Brancherapport Detailhandel Markt, trends, ontwikkelingen en risico’s
Inhoud Voedingsmiddelenwinkels3 De markt 3 Feiten en cijfers 4 Markt en regelgeving 6 Technologie & innovatie 7 Personeel8 Duurzaamheid9
Mode- en gebruiksartikelenwinkels
10
De markt 10 Feiten en cijfers 11 Trends, ontwikkelingen en risico’s 14 Markt en regelgeving 14 Technologie & innovatie 15 Personeel16 Duurzaamheid17 Belangrijke organisaties 18
Markt- en straathandel
19
De markt 19 Trends, ontwikkelingen en risico’s 22 Markt en regelgeving 22 Technologie & innovatie 22 Personeel23 Duurzaamheid24 Belangrijke organisaties 24
Webwinkels25 De markt 25 Markt en regelgeving 29 Technologie & innovatie 30 Personeel30 Duurzaamheid31 Belangrijke organisaties 31
Voedingsmiddelenwinkels De markt
Speciaalzaken bestaan bijvoorbeeld voor: –– groente en fruit –– vlees en vleeswaren –– brood en banket –– kaas en noten –– tabak.
Voedingsmiddelenwinkels zijn onderdeel van de detailhandel. De voedingsmiddelenwinkels kunnen verdeeld worden in twee categorieën: algemene voedingsmiddelenwinkels zoals supermarkten en speciaalzaken.
Figuur 1. Aantal voedingsmiddelenwinkels verdeeld over subbranches en werknemersklassen (per 1 januari 2014) algemeen
Vers speciaalzaken
overig
Subbranches
1
2
3-5
5-10
10-20
20-50
50-100
≥ 100
Totaal
Supermarkten
895
455
400
390
245
555
150
55
3.145
Groentewinkels
365
275
275
165
30
5
0
0
1.115
Slagerijen en poeliers
435
395
605
700
165
25
0
0
2.325
Viswinkels
225
175
185
140
25
5
0
0
755
Brood, banket en zoetwaren
510
290
195
190
50
5
5
0
1.245
Kaaswinkels
630
320
165
55
5
0
0
5
1.180
Reformwinkels
420
350
300
115
10
0
0
0
1.195
Buitenlandse voedingsmiddelen
125
150
135
60
5
0
0
0
475
Slijterijen
180
75
70
55
25
5
0
0
410
Tabakswinkels
365
140
110
55
20
5
0
0
695
Overige voedingsmiddelen
410
150
150
105
35
5
0
0
855
Totaal
4.560
2.775
2.590
2.030
615
610
155
60
13.395
Bron: CBS, september 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– In Nederland zijn supermarkten vanaf de zestiger jaren van de twintigste eeuw te vinden. Speciaalzaken zijn er al veel langer. –– Steeds meer consumenten vinden gezondheid, duurzaamheid (productiewijze, dierenwelzijn), biologisch voedsel en milieu belangrijk. Per huishouden werd in 2013 ongeveer € 107 per week aan voedings- en genotsmiddelen uitgegeven, wat bijna 15% is van de totale bestedingen. –– Voedingsmiddelenwinkels hebben last ondervonden van de economische crisis. Consumentenbestedingen en koopkracht staan onder druk.
Voornamelijk bij speciaalzaken zijn de verkopen in volume sterk gedaald sinds 2010. Bij speciaalzaken heeft dit geleid tot een toename in faillissementen. –– De supermarkten hebben van alle detailhandelssectoren het minste last van een terughoudende consument. Toch staan de omzetten van supermarkten onder druk vanwege de opkomst van discounters en het online kanaal. Supermarkten zijn daarom steeds meer op prijs aan het concurreren, waardoor de winstgevendheid onder druk komt te staan –– Accijnsverhogingen zorgen voor een krimp bij tabakszaken. –– Bij supermarkten is het aantal zelfstandige franchisenemers afgenomen van 45% in 2010 tot 42% in 2013. 3
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij voedingsmiddelenwinkels en het bruto binnenlands product (BBP) 120 115 110
Index (2010 = 100)
105 100 95 90 85 80 75 70 2005
2006
2007
2008
Supermarkten
2009
2010
Voedingsspeciaalzaken
2011
2012 BBP
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, EIM (2015)
–– S teeds minder consumenten kopen bij de versspeciaalzaak en deze doelgroep vergrijst. Vanwege lagere prijzen kiezen de consumenten eerder voor de supermarkt. –– Reformwinkels groeien door een toenemende vraag naar vleesvervangers, duurzaam en biologisch voedsel. –– Door een toename van goedkoop aanbod van A-merken bij prijsvechters, is het aandeel huismerken in 2013 voor het eerst gedaald sinds jaren. –– De bevoorrading van winkels is een belangrijk aandachtspunt. Dat geldt met name voor voedingsmiddelenwinkels in de binnensteden. Zij zijn soms moeilijk te bereiken voor transporteurs die dagelijks de verse artikelen afleveren. –– Het aantal viswinkels, buitenlandse levensmiddelenzaken, ijswinkels en koffie- en theewinkels neemt toe.
Feiten en cijfers –– D e branche van voedingsmiddelenwinkels bestaat uit ongeveer 13.400 bedrijven. –– Ruim 7.300 bedrijven hebben 1 of 2 werkzame personen. Dit betreft vaak zelfstandigen, al dan niet met meewerkende gezinsleden. –– Er zijn ongeveer 1.900 zelfstandige franchisenemers binnen de supermarkten (42%). 4
–– D e bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen met circa 4.600 bedrijven een aanzienlijke groep. –– Circa 1.400 bedrijven uit deze groep detailhandel bedrijven hebben meer dan 10 werkzame personen. –– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de detailhandel met ongeveer 55% van de banen. MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed voor circa 45% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de categorie supermarkten. –– In 2013 telde de branche bijna 1.200 bedrijfsoprichtingen. –– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer € 39,3 miljard. Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien van voedingsmiddelenwinkels in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. Supermarkten zijn relatief weinig gevoelig voor veranderingen in de economie, terwijl de omzet van speciaalzaken juist sterk is gedaald sinds 2007.
Figuur 3 Voedingsmiddelenwinkels: oprichtingen en opheffingen
1.800 1.600
1.755 1.750
1.675
1.610 1.340
1.400
1.440
1.380
1.180
1.200
1.205
1.070
1.250
1.305
1.170
1.185
1.000 800 600 400 200 – 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen Bron: CBS
Ook in economische minder goede tijden doen consumenten levensmiddelenboodschappen. Ze besparen vooral op duurzame goederen. De omzet van de supermarkten blijft naar verwachting doorgroeien, in lijn met de groei van de economie. De groei van supermarkten is sinds 2009 wel afgezwakt. Over heel 2013 groeide de omzet van supermarkten met 2%, terwijl die van speciaalzaken met 2,1% daalde. De groei bij supermarkten was volledig toe te schrijven aan een hoger prijsniveau (+3,3%). Het volume daalde namelijk met 1,1%, de grootste daling sinds het CBS deze cijfers bijhoudt. Bij speciaalzaken stegen de prijzen gemiddelde met 4%, terwijl het volume met bijna 6% daalde. In de eerste 7 maanden van 2014 is echter een ander beeld te zien. Bij supermarkten is het volume juist gestegen met 1,4%, terwijl de prijzen slechts met o,1% zijn gestegen. De prijsconcurrentie van supermarkten vertaalt zich in een toename van de afzet. Bij speciaalzaken is een stabilisering van het volume waar te nemen en een prijsstijging van circa 0,8%. Dit resulteert per saldo in groei, voor het eerst sinds 2007.
In totaal is er in 2013 ongeveer € 39,3 miljard omzet gerealiseerd. Daarvan komt circa € 34,3 miljard voor rekening van supermarkten en € 5 miljard voor rekening van speciaalzaken. De branche kent een gemiddelde bedrijfsdynamiek. Tot en met 2010 was het aantal bedrijfsoprichtingen groter dan het aantal opheffingen. Vanaf 2011 is hier een kentering in opgetreden en is het aantal opheffingen groter dan het aantal oprichtingen. Toch zijn er jaarlijks nog bijna 1.200 bedrijfsoprichtingen die kansen zien in bepaalde niches. Supermarkten behaalden volgens CBS-cijfers tussen 2009 en 2012 gemiddeld een bedrijfsresultaat van circa 4%, terwijl speciaalzaken een veel hoger gemiddeld bedrijfs resultaat van circa 11% behaalden. Het gemiddelde van de detailhandel ligt op 5,3% en het gemiddelde van het totale bedrijfsleven ligt op 6,5%.
5
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Supermarkten
Speciaalzaken
Detailhandel
Totale bedrijfsleven
Inkoop
77,6%
71,4%
70,8%
68,9%
Personeel
11,4%
13,9%
13,6%
13,9%
Huisvesting & energie
3,8%
5,8%
6,0%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,4%
0,9%
0,4%
0,8%
Vervoersmiddelen
0,3%
0,9%
0,6%
1,9%
Verkoop
1,1%
2,1%
2,4%
1,7%
Communicatie
0,1%
0,4%
0,3%
0,3%
Overig
3,2%
2,7%
3,7%
7,0%
Afschrijvingen
2,0%
2,0%
2,2%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Bron: CBS
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door inkoop, het meest nog bij supermarkten. Vergeleken met het totale bedrijfsleven zijn de huisvestingskosten relatief hoog, voornamelijk bij speciaalzaken. Relatief wordt weinig uitgegeven aan apparatuur & inventaris en aan vervoersmiddelen.
––
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– D e meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn motorrijtuigen, brand, bedrijfsaansprakelijkheid en bedrijfsschade. –– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak gesloten. –– Er zijn specifieke verzekeringsdekkingen voor voedingsmiddelenwinkels op de markt op het gebied van koelschade en geldverzekeringen. –– Meerdere brancheorganisatie bieden mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– De groeiende belangstelling voor gezondheid zorgt voor een toename van de vraag naar veilige, gecertificeerde producten. 6
––
–– ––
––
Er zijn steeds meer regels waar bedrijven aan moeten voldoen. Deze regels worden opgelegd door de Voedsel en Waren Autoriteit. Het eet- en koopgedrag van consumenten verandert als gevolg van demografische ontwikkelingen. Zo komen er meer ouderen, meer en kleinere huishoudens en is de diversiteit toegenomen. Mannen staan steeds vaker in de keuken of halen de boodschappen. Nederland krijgt steeds meer dumpsupermarkten. Deze supermarkten concurreren met wisselende assortiment bestaande uit restpartijen van A-merk fabrikanten tegen bodemprijzen. Supermarkten hanteren steeds ruimere openingstijden. Veiligheid en criminaliteit (winkeldiefstal) blijven actuele knelpunten. Wanneer een ondernemer deelneemt aan de regeling ‘afrekenen met winkeldieven’, dan incasseert Stichting Afrekenen met Winkeldieven schadevergoedingen namens detaillisten bij de winkeldief. Bevoorrading (venstertijden, geluidseisen, bereikbaarheid) blijft een belangrijk aandachtspunt. Bij het bevoorraden van winkels in de binnenstad lopen transporteurs tegen een wirwar van regels. Elke gemeente kan namelijk haar eigen voorwaarden stellen, zoals aan uitlaatgassen of bevoorradingstijden. Er zijn meer dan 400 verschillende handboeken met meer dan 1600 regels voor stedelijke distributie.
