VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
26e JAARGANG NR. 4 winter 2010
HET BESTUUR Voorzitter: Jan Alewijn Dijkhuizen Duinstraat 16 3235 NK Rockanje Tel: 0181-484098 E-mail:
[email protected] Secretaris: Marianne Blanken Duinen 5 3233 EA Oostvoorne Tel: 0181-486555 E-mail:
[email protected] Penningmeester en ledenadministratie: Ben Kuipers Westdijk 2 3222 ES Hellevoetsluis Tel: 0181-319099 E-mail:
[email protected] Public Relations: Ria Mellegers Waldhoornstraat 9 3208 SH Spijkenisse Tel: 0181-640694 E-mail:
[email protected] Algemeen Lid : Eline Vis D.v.Leijdenweg 9 3233 TE Oostvoorne Tel : 0181-483091 E-mail :
[email protected] Redactie: Ria & Wim Mellegers Waldhoornstraat 9 3208 SH Spijkenisse Tel: 0181-640694 E-mail:
[email protected]
Giro 3080792 t.n.v. I.V.N. Voorne-Putten-Rozenburg Contributie 2010:
Leden € 17,75 Gezinslid € 2,90
Wat is het I.V.N. ?
Het I.V.N. heeft in Nederland meer dan 180 afdelingen met bijna 20.000 leden. Overwegend vrijwilligers, maar ook beroepskrachten zetten zich in om door middel van voorlichting, educatie en op de natuur gerichte activiteiten inzicht te geven in de schoonheid van de natuur en begrip te kweken voor de bescherming van het milieu. Het koekoeksei zal rond half maart 2011 verschijnen, daarom ontvangen wij uw broodnodige kopij en foto’s graag voor 1 maart 2011. Indien mogelijk lettertype tahoma 14, en graag gestuurd als bijlage. Website: www.ivn.nl/voorneputtenrozenburg
Voorwoord van de voorzitter Beste IVN ers, De eerste sneeuw is gevallen, zo hoort het ook. Op planten en insectengebied valt er op dit moment weinig te beleven maar ook in de winter is de natuur de moeite waard. We hebben zelden zo‟n lang paddenstoelen seizoen gehad. Als afdeling hebben we daar ook regelmatig activiteiten rond kunnen organiseren. Dit Koekoeksei is de laatste die Ria en Wim maken, gelukkig zijn er twee enthousiaste mensen die deze taak overnemen, Anneke en Gerard zullen vanaf volgend jaar het Koekoeksei gaan maken. Bij deze wil ik graag Ria en Wim hartelijk bedanken voor de schitterende eieren die zij gemaakt hebben. Ons afdelingsblad is echt een mooi en inhoudelijk goed blad geworden! Volgend jaar gaat er meer veranderen, Ben geeft het penningmeesterstokje over aan Eline. Voor de vervanging van de voorzitter is gelukkig ook iemand gevonden. Bij de volgende jaarvergadering dragen we Monique Wyfker voor en we hopen dat jullie haar allemaal van harte welkom heten in het bestuur! Tot zover, Jan Alewijn Redactiewisseling. Per 1 januari 2011 krijgt het koekoeksei een nieuw redactieteam. Wij hebben deze taak 7 jaar lang met veel plezier vervuld, maar vinden dat het nu tijd wordt voor een nieuw redactieteam. Wij danken een ieder die ons in deze jaren van de broodnodige kopij hebben voorzien. Zonder jullie hulp was het voor ons niet mogelijk geweest, om het blad gevuld te krijgen. Nieuwe redactie per 01-01-2011: Gerard Dingemanse:
[email protected] en Anneke Nijholt:
[email protected] Gerard heeft net met succes de regionale IVN gidsencursus 2009/2010 te Zoetermeer afgerond en zowel hij als Anneke zijn beiden sinds enkele jaren enthousiaste en gemotiveerde leden van onze afdeling en ook regelmatig aanwezig bij de 1e zaterdag van de maand excursies.
