VERENIGING VOOR NATUUR EN MILIEUEDUCATIE
25e JAARGANG NR. 3 herfst 2009
HET BESTUUR Voorzitter: Jan Alewijn Dijkhuizen Tel: 0181-484098
Duinstraat 16 3235 NK Rockanje E-mail:
[email protected]
Secretaris: Marianne Blanken Tel: 0181-486555
Duinen 5 3233 EA Oostvoorne E-mail:
[email protected]
Penningmeester en ledenadministratie: Ben Kuipers Westdijk 2 3222 ES Hellevoetsluis Tel: 0181-319099 E-mail:
[email protected] Public Relations: Ria Mellegers Tel: 0181-640694
Waldhoornstraat 9 3208 SH Spijkenisse E-mail:
[email protected]
Redactie: Ria & Wim Mellegers Tel: 0181-640694
Waldhoornstraat 9 3208 SH Spijkenisse E-mail:
[email protected]
Giro 3080792 t.n.v. I.V.N. Voorne-Putten-Rozenburg Contributie 2009:
Leden € 17,50 Gezinslid € 2,80
Wat is het I.V.N. ?
Het I.V.N. heeft in Nederland meer dan 180 afdelingen met gezamenlijk meer dan 16.000 leden. Overwegend vrijwilligers, maar ook beroepskrachten zetten zich in om door middel van voorlichting, educatie en op de natuur gerichte activiteiten inzicht te geven in de schoonheid van de natuur en begrip te kweken voor de bescherming van het milieu. Het koekoeksei zal rond half september 2009 verschijnen, daarom ontvangen wij uw broodnodige kopij en foto’s graag voor 1 december 2009. Indien mogelijk lettertype tahoma 14, en graag gestuurd als bijlage. Website: www.ivn.nl/voorneputtenrozenburg
Voorwoord/natuurgidsencursus We staan komende tijd voor een zware maar uitdagende klus. Eind januari willen we met de IVN natuurgidsencursus starten. We hebben een hoofddocent gevonden en Simone, Martien, Ted en ik zullen het begeleidingsteam vormen. Zonder hulp van de leden zal het echter niet lukken! We zoeken enthousiaste leden die een pluisgroep willen begeleiden in een van de 4 (nog te bepalen) adoptiegebieden. De cursus zal anderhalf jaar duren tot en met juni 2011 en wordt gehouden in bezoekerscentrum Tenellaplas. Komende maanden gaan we het programma in elkaar zetten en via de pers deelnemers zoeken. Weet je nog iemand die de gidsencursus zou willen volgen dan horen we dat graag. Voor meer informatie en aanmelden kun je terecht bij Simone, Martien of Jan Alewijn. Natuurlijk gaan we tussendoor ook nog leuke dingen doen: excursies begeleiden en kindermiddagen organiseren. tot ziens in het veld, Jan Alewijn Dijkhuizen Excursie 6 juni. Tussen Breede Water en Waterbos luidde het thema van deze excursie. We waren met een groep van 14 personen, 9 leden en 5 niet-leden, deze laatste waren gekomen door de aankondiging in de plaatselijke streekbladen. Dat het parkeerterrein aan het Kreekpad niet gemakkelijk te vinden is, hoorden wij van verschillende kanten en ik kan niet anders dan dit te beamen, de allereerste keer dat ik hier zelf kwam heb ik mij ook wezenloos gezocht. Met een kleine 10 minuten vertraging gingen wij op stap, allereerst ca. 20 minuten lopen over het Kreekpad, alwaar wij al de eerste informatie en kennis met elkaar deelden, de een had wat meer, de ander wat minder kennis, maar we kwamen allemaal met hetzelfde doel, een heerlijke wandeling door een mooi natuurgebied en
nieuwe kennis te vergaren. Omdat op het Kreekpad al de eerste kreten te horen waren over landgoed Strypemonde, heeft Ben op de kruising Kreekpad/ Pietersdijkje een kort betoog gehouden over het ontstaan van het gebied. Het Breede Water waar wij onderweg naar toe waren, is een restant van de voormalige rivier de Strype, die hier in zee uitmondde, vandaar de naam van het landgoed, de monding van de Strype: Strypemonde. Om het gebied tegen de gevaren van de zee te beschermen (Voorne was tot de 15e eeuw één groot deltagebied) werd de hulp ingeroepen van Belgische monniken van de abdij Ter Does te Brugge. Deze monniken stonden bekend als zeer kundige dijkenbouwers, en zij hebben toentertijd het Pietersdijkje en de Noorddijk aangelegd, bij wijze van zeewering. Het landgoed Strypemonde is in het bezit van de