa 44% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de categorie ingenieursbureaus. –– In 2013 telde de branche bijna 4.000 bedrijfsoprichtingen. –– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer € 13,3 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij architectenen ingenieursbureaus in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. De branche is flink afhankelijk van de stand van de economie. In economisch slechte tijden wordt minder gebouwd. Dan is er dus ook minder werk voor architecten- en ingenieursbureaus. Sinds 2008 is de omzet van architectenbureaus gehalveerd. Voor 2014 wordt een groei verwacht vanwege een milde winter en een verlaagd BTW tarief. In 2015 trekt de economie weer meer aan en wordt ook een omzetgroei verwacht. De omzet van de ingenieursbureaus loop in lijn met de ontwikkelingen van de economie. De omzet van deze branche is al in 2013 gegroeid, ondanks een daling van de economie. De reden hiervan is het aantrekken van de wereldeconomie en groei in internationale omzet.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij architecten- en ingenieursbureaus en het bruto binnenlands product (BBP)
135
Index (2010 = 100)
125 115 105 95 85 75 65 2005
2006
2007
2008
Bron: CBS, CPB, ABN Amro Economisch Bureau (2014, 2015) Architectenbureaus
2009
2010
Ingenieursbureaus
2011
2012 BBP
2013
2014
Prognose
2015
33
Figuur 3. Architecten- en ingenieursbureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 5.000
4.740
4.175
4.500 4.000
4.005
3.835
3.980 3.575
3.435
3.500
3.140
3.000 2.500 2.000
2.420
2.560
2.420 2.105
1.940
1.810
1.500 1.000 500 – 2007
Bron: CBS
2008
2009
Opheffingen
In totaal werd in 2013 ongeveer € 13,3 miljard omzet gerealiseerd, waarvan € 12,4 miljard voor rekening van de ingenieursbureaus en € 0,9 miljard door architectenbureaus. De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek met een aanzienlijk aantal bedrijfsoprichtingen. Het aantal bedrijfsoprichtingen is in 2010 gedaald en sinds 2011 weer gestegen. Het aantal bedrijfsopheffingen stijgt sinds 2010. De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van 12%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en gelijk aan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
34
2010
2011
2012
2013
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Architectenbureaus
Ingenieursbureaus
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
13,0%
32,6%
31,8%
68,9%
Personeel
56,6%
46,5%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
7,1%
3,5%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,2%
0,9%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
2,7%
2,5%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,0%
1,6%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,1%
0,8%
0,9%
0,3%
12,7%
8,5%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,6%
3,1%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Overig
Bron: CBS
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel. Bij ingenieursbureaus wordt nog een aanzienlijk deel van de kosten door inkoop gemaakt. Deze inkoop betreft onder meer inkoop van materialen, onderdelen, gereedschap en instrumenten. Binnen de zakelijke dienstverlening wordt door architectenbureaus relatief veel aan huisvesting en energie en apparatuur en inventaris uitgegeven. Architectenbureaus zitten vaak op duurdere locaties in grote steden en gebruiken dure tekentafels en computers. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 6.400 personenauto’s en 4.400 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s).
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn auto, brand en beroeps-/ bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak gesloten. –– Binnen de branche voor architecten zijn een aantal branchespecifieke verzekeringen en dekkingen ontwikkeld, zoals een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en dekking voor maquettes. –– Architecten zijn vaak meeverzekerd op de construction all risk verzekering (CAR), die een aannemer of opdrachtgever heeft gesloten. –– Verschillende brancheorganisaties bieden mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
35
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– De markt kent steeds meer grote en complexe projecten. Hierdoor ontstaat vraag naar meer expertisevelden en efficiënte coördinatie daarvan. De toename van complexere ontwikkel- en bouwprojecten gaat hand in hand met strengere eisen van de overheid. Deze strengere eisen worden vastgelegd in aanvullende wet- en regelgeving. –– De particuliere vraag naar architecten neemt toe. Veel gemeenten stellen het als vereiste bij de aankoop van bouwkavels dat de bouw van de woning plaatsvindt aan de hand van tekeningen van een architect. In 2013 is de Consumentenregeling, die de algemene voorwaarden consument-architect bevat en de wederzijdse verplichtingen en rechten van opdrachtgever en architect vastlegt, aangepast aan het nieuwe Bouwbesluit. –– Europese aanbestedingsregels worden complexer en veelomvattend. Vooral kleinere bureaus ondervinden daar last van omdat ze vaak niet alle benodigde expertise in huis hebben. In sommige gevallen stellen de regels inzake internationale aanbestedingen zelfs de grotere bureaus voor problemen. –– Grote specialistische ingenieursbureaus zijn vooral actief bij internationale projecten en veel minder in nationale of regionale markten. –– De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een Nationaal Programma Herbestemming in het leven geroepen. Een groot aantal organisaties, waaronder de Bond van Nederlandse Architecten (BNA), werkt aan een gezamenlijke agenda van activiteiten om herbestemming te stimuleren. –– Tot 1 januari 2015 geldt voor de loonkosten bij renovatie, herstel en tuinonderhoud van woningen ouder dan twee jaar een lager BTW tarief van 6% in plaats van 21%. Dit heeft een positief effect op de markt voor architectenbureaus. Architecten moeten wel de renovatie of herstel ook begeleiden. –– De algemene voorwaarden voor adviseurs van opdrachtgevers zijn vastgelegd in De Nieuwe Regeling (DNR), opgesteld door de BNA. Ook de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de architect is afgestemd op de algemene voorwaarden in DNR. –– Ingenieursbureaus worden vaker (mede)verantwoordelijk voor de realisatie en exploitatie van door hen ontworpen faciliteiten. Wel zijn er negatieve ervaringen in de markt, zoals bijvoorbeeld bij Imtech, met betrekking tot het in eigen beheer ontwikkelen van projecten.