–– D e vraag naar vleesvervangers, vis en biologische producten neemt toe. Viswinkels, reformzaken en biologische winkels groeien hierdoor. –– In de voedingsmarkt is sinds enkele jaren de trend ‘local-for-local’ in opkomst. Local-for-local betekent dat uitsluitend producten geconsumeerd worden, die in de eigen regio zijn geproduceerd. Dit geldt niet alleen voor de directe consumptie, maar ook voor de indirecte. Een voorbeeld is dat zowel het vlees van een koe als het voedsel voor de koe en de meststoffen voor het voedsel uit de regio komen. –– Het omzetaandeel van huismerken groeide de laatste jaren gestaag richting de 30%. In 2013 daalde het aandeel huismerken in de omzet echter voor het eerst. Huismerken hadden last van de hoge promotiedruk op A-merken in 2013. –– Over de hele wereld worden bewustwordingscampagnes gelanceerd om voedselverspilling terug te dringen. Het Europees Parlement nam een resolutie aan om de verspilling met 50% terug te dringen. Dit geldt zowel voor thuis als voor buitenshuis. Ook van outlets en fabrikanten wordt verwacht dat ze met dit issue aan de slag gaan en minder eten verspillen. –– Consumenten verwachten dat fabrikanten transparanter worden. Supermarkten moeten fungeren als poortwachters. Ze moeten bewijs leveren dat aan hun eisen wat betreft transparantie voldaan wordt, voordat de producten op het schap komen te liggen. –– Vanaf 13 juni 2014 gelden er nieuwe consumentenregels waarmee een consument sterker staat, wanneer hij of zij iets koopt op straat, aan de deur, via telefoon en internet. Risico’s –– Strengere wet- en regelgeving op het gebied van productiewijze, grondstoffen en dierenwelzijn, kan leiden tot nieuwe of verhoogde risico’s op het gebied van aansprakelijkheid. Een goede analyse welk type aansprakelijkheden, zoals productaansprakelijkheid of product recall, afgedekt zouden kunnen worden door verzekeringen kan de risico’s in kaart brengen. –– Goede beveiliging tegen winkelcriminaliteit is belangrijk. Preventie helpt om mogelijke schadelasten te beperken. Het niet of onvoldoende nemen van adequate preventiemaatregelen kan er toe leiden dat schades niet of onvolledig zijn gedekt door de huidige verzekeringen. Brand-, bedrijfsschade- en geldverzekeringen spelen hier een belangrijke rol.
–– S trenge regelgeving op het gebied van stedelijke distributie zorgt voor risico’s op het gebied van (milieu) aansprakelijkheid. –– Stunten met aanbiedingen voor restpartijen brengt risico’s met zich mee, dat de producten niet meer in goede staat zijn. Hierdoor bestaat het risico dat er schadeclaims door consumenten worden gedaan.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Er wordt steeds meer online besteld door consumenten bij supermarkten. Ahold heeft Bol.com overgenomen om daarmee kennis en ervaring op te doen voor online verkopen via Albert.nl. Verwacht wordt dat online boodschappen op termijn 15% tot 20% van de totale foodomzet uitmaken. Het grootste gedeelte is in handen van supermarkten. Daarnaast verkopen Just-Eat en thuisbezorgd.nl online. Speciaalzaken verkopen nu onder andere online via het platform graaggedaan.nl. Hier zijn inmiddels 350 verszaken bij aangesloten. Ook voor niche producten als biologisch vlees (OKvlees) en glutenvrije producten biedt internet een groter podium. Warenhuizen als HEMA en La Place hebben een aantal foodartikelen in hun webshops opgenomen. Verder zijn er bedrijven, zoals HelloFresh, die een abonnement op een box aanbieden, waar voor een hele week de boodschappen, inclusief de recepten inzit. Deze boxen worden thuisbezorgd. –– In veel supermarkten wordt tegenwoordig Wi-Fi aangeboden. Supermarkten kunnen daarmee het looppatroon van consumenten in de winkels analyseren en aan de hand daarvan het schappenplan en routing optimaliseren. –– In supermarkten worden steeds vaker zelfscanners gebruikt. Bij Albert Heijn betreft het ongeveer 16% van de winkels en bij Jumbo ongeveer een derde van de winkels. –– In steeds meer kleinere voedingsspeciaalzaken is het mogelijk te pinnen. –– Supermarkten gebruiken steeds meer gepersonaliseerde aanbiedingen op basis van een klantkaart. Een voorbeeld hiervan is Albert Heijn met de bonuskaart. –– Consumenten gebruiken steeds vaker de smartphone voor online boodschappenlijstjes, het vergelijken van prijzen, het zoeken van recepten en het zoeken van achtergrondinformatie over een product. Dit wordt ook wel Het Nieuwe Winkelen genoemd.
7
–– V eel consumenten zijn via hun telefoon continu verbonden met internet. Hierdoor kunnen retailers informatie bieden die aansluit bij de behoefte en de locatie van de consument op dat moment. Als een consument bijvoorbeeld naar een goede fles wijn zoekt, ziet hij direct de dichtstbijzijnde winkels die wijn verkopen. Niet alleen de grote ketens, maar ook die ene speciaalzaak. GPS-positionering lijkt speciaal voor kleine en middelgrote bedrijven goede mogelijkheden te bieden. Risico’s –– Groei van online dienstverlening leidt tot nieuwe vraagstukken rond aansprakelijkheid. Dat speelt ondermeer bij onvoldoende beveiliging of bij fouten in de programmatuur. Naast goede leveringsvoorwaarden kan een beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hierbij een rol spelen. –– Security risico’s en cybercriminaliteit nemen toe. Goed risicomanagement op dit gebied wordt steeds belangrijker. Er zijn inmiddels speciale verzekeringen tegen cybercriminaliteit op de markt. –– Innovaties en technologische veranderingen kunnen nieuwe risico’s met zich meebrengen. Dat kan ertoe leiden dat de dekking van huidige verzekeringen tekortschiet. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. Daarnaast kunnen er nieuwe risico’s ontstaan die niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of geheel nieuwe verzekeringen. –– De afhankelijkheid van elektronica en apparatuur, zoals betalingsapparatuur en zelfscanners, heeft invloed op de bedrijfsschade- en computer- en elektronicaverzekeringen.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Bedrijfsopvolging is lastig in te vullen door een gebrek aan jonge ondernemers. –– Volgens het UWV daalt het aantal zelfstandigen in de detailhandel de komende jaren. –– De gemiddelde werkweek van werknemers bij voedingsmiddelenwinkels is korter geworden, terwijl de openingstijden langer zijn. In supermarkten zijn de meeste ‘kleine baantjes’ te vinden. Veel jongeren combineren hun studie met een kleine bijbaan. Het aandeel flexibele arbeid is de afgelopen jaren gestegen. Het aandeel flex bedraagt onder vakken8
vullers bijna 40% en van de verkopers werkt 17% op flexibele basis. –– Het functiegebouw gaat steeds meer lijken op een zandloper. De middenkaderfuncties verdwijnen. Aan de onderkant komt er werkgelegenheid bij, aan de bovenkant blijft de werkgelegenheid gelijk. De functies bovenin worden complexer, bijvoorbeeld die van bedrijfsleider. Het kenniscentrum Handel heeft een Human Capital Agenda geformuleerd. De komende jaren wordt een veel groter accent gelegd op de zogenoemde soft skills van werknemers, zoals klantvriendelijkheid en gastheerschap (hospitality). Daarnaast is kennis van ICT en nieuwe technologie essentieel (‘het nieuwe verkopen’). –– Personeel in winkels moet vaak lang staan. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor houding en bewegingsapparaat. –– De publieke WGA en Ziektewet premies van het UWV voor bakkerijen en slagers stijgen in 2015. Deze zijn ruim hoger dan gemiddeld in het hele bedrijfsleven. De WGA-flex premie van de detailhandel en ambachten stijgt eveneens. De premies zijn bovengemiddeld vergeleken met andere bedrijven. De WGA instroom bij grote bedrijven was in 2013 groter dan in 2012. Ondanks dat er relatief veel kleine werkgevers zijn met minder dan 10 werknemers, zijn bakkerijen en slagerijen meer dan gemiddeld eigenrisicodrager (bakkerijen 31% en slagerijen 29%versus 21% gemiddeld) en detailhandel ondergemiddeld (18%). Gemeten in loonsommen is een ondergemiddeld aandeel eigenrisicodrager voor de WGA (bakkerijen 44%, slagers 39%, detailhandel 33% vergeleken met 46% gemiddeld). Het aantal eigenrisicodragers is met circa 10% afgenomen bij bakkerijen en slagerijen vergeleken met 2013 en in de detailhandel zelfs met 18%. Voor de Ziektewet is men nog relatief beperkt eigen risicodrager (circa 0,5%). Dit aandeel is wel sterk gegroeid. Risico’s –– Fysieke klachten met betrekking tot houding en bewegingsapparaat kunnen leiden tot een toename van ziekteverzuim in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en r eïntegratie, en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– De toename van het aandeel flexwerkers en stijging van de sectorale premies voor vaste werknemers en flexwerkers van het UWV, zorgen ervoor, dat
de Wet BeZaVa grote impact kan hebben op de kosten. Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de ZW-flex en WGA is belangrijk. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Er zijn verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen voor de detailhandel, het levensmiddelenbedrijf, het bakkersbedrijf, het slagersbedrijf. Er zijn (algemeen verbindend verklaarde) cao’s voor Aardappelen, Groente en Fruitwinkels (AGF), het bakkersbedrijf, het slagersbedrijf, slijterijen, tabaksdetailhandel en visdetailhandel. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
Duurzaamheid Trends & ontwikkelingen –– Er is een groeiende belangstelling voor duurzaamheid (productiewijze, dierenwelzijn) en milieu. De consument eist veilige,gecertificeerde producten. –– De omzet van duurzaam voedsel groeide in 2013 met gemiddeld 10,8%, terwijl de totale bestedingen aan voedsel met 0,4% daalden. Het meest verkochte keurmerk is Biologisch (40% van de verkopen in 2013), UTZ Certified (20% van de verkopen in 2013) en Beter Leven (19% van de verkopen in 2013). Het sterkst gegroeid in 2013 is het Aquaculture Stewardship Council (ASC) keurmerk voor vis, een keurmerk van het Wereld Natuur Fonds (WNF) en Initiatief Duurzame Handel (IDH) (+526%). –– In de voedingssector is de Alliantie Verduurzaming Voedsel opgericht, een samenwerkingsverband tussen ketenpartners (onder meer het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Federatie Neder landse Levensmiddelenindustrie (FNLI) en de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO)). De ambitie is dat al het voedsel op de Nederlandse markt in 2020 significant duurzamer wordt geproduceerd en gedistribueerd en dat de voedselverspilling significant wordt verminderd. De productie van vlees en zuivel legt een grote druk op milieu en klimaat. Daarom wil de overheid bevorderen dat mensen kiezen voor duurzaam vlees of vleesvervangers. De overheid investeert bijvoorbeeld in onderzoek naar nieuwe eiwitten, zoals ‘planktonburgers’ met eiwit uit algen.