Wij hebben er dus het volste vertrouwen in dat ons koekoeksei bij hen in goede handen is. Wij gaan ervan uit dat jullie in de toekomst de nieuwe redactie blijven steunen met het insturen van kopij, zodat zij hun taak met succes kunnen vervullen. Gerard en Anneke, bedankt en veel succes bij deze nieuwe uitdaging, Ria en Wim Mellegers Even voorstellen Zoals jullie in het vorige artikel hebben kunnen lezen nemen Anneke en ik met ingang van 1 januari a.s. de redactie van het Koekoeksei over. Aangezien wij ook nog ingewerkt moeten worden, hebben wij al geholpen bij het tot stand brengen van deze editie. Voor de mensen die mij nog niet kennen. Ik ben 39 jaar, getrouwd en woonachtig in Spijkenisse. In het dagelijks leven ben ik werkzaam bij de Belastingdienst in Rotterdam. Ik ben nu ruim anderhalf jaar lid van het IVN. Vorig jaar mei ben ik gestart met de regionale natuurgidsencursus van het IVN in ZuidHolland. Vorige maand heb ik deze cursus met goed gevolg volbracht. Als eindpresentatie heb ik een fietsexcursie georganiseerd rondom de Holle Mare bij Zwartewaal. Op 13 november jl. was de feestelijke diploma-uitreiking in Leiden. Ik mag mij nu dus officieel IVN-natuurgids noemen. Om direct actief betrokken te raken bij de afdeling ben ik de uitdaging aangegaan om één van de vrijgekomen plekken van redactielid op te pakken. Ik hoop dat wij de komende tijd het Koekoeksei met evenveel plezier aan jullie kunnen presenteren. Er zal weer voldoende ruimte zijn voor verslagen van excursies, kindermiddagen en natuuractiviteiten. Maar ook andere natuur- en milieugerelateerde zaken komen aan bod. Dus wil je iets kwijt, schroom niet en geef het aan ons door. Nieuwe ideeën, tips, suggesties e.d. zijn altijd welkom. Tot slot wil ik Ria en Wim namens de leden van de afdeling bedanken voor hun inzet de afgelopen jaren. Gerard Dingemanse
De pen, Hallo lezers van het Koekoeksei mag ik me even voorstellen? Anneke Nijholt is de naam en ik woon in het mooie Brielle dat met zijn groen omkranst haast als een klein juweeltje de vreemdeling tegen glanst. Zoals jullie hebben gelezen is dit het laatste Koekoeksei onder redactie van Ria en Wim Mellegers. Als nieuw redactielid heb ik van de voorzitter samen met collega redacteur Gerard Dingemanse “de Pen” aangereikt gekregen. Dit met de bedoeling om “de Pen” weer een actief leven in te blazen. Hoe wordt je redactielid? Na een werkzaam leven ben ik door omstandigheden in 2004 gestopt met werken in dienstverband. Het was tijd en ik kreeg de gelegenheid om volop te gaan genieten van mijn vele hobby‟s. Als “dame in de dop‟‟ ben ik in 1979 naar Den Briel gekomen om te gaan wonen en werken op het prachtige Asylplein. Naar mijn idee nog steeds het mooiste plekje van Brielle. Groen en vol met verwijzingen naar het verleden met o.a. de Johan Been bank. Waar ik in de aanhef naar verwees, Brielle door zijn groen omkranst etc., geldt nog steeds voor mij. Op Walcheren in Zeeland geboren en nu meer dan 40 jaar in Brielle wonend hebben mij gemaakt tot liefhebster van de natuur. Met al mijn vrije tijd na 2004 ben ik veel gaan wandelen in de mooie polders rondom Brielle en regelmatig gaan fietsen over Voorne Putten. Op één van die tochten kwam ik in 2006 langs het nog niet zolang geopende bezoekerscentrum Tenellaplas. Wat een pracht locatie en wat heeft het centrum en de omgeving de bezoekers veel te bieden. Via de KNNV ben ik gaan tekenen met een trouwe club van natuurtekenaars in het bezoekerscentrum en zo zijn ook veel andere activiteiten aan het rollen gebracht . Want Wif Boschma een natuurgids op wie ik zeer trots ben nodigde me uit om mee te gaan “pluizen” in de duinen met een aantal opgeleidde natuurgidsen. Enthousiastelingen met een brede variatie in kennis en specialisme. Sinds een aantal jaren lid zijnde van het IVN lees ik met veel plezier Het Koekoeksei, kijk er ieder kwartaal naar uit. Wat een schrik toen bleek dat de redactie ermee ging stoppen en er geen opvolgers in zicht waren. Dat ging me te ver en al snel heb ik aangegeven de redactie niet in mijn uppie te willen doen maar wel mijn ondersteuning te willen bieden. Toch nog geheel onverwachts kwam de email binnen, Gerard stelde zich beschikbaar als redacteur en zo kwam
mijn ondersteunende taak bij de redactie tot stand. Samen hopen wij nog, met uiteraard o.a. de benodigde kopij van de leden, veel leesgenot met Het Koekoeksei te verstrekken. Al een paar maal heb ik zelf kopij aangeleverd n.a.v. een zaterdagse excursie. Maar als redactielid hoop ik met enige regelmaat verslag te brengen van o.a. mijn favoriete sport “Polderen”. Het fietsen in de polder met de camera in de aanslag en speurend naar roofvogels welke natuurlijk niet echt gediend zijn van mijn hobby. Verhalen van de pluis avonturen en andere leuke belevenissen in en met de natuur. De pen geef ik met veel genoegen door aan de redacteur, Gerard Dingemanse. Anneke Nijholt Excursie de Kwade Hoek op zaterdag 4 september 2010 Om 10.00 uur ‟s morgens waren er elf mensen aanwezig op de parkeerplaats van de Kwade Hoek. Het weer was heel mooi en we hadden allemaal veel zin om de natuur in te gaan. Een stukje geschiedenis: De Kwade Hoek is een natuurgebied op GoereeOverflakkee. Vroeger werd het de Kwaaien hoek genoemd door de verraderlijke stroming en de zandbanken, waar menig schip is vergaan. De Kwade Hoek staat in verbinding met het Haringvliet, dat werd afgesloten in 1970. In de Kwade Hoek speelt zowel zout als zoet water een grote rol, wat belangrijk is voor de plantensoorten die hier groeien, zoals: Zeekraal, Schorren-zoutgras, Fioringras, Kweldergras, de Slanke Waterbies, Strandkweek en de Zilte Rus. Ook de Vleeskleurige Orchis is hier te zien. Bij springtij komen deze planten onder water te staan. De Kwade Hoek is een dynamisch gebied, dat in de laatste honderd jaar is ontstaan. Het is een afwisselend gebied met strand, duinvalleien en
