Natuur- en milieueducatie
Handleiding lespakket
Bouwen voor Beesten
Natuur- en milieueducatie Afdeling Realisatie – Team Stadsruimte Gemeente Leiden
Parkzicht 100 2317 RH Leiden 071-51677711
[email protected]
1. Inleiding Met dit lespakket krijgt u suggesties en de meeste benodigde materialen voor een bijenhotel voor wilde bijen, oorwormenhotel , schuilplek voor vlinders en lieveheersbeestjes. Deze ‘Hotels’ moeten een droog plekje in de zon krijgen. Met de steen, houtschijf, en holle stengels, kun je ook een klein kistje vullen, en de holtes opvullen met wat hooi en mos. We noemen het dan een insectenhotel, want ongetwijfeld zullen er meer insecten (en vast wel spinnetjes) een plekje vinden. U hoeft geen angst te hebben dat je niet meer rustig buiten kunt spelen in de buurt van het insectenhotel. De wilde bijen kunnen met hun kleine angel ons niet steken en doen dat ook niet. Het zijn solitaire, ofwel alleen- levende bijen die hun eitjes leggen in de gaten met voedsel voor hun larven en het nest daarna aan hun lot overlaten. Er is geen garantie dat in alle gemaakte bouwsels meteen al beestjes komen nestelen of slapen. Wel maakt u de kinderen bewust dat dieren in een stenige omgeving vaak geen geschikte plekken kunnen vinden. We leren hoe we de natuur meer kans kunnen geven . En natuurlijk gaan we dan ook beter opletten op die diertjes. Ook het oorwormenpotje, de lieveheersbeestjes- en vlinderschuilplek, benoemen we hieronder de ‘insectenhotels’. U kunt het beestjesparadijs in de zon uitbreiden naar een klein stukje beestjestuin in de schaduw. Met wat houtschijven/stammetjes op een schaduwrijke, vochtige plek, kun je ook pissebedden en miljoenpoten een woonpek bieden. Kinderen vinden het leuk om naar dieren te zoeken, en ze leren er veel van.
Dit lespakket maakt deel uit van 7 lespakketten voor een groene schoolomgeving. De andere pakketten zijn: Zaaien voor de bijen- en vlindertuin (voor groep 1 en 2) *) ‘bollen planten voor een groene schoolomgeving‘voor groep 3/4. De ontdektuin (voor groep 5) Groentetuintje, in de klas en buiten (voor groep 6) Bomen in de schoolomgeving (voor groep 6 en 7) Bouwen voor beestjes (voor groep 8) *) Als het in het schoolprogramma beter past om een lespakket voor een andere groep aan te vragen, kan dat ook
Met deze lespakketten wil Natuur- en milieueducatie Leiden de scholen helpen aan een groenere schoolomgeving waar kinderen leren voor de natuur te zorgen, echte ontdeklessen gegeven kunnen worden, en waar ze ook tijdens het spelen met de natuur in aanraking komen. Biodiversiteit Met meer groen in de schoolomgeving bied je meer ruimte aan planten en dieren. Uw school helpt zo mee aan het behouden en versterken van de biodiversiteit in de buurt. Biodiversiteit is van levensbelang. Planten en dieren leveren ons noodzakelijke diensten, zoals zuurstof, voedsel, grondstoffen, en ook minder herkenbare diensten, zoals een prettig microklimaat, schone lucht, een waterreservoir die het water weer langzaam afgeeft, gezondheid en geluk. Op school kunnen kinderen hier actief kennis mee maken als de school zelf een zo groen en divers mogelijke omgeving biedt. Het groen rond de school kan een groen lint of groene stepping-stone vormen voor de wijk. Het kan een groen leslokaal zijn waar praktijkvoorbeelden voor diverse vakken te vinden zijn. Kinderen kunnen er leren hoe de grond voedsel voortbrengt. En natuurlijk kunnen ze er spelen, en op warme dagen is het in een groene schoolomgeving veel prettiger toeven dan in een stenen vlakte. Minder steen in de tuin of op het plein zorgt ook voor het vasthouden van water. Dus minder overlast met heftige regenbuien en bij droogte hoeft er minder water gegeven te worden.