36
Risico’s –– De toename van complexere projecten en strengere eisen rond onafhankelijkheid en transparantie zijn vaak van invloed op de (beroeps)aansprakelijkheid. –– Uitbreiding van het takenpakket kan impact hebben op de aansprakelijkheidsdekkingen, bijvoorbeeld ontwerpaansprakelijkheid. –– Innovatieve bedrijfsmodellen, zoals ontwikkeling en exploitatie in eigen beheer, kennen vaak andere risicoprofielen. Dat kan een ander verzekeringspakket vereisen.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– In de bouwwereld wordt het maken van een Bouwwerk Informatie Model (BIM) steeds meer gemeengoed. BIM is een informatiemodel dat gemaakt en gebruikt wordt bij een manier van ontwerpen en bouwen waarbij een gebouw of constructie en veel of alle informatie daarover geïntegreerd als een informatiemodel in een of meer computer databanken wordt vastgelegd. Meestal vormt een 3D-model een onderdeel van het totale model. Ook kan andere informatie over het bouwwerk in het model geïntegreerd worden, zoals functies van ruimtes en onderdelen en planning van werkzaamheden. BNA, Bouwend Nederland, NL Ingenieurs en UNETO-VNI en TNO sloten onlangs een branche-innovatiecontract (BIC). Met dit contract kunnen de branches de kennis van TNO over BIM gebruiken, uitbreiden en toegankelijk maken voor hun leden. –– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot internet, zijn bedrijven kwetsbaarder voor internetcriminaliteit. –– De verduurzaming van de gebouwde omgeving heeft hoge prioriteit van beleidsmakers en de bouw. Aan architectenbureaus wordt steeds vaker gevraagd om het ontwerp energiezuinig of zelfs energieneutraal te maken. –– De markt voor duurzame technologie, zoals windmolens, zonne-energie en vergisting- en vergassingsinstallaties, groeit sterk en er zijn steeds meer ingenieursbureaus die zich hiermee bezig houden.
Risico’s –– Innovaties en technologische veranderingen kunnen ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige technische verzekeringen tekortschieten. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. –– Innovatieve bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld duurzame technologie) kennen mogelijkerwijs een ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk. –– Goed risicomanagement op het gebied van internet security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich meebrengen. Het niet of onvoldoende nemen van adequate preventiemaatregelen kan er toe leiden dat schades niet of onvolledig zijn gedekt door de huidige brand, bedrijfsschade, computer- en elektronicaverzekeringen. Inmiddels zijn ook specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de risico’s van diefstal van gegevens via het internet.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– In deze branche is personeel een belangrijke motor van de onderneming. De kwaliteit van het personeel is bepalend voor het prestatieniveau. In de arbeidsmarkt voor architecten is sprake van een overaanbod van studenten bouwkunde. In de arbeidsmarkt voor ingenieurs is op een aantal gebieden juist sprake van een grotere vraag dan aanbod, bijvoorbeeld op het gebied van werktuigbouwkundigen en elektrotechnisch ingenieurs voor onder meer duurzame technologie. –– Er is een steeds grotere diversiteit aan type ingenieurs. De vooropleiding is voornamelijk Hogere Technische School (HTS) of Technische Universiteit (TU). Deze opleidingen hebben het vaak moeilijker dan andere studies om nieuwe studenten te werven. –– Architecten en ingenieurs staan soms onder grote druk. Een veelgehoorde klacht is dat er veel overuren worden gemaakt. Daardoor kan de balans tussen werk en privéleven verstoord raken. Daarnaast zijn de salarissen bij architectenbureaus vaak laag. Dit kan leiden tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. –– De Wet op de architectentitel beschermt de titels architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect. Alleen personen die in het architectenregister staan ingeschreven voor een bepaalde discipline mogen de bijbehorende titel voeren.
–– Er zijn relatief veel zzp’ers in de branche (19% van de werkzame beroepsbevolking). Binnen de architectenbureaus is dit aantal sterk toegenomen vanwege de vele ontslagen in de sector. Risico’s –– Hoge werkdruk kan leiden tot ziekteverzuim en in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– Er is een (digitale) Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E), toegespitst op arbeidsomstandigheden en risico’s in de architectenbranche. Bij bedrijven tot 25 man hoeven de daarin geformuleerde eisen slechts licht te worden getoetst door een arbodeskundige. Daarnaast is een protocol Gezond Werken opgesteld, dat zich vooral richt op problemen rond RSI en werkdruk. –– Zzp’ers missen een wettelijk vangnet voor ziekte en arbeidsongeschiktheid. Ook het risico op een pensioengat is groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Dat geldt bijvoorbeeld op het gebied van beroepsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Er is een verplicht bedrijfstakpensioenfonds voor architectenbureaus (Stichting Pensioen Fonds Architectenbureaus). Voor ingenieursbureaus is er geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds. –– Architectenbureaus vallen onder een Algemeen Verbindend Verklaarde cao. Ingenieursbureaus kennen uitsluitend ondernemings-cao’s.