–– D e verwachting is dat op termijn verpakkingsvrije winkels zullen opkomen. Het eerste concept, waar een consument met eigen potten en flessen heen gaat, is in ontwikkeling (Bag&Buy). –– Verpakking van bioplastics of composteerbaar plastic zijn in opkomst. Risico’s –– De toenemende wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid en milieu kunnen ervoor zorgen, dat de aansprakelijkheidsrisico’s toenemen. –– Voor de productie van nieuwe producten, zoals duurzaam voedsel, zijn nog in beperkte mate de risico’s bekend, vanwege de korte historie. Dit vormt een uitdaging voor de risico-inschatting door verzekeraars.
Belangrijke organisaties –– C entraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL): brancheorganisatie van supermarkten. –– Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV). Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van zakelijke verzekeringen zoals brandschade, bedrijfsschade, aansprakelijkheid, glasschade, geld, ongevallen en rechtsbijstand, ziekteverzuim. –– Koninklijke Nederlandse Ambachtelijke Slagers organisatie (KNS). SAS ZorgPortaal. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van zakelijk schade, privé schade, AOV, ziekteverzuim, WIA, zorg. –– AGF Detailhandel Nederland (ADN): Aardappelen, Groenten en Fruit. Biedt een risicoscan aan. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van zakelijke verzekeringen. –– Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel (VNV). Biedt een risicoscan aan. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van zakelijke en privéverzekeringen. –– Vereniging Drankenhandel Nederland (VDN). –– Brancheorganisatie voor de Tabaksdetailhandel (NSO). –– Raad Nederlandse Detailhandel (RND). –– Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD): wordt in 2014 opgeheven.
9
Mode- en gebruiksartikelenwinkels De markt Mode- en gebruiksartikelenwinkels zijn onderdeel van de detailhandel. Het gaat hierbij om een grote en diverse groep winkels met uiteenlopende producten, zoals: –– kleding en schoeisel –– meubels en woninginrichting –– wit- en bruingoed en huishoudelijke artikelen –– boeken en kantoorartikelen –– computers –– drogisterijen, tuincentra en dierenwinkels –– doe-het-zelfwinkels en bouwmarkten Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen.
Figuur 1. Aantal winkels in mode- en gebruiksartikelen verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014) huishoud
mode
recreatie
verzorging
Luxe goederen
overig
Subbranches
1
2
3-5
5-10
10-20
20-50
50-100
≥ 100
Totaal
Huishoudelijke artikelen
5.385
2.300
1.835
1.240
395
130
25
45
11.355
Warenhuizen
415
25
20
15
25
65
15
10
590
Kleding en textiel
4.355
2.295
1.555
785
250
130
45
70
9.485
Schoenen en lederwaren
495
345
400
230
90
25
10
15
1.610
Boeken en kantoorartikelen
715
330
435
270
40
10
0
5
1.805
Fietsenwinkel
925
520
535
330
65
10
0
0
2.385
Sport en kampeerartikelen
820
320
300
165
60
15
5
15
1.700
Speelgoedwinkels
430
125
120
70
10
0
0
5
760
Drogisterijen en parfumerieën
625
265
315
305
115
35
0
15
1.675
Bloemenwinkels en tuincentra
1.485
850
795
505
140
70
15
10
3.870
Dierenwinkels
795
390
290
115
20
5
0
0
1.615
Consumentenelektronica
1.495
415
365
245
60
15
0
15
2.610
Juweliers
710
365
335
200
35
5
5
5
1.660
Opticiens
305
285
335
230
50
15
5
5
1.230
Fotografie
150
120
85
45
5
5
0
0
410
Kunst en antiek
1.605
375
95
30
0
0
0
0
2.105
Tweedehands
1.590
310
100
55
30
15
5
0
2.105
Overig
2.270
615
290
120
40
5
5
0
3.345
Totaal
24.570
10.250
8.205
4.955
1.430
555
135
215
50.315
Bron: CBS, september 2014
10
–– W inkels in mode- en gebruiksartikelen zijn sterk afhankelijk van binnenlandse bestedingen, consumentenvertrouwen en consumentengedrag. In volume zijn de binnenlandse bestedingen sinds 2008 gedaald, de waarde is nog wel licht gestegen. Het consumentenvertrouwen is verbeterd in 2014. De verwachting is, dat de consumentenbestedingen in 2015 verder zullen groeien. –– De branche heeft zwaar geleden onder de economische crisis. Consumenten hebben aanzienlijk bespaard op uitgaven aan consumentenartikelen, het meeste nog op dure artikelen. –– De branche voor winkels in mode- en gebruiksartikelen is een bedrijfstak met een toenemende mate van concurrentie. Belangrijkste oorzaken zijn een afname van de consumentenbestedingen, schaalvergroting, branchevervaging, de toename van directe, online verkoop door producenten en toetreding van buitenlandse winkelbedrijven. –– De online consumentenbestedingen zijn sterk toegenomen. Een multichannel aanpak voor de combinatie van een online verkoopkanaal en winkellocatie is essentieel. –– Transparantie en maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn erg belangrijk voor het imago van bedrijven. Dit wordt gedreven door de inkoop van elektronica, kleding en andere gebruiksartikelen uit voornamelijk Azië en de omstandigheden waaronder die artikelen worden geproduceerd. –– Het gedrag van consumenten verandert. Een consument kiest voor het ene product voor een A-merk in een winkel, terwijl hij voor het andere product kiest voor een huismerk via een online kanaal. –– Er is sprake van een toenemende mate van keten integratie, zowel voorwaarts als achterwaarts. –– Reclame blijft erg belangrijk in de branche. Via vele kanalen en instrumenten wordt geprobeerd de aandacht van de consument te trekken. –– Er is een toenemende mate van leegstand in winkels. Bij de detailhandel is inmiddels 9% van de vierkante meters niet in gebruik, tegen 8% in 2013. –– De gevoeligheid voor mode en trends is groot. Daardoor wordt de productcyclus van sommige topwinkels korter. De internationale ketens zijn in staat om snel nieuwe collecties op de markt te brengen. Kleinere winkeliers verdwijnen uit de stadscentra en wijken uit naar goedkopere locaties.
–– D e bevoorrading van winkels, met name in binnensteden, is een groeiend knelpunt. Sommige ketens kiezen daarom voor een winkellocatie buiten de bestaande winkelcentra of op industrieterreinen in de periferie van steden en dorpen.
Feiten en cijfers –– D e branche van mode- en gebruiksartikelenwinkels bestaat uit ruim 50.000 bedrijven. –– Bijna 35.000 bedrijven hebben 1 of 2 werkzame personen. Dit betreft vaak zelfstandigen, al dan niet met meewerkende gezinsleden. –– De bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen met ruim 13.000 bedrijven een aanzienlijke groep. –– Ruim 2.300 bedrijven uit deze groep detailhandels bedrijven hebben meer dan 10 werkzame personen. –– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de detailhandel met ongeveer 55% van de banen. MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed voor circa 45% van de banen. –– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de categorieën huishoudelijke artikelen en kleding en textiel. –– In 2013 telde de branche ruim 3.700 bedrijfsoprichtingen. –– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer € 49,1 miljard.
11
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien van mode- en gebruiksartikelenwinkels in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek. In 2012 en 2013 was het aantal opheffingen groter dan het aantal oprichtingen. Jaarlijks zijn er ruim 3.700 bedrijfsoprichtingen die kansen zien in bepaalde niches.
De branche is sterk gevoelig voor de stand van de economie. In economisch minder goede tijden hebben bedrijven in de branche te kampen met flinke terugval in de omzetten.
Luxe artikelenwinkels haalden het hoogste rendement volgens CBS-cijfers tussen 2009 en 2012, met gemiddeld een bedrijfsresultaat van circa 10%, gevolgd door winkels in recreatieartikelen (6,9%), verzorgingswinkels (6,4%) en winkels in huishoudelijke artikelen (5,6%). Modewinkels behaalden gemiddeld tussen 2009 en 2012 het minste resultaat met een gemiddelde van 4,3%. Het gemiddelde van mode- en gebruikswinkels ligt op 5,7% en het gemiddelde van de gehele detailhandel ligt op 5,3% en het gemiddelde van het totale bedrijfsleven ligt op 6,5%.
De branche heeft tussen 2005 en 2008 een sterk groeitempo gekend. Als gevolg van de economische en financiële crisis tussen 2008 en 2013 zijn de omzetten flink gedaald, met een opleving in 2010 voor consumentenelektronica en modezaken. In 2014 en 2015 wordt een groei in de omzet verwacht, die sterker is dan de groei van de economie. In totaal werd er in 2013 ongeveer € 49,1 miljard omzet gerealiseerd.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij mode- en gebruiksartikelenwinkels en het bruto binnenlands product (BBP) 120 115 110
Index (2010 = 100)
105 100 95 90 85 80 2005
2006
Winkels in non-foodartikelen 476 Recreatieartikelen Bron: CBS, CPB, EIM (2015)
12
2007
2008
2009
474 Consumenten-elektronica 477 Modezaken
2010
2011
2012
47741 Drogisterijen BBP
2013
2014
2015
475 Huishoudelijke artikelen Prognose
Figuur 3. Mode- en gebruiksartikelenwinkels: aantal oprichtingen en opheffingen 1.600 1.400
6.895
6.825 6.260
5.740
1.200
5.670 5.065
5.055
1.000
4.570
4.460
4.025
800
5.105
4.980 3.790
3.740
600 400 200 2009
2008
2007
2011
2010
2012
2013
Opheffingen
Bron: CBS
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door inkoop, het meest nog bij luxe artikelenwinkels. De personeelskosten zijn relatief het hoogste in de modebranche. Vergeleken met het totale bedrijfsleven
zijn de huisvestingskosten relatief hoog, voornamelijk bij modewinkels. Relatief wordt weinig uitgegeven aan apparatuur & inventaris en aan vervoersmiddelen.