schorren. Door invloeden van de zee en de wind verandert het gebied voortdurend. Bij zware stormen verdwijnen duinen in het water, terwijl het stuivende zand tegelijkertijd ook weer nieuwe duinen vormt. Het zee water dringt onder die omstandigheden binnen. Een schor is een begroeid gebied, waar zeewater over heen kan stromen. Bij vloed stromen de kreken vol, bij eb weer leeg. Dit is ideaal voor voedselzoekende vogels, zoals Kluut en Lepelaar. Op de zeebodem groeien planten als Zeeaster, Zeeweegbree en Zeepostelein. Wij lopen over de binnenduinen van Goeree en komen de Pastinaak, de Avondkoekoeksbloem, de Hondsroos en de Gele Walstro tegen. Ben legt ons het verschil uit tussen een doorn en een stekel. Een doorn is een vervormde tak, nl. een zijtakje dat heel puntig eindigt. Als je een doorn afbreekt is het alsof je een takje doorbreekt; je beschadigt de struik als het ware. Meidoorns en Sleedoorns hebben, zoals de naam al zegt, doorns. Een stekel daarentegen heeft in aanleg geen tak, maar een blad. De Hondsroos heeft stekels en die zijn haakvormig gebogen. Je kunt ze afbreken, zonder veel schade aan te richten. We komen verder Hop tegen, die weerhaakjes heeft om zich naar boven te richten. Op ons pad zien we ook het Reigersbekje en de Driedistel. Deze laatste plant komt niet altijd voor met drie distels, maar ook wel met meer distels. We worden gewezen op de korstmossen, die toch wel veel vocht nodig hebben om te kunnen groeien. We komen veel Kleine Leeuwentanden tegen en de Loodgrijze Bovist. Teunisbloemen staan in volle glorie te bloeien en te triomferen. De Dauwbramen - “zij hebben een waslaag tegen bescherming‟‟ - kwamen we volop tegen. Zij hebben drie blaadjes en de Braam heeft er vijf. We staan even stil om naar het verhaaltje van Ben te luisteren over het St. Janskruid (Hypericum perforatum). We werden er stil van. De legende van Sint Joris en de draak is een overleveringsverhaal uit de vierde eeuw. St. Joris diende in het leger en werd bekeerd tot het christendom. In een dorpje hoorde hij dat de bevolking in angst leefde voor een draak. Elke dag offerde de koning mensen aan de draak om hem te vriend te houden. St. Joris doodde de draak en St. Joris keerde naar het dorpje terug met die dode draak. Hij is op de dag van vandaag een beschermheilige. Op de blaadjes van het St. Janskruid zie je nog steeds de rode bloedspatten van het gevecht. Als men de bladeren van het St. Janskruid tegen het licht houdt, zijn de met etherische olie gevulde gaatjes goed te zien.
Vervolgens komen we langs het Gevleugeld Hertshooi. Ook komen wij veel Zeggen, Biezen, Russen en Grassen tegen. Zeggen zijn Cypergrassen. Ze lijken op grassen, maar hebben een driehoekige stengel. Het is dat taaie gras, dat scherp aanvoelt. In de duinen staan de Zandzeggen. Biezen staan meestal in groepjes. Zij hebben dikke stengels, die boven het ondiepe water uitsteken. Bekende biezen zijn de Water-, Zee- en Borstelbiezen. Van de Russen is de Pitrus en de Paddenrus de bekendste. Willem vertelde ons over Het Vlieszaad, dat wij nog niet zoveel gezien hebben. Deze plant staat op open droge zandgrond. De stengels zijn breed vertakt, eerst dofgroen later rood aangelopen. Ook zien we het Hazenpootje, dat een klaversoort is en zijn naam dankt aan de pluizige bloeiwijze. Sierlijk Vetmuur en Kromhals kwamen we ook nog tegen. Plotseling zagen we de Charolais-runderen voor ons staan. Het zijn mooie witte koeien, waarvan hun kalveren ons verbaasd aankeken. Ze houden het gras kort en het landschap open. We lopen nu op de Middel- en Oost Duinen. Dat is een uitgestrekt duingebied. Deze duinen zijn een onderdeel van de duinen van Goeree. Het is een ecologisch gebied. Dit gebied wordt beheerd door het waterbedrijf, dat verantwoordelijk is voor de waterwinning. Het is onderdeel van Natura 2000. De ondiepe zee en de stranden voor de Zeeuwse eilanden vormen de Voordelta. Bij laagwater komen de zandplaten boven het water uit. In dit gebied komen veel Duindoorns en Meidoorns voor. De Kramsvogels en Koperwieken eten van de bessen om hun buikje vol te eten voordat ze aan de lange trektochten beginnen. We zien op
onze wandeltocht nog Zeewolfsmelk, Zeekraal, Melkkruid, Spiesmelde, Hertshooiweegbree, Zeeaster of Zulte Rolklaver en Pitrus. Ook werden er nog Wulkeieren opgeraapt. Die zijn afkomstig van een flinke zeeslak, die leeft vanaf de waterlijn tot op grote diepte. De eikapsels, die in het algemeen door meerdere vrouwtjes zijn gevormd, kun je vaak vinden op het strand. Ook vonden we een rug van het skelet van de Sepia. De Blauwe Zeedistel is een uitzondering op de rest van de distels. De vogels zoals de Scholeksters, Grutto‟s en Bonte Strandlopers strijken neer om het voedsel uit het water te halen. De vissers laten dit gebied met rust. Ben vertelde het volgende verhaal: Rijkswaterstaat heeft de duinen op Deltahoogte gebracht. Een grote massa duinzand is gebruikt om het Flauwe Werk bij Ouddorp op te hogen. Om die reden zijn er openingen ontstaan in de duinen van Goeree. Deze duinen worden nu Puntduinen genoemd. Het zoute water kan hier nu binnenstromen. Op dit moment worden de duinen weer opgehoogd. Het is een dynamisch gebied. Springtij beïnvloedt de duinen eveneens, waardoor die duinen dan onder water komen te staan. We lopen langzaam weer terug naar het grote wandelpad en we zien nog mooie planten zoals de Heemst, Rode Ogentroost, Duinriet en Heen. En zo komen we om half een „s middags weer op de parkeerplaats terug. We hebben een mooie wandeling gehad door de duinen van Goeree en we genieten nog lang na van dit mooie natuurgebied dat altijd verrassingen blijft behouden.