Belangrijke organisaties –– Bureau Architectenregister: wettelijk register voor architecten –– Bond van Nederlandse Architecten (BNA): brancheorganisatie voor architecten. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van beroeps-/bedrijfs-/ bestuurdersaansprakelijkheid, evenementen, rechtsbijstand, auto, brand, bedrijfsschade, computer, zakenreis, maquettes, reconstructiekosten, AOV, ziekteverzuim, WIA, ongevallen, ANW-hiaat, zorg, Carrière Stop Polis (ORV). –– Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI NIRIA): beroepsvereniging van en voor ingenieurs. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied Inkomen bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, zorg schade, overlijden en Gouden handdruk
37
Bron De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
38
Schoonmaakbedrijven De markt Schoonmaakbedrijven zijn onderdeel van de markt van zakelijke dienstverleners. Hun dienst bestaat in hoofdzaak uit het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden voor derden. Belangrijke categorieën daarbinnen zijn: –– reinigen van interieurs van woningen en kantoren en schoonmaken van toiletten –– glazenwassen, schoorsteenvegen, gevelreiniging, brand- en roetreiniging, salvage en reiniging van industriële installaties –– schoonmaken van tanks van schepen en vrachtwagens, schoonmaken van vuilcontainers en de bierwacht (schoonmaken en controle van bierleidingen).
Figuur 1. Aantal architecten , ingenieurs , technisch ontwerpers verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz 2 werkz 3-5 werkz pers pers pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
Interieurreiniging van gebouwen
5.320
1.030
565
460
300
195
75
70
8.015
Glazenwassen en schoorsteenvegen
2.410
360
200
160
75
45
10
10
3.270
860
145
65
65
35
30
10
10
1.220
8.590
1.535
830
685
410
270
95
90
12.505
Reiniging transportmiddelen en overig Totaal Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– De opkomst van schoonmaakbedrijven gedurende de laatste decennia is een gevolg van de algemene trend zaken uit te besteden, die niet tot de ‘core business’ behoren. –– De schoonmaakbranche heeft te lijden onder de economische crisis. Zowel de overheid als het bedrijfsleven geven minder uit aan schoonmaak. Het oprichten van een eigen schoonmaakorganisatie door de overheid, de toename van het Nieuwe Werken en de leegstand van kantoorruimte hebben een negatieve impact op de vraag naar schoonmaak. Voor schoonmaakbedrijven is het moeilijk om onderscheidend te zijn in hun aanbod.
Daardoor is er sprake van sterke concurrentie en prijsdruk binnen de branche. –– De vraag naar multiserviceconcepten, waarbij schoonmaak, beveiliging en catering worden gecombineerd, neem toe. –– Er ontstaan nieuwe businessmodellen, zoals prestatiecontracten en performancegericht schoonmaken (alleen actie ondernemen als er iets vuil is). –– Er is steeds meer aandacht voor duurzaamheid en milieu in de branche, bijvoorbeeld door gebruik van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen en -methodieken.
39
Feiten en cijfers –– D e branche van schoonmaakbedrijven bestaat uit ruim 12.500 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 7.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met circa 1.500 bedrijven een redelijke groep. –– Ongeveer 865 bedrijven in deze branche hebben meer dan 10 werknemers. –– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 59% van de banen. MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed voor circa 41% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door interieurreiniging van gebouwen. –– In 2013 telde de branche bijna 1.900 bedrijfsoprichtingen. –– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa € 5,0 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij schoonmaakbedrijven in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche is enigszins gevoelig voor de stand van de economie. Hierbij is sprake van een laatcyclisch effect, dat wil zeggen, dat een daling of groei van de economie zich pas enige tijd later vertaalt naar de schoonmaakbranche. Tot en met 2008 was sprake van een sterke stijging, in lijn met de sterk groeiende economie. Tussen 2009 en 2013 is de omzet licht gegroeid. De verwachting is, dat de omzet in 2014 en 2015 daalt, door het laatcyclisch effect van de economische krimp in 2013, de plannen van de overheid voor het inbesteden en een teruglopend aantal vierkante meters dat in gebruik is bij bedrijven. In totaal werd in 2013 circa € 5,0 miljard omzet gerealiseerd. Ongeveer 75% van de omzet betreft interieurschoonmaak, ongeveer 10% betreft glasbewassing en 15% overige schoonmaak. De branche kent een lage bedrijfsdynamiek met een beperkt aantal bedrijfsoprichtingen. Sinds 2007 is het aantal bedrijfsoprichtingen toegenomen, met een dip in 2010. Het aantal bedrijfsopheffingen neemt toe sinds 2010. De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van bijna 11%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij schoonmaakbedrijven en het bruto binnenlands product (BBP) 105
Index (2010 = 100)
100
95
90
85
80 2005
2006
2007
2008
2009
Bron: CBS, CPB, Rabobank, ABN Amro Economisch Bureau (2014, 2015)
Uitzendbureaus