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Huishoud
Mode
Recreatie
Verzorging
Luxe
Detailhandel
Totale bedrijfsleven
Inkoop
61,9%
56,1%
67,6%
66,8%
73,9%
70,8%
68,9%
Personeel
17,3%
18,2%
14,1%
17,6%
13,0%
13,6%
13,9%
Huisvesting & energie
8,5%
13,3%
8,1%
5,6%
5,0%
6,0%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,5%
0,4%
0,4%
0,5%
0,3%
0,4%
0,8%
Vervoersmiddelen
0,8%
0,8%
0,6%
0,5%
0,7%
0,6%
1,9%
Verkoop
3,8%
3,3%
2,6%
2,3%
2,4%
2,4%
1,7%
Communicatie
0,4%
0,5%
0,5%
0,3%
0,3%
0,3%
0,3%
Overig
3,9%
4,3%
3,7%
3,7%
2,8%
3,7%
7,0%
Afschrijvingen
2,9%
3,2%
2,3%
2,6%
1,7%
2,2%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: CBS
13
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– D e meest gesloten verzekeringen binnen de branche zijn motorrijtuigen, brand, bedrijfsaansprakelijkheid en bedrijfsschade. –– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak gesloten. –– Er zijn specifieke verzekeringsdekkingen voor mode- en gebruiksartikelenwinkels op de markt op het gebied van geldverzekeringen. Voor doe-het-zelfwinkels en bouwmarkten zijn construction all risk (CAR) verzekeringen mogelijk van belang. –– Meerdere brancheorganisaties bieden mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– Het aankoopgedrag van consumenten verandert als gevolg van demografische ontwikkelingen. Zo komen er meer ouderen, meer en kleinere huishoudens en is de diversiteit toegenomen. Consumenten willen steeds meer artikelen 24/7 kunnen aanschaffen en doen dit via verschillende kanalen. Consumenten zijn ook steeds minder in te delen in de gangbare segmenten, omdat ze op het ene moment een duur A-merk kopen in een luxe speciaalzaak en op het andere moment een goedkoop huismerk bij een discounter. –– Afnemers leggen het voorraadrisico steeds meer neer bij groothandels. –– Veel producten worden tegenwoordig in lage loonlanden in Azië en andere minder ontwikkelde werelddelen geproduceerd. Dit betreft zowel producten van Westerse merkfabrikanten, als Aziatische (regelmatig nagemaakte) producten. –– De vraag naar transparantie in de modebranche wordt steeds groter, mede door de ramp in Bangladesh in april 2013, waarbij een gebouw met meerdere kledingproducenten en zo’n 5.000 mensen instortte. Daarbij kwamen ruim 1.100 mensen om het leven en raakten 2.500 mensen gewond. Het gebouw was oorspronkelijk niet bestemd om fabrieken te huisvesten. Meer transparantie is een belangrijke stap om zowel maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) als duurzaamheid te verbeteren.
14
–– Voor veel bedrijven in de branche past het krijgen van (meer) inzicht in de toeleveringsketen bij de verplichtingen die voortvloeien uit het naleven van de OESO-richtlijnen en het Ruggie-raamwerk. Het openbaren van de fabrieken en subcontractors die voor de sector produceren is daar onderdeel van. In het ‘Accord on Fire and Building Safety’ in Bangladesh uit mei 2013 zijn betrokken vakbonden, overheden, ngo’s en het bedrijfsleven akkoord over het inzicht geven over de fabrieken waarmee zij werken. Ook bij elektronica artikelen, die in China worden geproduceerd, zoals telefoons, zijn voorbeelden waar de arbeidsomstandigheden van werknemers zeer slecht zijn. –– Jongeren kiezen vaker voor tweedehands en vintage producten. Ook voor kinderen worden steeds meer tweedehands producten aangeboden. Het aantal winkels in tweedehands kleding neemt daardoor toe. –– Er is een toenemende mate van leegstand in winkels. Bij de detailhandel is inmiddels 9% van de vierkante meters niet in gebruik, tegen 8% in 2013. Meer dan de helft van de gemeenten in Nederland heeft geen plan van aanpak hiervoor. –– Discounters, zoals Primark en Action, en outlets groeien in populariteit en aantal. –– Producten die bestemd zijn voor het spel en de ontwikkeling van kinderen tot 14 jaar worden in Europa speelgoed genoemd. Er is steeds meer Europese wetgeving om de veiligheid van deze producten te garanderen. Tot deze producten horen onder andere: speelmateriaal, teken-, schrijf- en kleurmateriaal, handenarbeidmateriaal, leer- en ontwikkelingsmateriaal. Boeken zijn hiervan uitgezonderd. Mechanische- en fysische eigenschappen van speelgoed kunnen een risico vormen. Chemische stoffen in plastic, stof of verf van het speelgoed kunnen bij het sabbelen terecht komen in het kind. Ook via de huid of via inademen kunnen stoffen uit speelgoed mogelijk effecten op de gezondheid veroorzaken. Voor andere kinderproducten, zoals kleding en meubels kan in principe hetzelfde gelden. –– Vanaf 13 juni 2014 gelden er nieuwe consumenten regels waarmee een consument sterker staat, wanneer hij of zij iets koopt op straat, aan de deur, via telefoon en internet. –– Bevoorrading (venstertijden, geluidseisen, bereikbaarheid) blijft een belangrijk aandachtspunt. Bij het bevoorraden van winkels in de binnenstad lopen transporteurs tegen een wirwar van regels.
Elke gemeente kan namelijk haar eigen voorwaarden stellen, zoals aan uitlaatgassen of bevoorradingstijden. Er zijn meer dan 400 verschillende handboeken met meer dan 1600 regels voor stedelijke distributie. Risico’s –– De verwachtingen van klanten over een grotere beschikbaarheid van producten en 24/7 service levert mogelijk meer risico’s op het gebied van aansprakelijkheid en betalingen. Goede aansprakelijkheids- en rechtsbijstandverzekeringen en incassodiensten kunnen dekking hiervoor bieden. –– De toenemende afhankelijkheid van de voorraden van groothandels brengt meer voorraadrisico’s met zich mee. Onvoldoende voorraad kan omzetverlies betekenen. Goede inkoopvoorwaarden en mogelijk bedrijfsschade- en rechtsbijstandverzekeringen kunnen hierbij een rol spelen. –– Het (per ongeluk) aanbieden van namaakproducten van een bekend merk kan risico’s op inbreuk van het merkenrecht met zich meenemen. Dit kan aanzienlijke vermogenschade opleveren. Een goed begrip van de regels en controle op de levering is belangrijk. Daarnaast kan een goede aansprakelijkheidsverzekering en mogelijk rechtsbijstandverzekering een goede dekking geven. –– Het importeren van producten uit verre landen brengt de nodige risico’s met zich mee. Goede aansprakelijkheids- en goederentransportverzekeringen kunnen belangrijk zijn. –– De toename in complexiteit en strengere eisen ten aanzien van transparantie en de veiligheid van producten kunnen impact hebben op het imago en de bedrijfsaansprakelijkheid. Een dekking voor product recall en productaansprakelijkheid kunnen belangrijk zijn. –– Het aanbieden van tweedehands producten brengt het risico met zich mee, dat er problemen ontstaan met de artikelen. Goede leveringsvoorwaarden zijn hier van belang. –– Brand en bedrijfsschadeverzekeringen, eventueel in combinatie met reconstructie en extra kosten dekkingen, zijn erg belangrijk in de branche. Het kan belangrijk zijn om die verzekeringen uit te breiden, bijvoorbeeld wanneer het assortiment verandert. –– Producten, die zijn bestemd voor kinderen, vormen een speciale risicogroep. Een risicobeoordeling moet aangeven of er bij normaal gebruik nadelige gezondheidseffecten kunnen optreden.