Marijke de Zoete van Oostveen, september 2010 Verslag van onze excursie door het Oostelijk deel van het Hartelpark Spijkenisse. Zaden. Leg eens een natuurlijk verband, als je dat kunt Tussen zaadverspreiding en een Gallowayrund
Bij runderen weten we dat verband wel te zitten Hier ging het meer om hun beharing en klitten Kijk ook eens hoe vogels dat doen, met bessen Of naar de vorm van zaden bij Esdoorns of Essen Dan is daar nog de wind, uit het Westen of Zuiden Die vat krijgt op vruchtpluis van velerlei kruiden Ook water geeft soms een probaat resultaat Voor een effectief transport van soortenrijk zaad Planten en bomen. Zoals Mariëtte ons veel verschillende facetten van de natuur in het Hartelpark liet zien, zo wissel ik de rijmvorm even af voor een korte impressie van onze wandeling door het pluisgebied Hartelpark. We keken naar de opvallend zwarte winterknoppen van de Gewone es, met een eindknop aan elke tak in de vorm van een soort kruis, ook wel „uitgescholden‟ als bokkenpoot (zie afbeelding rechts). Een van de opvallende verschijningen waar we door Mariëtte attent op werden gemaakt, betrof een grote Cotoneastersoort, met prachtige rode bessen. De Meidoorn verderop heeft bessen die ‟s winters graag o.a. door Lijsters worden gegeten, ze waren al bijna allemaal opgegeten. Verder genoten we van de door zijn kleur, geur, vorm en standplaats bijzonder mooie en decoratieve Watercypres (Metasequoia glyptostroboides). Lang werd aangenomen dat deze boomsoort al zo'n twee miljoen jaar geleden was uitgestorven, totdat halverwege de vorige eeuw ergens in China nog enkele exemplaren werden aangetroffen. Verder passeerden we onder andere nog Bijvoet, Wilde peen, Paardenkastanje, de Bonte en de Witte dovenetel, Lindebomen en Sleedoorn. Deze laatste struik is bij broedende vogels gewild om zijn bescherming biedende, doornige en dichte vertakkingen en bij mensen om zijn eetbare bessen en om de sleedoornlikeur die hiervan kan worden gemaakt. Het slotstuk was de Taxodium of moerascypres die met zijn roestbruine naalden stond te gloeien in de najaarszon. Bijzonder daarbij
zijn de luchtwortels bij de waterkant. Ook werd verteld over het hoe en waarom van de herfstkleuren en het afvallen van de bladeren en sommige naalden. Paddenstoelen. Over het Ruig elfenbankje, de Wimperzwam, de Stijfselzwam, Judasoor, de Korstzwam en de Paarse knoopzwam het volgende (voor de variatie weer in rijmvorm): Wat weet ik nu van wilde paddenstoelen? Weet er werkelijk weinig van Al helemaal niet welke ik eten kan Durf amper aan de hoed te voelen Mijn gedachten die nauwelijks sporen Door schroom en ook wel van ontzag Of ik die of die wel plukken mag Komen er nog wel na, of gaan ze dan verloren? En weet jij hoe padde(n)stoel te schrijven? In Groene Boekjes‟ Nederlandse taal? Zonder n is het mij te kaal Laat andere(n) maar verder kijven Ik weet: er gaan wel praatjes Gelukkig niet door velen Dat ze die met beurzen stelen Of die met plaatjes of met gaatjes Omringd door typisch paddenstoelengeuren Is er nog de onvermijd‟lijke kabouter Met verhalen die steeds stouter Menig mensenhoofd doen kleuren Mijne dames mijn heren Denk niet dat ik het nu wel weet Of het een zwam is, een russula of een boleet Mariëtte probeerde het mij wel te leren Mocht er iemand na dit relaas Ik kan natuurlijk niets verplichten Ook iets over de natuur willen dichten Ik zie het wel, de groeten het is al bijna Sinterklaas.