2. Informatie 2.1 Waarom een insectenhotel maken? Van mezen is het bekend dat we ze kunnen helpen met nestkasten; de natuurlijke holtes in bomen zijn te beperkt, zeker in de stad. Voor wilde bijen een bijenhotel maken, is iets van de laatste jaren. Ze vonden vroeger overal wel holtes . Omdat de tuinen steeds steniger worden, en te opgeruimd, en de schuurtjes strak en zonder spleetjes, hebben ze onze hulp nu hard nodig. Voor graafbijen is een stukje bestrating met zandige richels al voldoende. Waarschijnlijk heb je de hoopjes zand wel eens gezien op straat. Wilde bijen hebben onze hulp nodig; wij hebben bijen nodig. Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving van bloemen. Voor ons voedsel zijn we voor 80 % afhankelijk van de bestuiving door bijen, zowel door honingbijen, wilde bijen als hommels. Een nestplek is niet genoeg om bijen te helpen. Bloemen zijn ook nodig. Wilde bijen vliegen niet zo ver als honingbijen. In een straal van 600 meter zouden ze voldoende variatie aan bloemen moeten kunnen vinden. Kies voor bloemen met veel nectar en stuifmeel, liefst inheemse soorten. Een wilde bij zou evenveel kunnen bestuiven als 120 werksters van de honingbij.(Dat lijkt erg veel! Gevonden op de website huis-en-tuin-info-nu) Er zijn ook wilde wespjes die in het insectenhotel kunnen gaan nestelen. Je hoeft geen enkele angst te hebben dat je last hebt van de wilde wespjes. Ze lijken helemaal niet op de sociale wespen die in een groot wespenvolk leven. Wespen eten veel bladluizen en andere (plaag)insecten. 2.2 Levenswijze van wilde bijen (en wespjes ) Na de paring gaat het vrouwtje een plekje zoeken voor een nest. Dat zijn holtes , zoals holle platenstengels, spleten en gaten in hout. Maar ook een leeg slakkenhuisje is een geschikt plekje. Nadat ze het nest met voedsel gevuld heeft, legt ze er eitjes. Bij metselbijen is dat per eitje een eigen kamertje. Bij de meeste soorten wordt het nest afgesloten. Metselbijen hebben daar hun naam aan te danken; de opening wordt dichtgemetseld met een soort leem. Als de eitjes uitkomen, kan het larfje rustig opgroeien en eten van het voedsel dat voor hen is verzameld. Als de larven verpopt zijn en de jonge bijtjes uit de pop komen, knagen ze zich een weg naar buiten. Maar er zijn ook sluipwespen en graafwespen die de eieren of het voedsel opeten. Niet uit alle gangetjes komen dus jonge bijtjes kruipen.
larven van metselbijtjes in hun kamertjes
Bijtjes en wespen die geboren worden in het insectenhotel komen daar ook vaak weer terug om hun eitjes te leggen. Na een paar jaar moet je weer eens een nieuw insectenhotel ophangen.
Het verschil tussen wilde bijtjes en wespjes bij de holtes, is soms moeilijk te zien. De bijen zijn meestal harig en zitten vaak onder het stuifmeel, of hebben ‘stuifmeelpootjes’. De wespen vliegen met kleine insecten naar hun nest.
2.3 Welke bijen kun je zien bij een bijenhotel. De bekendste bewoners van een bijenhotel zijn de metselbijen. Daar hebben we een afbeelding van om bij het bijenhotel op te hangen. Maar ook de behangersbijen zijn heel leuk om te leren kennen; het liefst in het echt natuurlijk. Zij bekleden de nestholtes met stukjes blad. In Nederland leven zo’n 350 solitaire bijensoorten. De eerste bloembezoekers die we in het voorjaar in de tuin aantreffen, zijn de hommels. Tegelijk met hen verschijnen de vroege zandbijen, die het moeten hebben van wilgenkatjes. Enkele andere soorten zijn de gewone sachembijen en groefbijen (maart), rosse metselbijen (april), maskerbijen en wolbijen (mei), behangersbijen en slobkousbijen (juni) en zijdebijen (juli). Wolbijen bekleden hun holletjes met plantenwol (plantenharen)
Rosse metselbij, het mannetje is kleiner dan het vrouwtje.
