VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
27e JAARGANG NR. 1 voorjaar 2011
HET BESTUUR Voorzitter: Jan Alewijn Dijkhuizen Duinstraat 16 3235 NK Rockanje Tel: 0181-484098 E-mail:
[email protected] Secretaris: Marianne Blanken Duinen 5 3233 EA Oostvoorne Tel: 0181-486555 E-mail:
[email protected] Penningmeester en ledenadministratie: Ben Kuipers Westdijk 2 3222 ES Hellevoetsluis Tel: 0181-319099 E-mail:
[email protected] Public Relations: Ria Mellegers Waldhoornstraat 9 3208 SH Spijkenisse Tel: 0181-640694 E-mail:
[email protected] Algemeen Lid (kandidaat penningmeester): Eline Vis D.v.Leijdenweg 9 3233 TE Oostvoorne Tel: 0181-483091 E-mail:
[email protected] Redactie: Gerard Dingemanse E-mail:
[email protected] Anneke Nijholt Zoutziederstraat 6 3231 AZ Brielle
Giro 3080792 t.n.v. I.V.N. Voorne-Putten-Rozenburg Contributie 2011:
Leden € 18 Gezinslid € 3
Wat is het I.V.N.?
Het I.V.N. heeft in Nederland meer dan 180 afdelingen met bijna 20.000 leden. Overwegend vrijwilligers, maar ook beroepskrachten zetten zich in om door middel van voorlichting, educatie en op de natuur gerichte activiteiten inzicht te geven in de schoonheid van de natuur en begrip te kweken voor de bescherming van het milieu. Het volgende koekoeksei zal rond half juni 2011 verschijnen, daarom ontvangen wij uw broodnodige kopij en foto’s graag vóór 1 juni 2011. Indien mogelijk lettertype tahoma 14, en graag gestuurd als bijlage. Website: www.ivn.nl/voorneputtenrozenburg
Laatste voorwoord van voorzitter Jan Alewijn Het zit er voor mij op, mijn bestuursbijdrage voor IVN afdeling VoornePutten-Rozenburg. Ik maak uiteraard ook de gidsencursus nog af en dan ben ik weer gewoon actief lid van onze club. De afdeling heeft een goede impuls gekregen de laatste jaren. Natuurmonumenten, het Milieuhuis en het Zuid-Hollands Landschap kunnen volop gebruik maken van onze kennis en enthousiasme. Met de komst van een nieuwe redactie, een nieuw bestuurslid en een nieuwe voorzitter is de continuïteit gewaarborgd. Dat maakt het gemakkelijker om afscheid te nemen van het bestuur en me meer te richten op mijn andere vrijetijdsbesteding namelijk zoogdieronderzoek en sinds kort de kerkuilwerkgroep van de KNNV. Er zijn natuurlijk diverse raakvlakken tussen de KNNV en het IVN, binnen de KNNV is veel specialistische kennis aanwezig over het planten- en dierenleven op Voorne, deze kennis kunnen IVN’ers volop benutten voor hun educatieve activiteiten. Ik hoop dan ook dat de relatie tussen IVN en KNNV innig blijft. Bedankt allemaal voor het vertrouwen in de afgelopen jaren en we ontmoeten elkaar vast spoedig in het veld. Rest mij om Monique succes te wensen. Jan Alewijn
De rubriek “de pen” We vinden het leuk als ieder lid een keer een stukje voor het koekoeksei schrijft. Met meer dan 90 leden moet dat geen probleem zijn. Daarom brengen we nog eens de rubriek “de pen” onder de aandacht. Er zijn enkele spelregels: Het onderwerp moet natuur- of milieugerelateerd zijn en kan over van alles gaan. Bijv. je passie of iets bijzonders wat je hebt meegemaakt. Het artikel omvat maximaal 3 pagina’s (foto’s, illustraties e.d. zijn altijd een leuke aanvulling). De pen moet steeds worden doorgegeven aan iemand binnen de afdeling Voorne-Putten-Rozenburg. De redactie
Uitnodiging Hart voor Natuur avond
voor IVN leden van afdeling Voorne-Putten-Rozenburg Datum: woensdag 20 april van 19.30 tot 22.00 uur in bezoekerscentrum Tenellaplas Vele leden van het IVN hebben een passie voor een speciaal onderwerp in de natuur. Op 20 april willen we alle leden de gelegenheid geven hun passie met ons te delen. Het thema van deze ledenavond sluit aan op de dit jaar opgerichte coalitie Hart voor Natuur die aandacht vraagt voor de gevolgen van de aangekondigde bezuinigingen op aankoop en beheer van natuurgebieden. Uw presentatie mag dus ook over natuur en milieu en politiek gaan (zie www.hartvoornatuur.nu). Ieder die zijn of haar passie wil delen krijgt een kwartier om aan de hand van plaatjes een presentatie te geven. Uiteraard willen we graag dat er over de presentaties gepraat en gediscussieerd kan worden. Het moet vooral leuk en leerzaam zijn. Het bestuur zorgt voor koffie/ thee en koek. De organisatie is in handen van Martien en Jan Alewijn, Martien doet de techniek en Jan Alewijn is ceremoniemeester. Om de avond voor te kunnen bereiden horen we graag enkele weken voor de 20ste april of u een presentatie wilt houden en globaal waarover. Dan zorgen wij voor een afwisselend programma! Graag uw reacties (of zelfs al hele presentaties) naar