–– S trenge regelgeving op het gebied van stedelijke distributie zorgt voor risico’s op het gebied van (milieu) aansprakelijkheid.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Het aandeel van de online inkopen in de non-food branche is gestegen tot circa 10%. De verwachting is dat dit aandeel nog verder zal stijgen tot een aandeel van een derde van de totale omzet in 2020. De meeste omzet uit online verkopen betreft consumentenelektronica. Er zijn meerdere elektronicawinkels, die alleen online verkopen (bijvoorbeeld Coolblue). Kleding vormt de tweede groep in omzet. Dit betreft voornamelijk bestaande kledingfabrikanten en retailers, die online verkopen. De derde categorie wordt gevormd door boeken, cd’s en dvd’s. Ook hier zijn aanbieders actief, die alleen online verkopen (bijvoorbeeld Bol.com). De vierde categorie is verzorging en huis & tuin. Dit betreft weer voornamelijk bestaande retailers, die online verkopen. –– Online retailers verkopen een steeds breder aanbod van artikelen. Een voorbeeld is Bol.com, die begon met alleen de verkoop van boeken en CD’s. Inmiddels verkoopt Bol.com ook woonartikelen, huishoudelijke apparatuur, consumentenelektronica, dierenbenodigdheden, tuinartikelen en klusmaterialen. –– Een ontwikkeling op het gebied van materialen is het gebruik van nanotechnologie. Daarmee wordt het mogelijk om zeer kleine deeltjes in kleding te verweven. Deze kunnen bijvoorbeeld toegepast worden om transpiratie af te weren. Nanocoatings worden gebruikt om kleding een zelfreinigende werking te geven. –– In gebruiksartikelen, zoals computers en elektronica, huishoudelijke apparatuur, wit- en bruingoed, maar ook in speelgoed, wordt steeds meer nieuwe technologie gebruikt. –– Binnen de eigen bedrijfsvoering wordt de inzet van ICT-systemen steeds belangrijker. Het aanhouden van te hoge voorraden kost geld. De inzet van de juiste voorraadbeheersing algoritmes door gebruik van software is steeds beter mogelijk. Ook de inkoop bij groothandels wordt steeds verder geautomatiseerd. –– De 3D-printer heeft ook zijn intrede al gedaan in de consumentenmarkt. Er bestaan 3D-printers om zelf te bouwen en als kant-en-klaarmodel. –– Winkels gebruiken steeds vaker zelfscanners om de klant sneller te kunnen bedienen en op winkelpersoneel te besparen. 15
–– S teeds meer winkels gebruiken social media als communicatie en verkoopkanaal. De inzet van zogenaamde ‘webcare’ teams, die reageren op (vaak negatieve) uitingen van (ontevreden) klanten, neemt toe. –– Traditionele boekwinkels hebben sterk te leiden onder de opkomst van e-readers. Risico’s –– De toename van online verkopen zorgt ervoor, dat er meer risico’s ontstaan op het gebied van het bezorgen van de gekochte artikelen. In eerste instantie is het van belang goed te weten waar de aansprakelijkheden liggen ten aanzien van schades aan de artikelen. Vervolgens dient geanalyseerd te worden of aanvullende dekkingen voor de aansprakelijkheid van de winkeleigenaar nodig zijn. Een goederentransport verzekering kan dit risico afdekken. –– Innovaties en technologische veranderingen in combinatie met strenge wet- en regelgeving op het gebied van de veiligheid kunnen nieuwe risico’s met zich meebrengen. Dat kan er toe leiden dat de dekking van huidige verzekeringen, bijvoorbeeld brand- en aansprakelijkheidsverzekeringen tekortschiet. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. Daarnaast moet bepaald worden of er nieuwe risico’s zijn ontstaan die niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of geheel nieuwe verzekeringen. –– De afhankelijkheid van ICT leidt bij veel bedrijven tot extra uitgaven ten behoeve van risicobeheersing bij uitval van ICT-systemen. Verzekeringen op het gebied van machinebreuk, computer- en elektronica, bedrijfsschade, reconstructie en extra kosten kunnen hierbij een rol spelen. –– Security risico’s en cybercriminaliteit nemen toe. Goed risicomanagement op dit gebied wordt steeds belangrijker. Er zijn inmiddels speciale verzekeringen tegen cybercriminaliteit op de markt.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Volgens het UWV daalt het aantal zelfstandigen in de detailhandel de komende jaren. –– De arbeidsmarkt van de detailhandel kent een groot verloop. Bijna de helft van alle werknemers is gedurende een kalenderjaar ofwel ingestroomd, ofwel gestopt met werken in de detailhandel of beide. Studenten en scholieren vormen bijna twee derde deel van alle instromers. 16
––
––
––
––
In modezaken is 85% van de werknemers vrouw en bij winkels in consumentenelektronica 76% man. Warenhuizen hebben de grootste diversiteit wat betreft etniciteit. Van alle werknemers in warenhuizen is 25% van allochtone afkomst. Veel jongeren combineren hun studie met een kleine bijbaan. Het aandeel flexibele arbeid is de afgelopen jaren gestegen. Het aandeel flex bedraagt onder vakkenvullers bijna 40% en van de verkopers werkt 17% op flexibele basis. Het functiegebouw gaat steeds meer lijken op een zandloper. De middenkaderfuncties verdwijnen. Aan de onderkant komt er werkgelegenheid bij, aan de bovenkant blijft de werkgelegenheid gelijk. De functies bovenin worden complexer, bijvoorbeeld die van bedrijfsleider. Het kenniscentrum Handel heeft een Human Capital Agenda geformuleerd. De komende jaren wordt een groter accent gelegd op de zogenoemde soft skills van werknemers, zoals klantvriendelijkheid en gastheerschap (hospitality). Daarnaast is kennis van ICT en nieuwe technologie essentieel (‘het nieuwe verkopen’). Personeel in winkels moet vaak lang staan. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor houding en bewegingsapparaat. De publieke WGA-flex premies van het UWV voor detailhandel en ambachten stijgen in 2015. De WGA-vast en Ziektewet-flex (ZW-flex) premies van de detailhandel en ambachten dalen licht. De premies zijn bovengemiddeld vergeleken met andere bedrijven. De WGA instroom bij grote bedrijven was in 2013 groter dan in 2012. Bedrijven in de detailhandel en ambachten zijn minder dan gemiddeld eigenrisicodrager (18% versus 21% gemiddeld in aantallen en 33% versus 46% gemiddeld gemeten in loonsommen). Het aantal eigenrisicodragers is met circa 18% gedaald vergeleken met 2013. Voor de Ziektewet is men nog relatief beperkt eigen risicodrager (circa 0,4%). Dit aandeel is wel sterk gegroeid.
Risico’s –– Fysieke klachten met betrekking tot houding en bewegingsapparaat kunnen leiden tot een toename van ziekteverzuim in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie, en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– De toename van het aandeel flexwerkers en stijging van de sectorale premies voor flexwerkers van het UWV, zorgen ervoor, dat de Wet BeZaVa grote impact kan
hebben op de kosten. Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de ZW-flex en WGA is belangrijk. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente. –– Er zijn verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen voor de detailhandel, wonen en voor medewerkers van apotheken. Naast deze bedrijfstakpensioenfondsen zijn er een aantal grote ondernemerspensioenfondsen. Er zijn (algemeen verbindend verklaarde) cao’s voor apotheken, boekhandel en kantoorvakhandel, doe het zelfbranche, drogisterijbranche, elektrotechnische detailhandel, gemengde en speelgoedbranche (gebra), mode- en sportdetailhandel, samenwerkende branches detailhandel, samenwerkende winkels en ketens (SWK), tuincentra en wonen. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
––
––
––
Duurzaamheid Trends & ontwikkelingen –– Er is een groeiende belangstelling voor duurzaamheid (productiewijze) en milieu. De consument eist veilige, en gecertificeerde producten. Voorbeelden zijn duurzame mode en telefoons zonder zeldzame metalen (Fairphone). –– Er is sprake van een toenemende regeldruk en eisen van afnemers en grote merken op het gebied van duurzaamheid en MVO bij toeleveranciers. –– Bij huishoudelijke apparatuur wordt voornamelijk gekeken naar het energieverbruik, waar meerdere labels voor worden gebruikt (Energielabel, Ecolabel, Energy Star). Naast verbruik moet er ook kritisch gekeken worden naar de levensduur, het productieproces en de mogelijkheid om een product in de toekomst eenvoudig te recyclen. De verwijderingsbijdrage voor lampen en elektrische apparatuur is vervangen door een recyclingbijdrage, die is verwerkt in de consumentenprijs. Wecycle organiseert de inzameling en recycling van elektrische apparaten en energiezuinige verlichting (e-waste). Wecycle werkt samen met gemeenten, kringloopbedrijven, winkels, installateurs, kinderboerderijen en consumenten. Producenten en importeurs hebben een wettelijke verantwoordelijkheid om afgedankte elektrische apparaten en energiezuinige verlichting verantwoord
––
te laten inzamelen en recyclen. Deze verantwoordelijkheid komt voort uit Europese wetgeving over WEEE (Waste of Electric and Electronic Equipment). Binnen de kleding- en textielketen is een plan van aanpak ‘Verduurzaming Nederlandse textiel- en kledingsector 1.0’ opgesteld met doelen op onder meer het gebied van inkoopbeleid, leefbaar loon, vrijheid van vereniging, veilige werkomgeving en milieu. MVO is in de afgelopen decennia één van de speerpunten geworden voor de Nederlandse textielsector. Op dit gebied zijn er verschillende wezenlijke stappen gezet. Het betreft hier een breed scala aan onderwerpen waaronder kinderarbeid, duurzame grondstoffen zoals biokatoen, diverse milieumaatregelen en initiatieven rond onderwijs en welzijn in productielanden. Een belangrijke grondstof voor kleding en textiel is katoen. In de conventionele katoenproductie worden grote hoeveelheden pesticiden en water gebruikt die schadelijk zijn voor het milieu en de katoenboeren die de planten verbouwen. Doel is om de kwaliteit en de productie te verhogen met een zo klein mogelijke milieu-impact. Dit kan bijvoorbeeld via biologisch katoen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van kunstmest en pesticiden of via organic cotton. Er zijn verschillende initiatieven op dit gebied, waaronder de Global Organic Textile Standard (GOTS) en het Better Cotton Initiative (CBI). Waterverbruik is een ander gebied waarop verbeteringen worden nagestreefd, bijvoorbeeld via het Bangladesh Water PaCT, Partnership for Cleaner Textiles. Inmiddels kan er ook geverfd worden zonder water, zoals AirDye® met Nike heeft aangetoond. Er komen ook methodes aan op basis van enzymen, waardoor met biochemische stoffen de schadelijk verfstoffen vervangen worden. Duurzaamheid in de elektronicabranche (denk aan mobieltjes, computers, TV’s) omvat milieu aspecten zoals het uitbannen van giftige stoffen, recycling en het verminderen de uitstoot van CO2 door het energieverbruik van elektrische apparaten.
Risico’s –– Toenemende wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid en MVO en veranderingen in gebruik van materialen kunnen veranderingen van risico’s teweeg brengen. Een goede analyse hiervan kan inzicht geven of er aanpassingen gedaan moeten worden op het gebied van preventie en de aansprakelijkheidsverzekeringen, met dekkingen zoals product recall, productaansprakelijkheid en milieuaansprakelijkheid. 17
Belangrijke organisaties –– I nretail (voorheen CBW-Mitex): brancheorganisatie voor Nederlandse ondernemers in de modedetailhandel. Hebben een eigen verzekeringsdienst. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van motorrijtuigen, brand (opstal/huurdersbelang, goederen en inventaris), computers en elektronica, bedrijfsschade, bedrijfs- en bestuurdersaansprakelijkheid, rechtsbijstand, zakenreis, WEGAM, privé schade, zorg, AOV, ziekteverzuim. –– Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD). –– Koninklijke Nederlandse Boekverkopersbond (NBb). Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van schade-, levens- en ziekteverzuimverzekeringen. –– Unie van Elektrotechnische Ondernemers (UNETO-VNI). Hebben een eigen verzekeringsdienst. Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van motorrijtuigen, brand, bedrijfsschade, bedrijfs-, beroeps-, bestuurders- en vervoerdersaansprakelijkheid, rechtsbijstand, goederentransport, montage, werkmaterieel, WEGAM, milieuschade, krediet, privé schade, zorg, AOV, ziekteverzuim, WIA, ongevallen. –– Stichting Nederlandse Fotovakhandel (SNF). –– Vereniging Bloemist-Winkeliers (VBW). Hebben een eigen verzekeringsdienst, die adviseert over alle verzekeringen, die tevens een risicoscan bieden. –– Dibevo (Dieren benodigdheden en voeders). Hebben een eigen verzekeringsdienst, die adviseert over alle verzekeringen, die tevens een risicoscan bieden. –– Brancheorganisatie technische handel (Vertaz). –– Vereniging Winkelketens in de Doe-Het-Zelfbranche (VWDHZ). –– Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD): wordt in 2014 opgeheven.
