Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012
Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken
Toelichting: Er zijn vele ontwikkelingen op het gebied van onderwijs: wat zijn de overeenkomsten en verschillen vanuit het perspectief van de uitgangspunten van handelingsgericht werken en hoe verhouden deze ontwikkelingen zich tot elkaar?
Thema
Onderwijsbehoeften Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te behalen, zowel qua leren als gedrag.
Uitgangspunten Handelingsgericht Werken (HGW ) Leraren in opleiding kunnen onderwijsbehoeften herkennen, formuleren en interventies ontwerpen om aan de onderwijsbehoeften
Uitgangspunten Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS) Leraren in opleiding kunnen onderwijsbehoeften herkennen, formuleren en interventies ontwerpen om aan de onderwijsbehoeften tegemoet te komen.
Uitgangspunten Oplossingsgericht werken Centraal staan de mogelijkheden van de leerlingen. Er wordt aangesloten bij de kwaliteiten van de leerling. Studenten kunnen
1
Systematisch werken op basis van op systematische wijze verzamelde gegevens
tegemoet te komen.
Doel is om een optimaal leefen leerklimaat te ontwikkelen waar leerlingen zich kunnen ontplooien.
onderwijsbehoeften herkennen, formuleren en vanuit de oplossingsgerichte benadering interventies inzetten die aansluiten bij de kwaliteiten van de leerlingen.
Systematische en transparante werkwijze die voor alle betrokkenen op school helder is. Leraren in opleiding kennen de systematiek van HGW, die tot uiting komt in de pijlers: waarnemen, benoemen, plannen en uitvoeren. Zij kunnen pedagogische en didactische, gegevens verzamelen en analyseren Op basis van de gemaakte analyse kunnen studenten korte termijn doelen formuleren, uitvoeren en evalueren en op basis hiervan het groepsplan op- en bijstellen.
Leraren in opleiding weten wat het belang van dataverzameling is. Zij kunnen (vroegtijdig) mogelijke problemen signaleren door gericht en systematisch gegevens te verzamelen op leerling-, klas- en schoolniveau (pedagogisch en didactisch). Leraren in opleiding kunnen op juiste wijze deze data verzamelen en registreren in een datasysteem met visuele output mogelijkheden. Zij kunnen deze gegevens analyseren enkunnen op basis van deze analyse verbeteracties plannen, uitvoeren, evalueren op basis van gegevensverzameling, hierop reflecteren en indien nodig bijstellen. Data worden benut om interventies te ontwerpen op leerling, groep en school niveau (zowel preventief als curatief)
Hier wordt niet specifiek in voorzien bij de oplossingsgerichte benadering.
2
Doelgericht werken aan het tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling.
Doelgericht werken vanuit onderwijsbehoeften . Alleen (laten) onderzoeken wat strikt noodzakelijk is. Leraren in opleiding kunnen (SMART) doelen formuleren t.b.v. de opbrengsten, verwoord in groeps- en individuele plannen.
Transactioneel kader waarbij de wisselwerking tussen alle betrokkenen tot zijn recht komt.
Leraren in opleiding hebben kennis van het transactioneel kader en zijn in staat het functioneren van leerlingen te interpreteren in de context van de wisselwerking tussen deze leerling, bij deze leraar, in deze groep van deze school en deze ouders. Kind en omgeving beïnvloeden elkaar voortdurend
Leraren in opleiding verzamelen gegevens, die ze vervolgens duiden/ interpreteren,om dan doelen te stellen en acties te plegen. Zij kunnen op basis van geformuleerde doelen interventies op maat maken, passend bij de leerling, de groep en de school. Interventies worden concreet geformuleerd en op basis van data geëvalueerd en bijgesteld. Binnen PBS wordt ook data verzameld om processen te monitoren of besluiten te nemen. Leraren in opleiding houden bij de analyse van de verzamelde gegevens rekening met verschillende perspectieven (leerling, leraar, groep, onderwijssituatie). Zij kijken daarbij goed naar hun eigen handelen en de manier waarop zij de situatie zo kunnen inrichten dat zij probleemgedrag zoveel mogelijk voorkomen.
Samen met de leerlingen worden smart doelen opgesteld ,waaraan stapsgewijs gewerkt wordt. Studenten kennen de vaardigheden, instrumenten en interventies van de oplossingsgerichte benadering die bijdragen aan het formuleren van smart-doelen. De studenten kunnen deze vaardigheden. Instrumenten en interventies toepassen.
Er wordt systemisch gewerkt en iedere sleutelfiguur in het leven van de leerling wordt ingeschakeld om zijn doel in de vorm van vaardigheden leren te bereiken. Studenten kennen de uitgangspunten van systemische werken, hebben inzicht in het systeem rond de leerling en kunnen beide toepassen teneinde de context van de leerling te begrijpen en de leerling te ondersteunen in het bereiken van zijn doel.
3
Samenwerken met alle betrokkenen.
Leraren in opleiding zijn in staat op constructieve wijze samen te werken in een team van professionals intern en extern. Zij zijn in staat een constructieve samenwerking met ouders op te bouwen. Zij zijn in staat met leerlingen samen te werken. Een goede samenwerking vereist goed communiceren.
Uitgaan van het positieve/sterke kanten.
Leraren in opleiding ontwikkelen een vanzelfsprekende aandacht voor het positieve van leraar, leerling, groep, intern begeleider, zorgcoördinator, remedial teacher en ouders. Zij leren denken in mogelijkheden.
Leraren in opleiding leren samen te werken met ouders op basis van gelijkwaardigheid. Zij verwerven kennis over de mogelijkheden en vaardigheden met betrekking tot de samenwerking met instellingen rondom de school gericht op leerlingenzorg- en begeleiding. Zij onderkennen het belang van samenwerking in een team van professionals en ontwikkelen de daarvoor benodigde vaardigheden. Zij zijn in staat met leerlingen samen te werken. Leraren in opleiding hebben hoge verwachtingen van hun leerlingen. Zij onderkennen het belang van positive reinforcement / bekrachtiging en weten dit methodisch toe te passen. Zij hanteren dat wat de leerling kan als uitgangspunt. Zij zijn in staat een positief en veilig leerklimaat voor leerlingen neer te zetten. Zij leren zo min mogelijk aandacht aan negatief gedrag te besteden en gerichte consequenties te ontwerpen voor ongewenst gedrag. En juist positief gedrag aan te leren en te bekrachtigen. Dat
Studenten kunnen de principes van de oplossingsgerichte benadering inzetten bij samenwerking met leerlingen, professionals, ouders.
Studenten ontwikkelen een basisattitude waarbij het denken in mogelijkheden en aandacht geven aan het goede centraal staan. Studenten kunnen goede situaties herkennen en zijn in staat om complimenten te geven.
4
De leraar centraal
Leraren in opleiding onderkennen de centrale rol van de leraar in het onderkennen van wat de leerling nodig heeft en kunnen een leer- en leefomgeving scheppen, waarin de kans dat leerlingen zich goed ontwikkelen en presteren optimaal is.
is veel meer het uitgangspunt dan de gerichte consequenties t.a.v. ongewenst gedrag. Leraren in opleiding onderkennen de centrale rol van de leraar in het aanpakken en voorkomen van probleemgedrag door een zodanige leer- en leefomgeving te scheppen waarin de kans dat leerlingen zich goed ontwikkelen en presteren optimaal is.
Studenten zijn als de spil van een groep in staat de oplossingsgerichte benadering als basis te creëren, waarbij een optimale ontwikkeling voor ieder kind gewaarborgd wordt
5