Vogels. Hoewel mij dat persoonlijk vaak nog ontgaat, werden wij tijdens onze wandeling vergezeld, of voorbijgevlogen door verschillende vogelsoorten, zoals: Winterkoninkjes, Roodborstjes een Boomklever, Staart- en andere mezen, Eksters en een Putter. Langzamerhand dreigt enige herkenning van de geluiden van sommige vogels in mijn geheugen te verankeren. Er is echter nog vaak genoeg geen déja-vu-gevoel bij het horen van een vogelgeluid (als ik die geluiden al hoor). Ik geef de moed niet op, maar moeilijk blijft het. Belangrijker vind ik voorlopig dat we ons ook deze dag weer hebben laten verrassen door de veelzijdigheid van wat de natuur te bieden heeft. Een groot gedeelte van het park wordt op een ecologische wijze beheerd, zodat ook hier de natuur kansen heeft zich in alle verscheidenheid te laten zien. Mariëtte (en de overige leden en begeleiders van de pluisgroep Hartelpark), bedankt voor jullie enthousiaste inspanningen. Gerrit Molengraaf
Foto‟s Mariëtte 7-11-2010
Kindermiddag paddenstoelen. Woensdag 13 oktober was er een kindermiddag over paddenstoelen in het BC Tenellaplas. Vanaf 14.00 uur zaten 21 kinderen klaar rondom de paddenstoelentafel. Eline gaf met foto‟s een uitleg over paddenstoelenweetjes en liet door haar verzamelde paddenstoelen rondgaan. Het aanraken en ruiken aan paddenstoelen was voor de kinderen een nieuwe ervaring. Natuurbeleving met je zintuigen. Leuker en spannender kan het voor kinderen niet zijn. Iets doen wat je normaal
niet mag. Na de uitleg gingen we op pad met het vragenboekje, spiegeltje en de zoekkaart. De wandeling was rond en in de nabijheid van het BC. Onder begeleiding van de vaste medewerkers aan de kindermiddag was het buiten zijn en zoeken naar paddenstoelen heerlijk om te doen. Na een uur was iedereen binnen om iets te drinken. Het zelfgebakken koekje van Marty, in de vorm van een paddenstoel, smaakte zoals altijd erg lekker. Inmiddels waren de tafels klaargezet om te beginnen met het kleien en verven van kleine paddenstoelen. „Natuurgetrouw‟ werd er druk gewerkt aan het natuurkunstwerkje. Voor de kinderen, die wat dieper in een paddenstoel wilden duiken, stonden de microscopen klaar. Er lagen verschillende paddenstoelen, welke met een plastic mesje konden worden ontleed. Deze microwereld was onbekend voor ze en werd goed onderzocht. Het was veel te snel tijd om te stoppen. Het natuurkunstwerkje en de paddenstoelenweetjes gingen mee naar huis. Wij willen Eline Vis en Yvonne Meerman (gids in opleiding) bedanken voor hun bijdrage en graag tot een volgende keer. De kindermiddagploeg. Dier onder de loupe De huismuis
Mus musculus domesticus
7 – 10 cm
Sinds een klein jaartje hebben we een jonge kat, Bert genaamd. Het is een schat van een beest en we zouden hem (het is inmiddels een “het” geworden!) voor geen goud meer kwijt willen. Helaas heeft hij de laatste tijd ontdekt dat jagen wel heel erg leuk is. Zo had hij deze week een meerkoet gevangen. Die had hij door 3 kattenluiken gewurmd en mee naar boven genomen. En daar was hij met het arme dier aan het spelen.
Leuk voor de kat, minder leuk voor de meerkoet. Gealarmeerd door de herrie van dit wrede spel spurtte ik de trap op en ging op zoek naar Bert. Tijdens deze speurtocht vond ik een dode huismuis en ook nog een roodborstje. Gelukkig had ik ze gevonden voor ze gingen stinken. Daarna vond ik Bert onder het logeerbed met de nog levende meerkoet. Na enig aandringen liet hij het arme beest los en kon ik het terug brengen naar de sloot. Meerkoet blij, ik blij! Dit jaar hadden we een veld tarwe achter ons huis. Nu het kouder wordt komen de muizen die daar geleefd hebben gezellig bij ons in huis wonen. In de garage vind ik prima, maar ze mogen niet in het woongedeelte. Maar ja, welke muis houdt zich daar aan. Deze bruingrijze knaagdiertjes met lange staart (even lang als hun lichaam), lichtere buik en prachtige grote ogen en oren zijn altijd in de buurt van mensen te vinden. Want mensen betekent voedsel. Zo eten ze het liefst granen, zaden en peulvruchten, maar ook levensmiddelen, keukenafval en zelfs vlees. Ze eten trouwens heel koddig. Ze houden nl. het voedsel met hun voorpootjes vast en zitten er zo lekker van te smikkelen. En met deze voorpootjes poetsen ze ook hun snuitje. Verder kunnen ze snel rennen, goed klimmen en zwemmen en graven ze erg lange gangen. Ook zijn ze brutaal en nieuwsgierig. Zien doen we ze niet zoveel, want ze leven voornamelijk ‟s nachts. En in groepsverband, de zogenaamde “roedel”. Dus zie je één muis, dan zijn er meer en soms wel véél meer. Binnen dit groepsverband heerst een zekere rangorde. Alleen de leider bevrucht de vrouwtjes, de andere onderdanige mannetjes worden in de groep gedoogd. Als een vrouwtje bronstig is wordt ze dus gedekt door de opper muis en na een draagtijd van circa 20 dagen bevalt zij in het slaapnest van 4 – 8 kale en blinde jongen. De geboortepiek valt in mei en juni. Het nest heeft ze gemaakt van papier, stof, hooi en alles wat voorhanden is. En hierdoor worden ze een probleem voor ons, want ze knagen aan alles om aan nestmateriaal te komen. Zo hebben ze ooit een tent van ons kapot geknaagd. Maar daar moeten ze toch wel een heel fijn slaapnest van gemaakt hebben. Een schrale troost voor ons!