familie van Hoey Smith, een redersfamilie, dit verklaart meteen de aanwezigheid van de exoten werden van over de hele wereld meegenomen op de zeereizen en hier geplant. Het landgoed wordt deels beheerd door Natuurmonumenten. Na dit verhaal, vervolgden wij onze weg richting de 1e Zanderij en de valleien die hier 2 jaar geleden door Natuurmonumenten zijn afgeplagd en nu worden begraasd door Schotse Hooglanders. De valleien zijn ondertussen alweer lekker groen geworden en er bloeien weer volop prachtige duinplanten, we hebben zelfs nog een Groenknolorchis gespot. Volop libellensoorten vlogen er ook op deze dag en de 1e Zanderij had een roze gloed van de volop bloeiende Anagallis Tenella. Ondanks het feit dat de tijd snel ging wilde ons gezelschap toch graag op de terugweg over Strypemonde en het hiervoor al genoemde Pietersdijkje, zodoende kwamen wij een ½ uur later dan gepland terug bij de parkeerplaats, maar een ieder was zeer voldaan en had volop genoten, kortom een geslaagde excursie. Ria
Verslag van de kindermiddag van 24 juni 2009. Thema: waterdiertjes Aantal kinderen : 18 Medewerkers: Simone A, Marion, Marianne, Marty, Albert en Simone J. De kinderen hadden zich verzameld bij het Bezoekerscentrum. Samen met Marion, Marianne en Simone J zijn de kinderen naar de Tankval aan de Sipkesslag gelopen. Inleiding: Albert, Marty en Simone A hadden hier al alles klaar gezet en na een kort uitleg van Simone A. gingen ze allemaal aan de slag met de schepnetjes. Al snel raakten de witte bakken vol en werd er op de zoekkaarten gezocht naar namen. Het was heerlijk weer en het was onvermijdelijk dat de kinderen op hun blote voeten het water in gingen.
Tussendoor even allemaal op het picknickkleed voor limonade, koekje, popcorn of een snoepspin. Ook konden er nog spelletjes gedaan worden met foto‟s, wat hoort bij elkaar. Tegen vieren hebben we de kinderen naar het parkeerterrein bij de Sipkesslag gebracht, waar ze weer opgehaald werden.
Nabespreking: Van te voren was het niet helemaal duidelijk van iedereen of die wel of niet zou komen op de kindermiddag. Op het laatste moment moest er uitgeweken worden naar een andere locatie ( poel bij Klein Brazilië zat vol waterplanten) met al het geregel van dien. Ik heb mij voorgenomen om jullie vlak voor een kindermiddag nog even
te mailen, zodat we voor zo min mogelijk verrassingen komen te staan. Een verzoek aan jullie om je tijdig af te melden per mail. Wanneer we niets horen gaan we ervan uit dat je komt. De volgende activiteit is de postentocht op zondag 27 september, maar eerst hebben we vakantie !!! Iedereen een hele fijne zomer met mooi weer toegewenst. Simone J. Zaterdag 4 juli kanoën in de Biesbosch Ik word al vroeg gewekt door Bryan die vandaag ook een keer mee mag met mijn natuurvrienden van het IVN. Om 8:00 u staan al 11 mannen en vrouwen bij het parkeerterrein van Eetcafe: De Magneet in Heenvliet. De zon schijnt en het gaat een prachtige dag worden. Met zijn 15-en vertrekken we richting Hank om daar aangekomen een stukje van de Brabantse Biesbosch te ontdekken. Nationaal Park: De Biesbosch De Biesbosch is een beschermd zoetwatergetijdengebied met kreken en wilgenvloedbossen. Het is een nat gebied waar grote groepen watervogels leven. Naast de natuur, is er plaats voor recreatie. Een andere belangrijke functie van het gebied is de opslag van water voor drinkwaterbereiding. Er zijn drie spaarbekkens in de Brabantse Biesbosch de: „‟Petrusplaat‟‟, de „‟Honderd en dertig‟‟ en „‟De Gijster‟‟. Wij hebben het zuidelijke deel van de Brabantse Biesbosch verkend. De Amercentrale
De rivier De Amer is de zuidelijke grens van De Biesbosch. Op het moment dat we het dorpje Hank uit reden om naar de jachthaven: “Vissershang” te gaan, zagen we de hoge schoorstenen van de Amercentrale. Ook tijdens de kanotocht was de Amercentrale, een van de grootste energiecentrales van Nederland, aanwezig.