[email protected] Uiteraard is iedereen welkom, ook als u geen presentatie wilt geven! Vriendelijke groeten, namens het IVN Jan Alewijn Dijkhuizen, voorzitter
Hartelpark zaterdag 6 november 2010 Op deze mooie, windstille, opklarende ochtend was de pluisgroep Hartelpark van de IVN gidsencursus aan de beurt om een excursie te verzorgen in Hartelpark oost te Spijkenisse. Om half tien was het verzamelen aan de Voorweg bij de gemeenteboerderij. Na de ontvangst met koffie, thee en stroopwafels werden de aanwezigen verdeeld in drie groepen. Maurice, Mariëtte en Simon hadden de vuurdoop als toekomstige natuurgids. De opkomst was iets minder dan verwacht, maar daarentegen was de grootte van 8 personen per gids wel voldoende voor onze eerste keer. Bij de ingang van het park heb ik de mensen laten zien dat onder het veerooster een schuin kantje is gemaakt dat fungeert als opstapje, zodat kleine zoogdieren en amfibieën uit de bak onder het rooster kunnen ontsnappen. Na het eerste pad rechts te zijn ingeslagen kwamen we langs een es met vraatschade van de koeien. Direct onder de beschadiging waren een flink aantal jonge scheuten ontstaan, die de wond als het ware afschermden. Deze reactie geven veel bomen met een dunne bast, want door de zo ontstane schaduw van de scheuten wordt de wond uit het directe zonlicht gehouden zodat de boom geen last heeft van zonnebrand. Ik heb gelijk de kenmerken van een es laten zien; tegenoverstaand blad en duidelijke zwarte knoppen en in de kroon waren de trosjes met langwerpige zaden zichtbaar. Aangekomen bij een goudgeel, sfeervol beukenbos zagen we de grote bonte specht. Deze soort profiteert van het in 1992 veranderde beheersbeleid. Het park is toen namelijk omgezet in een ecologisch beheerd park. Er werd niet meer gesnoeid en gemaaid. Dode bomen bleven staan en er werden natuurlijke grazers ingezet.
De paarden die toen werden ingezet verloren door toedoen van recreanten hun natuurlijke schuwheid en werden zelfs opdringerig. Daarom is gekozen voor het Gallowayrund. Er lopen er 4 van in het park. Het Hartelpark is overigens aangeplant in 1970 en had als doel een bufferzone te creëren tussen de bebouwde kom en de industrie. De Hartelweg deelt het park in tweeën. Ook zijn er in 1992 poelen en kreken gegraven met natuurlijke oevers om meer kansen te bieden voor verschillende plant- en diersoorten. Omdat het park steeds meer een natuurlijk karakter krijgt, hebben reeën het terrein reeds jaren ontdekt. Ze houden zich het meest op aan de westzijde van de Hartelweg, maar maken vaak uitstapjes naar de oostkant. Schuw zijn ze niet meer. Met de jaren zijn ze gewend geraakt aan wandelaars, fietsers en hondenbezitters. Toch laten ze zich in de vroege en late uren het meest zien. Op dit moment lopen er een reebok (mannetje) en een reegeit (vrouwtje) en deze hebben al diverse keren kalveren gehad. De beuk en haagbeuk worden vaak met elkaar verward. Het leuke is dat ze hier allebei staan en ik zodoende het verschil kon uitleggen. De beuk heeft lange, spitse knoppen en staan van de tak af. De bladeren hebben een gave bladrand. Bij de haagbeuk zijn de knoppen iets minder spits en liggen tegen de tak aan, waarbij de bladeren hier een gezaagde bladrand hebben. beuk
haagbeuk
Verderop lag een boomstronk, waaruit een prachtig geweizwammetje groeide. Hoe simpel kan een naamgeving soms zijn! In het park staan 2 cipressoorten, bladverliezende naaldbomen; moerascipres (Taxodium) en watercipres (Metasequoia). Ze zijn beiden kegelvormig, maar het verschil zit hem in de knopstand. De moerascipres heeft een verspreidstaande knopstand en de watercipres tegenoverstaand.