18
Markt- en straathandel De markt De markt- en straathandel, ook wel ‘ambulante handel’ genoemd, is een onderdeel van de detailhandel. Het zijn verkopers zonder winkel met een marktkraam of verkoopwagen, bijvoorbeeld: –– groentemannen –– bloemisten –– visboeren –– bakkers –– handelaren in stoffen –– kledingverkopers.
Figuur 1. Aantal markt- en straathandel bedrijven verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014) Subbranches food
Non-food
1
2
3-5
5-10
10-20
20-50
50-100
≥ 100
Totaal
Markthandel groenten en fruit
415
210
155
60
5
0
0
0
845
Markthandel overige voedingsmiddelen
1.505
515
315
145
20
5
0
0
2.505
Markthandel bloemen en planten
1.985
415
100
10
0
0
0
0
2.510
Markthandel kleding en textiel
385
110
70
20
5
0
0
0
590
Markthandel tweedehands goederen
800
110
15
0
0
0
0
0
925
2.770
320
55
10
0
0
0
0
3.155
Colportage
440
30
5
5
5
0
0
0
485
Straathandel
735
215
85
20
5
0
0
0
1.060
9.035
1.925
800
270
40
5
0
0
12.075
Overige markthandel Straat
Totaal Bron: CBS, september 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– De markt- en straathandel is een eeuwenoude branche. De meeste marktplaatsen waar men op vaste tijden in de week waren kan aanbieden, bestaan echter pas sinds het begin van de 20e eeuw. –– Markthandelaren bieden hun waren vanouds tegen aantrekkelijke prijzen aan. Zij kunnen dit doen omdat ze de lasten van een winkel niet hoeven op te brengen. Daarnaast kopen ze vaak de restpartijen van fabrieken op tegen lage prijzen.
–– N ederland kent ongeveer 1.000 warenmarkten in ruim 400 marktgemeenten. Er zijn dag-, week- en jaarmarkten, grote en kleine markten. –– De consument anno 2014 leeft heel anders dan pakweg twintig jaar geleden. Het wekelijkse bezoek aan de markt heeft plaatsgemaakt voor een snel bezoekje aan de supermarkt na werktijd. Daarnaast heeft diezelfde supermarkt ook nog eens alles in huis wat de klant nodig heeft. Van aardappels tot toiletartikelen, van bloemen tot textiel. –– De markthandel houdt zich steeds meer bezig met consumentgericht werken, maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. 19
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij markt- en straathandel bedrijven en het bruto binnenlands product (BBP) 120
Index (2010 = 100)
115
110
105
100
95
90
2006
2007
2008
2009
2010
markt- en straathandel
2011 BBP
2012
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, EIM (2015)
–– D e opkomst van discounters, zoals Primark, Action en Lidl vomt een bedreiging voor de ambulante handel. –– De wereld wordt weer kleiner gemaakt. Een van de uitingen hiervan is de revival van de buurtwinkel. Een markt in het hart van de gemeente of kern versterkt de ontmoetingsmogelijkheden. Daarnaast speelt een markt in op de ‘local village’ trend. De eerste associatie met de markt en het sterkste kenmerk van de markt is ‘gezelligheid’.
Feiten en cijfers –– D e branche van markt- en straathandel bestaat uit ruim 12.000 bedrijven. –– Bijna 11.000 bedrijven hebben 1 of 2 werkzame personen. Dit betreft vaak zelfstandigen, al dan niet met meewerkende gezinsleden. –– De bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen met ruim 1.000 bedrijven een aanzienlijke groep. –– Er zijn bijna geen bedrijven in deze groep detailhandelsbedrijven met meer dan 10 werkzame personen. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn daarmee goed voor 100% van de banen. –– De grootste groepen bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door de categorieën kleding en textiel en overige markthandel. 20
–– I n 2013 telde de branche bijna 1.450 bedrijfsoprichtingen. –– De omzet van de branche was in 2012 ongeveer € 1,2 miljard. Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien van de markt- en straathandel in de periode 2006-2012, afgezet tegen de economische groei. De omzet in de branche vertoont een neerwaartse beweging, met uitzondering van 2011. In totaal werd er in 2012 ongeveer € 1,2 miljard omzet gerealiseerd.
Figuur 3. Markt en straathandel: oprichtingen en opheffingen 1.600
1.455 1.480
1.400 1.200
1.140
1.255
1.230 1.080
1.165 1.155
1.130 1.040
1.040
1.025
1.020 915
1.000 800 600 400 200 2007 Bron: CBS
2008
2009
2010
Oprichtingen
2012
2011
2013
Opheffingen
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Markt- en straathandel
Detailhandel
Totale bedrijfsleven
68,2%
70,8%
68,9%
Personeel
8,5%
13,6%
13,9%
Huisvesting & energie
5,3%
6,0%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
0,4%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,3%
0,6%
1,9%
Verkoop
4,5%
2,4%
1,7%
Communicatie
0,8%
0,3%
0,3%
Overig
4,4%
3,7%
7,0%
Afschrijvingen
3,3%
2,2%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Inkoop
Bron: CBS
De branche kent een stijgend aantal bedrijfsoprichtingen en -opheffingen in de periode 2007-2013. Jaarlijks worden ongeveer 1.200 nieuwe bedrijven gestart door ondernemers die kansen zien in bepaalde niches. De markt- en straathandel behaalde volgens CBS-cijfers tussen 2009 en 2012 gemiddeld een bedrijfsresultaat van 16,6%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%), en hoger dan het gemiddelde van de detailhandel (5,3%).
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door inkoop, gevolgd door personeel. Vergeleken met andere bedrijven in de detailhandel zijn de vervoers- en verkoopkosten relatief hoog. Vervoersmiddelen, zoals verkoopwagens, zijn d belangrijkste assets van markthandelaren. Vergeleken met het totale bedrijfsleven zijn de huisvestingskosten relatief laag. Relatief wordt weinig uitgegeven aan apparatuur & inventaris. 21
Trends, ontwikkelingen en risico’s –– D e meest gesloten verzekeringen in de branche zijn motorrijtuigen, brand, arbeidsongeschiktheid en bedrijfsaansprakelijkheid. –– Verzekeringen op het gebied van goederentransport en geld worden ook vaak gesloten. –– Er zijn specifieke verzekeringsdekkingen voor ambulante handel op de markt op het gebied van verkoopwagen, transport. –– De brancheorganisatie biedt mantelcontracten voor verzekeringen. –– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
––
––
––
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) geeft het Bewijs van Registratie (marktpas) niet meer uit. Sinds 31 december 2013 liggen alle activiteiten van het HBD stil. Dat is het gevolg van het kabinetsbesluit de product- en bedrijfschappen op te heffen. Het verdwijnen van de marktpas ook wel bekend als HBD-pas of CRK-pas maakt dat veel gemeenten hun regelgeving over de warenmarkt, standplaatsen en venten moeten aanpassen omdat de marktpas vaak een verplichting is bij de aanvraag voor een vergunning. –– Per 1 januari 2014 is de Hygiënecode voor de Ambulante Handel vervallen. Als een markthandelaar uitsluitend niet-bederfelijke etenswaren verkoopt kan gebruik gemaakt worden van de ‘Handreiking voedselveiligheid op de markt’. Als een markthandelaar ook bederfelijke etenswaren verkoopt dient er een hygiënecode gebruikt te worden, die past bij de branche, waarin de producten vallen. –– Voor ondernemers die levensmiddelen verkopen geldt vanaf 13 december 2014 nieuwe regelgeving. Als klanten hierom vragen is men verplicht allergeneninformatie te verstrekken van alle producten die zij verkopen. Allergenen zijn ingrediënten waar mensen die er gevoelig voor zijn na het eten of drinken ervan een overgevoelige reactie kunnen krijgen. Zij krijgen een lichamelijke reactie zoals een zwelling, rode huid of mogelijk zelfs een anafylactische shock. –– Vanaf 1 november 2014 is de verkoop van nieuwe schamelaanhangwagens met oploopremmen verboden. Alternatieven voor de oplooprem zijn pneumatische, 22
––
hydraulische of elektrische systemen. Colportagehandelaren gebruiken steeds meer communicatie middelen op afstand zoals verkoopprogramma’s op de televisie, telefonische verkoop en webwinkels. Bij deze overeenkomsten op afstand heeft de consument het recht om de koop binnen 14 werkdagen (sinds juni 2014) te ontbinden. Vanaf 13 juni 2014 gelden er nieuwe consumenten regels waarmee een consument sterker staat, wanneer hij of zij iets koopt op straat, aan de deur, via telefoon en internet. Bij overeenkomsten buiten de verkoopruimte gelden strengere regels dan in de winkel. Klanten moeten over een aantal zaken worden geïnformeerd en de verkoop moet worden vastgelegd in een overeenkomst. Voor verkoop op straat of aan de deur is in sommige gemeenten een ventvergunning nodig. In andere gemeenten hoeft alleen een melding gedaan te worden. De invoering van het bel-me-niet-register, zorgt ervoor, dat verkoop aan de deur meer in de belangstelling komt te staan. Er zijn geluiden voor het ontwikkelen van een bel-niet-aan register.