De tocht Martien en Marianne waren voorzien van een eigen kano. De overige mensen verspreidden zich over vier 3-persoonskano's en een 1persoonskano. Rond een uur of 9:30 u peddelde iedereen er lustig op los. Allereerst moesten we over de vaargeul heen. Goed uitkijken want hier komt beroepsvaart. Vervolgens kanoden we op een kleinere vaart waar nog wel kleine motorbootjes konden komen. Al snel zagen we het gele plompblad. We gingen onder het St Jan's bruggetje door. Dit is een oorlogsmonument voor onderduikers. Snel daarna was er weer een karakteristiek plaatje namelijk “de dode boom”. Vervolgens zagen we nog twee omgevallen bomen. Vanaf het water zag je eigenlijk vooral aarde (waar de wortels zitten) met daarin gaten waar vermoedelijk oeverzwaluwen nestelen. Ook interessant vond ik de larve van een lieveheersbeestje die op mijn been zat. Het lijf heeft iets weg van een rups met oranje strepen. Daarna werd een Koekoek die hoog in de boom zat, gespot. Omstreeks 11:00 u was het tijd voor een bakkie. De zon brandde ondertussen goed en het was nog heerlijk rustig op het water. Weer op weg zagen we runderen die lekker in het water stonden om verkoeling te zoeken en te drinken. We peddelden langs spaarbekken: De Gijster, via smalle kreken. Een aantal mensen hebben de polder: “Polder Langeplaat” vanaf het dijkje gezien, maar moesten snel weer in de kano omdat er politie patrouilleerde. We zagen ook nog een kudde wilde paarden. Rond een uur of 13:00 u werd er gestopt om te lunchen. Het was fijn om even de benen te kunnen strekken. Bryan wilde heel graag een duik in het water nemen en had eigenlijk al de hele tijd zijn voeten in het
water gehad. Mijn kanogenoot Gerard en ik waren al best versleten en genoten van het rustmomentje. Om 14:00 u vertrokken wij weer richting de haven. Natuurlijk heb ik nog veel meer watervogels zoals meerkoeten, eenden en futen gezien. Vooral de fuut met twee jonkies op zijn rug was schattig om te zien. Ook Bryan is ruimschoots aan zijn trekken gekomen door nog twee keer een duik in het water te nemen. Overigens vond hij dat best eng want er zou best wel eens een krokodil of een piranha in de Biesbosch kunnen zwemmen. Gelukkig weet ik wel beter. Om 15:00 u kwamen we moe aan in de haven. Bryan en ik vonden het een hele leuke dag. De route was goed en Bryan vertelde thuis dat de mensen heel aardig waren. Monique Natuurbeleving; een geschiedenis De familie waarin ik opgroeide was natuurminnend. Ieder lid had wel iets met de natuur, al was het alleen „maar‟ het vertoeven in de natuur. Aandacht vestigen op de natuur is mij dan ook met de paplepel ingegoten. Mijn herinneringen beginnen echter bij mijn opa. Mijn opa was een buitenmens vooral hazen trokken zijn aandacht. Hij wees mij er vaak op, nog voordat het voorjaar goed en wel begonnen was; “kijk daar eens Tino”! Ik tuurde in de verte en zag een zestal hazen elkaar achterna rennen. Soms stonden er twee rechtop, op hun achterpoten, plukjes haar dwarrelde omhoog. De hazen waren verhit aan het boksen, met hun nagels trokken ze stukjes haar bij elkaar los. Toen voor mijn opa zijn pensioen aanving, verdiepte hij zich in het vogelleven. Hij ging zangkanaries houden en won daarmee vele prijzen. Ook tropische vogels trokken zijn aandacht en zijn tuintje werd van lieverlee verdrongen door een zelfgebouwde volière. In zijn werkplaats hing een grote poster waarop alle Nederlandse broedvogels stonden