Later, hoorden we staartmezen. De karakteristieke hoge toontjes maakten ons kenbaar dat in de buurt ergens een groepje zat. Ja hoor, vanaf de andere kant van het weitje kwamen ze één voor één aangevlogen. Zo'n 15 stuks. Het blijft een aandoenlijk gezicht dat compacte lijfje met die elegante staart. In de berm een dode stam. Na omdraaien veel pissebedden, regenwormen, slakkeneieren en een tijgernaaktslak. Hier in het park staan ook nog iepen. De meesten hebben te lijden gehad van de iepziekte, jaren geleden. Om verspreiding van de iepenspintkever te voorkomen werden de bomen, na constatering van de ziekte, gekapt en het hout afgevoerd. Belangrijkste kenmerk is het scheve bladvoetje. Ook kwamen we de wegedoorn nog tegen, te herkennen aan het feit dat in de kruising van een takje een doorn zit. De bessen zijn zwart en 3 besjes eten is bevorderlijk voor de stoelgang. Pas wel op, want teveel bessen eten is weer giftig. In de berm stond een prachtig exemplaar van de parelstuifzwam. Op paddenstoelen en zwammen ben ik niet te ver ingegaan. Ik vind het leuk om een soort op te zoeken die ik nog niet ken, maar ik hou het liever bij bomen en struiken, ook vanwege mijn hoveniersachtergrond. De deelnemers in mijn groep waren enthousiast over de hoeveelheid verschillende bomen in dit park. Misschien dat hier een keer een specifieke bomenexcursie gegeven kan worden. Kan zowel 's zomers als 's winters. Tot slot kan ik zeggen dat ik het erg leuk vond om een groepje mensen rond te leiden. Ben het niet gewend wanneer alle ogen op mij gericht zijn, maar alles went. Simon van der Knaap
Nieuwjaarswandeling Zaterdag 8 januari jl. was de eerste excursie van het nieuwe jaar. Zestien personen hadden zich om 09.30 uur bij Hotel van Marion in Oostvoorne verzameld voor de nieuwjaarswandeling. Nadat iedereen elkaar het beste had gewenst voor het nieuwe jaar en Ben namens het bestuur een welkomstwoord had gesproken, vetrokken we en daalden de trap af richting Groene strand. We liepen over het pad dat recentelijk in het gebied is aangelegd en zich door het landschap kronkelt. In de drassige grond zagen we met regelmaat reesporen. De hoefafdrukken waren duidelijk zichtbaar. Bij het pad aangekomen richting het vogeluitkijkpunt bij het Groene strand staken we door. Hier lagen echter enorme plassen waardoor we genoodzaakt waren om het pad te volgen dat langs de Strandweg loopt. Hiervoor moesten we wel eerst met z’n allen over een afgesloten hek klimmen. Gelukkig was dit voor niemand een probleem. In de omgeving van het hek waren in sommige struiken mooie grote Judasoren te vinden. Uiteindelijk kwamen we aan bij het strandje aan het Oostvoornse meer tegenover paviljoen De Duinrand. De stevige wind had hier vrij spel, waardoor er een flinke golfslag was. Op het meer zagen we naast meerkoeten, twee knobbelzwanen, enkele futen, wat dodaars en een zaagbek. Nadat we hier 10 minuten hadden rondgekeken vervolgden we onze weg richting Sipkesslag, waar we het pad kozen naar de Vliegveldvallei. Op de grond lagen grote hopen uitwerpselen van de grazers die in het gebied rondlopen. Natuurwerkers waren flink bezig geweest met het kappen van bomen. Door heel het gebied lagen boomstammen en takken. Op enkele stammen die er al een tijdje liggen zagen we behoorlijk wat tonderzwammen.
Vervolgens liepen we door Kaapduin terug in de richting van het hotel. Aangezien het weer grauw was en de bomen en struiken kaal, vielen de gele trilzwammen die we tegenkwamen direct op. Een mooie afsluiting van onze wandeling. Net voordat het flink begon te regenen waren we in het hotel terug. Hier werden we getrakteerd op een kop koffie/ cappuccino met een heerlijk stuk appeltaart. Dit was nog ter ere van het 50-jarig jubileum van het IVN vorig jaar. Na de stevige wandeling liet iedereen zich dit goed smaken. Gerard
Kindermiddag bomen Woensdag 19 januari was er een kindermiddag over bomen in het bezoekerscentrum Tenellaplas. Vanaf 14.00 uur zaten 20 kinderen klaar rondom de bomentafel. Arend gaf met foto’s en meegebracht materiaal een uitleg over bomen. Hoe is een boom opgebouwd, waarom zijn er bomen en hoe eet een boom? Niet makkelijk om in 20 minuten een eenvoudige en leuke uitleg te geven, maar Arend had dit vaker gedaan en kreeg de kinderen snel aan het vragen stellen. Na de uitleg gingen de kinderen, in 3 groepen, onder leiding van 2 begeleidsters per groep naar buiten. Op weg naar het Bospad om daar met behulp van 4 opdrachtkaarten en je zintuigen meer te weten te komen over bomen. Tussen 15.00 en 15.15 uur was iedereen terug in het bezoekerscentrum. Inmiddels waren de tafels klaargezet om van een grillige tak een fantasiedier te maken. Tijdens het drinken en wat lekkers kregen de kinderen uitleg over hoe je een fantasiedier maakt. Ieder kind mocht zelf een tak uitzoeken en zijn of haar fantasie hierop loslaten. Drie kwartier lang waren ze aan het versieren en het viel op dat iedereen wat anders maakte.