Na twee weken kunnen de jongen al zien en na ongeveer drie weken zijn ze zelfstandig. Ma muis is tegen die tijd vaak al weer gedekt en de jonge vrouwtjes zijn na 6 weken geslachtsrijp. Een vrouwtje krijgt zo vaak 10 tot 13 worpen per jaar, dus zorgt ze per jaar voor rond de 80 nakomelingen. Dit moet ook wel, want veel muizen sterven voor het eerste levensjaar. Ze zijn namelijk voedsel voor veel dieren, zoals uilen, roofvogels, vossen, wezels, hermelijnen, egels, katten en soms zelfs ratten. De mens vangt trouwens ook veel muizen, omdat we ze hinderlijke en stinkende beesten vinden. Elke groep huismuizen heeft een territorium. Dit wordt afgebakend met urine, uitwerpselen en een door de voetzolen afgescheiden stof. Hierdoor krijg je de bekende muizenlucht, die alleen voorkomt bij huismuizen. De witte muis stamt af van de huismuis en heeft deze geur dus ook. De strijd om de macht (alleen mannetjes!) gaat gepaard met het slaan van de achterpoten en het heen en weer zwiepen van de staart. De oren staan naar voren en het haar staat overeind. De verslagen muis neemt een onderworpen houding aan door op de achterpoten te gaan zitten met de voorpootjes tegen elkaar en de snuit omhoog. Dan wordt hij niet meer gebeten en mag in de roedel blijven. Deze houding nemen ze ook wel aan als ze door een kat gevangen worden. Helaas voor de muis heeft het in dit geval geen succes, m.a.w. hij wordt toch gedood en (vaak) opgegeten. De geur en het gehoor van muizen is goed ontwikkeld. Maar met de prachtige kraaloogjes kunnen ze niet zo goed zien. Vooral overdag niet. Hun oren zijn erg gevoelig voor geluid. Als we bijvoorbeeld een erg hoog geluid maken wordt een muis zenuwachtig, gaat van ellende springen (= dansende muis) of piepen (= zingende muis). De muis kan aan dit hoge geluid zelfs doodgaan als het te lang aanhoudt. Wat is de last die huismuizen in ons huis veroorzaken?
Ze vervuilen ons eten met hun uitwerpselen, eten er ook van, vernielen veel door het knagen aan van alles en nog wat, stinken, maken ‟s nachts herrie. Ze zijn echter geen belangrijke verspreiders van ziekten. Wel bestaat een kleine kans dat ze via hun uitwerpselen salmonella en de ziekte van Weil verspreiden. Nu ik ontdekt heb dat muizen toch eigenlijk wel belangrijke (voedsel!) en leuke dieren zijn wil ik ze niet meer vangen met een klemmetje. Bovendien vind ik dat erg zielig. Na wat zoekwerk ben ik er achter gekomen dat je ze ook uit huis kunt weren. Laat allereerst nooit etensresten slingeren, maak roosters en luchtgaten ‟s winters dicht, maak de tuin aantrekkelijk voor ze door houtrillen te maken en hoopjes blad te laten liggen. Ook kunnen ze niet tegen de geur van katten, cavia‟s, mottenballen en terpetijn. Stop maar eens een prop poetskatoen gedrenkt in terpetijn in een muizengaatje en weg is de muis. Wil je ze toch vangen zet dan een life-trap (vangkooitje) neer en laat de gevangen muis een kilometer van je huis in een parkje o.i.d vrij. Dan komt hij niet meer terug. Strooi nooit ofte nimmer muizengif, want muizen die hiervan gegeten hebben sterven een vreselijke dood en als zij voor die tijd weer gegeten worden door een ander dier sterft deze ook. En dat wil je toch niet op je geweten hebben! En de gevangen diertjes in een life-trap zijn het bekijken waard, dus doen zou ik zeggen. Ik kijk nu in elk geval heel anders tegen deze knagertjes aan. En Bert, och die blijft ze gewoon vangen, speelt ermee en eet ze soms op. En anders doet de hond dit wel! Is de muis tenminste niet voor niets gestorven zullen we maar denken! Gerda
50 JAAR IVN In het kader van het 50 jarig bestaan van het IVN leek het onze afdeling een goed plan om een gezinswandeling te organiseren, met als hoofdthema de paddenstoelen. Na een paar dagen met stormachtig en nat weer en een regenkans van 90% zag het er wat het weer betreft niet bepaald aantrekkelijk uit. Om half negen op de zondagochtend kwamen de enthousiaste planners bijeen en binnen het uur was de route uitgezet, de werkschuur van het Mildenburg bos omgetoverd tot een kleurrijke ontvangsthal met koffiegeuren en grote machines als decor. Om half tien kwamen de eerste twee gezinnen en trokken ze erop uit, uitgerust met zoekkaarten en informatie over paddenstoelen. En natuurlijk een spiegeltje. Want wat is paddenstoelen kijken zonder een spiegeltje: de helft van de vreugde. Het weer was goed en werd steeds beter, zelfs de zon kwam af en toe door en dan zag het bos er zo prachtig herfstig uit. Ook de hoeveelheid paddenstoelen viel nog heel erg mee. Bij de eerste “post” ontdekte een klein, zeer geïnteresseerd mannetje samen met zijn opa nog een bijzondere paddenstoel: de kostgangerboleet. Dat is een stel dat je niet vaak ziet. Een boleet die samen leeft met een bovist ( de gele aardappelbovist). Nou ja samenleven? Het lijkt meer op uitbuiten van zijn gastheer. Een enthousiaste gids in opleiding heeft veel nuttige en vooral boeiende informatie verteld dingen en laten zien aan de kinderen ( zie foto), zo ook de anderen. Om twaalf uur was de boel in een record tempo opgeruimd en precies kwart over twaalf begonnen de eerste buien. We hebben met elkaar de conclusie getrokken dat het een geslaagde activiteit was, maar dat er meer en misschien vroegtijdiger aangekondigd moet worden zodat er meer mensen kunnen genieten van een dergelijke leerzame en gezellige herfstwandeling. Eline, oktober 2010, Mildenburg