40
2010
2011 BBP
2012 Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Schoonmaakbedrijven: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 2.000 1.845
1.800
1.700
1.600 1.400
1.800
1.745
1.615
1.575 1.330
1.310
1.200 1.000
905
985
960
870
1.120
1.025
800 600 400 200 – 2007
Bron: CBS
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Schoonmaakbedrijven
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
19,4%
31,8%
68,9%
Personeel
63,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
2,2%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,0%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,0%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,7%
0,9%
0,3%
Overig
5,3%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel. Zelfs binnen de zakelijke dienstverlening is dit relatief hoog. Ook aan vervoersmiddelen wordt relatief veel uitgegeven in de schoonmaakbranche. Relatief worden veel bestelauto’s gebruikt in de branche. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 3.000 personenauto’s en 6.000 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s). 41
Trends, ontwikkelingen en risico’s
Markt en regelgeving
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn (bestel)auto, WEGAM, brand en beroeps-/ bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van ziekteverzuim en WIA worden ook vaak gesloten. –– Binnen de branche zijn een aantal branchespecifieke dekkingen ontwikkeld, zoals voor aansprakelijkheid voor schade van werknemers in het verkeer (Werkgeversaansprakelijkheid verkeer-schade voor Werknemers, WvW). –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Trends & ontwikkelingen –– De Rijksoverheid gaat een eigen schoonmaakorganisatie inrichten. De overheid wil het signaal afgeven dat schoonmaakmedewerkers een belangrijke bijdrage leveren aan het goed kunnen functioneren van de overheidsorganisatie. Schoonmaakmedewerkers komen daarom in dienst van de Rijksoverheid en het schoonmaken wordt in eigen beheer gedaan. Dit wordt ook wel ’inbesteden’ genoemd. Deze stap heeft in combinatie met de Participatiewet ook gevolgen voor het schoonmaakwerk bij gemeenten. –– De code verantwoordelijk marktgedrag heeft de prijsspiraal naar beneden gestopt. De code heeft als doel de marktverhoudingen in de branche te verbeteren. In de code is vastgelegd dat alle betrokken partijen bij de aanbesteding niet alleen kijken naar de prijs, maar dat juist kwaliteit van de uitvoering van schoonmaakwerk en de arbeidsomstandigheden moeten worden meegewogen. –– De in wet- en regelgeving vastgelegde eisen ten aanzien van kwaliteit en veiligheid zijn strenger geworden. Mede daardoor zijn certificering en keurmerken actuele onderwerpen in de branche. De branchevereniging OSB heeft een eigen kwaliteitskeurmerk ontwikkeld voor leden. Ook de Vereniging Schoonmaken is een Vak! (SieV!), die zich voornamelijk op het MKB richt, heeft een eigen keurmerk ontwikkeld. –– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van overheden boven een bepaald omvang dienen aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid het online-aanbestedingssysteem TenderNed ontwikkeld. Risico’s –– Strengere eisen aan de kwaliteit en keurmerken zorgen ervoor, dat de aansprakelijkheidsverzekeringen toenemen aan belang. Certificaten en keurmerken kunnen ook een belangrijke basis vormen voor preventie-eisen van verzekeraars en leiden tot een betere beheersing van risico’s. –– Europese aanbesteding kan leiden tot zwaardere eisen met betrekking tot aansprakelijkheid.
42
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Er is sprake van een trend naar uitbreiding van dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn toevoeging van specialistische schoonmaak van bijvoorbeeld computerruimtes of industriële complexen. Ook worden receptiediensten, beveiliging, ICT-ondersteuning, catering, office support, koeriersdiensten et cetera aangeboden. –– Er wordt steeds vaker gesproken van facility management. Daarmee wordt de uitbesteding bedoeld van alle activiteiten die buiten de core business van een bedrijf vallen, aan één enkele externe dienstverlener. Schoonmaak is een onderdeel van dat pakket. –– Een manier voor bedrijven om aan meerwaarde van de dienstverlening te werken, is het investeren in producten procesvernieuwingen, zoals innovatieve reinigings- en hygiënesystemen en sociale innovatie (bijvoorbeeld optimale personeelsinzet). –– Sensoren kunnen steeds meer helpen bij het meten van de schoonmaakstatus van gebouwen. –– Steeds vaker worden geavanceerde schoonmaakmachines, zoals zuig- en schrobmachines ingezet, om efficiënter en meer ergonomisch verantwoord te werken. Er worden ook al robot stofzuigers gebruikt. –– Gebouwen worden steeds groter en hoger, waardoor nieuwe methodes en technologieën ontwikkeld worden glazen en gevels schoon te maken. –– Glazenwassers werken steeds vaker met een systeem bestaande uit lichte telescoopstelen met aangepaste borstels waarmee tot op zeer grote hoogten ramen gewassen kunnen worden zonder het gebruik van een ladder of hoogwerker. –– Er is steeds meer aandacht voor duurzame en milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen.