afgebeeld. Hij kende ze allemaal en ook ik maakte mij langzaam meester van hun namen, alleen de diverse geluidjes hè, die moest ik elders zien te leren. Vogeltjes moeten eten en al het voer zelf kopen gaat in de papieren lopen, waarom niet het nuttige met het aangename verenigen moet mijn opa gedacht hebben en hij voegde daad bij het woord. Nu had mijn opa ook een brommer en op die brommer, een sterke Berini, later vervangen door een Kreidler, bromde hij de natuur in, richting het laatste stukje Grote Beer en het eerste stukje Maasvlakte en ik, ik zat achterop voorzien van pothelm en snoepjes gekregen van oma. Na ongeveer een kilometer bewoog de hand van opa naar achteren, hij wilde een snoepje, echter die waren meestal al opgegeten. De grootste lol had mijn opa dan altijd, hij wist al lang dat de snoepjes opgegeten waren, zoetekauw die ik was. We verzamelden onderweg rozenbottels, koolzaad, graszaden, distels, noem maar op. Fruit en drank werden genuttigd, soms een ijsje gekocht, ondertussen genietend van de natuur om ons heen. Onze tochten hebben zo‟n zes jaar in beslag genomen, zo tot mijn twaalfde jaar denk ik. Daarna werd het minder al heb ik hem later met de auto mee genomen, een tochtje naar de Oostvaardersplassen, alwaar ik hem nog net, hij werd dover en dover, kennis heb laten maken met de Snor en de Sprinkhaanrietzanger. De snor werd echter door mijn opa steevast Knor genoemd, maar dit terzijde. Ik denk dat een mens altijd een aantal bases heeft van waaruit hij leeft, bij mij is dat de belangstelling voor de natuur. Er zijn tijden waarin de belangstelling dooft, maar altijd zal zij weer opbloeien. Zo rond mijn twintigste pakte ik, onder invloed van derden, de draad weer op, dit keer met een specialiteit; vogels. Ik ging mee inventariseren, las verslagen, vogelgidsen, etc. kortom ik ontwikkelde mij tot vogelaar. Maar nooit verloor ik de belangstelling voor de natuur in zijn algemeenheid. Tochten zonder noemenswaardige vogelwaarnemingen konden de pret niet drukken, want altijd was daar het landschap, met zijn flora en fauna en vaak prachtige Hollandse luchten. Zo‟n vijftien jaar heb ik intensief gevogeld, daarna minderde mijn belangstelling. Echter twee jaar terug kruiste ik het pad van een verwoed vogelaar en mijn enthousiasme borrelde weer
op. Afspraken werden gemaakt en tochtjes werden wederom ondernomen. Ik geniet er weer volop van, dusdanig dat er zelfs een driedaagse vogelexcursie werd gepland naar het Fochterloërveen, met de Slangenarend als hoofddoel, die Slangenarend werd overigens niet gezien. Maar was dat wel het doel, de Slangenarend, of was het meer een gezamenlijke natuurbeleving, die versluierd op onze agenda stond? Dat laatste natuurlijk! Wat is er nu fijner om in gezelschap van de natuur te genieten. Soortgenoten onderweg tegen te komen, gedachten uitwisselen en inspiratie op te doen. De volgende trip gaat met mijn gezin naar Noorwegen en evenals ik kunnen mijn vrouw en kinderen genieten van een mooi natuurlandschap. Ik ben benieuwd welke avonturen wij daar zullen gaan beleven. Op de valreep; Noorwegen was een unieke ervaring, wat een prachtig land! We hebben een heuse excursie door een gletsjer ondernomen, schitterende wandelingen gemaakt, een tureluur in een top van een spar zien zitten – wat een malloot -, onder een waterval gestaan, een taiga gaai gezien en vooral genoten en plezier gehad. Ik ga een puntje aan dit verhaal draaien en naarstig op zoek naar een volgende schrijver, wat misschien nog wel lastiger zal blijken dan het schrijven van een stukje zelf. Ik hoop dat u mijn verhaaltje leuk vond om te lezen evenals het volgende. Verder wens ik u nog veel genoeglijke uurtjes toe in onze mooie natuur. De pen geef ik door aan: Misko Papac. Tino van Kampen HEEMTUINEN EN PADDENSTOELEN Dit stukje is recent verschenen in het tijdschrift voor natuurtuinen: OASE Biedt een Heemtuin behalve aan bedreigde planten ook bescherming aan ( bedreigde) paddenstoelen? Dat was de eerste vraag die bij mij opkwam toen mij gevraagd werd iets over heemtuinen en paddenstoelen te schrijven. Het leuke van paddenstoelen is, dat ze niet opzettelijk geplant kunnen zijn in een heemtuin, zoals dat met planten wel gebeurt via uitwisseling of in het verleden gebeurd is voor de aanleg van de tuin. Ze kunnen echter wel met de grond van de kluit van meegenomen planten