Risico’s –– Nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van hygiëne en allergenen, kan leiden tot nieuwe of verhoogde risico’s op het gebied van aansprakelijkheid. Een goede analyse welk type aansprakelijkheden, zoals productaansprakelijkheid, afgedekt zouden kunnen worden door verzekeringen kan de risico’s in kaart brengen. –– Nieuwe remsystemen in verkoopwagens kan leiden tot nieuwe risico’s op schade. Aanpassingen in de motorrijtuigenverzekeringen kan hierdoor noodzakelijk zijn. Het zou ook kunnen leiden tot een afname van de schades, waardoor de premies omlaag zouden kunnen. –– Strengere wet- en regelgeving op het gebied van colportage, kan leiden tot nieuwe of verhoogde risico’s op het gebied van aansprakelijkheid.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Ongeveer de helft van de kooplieden heeft een traditioneel mobiel pinautomaat, op basis van GPRStechnology. Relatief nieuw zijn de zogenoemde mPOS (mobiele Point of Sale)-pinoplossingen. Daarmee kunnen klanten via een mobiel apparaat (smartphone of tablet) pinnen. Contactloos betalen is een vorm van elektronisch betalen waarbij de klant de betaalpas of de mobiele telefoon slechts kortstondig dichtbij de
betaalautomaat hoeft te houden om te betalen. Bij bedragen tot en met € 25,- is geen pincode nodig. Boven dit bedrag moet de klant wel een pincode intikken: op de betaalautomaat (als hij betaalt met een contactloze betaalpas), of op de mobiele telefoon. –– Steeds meer ondernemers op de markt gebruiken sociale media. Voorbeelden zijn Socialijs, een ijskar, die via Twitter vragen voor locaties doorkrijgt en hierop inspeelt en de Haagse Markt met een Facebook pagina met filmpjes over onder meer de ‘kraam van de week’. Risico’s –– De toename van pinbetalingen en het gebruik van nieuwe betalingstechnologie zorgen ervoor, dat er meer risico’s ontstaan op het gebied van betalingen. Storingen kunnen bijvoorbeeld leiden tot omzetverlies. Goede computer- en elektronica- en bedrijfsschadeverzekeringen kunnen een oplossing bieden.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Standwerkers kunnen zich certificeren. Het is de bedoeling dat gemeenten de standwerkerplaatsen
gedeeltelijk of geheel toewijzen aan gecertificeerde standwerkers. –– Er is een grote groep oudere ondernemers, die hun activiteiten binnen afzienbare termijn naar verwachting zal stoppen. Ruim een derde van de marktondernemers is 55 jaar of ouder. –– Een colporteur kan als freelancer werken op commissieof provisiebasis, waardoor hij niets verdient als hij niks verkoopt. –– Personeel op de markt moet vaak lang staan. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het houding- en bewegingsapparaat. Risico’s –– Fysieke klachten met betrekking tot houding en bewegingsapparaat kunnen leiden tot een toename van ziekteverzuim in ernstige gevallen zelfs tot arbeids ongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie, en goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds belangrijker. –– Er is geen algemeen verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds. Werkgevers die het levensmiddelenbedrijf uitoefenen in de vorm van markt-, straat- en 23
rivierhandel zijn uitgesloten van deelname aan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Levensmid delenbedrijf. Er is wel een cao voor de ambulante handel. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
Duurzaamheid Trends & ontwikkelingen –– Steeds meer markthandelaren houden zich bezig met duurzaam ondernemen. TNO heeft een studie uitgevoerd naar ‘de verkoopwagen van de toekomst’. Dit is een wagen waarmee de ambulante ondernemer op de markt zelf in zijn elektriciteitsbehoefte kan voorzien door de inzet van zonnestroom, in combinatie met slimme technieken om stroomverbruik te reduceren. –– Biologische, duurzame, land- en boerenmarkten zijn in opkomst. De Pure markt, die in 2008 is begonnen in Amsterdam Oost en inmiddels is uitgebreid naar heel Amsterdam en andere steden, is hier een voorbeeld van. –– Bloemisten zijn steeds meer actief op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). MVO-certificering is mogelijk via de Barometer Duurzame Bloemist. De Barometer is een instrument waarmee doelstellingen op het gebied van duurzaamheid concreet, meetbaar en controleerbaar worden gemaakt. Deze criteria zijn op hoofdlijnen onder te verdelen in twee thema’s: duurzaam inkopen en duurzame bedrijfsvoering (energiebesparing, afvalverwerking en schoonmaakmiddelen). –– In Rotterdam is onlangs de eerste overdekte versmarkt van Nederland geopend. Het is een energiezuinige hal van twee voetbalvelden groot, omgeven door ene kunstzinnige boog waarin 228 appartementen gevestigd zijn. Risico’s –– Nieuwe business modellen en nieuwe producten kunnen nieuwe risico’s met zich meebrengen. Dat kan ertoe leiden dat de dekking van huidige verzekeringen tekortschiet. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. 24
Daarnaast kunnen er nieuwe risico’s ontstaan die niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of geheel nieuwe verzekeringen.
Belangrijke organisaties –– C entrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH). Hebben een eigen verzekeringsdienst. Mantel contracten voor verzekeringen op het gebied van motorrijtuigen, verkoopwagen, brand, bedrijfsaansprakelijkheid, transport ongevallen, ziekteverzuim. –– Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD): wordt in 2014 opgeheven.
Webwinkels De markt Webwinkels zijn onderdeel van de detailhandel. Webwinkels verkopen hun producten of diensten uitsluitend via internet. De branche is in het laatste decennium sterk opgekomen. In de laatste jaren is het aantal bedrijven in deze branche zelfs meer dan verdubbeld. De trend dat consumenten steeds vaker online kopen, zet door. Het aantal zelfstandigen dat vanuit het eigen huis een webwinkel is begonnen, is de laatste jaren explosief gestegen.
Figuur 1. Aantal webwinkels verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014) Subbranches food
1
2
3-5
5-10
10-20
20-50
50-100
≥ 100
Totaal
Webwinkels in voeding
1.770
140
55
15
5
5
-
-
1.990
Webwinkels in elektronica
1.535
110
30
15
5
10
-
-
1.705
520
45
10
5
-
-
-
5
585
Webwinkels in kleding
5.385
325
60
25
5
5
5
-
5.810
Webwinkels huis- en tuinartikelen
3.880
335
80
20
5
5
-
-
4.325
Webwinkels in vrijetijdsartikelen
1.970
155
35
10
5
-
-
-
2.175
Webwinkels in overige non-food
4.390
225
65
15
10
5
5
5
4.720
Webwinkels algemeen assortiment
2.230
155
45
15
10
5
-
-
2.460
21.680
1.490
380
120
45
35
10
10
23.770
Webwinkels in boeken, cd’s, dvd’s non-food
overig
Totaal Bron: CBS, september 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen. –– In de VS ontstonden aan het begin van de vorige eeuw al postorderbedrijven. In Nederland zijn bedrijven als Neckermann en Wehkamp sinds begin jaren vijftig actief. –– Het aantal webwinkels is de afgelopen jaren vooral door de opkomst van internet flink gestegen. In de laatste jaren vormde de branche verreweg de grootste stijger binnen de detailhandel. –– Vergelijkingssites van webwinkels zijn de laatste jaren sterk gegroeid. Grote webwinkels, zoals Bol.com, maken steeds minder gebruik van deze
vergelijkingssites, omdat ze zelf al voldoende gevonden worden door consumenten en lage prijzen kunnen bieden vanwege hun inkoopmacht. –– Online verkopen (exclusief reizen en tickets) zijn gestegen van € 2,8 miljard in 2005 tot € 10,6 miljard in 2013. Het aandeel van de online inkopen is gestegen tot boven de 10%. De verwachting is dat dit aandeel nog verder zal stijgen tot een aandeel van een derde van de totale omzet in 2020. In 2013 hebben 10,8 miljoen mensen een online aankoop gedaan, vergeleken met 6 miljoen in 2005. De gemiddelde uitgave is gestegen van € 433 in 2005 naar € 982 in 2013. –– De totale omzet van mobiele verkopen (m-commerce) bedroeg in 2013 € 1,3 miljard. Ongeveer 70% komt 25
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij webwinkels en het bruto binnenlands product (BBP) 140 135 130
Index (2010 = 100)
125 120 115 110 105 100 95 90 2010
2011
2012 Webwinkels
2013 BBP
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, EIM (2015)
uit aankopen via de tablet. Het aantal mobiele kopers is gestegen van 1,7 miljoen in de tweede helft van 2012 tot 2,7 miljoen in de tweede helft van 2013. –– Buitenlandse spelers, zoals Amazon, eBay en Zalando, hebben een aanzienlijk aandeel in de Nederlandse markt. –– Het gros van de nieuwkomers in de sector heeft nauwelijks personeel of zelfs helemaal geen personeel.
Feiten en cijfers –– D e branche van webwinkels bestaat uit bijna 24.000 be- drijven volgens CBS en 45.000 volgens Thuiswinkel. org. Thuiswinkel.org rekent hiertoe ook ondernemingen, die zich niet als webwinkel bij de KvK hebben geregistreerd, maar onder een andere SBI-code, en wel online verkopen –– Uitgaande van de CBS cijfers hebben ruim 23.000 bedrijven 1 of 2 werkzame personen. Dit betreft vaak zelfstandigen. –– De bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen met ruim 500 bedrijven een beperkte groep. –– Er zijn bijna geen bedrijven in deze groep detailhandelsbedrijven met meer dan 10 werkzame personen. –– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn daarmee goed voor bijna 100% van de banen. 26
–– D e grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt gevormd door webwinkels in kleding en huis- en tuinartikelen. –– In 2013 telde de branche 1.408 starters. –– De omzet van de branche was in 2013 ongeveer € 4,7 miljard. Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien van webwinkels in de periode 2005-2014 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei. Ondanks de economische terugval in 2012 en 2013 is de omzet van webwinkels ieder jaar sterk gestegen sinds 2010.
Figuur 3. Webwinkels: aantal starters 1.600 1.341
1.400
1.400
1.408
2012
2013
1.200 1.059 1.000 854
815
800 642 600 400 200 2007
2008
2009
2010
2011
Bron: KvK
In totaal werd er in 2013 ongeveer € 4,7 miljard omzet gerealiseerd. De branche kent een toenemend aantal starters in de periode 2007-2013. Consumenten geven het meeste online uit aan vakanties en reizen (€ 3,9 miljard).
Telecom is de derde categorie (€ 1,5 miljard) en is sinds 2005 het sterkst gegroeid. Jaarlijks zijn de bestedingen gemiddeld met 18% per jaar gegroeid.
Figuur 4. Omzet marktsegmenten online winkelen per jaar (in miljoenen euro’s incl. btw) 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Pakketreizen & appartementen
928
1.129
1.551
1.860
2.050
2.150
2.240
2.310
2.380
Vliegtickets & hotels
496
604
829
995
1.250
1.360
1.430
1.490
1.500
Hard- & software
190
223
325
412
505
601
663
685
844
Telecom
214
273
370
754
766
920
1.100
1.250
1.455
Kleding
182
209
285
353
465
555
630
730
850
Boeken, CD’s, DVD’s, games
168
231
313
419
481
514
575
620
670
Elektronica & witgoed
242
329
453
554
634
730
762
765
778
Food, verzorging, huis & tuin
117
147
216
269
317
340
376
442
504
Overig
339
495
676
729
947
1.023
1.204
1.409
1.602
2.820
3.600
4.970
6.325
7.415
8.213
8.980
9.754
10.585
Totaal
Bron: Thuiswinkel Markt Monitor, Blauw Research, GfK Retail and Technology in opdracht van Thuiswinkel.org
27
Figuur 5. Top-5 segmenten mobiele besteding (in % van totaal) 2013-1 Kleding, schoenen en accessoires
40%
Muziekdownloads
20%
Vliegtickes
19%
Persoonlijke verzorgingsproducten
22%
Computer hardware
21%
Bron: M-commerce Monitor, Blauw Research, in opdracht van Thuiswinkel.org
(Figuur 5.) Bij de mobiele verkopen is de categorie kleding, schoenen en accessoires het grootste. De aankopen via de tablets (70% van totaal) worden voor ongeveer 96% vanuit huis gedaan. De tablet vervang de PC steeds meer. Van de aankopen via smartphones (30% van het totaal) wordt ongeveer 63% vanuit huis gedaan en 15% onderweg. Het gemiddelde aankoopbedrag is aanzienlijk lager via mobiele verkopen dan via verkopen via de PC. De 100 grootste online retailers waren samen goed voor een omzet van € 5,24 miljard in 2013. Iets meer dan de helft daarvan (50,5) werd verdiend door de tien grootste partijen. Het aandeel van de top 10 is gegroeid (2011: 45,9% en 2012: 49,4%). Ahold (Albert Heijn en Bol.com) is de grootste online retailer, gevolgd door RFS Holland Holding (Wehkamp.nl, Fonq.nl en Create2Fit) en Zalando. Coolblue (van 5 naar 4) en Thuisbezorgd.nl (van 10 naar 5) zijn stijgers.