Risico’s –– Innovaties en technologische veranderingen kunnen ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige technische verzekeringen tekortschieten. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. Soms ontstaan nieuwe risico’s die vaak niet zijn afgedekt binnen bestaande verzekeringen. –– De toename aan technische hulpmiddelen zorgt ervoor, dat de verzekeringen voor deze werkmaterialen belangrijker worden. –– Personeel van schoonmaakbedrijven werkt in het algemeen bij de klant met allerhande schoonmaakapparatuur en -middelen. Een goede aansprakelijkheidsverzekering voor werknemers is daarom belangrijk.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– De schoonmaakbranche kent een grote verscheidenheid aan werknemers, die verschillen in achtergrond, land van herkomst en ervaring. De branche kent een groot aantal parttime medewerkers. Vaak werken deze medewerkers in de avonduren, als kantoren, fabrieken en instellingen gesloten zijn. –– Fysieke belasting, zoal stofzuigen, schrobben is een belangrijke oorzaak van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de branche. Binnen de glazenwassersbranche vormt werken op hoogte het grootste risico op ongevallen. In het kader van het Arboconvenant Schoonmaak- en Glazenwassersbranche zijn de afgelopen jaren maatregelen gerealiseerd ter vermindering van de blootstelling aan de arbeidsrisico’s fysieke belasting, werkdruk, gevaarlijke stoffen, biologische agentia (preventie en afhandeling van prikaccidenten), cytostatica en handeczeem. Voor het meten van de werkdruk is een speciale digitale werkdrukmeter voor de branche ontwikkeld. –– In de sector werken relatief veel flexwerkers, zoals uitzendkrachten en werkt het merendeel bij bedrijven met meer dan 100 werknemers. De modernisering van de Ziektewet kan hier een grote impact hebben op de premielasten van de Ziektewet-flex en WGA premies. –– Opdrachtgevers stellen hogere eisen aan de kwaliteit van het schoonmaakwerk en daarmee aan het personeel. Vaker wordt overdag schoongemaakt en dat vergt van het personeel meer communicatieve vaardigheden. Dagschoonmaak biedt wel betere mogelijkheden om werk en zorgtaken te combineren.
43
–– Binnen de sector wordt steeds meer geïnvesteerd in opleidingen. Sociale partners zijn in de schoonmaakcao overeengekomen ernaar te streven dat iedereen in de schoonmaak binnen één jaar na indiensttreding de Basis(vak)opleiding Schoonmaak heeft gevolgd en over voldoende taalvaardigheid beschikt. Er worden ook taalcursussen gegeven. –– In het kader van de nieuwe Participatiewet is het goed mogelijk om relatief veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten op schoonmaaklocaties.
Belangrijke organisaties
Risico’s –– De branche kent specifieke beroepsziekten die onder andere het gevolg zijn van het omgaan met schoonmaakmiddelen. Fysieke belasting, werkdruk, gevaarlijke stoffen, biologische, cytostatica en handeczeem kunnen leiden tot ziekteverzuim en in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in deze branche erg belangrijk. –– Het relatief grote aandeel van flexwerkers zorgt ervoor, dat de modernisering van de Ziektewet grote impact kan hebben op de kosten. Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de Ziektewet-flex en WGA is belangrijk. –– Er is een verplichtgestelde deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf (BPF Schoonmaak). Er is een algemeen verbindend verklaarde cao voor het schoonmaak en glazenwassersbedrijf. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
Bron
44
–– Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB). Biedt diensten op het gebied van preventie, verzuim en re-integratie. Heeft een eigen verzekeringsdienst die adviesdiensten biedt op het gebied van verzekeringen voor brand (opstal- en inventaris), bedrijfsschade, zakelijk en privéauto, pensioen voor zelfstandigen, ziekteverzuim en WIA. –– Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) –– De Vereniging Schoonmaken is een Vak! (SieV!)
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
Uitzendbureaus De markt Uitzendbureaus en werving- en selectiebureaus zijn onderdeel van de zakelijke dienstverlening. Ze voeren een breed palet aan werkzaamheden uit voor derden. In veel gevallen gaat het om het zoeken en vinden van personeel en om het detacheren van personeel op locatie bij de klanten. Uitzendkrachten werken onder verantwoordelijkheid/gezag van de inlener of eindgebruiker, terwijl uitleenkrachten onder het gezag en verantwoordelijkheid vallen van de uitlener. Het gaat hier vaak om (incidentele) detachering.
Figuur 1. Aantal uitzendbureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz 2 werkz 3-5 werkz pers pers pers
5-10 werkz pers
10-20 werkz pers
20-50 werkz pers
50-100 werkz pers
≥ 100 werkz pers
Totaal
Uitzendbureaus
1.285
300
315
425
415
505
260
285
3.790
Uitleenbedrijven
1.215
145
160
185
225
205
105
110
2.350
Arbeidsbemiddeling
4285
475
245
205
130
105
25
15
5.485
Totaal
6.785
920
720
815
770
815
390
410
11.625
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– De branche is al sinds de jaren zeventig in opkomst. In de laatste twintig jaar is de branche sterk gegroeid en geprofessionaliseerd. Daarbij is een veelheid aan bedrijven en specialismen ontstaan. De branche is sterk georganiseerd. De meeste uitzendbureaus zijn bij een van de brancheorganisaties aangesloten. –– De uitzendbranche volgt vroegcyclisch de economische ontwikkelingen. –– Verwacht wordt dat bedrijven voorlopig terughoudend zullen zijn in het aannemen van vast personeel zolang er geen sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. Het aantal flexwerkers binnen organisaties is gegroeid van 12% in 2008 tot 17% in 2013. Er zijn grote verschillen per sector.