meegekomen zijn. Ze komen dan als mycelium mee, zonder de vruchten, voor ons vaak de “echte”paddenstoelen. Paddenstoelen kunnen ook niet “beschermd”worden. De duizenden minuscuul kleine sporen worden willekeurig door de wind verspreid en doen het ergens wel of niet al naar gelang de biotoop geschikt zijn. Mijn indruk is dat sommige soorten paddenstoelen het in een Heemtuin heel erg prettig vinden. Of dat door het beheer komt is niet altijd even duidelijk. Wel is duidelijk dat natuur en heemtuinen meestal door het beheer een goed milieu vormen. Toen ik acht jaar geleden in de Heemtuin Tenellaplas kwam werken wist ik nog niet veel van paddenstoelen af. Ik weet dat ze er waren want ik zag ze telkens onder het grote mes van de Bucher maaimachine verdwijnen. Ik vond dat jammer, maar zo was het beheer, werd mij verteld. Je kunt nu eenmaal niet met alles rekening houden. Het belangrijkste is dat er gemaaid en afgevoerd moet worden om de Heemtuin een beschermde plantentuin te kunnen laten blijven. Als beginnende vrijwilliger leg je je gemakkelijk neer bij het bestaande regime. Toch liet het me kennelijk niet met rust. Enkele jaren later begon ik me in paddenstoelen te verdiepen en naar de verschillende soorten te kijken. Ik kwam met Anneke Hoekstra in contact en zij leerde mij veel over het unieke van deze soort “planten zonder bladgroen”.Veel mensen schrikken als ze over paddenstoelen horen: veel te ingewikkeld. Maar zelfs met een geringe basiskennis kan je al aardig wat paddenstoelen leren herkennen. Ook tijdens excursies zie je het enthousiasme met de basis kennis toenemen: plaatjes of buisjes of iets anders? Op hout of in de grond? In groepen of solitair? Zo leer je al binnen een jaar driekwart van de aanwezige paddenstoelen in de Heemtuin herkennen. De Heemtuin Tenellaplas is ontstaan als een tuin van de soort instructief plantsoen, dat indertijd door C.Sipkes is aangelegd, eind jaren veertig. De ligging is uniek door de kalkrijke biotoop en het duingebied dat haar omringt. Bovendien is bij de aanleg rekening gehouden met gradiënten, geleidelijk verlopende hoogteverschillen waardoor een grotere biodiversiteit verkregen wordt. Het is een relatief klein oppervlak met
een grote verscheidenheid aan plantensoorten waaronder vele rode lijst soorten. Sipkes voerde bijzondere planten met grote kluit aan naar de Tenellaplas en daarmee het bij de plant behorende mycelium.Van die zo meegebrachte en in de bodem geënte zwamvlokken profiteren we nu nog. Hij werkte er dagelijks en geïnteresseerd publiek kon hier tegelijkertijd iets leren over de ecologie, de samenhang tussen planten en insecten, water, zand en kalk en de omstandigheden waaronder specifieke kalkminnende planten en paddenstoelen groeien en samenleven. Maar ook de samenhang tussen mens en natuur. Hoe zit de verbinding nu met de paddenstoelen? Zijn er specifieke soorten die gedijen op kalkhoudende zandgrond, oplopende niveau verschillen, samen met een grote variatie aan planten en relatief weinig schaduw van bomen? Of zijn dit juist variabelen waarop een aantal algemene soorten het altijd wel doen? Elk jaar zag ik een aantal – kennelijk algemene soorten – terugkomen, zowel in het voorjaar als in de zomer en herfst. De Russula‟s, Melkzwammen ( Lactarius) en Amanieten ( Amanita) onder de plaatjeszwammen en de Boleten ( Boletus) onder de buisjeszwammen. Zelfs in de winter waren en zijn ze te vinden. Enkele bijzondere en kleinere soorten zagen we meestal bij toeval onder het verrichten van de werkzaamheden. Deze werkzaamheden werden vaak op de knieën en dus dicht bij de grond uitgevoerd. Zo trof ik het kleine gele Sikkelkoraal zwammetje ( Clavulinopsis corniculata), als indicator soort voor een gezond milieu, bij het uittrekken van zaailingen. Dit uittrekken is een arbeidsintensief werk maar voorkomt extra wortelvorming in de bodem en daarmee verhouting ondergronds. De maaimachine haalt alleen boven de grond overbodig materiaal weg. Het zou kunnen zijn dat sommige zwammen een luchtiger grondmengsel waarderen of nodig hebben. We vonden ook de wormvormige knotszwammen ( Clavaria vermicularis), onopvallend tussen grassprieten en uitgebloeide orchideeën, in een grote groep onder een dunne berkenboom. De eveneens onopvallende zwarte aardtongen ( Geoglossum).