Het knutselen blijft een succes op een kindermiddag. De meesten maakten er zelfs twee. Kinderen reageren sterk op kleur, hoe meer kleur hoe beter. Sommigen verwerkten ook tijdens de wandeling verzamelde materialen in hun fantasiedier. De bomententoonstelling, gemaakt door Annette en Marion, sloot goed aan bij de middag. Veel te snel was de tijd om maar voordat iedereen huiswaarts ging werden alle fantasiedieren bij elkaar op de grond gelegd zodat er foto’s van gemaakt konden worden. Wij willen Arend Solleveld en drie gidsen in opleiding; Yvonne Meerman, Liesbeth Waldman en Agnes Rooijmans bedanken voor hun bijdrage en graag tot een volgende keer. De kindermiddagploeg
5 februari 2011, Plan Tureluur Het maandelijkse educatieve uitje staat voor vandaag gepland. De dag tevoren klemden de pimpelmezen en koolmezen zich nog vast aan de blauwe sering in mijn tuin. Heel leuk om te zien hoe ze zich omhoog en omlaag lieten zwiepen in de wind. Het weer maakte zich toen al op voor nog meer windkracht. Terwijl velen zich waarschijnlijk nog eens lekker omdraaiden in bed op deze stormachtige zaterdagochtend verzamelen zich 9 stormbestendige types op de afgesproken locatie. Voordat we beginnen aan de tocht iets meer over Plan Tureluur. De Oosterscheldekering is als getijdendoorlatende dam gebouwd, maar toch is het verschil tussen hoog en laag water met een kwart verminderd. Het oppervlak aan bij eb droogvallende slikken en zandplaten is daardoor afgenomen. Schorren groeien niet meer en verdrogen doordat ze niet meer overspoeld worden. Om het verlies aan natuur te compenseren, wordt het natuurontwikkelingsproject Plan Tureluur uitgevoerd. Hiervoor zijn 44 gebieden geselecteerd (zie kaartje op de volgende pagina) waar mogelijkheden zijn voor natuurontwikkeling. Buitendijks wordt geprobeerd om de afname van schorren te compenseren en duinen te ontwikkelen. Binnendijks worden met behulp van bulldozers en
verhoging van het waterpeil moerassen gecreëerd. Zowel brakke of zoute moerassen in lager gelegen gebieden als zoete op hogere locaties. De tureluur is gekozen als symbool van het natuurontwikkelingsplan. Je kunt de tureluur het hele jaar door aantreffen in de Oosterschelde. De tureluur broedt op de schorren in de zilte graslanden. Daarnaast is deze vogel het hele jaar door aanwezig op de slikken, in de inlagen en andere drassige terreinen aan de binnenkant van de dijk. De tureluur profiteert volop van de natuurontwikkeling. Het broedgebied wordt fors groter en ook buiten het broedseizoen zal er ruimte zijn om voedsel te zoeken of te rusten. De tureluurs die rond de Oosterschelde broeden vertrekken in het najaar naar het zuiden en bereiken het kustgebied van Afrika. In de winter verblijven in de Oosterschelde tureluurs uit noordelijke streken zoals IJsland.