goudwesp
zijdebij
2.4 Waarom een oorwormenhotel? Oorwormen eten veel bladluizen en andere (plaag)insecten. Daarom worden oorwormenpotjes ook in fruitbomen opgehangen. oorwormen zijn niet zo populair als lieveheersbeestjes, maar ze doen ook net zo’n nuttig werk als vijand van (plaag)insecten. Het potje wordt opgehangen in een struik of boom, op een warm plekje. Overdag houden ze zich schuil( haal het bundeltje hooi er maar eens uit). ‘s Avonds komen ze tevoorschijn.
3. Lessuggesties 3.1 Voorbereiding door de leerkracht De plek uitkiezen om het insectenhotel of de afzonderlijke hotels op te hangen. nagaan of er nog extra materialen verzameld moeten worden. Gaan de kinderen ook iets maken voor thuis in de tuin? Nagaan of er iets in de methodestaat om bij aan te sluiten. De filmpjes bekijken . Bedenk hoe de kinderen kunnen helpen. Kinderen uit de bovenbouw kunnen onder leiding van een volwassenen gaten boren in de houtschijf.
In de klas: Bespreek de plannen met de kinderen: we maken een insectenhotel/beestjestuin. Welke beestjes gaan daarin leven? Bekijk 1 of 2 filmpjes van Beeldbank, Nieuws uit de Natuur o Over een bijenhotel: o Over een beestjesparadijs : Maken van de hotels. Zie de beschrijvingen in § 4 Voor groep 8: Laat de kinderen zelf op zoek gaan naar afbeeldingen en informatie over wilde bijen. De leerlingen kunnen inventariseren op welke manier dieren bij de school nog meer te helpen zijn. Is het een vogelvriendelijke omgeving? Zie werkblad … Wordt er gesnoeid rond de school, dan kun je met die takken ook een mooie takkenril maken. Of een hekwerkje. (informeer ook via Nme)
nestje van heggenmus in een takkenril Foto: Adri van volkstuin het Zonneveld in Leiden
3.2 Ophangen van de insectenhotels. Bij iedere school zullen de mogelijkheden anders liggen. Je kunt het aan een muur bevestigen of een hekje maken om het tegen aan te maken. Als het erg zwaar is, kun je een soort tafeltje maken. Het hotel hoeft niet hoog te hangen. Het moet wel in de zon: de insecten houden van warmte. Het mag niet nat worden. Soms wordt er een klein dakje gemaakt van plastic of een dakpan, of een dakje van hout. De openingen zouden iets naar beneden gericht moeten zijn. De lieveheersbeestjes-, oorwormen en vlinderhotels moet in een boom of struik of tussen klimplanten gehangen worden . Wanneer moet het bijenhotel opgehangen worden?Sommige bijtjes zijn er vroeg bij. Zelfs in maart komen ze al zoeken naar een nestplek.
3.3 Volgen wat er gebeurt rond de insectenhotels. Maak aantekening van wat er gezien is. Het is leuk om een eenvoudig logboekje te maken met wat foto’s . Vergeet de datums niet. Voorbeeld: Bijtje gezien die in en uitvloog. 10 van de 20 gaatjes zijn dichtgemetseld. Er is een gaatje open, de eerste jonge bijen zijn dus weer uitgevlogen. Dit gebeurt meestal pas weer in het vroege voorjaar. Dit jaar hebben we geen materiaal voor een observatiekast bijgeleverd. We zullen hier eerst zelf ervaring mee opdoen. Een mogelijkheid is om doorzichtige buisjes in de gaten te stoppen, of bijvoorbeeld de doorzichtige huls van een balpen. In een bloempot kun je tussen de bamboestengels ook een doorzichtig buisje stoppen en dit er af en toe uithalen om te kijken. Of gebruik de ideeën hieronder.