Onder de grotere zwammen vonden we bij toeval de Gezoneerde stekelzwam (Hydnellum concrescens), onopvallend van kleur en door het gras dat door de hoed heen groeit en verscholen onder de overhangende takken van een eikenboom. Dit is een paddenstoel die al enkele tientallen jaren niet meer in dit duingebied gesignaleerd was. De Bokaal kluifzwam ( Helvella acetabulum) kwam na de eerste ontdekking elk jaar weer terug in zeer verschillende aantallen. De Schotelkluifzwam (H.bulbosa) hebben we recentelijk slechts een keer gevonden, dicht bij de teruggekomen Herfstschroeforchis. Voor zover ik weet zijn de meeste van de genoemde soorten niet in de duinen erom heen aangetroffen. De Wasplaten (Hygrocybe) zijn altijd een kleurrijke blikvanger in de tuin, ondanks de vele kleuren van de bloemen. In de directe omgeving van de Heemtuin worden de gebieden sinds enkele jaren op dezelfde manier beheerd: maaien en afvoeren. Ook daar zien we de laatste tijd een toename van de aantallen en soms zelfs van soorten. Voorheen zorgden de konijnen voor maaien en afvoeren. Nu deze er niet meer zijn zullen wij het werk over moeten nemen. De Scharlaken wasplaten, Kabouter- en Puntmuts wasplaten, het Vuurzwammetje, de Papegaai wasplaat, Weide- en Geurende wasplaat, ze waren er afgelopen herfst weer allemaal! Het is natuurlijk leuk om verband te leggen tussen beheersmaatregelen en de toename van soorten. Maar de Nederlandse Mycologische Vereniging is bij uitstek de vereniging die op grond van gedegen onderzoek daar zinvolle dingen over kan zeggen. Ook het boek van P.J.Keizer: Paddestoelvriendelijk natuurbeheer, geeft nuttige adviezen. De Nederlandse Mycologische Vereniging is in negentien tachtig begonnen met kartering van een aantal ( 110) soorten in Nederland voorkomende paddenstoelen. Tot op heden worden de veldgegevens van deze paddenstoelen geregistreerd en het aantal vruchtlichamen in een vast omschreven “hok”geteld door vrijwilligers. Dit gebeurt vier maal per najaar gedurende een aantal achtereenvolgende jaren. Je hoeft echt geen expert te zijn om hieraan mee te doen. Zeker in heem - en natuurtuinen tref je enkele van deze telsoorten. Zo wordt in onze
Heemtuin de Gezoneerde stekelzwam geteld. Het zou de moeite waard zijn als meer natuurtuinen mee zouden doen zodat we meer kennis en informatie krijgen die we met elkaar kunnen delen. Wij beschermen immers biotopen en daarmee indirect de paddenstoelen! Eline Vis Heemtuin Tenellaplas Rockanje
augustus 2009 foto‟s: Jan den Exter
Dier onder de loep De gewone wesp
Vespula vulgaris, 10-20mm lang
Sinds juli dit jaar vliegen er al heel veel wespen rond in onze omgeving. Deze vaak gevreesde zwart-geel gestreepte vliegende insecten, die tot de vliesvleugeligen behoren, hebben een wespentaille. Soorten zonder deze taille zijn bladwespen. De echte wespentijd hoort van begin augustus tot begin herfst te lopen. Fijn voor de wespen, want die leven nu een maand langer. Naar voor ons, want ze zorgen toch ook voor de nodige overlast en schade door het knagen aan fruit en van alles en nog wat om aan nestmateriaal te komen. Volgens de krant zijn ze zo vroeg omdat het voorjaar niet koud was. Daardoor is de koningin al in maart begonnen met het bouwen van een nest. Daartoe heeft zij eerst een geschikte plek gezocht. Dit kan in de grond, in een holle boom of in een gebouw zijn. Daar bouwt ze een klein “koninginnenest”, waarin ze de eerste nakomelingen - de werksters - zelf grootbrengt. Deze onvruchtbare werksters bouwen het nest verder uit met papier- of houtpulp. De zo gevormde raten hangen horizontaal met de cellen aan de onderzijde. In deze cellen legt de koningin de eieren, waaruit de volgende lading werksters komt. Een compleet nest kan wel 20.000 wespen bevatten. Omdat de opening van de cellen naar beneden gericht is worden de eieren vastgeplakt. Na het
uitkomen van de larve blijft deze nog steeds vastzitten aan de celbodem tot ze zo groot is dat ze vanzelf blijft hangen. Tegen die tijd spint de larve de celopening dicht, zodat er een soort cocon ontstaat waarin ze kan verpoppen tot wesp. Eerst komen er alleen werksters uit de poppen, maar aan het eind van de zomer of begin van de herfst komen er ook jonge mannetjes en nieuwe koninginnen tevoorschijn. Die ontwikkelen zich uit grotere cellen en de larven krijgen ook speciale voeding. Na uitkomst volgt direct de paring en de bevruchte koninginnen verlaten het nest om een schuilplaats voor de komende winter te zoeken. De mannetjes en de werksters voelen nu hun einde naderen en worden licht chagrijnig. Ze kunnen nu zonder aanleiding steken, terwijl ze normaal alleen steken als ze in het nauw gebracht zijn. De angel is ontstaan uit een legboor, dus alleen de werksters kunnen steken. Helaas is het verschil tussen mannetjes en werksters voor ons niet te zien. De angel heeft i.t.t. die van een bij geen weerhaken, dus ze kunnen meerdere malen steken zonder dood te gaan. De steek zorgt voor een nare brandende pijn, vaak gevolgd door een opzwelling. Uitzuigen en insmeren met een doorgesneden ui schijnt dan een goede remedie te zijn. Ben je echter allergisch, dan kun je flauwvallen, in ademnood raken of zelfs sterven. Toch zijn wespen ook zeer nuttig. Ook al zou je dat zo niet zeggen. Ze jagen namelijk op insecten om hun larven mee te voeden. De prooi wordt gedood met de angel en dan fijngekauwd tot een papje. Hiermee vliegt de werkster naar het nest. Daar krijgen de larven het vloeibare voedsel uit de krop van de werkster. Ook brengt ze vaste voedselpakketjes mee voor de grotere larven. De larven scheiden weer een stof uit met grote voedingswaarde, die de werksters graag eten. Dit is erg belangrijk, zeker als het slecht weer is en er geen voedsel gehaald kan worden. Een soort recycling dus! En wespen dienen als voedsel voor de wespendief en ook de das houdt erg van wespenlarven. Wespen hebben net als mieren en bijen een staat met koningin, mannetjes en werksters. In deze staat heeft iedereen zijn taak en loopt alles volgens vaste regels. Buiten het voeden van de larven zorgen de werksters ook voor de koninginnen, de mannetjes, verzamelen het voedsel, bouwen aan het nest etc. Echt enorm harde “werkers” dus!