–– Zzp’ers, die met concurrerend tarieven komen, zijn in toenemende mate een concurrent van uitzendbureaus. –– Automatisering en online diensten nemen in veel sectoren aan belang toe, wat de vraag naar arbeid remt. –– De schaal en mate van professionaliteit waarin uitzendbureaus zich manifesteren, neemt toe door fusies en overnames in internationale markten. –– Er ontstaan steeds meer vormen van publiekprivate samenwerking tussen uitzendbureaus en UWV en gemeenten om werkzoekenden aan het werk te helpen. In juni 2014 was het aantal geregistreerde werklozen 659.000 en bedroeg het werkloosheidspercentage 8,3%. De werkloosheid is sterk gestegen tot en met begin 2014. Sinds april 2014 daalt het aantal echter weer. De verwachting is dat deze trend zich zal doorzetten. –– Uitzendbureaus verlenen steeds vaker aanvullende diensten, zoals werving en selectie, re-integratie, opleidingen en advies op het gebied van human resource management (HRM). 45
Feiten en cijfers –– De branche van uitzendbureaus bestaat uit ruim 11.500 bedrijven. –– In totaal werken er ongeveer 5.000 zelfstandigen in de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder bedrijven met 1 of 2 werkzame personen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met ruim 1.500 bedrijven een redelijke groep. –– Bijna 2.400 bedrijven uit deze groep hebben meer dan 10 werknemers. –– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 78% van de banen. MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed voor circa 22% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door uitzendbureaus. –– In 2013 waren er circa 1.750 bedrijfsoprichtingen. –– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa € 20,1 miljard omzet.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij uitzendbureaus in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. De branche is zeer gevoelig voor de stand van de economie. Bedrijven in de branche hebben in economisch minder goede tijden te kampen met sterke terugval in omzetten. Na een periode van sterke groei heeft de branche krimpende omzetten gezien in 2009 en 2010. In 2011 was er sprake van een kleine opleving en in 2012 zijn de omzetten weer gedaald en in 2013 is er sprake van een lichte groei. De verwachting is dat in 2014 en 2015 de markt weer groeit. De groei zal wel lager zijn naar verwachting dan de groei van de economie, omdat bedrijven een gedeelte van de economische groei nog kunnen realiseren met bestaand personeel. In totaal werd in 2013 circa € 20,1 miljard omzet gerealiseerd. Dit is ongeveer 11% lager dan in 2008. Ongeveer 92% van de omzet wordt gerealiseerd door uitzend- en uitleenbureaus en 8% door arbeidsbemiddelingbedrijven.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij uitzendbureaus en het bruto binnenlands product (BBP) 120 115 110
Index (2010 = 100)
105 100 95 90 85 80 75 70 65 2005
2006
Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014, 2015)
46
2007
2008
2009
Uitzendbureaus
2010
2011 BBP
2012 Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Uitzendbureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen 3.000 2.630 2.500 2.185 1.495
1.975
2.000
1.870
1.745
1.590
1.500 1.100
1.000
1.585
1.565 1.265
1.165
1.310 1.210
500
– 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen Bron: CBS
De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek. Sinds 2008 is het aantal bedrijfsoprichtingen wel sterk gedaald, terwijl het aantal bedrijfsopheffingen juist is gegroeid. De meeste uitzendkrachten werken in de industrie (19%), gevolgd door de bouwnijverheid (9%) en de zakelijke dienstverlening (9%). De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een bedrijfsresultaat van 5%. Dat is lager dan het marktgemiddelde (6,5%) en lager dan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door personeel. Zelfs binnen de zakelijke dienstverlening is dit relatief hoog. Ook aan vervoersmiddelen wordt relatief veel uitgegeven in de uitzendbranche. Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in het MKB circa 6.500 personenauto’s en 2.400 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s).
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Schoonmaakbedrijven
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
19,4%
31,8%
68,9%
Personeel
63,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
2,2%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,0%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,0%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,7%
0,9%
0,3%
Overig
5,3%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: CBS, 2012
47
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van ziekteverzuim en WIA worden ook vaak gesloten. –– Binnen de branche zijn een aantal branchespecifieke verzekeringen en dekkingen ontwikkeld, zoals voor eigenrisicodragerschap van de Ziektewet-flex risico’s en zorg- en ziekteverzuimverzekeringen voor buitenlandse werknemers. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Figuur 5. Beroepsbevolking: aantal werkzame personen naar positie in de werkkring 100% 90% 80%
13%
14%
3% 2%
3% 2%
8%
9%
74%
2005
14%
15%
14%
3% 2%
2% 2%
10%
10%
11%
10%
10%
11%
73%
71%
71%
71%
71%
70%
69%
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
3%
2%
14%
15%
14%
2%
3%
70%
2%
3%
2%
3%
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Bron: CBS
48
Werknemers vaste arbeidsrelatie
Werknemers met tijdelijk contract
Oproep- of invalkrachten
Zelfstandigen
Uitzendkracht