De 30 grootste online reisverkopers waren samen goed een omzet van € 3,6 miljard in 2014. Net als vorig jaar voert KLM de lijst aan, met € 515 miljoen. Daarmee blijft de luchtvaartmaatschappij respectievelijk TUI Nederland en Sundio Group ruim voor. De webwinkels behaalde volgens CBS-cijfers in 2011 en 2012 gemiddeld een bedrijfsresultaat van 5,4%. Dat is lager dan het marktgemiddelde (6,5%), en vrijwel gelijk aan het gemiddelde van de detailhandel (5,3%).
Figuur 6. Top 10 online Retail en top 10 online Travel 2013 (b2c omzet in miljoenen euro’s exclusief btw en exclusief retouren) 1 Ahold
686,4
1 KLM
515,0
2 RFS Holland Holding
552,0
2 TUI Nederland
390,1
3 Zalando
304,0
3 Sundio Group
353,0
4 Coolblue
213,5
4 Transavia.com
275,0
5 Thuisbezorgd.nl
170,0
5 ThomasCook Nederland
251,6
6 BAS Group
164,1
6 Travix
217,3
7 KPN
150,8
7 Landal GreenParks
154,0
8 H&M
147,5
8 Roompot Vakanties
129,0
9 Ticketmaster Nederland
136,0
9 Emesa Nederland
120,0
10 Hema
125,0
10 Corendon
99,2
Bron: Twinkel
28
Figuur 7. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven Kostencategorie
Webwinkels
Detailhandel
Totale bedrijfsleven
Inkoop
72,1%
70,8%
68,9%
Personeel
10,1%
13,6%
13,9%
Huisvesting & energie
1,9%
6,0%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,5%
0,4%
0,8%
Vervoersmiddelen
0,6%
0,6%
1,9%
Verkoop
6,7%
2,4%
1,7%
Communicatie
1,1%
0,3%
0,3%
Overig
5,3%
3,7%
7,0%
Afschrijvingen
1,7%
2,2%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: CBS
Uit figuur 7 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten gemaakt wordt door inkoop, gevolgd door personeel. Vergeleken met andere bedrijven in de detailhandel zijn de verkoopkosten relatief hoog. Vergeleken met het totale bedrijfsleven zijn de huisvestings- en vervoersmiddelenkosten relatief laag. Relatief wordt weinig uitgegeven aan apparatuur & inventaris.
––
Trends, ontwikkelingen en risico’s ––
––
––
e meest gesloten verzekeringen binnen de branche D zijn motorrijtuigen, brand en bedrijfsaansprakelijkheid. Verzekeringen op het gebied van goederentransport, geld en computer & elektronica worden ook vaak gesloten. Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving Trends & ontwikkelingen –– In de markt kan onderscheid gemaakt worden tussen 100% online retailers (zoals Bol.com en Coolblue) en retailers, die zowel via winkels als online verkopen (zoals Albert Heijn en HEMA). –– Vergelijkingssites zoals kieskeurig (Sanoma) of de consumentenbond, zijn sterk opgekomen de laatste jaren. Grote online retailers, Bol.com, Wehkamp en HiM
–– ––
––
––
Retail (o.a. de Harense Smid en It’s Electronics) maken hier steeds minder gebruik van, terwijl kleine webwinkels dit juist wel doen. Vanaf 13 juni 2014 gelden er nieuwe consumentenregels waarmee een consument sterker staat, wanneer hij of zij iets koopt op internet. Webwinkels moeten meer informatie geven dan voorheen. Er gelden nieuwe eisen voor het bestelproces. Er mogen geen extra opties vooraf aangevinkt worden, de kosten voor betalen mogen niet meer zijn dan de eigen kosten van de ondernemer, telefoonkosten worden meer aan banden gelegd en de bedenktijd wordt verhoogd naar 14 dagen. Wanneer niet wordt voldaan aan de informatieverplichtingen voor de bedenktijd, dan wordt de bedenktijd verlengd met maximaal 12 maanden. Er worden steeds meer tweedehands artikelen online verkocht. Er komen steeds meer keurmerken voor webwinkels op de markt. Voorbeelden zijn Thuiswinkel Waarborg, Webshop Keurmerk, Qshops keurmerk. Onlangs heeft de Chinese regering nieuwe wetgeving goedgekeurd die het mogelijk maakt voor buitenlandse webwinkels om effectiever en efficiënter dan voorheen de Chinese markt te betreden. Het aantal internationale spelers op de Chinese b2c e-commerce markt zal de komende jaren fors toenemen. De groeiende e-commercemarkt zorgt voor een nog ingewikkelder stadsdistributie. Deze ontwikkeling vraagt om uniforme regelgeving binnen gemeenten. Uit onderzoek blijkt dat de zogeheten last mile-logistiek 29
steeds complexer wordt. De ‘last mile’, het laatste deel van een aflevering aan consumenten, slokt tussen 13% en 75% van de totale logistieke kosten op. Dat komt door het aantal mislukte leveringen als consumenten niet thuis zijn, de krappe tijdsvensters en de lege retourritten. Risico’s –– Nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van verkoop via Internet, kan leiden tot nieuwe of verhoogde risico’s op het gebied van aansprakelijkheid. Een goede analyse welk type aansprakelijkheden, zoals productaansprakelijkheid, afgedekt zouden kunnen worden door verzekeringen kan de risico’s in kaart brengen.
Technologie & innovatie Trends & ontwikkelingen –– Webwinkels gebruiken de modernste online marketingtechnieken, zoals behavioural targeting, Search Engine Optimization (SEO) en Search Engine Advertising (SEA) om de vindbaarheid en conversie zo hoog mogelijk te krijgen. Google is hierbij een zeer belangrijke speler in de markt. –– Nederlandse retailers nemen niet alleen hun websitebeveiliging zeer serieus, maar nodigen ‘hackers’ en techneuten ook uit om bij hen te komen leren of te solliciteren. Albert Heijn, Bol.com, KLM, Transavia.com, maar ook onder andere Philips, TomTom en MyOrder participeren in de eerste Dutch Open Hackathon. –– Volgens een berekening van het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies (CSIS) bedraagt de schade van cybercriminaliteit aan de Nederlandse economie ongeveer 1,5% van het bruto nationaal product, oftewel circa € 8,8 miljard. –– Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van sociale identificatietechnologie, die het online winkelmandje overbodig moet maken. –– Nieuwe 3D-technologie kan online shoppers een kijkje in een digitale winkelomgeving geven. De visualisatietechniek werkt hetzelfde als bij de ontwikkeling van videogames. –– De meest gebruikte betaalmethode in Nederland is iDeal (meer dan de helft). De door de banken gehanteerde norm van 99% beschikbaarheid wordt in veel gevallen niet gehaald, waardoor de branche omzet verliest. Achteraf betalen wint aan terrein. Relatief wordt dit in Nederland nog weinig gebruikt (20% van de transacties).
30
–– D e organisatie Ecommerce Europe werkt aan het eenvoudiger maken van het Europese betalingsverkeer. Op dit moment kan er bij internationale transacties vaak alleen worden betaald via creditcard. De standaardisatie van het Europese betalingsverkeer middels Single Euro Payments Area (SEPA) per 1 februari 2014 biedt hier mogelijkheden toe. –– Er wordt steeds meer aandacht besteed aan Big Data analytics om de verkopen te optimaliseren. Risico’s –– Innovaties en technologische veranderingen kunnen nieuwe risico’s met zich meebrengen. Het kan ertoe leiden dat de dekking van huidige verzekeringen tekortschiet. Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing zijn en welke niet. Daarnaast moet duidelijk worden of er nieuwe risico’s zijn ontstaan die niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of geheel nieuwe verzekeringen. –– De computer- en elektronicaverzekeringen zijn belangrijk voor deze branche. Dat geldt met name voor data- en softwaredekking. –– Security risico’s en cybercriminaliteit nemen toe. Goed risicomanagement op dit gebied wordt steeds belangrijker. Er zijn inmiddels speciale verzekeringen tegen cybercriminaliteit op de markt.
Personeel Trends & ontwikkelingen –– Veel producten worden thuisbezorgd, waardoor het bezorgend personeel veel onderweg is. –– Er zijn relatief veel zzp’ers actief in deze branche. Risico’s –– Aangezien producten vaak worden thuisbezorgd, zijn verzekeringen als ongevallen inzittenden en WEGAM belangrijk. –– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren. –– Er is een cao voor homeshopping bedrijven. Er is geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds in deze branche. –– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
Duurzaamheid Trends & ontwikkelingen –– Als gevolg van Europese wetgeving wil het Rijk vanaf 2015 doelstellingen hebben geformuleerd om het verzendmateriaal duurzamer te maken. De Nederlandse overheid gaat de komende jaren strikte eisen stellen aan verpakkingsmaterialen. –– De ‘last mile’, het laatste deel van een aflevering aan consumenten, zorgt het voor de grootste milieubelasting in de logistieke keten.
Belangrijke organisaties –– T huiswinkel.org: branchevereniging voor webwinkels. –– Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD): wordt in 2014 opgeheven. Bronnen De in dit Brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel (KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM), UWV en brancheorganisaties.
31
Meer informatie? Wilt u meer weten over het Brancherapport Detailhandel? Neem dan contact op met ons. Wij gaan graag met u in gesprek. Delta Lloyd Spaklerweg 4 A 12.2.11-0115
1096 BA Amsterdam www.deltalloyd.nl Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.