De tureluur symboliseert de belangrijke rol die de Oosterschelde speelt in het leven van honderdduizenden vogels die pendelen tussen het hoge noorden en het verre zuiden. De tureluur is vooral tijdens de broedperiode een luidruchtige vogel. Zo verzorgt hij de nodige publiciteit voor het Plan Tureluur (bron: ontwikkelingsplan voor de Oosterschelde). We gaan op stap. Verspreidt over 3 auto’s beginnen we de tocht die ons zal leidden naar en langs Plan Tureluur. Op de Haringvlietdam waait het pittig, maar we weten nog niet dat het stilhouden van verrekijker en camera zo’n kunst zal zijn. Aangekomen bij de Brouwersdam wordt duidelijk dat de keuze voor onze route door het weer wordt bepaald. Onderlangs de duinrand rijden is niet mogelijk, afgesloten voor verkeer, dus dan de weg langs de kant van het Grevelingenmeer. Albert Roodink neemt in overleg het voortouw en weet ons langs prachtige sluipweggetjes mee te tronen naar locaties waar de watervogels zich niet laten verjagen door het weer. De dodaars duikelen op en onder in de golven. Uiteraard nemen we een kijkje bij het vaste punt op de Brouwersdam, de Brouwerssluis. We worden VET beloond deze dag, de zeehonden zwemmen niet aan de kant van de Noordzee maar aan de kant van het Grevelingenmeer, op de plaats waar normaliter talrijke vissers staan. Nu spelen zij de rol van perfecte vissers en tonen aan ons het gene ze gevangen hebben. Een pracht gezicht!!! En verder gaat de tocht richting Zeeland, binnendoor naar Burghsluis en de Plompe Toren. Het is een mooi binnendoorweggetje waarvan ik helaas de naam niet weet. Maar mocht u het willen weten de kans is groot dat dit uitje nog weleens herhaald zal worden. De velduil (die er wel wordt gesignaleerd) hebben we niet gezien. Jammer hoor maar dan moeten we langere tijd blijven wachten en we willen nog meer zien. Talrijke hazen liggen verscholen in het gras een pracht gezicht. Ook moeten we goed opletten of we de bruinvis nog zien
zwemmen in de Oosterschelde. De Plompe Toren hebben we vanwege de stormachtige wind maar niet beklommen. Maar dit is natuurlijk een extra reden om nog eens een keer terug te gaan naar deze mooie locatie. We komen aan op een mooi punt bij de Oosterschelde, wat ik al gauw begrijp is dat dit ook een vast punt in de route is. Hier gaan we op zoek naar roggeneieren, Japanse oesterschelpen en nog veel meer waar Albert ons plasticzakjes voor geeft, zodat we tenminste een paar exemplaren mee kunnen nemen. Volgens mij kent hij zijn excursiegenoten goed. Gewillig toont hij ons wat er onder de basaltblokken leeft, krabjes, slakjes en andere kleine diertjes. Bijzonder is in ieder geval voor mij de brokkelster (zie foto), ik had er nog nooit van gehoord. Waar het nu erg koud is en stormachtig waait heeft de excursie ook weleens heerlijk in het zonnetje plaats gevonden let wel ook in februari. Toen kon er buiten de auto heerlijk gebivakkeerd worden. Dus dit geeft maar weer aan hoe grillig het weer kan zijn. Nu blijven we niet zolang we verlangen naar warme koffie en een heerlijke kop soep. De Heerekeet is niet open en dat zorgt ervoor dat we uitwijken naar restaurant Schelpenhoek. Ook dat is een goede locatie voor onze lunch, een drankje, een soepje en we kunnen er weer even tegen. Jannie wist mij, ik ben geen kenner van alle vogelsoorten, te vertellen dat ze al 26 soorten had gezien. Een paar namen: zaagbek, plevier, wulp, smient, slobeend, krakeend, kuifeend en zo dus nog veel meer. Het geeft wel aan dat onze tocht geen teleurstelling is en we zijn nog warm te maken voor een terugreis via leuke binnenweggetjes naar zowel ons start- als eindpunt. Nog even een stop bij de Brouwerssluis, en jawel daar zijn ze weer onze vrolijke vissers de zeehonden. Die lieve kopjes het lijkt wel of ze een show geven voor ons. Maar vergis je niet deze zeehonden eten Sushi zoals wij het niet kunnen. Ze verscheuren de gevangen vis en houden hem stevig vast met hun scherpe nagels en tanden. Jammer dat ik mijn
camera door de harde wind niet stil kan houden maar gelukkig belooft Albert zijn prachtige foto’s gelijk door te sturen evenals Marijke.