De volwassen dieren eten alleen honing, zoete sappen en waterrijke vruchten. Daarom zitten ze graag bij mensen, die daar ook erg van houden en zorgen dan voor de nodige overlast. Vaak hangen we daarom wespenvangers op, waar ze gelokt door de zoetigheid die erin zit naar binnen gaan maar nooit meer uit kunnen komen en zo een jammerlijke dood sterven. Ik vind het altijd een naar gezicht om die ijverige wespen te zien worstelen om er weer uit te komen tot ze van vermoeidheid verdrinken. Daarom geef ik hierbij een tip om op een vreedzame manier van wespen af te komen:
Neem een soepkom gevuld met water. Doe hierin enkele hele kruidnagels. Zet dit neer waar je de wespen niet wilt hebben. Wespen houden nl. niet van deze geur. Heeft men echter een nest in de tuin of het huis en is de overlast dusdanig dat weghalen de enige optie is laat dit dan door een deskundig persoon doen en wel laat in de middag of de avond als alle wespen thuis zijn. Bel hiervoor met de Gemeente in uw woonplaats. Maar probeer eerst alle andere diervriendelijke mogelijkheden uit, want bedenk dat wespen ook heel nuttig zijn, omdat ze ontzettend veel hinderlijke insecten vangen. En zeg nou zelf, wespen hebben toch ook recht op een plekje op deze aarde. Gerda EXCURSIE LANDTONG ROZENBURG De Landtong Rozenburg ligt ingeklemd tussen de Nieuwe Waterweg en het Calandkanaal en ligt in het hart van het havengebied van Rotterdam. Het gebied is ca. 54 hectare groot. Het is een door mensen gemaakte, hoog gelegen vlakte van gronddepots, met daarin enkele laag gelegen natte stukken. In ruim 20 jaar is er van een kale zandvlakte een ruig gevarieerd landschap ontstaan. De eigenaren zijn Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam. De beheerders zijn ARK en Wereldnatuurfonds. De Landtong Rozenburg is rijk aan bloemen, insecten en broedvogels. De poelen en plassen zitten vol eenden, ganzen en rietvogels. Scholekster, Tureluur, Grutto en Kluut broeden er regelmatig. Tal van andere steltlopers komen er op doortrek en Houtsnip, Watersnip en Bokje overwinteren er. Verder zijn er veel konijnenholen welke in het voorjaar dienen als nestplaats voor Bergeenden. Wel moet je als
wandelaar uitkijken dat je niet in zo‟n hol stapt, je kunt je dan lelijk bezeren. Ook zijn er in het voorjaar de Bijenorchis en Moeraswespenorchis te bewonderen.