Excursie op zaterdag 6 november 2010 HARTELPARK Het Hartelpark is gelegen aan de noordgrens van Spijkenisse. Het is een stadsrandpark en vormt een „‟groene buffer‟‟ tussen de bebouwing en het industrie gebied. Het park bestaat uit twee delen, n.l. Hartel-West (50ha) en Hartel-Oost (20ha). In 1970 is Hartelpark-Oost aangelegd. Het is een bosachtig park met veel bomen en struiken. De naam “Hartel‟‟ komt van „‟Den Haertel‟‟. Rond 1300 wordt dit gebied al zo genoemd. Den Haertel is een verbastering van Hairth hille, dat woonheuvel betekent. Er woonden hier al mensen. De eerste twintig jaar werd het park gemaaid, gesnoeid en werd dood hout verwijderd. In 1972 is het park omgevormd tot ecologisch beheer: er wordt zo min mogelijk ingegrepen. De waterstand werd verhoogd en plas-dras-gebieden werden aangelegd om zo moerasachtige planten een kans te geven. Er lopen Galloway runderen rond om het landschap glooiend te houden. Houtrillen zijn ontworpen om meer soorten dieren een kans te geven. Er zijn wildroosters geplaatst om te beletten dat de runderen de weg oversteken. Wij, van de natuurgidsenopleiding, waren hier aanwezig met de pluisouders om dit gebied te verkennen o.l.v. natuurgidsen in opleiding. We werden ontvangen met koffie en stroopwafels en Wim v.d. Hoonaard verwelkomde ons. Daarna werden er drie groepjes gemaakt o.l.v. Maurice, Mariëtte en Simon. O.l.v. Maurice gingen wij het gebied verkennen. Maurice was in topvorm qua uitvoering van kleding en een tas met alles wat hij onderweg nodig had. Hij had een mooie hoed op en een stok in zijn hand. Hij was onze herder die de kudde ging leiden. Eerst vertelde Maurice over de boerderij, die omstreeks 1900 gebouwd was en de bijbehorende fruitbomen, waaronder Peren- en Appelbomen en de Tamme kastanje. Vroeger had men hier een vrij grote boerderij met fruitbomen en vee. We staken de weg over, waar we eerst over een wildrooster moesten, en kwamen op het natuurpad (fietspad) waar de Galloway runderen stonden te herkauwen. We kwamen onderweg de volgende bomen tegen: de Zwarte els met zijn elzenproppen en de Boskrieken met zijn zwartrode steenvruchten, die bij de merel en de lijster erg geliefd zijn. We gingen rechtsaf het Asfaltlaantje op en kwamen bij de Eiken en de Essen, die bekend staan om hun veervormige bladeren. De eindknoppen zijn zwart. De vruchtjes zijn gevleugelde nootjes. Langs het Vijverpad zien we de Moerascipressen of Taxoda‟s.
Dit zijn naaldbomen, die hun naalden verliezen in de herfst. Moeras-cipressen maken ademwortels die rondom de bomen verschijnen. De holle houten stompen staan rondom de boom. Een stevige houten vloer van wortels hebben de Moerascipressen, die vaak met hun voeten in het water staan. De Moerascipres is eenhuizig. De mnl. geslachtorganen zijn katjesvormig. De vrl. organen zijn kleine groene kegeltjes. We kwamen nog Vlierstruiken tegen en Meidoorns. We kwamen op het pad blauwe bloemen tegen die Chicorei heten of wel Wilde groenlof. Ook kwamen we op onze weg nog het Duizendblad tegen. De groene bladeren hebben een bloedstelpende werking. Deze is de waardplant voor vlinders. Verder zagen we de Peen. Die heeft een penwortel waar de voedselopslag voor de verdere groei plaatsvindt. Paars Knoopkruid en Knopkruid kwamen we ook nog tegen. Het plantje Bijvoet dat wij tegenkwamen werd vroeger gebruikt door de Romeinen om dit in hun schoeisel te leggen tegen vermoeidheid. We zagen de Akkerdistel met witte bladeren. Dit verschijnsel wordt mogelijk veroorzaakt door een schimmel of bacterie (roestziekten). We lopen op het Lindepad en gaan bij de T-kruising rechtsaf. Daar komen we Lindebomen tegen. De stammen van deze Lindebomen waren erg nat. Piet Mout vertelde, dat een bepaalde stof – axine - een remmende invloed heeft op de slapende knoppen van deze bomen. Maurice wees ons op de volgende bomen: in de Beukenhoek de Beuken, met hun statige karakter, de Eiken, de Essen en de Spaanse aken. Ook wees hij ons op een groot buizerdnest. In een zeer nat gedeelte van dit park kwamen we de volgende paddenstoelen tegen: Inktzwammen, Parelstuifzwammen, Waaierzwammetjes en Echte Tonderzwammen. Deze laatste zwammen hebben buisjes en zijn kaneelkleurig. Ze hebben een witte rand. De zeer fijne poriën aan de onderkant zijn wit en rond. Eline heeft met behulp van een loepje, een spiegeltje en boeken veel namen van paddenstoelen kunnen