We vervolgen onze tocht en gaan binnendoor richting het dorp Goedereede. Heel veel Canadese ganzen en brandganzen staan te foerageren in de weilanden en de natuurgebieden. Voor de laatste stop komen we aan vlakbij de visafslag Stellendam op de pier. Een grote groep futen is er aan het vissen. Natuurlijk vliegen hier ook veel meeuwen rond, zo dicht bij het “vuur” vertoeven ze graag. Na even in de rondte te hebben gekeken vanuit de auto stopt hier onze gezamenlijke reis voor vandaag. We hebben allemaal genoten ondanks de stormachtige wind. Helaas ontbreken aan dit verslag veel foto’s, maar ja in het begin heb ik al geschreven dat het voor ons moeilijk was de camera en verrekijker stil te houden. Maar dit nodigt uit tot een herhaling van de excursie. Anneke Nijholt
Dier onder de loep De kerkuil
Tyto alba: 34 cm, 300-400 gram
Sinds een aantal jaren heb ik iets met uilen. Vraag me niet waarom! Ze zijn niet aaibaar en ook niet echt overdag zichtbaar. Dus wat heb je er aan! Maar ze hebben wel iets mysterieus en stralen ook een zekere wijsheid en onverstoorbaarheid uit. Ze leven hoofdzakelijk ’s nachts, vliegen geruisloos, kunnen de kop ¾ draaien en je hierdoor aankijken terwijl je achter ze staat. En dan die lugubere kreten en ijselijke gillen. Daar krijg je pas echt kippenvel van. Al met al toch wel een interessante vogel! Begin december kreeg ik van iemand in Tinte te horen dat ze een kerkuil in de open schuur hadden zitten. En even daarna kwam er een melding binnen van een paartje kerkuilen in een oude schuur. Van opwinding ging mijn bloed sneller stromen, want dat was heel dichtbij ons huis. Deze melding heb ik gelijk doorgegeven aan de in november 2010 opgerichte “Kerkuilenwerkgroep”. Zij willen de kerkuil, een Rode Lijst soort (= een soort, die extra aandacht en bescherming verdient) helpen door nestkasten in geschikte schuren te plaatsen.
Hoe herken je deze “vogel van de nacht”?
Hij is groter dan een kraai, met een grijs gespikkelde oranje rug en een licht geel/oranje buik. Het opvallende hartvormig gezicht is wittig en heeft grote zwarte ogen, die 100x beter zien dan mensenogen. Verder heeft deze vogel een kromme snavel. Onzichtbaar zijn de grote oren met aan de voor- en achterkant oorkleppen, die kunnen bewegen als de oren van een hond. De ooropeningen liggen asymmetrisch. Hierdoor kan de uil de beweging van een muis prima volgen. Door deze goede ogen en oren is de kerkuil een prima jager. Met de grote klauwen vangt hij vooral veldmuizen, ratten, kikkers en soms zelfs vogels en vleermuizen. De prooi wordt in
z’n geheel opgegeten en de onverteerbare delen worden 1 à 2 keer per dag als braakbal uitgebraakt. Hierdoor, en aan de witte poep, ontdek je dat je een kerkuil in je schuur hebt. De vleugels hebben een spanwijdte van bijna een meter. Hiermee kunnen ze makkelijk zweven en met een lage snelheid (15-20 km/uur) vlak boven de grond prooidieren zoeken. Deze eigenschap heeft ook een groot nadeel, want vaak jagen ze op muizen in bermen van wegen en worden dan soms doodgereden. Verder hebben ze lange poten. Ze houden van open en half open gebieden en bezitten een territorium. Vroeg in het voorjaar (maart, maar soms al in februari of eind januari) laat het mannetje van zich horen door ijselijke kreten te produceren. Zo geeft hij zijn territorium met nestplaats (in een open schuur van een boerderij, holle boom, kerk, molen, oud gebouw) aan en hoopt zo een vrouwtje te verleiden. Heeft hij een vrouwtje gelokt dan volgt de balts. Beide vogels vliegen snel achter elkaar aan en laten vleugelgeklap horen. Ze kiezen een partner voor het leven, maar elk jaar baltsen ze weer om de ontwikkeling van eicellen te stimuleren. Als bruidsgeschenk zorgt het mannetje voor een lekkere vette muis. Iets fijner is er voor het vrouwtje niet denkbaar! Er wordt gepaard en gepaard en pas na 6 weken wordt het eerste witte ovale ei gelegd in een nest van platgetrapte braakballen. Al dagen voor dit heuglijke feit verblijft het vrouwtje in het nest en sleept het mannetje zich rot met muizen om ervoor te zorgen dat ze lekker vet wordt. Is het eerste ei gelegd dan begint ze gelijk met broeden. Alleen het vrouwtje broedt en verzorgt de jongen. Het mannetje zorgt voor het eten en elke keer als hij met voedsel naar het nest komt wordt er gepaard. Er worden, afhankelijk van het voedselaanbod, 4-7 eieren gelegd. Krijgt het vrouwtje echter te weinig voedsel, dan verlaat ze uit zelfbehoud het nest en zorgt dan dus niet voor nageslacht. Tijdens de broedtijd verlaat het vrouwtje slechts 2 à 3 keer per dag het nest om zich uit te rekken en te poetsen. Gaat alles verder naar wens dan komt na 5 weken het eerste uilskuiken uit het ei. Het weegt ongeveer 14 gram, is 5 cm lang, heeft alleen wat dons op zijn lijfje, is hulpeloos en heeft gesloten ogen. Met tussenpozen van 2 dagen komen alle jongen uit en wordt het super druk voor pa kerkuil.