De opkomst op de eerste zaterdag van augustus was verrassend groot vanwege de vermelding in de regionale weekbladen. Met een groep van 25 personen, onder leiding van gids Wim Prins, vertrokken wij om 09.30 vanaf het EIC ( Educatief Informatie Centrum) richting eerste ven. Het eerste stukje ging langs het EIC richting Nieuwe Waterweg. Bij het EIC stonden we even stil bij de dicht gestopte gaten in de muur. Deze gaten zijn gemaakt door Spechten. Direct achter het klaphek zagen we een Grote Bonte Specht die keurig voor ons poseerde. In de winter bij stormvloed overstroomt dit gedeelte. We zagen hier veel bloeiende, heerlijk geurende Watermunt. Veel vlinders en andere insekten deden zich tegoed aan de heerlijke nectar. Na het eerste ven liepen we richting Populierenlaan. Hier is ook het begin van een vlindermonitoringroute. Ook wij zagen volop vlinders, zoals Bruine-, Bonte- en Oranje Zandoogjes, Atalanta‟s, Distelvlinders, Dagpauwogen en Kleine Koolwitjes. Nu verder naar het tweede ven en richting paardenwei. Onder de bomen zagen we de kudde Schotse Hooglanders. Deze dieren hebben in de winter een dikke vacht die ze tegen extreme koude beschermt. De dominante stier met zijn enorme horens ziet er imposant uit. Na het bosje zagen we een kudde Konikpaarden met diverse veulens.
Konikpaarden lijken van alle paarden het meest op het uitgestorven oerpaard. Het is een grazer die door jonge struiken en riet te eten het natuurgebied openhoud. Er worden de volgende eisen aan het dier gesteld, niet te vaak ziek, een heel jaar buiten kunnen lopen en vriendelijk tegen de mens. Langs de Noordzeeweg zien we geen hek of schrikdraad om het vee binnen het natuurgebied te houden. Men heeft hier een natuur vriendelijke greppel langs de weg gemaakt. We vervolgen onze weg door de greppel en komen dan even later bij de Zwaluwenwand aan. In deze zandwal nestelen Oeverzwaluwen, ca 80 paartjes. De wal wordt elk jaar recht afgestoken zodat een zwaluw volgend jaar weer zijn nest kan graven. De Oeverzwaluw is een zomergast. Hij jaagt laag boven het water op insekten. Stichting ARK heeft ook een rugzak route ontwikkeld waarmee (groot) ouders en hun kinderen, of leerkrachten en hun leerlingen zelfstandig het gebied in kunnen gaan. Er zijn 12 rugzakjes waarmee groepjes van maximaal 4 kinderen het natuurgebied verkennen. Ieder groepje krijgt een opdrachtenboek mee en een rugzak met materialen. Kijken, luisteren, voelen, ruiken, geen zintuig wordt overgeslagen. In de rugzak zitten o.a. een loepje, kompas, verrekijker en zoekkaarten. De rugzakjes zijn te leen via het EIC (www.eic-mainport.nl) 0181-296029, dat doordeweeks op kantoortijden geopend is. Foto‟s Martien Blanken Wim Mellegers
Agenda Zaterdag 3 oktober: paddenstoelen Mildenburg Tja, wat moet je hier nog over zeggen. Dat er zelfs in droge (na)jaren altijd voldoende zwammen te vinden zijn? Dat het altijd een succes is, altijd goed weer is en dat het bovendien een prachtig bos is? Ik weet het niet: ga maar gewoon mee, wie weet vinden we weer eens een bijzonderheid. Ben je in nood: bel Ria: 06-10422033 9.30 uur: Mildenburg ingang Hoflaan, Oostvoorne Zaterdag 7 november: natuurwerkdag Het IVN gaat de handen uit de mouwen steken! Het Zuid-Hollands Landschap gaat elzen knotten op de winterwei op loopafstand vanaf het bezoekerscentrum Tenellaplas, en wij helpen een handje mee. We verzamelen hier om 9.30 uur. Contactpersoon Jan Alewijn: tel. 06-51919338 Zaterdag 12 december: rondje Breede Water Voor één keer wijken we af van het systeem “eerste van de maand”. We verwachten namelijk dat op 5 december iedereen zit te dichten vandaar… Wel dus in december traditiegetrouw het rondje Breede Water waarbij we –afhankelijk van de weersomstandigheden- altijd leuke dingen tegenkomen: lege flessen, volle flessen, een oude jas en oh ja uiteraard de vogels van op en om het water en de bijzondere bomen op Strypemonde. We ronden af met soep in De Meidoorn. Contactpersoon Ria: 06-10422033 9.30 uur: Parkeerplaats bezoekerscentrum Tenellaplas. Zaterdag 2 januari: nieuwjaarswandeling Wie weet vriest het lekker en kunnen we de Vliegveldvallei recht oversteken tussen de schaatsers door. We wachten het maar af. In ieder geval lopen we de oliebollen er uit door een mooi stuk op te zoeken vanaf de boulevard bij Oostvoorne. Eerst een stuk langs het Oostvoornse meer en dan via het Sipkesslag en het Vliegveld terug. De beloning is een kopje koffie dat vermoedelijk afgerekend gaat worden door de penningmeester. Contactpersoon Ria: 06-10422033 9.30 uur: Hotel van Marion, Oostvoorne