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie neemt al jaren af. Sinds 2005 is het aandeel afgenomen van 74% naar 68% van de werkzame beroepsbevolking (zie figuur 5). Daarvoor in de plaats maken bedrijven steeds meer gebruik van flexibele arbeidscontracten, zoals tijdelijke contracten, oproepkrachten en uitzendkrachten. Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt van zzp’ers. Het aandeel uitzendkrachten binnen de flexibele arbeidscontracten is afgenomen, terwijl het aandeel tijdelijke contracten en oproepkrachten is toegenomen. Ook de inzet van zzp’ers groeit. –– De inwerkingtreding van de nieuwe Wet werk en zekerheid heeft invloed op de inzet van flexibele contracten. De overheid wil met de wet werknemers met een tijdelijk arbeidscontract sneller in aanmerking laten komen voor een vast contract (na 2 jaar in plaats van 3 jaar). Dit kan een negatieve impact hebben op uitzendbureaus, omdat ook uitzendkrachten meer rechten krijgen op een vast contract. Op dit moment staat in het Burgerlijk Wetboek dat er maximaal 26 weken gebruik kan worden gemaakt van het uitzendbeding. Deze regels zorgen ervoor dat uitzendcontracten een ander karakter hebben dan andere arbeidscontracten. Met de Wet Werk en Zekerheid wordt de mogelijkheid om bij cao af te wijken van de wettelijke termijn beperkt tot 78 gewerkte weken (1,5 jaar). De voorgenomen planning is dat de flexmaatregel per 1 juli 2015 ingaat. –– Ongeveer 8% van de opdrachtgevers neemt naast het inhuren van personeel nu andere diensten af van uitzendbureaus. De andere diensten die het meest worden afgenomen zijn HR-diensten, zoals werving en selectie, assessments, training en opleiding en mobiliteit. Ruim een vijfde van de bedrijven die nu geen andere diensten afnemen, ziet kansen om wel HR-diensten in de toekomst af te gaan nemen. De grootste kansen zien bedrijven verder nog in services bij de social return verplichting (vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt), payrolling en outsourcing. –– De administratieve lasten van de uitzendbranche zijn ruim driemaal zo hoog als de gemiddelde administratieve lasten per onderneming in Nederland. Oorzaken liggen onder meer bij de omvang van het aantal uitzendkrachten, de hoge mutatiegraad, het grote aantal wetswijzigingen en het systeem van weekverloning. De uitzendbranche maakt geen onderdeel uit van het Programma Regeldruk Bedrijven van de overheid.
–– Samenwerking tussen publieke en private arbeidsbemiddelaars komt steeds vaker voor. Met het UWV bestaan al enige tijd diverse vormen van samenwerking, bijvoorbeeld speeddaten, geautomatiseerd uitwisselen van vacatures en het Servicepunt Flex. Maar ook met gemeenten ontstaan steeds meer initiatieven om werkzoekenden uit de bijstand naar werk te begeleiden. –– In Nederland werken jaarlijks circa 300.000 arbeidsmigranten. Het overgrote deel van de arbeidsmigranten in Nederland heeft de Poolse nationaliteit maar het aandeel dat via de reguliere uitzendsector in ons land aan het werk gaat, daalt. In de afgelopen drie jaar liep dit aandeel met een kwart terug (van 91% naar 65%), Het aantal Duitse, Spaanse en Portugese flexkrachten neemt juist toe. Vanaf 1 januari 2014 is de Nederlandse arbeidsmarkt vrij toegankelijk voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije. Tot nu maken bonafide uitzendbureaus hier nog weinig gebruik van. Wel wordt een toename van het aantal malafide uitzendorganisaties gesignaleerd. –– Onlangs is een keurmerk voor huisvesting van arbeidsmigranten (Certified Flexhome) ontwikkeld. Dit nieuwe keurmerk, ondergebracht in de Stichting Normering Flexwonen, maakt voor gemeenten, werkgevers, werknemers, buurtbewoners en andere betrokkenen zichtbaar dat huisvesting van arbeidsmigranten in orde is. –– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van overheden boven een bepaald omvang dienen aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid het online-aanbestedingssysteem TenderNed ontwikkeld. –– Het hebben van een keurmerk wordt steeds belangrijker gevonden door opdrachtgevers. Er zijn meerdere keurmerken voor uitzendbureaus, zoals het SNA- en ABU-keurmerk, –– Uitzendbureaus moeten vanaf 2012 als uitzendbureau in het Handelsregister geregistreerd staan. Dit is een nieuwe stap om malafide uitzendbureaus en uitbuiting van werknemers aan te pakken. De registratieplicht is een aanvulling op het systeem van certificering van de branche zelf.
49
–– De uitzendkracht heeft per 27 april 2012 (mede als uitvloeisel van Europese regels) wettelijk meer rechtsbescherming/rechten verkregen door uitbreiding van de Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs (WAADI). De uitzendkracht heeft recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden, bedrijfsfaciliteiten en toegang tot vacatures als die gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies. –– De Participatiewet is onder meer bedoeld om werkgevers te prikkelen om zich in te spannen voor arbeidsgehandicapten. Afgesproken is dat 125.000 banen moeten worden gecreëerd voor mensen met een arbeidshandicap. Wordt het aantal van 125.000 niet gehaald, dan treedt de zogeheten Quotumwet in werking. Deze zal grote werkgevers verplichten om een vast percentage van hun personeelsbestand te laten bestaan uit mensen met een arbeidshandicap. Onlangs is met het ministerie van SZW en de Werkkamer afgesproken dat de detacheringen en ook uitzendkrachten mee gaan tellen bij de Participatiewet. –– Per 1 juli 2012 gelden nadere afspraken met de belastingdienst die leiden tot vrijwaring van inleenaansprakelijkheid. Als de inlener aan een aantal voorwaarden voldoet, dan kan die niet meer door de Belastingdienst aansprakelijk worden gesteld voor de niet-betaalde Loonheffingen en/of BTW door een uitzendbureau. –– Ontwikkelingen in de markt voor uitzendbureaus verschillen sterk per sector en per regio. De overheid schakelt al een aantal jaren op rij minder flexkrachten in. Specialistische uitzendbureaus gericht op de inzet van uitzendkrachten in de zorg hebben al langere tijd te maken met een teruglopende vraag. In 2014 en 2015 profiteren de uitzendbureaus vooral van de aantrekkende vraag naar arbeidskrachten als gevolg van opleving in de industrie.