De jongen worden gevoerd met stukjes vlees. Is er te weinig voedsel dan sterft het laatste jong en dient als voedsel voor de broertjes en zusjes. Ja, de natuur kan erg wreed zijn, maar zorgt er zo wel voor dat er toch nog jongen groot worden. Na 3 weken eten ze al kleine prooidieren zoals spitsmuizen. Op dag 20 gaan de ogen open en begint de hartvormige gezichtssluier vorm te krijgen. Ook krijgen ze al veren en na 8 weken gaan ze vliegoefeningen doen. En een week later vliegen ze uit. Maar ze blijven nog wel in de buurt van of in het nest. Met 10 weken zijn ze zelfstandig en begint er een gevaarlijke tijd voor de kleintjes, want ze moeten zelf voedsel gaan vangen en een territorium in de buurt van het ouderlijk nest zoeken. De sterfte in deze eerste 3 à 4 maanden is dan ook erg groot. Tegen het einde van het eerste levensjaar zijn ze geslachtsrijp. Is het een voedselrijk jaar dan volgt er nog een tweede en soms zelfs een derde legsel.
Het kerkuilenpaar blijft het hele jaar in de omgeving van de broedplaats. Alleen bij strenge winters en perioden met weinig voedsel gaan ze zwerven. Is het slecht weer (harde regen, wind, sneeuw) dan vangen ze buiten niets en zoeken hun heil in schuren. Daar is vaak nog wel een muisje te vangen. Er is ontdekt dat kerkuilen met 6 jongen per nacht wel
40 muizen verorberen. Dat is bijna 3000 muizen per broedsel. Daar kan geen gif of val tegenop. Het gaat helaas (nog) niet goed met de kerkuilen. Er worden er veel doodgereden en hun leefomgeving en geschikte nestplaatsen verdwijnen steeds meer. Ook voedselschaarste (ze kunnen slechts 5-8 dagen zonder eten) en koude winters met veel sneeuw eist zijn tol onder deze prachtige dieren. En dan sterven er ook nog veel uilen door het eten van vergiftigde muizen en ratten. Maar daar kunnen we iets aan doen! Buiten de mens hebben ze niet veel natuurlijke vijanden. Alleen voor de havik en de steenmarter moeten ze oppassen. Aan ons nu de taak te zorgen dat het beter gaat met deze dieren. Dit kunnen we doen door nestkasten te plaatsen, het maken van vliegopeningen in schuren en gebouwen, geen gif te gebruiken om knaagdieren kwijt te raken en te zorgen voor houtwallen, heggen en rommelhoekjes om muizen juist te lokken. Op 21 december vorig jaar zat er ineens een kerkuil in onze tuin en nu ik deze prachtige vogel in het echt gezien heb weet ik waarom ik iets heb met uilen en waarom we er alles aan moeten doen om ze te beschermen. En wist ik gelijk waar mijn “stukje” over moest gaan. Mocht u een uil (hoeft niet persé een kerkuil te zijn) in de schuur of tuin hebben, geef dit dan even door aan de “Kerkuilenwerkgroep” t.n.v. A. van der Heiden, tel. 0181-639826 of stuur een mailtje naar
[email protected]. Namens de uilen alvast hartelijk dank. Gerda
Landgoed Kranenhout In 1729 staat de naam Kranenhout voor het eerst te lezen in een pachtcontract. In 1761 wordt er dan ook gesproken van een herenhuis dat in dit gebied gebouwd werd en wel met uitzicht op de toren van Brielle’s Catherinakerk. Ik heb me laten vertellen dat de naam zeker te maken heeft met de kraanvogels die hier vroeger geregelde gasten waren. In 1893 viel het landgoed door een verkoping uiteen; het herenhuis werd gesloopt en de resterende grond kwam bij een naburige boerderij. Hierin werd geheel in stijl der traditie een herenkamer ingericht. Deze boerderij behoort ook nu nog bij Kranenhout. Een deel van het gebied werd omgevormd tot park met een tuinhuis. Gezien de agrarische bestemming die dit gebied van oudsher had, werd het bos als een hakhoutbos gehandhaafd.