Op de website www. tuinwild.nl zijn mooie foto’s te zien van wilde bijen in en rond bijenhotels. Gebruik ook de afbeelding op het informatieblad: Zo leeft een metselbij.
§ 4 Werkbeschrijving van de verschillende insectenhotels Gaten boren in houtschijf of houtstammetje Deze boomschijven moeten van niet draderig hout zijn. Grenenhout(van dennen), zeker jong dennenhout, is minder geschikt. De schijven moeten ongeveer 15 cm dik zijn. In deze schijven boren we een groot aantal gaten met een diameter die varieert van 4 mm tot 8 mm. De gaten moeten ongeveer 10 cm diep zijn en horizontaal (of iets schuin naar boven) geboord worden om te voorkomen dat er regenwater in loopt. De metselbijen kruipen hierin en moeten er ook weer uit kunnen. Als de wand van zo’n gat teveel tegendraadse vezels heeft, is het voor de metselbij erg moeilijk haar pasbetrokken kamer te verlaten. Schuur bij de ingang de vezels weg. De wilde bijtjes hebben er een hekel aan; ze beschadigen bij het in- en uitkruipen hun vleugels. Kieskeurige beestjes, zul je denken, maar deze waarschuwing komt steeds vaker voor in de werkbeschrijving.
Bundels maken van riet, of bamboe Holle stengels van riet, vlier, braam, framboos, wilg, berenklauw, enzovoort. De insecten knagen het merg er zelf wel uit. je kunt ook het merg van de vlier met een breinaald eruit peuteren. De kinderen vinden dat wel leuk. Je ontdekt zo in elk geval dat er zacht merg in zit. Je kunt éénjarig riet dat toch gemaaid moet worden, snijden, of riet uit een oude rietmat halen. Knip het af op een lengte van 15 cm en maak er bossen van met een diameter van 10 tot 20 cm. De achterkant moet dicht zijn. Je kunt de stengels ook in een blikje, afgeknipte fles of conservenblikje steken.
Verzameling van materialen in een bouwwerkje of kistje. Misschien heb je nog een wijnkistje, of stevig groentekistje . Met de steen met gaten, houtschijf, de bundels met holle stengels kun je ook een klein kistje vullen, en de holtes opvullen met wat hooi en mos. Je kunt er ook wat slakkenhuisjes bij doen. Want als bijtjes allerlei holle stengels gebruiken, dan is een leeg slakkenhuisje ook een geschikt plekje
Er zijn vele creatieve manieren te bedenken, in het groot of klein.
. Een complete beestentoren: egelhuis onderin, vogelhuis erboven…
Oorwormenhotel maken Hang een bloempotje ondersteboven met een bundeltje hooi of stro. Om het goed vast te zetten, kun je een touwtje om het hooi doen met een klein stukje tak. Zo blijft het touw goed op zijn plek. U kan deze bloempotjes beter niet te dicht bij uw insectenhotel hangen, want oorwormen lusten ook wel insecteneitjes en het is niet de bedoeling dat ze het nageslacht van de andere bewoners opeten.
Lieveheersbeestjes-hotel en Vlinderschuilplek De volgende pagina’s zijn afkomstig uit het boek ‘In de tuin’ van Kluitman. Overname alleen na toestemming door de uitgever.
Literatuur
In de tuin. Martyn Cox. Kluitman Alkmaar 2010 Insecten, knappe architecten. Anne Möller. De Vier Windstreken 2006 Op onderzoek in de natuur. Michael Chinery Het Spectrum 1978 Fleur de Bij ontvangt een brief van de koningin. Marianne Goudswaard en Susan Sukkel. Openbook 2010 Natuniek voor groep 4
links naar filmpjes http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070809_wildebijen01
Nieuws uit de Natuur van 15 sept 2010
Websites Velen via google insectenhotels
www.wildebijen.nl www.tuinwild.nl http://www.imkers-venray.nl/solitaire_bijen.htm
www.vivara.nl voor kant- en klare vlinder-bijenhotels.
Bijlagen:
Werkblad ‘Onderzoek de omgeving’ Informatieposter Zo leeft een metselbij