50
Risico’s –– Specialisatie kan leiden tot meer en meer specifieke risico’s met betrekking tot aansprakelijkheid. –– Marktuitbreiding met nieuwe diensten kan ook voor aansprakelijkheid en WIA-verzekeringen tot nieuwe dekkingsgebieden leiden. –– Europese aanbesteding leidt naar verwachting tot meer eisen op het gebied van verzekeringen. –– Buitenlandse uitzendkrachten vormen een aparte risicogroep. Hun verzekeringen verdienen speciale aandacht. –– Door de sterk veranderende wet- en regelgeving bestaat de kans dat inkomens- en aansprakelijkheidsverzekeringen regelmatig bijgesteld moeten worden.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Innovaties aan de kant van opdrachtgevers zorgen voor nieuwe vraag naar gespecialiseerde uitzendkrachten. Vooral uitzendbureaus die zich richten op hooggeschoold, vaak technisch personeel krijgen hiermee te maken. –– Het internet wordt meer en meer leidend bij uitzendbureaus in de communicatie met zowel de uitzendkrachten als de opdrachtgevers. Het gaat daarbij om alle activiteiten in het bedrijfsproces, zoals werven, selecteren, matchen, plaatsingscontracten genereren, uren registreren, plannen, factureren en verlonen. –– Er is steeds meer software beschikbaar voor personeelsmanagement en HRM. Risico’s –– Nieuwe uitzendmarkten brengt nieuwe personeelsrisico’s mee voor de uitzendkrachten. Goede risicoanalyse, eventueel gevolgd door aanpassingen in preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie dienstverlening en de inkomensverzekeringen kunnen daarbij van belang zijn. –– Het risico op cybercriminaliteit en dataverlies door brandschade of andere schade neemt toe, door een toename van het gebruik van Internet en ICT. Goed risicomanagement op het gebied van internet security risico’s wordt steeds belangrijker. Goede dekkingen voor reconstructie en cybercriminaliteit en computeren elektronica zijn belangrijk.
Personeel
Belangrijke organisaties
Trends & ontwikkelingen –– Uitzendbureaus hebben enerzijds te maken met eigen vaste medewerkers (vaak recruiters en intercedenten) en anderzijds met uitzendkrachten die worden uitgeleend. –– De arbeidsmarkt voor uitzendkrachten is zeer ruim. Er zijn veel werklozen op de markt, die een baan via een uitzendbureau zoeken. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van de werkzoekenden via een uitzendbureau weer aan een baan komt. –– De Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (Bezava) heeft een sterke impact op de uitzendsector voor de premies voor de Ziektewet en WGA. Middelgrote (10 tot 100 werknemers) en grote (100 of meer werknemers) krijgen sinds 1 januari 2014 (gedeeltelijk) individuele premiedifferentiatie voor de ZW-flex, WGA-vast en WGA-flex tarieven. Veel uitzendorganisaties kiezen ervoor om eigenrisicodrager te worden voor ZW-flex en de WGA. De noodzaak van een effectieve verzuimbegeleiding van vangnetters wordt daarmee groter.
–– Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). Mantelcontracten op het gebied van verzekeringen voor aanvulling op de ziektewetuitkering voor uitzendkrachten, zorg, ziekteverzuim, WIA, krediet, ongevallen, aansprakelijkheid, pensioen, inkomensgarantie –– Brancheorganisatie voor Werving, Search en Selectie (OAWS) –– Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU). Mantelcontracten op het gebied van verzekeringen voor AOV, krediet, zorg, pensioen, ZW eigenrisicodragerschap, aanvulling ziektewet, WIA.
Bron De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
Risico’s –– Er is een verplicht bedrijfstakpensioenfonds voor personeel van uitzendbureaus en overige diensten zoals detachering. Voor de uitzendkrachten zelf is er echter geen bedrijfstakpensioenfonds. De verplichte basisregeling biedt de gelegenheid individueel bij te sparen tegen gunstige fiscale voorwaarden. Er is een algemeen verbindend verklaarde cao voor uitzendkrachten en één voor de vaste medewerkers in de uitzendbranche. –– Pensioenopbouw is vaak een complex vraagstuk in de branche. Uitzendpersoneel werkt namelijk soms parttime, soms bij meerdere uitzendorganisaties tegelijk en soms gedurende een bepaalde periode intensief en later juist minder. –– Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de Ziektewet-flex en WGA is belangrijk. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
51
Meer informatie? Wilt u meer weten over het Brancherapport Zakelijke dienstverlening? Neem dan contact op met ons. Wij gaan graag met u in gesprek. Delta Lloyd A 12.2.09-1014
Spaklerweg 4 1096 BA Amsterdam www.deltalloyd.nl Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.