achterhalen. Verderop ontdekten we nog meer Paddenstoelen, zoals: Paarse korst-, Lak-, Tril-, Tonderen Nevelzwammen en ook de Schubbige Bundelzwammen. Wimperzwammen zijn bekerzwammen met stijve zwarte haartjes op de rand van het kommetje. Ze zijn oranje tot rood gekleurd en zijn veel te vinden op vochtig hout. We maakten veel foto‟s en Eline vertelde ons interessante bijzonderheden over de Paddenstoelen. De Sleedoorn kwamen we tegen op het fietspad. De bessen hingen er nog aan in hun mooie, blauwe, volle pracht. De lijsters houden erg van deze bessen. Het woord Slee betekent: pruim. Het hout wordt gebruikt voor grasharken en wandelstokken. De Sleedoorn is de waardplant van de Sleedoornpage. Zij legt haar eitjes in de oksels van de takken waar de eitjes overwinteren. In het voorjaar eten de rupsjes het blad op. We kwamen langs het Metasequoiapad. Langs dit pad zien we verschillende Iepen. Metasequoia‟s zijn spitse naaldbomen, die oorspronkelijk in China thuishoren. Tenslotte komen we nog langs het Knotwilgenlaantje en het Berkenhoutlaantje. Daar zien we hoge Populieren staan. We gaan het bruggetje over bereiken zo het eindpunt van onze excursie, wat tevens het beginpunt was. Deze excursie door het Hartelpark was zeer leerzaam en we hebben heerlijk genoten van Maurice zijn verhaal. Bedankt voor je mooie uitleg. Oostvoorne, 16 november 2010. Marijke de Zoete – van Oostveen
Het zandtulpje, Hiervan had ik nog nooit gehoord, totdat wij een mail kregen van Katie van der Wende. Zij meldde dat zij zo‟n honderd exemplaren in week 46 (halfnovember) had gezien tussen Ouddorp en de Kwade Hoek. Sommige net boven de vloedlijn en/of net boven het zand. Op de site www.natuurbericht.nl heeft de Nederlandse Mycologische Vereniging op 17 november 2010 een bericht uitgegeven “Wilde tulpen in de duinen”. Het zandtulpje ( Peziza Ammophila, saprofyt ) is een bedreigde soort bekerzwam die zich heeft aangepast aan het zilte milieu en het stuivende zand. Het is te vinden in de buitenste duinenrij tussen de helm, in de dus nog jonge duinen. Boven de grond stervormig met vier tot zes lobben. Langs de gehele Nederlandse kust kunnen ze voorkomen, echter ze komen het meest voor op de Wadden- en de Zeeuwse eilanden. Het zandtulpje heeft een onstuimig milieu nodig zoals plaatsen waar de wind vrij spel heeft en het zand volop in beweging is. Is deze dynamiek niet aanwezig, dan ontbreekt het Zandtulpje. Er zijn ongeveer 15 soorten paddenstoelen die in zilt en zanderig milieu gevonden worden en ze leven allemaal van dode onder- en bovengrondse delen van Helm. Het zandtulpje is alleen in het najaar te zien. Foto‟s Katie van der Wende Bron: Natuurbericht Redactie
Agenda Zaterdag 8 januari 2011: nieuwjaarswandeling.
Het nieuwe jaar is alweer een week oud als we elkaar treffen voor een wandeling door het gebied rondom het Vliegveld. Wie weet moeten we sneeuw en ijs trotseren en kan er geschaatst worden. Elk jaar zijn de omstandigheden anders dus ook wat we aantreffen aan vogels. We drinken een kopje koffie of thee mèt op kosten van de penningmeester. Het IVN bestaat 50 jaar en dat moeten we (misschien een beetje laat) toch op gepaste wijze vieren. Wil je meer weten: bel Ben: 06-10816421 9.30 uur Hotel van Marion, Oostvoorne
Zaterdag 5 februari 2011: Plan Tureluur
Maar natuurlijk rijden we via de Brouwersdam waar we misschien weer zeehonden aantreffen. Zo niet, dan is het ook leuk door de variatie aan vogels. Of het stormt of regent en zelfs al ligt er sneeuw; steeds weer is deze traditionele excursie een succes. Onderweg pikken we zeker enkele plekken met ganzen mee. Als we Plan Tureluur voldoende hebben bekeken, eindigen we bij de Heerenkeet waar we de inwendige mens kunnen versterken en misschien zelfs op moeten warmen. Op de parkeerplaats kijken we wie met wie rijdt. Dit is een ¾ dag excursie. Houd dus rekening met iets te eten en te drinken. Ook gepaste kleding is aan te bevelen. Contactpersoon: Jan Alewijn. 06-51919338 9.30 uur Poolparkeerplaats N57/Zwarte Dijk
Zaterdag 5 maart 2011: jaarvergadering
We kijken terug en blikken vooruit tijdens deze bijeenkomst. Ook de cijfertjes komen aan de orde. Onder het genot van koffie met koek bespreken we het verloop van de gidsencursus en kiezen we indien nodig nieuwe bestuursleden. Uiteraard zal dit niet veel langer dan een uur in beslag nemen waarna we er nog iets “natuurlijks” aan vast knopen. Je krijgt nog een aparte uitnodiging hiervoor. Tel nr bezoekerscentrum: 483909 9.30 uur bezoekerscentrum Tenellaplas