De huidige eigenaren hebben stukken grond weten terug te kopen, het hakhoutbos met stevige dikke bomen weten te behouden en te doorsnijden zodat er een mooi gebied met lanen en kronkelpaadjes is ontstaan. Vooral in het voorjaar is er aan de rijke stinsenflora veel vreugde te beleven.Het gebied is sinds 2009 vrij toegankelijk (zie agenda voor 7 mei (red.), maar dit geldt niet voor alle kronkelpaadjes. Eline
“De pen” Polder Zuidoord Toen ik enige tijd geleden besloot om een stukje te wijden aan polder Zuidoord, kon ik niet vermoeden dat deze polder de afgelopen periode weer veelvuldig in de publiciteit zou staan. Polder Zuidoord ligt ten zuiden van Zuidland langs het Spui. Het voornemen bestond om de polder, die momenteel grotendeels voor agrarische doeleinden in gebruik is, te ontpolderen en er weer natuur van te maken. Dit in het kader van Deltanatuur, een gezamenlijk project van rijksoverheid, lagere overheden en verschillende maatschappelijke organisaties. Kort weergegeven komt Deltanatuur erop neer dat er nieuwe, gevarieerde gebieden worden ontwikkeld waar natuur, recreatie en veiligheid samen komen. De achtergrond hiervan is dat door de verdergaande verstedelijking in het westen van Nederland er een tekort is aan natuur voor ontspanning en aan ruimte voor planten en dieren. Bovendien is er in bepaalde jaargetijden een tekort aan ruimte voor overtollig rivierwater. Een deelproject van Deltanatuur is “Spuimonding West”. Hierbij was het de bedoeling dat twee buitendijkse polders, waarvan Zuidoord er één is, zouden worden omgevormd tot natuur. Om dit te realiseren zouden er dijken worden doorgestoken, waardoor na verloop van tijd een moerassig gebied zou ontstaan, met verschillende recreatieve voorzieningen. Ik als natuurliefhebber zag al een prachtig landschap voor me dat te vergelijken is met de Korendijkse Slikken, aan de andere kant van het Spui in de Hoeksche Waard.
Bij de bewoners, omwonenden en de gemeente Bernisse bestond er echter weinig draagvlak voor een dergelijke bestemming voor het gebied. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien er natuurlijk zwaarwegende belangen in het geding zijn. Een van de voornaamste argumenten tegen ontpoldering was dat deze tot gevolg zou hebben dat er werkgelegenheid zou verdwijnen. Niet alleen bij het agrarische bedrijf zelf, maar ook bij bijvoorbeeld toeleveranciers en afnemers. Bovendien zou ontpoldering ten koste gaan van woonruimte. Daarnaast zou het omvormen tot natuurgebied en het beheer ervan een hoop geld kosten. Het provinciebestuur had de knoop echter al doorgehakt en had besloten om het project door te laten gaan. Zuidoord zou worden ontpolderd. Staatssecretaris Bleker van het ministerie van EL&I (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) heeft echter recentelijk de aanleg van natte natuur in de ban gedaan. In het regeerakkoord is namelijk opgenomen dat er op enkele uitzonderingen na geen gebieden meer mogen worden ontpolderd. De ontpoldering van Zuidoord is daarmee definitief afgeblazen. Wat er nu met de polder gaat gebeuren is nog niet bekend. Wellicht dat we over tientallen jaren, ongeacht welke bestemming er uiteindelijk aan polder Zuidoord zal worden gegeven, zullen zeggen: “Met de kennis van nu hadden we het destijds anders aangepakt”. Voor meer achtergrondinformatie verwijs ik naar de geraadpleegde bronnen: www.deltanatuur.nl en www.zuidoord.nl. Ik geef de pen door aan Monique Wyfker. Gerard
Agenda Zaterdag 2 april: Rondje Quackjeswater Vanuit de vogelkijkhut kunnen we waarschijnlijk zilverreigers en lepelaars bekijken die met hun nest in de weer zijn. Contactpersoon Martien (06-52669770). 09.30 uur, parkeerplaats aan de Duinweg Rockanje Woensdag 20 april: Thema-avond Het onderwerp is passie voor de natuur (zie het artikel op bladzijde 3 van dit koekoeksei). 19.30 uur, bezoekerscentrum Tenellaplas Zaterdag 7 mei: Landgoed Kranenhout Vanwege de beperkte parkeermogelijkheden (er kunnen 4 auto’s staan) hopen we dat iedereen zoveel mogelijk op de fiets komt of met elkaar carpoolt vanaf de parkeerplaats van de Berkenrijsweg. 09.30 uur, tussen Kranenhoutlaan en Groenweg, Oostvoorne
Zaterdag 4 juni: varen Nieuwkoopse plassen Dit keer niet per kano door de Biesbosch, maar met een elektrisch aangedreven fluisterboot (max. 4 personen per boot) over de Nieuwkoopse plassen. Tijdens onze tocht varen we door een prachtig moerasgebied met rietkragen, grasland, moerasbos en open water. Wellicht vangen we een glimp op van de purperreiger. Dit is een dagexcursie. Iets te eten en drinken meenemen is aan te bevelen. Aanmelden vóór 25 mei a.s. via
[email protected]. Dit in verband met reservering van de fluisterboten. Contactpersoon Gerard (06-22794632). 08.00 uur, parkeerplaats De Magneet bij Heenvliet Zaterdag 2 juli: Mallebos, vlinders en libellen Nadere informatie over deze excursie in het volgende koekoeksei.